s m a ffVI 'XK' 9ÊÊ fNF EA® H i I i i REGEN OP BESTELLING? Zeven beeldhouwers uit Italië exposeren in ons land 1 e ZONDAGSBLAD 3 JULI 1954 De Nederlanders te München Het Zonetournooi te München de eerste schrede op de vier etappen om vattende weg naar de wereldtitel* scha ken heeft voor een der drie hieraan deelnemende Nederlanders een groot succes opgeleverd. Donncr, de nieuwe kampioen van Nederland, slaagde er niet alleen in zich te rangschikken onder de hoogste vier, doch hU kwam (samen met Rabar) tot deling van de 2e en 3e plaats, slechts een half puntje achter de winnaar van het tournooi, Unzicker. Wil men de prestatie van Donner op de juiste waarae schatten, dan moet men <*r niet zozeer op letten, dat hij slechts een half punt bij de Duitse kam pioen ten achter is gebleven (al is ook dit een voortreffelijk resultaat», maar nog meer op de omstandigheid dat het Joegoslavische trio PircFudererRa- bar geen kans heeft gezien de jonge Nederlander van een der hoogste plaat sen te verdringen. Rabar kon zich ten lange leste nog juist naast Donner plaat sen. doch Fuderer en Pirc bleven een half. resp een vol punt ten achter. In dit tournooi is er overigens een duidelijke afstand ontstaan tussen de eerste 8 op de ranglijst. waartoe, naast de reeds genoemde spelers, ook Golombek, Toran en onze landgenoot Kramer behoren en de overige 12 deelnemers. Kramer, die als no. 8 ein digde, behaalde .11'/i punt en verkreeg daardoor niet minder dan 2>/, punt voorsprong op no. 9 (Castaldi). Hieruit blijkt wel, dat ook Kramer een zeer goed tournooi achter de rug heeft. Hij behaalde, zoals gezegd, lli£ Punt uit 19 partijen Naar wij menen, is dit tot dusverre zijn beste prestatie in een in ternationale wedstrijd. Hij moge zich dan niet onder de eerste 4 hebben kun nen rangschikken, hij heeft toch onmis kenbaar het bewijs geleverd, dat hij zich met redelijk succes met de beste vertegenwoordigers van sterke schaak- landen kan meten. Het schijnt ons toe, dat dit allereerst het gevolg is van de omstandigheid, dat hij „harder'' gewor den is. Hij bezwijkt niet meer. zoals vroeger wel het geval was, zo gemak kelijk door vermoeienis in het laatste uur van de schaakpartij. Ook zijn remi se-techniek. vroeger een zwak punt, schijnt belangrijk verbeterd te zijn. In de onderste helft van de ranglijst treffen wij Bouwmeester aan. Slechts de 16e plaats, met 7 punten, werd zijn deel. Wie zich nog herinnert, dat deze jeug dige Amsterdamse onderwijzer in het begin van dit jaar te Beverwijk de eer ste plaats met Pirc deelde, zal zich stel lig met ons afvragen, waarom Bouw meester (voor zijn doen) zo laag ge ëindigd is. Wy lazen ergens, dat Bouw meester binnen zeer korte tijd in het huwelijk gaat treden en in het vooruit zicht hiervan te München niet rustig geconcentreerd kon schaken. Het is best mogelijk, dat dit de juiste verklaring is. Het is evengoed mogelijk, dat hij zich tijdens zijn eerste tour nooi van betekenis in het buiten land wat bevangen heeft gevoeld en daarom niet vrijuit heeft kunnen of durven spelen. Hoe dit ook zy, zijn score is inderdaad ietwat teleurstellend, schoon niet zo erg. als men wellicht zou den ken Men moet nl. bedenken, dat hij juist tegen de nos. 19 en 20 van de rang lijst nogal ernstig gefaald heeft, door tegen deze spelers samen slechts een half punt te behalen. Had hij, wat nor maal ware geweest, deze beide partijen gewonnen, hij zou onmiddellijk tot de 11e plaats zijn geklommen en dan een resultaat hebben bereikt, dat niemand teleurstellend zou hebben genoemd. Zo ziet men dat van betrekkelijke kleinig heden soms grote verschillen afhanke lijk zijn. Bouwmeester scoorde overigens 12 remises (evenals Lokvenc), waartoe geen der andere spelers uit de tweede helft in staat bleek. Hieruit volgt, dat hij slechts relatief weinig partijen ver loor, zodat slechts enkele spelers uit het tournooi zich Bouwmeesters meerdere hebben kunnen tonen Wij geven van elk der Nederlandse deelnemers hieronder een partij. Wit: Kramer. Zwart: Burstein. Franse partij. 