s
m a
ffVI 'XK' 9ÊÊ fNF
EA® H
i I i i
REGEN OP BESTELLING?
Zeven beeldhouwers uit Italië exposeren in ons land
1
e
ZONDAGSBLAD 3 JULI 1954
De Nederlanders
te München
Het Zonetournooi te München de
eerste schrede op de vier etappen om
vattende weg naar de wereldtitel* scha
ken heeft voor een der drie hieraan
deelnemende Nederlanders een groot
succes opgeleverd. Donncr, de nieuwe
kampioen van Nederland, slaagde er niet
alleen in zich te rangschikken onder de
hoogste vier, doch hU kwam (samen
met Rabar) tot deling van de 2e en 3e
plaats, slechts een half puntje achter
de winnaar van het tournooi, Unzicker.
Wil men de prestatie van Donner op
de juiste waarae schatten, dan moet
men <*r niet zozeer op letten, dat hij
slechts een half punt bij de Duitse kam
pioen ten achter is gebleven (al is ook
dit een voortreffelijk resultaat», maar
nog meer op de omstandigheid dat het
Joegoslavische trio PircFudererRa-
bar geen kans heeft gezien de jonge
Nederlander van een der hoogste plaat
sen te verdringen. Rabar kon zich ten
lange leste nog juist naast Donner plaat
sen. doch Fuderer en Pirc bleven een
half. resp een vol punt ten achter.
In dit tournooi is er overigens een
duidelijke afstand ontstaan tussen de
eerste 8 op de ranglijst. waartoe,
naast de reeds genoemde spelers, ook
Golombek, Toran en onze landgenoot
Kramer behoren en de overige 12
deelnemers. Kramer, die als no. 8 ein
digde, behaalde .11'/i punt en verkreeg
daardoor niet minder dan 2>/, punt
voorsprong op no. 9 (Castaldi). Hieruit
blijkt wel, dat ook Kramer een zeer
goed tournooi achter de rug heeft. Hij
behaalde, zoals gezegd, lli£ Punt uit
19 partijen Naar wij menen, is dit tot
dusverre zijn beste prestatie in een in
ternationale wedstrijd. Hij moge zich
dan niet onder de eerste 4 hebben kun
nen rangschikken, hij heeft toch onmis
kenbaar het bewijs geleverd, dat hij
zich met redelijk succes met de beste
vertegenwoordigers van sterke schaak-
landen kan meten. Het schijnt ons toe,
dat dit allereerst het gevolg is van de
omstandigheid, dat hij „harder'' gewor
den is. Hij bezwijkt niet meer. zoals
vroeger wel het geval was, zo gemak
kelijk door vermoeienis in het laatste
uur van de schaakpartij. Ook zijn remi
se-techniek. vroeger een zwak punt,
schijnt belangrijk verbeterd te zijn.
In de onderste helft van de ranglijst
treffen wij Bouwmeester aan. Slechts de
16e plaats, met 7 punten, werd zijn deel.
Wie zich nog herinnert, dat deze jeug
dige Amsterdamse onderwijzer in het
begin van dit jaar te Beverwijk de eer
ste plaats met Pirc deelde, zal zich stel
lig met ons afvragen, waarom Bouw
meester (voor zijn doen) zo laag ge
ëindigd is. Wy lazen ergens, dat Bouw
meester binnen zeer korte tijd in het
huwelijk gaat treden en in het vooruit
zicht hiervan te München niet rustig
geconcentreerd kon schaken. Het is best
mogelijk, dat dit de juiste verklaring
is. Het is evengoed mogelijk, dat
hij zich tijdens zijn eerste tour
nooi van betekenis in het buiten
land wat bevangen heeft gevoeld en
daarom niet vrijuit heeft kunnen of
durven spelen. Hoe dit ook zy, zijn score
is inderdaad ietwat teleurstellend, schoon
niet zo erg. als men wellicht zou den
ken Men moet nl. bedenken, dat hij
juist tegen de nos. 19 en 20 van de rang
lijst nogal ernstig gefaald heeft, door
tegen deze spelers samen slechts een
half punt te behalen. Had hij, wat nor
maal ware geweest, deze beide partijen
gewonnen, hij zou onmiddellijk tot de
11e plaats zijn geklommen en dan een
resultaat hebben bereikt, dat niemand
teleurstellend zou hebben genoemd. Zo
ziet men dat van betrekkelijke kleinig
heden soms grote verschillen afhanke
lijk zijn. Bouwmeester scoorde overigens
12 remises (evenals Lokvenc), waartoe
geen der andere spelers uit de tweede
helft in staat bleek. Hieruit volgt, dat
hij slechts relatief weinig partijen ver
loor, zodat slechts enkele spelers uit het
tournooi zich Bouwmeesters meerdere
hebben kunnen tonen
Wij geven van elk der Nederlandse
deelnemers hieronder een partij.
