op bestelling
4
ZONDAGSBLAD 3 JULI 1954
ONZE LUCHTMACHT IN DE PAC1F1C-OORLOG (VIII)
IJzeren vogels van Ratoe WiHielmina
verwoestten vliegbasis Timor Diilie
Slechls inheemse kampong bleef ongedeerd
Door KAREL C. SNIJTSHEUVEL
WAN het 18 N.E.I. Mitchell-squadron
ging in de beginperiode van de
Pacific-oorlog meer dan de helft ver
loren. Een verlies, dat zwaar te dra
gen was, temeer aangezien de vlieg-
school in Amerika de eerste acht
maanden van 1943 nog niet in staat
was de geleden personeelsverliezen
aan te vullen.
De zware verliezen waren voorna
melijk te wijten aan het feit, dat de
Japanse luchtmacht in de eerste twee
jaren van de oorlog nog de beschik
king had over ervaren piloten, die een
achtjarige strijd tegen China achter de
rug hadden. Bovendien had de vijand
het luchtoverwicht. Om deze laatste
factor te elimineren was het zaak, dat
de Japanse vliegbases voortdurend en
factisc/i juist werden gebombardeerd.
Dit geschiedde op onregelmatige tij
den.
Tientallen raids werden door het
18e Squadron verricht. Eén daarvan
was de legendarisch geworden ver
woesting van het vliegveld te Timor-
Dillie, het beruchte nest van Japanse
Zero's en Nakajima's, en voor lange
tijd de basis van Crazy Billic.
EEN hoogtropische nacht...
Tien Mitchells van het 18e Squa
dron, onder leiding van de toenma
lige luitenant-kolonel Fiedeldij, boor
den zich brommend een luchtweg
door het nachtelijk duister. Crazy Bil-
lie hadden zij verslagen, maar het
Zero-gevaar bleef. Om de eigen ver
liezen te verminderen werden nachte-
lijke bombardementen uitgevoerd.
De eerste wns gericht tegen Timor
Dillie...
Vóór het verband van drie maal
drie Mitchells uit, vloog een enkele
Nederlandse bommenwerper: de
.pathfinder". Instcde van bommen
voerde hij parachuteflaYes met zich
mee. Hoog naderend, zette de bestuur
der dicht vóór het vliegveld Dillie zijn
motoren op „malenti" en planeerde
naar zijn doel toe op aanwijzingen van
de bommenrichter, die door zijn
nachtkijker als een kat naar zijn
prooi door het zwarte duister heen
Dan vielen de flares, openden zich
de parachutes en werd het doel door
het magnesiumlicht hel beschenen.
De Japanse luchtdoelartillerie kwam
dan prompt daarop in actie. Deze
schoot echter niet op de wegdraaien
de Mitchell, doch op de langzaam
dalende parachutflares. De granaten
en lichtspoorkogels vormden een
angstaanjagende vuurfontein, frene
tiek afgevuurd uit de vuurspuwende
luchtdoelkanonnen en mitrailleurs.
Hiermede verrieden de Japanners
echter de juiste opstellingen der ka
nonnen; de mondingsvlammen staken
fcl-rood af tegen het zwart der aarde.
En daar klonk het commando tot
de aanval van de overste Fiedeldij.
De negen Mitchells braken het ver
band af, losten zich op in drie vluch-
Schrikwekkend werd de fontein van
het lichtspoor der Japapse luchtdoel
artillerie. Doch onverschrokken zetten
de bommenwerpers hun aanval in. De
verblindende stralen der zoeklichten
sneden zich door de donkere lucht om
de bommenwerpers in hun bundel te
vangen teneinde de Zero's, die mid
delerwijl opgestegen waren, in staat
te stellen de Mitchells onder schot te
nemen.
Te laat... Reeds suisden de bommen
omlaag. Alsof daaronder een vulkaan
uitbarstte, explodeerden de bommen
en troffen fenomenaal doel.