1. e4 e6; 2. dl d5; 3. eS e5; 4. cS PcG; Pf3 Db6; 6. a3 Zwart moet nu óf met a7a5 de witte opmars tegengaan óf met f7—f6 het witte centrum gaan ondermijnen. Als hij zich echter passief gedraagt, zoals Burstein in de onderhavige partij, dan I omt hij in het nadeel. 6 Pge7; 7. b4 cxd4; 8. cxd4 Pf5; 9. Lb2 Ld7; 10. gl Ph6; 11. Tgl f5; 12. e5 Pf7: 13. hll 0-0-0; 14. Pc3 Pa5; 15. Pa4t Lxal; 16. I)x*4 Pc6: 17. Lc3 (dreigt b5 en La5) Dc7; 18. Ld2 Stelling na 18 Lc3—<12. Jl I it« &AA A A A A A' A Nu gaat het aardig worden. Burstein ziet terecht in, dat hij op deze wijze onder de voet gelopen wordt en begint nu een wanhopig tegenoffensief. Men letté overigens op de c-lijn waarop zwart zeer kwetsbaar is. 18Pxd4; 19. Pxd4 Dxe5t; 20. LeS f4; 21. Telt Indien nu 21Kb8, dan 22. Pc61 bxc6; 23. Dxa7t en mat op de volgende zet. 2L Lc5; 22. Txc5t Kb8; 23. Tb5! Td6; 24. Dxa7t! en zwart gaf het op. Hij wordt in drie zetten matgezet. Wit: Donner. Zwart: Bouwmeester Onregelmatige opening. 1. Pf3 Pf6; 2. g3 gG; 3. Lg2 Lg7; 4. 0—0 0—0; 5. c4 d5; 6. cxd5 Pxd5; 7. d4 c5; 8. el Pf6; 9. e5 Pfd7; 10. Pg5! cxd4; 11. e6! Pe5; 12. exf7t Pxf7 (beter Kh8); 13. Db3 e6. Er dreigde zeer sterk Ld5, zodat Bouw meester besluit de kwaliteit te offeren. De commentator in Schach-Echo, op wiens opmerkingen wij onze opmerkin gen in deze en de vorige partij hebben gebaseerd, is van oordeel, dat dit kwa liteitsoffer niet nodig was. Zijns inziens zou 13Db6! voldoende geweest zijn om de stellingen in evenwicht te houden. Op 14. Ld5 zou dan Dxb3 gevolgd zijn en eerst daarna e7e6. 14. Lxb7 Lxb7; 15. Dxb7 Pxg5; 16. Lxg5 Dxg5; 17. Dxa8 Db5. Op het eerste gezicht schijnt zwart er. niet zo slecht aan toe te zijn. in het bij zonder wegens zijn sterke pion op dl. Donner toont echter overtuigend aan dat deze opvatting onjuist is. 18. Pa3! Dxb2; 19. Dxa7 PcG; 20. Dd7 Pe5; 21. Dxe61 Kh8; 22. Pc4! Pf3t; 23. Khl Dc2; 24. Pd6 Pg5; 25. Dc4 Dc3; 26. DxcS dxc3; 27. f4 Pe6; 28. a4! Pc5; 29. Tla2 Pd3; 30. a5 Ld4; 31. Pb5 Lf6; 32. aG Tfa8; 33. *7 Pb4; 34. Pc7! Pxa2: 35. Pxa8 en zwart gaf het od. Speelt hij 35 Ld4, dan volgt 36. Pb6. De oplossingen Hieronder volgen de oplossingen der beide opgaven, gepubliceerd in onze ru briek van 19 Juni jl. Partijstelling LöchnerKiircher: 1. Txh7t Kxh7; 2.Thlt Lh6: 3. Txh6t Kxh6; 4. Df4i g5; 5. Dh2t Kg6; 6. Dh5t Kf6; 7. Df7 mat. Jammer, dat op d4 een zwar te pion staat. Als U deze van het bord verwijdert kunnen we nog even verder spelen en wel aldus: 7Ke5; 8. Df5t Kd6; 9 PxböT Ke7; 10. Df7 mat. Partijstelling N.N.—Najdorf: 1 Pxg2:! 2. Kxg5 Pc5 3. Dc2 Lh3t 4. Kxh3 Dxl3t 5. Kh4 g5t 6. Kxg5 Kh8! en mat is niet te vermijden, bijv. 7. Tgl Tg8t 8. Kh4 Df4t en 9Dxh2 of Dh6 mat. Verwisseling van de zetten 1 en 2 zou zwart duur te staan zijn gekomen: 1. Pc5? 2. Db4! Pxg2? 