Dr van Bruggen stamt goed C.H. geslacht Uit Ontroerende pelgrimage van Elckerlyc in Delft Installatie van de Prins ging ernstig toe C.J.M.V.'ers met onbekende bestemming door Europa nieuwe leidsche coubant MAANDAG 28 JUNI 1954 NIEUWE VOORZITTER UNIERAAD C.H.U. Bijzondere samenwerking ran Unieraad en Hoofdbestuur rvE UNIERAAD der ChristelUk-Historische Unie heeft onlangs uit rijn midden een nieuwe voorzitter gekozen ln de persoon van mr dr J. van Bruggen te Heemstede. Voordien was het zo, dat de voorzitter van de C.H.U. automatisch ook voorzitter van de Unieraad was. Men heeft deze functies nu willen scheiden om het zelfstandig karakter van de Unieraad als centrum van bezinning binnen de Unie meer tot uiting te laten komen. Daarom is de verkiezing van dr Van Bruggen zeker belangrijk te achten. Aan hem is nu immers de taak om de Unieraad op zijn nieuwe wegen leiding te geven en zo de bezinning binnen de C.H.U. te stimuleren en te versterken. Na het prettige onderhoud, dat we met de nieuwe functionaris gehad hebben, menen we te kunnen concluderen, dat de C.H.U. daar gerust op kan zijn. Dr Van Bruggen stamt uit een Chr - Historisch geslacht. Zijn vader direc teur van de R.H-B-S- te Goes was be vriend met jhr mr A. F. de Savornin Lohman, destijds afgevaardigde voor het district Goes. Aan zijn persoon bewaart dr Van Bruggen een grootse herinnering Dr J- Th. de Visser, de bekende C.H- minister. was eveneens een vriend van de familie. De jonge Van Bruggen studeerde te Leiden wis- en natuurkunde en promo veerde in 1915 te Utrecht op een wis kundige dissertatie. In zijn Leidse tijd was mr J. Schokking, jarenlang voor zitter van de CHU. zijn leermeester en oudere vriend, die hij op een speciale cursus voor kerkelijke en staatkundige problemen veel sprak. Ook met de be kende prof. dr J. R. Slotemaker de Bruine had de student Van Bruggen veel contact, wat later ambtelijk werd voortgezet- Sociaal roepingsbeset Bijna 40 jaar Is dr Van Bruggen lid van de CHU. maar toch had dit nóg langer kunnen zijn. Als jong student was hij nl. eerst twee jaar lid van de Chr- Sociale Partij van mr dr A. R- van der Laan. Zelfs de oprichtingsvergade ring woonde hij bij. Het sociale heeft dr Van Bruggen al tijd sterk geboeid. Al spoedig zag hij echter in, dat het Christelijk sociaal roe pingsbesef moest worden ingedragen tn Christelijke volkspartij en daarom bedankte hij voor het lidmaatschap van de Chr. Soc. Partij en trad toe tot de Chr. Hist. Unie. Invloeden uit zijn jeugd, Invloed ook van Hoedemakers geschriften over Kerk Staat, deden dr Van Bruggen ver wantschap voelen met de Fries Chr. Historische gedachte, door Schokking al dus geformuleerd: „Plaats voor Chris tus in het leven van de Staat". Zoals gezegd: het sociale boeide dr Van Bruggen sterk- In de laatste jaren van Zijn achtjarig leraarschap was hij dan ook tevens secretaris van de Raad van Arbeid te Goes. In 1922 zei hij de school voorgoed vaarwel en werd voor zitter van de Raad van Arbeid te Dor drecht en later van die te Amsterdam. Het jaar 1938 bracht zijn benoeming tot lid van de Verzekeringskamer, waarvan hij 12 jaar het voorzitterschap bekleed de. Juist deze maand ging dr Van Brug gen als zodanig met pensioen. Van talrijke staatscommissies op het terrein van de sociale verzekering en bouwkassen was hij lid en voorzitter. Van de Vereniging voor verzekerings- wetenschap is hij eveneens voorzitter. Het Chr. Nat. Vakverbond heeft *teeds zijn warme belangstelling gehad en nog is dr Van Bruggen docent aan de ka- derschool van die organisatie. Wanneer we hem vragen naar de his torie van het „mr." voor zijn naam. komen we achter een aardige bijzon derheid- Dr vivn Bruggen vatte nl.. 