Direct na het loslaten veranderde
elke groep voortdurend van koers en
hoogte om de trefkans voor de Japse
luchtdoelartillerie te verkleinen. Ra
kelings schoten de lichtspoorprojcctie-
len langs de commandovliegtuigen.
Hoewel velen nog treffers incasseer
den, waren deze op niet-vitale delen
terechtgekomen en konden dc Mit
chells de thuisbasis weer bereiken...
DAT was een nachtbombardement.
De slagaanvallen overdag waren
gevaarlijker.
Op een dag trokken een viertal
Mitchells uit, wederom met het doel
Dillie te bombarderen om de nog niet
geheel beschadigde objecten te tref
fen...
De vliegers tuurden vooruit: in de
wazige verte ontwaarden zij tussen
het kruivend groen van bamboebossen
en oerwouden een lichtgroen veld,
waar lijnrechte airstrips als lintjes
over heen liepen.
Dc commandant gaf het bevel tot
dc aanval. De vuurleider maande de
luchtschutters aan tot terdege uitkij
ken naar eventueel onderscheppende
jagers en de waarnemers naar de op
stellingen der ack-acks. De vlucht-
commandanten zagen de op het vlieg
veld verspreid liggende witte stipjes:
Zero's en Nakajima's. De gasmanet-
tes werden ver opengezet, de vlieg-
snclheid ten top gevoerd. Het vuur
werd geopend de bommen suisden
weer omlaag
De Japnners lieten zich echter niet
onbetuigd. Even plotseling als angst
aanjagend begon het te weerlichten,
oranje ballen vlogen vliegensvlug
omhoog en achtervolgden de Mitchells
hardnekkig: fosforische luchtdoel kar
tetsen...
De granaten ontploften rondom de
Mitchells met een onheilspellend bak-
bak... bak-bak-bakl De Japanners wa
ren gevreesd voor hun ack-ack. Ook
dit keer troffen zij doel: een der
Mitchells werd een groot gat in
de romp geschoten. De vuurballen
vermenigvuldigden zich; fosforische
lichtstrepen doorsneden de lucht...
Maar de Mitchells tartten het ge
vaar en vlogen door. En de bom-
menrichters drukten op de afwerp-
knoppen. In tegengestelde richting der
ack-ack-granaten vie
len de bommen naar
hun doel, zuiver gericht.
Even later flakkerden
rode tongen uit de aar
de op, zand en gruis
stoven ritselend over
de tropische grond, dik-
«e rookkolommen maak
ten zich van de aarde
los. Het bombardement
was begonnen en vond
zonder tussenpoos zijn
voortgang. Alles werd
schematisch afgewerkt:
vliegtuigen, benzine
pompen, gebouwen, bat
terij-stellingen.
..Nakajimajager stijgt
op van Oostzijde vlieg
veld". Nog amper werd
die dringende waar
schuwing van een der
vuurleiders van de Mit
chells gehoord.
De ogen der boordschutters loerden
op de aangeduide plek. Snel bewoog
zich een witte pijl over de startbaan.
De Nakajima begon te stijgen en
schoot met toe^mende vaart de lucht
i het
bombardement in een grote V-
formatle verzamelden, steeg de Zero,
steil en zelfverzekerd, nam positie:
echt Japans.
Dan viel hij een der Mitchells aan,
steil duikend als een arend op zijn
prooi. Het luchtgevecht begon. De Ja
panse jachtvlieger en de luchtschut-
ters toonden in hoge mate vuurdisci-
pline te bezitten.
Eerst toen de Nakajima en de Mit
chell elkaar op trefafstand genaderd
waren, bevuurden beide toestellen el
kander genadeloos. De Japanner was
in het nadeel, want de Michel! scheer
de over de bomen, zodat hij tijdig
moest optrekken om opnieuw positie
te nemen.
Thans viel hij van achteren aan.
