Slikj
UMpf
Sallgl
ruïneó van
^Pietje uló en jantje oppe
BELEVEN SPANNENDE AVONTUREN
C 14de nieuwe tijdsduurmeter
DOOR G. TH. ROTMAN
11 -
72. ,,Een andere keer!" zei de kruide
nier. „Ik heb voor jou ander werk". Hij
pakte boodschappen in een grote mand,
gaf Jantje de adressen, waar ze bezorgd
moesten worden en hing hem de mand
om z'n arm. Sjongejonge. wat was dat
vrachtje zwaar! Maar Jantje wou flink
zijn; hij stapte stevig voort en floot 'n
vrolijk deuntje. Kwam hij Pietje nu
maar 'ns tegen!
73. Met grote stappen stevende Jan
tje naar de buurt, waar Pietje met de
carrier heengestuurd wasDie bood
schappen komen straks wel terecht!"
dacht Jantje, „als de mensen ze maar
krijgen, da's de hoofdzaak! Of dat nu is
of over 'n uur. maakt zoveel niet uit!"
Wacht, daar kwam Pietje al aan, hoor!
„Meerijen?" riep hij al uit de verte.
Nu, dat behoefde hij geen twee keer te
zeggen! Jantje zat in drie tellen boven
op de bak.
74. Na een kwartiertje rondgetoerd te
hebben, alsof er geen klanten bestonden,
kwamen ze aan de brug over het kanaal.
Vlak daarnaast was een afrit, die naar
een pad vlak langs het water voerde.
„Durf je daar af?" vroeg Jantje, ,,'k
Zou niet weten waarom niet!'' pochte
Pietje, en meteen stuurde hij de helling
af...
75. Maar op hetzelfde ogenblik werd
Pietje bleek van schrik. De helling was
steiler dan hij dacht; hij raakte de
macht over zijn trappers kwijt en kon
zijn vaart niet meer inhouden. De rem
werkte niet! En daar, vlak naast hem,
dreigde het water, en recht vóór hem
doemden een paar hengelaars op en een
meneer, die naar hen stond te kijken...
76. Boem! Help! Plons! Plons! De car
rier vloog van achteren tegen de henge
laars aan en duwde hen in 't water,
mitsgaders hun bewonderaar! Het vol
gend ogenblik botste de carrier tegen
een paal en bleef staan, terwijl Jantje
en Pietje door de schok er af vlogen...
77. Jantje stootte zijn gezicht lelijk te
gen de paal en stond even later aan
de kant te huilen. Z'n mand met bood
schappen was het kanaal in gevlogen.
Pietje was de hengelaars achterna het
kanaal in gevlogen, maar hij kon goed
zwemmen. Hij wist de boodschappen
mand te pakken te krijgen en apporteer
de hem netjes als een braaf hondjel
78. Ook de andere drie wisten zich.
aangezien het kanaal niet diep was,
spoedig op het droge te helpen. De een
was zijn pijp kwijt, de ander zijn hen
gel, terwijl de derde tot zijn ergernis
vaststelde, dat zijn jasje, dat hij pas
had laten verven, helemaal kleurloos
geworden was. Geen wonder, dat ze alle
drie geweldig uit hun humeur wegsjok-
ten...
79. Snikkend duwden Jantje en Pietje
de gehavende carrier weer tegen de
helling op. Jantje vond. dat Pietje nu
maar eens voorop moest gaan zitten,
dan konden z'n kleren in de wind dro
gen; hij moest de mand dan ook maar
vasthouden, ook om te drogen. Tot alles
droog was, zouden ze dan maar wat
door het park rondtoeren, want de bood
schappen kletsnat afleveren, dat ging
niet!
Wekelijkse bijlage
Zaterdag 3 April 1954
TIEN EEUWEN OUDER DAN MEN VROEGER DACHT
/-■ SHEIMZINNIG EN INDRUK-
WEKKEND zijn de ruïnes van
Zimbabwe. Zij liggen op ruim 25 ki
lometer ten zuidoosten van Fort Vic
toria, Zuid-Rhodesia's oudste stadje.
Die ruïnecomplexen hebben sedert
hun ontdekking (omstreeks 1890) de
wetenschap voor menig raadsel ge
plaatst. Geleerden van naam en faam
beproefden hun krachten en hun
kennis op die tempelresten, brokstuk
ken van versterkingen, mijnen en an
dere bouwwerken.
Welk volk bouwde Zimbabwe'
Phoeniciërs, Arabieren, de Afrikanen
zelf? Aan welke godheid waren die
reusachtige tempels eens gewijd?
Waarom en hoe gingen zij onder, die
machtige bouwwerken, verscholen in
de wildernis?
Een stellig antwoord is tot dusver
op die vragen niet gegeven. Op één
punt waren de mannen der weten
schap het echter tamelijk eens gewor
den: Zimbabwe, zeiden zij tot voor
kort, is niet zo heel oud, het dateert
ongeveer uit de vijftiende eeuw.
Deze theorie is echter niet langer
houdbaar. Thans is aan het licht ge
komen, dat de vorsers der vorige
eeuw het meer bij het rechte eind
hadden dan de geleerden onzer eeuw.
Immers, in de vorige eeuw schatte
men Zimbabwe's ouderdom veel ho
ger dan 500 jaar en sedert korte tijd
weten wij, dat Zimbabwe ongeveer
tien eeuwen ouder is dan de geleer
de wereld tot voor kort aannam.
Dit betekent natuurlijk, dat meni
ge theorie omtrent de bouwheren van
Zimbabwe en hun beschaving hetzij
herzien, hetzij geheel afgezworen
moet worden.
<~Oroege merel
Als de zon nog is gedoken
zilvert reeds uw lichte lied,
buigzaam vloeiend en gebroken,
in de schemer van 't verschiet.