'oen bij reeds goed in de 30 was, nog een tweede studie aan: rechtswetenschappen. In 1927 deed hij zijn doctoraal examen aan de Vrije Universiteit. Voor de tijd, doorgebracht aan de V.U. is dr Van Brug gen zeer dankbaar. Hier leerde hij Groen van Prinsterer beter kennen en gaven de prof. Anema en Diepenhorst hem een wijsgerige juridische en parlemen tair historische vorming- Daardoor voelt hij sterk de broederband met ,.dit deel van de Groeniaanse familie", zoals hij het formuleert Behoelte aan beraad Na deze persoonlijke oriëntatie komt het gesprek uiteraard op de Unieraad en onze eerste vraag daarover Van Bruggen is. hoe hij de belangrijke opdracht van de Unieraad ziet nl- de bespreking van de politieke toestand en het uitbrengen van advies inzake het bepalen van de politieke gedragslijn organen der Unie. We zullen allereerst historisch r ten Interpreteren, antwoordt de nieuwe voorzitter. In de CHU werd reeds lang behoefte gevoeld aan beraad in kring inzake de actuele problemen der staatkunde. De samenstelling van de Unieraad met vertegenwoordigers van "ie 18 Kamerkringverenigingen van de federatie van C.H. Jongerengroepen en de Centrale van C.H. Vrouwengroepen, r-og gecompleteerd door de leden en ad viserende leden van het Hoofdbestuur, waarborgt een gede weergave van de Keningen binnen de Unie- Het resultaat van dit uiterst belang- rjjke beraad moet dienstbaar gemaakt worden aan het werk van de CHU haar diverse organen. Dit is de eerste t«ak van de Unieraad en hiertoe zullen *ii eigen wegen moeten zoeken- Zodra zich urgente problemen voor doen heeft de voorzitter van de Unie raad de plicht de leden bijeen te roa- pen. Echter zo voegt dr Van Brug gen er voorzichtig aan toe niet zon der voorafgaand contact met het dage lijks bestuur der Unie en met de Ka merfracties. eigen taak en functie, maar dat neemt weg, dat zij de roeping gemeen hebben de CHU en door deze het gehele volk te dienen. De personele Unie in het voorzitterschap viel weg. de plicht tot ;n zo goed mogelijk samenwerken blijft. Samen zullen we, aldus dr Van Brug gen, een goede weg moeten vinden. In leidende nota's door diverse deskundi ge personen opgesteld, kunnen het de- voorbereiden. De opstelling van vraagpunten is hem als voorzitter van commissies steeds een nuttige werkwijze gebleken. Uiteraard kon het niet anders, of het gesprek moest ook op algemeen politiek terrein komen- Het was waardevol om juist van deze min, met zijn sterke so ciale inslag, het oordeel over de door braak te horen. „Ik betreur de door braak van 1945," zo zi dr Van Bvug- „want daardoor zijn de verhoudin gen op politiek terrein vertroebeld- De PvdA met haar werkverbanden heeft feite een tripartaire structuur. Bin ding is alleen een socialism^, waarvan en inhoud historisch noch socio logisch bepaald zijn en dat steeds in beide punten wisselt. Zodra levensbe schouwelijke problemen aan de orde ko fpositie van het humanisme, bewa- Samenwerking Ook na 1945 is de CHU voor dr Van Bruggen het ouderlijk huis gebleven „Omdat." zoals hij het formuleert, „van uit dit huis in een atmosfeer van onze traditionefe Nederlandse geestelijke vrij heid samengewerkt kan worden met ae beste krachten in andere groepen, die ons land en voor Europa over tuigd zijn, dat Eén onze Meester is en wij allen broeders zijn in Hem." Voor de CHU staat voorop de gehoor zaamheid aan het Woord Gods. ook :n het staatkundig leven- Een logische con sequentie van deze gehoorzaamheid acht dr Van Bruggen, dat dit bij alle mo gelijke verschil van inzicht in concrete problemen, voeren moet tot een geza menlijke overtuiging op staatkundig ge bied t.o-v- de fundamentele structuur en ïen voor het leven van de Staat. Essentieel daarbij is het leggen van de naanik op de geestelijke vrijheid in Protestantse zin- Christelijke partijvorming moet echter iet voeren tot een zich afsluiten van de wereld. Gehoorzaamheid aan het Evangelie, dat behalve bederfwerend zout ook eèn zuurdesem is, eist openheid voor de structuurwijzigingen, die zich in onze maatschappij en in Europa voltrekken. De Unieraad gaat onder deze nieuwe voorzitter een nieuwe periode in. De Raad heeft in hem een goede keuze ge daan. Bezonnenheid, slagvaardigheid brede, wetenschappelijke kennis stempe len hem tot een goede voorzitter.