De staartschutter van de B-25 stond
nu oog in oog met de aanvaller...
„Jij of ik", flitste het door zijn hoofd.
De mitrailleurs gaven gelijktijdig
vuur... Brrrt radadab radabab!
Projectielen boorden zich angstaanja
gend in de koepel van de boordschut
ter... Hij beet zich moedig od de lip
pen, vuurde en vuurde...
En plotseling begon dc Nakajima
naar rechts te hellen, juist als hij de
Mitchell op nog geen vijftig meter
afstands had benaderd. De luchtschut-
ter kende geen genade en bleef vu
ren... De Japanner zakte doelloos la
ger en lager, nu onderste boven: de
vlieger was dodelijk getroffen... Het
toestel zakte stuurloos en in ijzing
wekkende vaart. Het crashte met oor
verdovend geraas tegen een haag co-
Het Japanse toestel zakte stuunoos en in
ijzingwekkende vaart. Met oorverdovend geraas
stortte het op een haag cocospalmen.
Met grote nauwkeurigheid wierpen i
cospalmen. Twee bomen bezweken en
bruisten omver.
Dikke rookwalmen stegen uit het
vliegveld. De bommen hadden weer
doel getroffen... De tijden zijn ver
anderd...
De formatie Mitchells loste zich op
nieuw op en de slagaanvallen der
twee vluchten werden voortgezet...
De Japanse piloten kregen geen
kans om op te stijgen en ergerden
zich wild. Maar wacht, zij mochten
verrast zijn, maar die vervloekte vlie
gende Hollanders schenen niet in de
gaten te hebben, dat aan de Westzij
de van het vliegveld nog een dozijn
Zero's, goed gecamoufleerd, buiten
schot waren gebleven.
De Japse jachtcommandant gaf or
ders: „Wanneer die krankzinnige Hol
landers over het vliegveld zijn gevlo
gen, nemen we een sprint naar de
Zero's, stijgen op en dan... eeeksau
mina-mina orranda-bakka soé-to-
na (dan zullen we die Hollanders even
een Japanse les geven).
En als twee Mitchells al donderend
en mittrailllerend weer achter de
rookzuilen verdwenen waren renden
de Japanse vliegers naar hun jacht
vliegtuigen.
TOEN weer een vlucht Mitchells
overvloog, dachten ze niet an
ders, of ze zouden wel niet worden
opgemerkt.
Maar de vliegers en waarnemers
hadden ogen als van een bido-djali
(Zuidaziatische arend) en zagen hoe
de Japse vliegers de bush inrenden.
Tegelijk drukten zij op de gun-button.
Het ontging niet aan de twee andere
Mitchells, die eveneens naar doelen
zochten; deze zwenkten en voerden
eveneens een slagaanval uit op de ge
camoufleerde opstelling der Zero's...
Fijn, dachten toen ook de richters,
dus toch nog wat om er de laatste
bommen op uit te gooien...
De reuzenvogels bulderden nader,
zochten richting; als grote eieren kla
terden de bommen omlaag. Dreunen
de smakken. Aluminiumsplinters vlo
gen uit de bush omhoog en dra
schoten er de vlammen uit... De lucht
schutters spraken een hartig woordje
mee.
Niets mocht heel blijven...
TEN Zuiden van het vliegveld lag
een Indonesische kampong, ge
vaarlijk dicht bij de nu in lichte laaie
staande vliegtuigopstellingen. Doch
het lag in de strikte orders der Ne
derlandse vluchtcommandanten om
zo veel mogelijk kampongs te spa
ren. Maar dat konden de ingezetenen
niet weten. Ze dromden samen in de
bush of onder de paalwoningen, be
vend van angst. De kinderen schrei
den en drukten zich tegen de moeder
aan... Telkens als een Mitchell over
hen heen ronkte, klopten de hartjes
onstuimiger, de klamme handjes om
strengelden de sarongs der moeders...
