e 1 1 ir- iü MS s 0 m. JK a C3 Bi 0 0 0ï 1 0 mm p fi§ 1m WKk mek Mi M I m wk 'wk in iiü Éi 0 0 0 v? B H S 18 0 §1 fig n J 11 l i s m M J| 2 i9 m «t i m m W B» i a a 01 f m 0 1 m SP If De man van 1 oil mul Aprilletje zoet, geeft nog wel eens een wnfe hoed Te mógen leven! Af. VSt> l 'Udd« Z.I ZONDAGSBLAD auiustjuujuuz. 17 APRIL 1954 No. 194. B. J. Pranger. Den Haag. Correspondentie betreffende deze rubriek aan de heer W. Jurg. Jan Luykenlaan 12, Den Haag. Nieuwe opgaven Ditmaal beschouwen we het probleem van Viergever als het eenvoudigste van onderstaand drietal: wel een unicum product van deze hersenbre- 193. Het vraagstuk Pranger spant o.i. wat ingewikkeldheid betreft de kroon: een bijzonder verras sende ontknoping, die men in deze 10 om 11 stand niet zou vermoeden. No. 192. J. Viergever, Barendrecht. M m W W HP, M m X mm -vaa 'M tel Op 3933 krijgen we het volgende spel: 3. 39—33 16—21 4. 27x7 12x1 5. 33 x 24 18 x 27 6. 32 x 21 23 X 41 waarna de heer Belle tot winst besluit Dit lykt ons echter dubieus door 7. 4842 26X17 8. 42—37 41X32 9. 38 x 27 gevolgd door 36—25 en 35x24. waarna de remise oi. niet te keren is. Overigens is het nog de vraag of 3933 als derde zet in deze variant gedwongen is. Wij menen nl. dat dit niet het geval is. Maar we laten de be antwoording van deze vraag graag aan de lezers over en komen hier desge wenst op terug. Oplossingen m m m m m m mm» mk. - m m m mm Zwart; 8, 10, 12. 16, 18. 19, 24, 31. 36. 38. Wit: 21, 25. 26, 32, 37. 39. 41. 43. 47. -.9. 50. Alle vraagstukken, waarvoor geldt: wit begint en wint, tellen voor de lad derwedstrijd. Oplossingen inzenden bin nen 3 weken na plaatsing. Opmerking uit de lezerskring In onze verslagen van de wedstrijden om het persoonlijk damkampioenschap van Nederland namen wij o.m. het vol gende fragment op uit de partij tussen Zwart: 11 t/m 14, 17. 21 t/m 24. 27. 28. 30. Wit: 31 t/m 33. 35 t/m 39. 41. 42. 44. No. 193. Joh. v. d. Boogaard, Den Haag m M m m m m L: «V 0: H-, §5j M n u 0' B 3 m m m r 0 i a 0 0 O e m m m t ■ÉS 0 m No. 180. (J. H, H. Scheyen). Zwart: 9. 12. 15. 16. 27. 31. 34, 36. Wit: 25. 28. 30, 38. 30, 41, 47, 48. Opl.: 28—22. 48—42. 42—37. 47 x 27. 27—21, 30—24. 25 x 3. De meeste oplos sers hebben de moeilijkheid van het eindspel waarschijnlijk overzien. We kregei) hierover althans weinig opmer kingen. Toch bevat deze eindstand en kele prachtige en practische momenten. Men zie maar eens de volgende varian ten (zw. 27—32), 3 X 43!! en niet 3—38, wat door 1822 tot remise leidt (1520 a). 43—25 (20—24). 25—9 (18—23). 9—13 (24—29), 13—9! (29—33 of?), 9—14 (23— 29), 14—20 enz. en wint. A. (18—22), 43—38 22—28), 36—24 enz. In alle va rianten scherp. Bijzonder fraai. No. 181. (B. J. Pranger). Zwart: 5/10, 13, 19, 20. 24. 31. 35, 36. Wit: 17. 18, 22, 28. 30. 32. 38. 39. 41. 44. 47, 50. Opl.: 17—12, 22 x 2, 47 X 38, 38—33, 32— 27, 44—40!, 2—8, 8 x 40. 50x17. Van deze eindstand, de bekende „David en Go liath" van E. J. B. v. Vught (1889) gaven we reeds enige malen de oplos- No. 182. (Joh. v. d. Boogaard). Zwart; 2, 8, 10, 12. 13. 16, 18/20, 35. 36. 40. Wit: 26/29, 31, 37/39, 41. 47, 48. 