- Dr Van Bruggen behoort met zijn 65 jaren tot de ouderen- Maar ook de jongeren kunnen zijn benoeming van harte juichen- Mede omdat zij in hem oudere weten, die begrip heeft voo jongere generatie- „Met hen same werken om voor hun idealen varn verwezenlijking te vinden, is ons al'er plicht". Deze uitspraak is voor dr Van Bruggen geen holle phrase. De Unieraad zal onder zijn leiding de goede weg zeker weten te vinden! Aad van Duist Kunst en Letteren Schoon allegoriespel op het aloude Prinsenhof van het Prinsenhof te Delft na de opvoering van Den Spieghel der Salicheyt van Elkerlyc door de Nederlandse Comedie. De devote stilte van een diep onder de indruk verkerend publiek sprak duidelijker taal. Er wa? een tastbare dankbaarheid, dat hier in Delft een toneeltraditie gaat groeien, zoals Amsterdam reeds jaren heeft op de Nieuwjaarsdag met de Gysbreght Een tweeling Met voorbeeld verduidelijkt hU De Friese Siamese twee- ling ls gescheiden. Voor Folkje en TjitJ- ke is het psychologisch en physiologisch noodzakelijk, dat zij zo dicht mogelijk «amen blijven leven en groeien- Zo hebben Hoofdbestuur (waarvan dr Van Bruggen als penningmeester ook deel van uitmaakt) en Unieraad ieder ook een warme ingenomenheid met de spirituele wijze waarop dit gezel schap onder de regie van Johan de Mees ter, dit Middeleeuwe zinnespel gebracht had en een diep besef voor de godsdien stige betekenis van wat Petrus van Diest met zijn Elckerlyc de toeschouwers te zeggen heeft. O zeker, het is een Rooms vermaan en de schrijver vindt er gelegenheid, in de zijn snel, zijn toehoorders een kort begrip der Roomse religie te géven. ieder, die in staat is door de tijdsvorm heen te zien, zal toestemmen, dat hier voldoende Christelijke elementen zijn overgebleven om te spreken van een Evangelieverkondiging op het toneel, ja. waar het toneel tot kerk werd- De weg ter zaligheld van Elckerlyc. d.i. voor ieder mens. wordt hier uiteen gezet. God geeft de Dood bevel Elckerlyc te halen voor de reis. waarvan niemand wederkeert. En de Dood; getrouwe dienst knecht Gods. voert dit bevel uit zonder dralen. Elckerlyc. die onbekommerd voortleeft, wordt vöor het onontkoombare geplaatst. Hij verzoekt de Dood hem toe te staan reisgezellen te zoeken op deze moeilijke weg. Allereerst doet hij een be roep op zijn vrienden, maar Ghcselscap. die kort tevoren hem bezworen heeft met hem mee te gaan, al was het ook naar de hel, laat hem toch op deze tocht in de steek- Dan wendt Elckerlyc zich vertwijfeld tot zijn familie, maar oom en neef bedanken hem ln hoofse bewoordin gen voor de uitnodiging. Dan blijft de vereenzaamde Elckerlyc nog één aards beroep mogelijk: het Goed, zijn rijkdom en bezit, welke hem nimmer ln de steek gelaten heeft op zijn aardse reis- Maar ook dit Goed. dat met banden gebonden en in een vervuilde staat, als ware het een pad ten tonele komt Elckerlyc had het altijd goed verzekerd opgeborgen ln de kelder weigert mee te gaan en doet zich van zijn schamele kledij, rijk uitgedost in goud en zilver, een ander sterveling te gaan bekoren en verleiden. Ten laatste doet Elckertyc een vertwij feld beroep op zijn Deugd, wij zouden zeggen: zijn geweten. Maar deze ls als een oude. zwakke vrouw, die geen kracht meer heeft voor zo'n lange reis. Elcker lyc heeft haar zijn leven lang laten ver- kommeren, maar Duecht Is een geschenk des Hemels en hoe zwak zij ook is. zij laat hem niet alleen, maar roept haar vriendin Kennisse, het Inzicht in de weg des heils. te hulp, om Elckerlyc op het rechte pad ter zaligheid te brengen. Hier zet de keer ten goede in, want Kennisse wijst de goede weg. Zij leidt Elckerlyc naar Biechte. die hem de boete leert. Elckerlyc zoekt de boete geseling van het lichaam. Het is wellicht op dit punt. dat Rome en de Reformatie lijnrecht tegengestelde wegen gaan, want boete is voor de Reformatoren niet kastijding van het lichaam, maar een broken geest en een verslagen hart Hoe dit ook zij, het is hier. dat Elckerlyc in een ontroerend gebed de Evangelische woorden spreekt: Sodat ic in Syn passie bade. Want tc begheer aen U ghenade! De onderdompeling in het Lijden de Heer. dit is de weg. waarlangs Góds genade tot ons komt- Aandoenlijk is het moment, waarop Duecht en Kennisse Elckerlyc kleden in het witte kleed van het berouw: in het witte licht der schijnwerpers straalt dit zuiver habijt als een onbesmet, pas ont vangen geschenk. Thans vertoont Elckerlyc de korte ogenblikken, dat hij nog op aarde ls. de rijkdom van het Christelijk leven Koninklijk wordt hij in deze spanne tijds nog omgeven door vier vorstelijke ge stalten: Cracht, Schoonheyt, Vroeseap en Vijf Sinnen. als afstralingen Hemelse Majesteit over het geheiligde leven. Maar als de weg in het graf leidt, laten ook deze gestalten Elckerlyc al leen, hoe schoon Vijf Sinnen ook gespro ken moge hebben over de Sacramenten andere waarheden van het Christelijk geloof- In het graf gaat Elckerlyc als een wie alle macht en heerlijk heid ontbreekt. Alleen de Dueght verge zelt hem en Kennisse. die hem brengt tot i van de donkere kuil. Zij heeft de weg gewezen, haar taak is nu volbracht. Dueght echter leidt Elckerlyc voort, in haar handen houdt zij hoog het kruis, want op deze rei» is Christus ons altijdi voorgegaan en terwijl de Engel hem roept en het koor op de ach tergrond het lied der blijde thuiskomst ingt: Koomt uitverkoren bruid, gaat Elckerlyc ten Hemels poorten in- eg des heils is ons allen voorge tekend: ..Amen segghet allegader! God heb lof', zijn de laatste woorden van ddt schoon allegoriespel. Wij hebben U de inhoud ditmaal uit- Kruis, mantel en zwaard (Van een onzer verslaggevers) OMHANGEN MET HET SINT JANSKRUIS (symbool van het Christe lijk geloof), de riddermantel (uitdrukking van naastenliefde en barm hartigheid) en belast met het zwaard (om nieuwe rechtsridders te slaan) nam Z.K.H. Prins Bernhard Zaterdagmiddag in de Ridderzaal in Den Haag plaats achter de kapitteltafel. Hij was landscommandeur geworden van de Orde van Sint Jan, geïnstalleerd door zijn voorganger, mr W. J. baron van Lynden, die de titel van Grootmeester droeg. Het was het hoogtepunt van de plechtigheid, die zich kenmerkte door soberheid en diepe ernst. Zoals we Zaterdag meldden, woonde H.M- de Koningin deze gebeurtenis bij. H.M. had plaats genomen op de voorste rij van het vak, waarin ook het voltallig kapittel van de souveretne orde van Malta zijn plaats had ingenomen. De A.R. raads- en statenleden in Alphen Stedebouw: hachelijke noodzaak en nobele staatstaak Mogelijkheid lot ontplooiing naar eigen aard is eerste voorwaarde (Van een onzer verslaggevers) STEDEBOUW IS NIET alleen een taak voor de overheid maar voor ieder een en voor alle samenlevingsverbanden. Het is niet alleen een kwestie van schoonheid of architectuur, het is ook rechtsbedeling en het is bovenal de zorg dat alle dingen die ruimte en die plaats krijgen, dat ze zich naar eigen aard en karakter kunnen ontplooien. Het wordt tijd dat men in onze kring beter begrip gaat krijgen voor de positieve eis, dat we deze wereld schoon hebben te maken. Dezè woorden sprak ir W. F. Schut op de jaar vergadering van de A.R. provincie-1 en gemeentebestuurders in Zuidhol land, die Zaterdag te Alphen aan den Rijn werd gehouden. Ir Schut, directeur van het Instituut voerig uiteengezet, want op de inhoud komt het hier in de eerste plaats aan. In de regie is dit ook meesterlijk begre pen door Johan de Meester. Heel de in stelling was er op gericht deze inhoud te verduidelijken. Sober in dictie en gebaar, waren allen zich van hun taak bewust- Moeten wij nog spreken van het prach tige woordgebruik, waarmee Tón Lutz zijn rollen (stem van God, Die Doot. Biechte en Naeprploghe) sprak. Zoal» deze kunstenaar de taal brengt, bereikt het Nederlandse vers haar schoonste hoogten. Han Bentz van den Berg was een ont roerende Elckerlyc in zijn aanvankelijk wat onverschillig verbaasd-zijn, over de grillige keuze, dat juist hij nu voor de dood was aangewezen: maar later in zijn vertwijfelde eenzaamheid, zijn opfecht berouw, zijn ddepdoorleefde boete, zijn vreugde om de weg te gaan. Hoe teer was Ank van der Moer als de zwakke Dueght, hoe poëtisch schoon Ellen Vogel als de toegewijde Kennisse, die met grote tact de weg der zaligheid wijst, hoe ont roerend was ook Lous Hensen, die als Vijf Sinnen (het gezonde verstand) het kort begrip van de catechismus sprak- Laten wij met deze namen volstaan en slechts onze dank uitspreken voor de gave vertolking van dit juweel der vader landse letteren Op 1, 2 en 3 Juli 's avonds om 9 uur wordt deze voorstelling in het Delftse Prinsenhof herhaald. Dit althans ls de bedoeling- Wij wensen de bezoekers dan. naast een goede aandacht, ook wat warmer zomerweer. Ev. Grolle. Toch is het zo AUTOMATISCHE HOND (81) Hersenen x\jn