Bij de klank van kleine schellen,
kristallijn doorschijnend puur,
komt uw hartstocht zingend wellen
uit het diepe morgenuur.
Levend lied van wat verlangen
uit het wassend licht verwacht,
parelend en onbevangen
boven grondtoon van de nacht.
Ouverture van de dagen,
inzet op hun bly koraal,
begeleid van ijle slagen
op een zilveren cymbaal.
Koren zijn u bijgevallen
tot uw jubel glorie won
boven 't schoon, gedragen schallen
der bazuinen van de zon.
KO HAAK.
TJET instrumentje, dat enerzijds roet
strooide in het eten der geleer
den en hen anderzijds hielp om een
vergissing te herstellen, is heel
klein en stralend.
Het ontstond in de buitenste lagen
van de dampkring onzer aarde.
Hoe? Uit de onmetelijke verten der
wereldruimte dringen geheimzinnige
kosmische stralen in die buitenste
dampkringlagen door. Hun energie is
zó groot, dat zij daar heel kleine
deeltjes doen ontstaan, die wij neu
tronen noemen.
Als deze neutronen in botsing ko
men met stikstof-atomen, ontstaan
koolstof-atomen, die weliswaar che
misch gelijk zijn aan „gewone" kool
stof-atomen, doch zich van deze on
derscheiden doordat zij radio-actief
zijn. Daarom worden zij niet aange
duid met de gebruikelijke koolstof-
letter C, maar met C-14.
Zij zijn radio-actief, hetgeen bete
kent, dat zij ongeacht, hoe zij ge
bonden worden, dus als koolzuurgas,
als delen van mens, plant of dier
de eigenschap hebben om uiteen te
vallen. Zij worden dan weer tot stik
stof-atomen en bij dat procédé komt
voortdurend straling vrij.
Het tempo waarin dit geschiedt, is
geheel onafhankelijk van aardse om
standigheden of invloeden, en is bo
vendien constant. Hierin schuilt de
betekenis van C-14 als „tijdsduurme
ter".
Het is voorts komen vast te staan,
dat de radio-actieve koolstof-atomen
zich in de loop van onheuglijke tijden
vrijwel gelijkmatig hebben verdeeld
over alle koolstof op aarde, ongeacht
of zij zich bevindt in de lucht, in het
water of deel uitmaakt van levende
wezens. Voorts weet men, dat het
tempo waarin de „afbraak" der C-14
atomen plaatsvindt even snel is als
dat van hun aanmaak in de hoogste
lagen van de atmospheer.
Op grond van een en ander kan
men constateren, dat zich in alle le
vende stof en ook in sommige minp-
rale koolstofvormen een bepaalde hoe
veelheid C-14 atomen bevinden. Sterft
een levend wezen, dan eet het niet
langer en haalt geen adem meer. Het
neemt dus na zijn dood geen nieuwe
C-14 atomen op,1 maar de irt het stof
felijk overschot aanwezige radio-actie
ve koolstof-atomen blijven onderhevig
aan het afbraakprocédé.
Zo zal, bij voorbeeld, het hout van
een pas gevelde boom een maximaal-
grote dosis radio-activiteit vertonen,
terwijl sommige steenkoolsoorten, ont
staan uit millioenen jaren geleden af
gestorven bomen en planten, geen
spoor van radio-activiteit meer ver
tonen, omdat al hun C-14 atomen in
middels „afgebroken" zijn.
T\ ANK zij die ,,zelfmoord"-neiging
der C-14 atomen, beschikken wij
over een methode om de ouderdom
van een brok hout, een schelp, een
schedel of van graankorrels uit een
Egyptisch koningsgraf tamelijk nauw
keurig te bepalen.
Wij behoeven slechts de (resteren
de) mate van radio-activiteit te me
ten om te kunnen zeggen (het af
braak-tempo is bekend), hoe lang ge
leden het ophield om „levend" te
zijn.
Het prepareren van het materiaal
eist veel zorg en de berekeningen zijn
verre van eenvoudig, terwijl zij te
vens het gevaar van fouten maken in
zich sluiten, doch de huidige instru
menten der atoom-physica zijn zo ge
voelig, dat zij de mate van radio-ac
tiviteit nauwkeurig kunnen bepalen.
Aan de hand van voorwerpen uit
't verleden (Babylonië, Egypte), wel
ker ouderdom men uit anderen hoof
de kende, heeft men de C-14 methode
getoetst. De conclusie was, dat de
C-14 techniek in hoge mate betrouw
baar is.
Het beste leent zich de methode om
de ouderdom vast te stellen van voor
werpen, die ouder zijn dan 500 en jon
ger dan 20.000 jaar.
Een der geleerden, die tot verras
sende resultaten kwam met betrek
king tot de ouderdom van archaeolo-
gische en geologische vondsten uit
verschillende plaatsen op aarde, is de
Amerikaanse professor Libby.
Toen enige tijd geleden in een der
muren van een tempel te Zimbabwe
een paar stukken hout werden gevon
den, besloot men ze aan de C-14 toets
te onderwerpen.
Vol spanning wachtten de mannen
der wetenschap op de uitkomsten van
de proef.
Het resultaat? We vermeldden het
reeds. Zimbabwe is duizend jaar ou
der dan werd aangenomen op grond
van andere aanwijzingen. Het ont
stond niet in de vijftiende eeuw, doch
omstreeks 500 n.C.
Stellig is de toekomst van C-14 als
„maatstok van de tijd" groot. C-14
zal een waardevol hulpmiddel blijven
voor historici, geologen en archaeo-
logen, althans zolang de mens er
niet in is geslaagd om in het verle
den te schouwen, om terug te blik
ken in de tijd.