DR. ALBERT SCHWEITZER Ziekte- en doodsoorzaken Het Europese stamvolk mag hen niet in de steek laten ••r; .V?.-4fr' r> m ZONDAGSBLAD 27 MAART 1954 kreeg Nobelprijs Hoe hij op het bericht reageerde ZO men weet is onlangs aan dr Al- bert Schweitzer de Nobelprijs voor de vrede toegekend, 't Is interessant te ver nemen hoe de tijding hiervan in Lam- barene (Franse Congo, waar de wereld beroemde man sinds vele jaren werk zaam is) bekend werd. Een bloedverwant van de dokter ving op een avond door de radio dit bericht op. Aanstonds begaf hij zich naar de kamer van zijn chef en Albert Schweit zer, opgeschrikt uit zijn schrijfwerk, hoorde het nieuws. Hij boog het hoofd en was ontroerd. Dankbaar, dat zijn ge dachte ..eerbied voor het leven" er kend wordt en veld begint te winnen, blij omdat hij nu onbezwaard door geld zorgen doorgaan kan met het bouwen van het dorp voor de melaatsen. Nu kan hij ook andere instellingen die nood lijdend zijn helpen. Alles aanleiding tot grote vreugde en toch... er was een wolk op ziin voor hoofd en zacht kwamen daar de woor den: ,,Ach, ik kom mijzelf voor als de illustratie van het machtige woord van Jezus: Wie heeft, die zal gegeven wor den. Ik krijg prijzen en onderscheidin gen, omdat ik door onderscheidingen al bekend ben. Ach. en ik sta anderen in de zon, die ook zouden willen dat licht op hen viel en die het ook verdie nen en nodig hebben. Deze overweging begeleidt mij op het laatste gedeelte van mijn pelgrimstocht op deze aarde." De andere morgen om half zeven stond de drager van de Nobelprijs met enige arbeiders een verblijf in orde te ma ken voor een wild zwijn, dat bem ge bracht was met gezwollen poten, waar van hij er maar drie gebruiken kon. Geen Nobelprijs heeft dr Schweitzer van zijn inspannende arbeid kunnen af houden, hetzij dan dat hij bezoekers die hem kwamen gelukwensen moest te woord staan en vaak nam hij deze mee naar het arbeidsterrein, waar hij dan ondertussen toch aanwijzingen geven kon. De Hollandse zuster Ali Silver kwam na het radiobericht de antiloop naast de kamer van dr Schweitzer verzorgen. Albert Schweitzer zei: „Zo. kom je ook gelukwensen?" waarop zij, die nog niets wist, antwoordde: „Heeft de poes al jongen?" Albert Schweitzer lachte en vertelde het nieuws. Deze interessante mededelingen zijn ontleend aan een artikel van mevrouw H. ObermanOberman in het laatste nummer van het maandblad ..Timo- Deze Hollandse medewerkster van dr Schweitzer vertelt nog meer aardige bijzonderheden over Lambarene, waar uit blijkt welk een grote plaats de vele dieren in 't leven en in 't hart van de grote dokter innemen. Vlak naast de schrijftafel van dr Schweitzer ligt op een zak zijn jonge hond. Tsjü-tsjii. Als de dokter naar het in aanbouw zijnde meldatsendorp gaat, mag de hond mee. Wanneer hij dan een kip achterna jaagt, zegt zijn baas: ..Dat mag je niet meer doen nu wij vredeprijsdragers zijn!" Op een lat boven het eind van zijn schrijftafel zitten twee papegaaien met elkaar te keuvelen. En tussen Schweit- zers schrijvende hand en de lamp heeft Sisi zich gezet, een oude, waarlijk on ooglijke kat, „maar met een lief karak ter". Een andere kat ligt zich tot vlak voor de komst van de kleintjes te war men onder zijn lamp, en als ze gebo ren zijn is de liefste plaats om ze te voeden Schweitzers schrijftafel, midden tussen de paperassen. AUe dieren hebben een eigen naam. Een wild zwijn luistert naar de naam van Tekela, twee