0p bezoek bij Uneke en orrie Verzocht als wij 1 ZONDAGSBLAD 23 JANUARI 1954 HOE MODERNE JONGE MEISJES STUDEREN, WERKEN EN ETEN Ze zijn verliefd op Fruin, een jaloers minnaar JN Leiden staat een huis. Een bak beest van een huis. Het staat in de Nieuwsteeg, en als ge er langs komt moet ge heslist eens op visite gaan by Ineke Luyten en Corrie van Prooyen. Ge moet dan echter niet te lang blijven plakken, want die twee char mante dames zijn malgré lui verliefd op Fruin en hem geven zij hun meer dan gewone belangstelling. Om u al niet bij voorbaat afgunstig te maken: Fruin is een kanjer van een bijbel die alle wetboeken omvat. Ineke en Corrie studeren n.l. rech ten en het is hun beslist niet aan te zien, dat die studie misschien wat duf en saai wordt gevonden. Zij krui den het gewone dagelijkse gesprek met juridische termen, niet om u met hun geleerdheid te overbluffen, Ineke wordt opgebeld. Misschien is hij 't maar meestal om entre nous spits vondige kolder te lanceren. Als Ineke b.v. een beschrijving zou moeten ge ven van een echtpaar, dat elkaar in een wat wrevelige stemming aan het bekogelen is met huishoudelijke voor werpen,... dan zegt zij dat hij en zij zich vergrijpen aan alles wat ,,aan roerend goed aanwezig is." En Cor rie knikt. Zij kan daar in komen. „Die kolder", zegt Corrie, „het nclpt je bij je studie. Het gebruik van die termen helpt je bij je concentratie." En, op onze beurt, daar kunnen wij in komen. DAT huis in Leiden is een beetje 'n wonderlijk huis. Niet omdat er twintig kamers in zijn, maar om dat al die kamers bewoond worden door meisjesstudenten. Allemaal Ine- ke's en allemaal Corrie's. En wij schrijven slechts over die twee om dat hun verhaal ook het verhaal van al die anderen is. Ach, en ook wel een beetje om dat we er een paar kostelijke uren mochten doorbrengen en om de her innering aan de spruitjes, die niet gaar waren, en aan de Champignon soep, waarvan Corrie vond dat het ,,zo vreselijk duur klonk" en waar van uw reporter de voordelen ont dekte toen zijn stropdas het heel on beleefd voor een „sopje" aanzag, er vlekkeloos in onderdook en... er weer vlekkeloos uit te voorschijn kwam... Maar heerlijk was het. Het verhaal van Ineke en Corrie is het verhaal van twee moderne jonge meisjes, die niet van show houden, die het heerlijk vinden op eigen benen te staan en zelfstandig te zijn, die weten wat ze uiilletj en die helemaal niet te belabberd zyn om de handen uit de mouwen te ste ken omdat er nu eenmaal geld voor nodig is om te studeren. Ineke woont in Den Haag, Corrie in Rotterdam en in theorie is het na tuurlijk best mogelijk elke dag van huis naar Leiden te reizen. Jawel, maar je studeert dan minder, niet alleen door het tijdrovend hecn-en- wcer sjouwen, maar doordat je steeds weer opnieuw uit de sfeer wordt gesleurd. En wat die zelfstandigheid betreft, lezers, schudt niet te gauw uw zo wijze hoofd. Zij hebben ouders. Ver standige ouders. Toen Ineke voor het eerst haar eigen kamer betrad, had zij al direct post. Van vader. In de enveloppe zat geen briefje, maar een foto. Uit de krant geknipt. De sym boliek van het plaatje was duidelijk: een heel grote aap greep een klein aapje hardhandig bij de staart voor het de vlucht kon nemen... Commen taar overbodig. ER wordt nog altijd gedacht, dat een student eigenlijk een luxe ge val is. Zo iémand die nu e'h dan een examen aflegt om Papa koest te hou den, wiens geld hij er tussen twee veel te late examens allergenoege- lijkst zou doordraaien. Studenten..., nou... (rimpel het voorhoofd en kijk nu bedenkelijk) De legendes rond de student zijn onuitroeibaar. Maer ze zijn vandaag niet meer waar. Kijk, als Ineke en Corrie geld no dig hebben (en dat hebben ze vaak) dan moet er dat komen. En hoe? Ze lopen 's morgens trouw college, want zij willen zo gauw mogelijk klaar zijn, ze gaan 's middags naar de universiteitsbibliotheek om daar allerlei griezelige boeken na te slaan