3. Pc5 Dxf3 4. Td3! met verovering van het paard (4Dg4 5. Tg3). Onze opgaven Wij hadden het plan opgevat het „hoofdartikel" uit deze rubriek aan Toreneindspelen te wijden. Doch terwille van de actualiteit hbeben wij ons liever met München beziggehouden. Aan deze samenloop van omstandigheden is het toe te schrijven, dat wij ons in de op gaven rubriek ditmaal uitsluitend met toreneindspelen bezighouden, waarbij wij ons beperken tot die eindspelen, waarin beide partijen, naast koning en 1 toren nog slechts over pionnen be schikken. Vooraf enkele geknopte opmerkingen. Wij weten dat men eindspelen niet moet classificeren naar het materiaal, doch naar het idee dat aan de oplossing ton grondslag ligt. Laatstbedoelde clas sificaties zijn echter uiterst zeldzaam. Slechts de oud-president van de FIDE mr. Rueb, heeft, voorzover wij weten, een classificatie gepubliceerd, waarin deze gigantische taak niet alleen onder nomen^ doch ook tot een goed eind is gebracht. Desniettemin is het rang schikken van eindspelen naar het soort en de hoeveelheid van het materiaal een niet volstrekt nutteloze bezigheid. Een van de grote voordelen is, dat men het aldus gerangschikte materiaal in één oogopslag kan terugvinden. Ook in het beroemde boek van Lommer en Suther land „1234 modern end-game studies" is de classificatie naar de soort en de hoeveelheid van het zich op het bord bevindende materiaal toegepast. Voorts treft men bij tijd en wijle in diverse bui tenlandse tijdschriften een hoeveelheid eindspelstudies aan. welke volgens de materiaal-classificatie zijn bijeen ge bracht. Maar treft men hier en daar (slechts al te zelden) enige studies aan, welker overeenkomst in de idee der oplossing gelegen is, wees er dan zeker van dat U met een echte kenner van deze materie te maken hebt. Het vorenstaande schreven wij slechts neer om U de illusie te ontnemen, dat de studies, welke wij U in deze rubriek voorzetten,, wel zo ongeveer een gelijk soortig oplossingsverloop zullen hebben, louter en alleen mdat het materiaal van stelling tot stelling maar weinig verschilt. U zult dus, stuk voor stuk, moeten ploeteren om de oplossing te vinden. De meeste stellingen zien er echter zo „natuurijk" uit, dat U zich de moeite vermoedelijk gaarne zult ge troosten, in de overtuiging, dat een soortgelijke stelling U morgen reeds in de praktijk voor de ogen kan komen. 1. van: Rossolimo. - 4 r - O' w'//' u m m ha 1 A zet: wint. Rinck. 1f m i Hf! I M r A m AA' p_'. A i w i I Onderstaande woorden zó in het dia gram plaatsen, dat een goed sluitend kruiswoordraadsel wordt verkregen. 2 Letters: As, ct, da, Dr, el, Ir, ka, la, ma. om. pa, ra. te, t.t., Zr, ut. 3 Letters: Air, dot. kas. lee, mud, ons, per, pil, pit, pot, pul. pup, sek, sol, uil, 4 Letters: Durf, egel, kina, klok, poes, ruim, trap, truc, tube, veer. 5 Letters: Fruit, groot, karaf, kroes, ruïne salet. 7 Letters: Bezeten, uitgang. Inzendingen per briefkaart uiterlijk Donderdagmorgen a s. aan het bureau van dit blad. In de linkerbovenhoek aan de adreszijde vermelden: „Puzzle-oplos- sing". Er zijn drie prijzen: 1. f 5; 2. f 2.50 en 3. f 2.50. Oplossing kettingraadsel van 26 Juni amok, kroon, natie, eloge, edel, lollig, geweldig, geste, engel, lui, ivoor, raam, melange, era. agent, troon, nopen, noord. Hoog van gemoed, leeg van goed. aiimiiiiiimniiiiiiiHuiiiiiniiiiiiiumniinuiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiv 4. Van: Selesniev. Wit: Kh4. Thl, pion h5. Zwart: Ke5, Tf5. Wit aan zet: wint. 5. Van: Weenink. Wit: Khl, Ta7, pion d6. Zwart: Kbl, Tg5. Wit aan zet: wint. 6. Van: Duras. Wit: Kb8, Tel, pionen b6 en b7. Zwart: Kd7, Ta2 De voorraad diagrammen was niet toereikend om alle studies uit te beel den. Doch met zó weinig materiaal op. het bord zult U de stellingen 46 wel even