DR. ALBERT SCHWEITZER
Ziekte- en doodsoorzaken
Het Europese stamvolk mag hen
niet in de steek laten
••r; .V?.-4fr'
r>
m
ZONDAGSBLAD 27 MAART 1954
kreeg Nobelprijs
Hoe hij op het bericht reageerde
ZO men weet is onlangs aan dr Al-
bert Schweitzer de Nobelprijs voor de
vrede toegekend, 't Is interessant te ver
nemen hoe de tijding hiervan in Lam-
barene (Franse Congo, waar de wereld
beroemde man sinds vele jaren werk
zaam is) bekend werd.
Een bloedverwant van de dokter ving
op een avond door de radio dit bericht
op. Aanstonds begaf hij zich naar de
kamer van zijn chef en Albert Schweit
zer, opgeschrikt uit zijn schrijfwerk,
hoorde het nieuws. Hij boog het hoofd
en was ontroerd. Dankbaar, dat zijn ge
dachte ..eerbied voor het leven" er
kend wordt en veld begint te winnen,
blij omdat hij nu onbezwaard door geld
zorgen doorgaan kan met het bouwen
van het dorp voor de melaatsen. Nu
kan hij ook andere instellingen die nood
lijdend zijn helpen.
Alles aanleiding tot grote vreugde en
toch... er was een wolk op ziin voor
hoofd en zacht kwamen daar de woor
den: ,,Ach, ik kom mijzelf voor als de
illustratie van het machtige woord van
Jezus: Wie heeft, die zal gegeven wor
den. Ik krijg prijzen en onderscheidin
gen, omdat ik door onderscheidingen
al bekend ben. Ach. en ik sta anderen
in de zon, die ook zouden willen dat
licht op hen viel en die het ook verdie
nen en nodig hebben. Deze overweging
begeleidt mij op het laatste gedeelte
van mijn pelgrimstocht op deze aarde."
De andere morgen om half zeven stond
de drager van de Nobelprijs met enige
arbeiders een verblijf in orde te ma
ken voor een wild zwijn, dat bem ge
bracht was met gezwollen poten, waar
van hij er maar drie gebruiken kon.
Geen Nobelprijs heeft dr Schweitzer
van zijn inspannende arbeid kunnen af
houden, hetzij dan dat hij bezoekers die
hem kwamen gelukwensen moest te
woord staan en vaak nam hij deze mee
naar het arbeidsterrein, waar hij dan
ondertussen toch aanwijzingen geven
kon.
De Hollandse zuster Ali Silver kwam
na het radiobericht de antiloop naast
de kamer van dr Schweitzer verzorgen.
Albert Schweitzer zei: „Zo. kom je ook
gelukwensen?" waarop zij, die nog niets
wist, antwoordde: „Heeft de poes al
jongen?" Albert Schweitzer lachte en
vertelde het nieuws.
Deze interessante mededelingen zijn
ontleend aan een artikel van mevrouw
H. ObermanOberman in het laatste
nummer van het maandblad ..Timo-
Deze Hollandse medewerkster van dr
Schweitzer vertelt nog meer aardige
bijzonderheden over Lambarene, waar
uit blijkt welk een grote plaats de vele
dieren in 't leven en in 't hart van de
grote dokter innemen.
Vlak naast de schrijftafel van dr
Schweitzer ligt op een zak zijn jonge
hond. Tsjü-tsjii. Als de dokter naar het
in aanbouw zijnde meldatsendorp gaat,
mag de hond mee. Wanneer hij dan
een kip achterna jaagt, zegt zijn baas:
..Dat mag je niet meer doen nu wij
vredeprijsdragers zijn!"
Op een lat boven het eind van zijn
schrijftafel zitten twee papegaaien met
elkaar te keuvelen. En tussen Schweit-
zers schrijvende hand en de lamp heeft
Sisi zich gezet, een oude, waarlijk on
ooglijke kat, „maar met een lief karak
ter". Een andere kat ligt zich tot vlak
voor de komst van de kleintjes te war
men onder zijn lamp, en als ze gebo
ren zijn is de liefste plaats om ze te
voeden Schweitzers schrijftafel, midden
tussen de paperassen.