Totdat het dorpshoofd zijn stoute
schoenen aantrok en besloot om de
dorpsgenoten te kalmeren. „Vreest
niets! riep hij uit, „het zijn de ijze
ren vogels van Ratoe Wilhelmina, ze
komen dc Japanse tyrannen straf
fen. Ons doen ze geen kwaad... zegt
het voort
Het ging als een lopend vuurtje door
ie angstige menigte. De kinderen wer
den aanmerkelijk kalmer. De volwas
senen begonnen schik te krijgen in de
ongenadige aanvallen der Nederland
se bommenwerpers. Als de Mitchells
weer aanronkten werden zij door
dankbare blikken gevolgd.
En zie, inderdaad, de boordmitrait
ZONDAGSBLAD 3 JULI 1954
5
Oud probleem, waarbij grote economische belangen
op 't spel staan
SEDERT de vroegste dagen van zijn
ontwikkelingsgang, heeft de mens
er zich maar moeilijk bij kunnen neer
leggen. dat hij aan de grillen van het
weer hulpeloos was overgeleverd. Op
de meest uiteenlopende manieren heeft
hij getracht zich aan die heerschappij
te ontworstelen. Hij hulde zich in kle
ren, hij verwarmde en verlichtte zijn
huis, hij legde irrigatiewerken aan om
de wisselvalligheid van de watertoevoer
te beteugelen. Daarnaast probeerde hij
echter ook, het weer daadwerkelijk te
beinvloeden. In voorhistorische tijden en
thans nog bij primitieve volkeren, was
dit het werk van magiërs en medicijn
mannen. Of hun toverformules en be
zweringen veel resultaat opleverden,
Bewolking en regen
het eerst.
IN de laatste vijftig jaar zijn het in
zicht in de structuur van de on
derste lagen van de dampkring en het
begrip van de processen die zich daar
in afspelen sprongsgewijze vooruitge
gaan. Het onderzoek van bekende me
teorologen als Bergeron en Findeisen
maakte het duidelijk, dat het speciaal
de wolken waren, die het gemakkelijkst
te beïnvloeden zouden zijn. Dit ligt ook
al enigszins voor de hand, omdat het,
in vergelijking tot dc afmetingen van
de atmosfeer als geheel, verschijnselen
zijn van betrekkelijk kleine omvang.
Het inzicht in de wijze waarop de wol
ken ontstaan en in de omstandigheden,
die tot het al of niet optreden van
neerslag uit die wolken leiden, wees
de weg voor de methoden die toegepast
zouden moeten worden om invloed uit
te oefenen.
Lucht kan geen onbeperkte
hoeveelheid waterdamp
bevatten.
DE hoeveelheid waterdamp, die de
lucht kan bevatten is kleiner, naar
mate die lucht kouder is. Wanneer dus
lucht, die waterdamp bevat, afkoelt,
komt er een ogenblik dat er teveel wa
terdamp aanwezig is voor de betref
fende temperatuur. Er vormen zich
dan waterdruppeltjes, m.a.w. er ont
staat een wolk.
Dc aanvankelijk gevormde water
druppeltjes zijn zo klein, dat ze blij
ven zweven. Er zal alleen regen of an
dere neerslag ontstaan, wanneer die
druppeltjes zich samenvoegen tot gro
tere, die tengevolge van hun gewicht,
gaan vallen. Voor voldoende groei van
de druppels is het (tenminste buiten de
tropen) beslist noodzakelijk dat de wolk
naast de druppels ook ijskristallen be
vat. Bergeron heeft aangetoond, dat in
zo n mengsel de kristallen snel groeien
terwijl de druppels verdampen. De gro
te kristallen vallen uit de wolk als
sneeuw of hagel. Meestal smelten ze
gedurende de val en worden regen.