chimpansees naar die van Romeo en Julia. Een jonge peli kaan heet Parsifal, een oude gans Lize Op 14 Januari jl. vierde Albert Schweitzer zijn 79ste verjaardag. Aan de middagtafel hield hij een korte rede. Het was een woord van dankbaarheid. Eerst zei hij, dat hij zich zijn leven an ders voorgesteld had, dat hij gedacht had veel eerder met zijn werk in Lam barene op te houden, om ergens in een plaatsje in de Elzas als dominee te werken, om tijd te vinden zijn hand schriften af te maken. Dat hij niet ge dacht had zo oud te worden, maar nu toch dankbaar was dit werk nog te mogen doen. En toen betrok hij er al zijn medewerkers en -werksters in, zon der wie hij dit alles niet zou kunnen doen. ztjn schrijftafel te Lambarene. Verkeersongevallen en verontreiniging van maken vele slachtoffers lucht (Van onze medische medewerker) het leven wereld er op uit is om tens te bescher- zo lang mogelijk te doen zijn. Zij beperken zich niet meer tot het ziekbed, zij beperken zich ook niet meer tot het voorkomen van infecties, maar zij nemen een plaats in, die steeds verder van het ziek- of sterf bed verwijderd is, omdat men de laat ste tijd steeds meer en meer is gaan inzien, dat alleen op deze wijze een effectieve bestrijding van ziekte en bij de positieve gezondheidszorg, d.w. S>e trap (XVIII) r\E bezoeker is nu op de eerste etage en hij neemt maar meteen de deur aan de zijde pan de trap. Hij klopt aan, en als er niet meteen geantwoord wordt, licht hij de klink brutaalweg op en stapt bin nen. Wie zijn woning niet afsloot, heeft er tenslotte ook vast geen bezwaar tegen dat zoiets gebeurt. Bovendien. zo by het overzien van het interieur der kamer en van de mensen, die zich daarin bevind en, wéét hij dat hij hier gerust zo mag binnenvallen. Hij kent hen immers en zij kennen hem. Een vrouw van zo rond de veertig jaar. Een jongere vrouw van omtrent de twintig met een babytje op de schoot. Wel. het is nog maar enkele jaren geleden dat dat jonge moedertje een clubkind was, dat mééging naar het eerste lentekamp van de wijk. In 1948 was dat, en het zyn destijds de lezers van aeze rubriek geweest, die dat eerste kamp hebben mogelijk ge maakt. Spontaan na één verhaaltje er over met een stroom van giften. De bezoeker voelt zich opeens heel dankbaar en blij. Het is net alsof God zijn gebed daarboven op het overloopje terstond verhoord heeft. Maar goed. dat h{j dóórge- gaan is met zijn bezoeken. Zie je wel, nu mag hij toch even rusten als een vogel op zijn nest. En bo vendien: nu kan hij later toch eens die helpers uit de krant vertellen dat hun geld werkelijk niet in een bodemloze put werd gegooid. Dat elk kwartje en elk guldentje zin vol was, omdat daar destijds die vijftig meisjes, die vandaag aon de dag ten dele al getrouwde vrouw tjes en moeders zijn in een wezen lijk contact werden gebracht met Christus. Hij kent hen en zij kennen hem. Ze lachen als ze hem zien. Ze zeg gen dat ie zijn jas moet uitdoen en dat ie gauw moet gaan zitten en dat het zo leuk is dat hij nu meteen de baby kan bewonderen. Dat het alles zo prachtig treft, want het jonge moedertje woont niet meer in de uiyk: ze is hier maar een middagje bij haar moeder op be zoek. Neen, het kon met beter tref fen. En de bezoeker doet wat hem VOLKSWIJK gezegd wordt. Hij doet het maar al te graag! Het is mogelijk zelfs wat kinderachtig of moet ik het opa achtigvan hem noemen?.' maar hij krijgt zowaar die baby even in zijn armen, en hij