erg teer en kun nen gemakkelijk in hun normale func tie urorden gestoord. Een kleine bloed uitstorting van een gesprongen aartje kan reeds verlammingsverschijnselen te weeg brengen en, sou het zuurstofrijke bloed één ogenblikje minder rijkelijk de cellen omspoelen, dan verliezen we direct het bewust rijn en daarmee ook de beheersing tan ome spieren. Het is dus geen wonder dat men lange tijd van opvatting was dat de hersenen on misbaar rijn voor het leven. Voor de mens is dit juist, maar voor dieren blijkt dese opvat ting niet te gelden, althans niet wet het vegetatieve voortbestaan betreft. verschillende geval len bekend van zelfs zeer grote zoogdie ren die zonder her in leven zijn geble ven. Rartolini ver- meldde in 1661 dat een os die zich al tijd normaal had gedragen, na slach ting geen hersenen bleek te bezitten omdat de gehele schedel gevuld it>ai met een steenhard geswei, waardoor de hersenmassa geheel verdrongen en ver nietigd was. Ook andere beschrijvingen syn bekend van hersenloze dieren, waaraan gedurende het leven niets bij zonders te merken is geweest. De mees te dezer gevallen syn echter nooif be hoorlijk wetenschappelijk onderzoekt. Anders staat het echter met de ver schillende dieren die vooral in de vorige eeuw werden geobserveerd. Klassiek in dit opzicht is het onderzoek dat Golz in 1892 verrichtte by een hond, die maandenlang in leven is gebleven ter- wyl toch de grote hersenen uaren weg genomen. Deze hond, die dus geen psy chisch leven bezat en niets kon onthou den, wiens reuk, gehoor en gezicht niet functioneerde, leidde het leven van een volslagen automaat, al dient hieraan te worden toegevoegd dat het dier toch somtyds handelingen verrichtte die bo ven het automatische uitgingen. Zij want het was een vrouwtje sliep des nachts een droomloze slaap, maar liep overdag onophoudelijk in het rond, meestal in de zin van de uurwerkwij zers. Soms echter draaide zij zich om en liep dan in tegengestelde richting. Eten deed zij behoorlijk en met graagte, mits haar het voedsel in de bek werd geduwd, of haar snuit in een bak melk werd gestopt. Eigener beweging nam zij niets tot zich, hetgeen ons niet behoeft te verbazen, want zy bezat geen reukvermogen. Of iets lekker afweer- zinwekkend was, proefde zy uitste kend.' Naderde zij het punt van verza diging, dan werd het eten langzaam en lusteloos. Ook r»/ het dier blijk i«n onlustgevoelens, zy bromde, jankte en blafte bijv. wanneer zy te hard werd aangepakt. Maar de spreek woordelijke trouw van de hond was verdwenen, evenals uiteraard de eveneens spreekwoor delijke slimheid. Het dier kende niemand, kwispelde nimmer met de staart, had geen geheugen en leerde niets. Tweemaal per dag werd zij opgepakt om gevoederd te worden, waarbij tij zich altijd verzette. En niettegenstaande het feit dat dit op pakken steeds gevolgd werd door een aangename ervaring (de maaltijd) bleef zij zich ook de duizendste maal verzet ten. Een verband tussen het oppakken en de maaltijd kon door het ontbreken legd. Kortom, de hond zonder grote her tenen. is een dier van reflexen, een le vende automaat zonder psychisch leven. O ja, zo keuvelend over hersenen, moeten we het toch ook eens hebben over het witkund*ondemxjt op de uni versiteit in de goede oude tijd". Daarover morgen. (Nadruk verboden). Stad en Landschap van Zuid-Holland, begon zijn interessante referaat met te zeggen dat we stedebouw en welstands toezicht niet los mogen maken van Psalm 8 waar staat dat de heerlijkheid des Heren over de ganse aarde is. Dè mens heeft die heerlijkheid veelal ge weld aangedaan door zijn eigen mate riële vormgeving. Stedebouw echter niet alleen een kwestie van vorm of schoonheid, mèar óók van gerechtlg- heidi en daarom kan men de overheid hier niet uitschakelen. Waartoe de afzijdigheid van de over- hèid leidde, heeft ons de vorige eeuw" getoond, toen men in Rotterdam ten Westen van de Coolsingel en in Crooswijk erbarmelijke wijken bouw de. De sterkste kon doeh wat nij wil de, maar de economische of financieel zwakkere (de gezinnen, de kerken, de ouden van dagen) werden de dupe. Fabrieken verrezen op allerlei plaatsen en werden een doorn in het vléés van .de bevolking, door