Wit: Kramer. Zwart: Burstein.
Franse partij.
1. e4 e6; 2. dl d5; 3. eS e5; 4. cS PcG;
Pf3 Db6; 6. a3
Zwart moet nu óf met a7a5 de witte
opmars tegengaan óf met f7—f6 het
witte centrum gaan ondermijnen. Als
hij zich echter passief gedraagt, zoals
Burstein in de onderhavige partij, dan
I omt hij in het nadeel.
6 Pge7; 7. b4 cxd4; 8. cxd4 Pf5; 9.
Lb2 Ld7; 10. gl Ph6; 11. Tgl f5; 12. e5
Pf7: 13. hll 0-0-0; 14. Pc3 Pa5; 15. Pa4t
Lxal; 16. I)x*4 Pc6: 17. Lc3 (dreigt b5
en La5) Dc7; 18. Ld2
Stelling na 18 Lc3—<12.
Jl I
it« &AA
A
A A
A A' A
Nu gaat het aardig worden. Burstein
ziet terecht in, dat hij op deze wijze
onder de voet gelopen wordt en begint
nu een wanhopig tegenoffensief. Men
letté overigens op de c-lijn waarop zwart
zeer kwetsbaar is.
18Pxd4; 19. Pxd4 Dxe5t; 20.
LeS f4; 21. Telt
Indien nu 21Kb8, dan 22. Pc61
bxc6; 23. Dxa7t en mat op de volgende
zet.
2L Lc5; 22. Txc5t Kb8; 23. Tb5!
Td6; 24. Dxa7t! en zwart gaf het op. Hij
wordt in drie zetten matgezet.
Wit: Donner. Zwart: Bouwmeester
Onregelmatige opening.
1. Pf3 Pf6; 2. g3 gG; 3. Lg2 Lg7; 4. 0—0
0—0; 5. c4 d5; 6. cxd5 Pxd5; 7. d4 c5; 8.
el Pf6; 9. e5 Pfd7; 10. Pg5! cxd4; 11. e6!
Pe5; 12. exf7t Pxf7 (beter Kh8); 13.
Db3 e6.
Er dreigde zeer sterk Ld5, zodat Bouw
meester besluit de kwaliteit te offeren.
De commentator in Schach-Echo, op
wiens opmerkingen wij onze opmerkin
gen in deze en de vorige partij hebben
gebaseerd, is van oordeel, dat dit kwa
liteitsoffer niet nodig was. Zijns inziens
zou 13Db6! voldoende geweest zijn
om de stellingen in evenwicht te houden.
Op 14. Ld5 zou dan Dxb3 gevolgd zijn
en eerst daarna e7e6.
14. Lxb7 Lxb7; 15. Dxb7 Pxg5; 16.
Lxg5 Dxg5; 17. Dxa8 Db5.
Op het eerste gezicht schijnt zwart er.
niet zo slecht aan toe te zijn. in het bij
zonder wegens zijn sterke pion op dl.
Donner toont echter overtuigend aan
dat deze opvatting onjuist is.
18. Pa3! Dxb2; 19. Dxa7 PcG; 20. Dd7
Pe5; 21. Dxe61 Kh8; 22. Pc4! Pf3t; 23.
Khl Dc2; 24. Pd6 Pg5; 25. Dc4 Dc3; 26.
DxcS dxc3; 27. f4 Pe6; 28. a4! Pc5; 29.
Tla2 Pd3; 30. a5 Ld4; 31. Pb5 Lf6; 32. aG
Tfa8; 33. *7 Pb4; 34. Pc7! Pxa2: 35. Pxa8
en zwart gaf het od. Speelt hij 35
Ld4, dan volgt 36. Pb6.
De oplossingen
Hieronder volgen de oplossingen der
beide opgaven, gepubliceerd in onze ru
briek van 19 Juni jl.
Partijstelling LöchnerKiircher: 1.