50. Opl.: 29—23, 38—33, 28—23, 39—34. 4843. 47—42. 37—32, 31x4, 4 x 7, 26 x6 (1621), 61 (2127 andere varianten verliezen sneller), 1—18 (27—32), 18—23 (32—38), 23—29 (38—43), 26—40. 50x48. No. 183 (A. v. d. Elzen). Zwart: 7. 9, 10, 16/20, 22/24, 26. Wit: 27, 28, 31/35, 37, 44, 47, 49, 50. Opl.: 35—30, 34—29, 27—21, 47—12, 42—38. 37 x 48, 48—42, 49—43, 44 x 2 (19— 23 gedw.), 2—11 (34 of 3540), 50-45 en wint." Voor deze aankomende problemi9t een zeer verdienstelijke constructie. 35. 36. Wit: 14, 19, 20, 22, 25, 26, 32, 37, 41, 42. 45. 47. 50. Opl.: 22—17 (11x22 gedw.), 19—13, 45—40. 50 X 8. 26—21, 42 x 24. 47 x 38, 20— 15, 25X3. 3—9, 15X4 (13—19), 4x22 (19—23), 22—33 (5—10), 33—15 (10—14), 15—33 ^(1419), 33—15 (23—28), 15—10 No. 185. (J. Viergever). Zwart: 2, 6, 8, 9, 11. 13. 15, 16, 18, 19, 23. 25, 26, 45. Wit: 17, 21. 27. 29/32, 34, 37/39, 44, 48/50. Opl.: 26—24, 34—29, 48 x 39. 24—20'. 4440. 50—44, 27—21, 37—31. 32x12, 44 —39, 49x9 (24—30), 9—4 (30—35), 4— 18 (6—11), 18—22 (11—16), 22—6 (ook 224 wint). Een afwikkeling zoals we van Viergever gewend zijn, verder com mentaar is dus overbodig. Zwart: 6. 11/13, 15. 16. 18/20, 23. 24, 26 Wit: 22. 27. 28. 30. 32. 33. 35, 37/39. 43. 48 «en de remise forceerde: 1 37—31! 25x34 2 39x30 26X37 3 32x41 23;<21 4 33—28 18 X 27 5. 28—23 19 x 28 6. 30x26 Een belangstellende lezer, de heer J. W. v. Belle te Den Haag, vraagt zich echter af, of in de diagramstand 2025 van zwart wel gedwongen is. Hij geeft nl. de volgende mogelijkheid aan: 1. .24—29 2. 33 x 24 20 x 29 (Vervolg van pag. 5) Van heinde en ver, uit de gehele wereld komen belangstellenden naar het museum om het gelaat van de dode, dat een overgave en vast beslotenheid toont, waardoor men in hem ook nu nog de mens herkent, te aanschouwen. Engelse en Ameri kaanse televisie-deskundigen hadden er een reis naar Denemarken voor over ter vervaardiging van een kort filmpje van het gelaat, dat binnen kort in alle Engelse en Amerikaanse televisieprogramma's zal worden per- Amerikaanse archaeologen blijken ook bijzonder geïnteresseerd in de vondst van hun Deense collega's. Zij veronderstelden aanvankelijk dat men te doen had met een Spaanse mon nik... Zij ontwikkelden zelfs een theo rie volgens welke de monnik zou zijn gedood door volgelingen van Christus. De Deense archaeologen, die het ge hele onderzoekingsproces hebben ge leid, hebben deze veronderstelling naar het rijk der fabelen verwezen. Met grote zekerheid hebben zij im mers vastgesteld, dat de ,,man van Tollund" werd gedood vele jaren vóór de geboorte van Christus... KEES NOORDEWIER Cryptogram groene 3<CerM (Van onze weerkundige medewerker) HET komt gelukkig niet zo vaak voor als men wel eens meent te mogen veronderstellen, nl. dat er op een groene Kerst een witte Paas volgt. Vooral wanneer de Paasdagen vroeg zijn, komt het nog al eens voor, dat er nog enkele sneeuwbuien vallen. Het bovengenoemd weerrijmpje „April letje zoet" is echter oiet zo maar een rijmpje, maar af en toe ook wer kelijkheid. Voor twee jaar terug lag er op 1 April in een groot deel van ons land nog een laagje sneeuw, maar veel erger was het in April 1950. Het