Waterdruppels kunnen voorkomen in
de zgn. „onderkoelde" vorm. Ze blij
ven dan vloeibaar, hoewel de tempe
ratuur onder het vriespunt is. In de
poolstreken heeft men soms nog mist
waargenomen bij veertig graden vorst.
De onderkoelde toestand is niet sta
biel, d.w.z. bij de geringste schok ver
andert de vloeistof plotseling in ijs.
(Zo ontstaat de beruchte ijsafzetting op
vliegtuigen!).
Veraart, de Nederlandse
..regenmaker"
VELEN Uwer herinneren zich waar
schijnlijk nog wel de pogingen van
onze landgenoot A. W. Veraart, in 1930,
om kunstmatig regen te verwekken. Hij
was een van de eersten, die het in dc
praktijk probeerden. Hoewel het vast
staat, dat hij bij sommige proefnemin
gen inderdaad wat regen produceerde,
heeft hij nooit veel waardering onder
vonden. Er is integendeel veel om hem
gelachen. De zeer overdreven voorspel
lingen, die hij zelf over het resultaat
leurs begonnen niet eerder vuur te
spuwen, dan nadat ze de kampong
hadden overvlogen En die van de
tegengestelde richting kwamen hiel
den met schieten op zodra ze de grens
van vliegveld en kampong naderden...
En onderwijl was de verwoesting
van het vliegveld compleet gewor
den.
De blakende zon toverde onder de
rookkolommen reuzenschaduwen op
het vliegveld. Het knetterende vuur
greep om zich heen, het kruitmaga
zijn vloog in de lucht kilometers
ver werden scherven, balken en res
ten van Japanners weggeslingerd...
DE Mitchells kregen weer orders....
Ze trokken op en vlogen Oost
waarts. De vliegers blikten met vol
doening omlaag: Timor Dillie, eens
een gevreesde, machtige vliegbasis,
nu een rokende, brandende ruïne...
De Japanners leden op die dag
naar later uit geheime inlichtingen
rapporten bleek het verlies van ze
ventien Zero's, negen Nakajima's en
acht Lily-bombers.
Het verlies aan mensen, kanonnen,
gebouwen en grondpersoneel was aan
zienlijker. Weer schalden de comman
do's door de radio. De formatie her-
ram zich. Dc „ijzeren vogels van Ra
toe Wilhelmina" keerden huistoe...
van zijn werk deed, gaven daar wel
aanleiding toe. Pas sedert kort is het
bekend, dat hij vlak langs de rand van
het succes is gegaan!
Zijn uitgangspunt was onjuist. Hij ba
seerde zich namelijk alleen op het eer
ste van de drie hierboven genoemde
punten. Door grote hoeveelheden vast
koolzuur vanuit een vliegtuig in een
wolk te werpen, hoopte hij de tempe
ratuur van de lucht ter plaatse zodanig
te doen dalen, dat de wolkvorming in
tenser werd en neerslag zou gaan op-
Berekening toont echter aan, dat een
dergelijke opzet onuitvoerbaar is, om
dat er veel te grote hoeveelheden kool-
zuursneeuw voor nodig zouden zijn. Dat
er soms toch regen Ontstond werd ver
oorzaakt door een verschijnsel, dat pas
jaren later, in de tweede wereldoorlog
werd ontdekt.
Kunstmatige mist.
GEDURENDE de laatste oorlog werd
het probleem van beïnvloeden van
het weer urgent. Het onderzoek werd
speciaal in Amerika grootscheeps aan
gepakt. Vooraanstaande geleerden, als
bv. de beroemde scheikundige Irving
Langmuir hielden er zich mee bezig.
Al in 1941 ontwikkelden Langmuir en
zijn medewerker Schaefer een methode
om mist te verwekken. De bijna hon
derd kilometer lange mistbank, die in
het Rijndal de bewegingen van de ge
allieerde troepen aan het oog van de
vijand onttrok, was geen toevallige gun
stige omstandigheid, maar willens en
wetens daar aangebracht!