AUe dieren hebben een eigen naam.
Een wild zwijn luistert naar de naam
van Tekela, twee chimpansees naar die
van Romeo en Julia. Een jonge peli
kaan heet Parsifal, een oude gans Lize
Op 14 Januari jl. vierde Albert
Schweitzer zijn 79ste verjaardag. Aan
de middagtafel hield hij een korte rede.
Het was een woord van dankbaarheid.
Eerst zei hij, dat hij zich zijn leven an
ders voorgesteld had, dat hij gedacht
had veel eerder met zijn werk in Lam
barene op te houden, om ergens in een
plaatsje in de Elzas als dominee te
werken, om tijd te vinden zijn hand
schriften af te maken. Dat hij niet ge
dacht had zo oud te worden, maar nu
toch dankbaar was dit werk nog te
mogen doen. En toen betrok hij er al
zijn medewerkers en -werksters in, zon
der wie hij dit alles niet zou kunnen
doen.
ztjn schrijftafel te Lambarene.
Verkeersongevallen en verontreiniging van
maken vele slachtoffers
lucht
(Van onze medische medewerker)
het leven
wereld
er op uit is om
tens te bescher-
zo lang mogelijk te doen
zijn.
Zij beperken zich niet meer tot het
ziekbed, zij beperken zich ook niet
meer tot het voorkomen van infecties,
maar zij nemen een plaats in, die
steeds verder van het ziek- of sterf
bed verwijderd is, omdat men de laat
ste tijd steeds meer en meer is gaan
inzien, dat alleen op deze wijze een
effectieve bestrijding van ziekte en
bij de positieve gezondheidszorg, d.w.
S>e trap (XVIII)
r\E bezoeker is nu op de eerste
etage en hij neemt maar meteen
de deur aan de zijde pan de trap.
Hij klopt aan, en als er niet meteen
geantwoord wordt, licht hij de
klink brutaalweg op en stapt bin
nen. Wie zijn woning niet afsloot,
heeft er tenslotte ook vast geen
bezwaar tegen dat zoiets gebeurt.
Bovendien. zo by het overzien
van het interieur der kamer en
van de mensen, die zich daarin
bevind en, wéét hij dat hij hier
gerust zo mag binnenvallen. Hij
kent hen immers en zij kennen
hem. Een vrouw van zo rond de
veertig jaar. Een jongere vrouw
van omtrent de twintig met een
babytje op de schoot. Wel. het is
nog maar enkele jaren geleden dat
dat jonge moedertje een clubkind
was, dat mééging naar het eerste
lentekamp van de wijk. In 1948 was
dat, en het zyn destijds de lezers
van aeze rubriek geweest, die dat
eerste kamp hebben mogelijk ge
maakt. Spontaan na één verhaaltje
er over met een stroom van giften.
De bezoeker voelt zich opeens
heel dankbaar en blij. Het is net
alsof God zijn gebed daarboven op
het overloopje terstond verhoord
heeft. Maar goed. dat h{j dóórge-
gaan is met zijn bezoeken. Zie je
wel, nu mag hij toch even rusten
als een vogel op zijn nest. En bo
vendien: nu kan hij later toch eens
die helpers uit de krant vertellen
dat hun geld werkelijk niet in een
bodemloze put werd gegooid. Dat
elk kwartje en elk guldentje zin
vol was, omdat daar destijds die
vijftig meisjes, die vandaag aon de
dag ten dele al getrouwde vrouw
tjes en moeders zijn in een wezen
lijk contact werden gebracht met
Christus.
Hij kent hen en zij kennen hem.