hun stank, stof, geraas, belemmering van lichtof brandgevaar. Thans kan de overheid via de Woningwet ingrijpen en alle groeper. recht doen. Al zal men steeds móeten toezien dat de Overheid niet te ver gaat Spr. verwierp met kracht de in de grond oud-liberale opvatting van de vrijheid, die niet anders is dan de vrijheid hele maal geen plan te willen. Pittoresk omhulsel Krotopruiming, verkeersproblemen enz. stellen zware eisen ta.v. de sanering van binnensteden of de kom van dor pen. Men zal niet steeds het bestaande gunnen handhaven omdat dit oud is. Als men in oude steden met de moeilijke puzzle van verk eersdoor- braken zit «al men moeten overwegen of het historische, nog levenskrachtig is. want het gaat niet om de vorm maar om het wezen. Is het oude alleen het pit toreske omhulsel van wegkwijnend le ven, dan moet het mes er in en moet plaats gemaakt worden voor nieuwe vormen, die wel levenskracht zullen hebben. Spr. wekte tenslotte de aanwezigen op, bij het maken van uitbreidingsplannen voor de gemeente of van streekplan nen rekening te houden met de eigen aard van gemeente of streek. Op dit referaat volgde een uitgebrei de en geanimeerde bespreking. Bij de opening van de vergadering had de voorzitter, de heer J. A J. Jan sen Manenschijn, aandacht gevraagd teleurstellende verkiezings uitslag in Zuid-Holland. Dat moet voor de raadsleden een prikkel zijn zich :r> de gemeenten ten volle te geven L)e betekenis en de invloed van een a.r.- raadsfractie wordt niet alleen bepaa.a door het getal, maar vooral ook door de wijze waarop men de zaken aanpakt De jaarverslagen van secretaris en penningmeester werden goedgekeurd. Het ledental bleek gestegen van 304 tot 359. De aftredende bestuursleden wor den allen bij acclamatie herkozen. Middags is het gezelschap door het gemeentebestuur van Alphen op het raadhuis ontvangen, waar de wnd. burgemeester, wethouder A. Dekker, •n begroetingswoord uitsprak. Toespraak De heer Dekker begon zijn toespraak et de burgemeester en loco-burgemees ter J. van den Berg te verontschuldigen, de eerste wegens vacantie, de tweede we gens een familiefeest. Wel waren aanwe zig de wethouders Deerenberg en Nijman en secretaris Veenhuijsen. Spr. gewaagde van de erkentelijkheid van het gemeente bestuur voor het feit, dat op Alphen voor deze congresdag de keuze viel. Gij allen, aldus de heer Dekker, hebt u met meer dan gewone belangstelling naar het centrum van de Rijnstreek begeven, ln de gerechtvaardigde verwachting, wat meer van deze gemeente te zullen horen zien. Het kan toch kwalijk worden ge loochend, dat de goede plaats onzer in woning de -laatste Jaren menigmaal ge vangen werd in het licht van de schijn werper der publiciteit Vervolgens vertelde de heer Dekker de aanwezigen in vogelvlucht iets over de geschiedenis van Alphen en de opgravin gen. Door de samenvoeging van de ge meenten Alphen aan den Rijn, Aarlan- derveen. en Oudshoorn ontstond in 1918 de nieuwe gemeente Alphen. Deze drie telden in 1867 bijna 8.000 zielen. Thans is zij de grootste gemeente van de Rijn streek met een inwonertal van ruim 22.000 en ontwikkelt zij zich meer en meer tot centrumgemeente. Tot het uitbreken van de tweede wereldoorlog heerste een zékere stabiliteit ln de verhouding tussen veeteelt en zuivelbereiding ener zijds en industriële ontwikkeling ander zijds. Maar na de bevrijding, toen de eco nomische omstandigheden van het land het nodig maakten opnieuw onze plaats bepalen op de werledmarkt, werd Alphen ln het nationale industrialisatieplan als de kern vóór de Rijnstreek opgenomen Spreker verklaarde voorts, dat het ge meentebestuur zich er van bewust is, dat de impulsen tot zulk 'n ontwikkeling pri mair moeten uitgaan van het particuliere initiatief en dat 't zich allerwegen ópen- barende verschijnsel van een gezapig leunen op de overheid de volkskracht sloopt en het kostbare goed van de vrij- hèid op den duur doet ondergaan. Het zijn tenslotte de ondernemers, die het tempo van de industrialisatie bepalen naar de mate, waarin zij bereid zijn risico's te nemen, afhankelijk van hun visie op de winstmogelijkheden, aldus spr Aan ons is echter de taak om het klimaat voor de ontplooiing van deze