Gedurende de onderzoekingen, die
met dit mist-verwekken samenhingen,
werden ook proeven genomen in „on
derkoelde" wolken en hier bleek de
sleutel voor verdere ontwikkeling te
liggen.
Schaefer en Langmuir ontdekten na
melijk. dat een enkele korrel koolzuur-
sneeuw, die in een onderkoelde wolk
gebracht werd. daar in korte tijd mil-
lioenen en miliioenen ijskristallen deed
ontstaan. Er trad een kettingreactie op,
die het mogelijk maakte met zeer wei
nig moeite een onderkoelde wolk te
veranderen in een, die hel water-ijs
(Vervolg op pag. 6.)
Schapen zijn zo oud als de wereld En de vacht van deze dieren is voor
de mens altijd waardevol geweest. Maar dat ook de schapen tegenwoordig
electrisch geschoren worden, bewijst toch wel, dat men in elk bedrijf
beroep zich steeds meer van moderne hulpmiddelen bedient.
S>e trap (XXXII)
HET ligt enkel en alleen aan
mijzelf.' Het ligt niet aan de
kerk!"
Dat is niet zo maar een nieuuie
gevoelsuitspraak. Dat is het na
tuurlijk óók al wel. De bezoeker
betrapt er zich zo waar op dat hij
het één tel zelfs enkel en alleen
als zodanig wil gaan waarderen,
maar hij foetert zichzelf meteen
duchtig uit. Dat is nou weer die
eigenwijsheid van een huisbezoe
ker, bestraft hij zich. Dat verbeeldt
zich om maar direct een mens
dóór te hebben, alsof je ooit pan
zijns levensdagen welke mens ook
zou kunnen doorschouwen. Dat
wantrouwt God de Heilige Geest,
die rijdt op de sterke wagens van
het Woord en die de Enige is, die
een mens zover brengen kan dat
hij erkent dat hijzelf de schuldige
is, hijzelf alléén.
,,Het ligt altijd bij ons allen aan
onszelf", knikt dc bezoeker in
stemmend. „En het is heerlijk als
wc dat gaan begrijpen. Als we dat
willen toegeven...." Hij wil er méér
aan toe voegen. Hij wil zeggen dat
er kerkvaders geweest zijn. die al
leen vanuit dit geheim hebben kun
nen spreken over een „gelukkig-
makende" een zaligmakende
schuld. Omdat wie deze stap mocht
doen dat hij „Neen" leerde zeggen
tegen zichzelf ook wel verder
wordt gevoerd en „Ja" leert zeg
gen tegen Christus. Alleen, hij be-
seft dat hij nu vooral op dit mo
ment niet met moeilijke woorden
en begrippen mag aankomen. En
daarom, stuntelig, probeert hi; het
langs een andere weg
„Het is zo goed om toe te geven
dat we het zelf verkeerd deden.
Als je dat doet, kun je ook al die
dingen beter horen die je vroeger
gehoord hebt. Toen U met Opoe
naar de kerk ging. Het ging daar
dan ook wel over schuld, maar
daar lette je als kleine hummel
minder op. Behalve als je net eens
een keertje erg stout geweest was...
Maar het ging ook altijd weer over
de Heiland. Weet.U nog wel? Ze
zongen en U kon soms meezingen.
Van Jezus neemt de zondaars aan.
En met Kerstfeest zongen ze nog
veel mooier. Dan was U er met de
hele Zondagsschool en Opoe zat
achter in de kerk of nee, die zat
Uit de
VOLKSWIJK
natuurlijk op een van de gaande
rijen en er werd gezongen: Daar
ruist langs de wolken een lieflijke
naam.... Het is héél goed om te we
ten dal wij het allemaal verkeerd
deden. Anders zouden we er niet
aan toekomeü om naar die Jezus
te vragen. Dan hadden we Hem
helemaal niet meer nodig. Dan zou
de kerk ons steenkoud laten. Maar
nu, nu kunnen wt. niet meer bui
ten de Heiland... U weet dat wel.