Txh7t Kxh7; 2.Thlt Lh6: 3. Txh6t Kxh6;
4. Df4i g5; 5. Dh2t Kg6; 6. Dh5t Kf6;
7. Df7 mat. Jammer, dat op d4 een zwar
te pion staat. Als U deze van het bord
verwijdert kunnen we nog even verder
spelen en wel aldus: 7Ke5; 8. Df5t
Kd6; 9 PxböT Ke7; 10. Df7 mat.
Partijstelling N.N.—Najdorf: 1
Pxg2:! 2. Kxg5 Pc5 3. Dc2 Lh3t 4.
Kxh3 Dxl3t 5. Kh4 g5t 6. Kxg5 Kh8!
en mat is niet te vermijden, bijv. 7. Tgl
Tg8t 8. Kh4 Df4t en 9Dxh2 of
Dh6 mat.
Verwisseling van de zetten 1 en 2 zou
zwart duur te staan zijn gekomen: 1.
Pc5? 2. Db4! Pxg2? 3. Pc5 Dxf3
4. Td3! met verovering van het paard
(4Dg4 5. Tg3).
Onze opgaven
Wij hadden het plan opgevat het
„hoofdartikel" uit deze rubriek aan
Toreneindspelen te wijden. Doch terwille
van de actualiteit hbeben wij ons liever
met München beziggehouden. Aan deze
samenloop van omstandigheden is het
toe te schrijven, dat wij ons in de op
gaven rubriek ditmaal uitsluitend met
toreneindspelen bezighouden, waarbij
wij ons beperken tot die eindspelen,
waarin beide partijen, naast koning en
1 toren nog slechts over pionnen be
schikken.
Vooraf enkele geknopte opmerkingen.
Wij weten dat men eindspelen niet
moet classificeren naar het materiaal,
doch naar het idee dat aan de oplossing
ton grondslag ligt. Laatstbedoelde clas
sificaties zijn echter uiterst zeldzaam.
Slechts de oud-president van de FIDE
mr. Rueb, heeft, voorzover wij weten,
een classificatie gepubliceerd, waarin
deze gigantische taak niet alleen onder
nomen^ doch ook tot een goed eind is
gebracht. Desniettemin is het rang
schikken van eindspelen naar het soort
en de hoeveelheid van het materiaal
een niet volstrekt nutteloze bezigheid.
Een van de grote voordelen is, dat men
het aldus gerangschikte materiaal in één
oogopslag kan terugvinden. Ook in het
beroemde boek van Lommer en Suther
land „1234 modern end-game studies"
is de classificatie naar de soort en de
hoeveelheid van het zich op het bord
bevindende materiaal toegepast. Voorts
treft men bij tijd en wijle in diverse bui
tenlandse tijdschriften een hoeveelheid
eindspelstudies aan. welke volgens de
materiaal-classificatie zijn bijeen ge
bracht. Maar treft men hier en daar
(slechts al te zelden) enige studies aan,
welker overeenkomst in de idee der
oplossing gelegen is, wees er dan zeker
van dat U met een echte kenner van
deze materie te maken hebt.
Het vorenstaande schreven wij slechts
neer om U de illusie te ontnemen, dat
de studies, welke wij U in deze rubriek
voorzetten,, wel zo ongeveer een gelijk
soortig oplossingsverloop zullen hebben,
louter en alleen mdat het materiaal
van stelling tot stelling maar weinig
verschilt. U zult dus, stuk voor stuk,
moeten ploeteren om de oplossing te
vinden. De meeste stellingen zien er
echter zo „natuurijk" uit, dat U zich
de moeite vermoedelijk gaarne zult ge
troosten, in de overtuiging, dat een
soortgelijke stelling U morgen reeds in
de praktijk voor de ogen kan komen.
1. van: Rossolimo.
- 4 r
- O' w'//'
u m m ha
1 A
zet: wint.
Rinck.
1f
m
i
Hf!
I M
r
A
m
AA'
p_'.
A i
w i
I
Onderstaande woorden zó in het dia
gram plaatsen, dat een goed sluitend
kruiswoordraadsel wordt verkregen.
2 Letters: As, ct, da, Dr, el, Ir, ka, la,
ma. om. pa, ra. te, t.t., Zr, ut.
3 Letters: Air, dot. kas. lee, mud, ons,
per, pil, pit, pot, pul. pup, sek, sol, uil,
4 Letters: Durf, egel, kina, klok, poes,
ruim, trap, truc, tube, veer.
5 Letters: Fruit, groot, karaf, kroes,
ruïne salet.