voelt zich opeens heel diep ontroerd als hij kijkt in die glanzende kinderogen. Er schiet een tekst door zijn hoofd. Een tekst, die over een heel ander Kind gaat: „Een kind is ons geboren, een zoon ons gegeven.Op een of andere nauwelijks te benaderen en zeker niet duidelijk onder woorden te brengen manier heeft dat Kind im mers met dit kind te maken. Omdat Maar het is alles terecht ge komen. En hier zit ze nu met haar zoontje het niet alleen maar een zoontje van een clubkind is, maar omdat dit clubkind langs de dennelaantjes van een kamp tot Christus en tot de kerk is gekomen. Omdat dit nieuwe leven deel uitmaakt van de gemeente. Het zoontje lijkt op z'n moeder. Het heeft dezelfde ogen, hetzelfde wilskrachtige kinnetje, hetzelfde parmantige neusje. Over een aan tal jaren zal het als moeders even beeld ronddansen over de wereld, zoals zij dat deed daar in dat kin derkamp van zes jaar terug. En toch zal er iets anders zijn. Dit: het zal iets meer van Christus weten dan zijn moeder in haar jeugd. Want die had nooit van Hem ge hoord. Die had haar eerste, beslis sende ontmoeting met Hem in dat zelfde kamp, dat altijd op de ach tergrond van haar leven zal blijven staan. De bezoeker weet dat alle maal zo goed. Ze was zo'n drukte- schoppertje. Ze was feitelijk razend lastig. 2e stelde zich aan als een duvelig filmsterretje. Als de ande ren aten, lustte zij juist niets en als de anderen speelden, kwam ze nukkig vertellen dat ze zo'n trek had. Als er geslapen moest worden, maakte ze spektakel en als er ge zongen werd, wou ze naar bed. Dwars tegen de tucht in! Maar op een gegeven moment heeft iets haar gegrepen en is de grote ver andering in haar leven gekomen. Opeens en tegelijk allengs. Het is niet gladjes gegaan en de club leiding heeft nog vaak genoeg zijn hart vastgehouden. Maar het is alles terecht gekomen. En hier zit ze nu met haar zoontje, dat als twee droppels water op haar lijkt! Al gedoopt?" vraagt de be zoeker. Het is even zijn gevoel voor kaartsysteemorde, dat om de hoek komt gluren, maar het is tegelijk toch nog wel iets meer. „Ja", zeggen de vrouwen, „Ja, natuurlijkEn iets in de bezoeker juicht. Dat is dus mogelijk: het kan nog natuur lijk wezen dat er een kind gedoopt is. Het kan dat op een trap van een volkswijk waar nauwelijks één op de twaalf kinderen nog als mogelijk doopcandidaatje in aanmerking komt. Het kan dat ten overstaan van een andere gemeente en een andere predikant, ver van de uolks- wijk af. Dan heeft daar iets heel diep wortel geschoten ni het hart van de jonge ouders! Wat allemaal te maken had met een kamp van zes jaar geledenEn dan denkt de bezoeker aan dat andere meis- ke boren, waar niemand er aan doet en die hij spontaan beloofde ook méé te zullen nemen. Ook dat kind moet haar kans krijgen, zoals destijds deze jonge vrouw. En de lezers zullen dat nu best begrij pen! WIJKPREDIKANT. z. bij zijn maatregelen om de ge zondheid te bewaren, de hulp van vele andere deskundigen nodig heeft. Nu via grote wereldorganisaties de problemen in verband met ziekte en gezondheid overal aangepakt worden, krijgt men te maken met vaak grote moeilijkheden, die zich vroeger niet voordeden. De bevolking van de binnenlanden van Afrika b.v. is zo zeer gebonden aan eigen opvattingen, dat het alleen mogelijk is om medisch-hygiënische maatregelen ingang te doen vinden, als andere deskundigen, die studie ge maakt hebben van de eigen aard van de bevolking, van de