en op weg naar hun kamer halen ze een halfje bij de bakker, een fles bij de melkboer, groente en piepers bij de groenteman. Soms iets bij de slager, maar zó dik zit het er altijd niet aan. Enfin, dan laten ze het Erfrecht even met rust en bereiden in de gemeenschappelijke keuken hun warme hap. En dan ligt Fruin daar weer, die ouwe ongeduldige Fruin, die altijd in de handen wil wezen. Overigens is het makkelijk met hem. Hij laat zich gewillig vervoeren naar het adres waar Ineke geld moet verdienen. Met baby-sit natuurlijk. Kun je in tussen fijn studeren. Of niet. Dat ligt aan de kinderen. Want het is Ineke een keer overkomen, dat ze de kinderen in bed en Fruin op schoot had. Op een zomeravond. En die kinderen „dropten alles wat aan roerend goed in de slaapkamer aan wezig was." Ze zag het pas toen er een volksoploop voor de deur gaande was. Of eigenlijk zag ze het pas toen ze de kinderen naakt uit het raam zag hangen, naakt, omdat ze pyama, hempje, broekje teddy-beer en an der roerend goed in de diepe straat hadden gedropt... Nou, dan wil je die wetten wel even met rust laten. En als er geen baby-sit is werk jc op een kantoor of je houdt het kaart systeem van de prof bij. Als het geld er maar komt. En het komt er. Kijk, als Corrie een goeie slag wil slaan wordt ze serveuse. Zoals deze zomer op dd* zuiveltentoonstelling de Melkweg. Vijltien gulden per dag. Moet je niet uitvlakken! Daar eet ze bij wijze van spreken drie weken van Of het ging, dat serveren? Waar om niet? 't Ging prima. Nooit es een ongelukkie? „Er was een meneer met een vil ten hoed. En die vilten hoed lag met de rand naar boven op het tafeltje, maar ik struikelde en de milk-shake viel in die hoed. De hoed was half vol. Zet 'em es op, meneer? vroeg ik." ,,En die meneer?" „Werd purper. Van nijd. Hij ging naar de directeur. Klagen natuurlijk. „En de directeur?" „Werd ook purper. Van het la chen." En Corrie hield haar baantje, 's Avonds was ze erg moe en erg laat. Maar wat wil je? Voor vijftien gulden per dag? Ozo. NU moet ge geen medelijden voelen. Studeren, werken, eten koken. Best. Maar zï lachen ook. Ze lachen veel. Want Corrie en Ineke hebben hun kennissen en het gebeurt wel eens dat ze hun boeken moeten opbergen. Vanwege de instuif. En de instuif kan nooit groot genoeg zijn. Niet alleen omdat ze erg op vriendschap gesteld zijn, maar ook omdat hun kamer zo groot is, dat er wel een hooiwagen in keren kan. Hij zou het natuurlijk niet echt moeten doen, want daar kon de wandversiering wel eens schade bij lijden. Ineke en Corrie hebben nl. beiden een Series Lectionum, wat een moei lijke naam voor een simpel ding is. Het is een lesrooster, waarop in het Latijn alle namen der proffen ver meld staan. De oppervlakte bestrijkt haast de binnendeur. Om die lesroos ter is een rood lint gedrapeerd. Vol gens voorschrift, want rood is de kleur der juridische faculteit. Ineke en Corrie hebben hun candi- daats al gedaan, zodat dat rode lint onderaan dat Series Lectionum met een knoop zit vastgemaakt. Zij hun keren naar de tijd dat die knoop een strik mag worden, want dat is het teken dat zij hun doctoraal hebben gedaan. Overigens is zo'n Latijns lesroos ter niet zo'n erg mooie wandversie ring. Het gaat er maar om hoe hij wordt volgeprikt. Dat moet met artis tieke hand gebeuren. Corrie en Ine ke hebben die, zodat zij bouquetjes van menuekaarten, verlovingskaart jes, visitekaartjes en foto's tegen de plechtige achtergrond van hun Series Lectionum hebben geschikt. Toen werd Jezus van de Geest wel geteld In de woestijn, om verzocht te worden van de duivel. Matth. 