7 Letters: Bezeten, uitgang.
Inzendingen per briefkaart uiterlijk
Donderdagmorgen a s. aan het bureau
van dit blad. In de linkerbovenhoek aan
de adreszijde vermelden: „Puzzle-oplos-
sing". Er zijn drie prijzen: 1. f 5; 2. f 2.50
en 3. f 2.50.
Oplossing kettingraadsel
van 26 Juni
amok, kroon, natie, eloge, edel, lollig,
geweldig, geste, engel, lui, ivoor, raam,
melange, era. agent, troon, nopen, noord.
Hoog van gemoed, leeg van goed.
aiimiiiiiimniiiiiiiHuiiiiiniiiiiiiumniinuiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiv
4. Van: Selesniev.
Wit: Kh4. Thl, pion h5.
Zwart: Ke5, Tf5.
Wit aan zet: wint.
5. Van: Weenink.
Wit: Khl, Ta7, pion d6.
Zwart: Kbl, Tg5.
Wit aan zet: wint.
6. Van: Duras.
Wit: Kb8, Tel, pionen b6 en b7.
Zwart: Kd7, Ta2
De voorraad diagrammen was niet
toereikend om alle studies uit te beel
den. Doch met zó weinig materiaal op.
het bord zult U de stellingen 46 wel
even willen opzetten!
Correspondentie en oplossingen
aan de heer II. J. J. Slavekoorde,
Goudreinetstraat 125, Den Haag.
(Vervolg van pag 5)
mengsel, nodig voor regenvorming, be
vatte!
Koolzuuisneeuw is zelfs
niet nodig/
DE volgende belangrijke ontdekking
was. dat de temperatuur van het in
de wolk geworpen materiaal niet zo
belangrijk was. De kristalvorm gaf de
doorslag Er werden proeven genomen
met verschillende stoffen, die dezelfde
kristalstructuur hebben als ijs. Hiervan
was, zoals Langmuir vaststelde, zilver
jodide de meest actieve.
Deze stof heeft bovendien nog ver
schillende andere voordelen. Het is een
zeer eenvoudige verbinding, waarvan dc
productiekosten geen enkel bezwaar
vormen. Bovendien kan het in een zo
ultra-microscopisch fijne vorm geprodu
ceerd worden, dat het de eigenschap
pen van een gas verkrijgt. Het kan
dan op uiterst eenvoudige wijze van
uit vliegtuigen en zelfs ook vanuit ge
neratoren op de grond, in de wolken
gebracht worden.
Nog vele moeilijkheden.
DENKT U niet, dat nu niets meer
het produceren van regen naar wil
lekeur in de weg staat! Er bicken nog
talloze complicaties op te treden. In
ieder geval echter achtten de autori
teiten in Amerika de tijd rijp voor het
voortzetten van de proeven op een echt
Amerikaanse schaal. De luchtmacht stel
de vele vliegtuigen ter beschikking, zo
wel voor het ..insemlneren" van de wol
ken. alsook om het resultaat van de
proeven van alle kanten waar te ne
men en te fotograferen. Zowel op de
grond als in vliegtuigen werden radar-
apparaten opgesteld, die het ontstaan
van regen zelfs binnen in een wolken
massa konden vaststellen.
Verrassende gevolgen!
DAT het insemineren van de wolken
positieve resultaten had bleek zonne
klaar. Het verrassende was echter, dat
die resultaten niet altijd uit het optre
den van neerslag bestonden.
Uit sommige wolken begon het in
derdaad binnen het half uur te rege
nen, andere wolken echter losten, na
de inseminatie als sneeuw voor de zon-
op. terwijl een derde groep alleen maar
groeide, maar geen neerslag opleverde.
Behalve het type bewolking, waarop
de proef werd genomen, was vooral
de hoeveelheid zilverjodide of koolzuur-
sneeuw die er in werd geworpen van
groot belang. Voor maximale neerslag-
vorming is een zekere verhouding tus
sen de hoeveelheden waterdruppels en
ijskristallen nodig. Brengt men te wei
nig kernen in de wolk, dan is de hoe
veelheid ijs niet voldoende en gebleken
is dat de wolk zich dan alleen verder
ontwikkelt. Bij een overmaat van ker
nen verdwijnt alle vloeibare water in
zeer korte tijd, zonder dat de ijskris
tallen voldoende kunnen groeien. Een
dergelijke wolk. geheel uit kristallen
opgebouwd levert geen regen en lost
snel op.