activiteiten zo gun stig mogelijk te maken. Wij menen daar- slechts een plaatselijk of een re gionaal, maar een landelijk belang te dienen, aldus de heer Dekker, die ver volgens inging op de mogelijkheden, die Alphen te bieden heeft. Dat bij de toeneming van de industrie de recreatiemogelijkheden gelijke tred dienen te houden, is een standpunt, dat het gemeentebestuur er toe gebracht heeft Avifauna door aankoop te behou den, verklaarde de heer Dekker tenslotte. Onder leiding van bet stichtingsbestuur de huidige directie ontwikkelt het zich een wijze, die de hoop geeft, dat de principiële gevoelens van een belangrijk deel onzer bevolking thans meer vroeger worden ontzien. De heer Jansen Manenschijn heeft op geestige wijze deze toespraak beantwoord. Hij wees er op, dat reeds in 1713 te Leiden een boekje werd uitgegeven, waarin P. Plemper schreef over de voortreffelijk heden en heerlijkheden van Alphen. Hij besloot met het gemeentebestuur van phen een pluim op de hoed te zetten hetgeen men op het gebied van de fraaiing der gemeente heeft bereikt Na de bezichtiging van het raadhuis vertrok men 'naar Avifauna,, waar gezelschap de tbee gebruikte. Mei reertig ia een autobus Eeiste dagAanrijding en aanmerking op militaire plunjezakken HfATERDAG ZIJN 40 CJMV'ers uit Zuid-Holland met een autobus uit Den Haag vertrokken om een reis met onbekende bestemming door Europa te maken. De eerste dag bracht al de nodige sensaties, want buiten het stadje Erkelenz, even voorbij de Duitse grens werd de autobus aan gereden door een personenauto, waarvan de bestuurder geen voorrang gaf. De Duitse personenauto werd aan de voorzijde volkomen vernield en moest worden weggesleept. tegen middernacht het kampterrein Al- tenahr bereikte. Met grote moeite kon men de bestuur der, die tussen het stuur zat geklemd, uit de auto halen. Het slachtoffe-r moest met twee gebroken ribben en lichte ver wondingen naar een ziekenhuis worden gebracht De autobus van de GJMV-ers werd gelukkig aan de achterzij&e slecht» licht beschadigd. Voor Rinus Blok (Valkenboskade 44), begon het oponthoud al bij de Holland se grens, toen hij daar tot de ontdekking kwam, dat hij zijn pas vergeten had. ln Venlo heeft hij van 's-middags 12 uur tot 'savonds half zeven gewacht voordat een speciale koerier zijn pas uit Den Haag had gebracht. Per trein heeft ny zijn reis hierna voortgezet waarna hij Bij de grenscontrole bleek, dat ver schillende oud-militairen hun militaire plunjezak voor hun bagage hadden genomen. De marechaussee noteerde de namen van deze CJMV-ers en waar schuwde hen. dat zij waarschijnlijk op geroepen zullen worden voor een extra inspectie. Zondagmorgen heeft de heer J Deierkauf, de Federatie-secretaris, korte dienst geleid, waarna 's middags een korte wandeling werd gemaakt. Ondanks de moeilijkheden, die mer bij het begin van de reis heeft onder vonden, is de stemming onder de CJMV- ers opperbest vorstin was gekleed in een grijs com- cn zij droeg een kleine strohoed. Bij de ingang der Ridderzaal waren de Ko ningin anjers in de kleuren der orde van Sint Jan aangeboden: rood en wit. Dat waren de kleuren die in de Ridderzaal domineerden tussen het zwart der rid- dermantels en dat der vele geklede Jasr De Prms droeg het generaals-uniform van de Grenadiers. Andere generaals waren jhr W. Röell, die rechtsridder is en generaal-majoor H- Koot. kanselier der Nederlandse orden. Enkele ere-rid- ders waren in officiersuniform en ook de hoofdcommissaris van politie, de heer J. H- A- K. Gualthérie van Weezei ver scheen. evenals enkele vrouwelijke Rode Kruis-functionarissen in uniform- De Malthezer ridders droegen hun rode rok- m De enige toga ln dit gezelschap droeg Jonkheer ds F. W. Teding van Berkhout, die een wijdingswoord sprak. Daarin wees hij de ridders van St. Jan op het voor beeld van hun patroon: Johannes de Do per. die het geweldige woord sprak: „Hij namelijk Christus) moet wassen, ik moet minder worden"- Dat is de enige Juiste gestalte van mensen, die deze grootste onder de mensenkinderen willen volgen. Hy droeg de noden van Orde. van land n volk daarna in het gebed op. De aftredende Grootmeester herinnerde i zijn afscheidrede aan het groot