willen opzetten! Correspondentie en oplossingen aan de heer II. J. J. Slavekoorde, Goudreinetstraat 125, Den Haag. (Vervolg van pag 5) mengsel, nodig voor regenvorming, be vatte! Koolzuuisneeuw is zelfs niet nodig/ DE volgende belangrijke ontdekking was. dat de temperatuur van het in de wolk geworpen materiaal niet zo belangrijk was. De kristalvorm gaf de doorslag Er werden proeven genomen met verschillende stoffen, die dezelfde kristalstructuur hebben als ijs. Hiervan was, zoals Langmuir vaststelde, zilver jodide de meest actieve. Deze stof heeft bovendien nog ver schillende andere voordelen. Het is een zeer eenvoudige verbinding, waarvan dc productiekosten geen enkel bezwaar vormen. Bovendien kan het in een zo ultra-microscopisch fijne vorm geprodu ceerd worden, dat het de eigenschap pen van een gas verkrijgt. Het kan dan op uiterst eenvoudige wijze van uit vliegtuigen en zelfs ook vanuit ge neratoren op de grond, in de wolken gebracht worden. Nog vele moeilijkheden. DENKT U niet, dat nu niets meer het produceren van regen naar wil lekeur in de weg staat! Er bicken nog talloze complicaties op te treden. In ieder geval echter achtten de autori teiten in Amerika de tijd rijp voor het voortzetten van de proeven op een echt Amerikaanse schaal. De luchtmacht stel de vele vliegtuigen ter beschikking, zo wel voor het ..insemlneren" van de wol ken. alsook om het resultaat van de proeven van alle kanten waar te ne men en te fotograferen. Zowel op de grond als in vliegtuigen werden radar- apparaten opgesteld, die het ontstaan van regen zelfs binnen in een wolken massa konden vaststellen. Verrassende gevolgen! DAT het insemineren van de wolken positieve resultaten had bleek zonne klaar. Het verrassende was echter, dat die resultaten niet altijd uit het optre den van neerslag bestonden. Uit sommige wolken begon het in derdaad binnen het half uur te rege nen, andere wolken echter losten, na de inseminatie als sneeuw voor de zon- op. terwijl een derde groep alleen maar groeide, maar geen neerslag opleverde. Behalve het type bewolking, waarop de proef werd genomen, was vooral de hoeveelheid zilverjodide of koolzuur- sneeuw die er in werd geworpen van groot belang. Voor maximale neerslag- vorming is een zekere verhouding tus sen de hoeveelheden waterdruppels en ijskristallen nodig. Brengt men te wei nig kernen in de wolk, dan is de hoe veelheid ijs niet voldoende en gebleken is dat de wolk zich dan alleen verder ontwikkelt. Bij een overmaat van ker nen verdwijnt alle vloeibare water in zeer korte tijd, zonder dat de ijskris tallen voldoende kunnen groeien. Een dergelijke wolk. geheel uit kristallen opgebouwd levert geen regen en lost snel op. Voordat men een bepaald gewenst resultaat met zekerheid zal kunnen ver krijgen, zal het dus nodig zijn eerst nog veel meer kennis omfrent het ka rakter van de verschillende wolkenty pen te vergaren. Dat is echter alleen een kwestie van tijd. Nu staat al vast, dat de beste resultaten bereikt worden met wolken van het Cumulus-type. Dit zijn de typische stapelwolken, waaruit buien komen, maar die ook tot onweer, hagel, wolkbreuk en zelfs tornado's aanleiding kunnen geven. T oepassingsmogelijkbeden. ZELFS indien de beïnvloeding van het weer in de toekomst beperkt zou moeten blijven tot de Cumulus wolken (wat overigens niet waarschijn lijk is), dan zouden er toch al uiterst belangrijke toepassingen mogelijk zijn. Niet alleen kan men regen verwek ken uit cumuli, die anders zonder neer slag zouden overtrekken, maar ook zou dc