Voordat men een bepaald gewenst
resultaat met zekerheid zal kunnen ver
krijgen, zal het dus nodig zijn eerst
nog veel meer kennis omfrent het ka
rakter van de verschillende wolkenty
pen te vergaren. Dat is echter alleen
een kwestie van tijd. Nu staat al vast,
dat de beste resultaten bereikt worden
met wolken van het Cumulus-type. Dit
zijn de typische stapelwolken, waaruit
buien komen, maar die ook tot onweer,
hagel, wolkbreuk en zelfs tornado's
aanleiding kunnen geven.
T oepassingsmogelijkbeden.
ZELFS indien de beïnvloeding van
het weer in de toekomst beperkt
zou moeten blijven tot de Cumulus
wolken (wat overigens niet waarschijn
lijk is), dan zouden er toch al uiterst
belangrijke toepassingen mogelijk zijn.
Niet alleen kan men regen verwek
ken uit cumuli, die anders zonder neer
slag zouden overtrekken, maar ook zou
dc schade, veroorzaakt door hagel en
bliksem sterk beperkt kunnen worden,
door de betreffende wolken in het eer
ste stadium van hun vorming, zodra
de toppen het vriesniveau bereiken, zo
danig te insenameren, dat ze oplossen
of althans in hun ontwikkeling worden
geremd.
Op dezelfde wijze zal het ook moge
lijk zijn zware windstoten uit buien en
tornado's in de kiem te smoren.
Van groot belang voor de luchtvaart
is het vooral, dat het binnen de tech
nische mogelijkheden komt om onder
koelde wolken, die tengevolge van ijs-
vorming. een dodelijk gevaar voor
vliegtuigen vormen, in korte tijd geheel
in ijs te doen veranderen, waardoor het
gevaar is opgeheven.
Met de beïnvloeding van de wolken
is de eerste stap gezet op de weg naar
weer-contróle. Grote economische be
langen staan daarbij op het spel. Er
wordt al gesproken over het bewoon
baar maken van woestijnen en het ver
drijven van mist en wolken uit noor
delijke streken. Maar ook over het uit
drogen van vijandelijk gebied...
We kunnen slechts hopen, dat van het
temmen van de atmosfeer een verstan
dig gebruik zal worden gemaakt.
ZONDAGSBLAD 3 JULI 1954
3
^Cunót uit ket land uan ^TJlickelangelo leejt nog
JTALIÈ is van oudsher het land van schilders en
beeldhouwers geweest. Iedereen die zich vroeger in
de beeldende kunst wilde bekwamen, trok naar dat
Europese schiereiland, waar op kunstgebied de groten
der aarde woonden en werkten, waar een ongekende
rijkdom was aan schilderijen, bouwwerken en beeld
houwwerken. En nog steeds is het die grote traditie
van Italië, die dit land ook nu nog tot een Mekka
maakt voor alle kunstminnen den. In het licht van de
Italiaanse zon de grote monumenten van de beeldende
kunst te kunnen zien, is het verlangen van elke kun
stenaar in een ander land.
Het gaat dan echter veelal om de tra
ditie van Italië, om de kunstschatten die
jaren, ja. eeuwen geleden gemaakt wer
den en waarvan we afbeeldingen vinden
in elk kunstgeschiedenisboek. Het gaat
om de werken van hen, die eens de
naam van Italië hebben groot gemaakt.
Tintoretto, Tiziaan, Veronese, Raphaël,
Donatello, Michelangelo, Philippo Lippi.
Bptticelli, Del Sarto, Chlrlandaio om
maar enkele namen te noemen zij
waren en zijn nog de kunstmagneten
van Italië, zij waren en zijn nog de
idolen der kunstlievenden en kunstschep
penden. Het ..Avondmaal" van Leonar
do da Vinei in Milaan, de fresco's van
Mantegna in de Lorenzokerk te Vicen-
za, „Venus' geboorte" van Botticelli in
Florence, het bronzen ruiterbeeld van
Donatello in Padua, de „Piéta" van
Michelangelo in Rome, deze en nog veel
meer kunstwerken vormen de gistende
substantie, die het bloed van de kun-
buiten Italië sneller doet stro-
Grote kardinaal van Manrü.
MAAR wat is de kunst van Italië in
deze eeuw? Is de magnetische kracht
van de tegenwoordige Italiaanse kunste
naars ook zo groot als die van hun
voorgangers? En wat deze kracht eigen
lijk bepaalt: Is hun waarde ook zo groot?