Ze lachen als ze hem zien. Ze zeg
gen dat ie zijn jas moet uitdoen en
dat ie gauw moet gaan zitten en
dat het zo leuk is dat hij nu meteen
de baby kan bewonderen. Dat het
alles zo prachtig treft, want het
jonge moedertje woont niet meer
in de uiyk: ze is hier maar een
middagje bij haar moeder op be
zoek. Neen, het kon met beter tref
fen. En de bezoeker doet wat hem
VOLKSWIJK
gezegd wordt. Hij doet het maar al
te graag! Het is mogelijk zelfs wat
kinderachtig of moet ik het opa
achtigvan hem noemen?.' maar
hij krijgt zowaar die baby even in
zijn armen, en hij voelt zich opeens
heel diep ontroerd als hij kijkt in
die glanzende kinderogen. Er schiet
een tekst door zijn hoofd. Een tekst,
die over een heel ander Kind gaat:
„Een kind is ons geboren, een zoon
ons gegeven.Op een of andere
nauwelijks te benaderen en zeker
niet duidelijk onder woorden te
brengen manier heeft dat Kind im
mers met dit kind te maken. Omdat
Maar het is alles terecht ge
komen. En hier zit ze nu met
haar zoontje
het niet alleen maar een zoontje
van een clubkind is, maar omdat
dit clubkind langs de dennelaantjes
van een kamp tot Christus en tot
de kerk is gekomen. Omdat dit
nieuwe leven deel uitmaakt van de
gemeente.
Het zoontje lijkt op z'n moeder.
Het heeft dezelfde ogen, hetzelfde
wilskrachtige kinnetje, hetzelfde
parmantige neusje. Over een aan
tal jaren zal het als moeders even
beeld ronddansen over de wereld,
zoals zij dat deed daar in dat kin
derkamp van zes jaar terug. En
toch zal er iets anders zijn. Dit: het
zal iets meer van Christus weten
dan zijn moeder in haar jeugd.
Want die had nooit van Hem ge
hoord. Die had haar eerste, beslis
sende ontmoeting met Hem in dat
zelfde kamp, dat altijd op de ach
tergrond van haar leven zal blijven
staan. De bezoeker weet dat alle
maal zo goed. Ze was zo'n drukte-
schoppertje. Ze was feitelijk razend
lastig. 2e stelde zich aan als een
duvelig filmsterretje. Als de ande
ren aten, lustte zij juist niets en
als de anderen speelden, kwam ze
nukkig vertellen dat ze zo'n trek
had. Als er geslapen moest worden,
maakte ze spektakel en als er ge
zongen werd, wou ze naar bed.
Dwars tegen de tucht in! Maar op
een gegeven moment heeft iets
haar gegrepen en is de grote ver
andering in haar leven gekomen.
Opeens en tegelijk allengs. Het is
niet gladjes gegaan en de club
leiding heeft nog vaak genoeg zijn
hart vastgehouden. Maar het is
alles terecht gekomen. En hier zit
ze nu met haar zoontje, dat als
twee droppels water op haar lijkt!
Al gedoopt?" vraagt de be
zoeker. Het is even zijn gevoel voor
kaartsysteemorde, dat om de hoek
komt gluren, maar het is tegelijk
toch nog wel iets meer. „Ja", zeggen
de vrouwen, „Ja, natuurlijkEn
iets in de bezoeker juicht. Dat is
dus mogelijk: het kan nog natuur
lijk wezen dat er een kind gedoopt
is. Het kan dat op een trap van een
volkswijk waar nauwelijks één op
de twaalf kinderen nog als mogelijk
doopcandidaatje in aanmerking
komt. Het kan dat ten overstaan
van een andere gemeente en een
andere predikant, ver van de uolks-
wijk af. Dan heeft daar iets heel
diep wortel geschoten ni het hart
van de jonge ouders! Wat allemaal
te maken had met een kamp van
zes jaar geledenEn dan denkt
de bezoeker aan dat andere meis-
ke boren, waar niemand er aan
doet en die hij spontaan beloofde
ook méé te zullen nemen. Ook dat
kind moet haar kans krijgen, zoals
destijds deze jonge vrouw. En de
lezers zullen dat nu best begrij
pen! WIJKPREDIKANT.
z. bij zijn maatregelen om de ge
zondheid te bewaren, de hulp van
vele andere deskundigen nodig heeft.
Nu via grote wereldorganisaties de
problemen in verband met ziekte en
gezondheid overal aangepakt worden,
krijgt men te maken met vaak grote
moeilijkheden, die zich vroeger niet
voordeden.