schade, veroorzaakt door hagel en bliksem sterk beperkt kunnen worden, door de betreffende wolken in het eer ste stadium van hun vorming, zodra de toppen het vriesniveau bereiken, zo danig te insenameren, dat ze oplossen of althans in hun ontwikkeling worden geremd. Op dezelfde wijze zal het ook moge lijk zijn zware windstoten uit buien en tornado's in de kiem te smoren. Van groot belang voor de luchtvaart is het vooral, dat het binnen de tech nische mogelijkheden komt om onder koelde wolken, die tengevolge van ijs- vorming. een dodelijk gevaar voor vliegtuigen vormen, in korte tijd geheel in ijs te doen veranderen, waardoor het gevaar is opgeheven. Met de beïnvloeding van de wolken is de eerste stap gezet op de weg naar weer-contróle. Grote economische be langen staan daarbij op het spel. Er wordt al gesproken over het bewoon baar maken van woestijnen en het ver drijven van mist en wolken uit noor delijke streken. Maar ook over het uit drogen van vijandelijk gebied... We kunnen slechts hopen, dat van het temmen van de atmosfeer een verstan dig gebruik zal worden gemaakt. ZONDAGSBLAD 3 JULI 1954 3 ^Cunót uit ket land uan ^TJlickelangelo leejt nog JTALIÈ is van oudsher het land van schilders en beeldhouwers geweest. Iedereen die zich vroeger in de beeldende kunst wilde bekwamen, trok naar dat Europese schiereiland, waar op kunstgebied de groten der aarde woonden en werkten, waar een ongekende rijkdom was aan schilderijen, bouwwerken en beeld houwwerken. En nog steeds is het die grote traditie van Italië, die dit land ook nu nog tot een Mekka maakt voor alle kunstminnen den. In het licht van de Italiaanse zon de grote monumenten van de beeldende kunst te kunnen zien, is het verlangen van elke kun stenaar in een ander land. Het gaat dan echter veelal om de tra ditie van Italië, om de kunstschatten die jaren, ja. eeuwen geleden gemaakt wer den en waarvan we afbeeldingen vinden in elk kunstgeschiedenisboek. Het gaat om de werken van hen, die eens de naam van Italië hebben groot gemaakt. Tintoretto, Tiziaan, Veronese, Raphaël, Donatello, Michelangelo, Philippo Lippi. Bptticelli, Del Sarto, Chlrlandaio om maar enkele namen te noemen zij waren en zijn nog de kunstmagneten van Italië, zij waren en zijn nog de idolen der kunstlievenden en kunstschep penden. Het ..Avondmaal" van Leonar do da Vinei in Milaan, de fresco's van Mantegna in de Lorenzokerk te Vicen- za, „Venus' geboorte" van Botticelli in Florence, het bronzen ruiterbeeld van Donatello in Padua, de „Piéta" van Michelangelo in Rome, deze en nog veel meer kunstwerken vormen de gistende substantie, die het bloed van de kun- buiten Italië sneller doet stro- Grote kardinaal van Manrü. MAAR wat is de kunst van Italië in deze eeuw? Is de magnetische kracht van de tegenwoordige Italiaanse kunste naars ook zo groot als die van hun voorgangers? En wat deze kracht eigen lijk bepaalt: Is hun waarde ook zo groot? Een definitief antwoord hierop zal eerst later gegeven kunnen worden. Thans kunnen we slechts tot constateringen komen, die wellicht over 50 of 100 jaar worden achterhaald en omvergeworpen. Maar die nu voor ons toch wel waarde hebben, zelfs in hun tijdgebondenheid. En de eerste constatering is dan. dat de rijke traditie van Italië nog lang niet is uitgestorven ondanks revoluties, bur geroorlogen. dictatoriale overheersingen en „kunstzinnige" degeneraties. De beeldende kunst ln Italië leeft nog Schreven we onlangs m deze kolom men over de Italiaanse schilder Gior gio Morandi. dc dichter met de stille vens van flesjes