Een definitief antwoord hierop zal eerst
later gegeven kunnen worden. Thans
kunnen we slechts tot constateringen
komen, die wellicht over 50 of 100 jaar
worden achterhaald en omvergeworpen.
Maar die nu voor ons toch wel waarde
hebben, zelfs in hun tijdgebondenheid.
En de eerste constatering is dan. dat
de rijke traditie van Italië nog lang niet
is uitgestorven ondanks revoluties, bur
geroorlogen. dictatoriale overheersingen
en „kunstzinnige" degeneraties. De
beeldende kunst ln Italië leeft nog
Schreven we onlangs m deze kolom
men over de Italiaanse schilder Gior
gio Morandi. dc dichter met de stille
vens van flesjes en potjes, thans vra
gen zeven beeldhouwers de aandacht en
ook de bewondering, de één meer dan
de ander.
In het prachtige park achter het
Museum Boymans te Rotterdam en
in de zalen van de Rotterdamsche
Kunstkring welke actieve instel
ling deze tentoonstelling wist te or
ganiseren tonen zij hun grote en
kleine beelden en hun schetsen. Het
is deze tentoonstelling, die ons over
tuigde van het voortbestaan der tra
ditie. van het blijven schijnen van de
Italiaanse zon aan de blauwe hemel
der kunst.
Bij die zeven beeldhouwers, die op
één na allen de band met de traditie
vasthielden en niet in een wilde ver
nieuwingszucht de aloude vormen der
kunst op zij gooiden om een ongebol-
sterde vrijheid te kunnen propageren,
3teckt voor ons gevoel de in 1908 te
Bergamo geboren Giacomo Manzü met
kop en schouders boven de anderen uit.
Hij is de beeldhouwer pur sang, de man
wiens kunst een schier religieuze le
vensvreugde kent en doet denken aan
de grootste scheppingen uit de Renais
sance, maar dan in de taal van deze
tijd.
HET werk van Manzü is in al z'n een
voud en zuiverhied zo groots van
allure, zo vol intense spanning en le
venskracht, dat men steeds weer over
tuigd wordt van het organisch leven zij
ner beelden. Zo'n bronzen danseres b.v.
als no. 65 is door de soepelheid der lij
nen, door de innerlijke beweging, door
de schoonheid der pfoporties en de puur
heid van expressie wellicht het schoon
ste beeld van de gehele tentoonstelling.
Ook het kleine danseresje no. 73 is van
een sierlijkheid en een nergens aan de
materie herinnerende lichtheid, die ont
roeren. De staande „Kardinaal" (no. 72)
getuigt van een grote vakbeheersing
(prachtige plooien in het kleed), het
„spelend meisje" (no. 67) is van een
verrukkelijke beweeglijkheid en de gro
te liggende vrouw (no. 68) heeft in de
rust toch een dynamische spanning.
Naast zijn geniale tekeningen noemen
we nog dat wonderlijke rijke beeld van
een op een klein stoeltje zittend meisje,
een beeld dat juist door z'n eenvoud en
eerlijkheid overrompelt.
EEN andere belangrijke figuur is Lo
renzo Pepe, geboren irt 1916 te Barl.
Zijn dertien bronzen zijn stuk voor stuk
bijzonder suggestief. Zijn werk is niet
denkbaar zonder de voor ieder zichtba
re vormen van de natuur, maar die
uiterlijke vormen zijn voor hem niet
belangrijk, doch de artistieke noodzake
lijkheid, het innerlijke beeld. Een „Moe
der" b.v. van Pepe is niet een heel
mooie vrouw met een lieve oogopslag,
ook niet een oude vrouw met diepe rim
pels boven de ogen. maar die klomp
brons geeft de suggestie van een zor
gende en breiende vrouw, het is van
binnen-uit een moeder. En dat is voor
de kunst natuurlijk belangrijk, dat In
nerlijke beeld is zelfs een eerste ver
eiste voor de kunst. Pepe karakteriseert
steeds uitzonderlijk zuiver, ook b.v. in
zijn jongenskop „Giorgio" (no. 130) en
zijn „Ada Norna" (no. 126). In tekenin
gen en aquarellen is Pepe de verfijn
de artist, bij wie elke lijn noodzakelijk
DE 43-jarige Luciano Minguzzi. die in
1950 de eerste prijs voor beeldhouw
werk kreeg op de Biennale in Venetië,
zoekt het weer in geheel andere rich
ting. Hij verbindt heden en verleden met
elkaar en zoekt het eigenlijk meer in
het dramatische of tragische. Er is iets
fels in zijn werken, wellicht geboren uit
de felheid van deze tijd. Zijn dieren b.v.