De bevolking van de binnenlanden
van Afrika b.v. is zo zeer gebonden
aan eigen opvattingen, dat het alleen
mogelijk is om medisch-hygiënische
maatregelen ingang te doen vinden,
als andere deskundigen, die studie ge
maakt hebben van de eigen aard van
de bevolking, van de door hen aan
gehangen godsdienst en van de so
ciale omstandigheden in langdurige
en vrij moeizame besprekingen en
handelingen de weg voor de artsen
geëffend hebben.
In de beschaafde landen moet men
eveneens de hulp van de deskundigen
op andere gebieden aanwenden om
ziekte en ongeval zo veel mogelijk te
verminderen, om gezondheid en vali
diteit het bezit te doen zijn van een
«o groot mogelijk deel onzer mede
mensen.
DE artsen worden dagelijks gecon
fronteerd met een groot aantal
ziekte- en doodsoorzaken. Nu eens
wordt in groter verband de ene groep
eentraal geplaatst, dan weer een an-
Zo heeft men ook een onderzoek in
gesteld naar de sterfte door ongeval
len op de weg. Men heeft daartoe bij
de artsen in vijftien landen verschil
lende gegevens verzameld.
Van nature hebben jonge mensen
«en gering sterftecijfer. Uit het zoë-
ven genoemde onderzoek is echter ge
bleken, dat de helft van hen die ster
ven tussen de 15 en 24 jaar gedood
worden door verkeersongevallen..
De auto's zijn verantwoordelijk
voor meer dan 70 pet. van deze
slachtoffers.
Van alle jongens onder de 5 jaar in
Engeland, die sterven tengevolge van
verkeersongevallen, staat ruim 92 pet.
op rekening van de motorvoertuigen.
Het grootste contingent van hen komt
om bij motorongevallen.
De meisjes staan er nog slechter
voor. In Finland, Ierland en bij de
Europese bevolking in Zuid-Afrika
bedraa
iets soortgelijks
Nieuw Zeeland bv.
door motorvoertuigci
In sommige landen heeft men onge
veer een even groot sterftecijfer door
verkeersongevallen als door t.b.c. Als
doodsoorzaak zijn dus verkeersonge
vallen veel gevaarlijker dan vele
ziekten, waaronder bv. nierontsteking
en suikerziekten en wat de kinderen
betreft bv. mazelen, hersenvliesont
steking, diphtherie en zelfs kinkhoest,
die een van de voornaamste moorde
naars is in do prille jeugd.
artsen kunnen deze feiten en
getallen slechts signaleren.
Deskundigen van het verkeer en de
weg moeten hier met de artsen mee
strijden om ernstige bedreigingen van
gezondheid en volwaardigheid tegen
te gaan.
Ik wil in dit verband ook nog wijzen
op de verontreiniging van de lucht,
die wij dagelijks inademen, door
de steeds verdergaande industrialisa
tie, waarbij verschillende dampen
vrijkomen, die een nadelig effect kun-
D'
ZONDAGSBLAD 27 MAART 1954
DE INDISCHE NEDERLANDER (VIII)
Vooral de onbemiddelde vrouwen en meisjes licbben thans in Indonesië vreselijk te lijden
(Slot.)
flOOR haar bewogen geschiedenis en
de omva,ngr\jke taak in de laatste
halve eeuw is de Indisch-Nederlandse
groep (historisch) gegroeid tot een
markant Nederlands volksdeel, zoals
de Friezen, Limburgers en Hollanders.
Het is waar, dat de groepsleden een
bepaalde drang tot saamhorigheid en
zich verenigen opbrengen, doch dit
wil geenszins zeggen dat zij zich niet
bovenal zien (en wensen blijven te
zien) als integrerend deel van de
groot-Nederlandse natie.
Deze beginselvastheid is vaak de
tragiek genoemd van deze Oosterse
tak van de Nederlandse stam. We
zijn geneigd dit te onderschrijven in
dien we een kijkje nemen in het hui
dige Indonesië, waar ruim driekwart
der aldaar vertoevende 100.000 Indi
sche Nederlanders in kommervolle
omstandigheden verkeren, en een be
ter bestaan in ruil voor het verwer
pen der Nederlandse nationaliteit
beslist afwijzen.