weerverschijnsel, dat zich in dat jaar op 25 April voordeed, was wel een hele bijzonderheid. In de namiddag van die dag begon het te sneeuwen en er viel zó veel, dat een groot deel van ons land onder een wit sneeuw dek lag Bijgaande foto is een opna me uit de Betuwe, waar dc kerse bomen al volop in bloei stonden, maar door de sneeuw niet meer af staken tegen het witte landschap. Gaan wij de oorzaak van deze zeer late sneeuwval opzoeken, dan zien we dat zich al enkele dagen een afge sloten zeer koude hoeveelheid lucht in dc hogere luchtlagen bevond, die wel koude put" wordt genoemd. Uit de radiosondeopstijgingen te De Bilt ver richt zien wij, dat de lucht op 5 kilo meter hoogte boven ons land een temperatuur bezat van 30 graden Celsius. Deze zeer koude en onsta biele lucht is er de oorzaak van ge weest, dat op dit middag van 25 April 1950 de neerslag in vrijwel geheel ons land in de vorm van sneeuw naar beneden kwam. Een bewijs alweer, dat ook al zijn de Paasdagen laat, een wit'e Paas toch mogelijk is. In 1949 beleefden wij xle warmste Paasdagen van de laatste 100 jaar. En wij hopen, dat, als er dit jaar zich iets bijzonders mocht voordoen, dit op warmte en niet op kou of sneeuw betrekking mag hebben. April doet wat hij wil. Daar schuilt een grond van waarheid in. Het is een overgangsmaand tussen de win ter en de zomer, zodat een sterke af wijking ons zowel winter- als ook zo merdagen kan bezorgen. Zo is de hoogste Apfil-temperatuur (30 graden) in ons land waargeno men in 1916 te Vlissingen en de laag ste (—8 graden) in 1905 te Winters wijk. Zo werden in De Bilt in April 19Ó6 en in 1915 totaal 11 tegen nor maal 4 vorstdagen waargenomen. Buitengewoon zomers was daarente gen April 1865, toen in De Bilt dc tem peratuur op 5 dagen boven de 25 gra den C. steeg. Kenmerkende weertypen voor April zijn dikwijls de hardnekkige hoge- drukgebieden over Scandinavië en de Noordzee, welke bij ons vele dagen schraal, droog en sterk zonnig voor jaarsweer brengen. Berucht zijn de krachtige oostenwinden, die soms wa re zandverstuivingen aanrichten. In het begin van deze week waren de vooruitzichten nog gunstig. Zonnig en warmer weer zal het feest van de Opstanding bij ons nog een fees telijker gevoel geven. Sneeuwval op 25 April 1950. In de Betuwe stonden de kersebomen in volle bloei. Horizontaal: 1 Pro sem is ohm. 4 in dit rijk ligt een -traptapijt niet voor een zwerver, 7 in de toonladder past zowel de kop als de staart van een uitgestor ven walgvogel, 8 onthoofd de worm en verwaarloos een onmeetbaar getal, 10 verf uit de piano om te tellen, 11 wat akelig als uit ijverig gaat, wat het bak sel doet rijzen. 13 dit dierenverblijf geeft moeite. 16 uit de stem komt Iets minder smakelijks. 18 de ezel voelt niets voor een tandeloos zoogdier. 19 een tor uit dit ras is een groter dier. paar voor de schrijflijn geeft een goed richtsnoer. 24 als redelijk er bij komt is het Juist andersom. Verticaal: 1 Deze roofvogel was eer der plat, 2 gooi het beentje maar uit het vruchtje van de roos voor aanzien, 3 deze Romein had er ook twee, 5 geen rode dooier meer, ,G een Argentijns werkman voelt niets voor geslotenheid, 7 het halsje van dc overste moet weg, 9 de schipper bekeek de omgekfeerde slede. 