zijn daardoor alleen maar gezien in hun
drama, niet in hun natuurlijke schoon
heid. Een haan, een kat. een uil en een
hond in het riet van Minguzzi zijn zeer
suggestief in de dramatische verbeel
ding. maar het drama is niet altijd
overtuigend Bij de „Trapeze-acrobate"
(no. 100) missen we de juist voor deze
figuur zo noodzakelijke soepelheid, zo
als we die wel zien bij zijn kleinere
acrobaten in de zalen van de Kunst-
DE in Parijs wonende Berto Lardera
(geb. 1911 in La Spezia) is de ab
stracte kunstenaar van deze expositie.
Hij werkt met horizontale en verticale
vlakken, strak in de contour. Als een
spel van vlakken doen deze werken het
M
ARCELLO Mascherini, die in 1906 te
Udine werd geboren en al op heel
internationale tentoonstellingen
heeft geëxposeerd, is de kunstenaar met
de sierlijke arabesken. De vervorming
van de natuurlijke verhoudingen is bij
hem niet een pose, maar een noodzake
lijkheid teneinde daardoor tot een grote
re uitdrukking te komen en de sierlijk
heid van de bewegingen te beklemtonen.
Heel sterk blijkt dit uit zijn „Zingende
man" en zijn „Narcissus", twee onge
looflijk mooie bronzen beeldjes. En met
welk een schier klassieke zuiverheid
heeft hij zijn „Danseres" gemaakt, ge-
styleerd maar toch vol beweging en
charme in de opgeheven armen.
Ten slotte is er nog Emilio Greco
(geb. in 1913 te Catania), bij wie de
oude klassieke Romeinse schoonheid nog
levend is. Soms is er zelfs een bepaal
de romantiek te constateren, zoals bij
de vrouwenkop „Fiorella" (no. 23). De
tekening van zijn koppen is fijnzinnig
en gevoelig, de grotere beelden als de
„Zittende figuur" (no. 20) en het
„Naakt" (no. 21) zijn in hun geheel niet
zo erg overtuigend. De rankheid en be
weeglijkheid van een Mascherini heeft
Greco niet weten te bereiken. Zijn
kracht ligt in de kóp-karakteristiek.
Het is verheugend, dat we in ons
land thans enig tdee kunnen krijgen
van de beeldhouwkunst in Italië.
Deze gelegenheid, die blijft tot 26
September, mag U zich niet laten
ontgaan En wellicht is het mogelijk
een enkel stuk voor ons land te be
waren, by voorkeur een werk van
Manzü.
CORN. BASOSKI.
Gevoelsleven van liet kind
Ook baby en kleuter hebben twee facetten van mens-zijn
(Van i
medische medewerker)
wel in de ruimte, doch hoe kunstig Lar
dera ook de verdeling heeft gevonden
en het rhythme en het evenwicht, de
waarde als kunstwerken kunnen we nog
niet bepalen. Wellicht zouden de wer
ken winnen indien de kleur van het ijzer
wat anders was.
Veel liever is ons het werk van Bruno
Calvani (geb. 1904),
die in verschillen
de koppen en mas
kers een zeldzame
fijnheid en leven
digheid wist te be
reiken. Zijn kunSt
is eigenlijk hele
maal geworteld in
die oude Italiaanse
traditie; het zijn
klassieke koppen
geworden, vol rust
en met een nobele
expressie. Calvani
is de aristocraat
onder de kunste
naars, die met
groot vakmanschap
maar bovenal met
een sterk ontwik
keld gevoel het
materiaal vormt
naar zijn wil.
IN enkele voorgaande artikelen heb
ik U verschillende adviezen ge
geven inzake de lichamelijke verzor
ging van babies.
U moet zich echter niet voorstel
len, dat een kind, hoe klein het ook
moge zijn, alleen maar een levend
wezen is, dat zich slechts lichamelijk
ontwikkelt en pas na verloop van tijd
min of meer nota van de omgeving
gaat nemen.