verle den der Orde. die voortkwam uit de kruistochten- Evenals later de rede van de Prins was ook zijn betoog gericht op het doen van de persoonlijke daad en het echte offer. Terwyi allen zich van hun zetels verhie- en installeerde de heer Van Lynden Jn opvolger, wiens titel op eigen ver zoek ..landscommandeur" zal zijn. Hij wenste hem toe. tot in lengte van jaren werkzaam te mogen zijn tot hulp cn steun van allen die zwak zijn. de naas tenliefde te betrachten en de Christeiyke deugden te beoefenen, overeenkomstig do tradities der orde- Oude ridderdeugden, die ontleend zijn aan de Heilige Schrift die gaven zyn, welke Christus aan al zijn gelovigen schenkt. Daarop heeft, na de reeds vermelde rede van de Prins, de Coadjutor der Orde jhr mr J. Beelaerts van Blokland een afscheidswoord tot de heer Van Lynden gesproken. Kapittelridder, ir F. C- C. baron van Tuyll van Serooskerken van Zuyien sprak een slotwoord, getiteld: „Heeft de orde nog recht van bestaan". Ais men ridder is alleen omdat het mooi is een chique mantel* te dragen en van tijd tot tijd bijeen te komen met gelijk gezinden, dan wordt de orde in plaats van een zegen, een vloek- De eenheid voelen met alle broeders in Christus en persoonlijk geloofbelijden door een God toegewyd leven, dat maakt van het goud de ridderschap een offer. In het an dere gevai wordt het een afgod. Het belangrijkste is niet of de ridders zelf vinden, dat hun. Orde recht van bestaan heeft, maar da* God dat ook vindt. De Orde. aldus deze kapittelridder, moet en biddende order zijn. VOORSCHOTEN Brand in schaftlokaal Zondagavond omstreeks 7 uur werd de brandweer gealarmeerd voor een brand aan de Rijndijk 206. Daar bleek het schaftlokaal van de compostopslag Drie bergen uit RijnSburg in brand te staan. De oude bus, tot schaftlokaal omgebouwd is geheel uitgebrand. De brandweer onder commandant Lekkerkerker bluste het vuur met twee stralen van de motorspuit op open water. Een nabijgelegen garage liep aanvankelijk gevaar, maar door het optreden van de brandweer werd uitbrei ding van de brand voorkomen. Agenda Raadsvergadering Woensdagavond 8 uur komt de raad in openbare zitting bijeen. Behandeld zullen worden de volgende voorstellen: het ver lenen van subsidie aan de stichting R.- Katholieke gezinszorg en gezinshulp te Leiden; het verlenen van medewerking aan de doortrekking van de Krlmkad# tot aan de Parallelweg van de Leidseweg en tot beschikbaarstelling van een bij drage ad 50van de aan deze wegaan leg verbonden kosten; het vaststellen van de bezoldigingsregeling 1954; het beschik baarstellen van een crediet van l 7000 voor de aanleg van straatverlichting aan het gedeelte van de Papelaan, tussen de watertoren en de grens van de gemeente Wassenaar; crediet van f 1000 voor on derhoudswerkzaamheden aan perceel Laan van Langenhorst 7; het aankopen van aan baron Schimmelpenninck van der OiJe toebehorende gronden, gelegen in de Oranjepolder groot 6.72.55 ha. voor de prijs van f 67.588. WARMOND Winkelweek en braderie Ook dit jaar zal gedurende de Kaag- week een winkelweek met braderie wor den gehoUden. Het ia Immers gebleken, dat zowel een winkelweek met een daar aan verbonden etalagewedstrijd als een braderie door zeer velen wordt gewaar deerd. De winkelweek wordt geopend op Don derdag 15 Juli 's avonds om half negen. De etalages zullen op die dag van k mid dags drie uur af voor keuring door de Jury gereed moeten zijn. De braderie wordt op Maandag 19 Juli 's middags om half vier geopend. Het ligt in de bedoe ling dit door de jeugd van Warmond te laten doen. die ballonnetjes zal laten op stijgen. Aan deze ballonnenplechtlgheld is ook een wedstrijd verbonden. De win kelweek zal op Woensdag 21 Juli 's avonds met een bijzondere attractie worden gesloten. Om deel te nemen aan de etalagewed strijd kan men zich tot 8 JuH opgeven bij de heer G. v. Dam, Herenweg 39. Er zullen weer vijf prijzen ter beschikking worden gesteld. Het gemeentebestuur heeft reed» toegezegd een wissel-wimpel voor de eerste prljs-winnaar beschikbaar te stellen. Voor deelneming aan de braderie kan men zich wenden tot de heer M. van Stijn, Herenweg 40.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 5