10 toch gevuld, ondanks teer uit revolutie, 12 "t insect is nu bedorven, 14 de zangnoot bestaat, 15 niet vroeg, dit leervak op school. 16 er is lef nodig voor gebruik in kleding, 17 de ofliceren stapten uit het smaldeel en lieten een boom achter, 20 in deze Noorse stad was eerst wat loos, 21 uit de schoolafdeling kroo^> een weekdier, 23 een wiel van Inzendingen per briefkaart uiterlijk Donderdagmorgen a s. aan het bureau van dit blad. In de linkerbovenhoek aan de adreszijde vermelden: „Puzzle-oplos- sing". Er zijn drie prijzen: 1. 5; 2. 2.50 en 3. 2.50. Oplossing kruiswoordraadsel 10 April HorlionUal: 1 Aanvallig, 6 onderwerp, 10 Ec. 11 es. 12 eb, 14 ton. 16 mi, li Nljl, 19 wijk, 20 bas, 21 wet, 22 bef. 24 leg. 26 el. 27 hok. 29 re, 30 Po, 31 en. 33 Transvaal. 36 slagregen. Verticaal: 2 Aan, 3 vleet, 4 luwen 5 Ier, 6 open, 7 dc. 8 es. 9 ptlk 13 bijbel, 15 os. 10 mijter, 18 lèf. 19 wei. 22 belt, 23 do. 29 geul.' 27 honig, 28 kevie, 30 pa, 32 na, 34 rol, 35 are. ZONDAGSBLAD 17 APRIL 1954 3 S VOOR óe VROUW 1 ii zie, enigen van de wacht kwamen in de stad om de over- priesters al het gebeurde te berichten. En in een vergadering met de oudsten kwamen zij tot een besluit en zij gaven den soldaten veel geld, en zij zeiden: zegt, zijn discipelen zijn des nachts gekomen en hebben Hem gestolen terwijl wij slie pen. En zij namen het geld en deden zoals hun gezegd was. Matth. 28: 11—13 en 15. Pilatus' wachten kan men niet vertrouwen, Zij vluchtten en hun liegloon zat wel goed! Maar Christus is gezien van Cefas en de vrouwen, Maria viel Hem diep ontroerd te voet. Die over Christus als een dode spreken Zijn voor de opgestane Heer op vlucht gegaan. Voor deze Levensmacht is zelfs de dood geweken, Het graf is leeg! De Heer is waarlijk opgestaan! En waar Hij gaat is licht, daar geurt het leven. Hij die Zijn Rijk zo schoon voor ons ontsloot, Heeft aan Zijn kerk het teken van Zijn trouw gegeven, Voorgoed beveiligd tegen hel en dood! Dat ons de vreugd van Pasen diep doordringe, De harten naar Zijn Liefde opengaan, Een psalm van lof en dank in ons ontspringe: Gij zijt ons eeuwig en ontfermend toegedaan! HERM. STEGGERDA. f-fEER, ik dank U dat ik leven mag." Zó begon een door rheumatiek ver groeide vrouw iedere nieuwe dag, die God haar schonk. Léven, dat ongrijpbaar Wonder, waar iedere vrouw, die een kind ter wereld brengt en de eerste kreet van de pasgeborene opvangt, iets van er vaart. Een levende ziel! Ook de om standers grijpt dit altijd weer aan als een Wonder, dat ons mensen geschon ken wordt en wijzelf niet vermogen te Hoe hangen we allemaal aan het le ven. Dat is niet iets, waarover wij ons behoeven te schamen. God heeft ons voor het leven geschapen. En al is er in ons leven geen grotere werkelijkheid dan de Dood, deze is tbch de grote tegennatuurlijke, de af schuwelijke, d.e niet by ons hoort. De dankbaarheid voor het te mógen leven ervaren toy in dit jaargetijde wel het sterkst, nu gans de schepping zich verjongt en vernieuwt. Wij kunnen het de vrome dichteres Jacqueline van