Indisch-Nederlandse typiste.
Hoe vreemd dit ook moge klinken
na de politieke debacles der laatste
jaren: de Indische Nederlander is
trots op zijn Nederlandse nationali
teit. Ook een sterk gevoel van eigen
waarde alsmede de mentale, cultu
rele, historische en geestelijke te
genstelling tot de autochthone Indo
nesiër behoren tot de belangrijke fac-
Er is geen republikein of hij weet
te vertellen, dat dit of dat familie
lid door een Indisch-Ncderlands mi-
zich de toorn en wrevel
autochthoon op de hals gehaald. Dit
is niet te onderschatten en het laat
zich aanzien, dat het een eeuwenlange
MEN kent in Nederland de inten
sieve haat van de Oosterling niet,
noch de venijnige methoden van on
derdrukking en liquidatie-politiek.
Uit een door mr. T. Q. Dekker ge
schreven hoofdartikel van het In-
disch-Nederlands periodiek „Rapat-
nen hebben op de gezondheidstoe
stand van de mens.
Velen uwer zullen zich het grote
aantal sterfgevallen in het jaar 1930
herinneren, dat in het Maasdal is
voorgekomen tengevolge van een bij
zondere samenwerking van klimatolo
gische factoren, die een schadelijk
industrie-gas in een bepaalde land
streek deed neerwervelen, waarvan
velen het slachtoffer geworden zijn.
Onlangs zult U in de courant gele
zen hebben, dat er in Antwerpen een
congres gehouden is waarop door di
verse deskundigen verontreiniging
van de atmosfeer besproken is.
De lucht, die wij inademen, dient
op verschillende plaatsen regelmatig
geanalyseerd te worden. Het spreekt
vanzelf, dat vele deskundigen uit de
verschillende takken van industrie te
hulp geroepen moeten worden om fa
bricage van bepaalde stoffen te kun
nen voortzetten onder andere omstan
digheden, wanneer schadelijke lucht
verontreiniging daarvan het gevolg
zou zijn.
eenheid", lijforgaan van Pro Patria,
de sterkste Indisch-Nederlandse groe
pering in Nederland, citeren wij:
,,Eén dezer dagen ontvingen wij een
brief uit Indonesië: een noodkreet...
Deze brief beschrijft het lot en de
toekomst van de (Indische) Neder
landers aldaar. En wel speciaal het
lot van de onbemiddelde Indisch-Ne
derlandse vrouw en haar kinderen.
Hier wordt beschreven hoe vele,
hooggeplaatste personen, met naam,
toenaam en adres genoemd (niet-Ne-
derlanders), voldoen aan hun bestia
le instincten en lusten door op de
meest onterende manier misbruik te
maken van de nood onder de .groep
der Indische Nederlanders. Hoe de
verkoop van vrouwen in Djakarta in
jes van 15 a 16 jaar, door geweten
loze, oude, afgedankte lieden worden
verkocht. Hoe Indisch-Nederlandse
vrouwen verpest worden, onteerd,
door het slijk gesleurd, voor de voort
brenging van gezonde kinderen on
bruikbaar gemaakt. Hoe mooie Ind<>
vrouwtjes aan de hoogste bieder ver
kocht worden. Hoe de Nederlandse
Hoge Commissaris zich helemaal
niet bekommert om de verpaupering
onder de Indo-Europeanen. Hoe van
de meisjes slavinnen gemaakt wor
den en van de Indisch-Nederlandse
mannen (quantitatief verre in de
minderheid bij de autochthonen) met
een heel klein pensioentje werktui
gen van deze slavenhandelaren
Ziehier één der vele waarheidsge
trouwe relazen, die uit Indonesië op
het hoofdbureau van de stichting Pro
Patria binnenstromen; vele brieven
zijn anoniem. Rancune, wraakzucht
en rassendiscriminatie voeren thans
de boventoon in het nieuwe Indonc-
IS de ellende onder duizenden Ne
derlanders op grond daarvan
reeds ten hemelschreiend, ook de so
ciale toestanden doen er een schep
bovenop. De kosten voor levenson
derhoud zijn ongekend hoog. Een
kilo rijst kost 6 roepiah, vers vlees
is schaars cn doet 18 roepiah de kilo.
