j^ieewater wordt drinkwater* 10. Er weerklonk namelijk dreunend hoefgetrappel en verwoed gesnuif... In de verte, in een stofwolk gehuld, nader de in volle vaart een reusachtige neus hoorn Brrr! Hij kwam regelrecht op hen af. Voor vluchten was niet eens tijd meer. en in angst bleven Sammetje en Slokkie stofstijf achter de palmbomen staan... 11. Er verliepen geen tien seconden, of het woeste ondier was al vlakbij. Reeds voelden ze de grond onder zijn hoeven trillen... Nu werd het hun toch te benauwd; ze lieten de palmen in de steek en renden net op het nippertje weg. Slokkie. die op een afstandje had gestaan, had al een goed heenkomen ge zocht in het gebouw... 12. Boemm! De neushoorn was niet al te snugger; hij zag blijkbaar geen on derscheid tussen een mens en een palm boom en dus rende hij regelrecht en met volle kracht tegen een der palmen aan, zodat zijn hoorn diep in de stam doordrong en de hele boom met wortels en al uit de grond werd gerukt. Door de schok vielen de noten er in menigte af. 13. Ziezo, de neushoorn had zijn woe de naar genoegen gekoeld! Met de palmboom, die hem op zijn neus en te gelijk lelijk ,,in zijn maag" zat, was hij al spoedig uit het gezicht verdwenen; een grote stofwolk was het laatste, wat ze van hem zagen. Sam en Slokkie raap ten nu de op de grond gevallen cocos- noten op, waarop Slokkie er een paar stuk wist te krijgen, door ze met volle kracht tegen het stenen gebouw te slin geren. Weldra waren ze lekker aan het smullen. 16. Gelukkig bereikten ze veilig de andere oever, waar zich een groot don ker bos uitstrekte, met geweldige bo men. Nauwelijks echter waren ze aan wal, of er klonk een afschuwelijk ge krijs en van alle kanten sprongen apen te voorschijn, die op visites niet ge steld bleken en hen van alle kanten op 't lijf vielen, bijtend en krabbelend naar hartelust. ming, toen ze tegen zonsondergang een groot meer bereikten. Zouden we er door kunnen waden?" vroeg Slokkie. Maar de dromedaris vond dit niet raad zaam, daar het meer vol krokodillen zat en in het midden wel eens zeer diep kon zijn. 17. Een hunner had Slokkie zelfs zo stevig om zijn nek te pakken, dat hij bijna stikte. Maar nu bracht Stapman redding. Hij nam de staart van de aap tussen zijn tanden en trok, zo hard hij kon.J>e aap viel nu Stapman aan; kort om het was een gevecht van je welste, en ze begrepen al gauw, tegen zo' over macht niet opgewassen te zijn. 15. Na enig zoeken vonden ze echter een bootje, door negers van een uitge holde boomstam gemaakt. Het was maar' rank en smal en dus moesten ze er zeer voorzichtig instappen; ze durfden zich nauwelijks te bewegen uit vrees voor omslaan. Het was werkelijk een griezelig idee, daar zo midden op het spiegelgladde meer te drijven, met wie weet hoeveel meters diepte beneden zich! 18. Plotseling echter gaf een der apen een geweldige schreeuw en binnen drie tellen was de hele massa apen spoor loos in het oerwoud verdwenen. Wat was er aan de hand? Dat bleek onze drie vrienden gauw genoeg: toen ze de oor zaak van de vlucht der apen ontdekten, stolde het bloed hun in de aderen van angst! Wekelijkse bijlage Zaterdag 22 Mei 1954 Fabriek te Kuweit levert dagelijks 4 Ms uiillioen liter. gigantische werk kostte 20 millioen gulden. Geen wonder dus, dat de bewoners van Kuweit grote verwachtingen heb ben van de nieuwe tijd, die voor hun land is aangebroken met de in wer king treding van de indrukwekkende fabriek aan de rand van hun stad, waar zonder ophouden zeewater in drinkwater wordt omgezet. Als hun voorspellingen uitkomen, zal Kuweit zich binnen afzienbare tijd een plaats veroveren onder de voor uitstrevendste en bloeiendste staten van het Midden-Oosten. De grote fabriek te Kuweit, NOG maar ruim vijftien jaar gele den was Kuweit het kleine on afhankelijke vorstendom aan de Noord-West-kust van de Perzische Gqlf