door hen aan gehangen godsdienst en van de so ciale omstandigheden in langdurige en vrij moeizame besprekingen en handelingen de weg voor de artsen geëffend hebben. In de beschaafde landen moet men eveneens de hulp van de deskundigen op andere gebieden aanwenden om ziekte en ongeval zo veel mogelijk te verminderen, om gezondheid en vali diteit het bezit te doen zijn van een «o groot mogelijk deel onzer mede mensen. DE artsen worden dagelijks gecon fronteerd met een groot aantal ziekte- en doodsoorzaken. Nu eens wordt in groter verband de ene groep eentraal geplaatst, dan weer een an- Zo heeft men ook een onderzoek in gesteld naar de sterfte door ongeval len op de weg. Men heeft daartoe bij de artsen in vijftien landen verschil lende gegevens verzameld. Van nature hebben jonge mensen «en gering sterftecijfer. Uit het zoë- ven genoemde onderzoek is echter ge bleken, dat de helft van hen die ster ven tussen de 15 en 24 jaar gedood worden door verkeersongevallen.. De auto's zijn verantwoordelijk voor meer dan 70 pet. van deze slachtoffers. Van alle jongens onder de 5 jaar in Engeland, die sterven tengevolge van verkeersongevallen, staat ruim 92 pet. op rekening van de motorvoertuigen. Het grootste contingent van hen komt om bij motorongevallen. De meisjes staan er nog slechter voor. In Finland, Ierland en bij de Europese bevolking in Zuid-Afrika bedraa iets soortgelijks Nieuw Zeeland bv. door motorvoertuigci In sommige landen heeft men onge veer een even groot sterftecijfer door verkeersongevallen als door t.b.c. Als doodsoorzaak zijn dus verkeersonge vallen veel gevaarlijker dan vele ziekten, waaronder bv. nierontsteking en suikerziekten en wat de kinderen betreft bv. mazelen, hersenvliesont steking, diphtherie en zelfs kinkhoest, die een van de voornaamste moorde naars is in do prille jeugd. artsen kunnen deze feiten en getallen slechts signaleren. Deskundigen van het verkeer en de weg moeten hier met de artsen mee strijden om ernstige bedreigingen van gezondheid en volwaardigheid tegen te gaan. Ik wil in dit verband ook nog wijzen op de verontreiniging van de lucht, die wij dagelijks inademen, door de steeds verdergaande industrialisa tie, waarbij verschillende dampen vrijkomen, die een nadelig effect kun- D' ZONDAGSBLAD 27 MAART 1954 DE INDISCHE NEDERLANDER (VIII) Vooral de onbemiddelde vrouwen en meisjes licbben thans in Indonesië vreselijk te lijden (Slot.) flOOR haar bewogen geschiedenis en de omva,ngr\jke taak in de laatste halve eeuw is de Indisch-Nederlandse groep (historisch) gegroeid tot een markant Nederlands volksdeel, zoals de Friezen, Limburgers en Hollanders. Het is waar, dat de groepsleden een bepaalde drang tot saamhorigheid en zich verenigen opbrengen, doch dit wil geenszins zeggen dat zij zich niet bovenal zien (en wensen blijven te zien) als integrerend deel van de groot-Nederlandse natie. Deze beginselvastheid is vaak de tragiek genoemd van deze Oosterse tak van de Nederlandse stam. We zijn geneigd dit te onderschrijven in dien we een kijkje nemen in het hui dige Indonesië, waar ruim driekwart der aldaar vertoevende 100.000 Indi sche Nederlanders in kommervolle omstandigheden verkeren, en een be ter bestaan in ruil voor het verwer pen der Nederlandse nationaliteit beslist afwijzen. Indisch-Nederlandse typiste. Hoe vreemd dit ook moge klinken na de politieke debacles der laatste jaren: de Indische Nederlander is trots op zijn Nederlandse