en potjes, thans vra gen zeven beeldhouwers de aandacht en ook de bewondering, de één meer dan de ander. In het prachtige park achter het Museum Boymans te Rotterdam en in de zalen van de Rotterdamsche Kunstkring welke actieve instel ling deze tentoonstelling wist te or ganiseren tonen zij hun grote en kleine beelden en hun schetsen. Het is deze tentoonstelling, die ons over tuigde van het voortbestaan der tra ditie. van het blijven schijnen van de Italiaanse zon aan de blauwe hemel der kunst. Bij die zeven beeldhouwers, die op één na allen de band met de traditie vasthielden en niet in een wilde ver nieuwingszucht de aloude vormen der kunst op zij gooiden om een ongebol- sterde vrijheid te kunnen propageren, 3teckt voor ons gevoel de in 1908 te Bergamo geboren Giacomo Manzü met kop en schouders boven de anderen uit. Hij is de beeldhouwer pur sang, de man wiens kunst een schier religieuze le vensvreugde kent en doet denken aan de grootste scheppingen uit de Renais sance, maar dan in de taal van deze tijd. HET werk van Manzü is in al z'n een voud en zuiverhied zo groots van allure, zo vol intense spanning en le venskracht, dat men steeds weer over tuigd wordt van het organisch leven zij ner beelden. Zo'n bronzen danseres b.v. als no. 65 is door de soepelheid der lij nen, door de innerlijke beweging, door de schoonheid der pfoporties en de puur heid van expressie wellicht het schoon ste beeld van de gehele tentoonstelling. Ook het kleine danseresje no. 73 is van een sierlijkheid en een nergens aan de materie herinnerende lichtheid, die ont roeren. De staande „Kardinaal" (no. 72) getuigt van een grote vakbeheersing (prachtige plooien in het kleed), het „spelend meisje" (no. 67) is van een verrukkelijke beweeglijkheid en de gro te liggende vrouw (no. 68) heeft in de rust toch een dynamische spanning. Naast zijn geniale tekeningen noemen we nog dat wonderlijke rijke beeld van een op een klein stoeltje zittend meisje, een beeld dat juist door z'n eenvoud en eerlijkheid overrompelt. EEN andere belangrijke figuur is Lo renzo Pepe, geboren irt 1916 te Barl. Zijn dertien bronzen zijn stuk voor stuk bijzonder suggestief. Zijn werk is niet denkbaar zonder de voor ieder zichtba re vormen van de natuur, maar die uiterlijke vormen zijn voor hem niet belangrijk, doch de artistieke noodzake lijkheid, het innerlijke beeld. Een „Moe der" b.v. van Pepe is niet een heel mooie vrouw met een lieve oogopslag, ook niet een oude vrouw met diepe rim pels boven de ogen. maar die klomp brons geeft de suggestie van een zor gende en breiende vrouw, het is van binnen-uit een moeder. En dat is voor de kunst natuurlijk belangrijk, dat In nerlijke beeld is zelfs een eerste ver eiste voor de kunst. Pepe karakteriseert steeds uitzonderlijk zuiver, ook b.v. in zijn jongenskop „Giorgio" (no. 130) en zijn „Ada Norna" (no. 126). In tekenin gen en aquarellen is Pepe de verfijn de artist, bij wie elke lijn noodzakelijk DE 43-jarige Luciano Minguzzi. die in 1950 de eerste prijs voor beeldhouw werk kreeg op de Biennale in Venetië, zoekt het weer in geheel andere rich ting. Hij verbindt heden en verleden met elkaar en zoekt het eigenlijk meer in het dramatische of tragische. Er is iets fels in zijn werken, wellicht geboren uit de felheid van deze tijd. Zijn dieren b.v. zijn daardoor alleen maar gezien in hun drama, niet in hun natuurlijke schoon heid. Een haan, een kat. een uil en een hond in het riet van Minguzzi zijn zeer suggestief in de dramatische verbeel ding. maar het drama is niet altijd