Textiel is haast onbetaalbaar. Voor
een paar Bata-schoenen moet je in
Indonesië 00 roepiah neertellen. De
steun, die het Nederlandse Rijk aan
de Indisch-Nederlandse werkloze toe
kent is daarentegen ontstellend laag.
Bovendien wordt er verschil ge
maakt tussen „Westers-" en „Oos-
ters-georienteerden".
De eerste categorie krijgt per echt
paar 200 roepiah per maand, de twee
de groepering slechts 120 roepiah.
\r vi
de eersten nog enigzins een Europees
milieu moeten handhaven, terwijl de
tweede groep Nederlanders maar
liefst de kampong in moeten, om op
te gaan in de autochthone bevolking.
Toch zijn het allemaal Nederlanders.
Bovendien kan de kwalificatie „Oos-
ters-georicntcerde" slechts zeer be
trekkelijk juist zijn; zelfs de meest
verarmde Indische Nederlander voelt
zich meer Westers dan Oosters. Door
nog groter armoede zal hij ten on
der
strijd, want zich spontaan assimile
ren met de Oosterse, Mohammedaan
se inlander zal hij onder geen be
ding.
Uit het hierboven gepubliceerde
blijkt wel, dat de discriminatie niet
sléchts van republikeinse zijde af
komstig is, doch ook van Nederland-
Een Westerse natie doemt haar
zonen tot een zich oplossen in een
ongecultiveerd en met blankenhaat
geïnfecteerd Aziatisch volk.
Nederlands historie heeft wel een
zeer beschamend en uniek stadium
bereikt.
We geven toe, dat het Moederland
overbevolkt is en weinig plaats kan
bieden voor de Nederlanders uit het
Oosten. Maar waarom die discrimi
naties? Waarom die minimale steun?
Waarom die vrees hen op Nieuw-Gui-
nea over te planten? En moet gans
een volksdeel tot schande van de
gehele natie smadelijk ten onder
gaan omdat de Overheid meent, dat
er niets aan te doen valt?
Ds Iterson, een Nederlandse predi
kant, die in het republikeinse Indië
geruime tijd onder Indische Nederlan
ders vertoefd heeft, hekelde tijdens
een bijeenkomst te Den Haag de ver
klaringen van leden der Commissie
Werner en andere Nederlandse pro
minenten als dat de toestand der In
dische Nederlanders in Indië niet
onhoudbaar is. Deze predikant onder
schreef de hierboven gepubliceerde
brief. En tijdens een persoonlijk on
derhoud met schrijver dezes verklaar
de hij: „Wat nu geschiedt: de aban
donnering van de Indisch-Nederlaitdse
broeders en zusters in Indonesië, is
een Christelijke, Westers-beschaafde
natie ten ene male onwaardig
NIETTEMIN heeft de Nederlandse
regering besloten geen Indische
Nederlanders meer uit Indonesië te
laten repatriëren indien zij de reis
niet zelf kunnen betalen. Merkwaar
dig, juist zij. die bijna omkomen
van honger, door gebrek aan geld,
kunnen niet weg. De rijkeren, die
zich een zeereis naar Holland kunnen
permitteren, behoren juist tot de wei
nigen, die het nog een beetje kunnen
bolwerken.
Dat proces heeft de Indisch-Neder
landse organisaties in Nederland tot
verzet gemaand en vele pennen in
beweging gebracht. Het Indisch-Ne-
derlands Kamerlid prof. dr. Lemai-
re deed in 's lands vergaderzaal een
poging zijn groep langs parlementai
re weg van de ondergang te redden.
Zijn motie werd verworpen, zij het
dan dankzij een kleine stemmen-
meerderheid En de Indische Neder
lander in Indonesië ziet zich de weg
naar de vrijheid: Nederland, het
land zijner vaderen, afgesloten...
door dezelfde regering, waar hij tien
jaar geleden zijn zonen voor opoffer
de) ja, zelfs zijn vrouwen en kinde
ren (bersiapperiode).