der Waals zo navoelen, da* zij, na het bericht te hebben ont- dat zij zou moeten sterven, „Ik sprak niet goede dood, Ik spralc niet boze, Maar het dennebosje geurde En de rozen En ik had het leven nooit zó liefgehad". Te mógen leven. Eigenlijk zouden wij allen onze da gen moeten beginnen met het aan het begin van dit stukje genoemde dankwoord van die zieke, oude vrouw. En zéker, wij die gezond zijn. was hier maar naar toe gezeuld om dat ze niets beters wist. Kon zij de mensen, waar haar moeder jaren ge leden was geweest, niet vinden, of vielen ze haar tegen, dan was er al tijd nog het water. Uit haar school boekjes wist zij, dat er grote, brede rivieren in Holland waren... Waarom was ze eigenlijk dit krank zinnige avontuur begonnen... Wanneer het nu eenmaal zo was be schikt, dat er toch nooit een greintje geluk op je pad kwam, dan moest je ook maar geen pogingen doen om er zelf nog wat van te maken. Ze nam een homp oudbakken brood uit haar tas en begon te eten. De erg ste vermoeidheid zakte wat weg. Prettig stil was het hier. Reisden de mensen niet in dit gehucht?.. De gedachte, dat ze nu niet meer opge jaagd zou worden, schiep automa tisch ontspanning. Straks ging ze maar weer op pad. Het wrede onbe kende tegemoet... Kijk, daar liepen mensen in kleine groepjes Zondagse kleren droegen ze en sommigen hadden een gebeden boek in de hand. Wat voor een dag was het eigenlijk vandaag? Natuurlijk was ze de tel kwijt. Zondag, zou je zeggen... En dan opeens vulde zwaar klok gebeier de lucht. Bim, bam... In geen maanden, jaren misschien had zij zo- iete gehoord. Ze lachte wat wrang. Hier in dit land waren de kerkklok ken vrij om te beieren, te zingen. Ach, maar natuurlijk... Het moest vandaag een groot feest zijn... Pa sen... Nu ging zij het feest der Opstan ding op vrije grond uit de verte mee beleven. Uit de verte... Maar waren dit niet de klokken van haar redding?... Moei2aam stond ze op van de hou- De deur van de wachtkamer piep te, toen ze erdoor ging. Een weldadig zonnetje streelde haar gezicht. De schare van ingetogen kerkgangers groeide voortdurend aan. AI3 in een droom liep zij mee. En toen ze bij de oude kerk was gekomen, stond zij als een stenen beeld. Met verwezen blik... DE Heer is ons genadig geweest... Was dat de waarheid? Het lied van de Paasklokken zwol aan tot een machtige hymne. Toen schoot als een lichtende schicht een vreemde gedachte door haar hoofd: Nog vóór Pasen ten ein de zou zijn, was ze zeker, de mensen, die ze zocht, te zullen vinden. Ook haar wens was op het punt te worden vervuld. Tranen stroomden over haar wan gen, toen zij met de gelovige schare mee het kerkgebouw binnentrad. „Halleluja, halleluja... De Heer is waarlijk opgestaan!" Deemoedig boog Ilonka het hoofd... Want al beukt en kwelt en be nauwt dat leven ons nog zo, al slaken wij misschien wel eens de verzuchting: „Ik wou dat ik dood was", we hangen er toch aan. Maar ervoor danken, terwijl je diep in de ellende zit, ver mag alleen hij of zij, die uit het Paas feest leeft. Want daar in Jozefs hof is voor óns eeuwig, onverderfelijk leven aan het licht gebracht en daar heeft de Dood de