overtuigend Bij de „Trapeze-acrobate" (no. 100) missen we de juist voor deze figuur zo noodzakelijke soepelheid, zo als we die wel zien bij zijn kleinere acrobaten in de zalen van de Kunst- DE in Parijs wonende Berto Lardera (geb. 1911 in La Spezia) is de ab stracte kunstenaar van deze expositie. Hij werkt met horizontale en verticale vlakken, strak in de contour. Als een spel van vlakken doen deze werken het M ARCELLO Mascherini, die in 1906 te Udine werd geboren en al op heel internationale tentoonstellingen heeft geëxposeerd, is de kunstenaar met de sierlijke arabesken. De vervorming van de natuurlijke verhoudingen is bij hem niet een pose, maar een noodzake lijkheid teneinde daardoor tot een grote re uitdrukking te komen en de sierlijk heid van de bewegingen te beklemtonen. Heel sterk blijkt dit uit zijn „Zingende man" en zijn „Narcissus", twee onge looflijk mooie bronzen beeldjes. En met welk een schier klassieke zuiverheid heeft hij zijn „Danseres" gemaakt, ge- styleerd maar toch vol beweging en charme in de opgeheven armen. Ten slotte is er nog Emilio Greco (geb. in 1913 te Catania), bij wie de oude klassieke Romeinse schoonheid nog levend is. Soms is er zelfs een bepaal de romantiek te constateren, zoals bij de vrouwenkop „Fiorella" (no. 23). De tekening van zijn koppen is fijnzinnig en gevoelig, de grotere beelden als de „Zittende figuur" (no. 20) en het „Naakt" (no. 21) zijn in hun geheel niet zo erg overtuigend. De rankheid en be weeglijkheid van een Mascherini heeft Greco niet weten te bereiken. Zijn kracht ligt in de kóp-karakteristiek. Het is verheugend, dat we in ons land thans enig tdee kunnen krijgen van de beeldhouwkunst in Italië. Deze gelegenheid, die blijft tot 26 September, mag U zich niet laten ontgaan En wellicht is het mogelijk een enkel stuk voor ons land te be waren, by voorkeur een werk van Manzü. CORN. BASOSKI. Gevoelsleven van liet kind Ook baby en kleuter hebben twee facetten van mens-zijn (Van i medische medewerker) wel in de ruimte, doch hoe kunstig Lar dera ook de verdeling heeft gevonden en het rhythme en het evenwicht, de waarde als kunstwerken kunnen we nog niet bepalen. Wellicht zouden de wer ken winnen indien de kleur van het ijzer wat anders was. Veel liever is ons het werk van Bruno Calvani (geb. 1904), die in verschillen de koppen en mas kers een zeldzame fijnheid en leven digheid wist te be reiken. Zijn kunSt is eigenlijk hele maal geworteld in die oude Italiaanse traditie; het zijn klassieke koppen geworden, vol rust en met een nobele expressie. Calvani is de aristocraat onder de kunste naars, die met groot vakmanschap maar bovenal met een sterk ontwik keld gevoel het materiaal vormt naar zijn wil. IN enkele voorgaande artikelen heb ik U verschillende adviezen ge geven inzake de lichamelijke verzor ging van babies. U moet zich echter niet voorstel len, dat een kind, hoe klein het ook moge zijn, alleen maar een levend wezen is, dat zich slechts lichamelijk ontwikkelt en pas na verloop van tijd min of meer nota van de omgeving gaat nemen. U moet goed voor ogen houden, dat een nieuwe wereldburger vanaf de geboorte zowel een lichamelijke als geestelijke ontwikkeling doormaakt, waarbij het natuurlijk erg belangrijk is om de huid goed te verzorgen, de juiste voeding toe te dienen en het kind volgens de algemeen geaccep teerde normen van gewicht en lengte te laten gedijen maar minstens zo belangrijk is de zogenaamde affec tieve ontwikkeling van het kind, dat wil zeggen de ontwikkeling van het gevoelsleven. U kent