U moet goed voor ogen houden, dat
een nieuwe wereldburger vanaf de
geboorte zowel een lichamelijke als
geestelijke ontwikkeling doormaakt,
waarbij het natuurlijk erg belangrijk
is om de huid goed te verzorgen, de
juiste voeding toe te dienen en het
kind volgens de algemeen geaccep
teerde normen van gewicht en lengte
te laten gedijen maar minstens
zo belangrijk is de zogenaamde affec
tieve ontwikkeling van het kind, dat
wil zeggen de ontwikkeling van het
gevoelsleven.
U kent het beeld van de moeder, die
zo juist haar baby aan de borst heeft
gevoed en dan haar kleine nog een
poosje koestert op haar schoot en een
minzaam gesprek met haar telg
voert.
Sommige moeders vinden dit erg
overdreven. Ze generen zich min of
meer voor deze uitingen van liefde
en aanhankelijkheid ten opzichte van
een kind, dat naar haar mening t^ch
nog niets begrijpt.
Deze instelling is volkomen fout. Al
verstaat het kind niet wat men z?gt,
al begrijpt het nog veel minder de
woorden die gesproken worden, het
voelt terdege de liefdevolle aanhanke
lijkheid en zorgzame toewijding van
de moeder.
De ontwikkeling, die de mens in zijn
prilste jeugd doormaakt, voor zover
het zijn gevoelsleven betreft, is ven
groot belang voor de wijze waarop de
volwassene zich in bepaalde situaties
gedraagt.
Al lang heeft men de ervaring op-
Giacomo Manzü.
gedaan, dat zuigelingen, die in «?en
inrichting groot gebracht worden,
minder goed gedijen, al zorgen di
verse zusters nog zo goed voor hen,
dan kinderen die thuis door de moe
ders verzorgd worden.
Er dienen vanaf de geboorte zeer
nauwe banden gelegd te worden lus
sen het gevoelsleven van de moeder
en van het kind, om de baby niet al
leen lichamelijk, maar ook geestelijk
tot harmonische ontwikkeling te
brengert.
Het a-sociale gedrag van hen, die
in de kinderjaren als moeilijk opvoed
baar golden, kan in verschillende ge
vallen teruggebracht worden tot een
gebrek aan ontwikkeling van het ge
voelsleven in de prille jeugd.
Voor kleuters is het belangrijk, dat
zij niet al te lang van de moeder
gescheiden zijn. De reis- en gemak
zucht van het ouderpaar mag er niet
toe leiden, dat zich bij zeer kleine
kinderen, die zij overigens uitstekend
verzorgd achterlaten, een zeker heim
wee ontwikkelt naar de moeder. Bij
de terugkeer kan de moeder dan de
pijnlijke ervaring opdoen, dat de
aanhankelijkheid van de kleuter zich
omgezet heeft in een zekere vijandige
gezindheid
Dit betekent voor de kleine een
stoornis in het gevoelsleven, die van
groot belang geacht moet worden.
Verschillende onaangename situaties
die zich in het latere leven voordoen,
kunnen teruggebracht worden tot een
dergelijke periode
Ik ga expres op deze dingen wat uit
voeriger in, omdat zij geen gemeen
goed geworden zijn van vele lezers
en lezeressen. Als men in het rijke
bezit van kinderen gesteld wordt,
brengt dit met zich mede een grote
verantwoordelijkheid en een dure
plicht, waaraan men eigen geneug
ten zonodig moet opofferen.
Het is beslist niet voldoende dat de
baby er mollig, gebruind, gaaf en
glanzend uitziet, zodat men op dwaze
tentoonstellingen, die men hier en
daar in het buitenland organiseert,
een eerste prijs zou kunnen verwerven.
Ook de pasgeborene en de kleuter
hebben twee facetten van het mens
zijn, die zich openbaren in het licha
melijke en in het geestelijke. Ver
waarlozing van een van beiden kan
voor het latere leven onherstelbare
schade met zich brengen.
Wij streven naar een gezonde li
chamelijke ontwikkeling, maar niet
minder naar een gezonde ontwikke
ling van het zieleleven. Wij hopen
toch van onze kinderen, dat zij niet
alleen lichamelijk gezond en krach
tig door het leven gaan, maar zich
ook zullen voegen naar de normen,
die in de maatschappij gesteld wor
den, dat zij de gezagsverhoudingen
zullen respecteren, dat zij liefde zul
len bewijzen aan hun naaste en dat
zij, toegerust met lichamelijke en
geestelijke hoedanigheden, God zul
len dienen van ganser harte, van gan
ser ziele en met alle krachten.