nationali teit. Ook een sterk gevoel van eigen waarde alsmede de mentale, cultu rele, historische en geestelijke te genstelling tot de autochthone Indo nesiër behoren tot de belangrijke fac- Er is geen republikein of hij weet te vertellen, dat dit of dat familie lid door een Indisch-Ncderlands mi- zich de toorn en wrevel autochthoon op de hals gehaald. Dit is niet te onderschatten en het laat zich aanzien, dat het een eeuwenlange MEN kent in Nederland de inten sieve haat van de Oosterling niet, noch de venijnige methoden van on derdrukking en liquidatie-politiek. Uit een door mr. T. Q. Dekker ge schreven hoofdartikel van het In- disch-Nederlands periodiek „Rapat- nen hebben op de gezondheidstoe stand van de mens. Velen uwer zullen zich het grote aantal sterfgevallen in het jaar 1930 herinneren, dat in het Maasdal is voorgekomen tengevolge van een bij zondere samenwerking van klimatolo gische factoren, die een schadelijk industrie-gas in een bepaalde land streek deed neerwervelen, waarvan velen het slachtoffer geworden zijn. Onlangs zult U in de courant gele zen hebben, dat er in Antwerpen een congres gehouden is waarop door di verse deskundigen verontreiniging van de atmosfeer besproken is. De lucht, die wij inademen, dient op verschillende plaatsen regelmatig geanalyseerd te worden. Het spreekt vanzelf, dat vele deskundigen uit de verschillende takken van industrie te hulp geroepen moeten worden om fa bricage van bepaalde stoffen te kun nen voortzetten onder andere omstan digheden, wanneer schadelijke lucht verontreiniging daarvan het gevolg zou zijn. eenheid", lijforgaan van Pro Patria, de sterkste Indisch-Nederlandse groe pering in Nederland, citeren wij: ,,Eén dezer dagen ontvingen wij een brief uit Indonesië: een noodkreet... Deze brief beschrijft het lot en de toekomst van de (Indische) Neder landers aldaar. En wel speciaal het lot van de onbemiddelde Indisch-Ne derlandse vrouw en haar kinderen. Hier wordt beschreven hoe vele, hooggeplaatste personen, met naam, toenaam en adres genoemd (niet-Ne- derlanders), voldoen aan hun bestia le instincten en lusten door op de meest onterende manier misbruik te maken van de nood onder de .groep der Indische Nederlanders. Hoe de verkoop van vrouwen in Djakarta in jes van 15 a 16 jaar, door geweten loze, oude, afgedankte lieden worden verkocht. Hoe Indisch-Nederlandse vrouwen verpest worden, onteerd, door het slijk gesleurd, voor de voort brenging van gezonde kinderen on bruikbaar gemaakt. Hoe mooie Ind<> vrouwtjes aan de hoogste bieder ver kocht worden. Hoe de Nederlandse Hoge Commissaris zich helemaal niet bekommert om de verpaupering onder de Indo-Europeanen. Hoe van de meisjes slavinnen gemaakt wor den en van de Indisch-Nederlandse mannen (quantitatief verre in de minderheid bij de autochthonen) met een heel klein pensioentje werktui gen van deze slavenhandelaren Ziehier één der vele waarheidsge trouwe relazen, die uit Indonesië op het hoofdbureau van de stichting Pro Patria binnenstromen; vele brieven zijn anoniem. Rancune, wraakzucht en rassendiscriminatie voeren thans de boventoon in het nieuwe Indonc- IS de ellende onder duizenden Ne derlanders op grond daarvan reeds ten hemelschreiend, ook de so ciale toestanden doen er een schep bovenop. De kosten voor levenson derhoud zijn ongekend hoog. Een kilo rijst kost 6 roepiah, vers vlees is schaars cn doet 18 roepiah de kilo. Textiel is haast onbetaalbaar. Voor een paar