het beeld van de moeder, die zo juist haar baby aan de borst heeft gevoed en dan haar kleine nog een poosje koestert op haar schoot en een minzaam gesprek met haar telg voert. Sommige moeders vinden dit erg overdreven. Ze generen zich min of meer voor deze uitingen van liefde en aanhankelijkheid ten opzichte van een kind, dat naar haar mening t^ch nog niets begrijpt. Deze instelling is volkomen fout. Al verstaat het kind niet wat men z?gt, al begrijpt het nog veel minder de woorden die gesproken worden, het voelt terdege de liefdevolle aanhanke lijkheid en zorgzame toewijding van de moeder. De ontwikkeling, die de mens in zijn prilste jeugd doormaakt, voor zover het zijn gevoelsleven betreft, is ven groot belang voor de wijze waarop de volwassene zich in bepaalde situaties gedraagt. Al lang heeft men de ervaring op- Giacomo Manzü. gedaan, dat zuigelingen, die in «?en inrichting groot gebracht worden, minder goed gedijen, al zorgen di verse zusters nog zo goed voor hen, dan kinderen die thuis door de moe ders verzorgd worden. Er dienen vanaf de geboorte zeer nauwe banden gelegd te worden lus sen het gevoelsleven van de moeder en van het kind, om de baby niet al leen lichamelijk, maar ook geestelijk tot harmonische ontwikkeling te brengert. Het a-sociale gedrag van hen, die in de kinderjaren als moeilijk opvoed baar golden, kan in verschillende ge vallen teruggebracht worden tot een gebrek aan ontwikkeling van het ge voelsleven in de prille jeugd. Voor kleuters is het belangrijk, dat zij niet al te lang van de moeder gescheiden zijn. De reis- en gemak zucht van het ouderpaar mag er niet toe leiden, dat zich bij zeer kleine kinderen, die zij overigens uitstekend verzorgd achterlaten, een zeker heim wee ontwikkelt naar de moeder. Bij de terugkeer kan de moeder dan de pijnlijke ervaring opdoen, dat de aanhankelijkheid van de kleuter zich omgezet heeft in een zekere vijandige gezindheid Dit betekent voor de kleine een stoornis in het gevoelsleven, die van groot belang geacht moet worden. Verschillende onaangename situaties die zich in het latere leven voordoen, kunnen teruggebracht worden tot een dergelijke periode Ik ga expres op deze dingen wat uit voeriger in, omdat zij geen gemeen goed geworden zijn van vele lezers en lezeressen. Als men in het rijke bezit van kinderen gesteld wordt, brengt dit met zich mede een grote verantwoordelijkheid en een dure plicht, waaraan men eigen geneug ten zonodig moet opofferen. Het is beslist niet voldoende dat de baby er mollig, gebruind, gaaf en glanzend uitziet, zodat men op dwaze tentoonstellingen, die men hier en daar in het buitenland organiseert, een eerste prijs zou kunnen verwerven. Ook de pasgeborene en de kleuter hebben twee facetten van het mens zijn, die zich openbaren in het licha melijke en in het geestelijke. Ver waarlozing van een van beiden kan voor het latere leven onherstelbare schade met zich brengen. Wij streven naar een gezonde li chamelijke ontwikkeling, maar niet minder naar een gezonde ontwikke ling van het zieleleven. Wij hopen toch van onze kinderen, dat zij niet alleen lichamelijk gezond en krach tig door het leven gaan, maar zich ook zullen voegen naar de normen, die in de maatschappij gesteld wor den, dat zij de gezagsverhoudingen zullen respecteren, dat zij liefde zul len bewijzen aan hun naaste en dat zij, toegerust met lichamelijke en geestelijke hoedanigheden, God zul len dienen van ganser harte, van gan ser ziele en met alle krachten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 9