genadeslag gekregen. De angel is hem ontnomen. Zij. die in Jezus Triumfator als in hun Heer en Zaligmaker geloven, héb ben nu het eeuwige leven. Door de poort van de dood gaan zij dit eens in volkomenheid leven. De hoofdlegerpredikant ds A. T. W. de Kluis schreef een boekje, dat enigszins cru aandoend tot titel draagt: „Heden overleed tot onze blijdschap De Dood". Maar dat is al lerminst cru, integendeel diep-ernstig Paas-evangelie, of beter gezegd: eeuwig-blij Paas-evangelie. Zeker, wij moeten allemaal eens sterven en ook de vroomste kinderen Gods kunnen doodsbang zijn voor die dood. En tóch is in dat donkere dal van angst en benauwenis Jezus, de Heer bij hen, om hen dóór die donkere tunnel te leiden in de heerlijkheid, die Hij voor hen verwierf. Nee, wij redeneren die dood niet weg, we spotten er niet mee, noch coquetteren met hem, zoals Anna Bo- leyn bijvoorbeeld, die tot de beul, toen deze haar zou onthoofden nog zei: „Wat een heerlijke ochtend!", maar we zien hem als een overwonnene. En nu is voor óns het leven, leven, léven! Door Pasen is alles anders, nieuw geworden! Die grote blijdschap van dit machtig feest kan een mensen hart haast niet bevatten. Laten we het „De Heer is waarlijk opgestaan!" toch laten zien en horen aan onze medemensen, waaronder er zijn, die van dit schone feest zo'n arm zalige caricatuur maken. Deze week werd er in mijn omge ving een Paas-modeshow gehouden, opdat alle dames en heren straks op z'n Paasbest gekleed zullen zijn. In een plaatselijk advertentie-blaadje lees ik deze advertentie: „de weg naar dc heerlijkheid leidt langs de trap naar de wijnkelder van restaurant.Op de avond vóór Goede Vrijdag houdt een banketbakker, die Christen en mee-levend kerklid is, een paaseieren- show; een ander adverteert met: „geen goede Pasen zonder onze (chocolade) Nu vind ik dit allemaal zo vreselijk niet uitgezonderd dan die twee ad vertenties), want we mogen met dank bare harten van al Gods goede gaven genieten, als wij er maar géén hoofd zaak van maken. Ook déze zijn vrucht van Christus sterven en opstanding. Wie die verrukkelijke chocolade eitjes van omtrent een gulden per ons kan betalen geniete ervan en late een ander meegenieten. Ik kan met eerlijke bewondering de kunstproducten van vele banketbak kers, die ran grote artisticiteit getui gen, bekijken. En nu bomen, struiken, planten, bloemen en vogels hun nieuwe jasjes aantrekken, zich tooien op z'n mooist tot lof van de Schepper, zouden wij dan achterblijven? We kunnen onze blijdschap ook mede uitleven in het ons kleden op ons paasbest. Maar dan vanbinnen óók op ons paasbest zijn! Dat zit 'm niet in dikke woorden of lange preken. Een zó vol zijn van Hém, dat wij al leen maar in het stof kunnen vallen aan Zijn voeten en „Rabbouni!" stamelen, dat is Pasen beleven, dat alléén maakt het leven, het leven waard. De Heer is waarlijk opgestaan! Nü te mogen leven, voor altijd! MARGARITHA. Mevr. B. te Den Haag. Aan zo'n adres kan ik u niet helpen en al zóu ik er één weten, dan zou ik nóg de verantwoording niet op mij durven te nemen, door twee mensen, van wie ik er één niet persoonlijk kén, te laten