Bata-schoenen moet je in Indonesië 00 roepiah neertellen. De steun, die het Nederlandse Rijk aan de Indisch-Nederlandse werkloze toe kent is daarentegen ontstellend laag. Bovendien wordt er verschil ge maakt tussen „Westers-" en „Oos- ters-georienteerden". De eerste categorie krijgt per echt paar 200 roepiah per maand, de twee de groepering slechts 120 roepiah. \r vi de eersten nog enigzins een Europees milieu moeten handhaven, terwijl de tweede groep Nederlanders maar liefst de kampong in moeten, om op te gaan in de autochthone bevolking. Toch zijn het allemaal Nederlanders. Bovendien kan de kwalificatie „Oos- ters-georicntcerde" slechts zeer be trekkelijk juist zijn; zelfs de meest verarmde Indische Nederlander voelt zich meer Westers dan Oosters. Door nog groter armoede zal hij ten on der strijd, want zich spontaan assimile ren met de Oosterse, Mohammedaan se inlander zal hij onder geen be ding. Uit het hierboven gepubliceerde blijkt wel, dat de discriminatie niet sléchts van republikeinse zijde af komstig is, doch ook van Nederland- Een Westerse natie doemt haar zonen tot een zich oplossen in een ongecultiveerd en met blankenhaat geïnfecteerd Aziatisch volk. Nederlands historie heeft wel een zeer beschamend en uniek stadium bereikt. We geven toe, dat het Moederland overbevolkt is en weinig plaats kan bieden voor de Nederlanders uit het Oosten. Maar waarom die discrimi naties? Waarom die minimale steun? Waarom die vrees hen op Nieuw-Gui- nea over te planten? En moet gans een volksdeel tot schande van de gehele natie smadelijk ten onder gaan omdat de Overheid meent, dat er niets aan te doen valt? Ds Iterson, een Nederlandse predi kant, die in het republikeinse Indië geruime tijd onder Indische Nederlan ders vertoefd heeft, hekelde tijdens een bijeenkomst te Den Haag de ver klaringen van leden der Commissie Werner en andere Nederlandse pro minenten als dat de toestand der In dische Nederlanders in Indië niet onhoudbaar is. Deze predikant onder schreef de hierboven gepubliceerde brief. En tijdens een persoonlijk on derhoud met schrijver dezes verklaar de hij: „Wat nu geschiedt: de aban donnering van de Indisch-Nederlaitdse broeders en zusters in Indonesië, is een Christelijke, Westers-beschaafde natie ten ene male onwaardig NIETTEMIN heeft de Nederlandse regering besloten geen Indische Nederlanders meer uit Indonesië te laten repatriëren indien zij de reis niet zelf kunnen betalen. Merkwaar dig, juist zij. die bijna omkomen van honger, door gebrek aan geld, kunnen niet weg. De rijkeren, die zich een zeereis naar Holland kunnen permitteren, behoren juist tot de wei nigen, die het nog een beetje kunnen bolwerken. Dat proces heeft de Indisch-Neder landse organisaties in Nederland tot verzet gemaand en vele pennen in beweging gebracht. Het Indisch-Ne- derlands Kamerlid prof. dr. Lemai- re deed in 's lands vergaderzaal een poging zijn groep langs parlementai re weg van de ondergang te redden. Zijn motie werd verworpen, zij het dan dankzij een kleine stemmen- meerderheid En de Indische Neder lander in Indonesië ziet zich de weg naar de vrijheid: Nederland, het land zijner vaderen, afgesloten... door dezelfde regering, waar hij tien jaar geleden zijn zonen voor opoffer de) ja, zelfs zijn vrouwen en kinde ren (bersiapperiode). Op de vele arrestaties in Indone sië reageert de Nederlandse regering lauw, het gros van het Nederlandse volk staat er flegmatisch