Ik vertel U geen nieuws. Ik mag
het V enkel maar even weer her-
De vrouw knikt en haar ogen
zijn nat van tranen.
De bezoeker vraagt het bijna ver
legen. Het. is ook zoiets waarbij men
bescheiden moet wezen. De kerk
heeft te vaak te veel noten op haar
zang: ze doet te rechtvaardig; ze
zegt het mensdom te veel de waar
heid. Ach, ze bedoelt het wel goed.
maar het klinkt zo arrogant, zoals
de kerk het Evangelie bedient. Zo
uit de hoogte van eigen rechtscha
penheid en dan maar de mensen
eens lekker onder hun neus wrij
ven dat er geen griezeltje van hen
deugt Alleen, zó mag de kerk niet
spreken. Althans niet tegen men
sen, die al genoeg van iedereen op
hun dak krijgen. Het kan volstrekt
geen kwaad als de kerk eens echt
te keer gaat tegen de eigen men-
'WVPJWWVVWJDWJWtftfüfVtlVJ
sen; tegen de trouwe bezoekers;
iepen de abonné's en de insiders; 3
tegen zichzelf. Maar tegenover die
grote schare daar moet men
zeer bescheiden tegenover zijn.
Niet om de grote Waarheid stie-
kum weg te moffelen, maar om de
Waarheid majestueus Haar eigen
werk te laten doen zonder bijge-
luiden van onze hovaardigheid. 5
Zo is die bezoeker dus bijna ver-
legen. Hoe kan het anders. H\j
ziet de burchten van innerlijk ver-
eet voor zijn ogen ineenstorten;
hij ziet het ijs smelten tot het* g
tranen; hij is opeens tegenwoordig
bij een wonder van God.
„Ach, 11 wéét het allemaal wel",
herhaalt hij nogmaals en de vrouw 9
knikt. Haar ogen zijn nat van tra-
nen, maar er is iets als een glim- g
lach doorheen. ..Ja", zegt ze dan ,j
en haar stem klinkt onvast. „Ja.
ik weet het allemaal wel. Als ik
het niet geweten had, zou ik er ul
lang geleden een eind aan gemaakt
hebben. Ik heb hier wel eens de g
gaskraan open gehad. Jaren gele-
den is dal. Ik dacht: het kan me g
allemaal niks meer schelen. Dan
zijn de kinderen uit hun lijden en j*
ik...., ik óók. Maar ik heb het niel e.
gedaun. Ik kon het niet doen. Ik
heb alles kunnen doen, maar dat 1:
niet. En dat kwam door Opoe en
door die kerk. Ik ben nders op- i
gebracht Het ouwe mens heeft
het gelukkig niet meer behoeven g
te beleven. Die is al dertig jaar
dood. En m'n ouwers. die kwamen r.
óm met de ramp in '40.... Ja, ik J
weet het heus wel allemaal!"
Zullen we samen bidden?" J
rept de bezoeker opeens. De vrouw t
knikt: „Graag", zegt ze. En als ze
gebeden hebben, zegt ze het
,.Amcn" na. Het is een groot en
machtig „Amen". Dan staat de be-
zoeker op, maar zij zeg': „Kom je
nog eens terug? Je moet niet weer
tien jaar wegblijven, hoorI" We',
laten we hopen, dat de bezoeker
dat bezoek ook werkelijk binnen
die tijd brengen zal. Maar wees
daar niet te zeker van: er zijn
vierduizend gezinnen in een volks
wijk, en huisbezoekers zijn er wel
geteld maar enkelen. Je kunt ze
tellen op de vinpers van één hand.
En ondertussen worden kinderen
groot, die nooit meer naar de kerk
gaan. Geen wonder: de kerk heeft
voor werk als dit maar een schijn
tje over!
WUKPREDIK ANT