een arm en onherbergzaam land. Behalve de ommuurde stad Kuweit en een paar dorpjes werd het domein van de Sheik slechts gevormd door een uitgestrekte woestijn, een onein dige witte zandvlakte, hier en daar onderbroken door kleine groene plek jes op de plaatsen waar de spaarza me regen wat gras had doen groeien. De voornaamste reden van Kuweits armoede was in die tijd het gebrek aan water. Waar de inwoners van het land putten groeven om water te vin den, kwamen zij meestal tot de ont dekking, dat dit water te zout was voor menselijk gebruik en er zat dus niets anders op dan het nodige zoete water te importeren. Zo ging Kuweit behoren tot de wei nige landen van de wereld, die voor hun drinkwatervoorziening op het bui tenland zijn aangewezen. Met sche pen en andere voertuigen haalde men het water van de Shatt Al Arab, de rivier, die Irak en Perzië van elkaar scheidt. Eenmaal in de stad aangekomen, werd het water overgegoten in blik ken en geitenhuiden en dan per auto, kameel of muilezel naar de verschil lende -stadswijken getransporteerd. Het was een even kostbare als tijd rovende gang van zaken. Als in de zo mer het gerucht zich verspreidde, dat er waterschaarste dreigde, steeg de prijs tot duizelingwekkende hoogte en het waterverbruik per hoofd was in Kuweit het laagst van de gehele wereld. TOEN in 1938 petroleum in dit ar me land werd gevonden, veran derde de economische situatie er wel dra op ingrijpende wijze. De grote olie-reserves onder de woestijn, die tegenwoordig de bron van Kuweits geweldige rijkdom vor men, konden niet geëxploiteerd wor den zonder water. De Kuwait-Oil- Company wilde echter niet afhanke lijk zijn van het dure transport van zoet water over zee of over land en bouwde te Mena-el-Ahrr.adi, vlak bij de olievelden ten Zuiden van de stad Kuweit, een installatie voor de ver damping van zeewater, waar dage lijks een hoeveelheid van 2.725.000 li ter drinkwater werd geproduceerd. Deze installatie voorzag niet slechts in de behoefte van de olie-maatschap pij, maar leverde bovendien dage lijks 1.136.000 liter water op, die door middel van een 45 kilometer lange pijpleiding van Mena-el-Ahmadi naar de stad werden geleid. Reeds tegen het einde van de Twee de Wereldoorlog bleek echter, dat de installatie van de Kuwait-Oil-Compa ny bij lange na niet in staat was te het zeewater wordt gedistilleerd. voorzien in de behoefte aan zoet wa ter, die door de intensivering van de olie-exploitatie en de grote toevloed van Arabische en Aziatische werk krachten uit naburige landen snel steeg. Om daarin te voorzien beval Sheik Abdulla Al Salim Al Subah enkele ja ren geleden de bouw van een grote fa briek voor het distilleren van zeewa ter, die zou moeten verrijzen vlak bij Kuweit, buiten de oude stadsmuren. ONLANGS is deze geweldige fabriek gereed gekomen. Dagelijks levert zij thans meer dan viereneenhalf mil lioen liter water, maar haar tien ver dampingsinstallaties kunnen, als het moet, vijfmaal zoveel produceren. Ruim twintig millioen gulden heeft zij gekost, maar heel Kuweit profiteert er van. De Britse ingenieurs, die de leiding hadden bij de bouw van deze gewel dige installatie, moesten heel wat pro blemen oplossen. Zo leverde het hoge zoutgehalte van de Perzische Golf bijvoorbeeld specia le moeilijkheden op. De verdampings installaties zouden namelijk een soort gelijke aanslag gaan vertonen als een gewone ketel, waarin steeds hard wa ter Vvordt gekookt. Speciale instru menten werden ontworpen, die dat aanslaan binnen de perken hielden. Aan het gedistilleerde water moes ten ook verschillende ingrediënten worden toegevoegd, voordat het voor consumptie geschikt was. Het enige waar de ingenieurs helemaal geen moeilijkheden mee hadden, was de brandstofvoorziening voor de verdam pingsketels. De olie, die daarvoor ge bruikt wordt, konden zij immers