Op de vele arrestaties in Indone
sië reageert de Nederlandse regering
lauw, het gros van het Nederlandse
volk staat er flegmatisch tegenover.
Diepbeschamende feiten.
Indisch-Nederlandse student.
Een dergelijke houding is geen ver
tolking van nationale kracht, noch
van nationaal besef en zelfrespect...
De Indische Nederlanders zijn Ne
derlanders, niet slechts in naam, ze
zijn het ook in hart, cultuur, gedach
te, ondanks de beïnvloeding door
het Oosten. Ze zijn Nederlander vol
gens de Grondwet, en eveneens in de
ogen der Indonesiërs...
Het zonder meer wegcijferen van
deze Nederlanders kan niet geruis
loos gaan, doch wellicht de Neder
landse natie in haar geheel duur te
staan komen. De illusie, dat zij bin
nen een halve eeuw reeds zullen zijn
opgelost in de autochthone Moham
medanen van de Archipel, zal wel
een utopie blijven.
Want de Indische Nederlander zet
zich daartegen schrap ondanks al
le moeilijkheden. Niet minder dan
negentig procent heeft prompt ge
weigerd de Nederlandse nationaliteit
te verruilen voor de Indonesische.
Dit is een realiteit waar de Neder
landse regering zich terdege reken
schap van dient te geven.
Bovendien bevinden er zich 150 000
Indische Nederlanders in ons land.
Duizenden hebben zich in de Euro
pese maatschappij een positie ver
overd, honderden typistes werken op
rijkskantoren, op alle universiteiten,
in alle takken der Nederlandse cul
tuur is de Indisch-Nederlandse groep
vertegenwoordigd. Hen allen gaat het
dringender weerklinken uit hun
en de woorden van protest en ver
ontwaardiging. Want zij doorzien do
kardinale onrechtvaardigheid, die be
sloten ligt in de weigering om Ne
derlanders in de vreemde te doen
opnemen op Nederlands rechtsge
bied. En die Nederlanders bevinden
zich in nood...
DE lezer mogen wij herinneren aan
de z.g. Mei-beweging in het ne
gentiende eeuwse Batavia. Dit is
geen dreigement, doch een waar
schuwing...
Men kan een volksgroep niet onge
straft aan discriminatie en onheuse
bejegening bloot stellen, nog afge
zien, dat zoiets verre van Christelijk
is.
En de Indische Nederlander heeft
nog hoop, hij weigert nochtans te
geloven dat het Europese stamvolk
zijn, in benarde omstandigheden ver
kerende, groepsgenoten boudweg in
de steek laat,Dit komt wel bijzonder
tot uiting in de voorlichting die de
Indisch-Nederlandse verenigingen in
Nederland lanceren. „Volk van Ne
derland, ontwaak..."
De Vereniging Indische Nederlan
ders, de Groter Nederland Actie, de
Nationale Volksplanting Nieuw-Gui-
nea, en tot slot de sterkste groepe
ring van Generaal Scholten, de stich
ting Pro Patria, zij allen roepen het
Nederlandse volk dringend toe zich
diep te bezinnen op de schrijnende,
nationale kwestie der Indische Ne
derlanders.
Uit nood is de Stichting Pro Pa
tria geboren. Zij telt nu bijkans vier
duizend leden, terwijl zij nauwelijks
een jaar geleden is opgericht. Zij
telt voorts vele donateurs en voor
aanstaande adviseurs, en ook vele
Europese Nederlanders onder haar
aanhangers... Deze stichting vooral
is fanatiek, haar leus is: ,,De Indi
sche Nederlander is Nederlander...
en Nederland moet hem redden!
Zijn ondergang zal de meest zwarte
bladzijde betekenen in de historie van
ons Koninkrijk..."
Moge de Almachtige God daarom
aan het Nederlandse volk cn zijn ver
tegenwoordiging de trijjheid en de
moed schinken om de kwestie tier
Indische Nederlanders in het juiste
licht te zien, en er ook naar te durven
handelen, opdat onze natie kan blijven
staan op een eerbare plaats in de r\jen
der wereldvolkeren.
KAREL C. SNIJTSHEUVEL.