samenwonen. U voelt wel, daar kun nen de grootste narigheden uit voort komen. Denk om „de Hjn"l Boter en margarine ontlenen hun be lang voor ons lichamelijk welzijn niet alleen aan het feit. dat ze ons van vet voorzien, maar voornamelijk daaraan, dat ze ens de vitamines A en D leveren, die in spek niet voorkomen. Als aan deze beide voorwaarden is voldaan, d.w.z. als u dus zorgt naast vet spek ook die levensmiddelen te ge bruiken, die u van eiwitten en vitamines voorzien, kan dat spek zonder bezwaar uit een oogpunt van voedingsleer en met succes uit een oogpunt van smaak op het menu worden geplaatst. We moeten echter nog wel een kleine domper op de spekvreugdc zetten. Denkt u aan de slanke lijn? Wat u wint door het laten staan van taartjes en koekjes en door het vermij den van suiker in koffie en thee, ver liest u maar al te gemakkelijk als u vet spek eet. En dit geldt voor iedereen: al kunt u dan gerust eens vet spek eten, doe het niet te dikwijls en zéker niet da gelijks! Er is trouwens nog een andere oplos sing mogelijk: een speksoort, die onze dagelijkse portie vlees of vis in voedings waarde meer nabij komt en die de slan ke lijn niet bederft. Mogen we u helpen herinneren aan: mager spek? Goede mcnu'3 met spek: gebakken spek, capucijners. aardap pelen, koolsla en custardvla toe; zuurkoolstamppot met gekookt spek èn worst (fruit). gebakken spek, bieten, aardappelen en griesmcelpap toe; stamppot rauwe andijvie met gebak ken spek en hangop of yoghurt toe; stamppot rauwe andijvie, gebakken ei met spek (fruit). Pasen en eieren eten; beide begrippen zijn jo nauw geassocieerd, dat wc ons nooit meer eens afvragen eigenlijk, waarom nu feitelijk eieren op het Paas- menu verschijnen en bv. geen vruchten. Het eiéren-eten-gebruik is oeroud en gaat terug tot een 300 jaar vóór Chris tus. toen men het legproduct der hoen ders beschouwde als een symbool der vruchtbaarheid, dat potentiële wonder krachten bevatte. Zo is het ook te be grijpen, dat men de doden eieren mee gaf in het graf. Heel wat eieren zijn uit de Phoenicische graven opgedolven. De wonderbaarlijke, levendmakende kracht van het ei was overdraagbaar op onbezielde dingen. Daarom begroef de boer wel eieren in dc akker of meng de hij onder het zaaikoren eierschalen. En ook tegen ramp en ongeval, leed en ziekte, had het ei afwerenae eigenschap- Onze kerkvaders kerstenden het hei dense gebruik van eieren-eten op Pasen. Voortaan zou het een symbool zijn van nieuw ontwakend leven, symbool van Christus' opstanding. ,,Aflaat"-eieren waren eieren, welke op Witte Donderdag of Goede Vrijdag wa ren gelegd. De geestelijkheid verstrekte ze tot aflaat. De kleur der ..heidense" gebruikte eie ren was: rood, tot eer van Donar, geel ter ere van de godin der Lente. Ostard, maar na de kerstening alleen zwart, wit en paars, d.w.z. men gaf ze dc kleur van het kazuifel dat de priester droeg op Palmzondag, Goede Vrijdag en Pa sen. Wie van ons zal, wanneer hij een be hoorlijke portie eieren consumeert op de Paasdagen, nog denken aan de bete kenis, die men aan het ei aanvankelijk gaf?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 9