tegenover. Diepbeschamende feiten. Indisch-Nederlandse student. Een dergelijke houding is geen ver tolking van nationale kracht, noch van nationaal besef en zelfrespect... De Indische Nederlanders zijn Ne derlanders, niet slechts in naam, ze zijn het ook in hart, cultuur, gedach te, ondanks de beïnvloeding door het Oosten. Ze zijn Nederlander vol gens de Grondwet, en eveneens in de ogen der Indonesiërs... Het zonder meer wegcijferen van deze Nederlanders kan niet geruis loos gaan, doch wellicht de Neder landse natie in haar geheel duur te staan komen. De illusie, dat zij bin nen een halve eeuw reeds zullen zijn opgelost in de autochthone Moham medanen van de Archipel, zal wel een utopie blijven. Want de Indische Nederlander zet zich daartegen schrap ondanks al le moeilijkheden. Niet minder dan negentig procent heeft prompt ge weigerd de Nederlandse nationaliteit te verruilen voor de Indonesische. Dit is een realiteit waar de Neder landse regering zich terdege reken schap van dient te geven. Bovendien bevinden er zich 150 000 Indische Nederlanders in ons land. Duizenden hebben zich in de Euro pese maatschappij een positie ver overd, honderden typistes werken op rijkskantoren, op alle universiteiten, in alle takken der Nederlandse cul tuur is de Indisch-Nederlandse groep vertegenwoordigd. Hen allen gaat het dringender weerklinken uit hun en de woorden van protest en ver ontwaardiging. Want zij doorzien do kardinale onrechtvaardigheid, die be sloten ligt in de weigering om Ne derlanders in de vreemde te doen opnemen op Nederlands rechtsge bied. En die Nederlanders bevinden zich in nood... DE lezer mogen wij herinneren aan de z.g. Mei-beweging in het ne gentiende eeuwse Batavia. Dit is geen dreigement, doch een waar schuwing... Men kan een volksgroep niet onge straft aan discriminatie en onheuse bejegening bloot stellen, nog afge zien, dat zoiets verre van Christelijk is. En de Indische Nederlander heeft nog hoop, hij weigert nochtans te geloven dat het Europese stamvolk zijn, in benarde omstandigheden ver kerende, groepsgenoten boudweg in de steek laat,Dit komt wel bijzonder tot uiting in de voorlichting die de Indisch-Nederlandse verenigingen in Nederland lanceren. „Volk van Ne derland, ontwaak..." De Vereniging Indische Nederlan ders, de Groter Nederland Actie, de Nationale Volksplanting Nieuw-Gui- nea, en tot slot de sterkste groepe ring van Generaal Scholten, de stich ting Pro Patria, zij allen roepen het Nederlandse volk dringend toe zich diep te bezinnen op de schrijnende, nationale kwestie der Indische Ne derlanders. Uit nood is de Stichting Pro Pa tria geboren. Zij telt nu bijkans vier duizend leden, terwijl zij nauwelijks een jaar geleden is opgericht. Zij telt voorts vele donateurs en voor aanstaande adviseurs, en ook vele Europese Nederlanders onder haar aanhangers... Deze stichting vooral is fanatiek, haar leus is: ,,De Indi sche Nederlander is Nederlander... en Nederland moet hem redden! Zijn ondergang zal de meest zwarte bladzijde betekenen in de historie van ons Koninkrijk..." Moge de Almachtige God daarom aan het Nederlandse volk cn zijn ver tegenwoordiging de trijjheid en de moed schinken om de kwestie tier Indische Nederlanders in het juiste licht te zien, en er ook naar te durven handelen, opdat onze natie kan blijven staan op een eerbare plaats in de r\jen der wereldvolkeren. KAREL C. SNIJTSHEUVEL.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 10