ter plaatse in overvloed uit de grond ha len... De nieuwe drinkwaterfabriek is nog maar nauwelijks in gebruik, of de constructeurs er van zijn al bezig met uitgebreide plannen voor irrigatie- werken, de aanleg van een uitgebrei de waterleiding door de stad, tankin stallaties voor de opslag van water, enzovoort, enzovoort. Mohammed Ali maakt nu al zestig jaar dag in dag uit schoenen en sandalen. Het was een hard be staan. De olie bracht voor zijn land een ongekende weelde. Mis schien wordt het leven voor de 75-jarige Mohammed Ali nu ook wat zonniger.... Wat is onder THERMIEK ie versiaan? Zweefvliegtuigen benutten stijgende luchtbellen (Van onze weerkundige medewerker.) IEDEREEN, die regelmatig per ra dio de weerberichten beluistert, zal weten, det een toevoeging van de thermische omstandigheden boven ons land bestemd is voor zweefvliegers. Zoals velen ook zullen weten bete kent „thermiek" niets anders dan op stijgende luchtbellen. Wij onderschei den verschillende soorten van ther miek, welke ieder bii een bepaald weertype past. DROGE THERMIEK. Op een zon nige en warme voorjaars- of zomer dag zal de zon de lucht, die op de grond rust, sterk verwarmen. War me lucht is lichter dan koude lucht, zodat op een gegeven moment zo'n warme luchtbel gaat opstijgen. Nu is deze verwarming der onder ste luchtlaag niet gelijkmatig. Boven zandgrond wordt de lucht belangrijk warmer dan boven grasland. Ook bo ven een stad wordt de lucht sterker verwarmd dan boven een bos. Juist boven deze sterk verwarmde gebie den zijn de thermische omstandighe den het gunstigst. De bel, die zich van het aardoppervlak losmaakt, be zit vlak bij de grond slechts een ge ringe snelheid. Eerst op enige tien tallen meters hoogte is de snelheid zodanig toegenomen, dat een zweef vliegtuig zich in deze opstijgende luchtbel zonder hoogteverlies *an handhaven of in gunstige gevallen zelfs mee omhoog wordt gevoerd. In het centrum van de luchtbel is de stijgsnelheid het grootst en zal de „Cumulus wolk" ideaal voor zweefvliegers. zweefvlieger, door kleine cirkels te draaien, trachten hoogte te winnen, daar aan de rand van zo'n opstijgen de luchtbel weer dalende luchtbewe gingen voorkomen. NATTF THERMIEK. Deze komt va ker voor dan droge thermiek. Het is voor de zweefvlieger gemakkelijker in natte thermiek te zweven dan in dro ge thermiek. De droge thermiek moet men op zoeken door over gebieden te vlie gen waarboven men opstijging ver wacht. Bij natte thermiek ontstaan cumu- liforme wolken, w.o. de bekende cu mulus of mooiweerwolk behoort. Voor al in en juist onder deze cumuluswol ken komt een sterke opstijgende lucht stroom voor. Door nu deze wolkjes op te zoeken en daar in of onder te gaan vliegen, is de zweefvlieger er van verzekerd dat hij „goed hangt". Om in een wolk te vliegen is de kennis van blindvliegen vereist. Dit brengt gevaren met zich mee, want niet zelden ontwikkelen de aanvan kelijk onschuldig uitziende cumulus wolken zich tot buienwolken met ge vaar voor zeer sterke opstijgende stromingen, ijsafzetting en onweers verschijnselen. Voor de zweefvlieger is het veel in teressanter in natte thermiek te vlie gen dan in droge thermiek, waarbij maar weinig te beleven is. Op dagen dat goede thermiek wordt verwacht, trekken op het zweefvlieg- centrum „Teriet" bij Arnhem enkele zweefvliegers er op uit. Dikwijls vlie gen ze twee tot Vijf of meer uren aanéén, om dan te landen in Bra bant of in Drenthe, maar soms ook in België of Duitsland. Men zweeft niet altijd met de wind mee. Onlangs presteerde het een zweefvlieger nog om heen en terug van Venlo naar Tilburg te zweven in één middag zonder tussenlanding. In een volgend artikel willen wij het nog hebben over: windthermiek, bui- enthermiek, frontthermiek, zeether- miek en hoogte thermiek.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 11