4 I. JEZUS heeft ons leren bidden: Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Maar Jezus zelf heeft, eer Hij Zijn openbare werkzaamheid onder Israël begon, de zwaarste verzoeking van de boze moeten doorstaan. Zoek hierin geen tegenstrijdigheid. Want het een sluit het ander niet uit. Jezus heeft juist door zelf de verzoe king te doorstaan voor ons de bede mogelijk gemaakt: Leid ons niet in ver zoeking. Toch is deze bede niet in zo vol strekte zin op te vatten alsof ons alle verzoeking kon gespaard blijven. De bede zelf gaat integendeel ervan uit, dat God ons soms in verzoeking brengt. Die kamer van Ineke en Corrie is een gezellige kamer in de niet bur gerlijke betekenis van het woord. Mis schien dat u uw kamer anders zou meubileren, maar per slot heeft u ook geen Latijnse lesroosters nodig... EN nu wilt ge wellicht nog weten of die meisjesstudenten zo'n rijk huis kunnen bezitten. De eigenaar van het huis is de Raad van Arbeid, die het weer verhuurt aan de Stich ting Studenten-huisvesting. En wat zij nu voor zo'n grote kamer betalen? Twee-en-zestig gulden per maand, maar daar hebben ze dan ook wat voor. Want in die huurprijs is inbegrepen gebruik van badkamer, telefoon, gas, licht, water en werk ster. Wie doet ze wat? De adminis tratie is in handen van mevrouw Glastra-van Loon, die de huur ont vangt en alles regelt. Zo leven dus Ineke en Corrie in de geschikte omgeving om prettig te studeren en bovendien hun studie zo snel mogelijk af te maken. Het huis staat in de Nieuwsteeg en in tegenstelling met de aanvang van dit verhaal ge moet er maar niet op visite gaan. Want Fruin weet ge, Fruin is een jaloers, hoewel ver dord, minnaar Niet opdat wij zouden zondigen, maar opdat wij de verzoeking zouden over winnen. Vandaar dat deze bede tweeledig is: Leid ons niet in verzoeking, maar in dien Gij er ons inleidt, leid cr ons dan ook door en laat de boze geen vat op ons hebben, doch verlos ons van hem, totdat wij eens buiten zyn bereik zijn. Niet het verzocht worden is ons tot zonde, maar het bezwijken voor de verzoeking. En wie de verzoeking niet mijdt maar zoekt, is by voorbaat reeds door haar overwonnen. In dit verband moet er volle nadruk op gelegd worden, dat Jezus zelf in de Geest werd weggeleid in de woestijn om verzocht te worden van de duivel. Hij werd van de Geest weggeleid Van de Geest die Hij uit de hemelen had zi&i nederdalen gelijk een duif en op Hem komen. Van de Geest, waar van Hij naar Zijn ware en heilige mensheid vervuld was. Zo is ook Jezus verzocht geweest. Dit bindt u juist aan uw Here. Ge weet het, dat er nu een is, die wijzer en machtiger is dan satan met al zijn lis ten en lagen, die hem wederstaat. Satan is ons te listig, maar Christus doorziet til zijn listen en weet ze af te wenden. Hij kan uw ogen openen om Zijn toeleg te ontdekken. Hij is ook de machtige, die satan kan weerhouden, dat hij u niet nadere. Daartoe heeft H\j het recht verworven door Zijn overwinning in de verzoeking. Hij gaf ook Zijn Heilige Geest in u, om uw verstand te verlichten en uw wil te sterken, opdat gij de verzoeking moogt doorstaan, zo God die over u Iaat komen. Doch dit alles onder één beding. En dit beding is, dat ge u dicht bij uw Heiland houdt. Dat ge nooit de verzoeking trotseert om zelf uw krachten te tonen, maar in het besef ran uw eigen zwakheid de verzoeking afbidt. Want, vergeet het niet, op Jezus had Satan geen vat. Maar by' 11 heeft hij steeds een aankno pingspunt in uw nog zo zondig hart en uw nog zo duister verstand. Samen in de keuken. ZONDAGSBLAD 23 JANUARI 1954 5 RUlt€RSLè,q BIJ mAURits' miLitAiü qenie oveRwon zqsvouöiqe oveRrrucht IN de zestiende eeuw kende men de totale oorlog te land nog niet. 's Zomers zette men de huursoldaten in, maar vond dit .mensenmateriaal te kostbaar om het aan de koude bloot te stellen. Als de najaarsre gens begonnen, werd het tijd om het open veld te verlaten en de troepen te verdelen over de garnizoensplaat sen, opdat ze de volgende lente weer, geoefend en goed voorbereid, op het toneel van de strijd konden verschij- Alleen de Nederlandse ruiters rust ten niet. Van uit de vestingen Bre da en Bergen op Zoom ondernamen zij strooptochten naar het vijandelij ke gebied, brandschatten de dorpen en bedreigden voortdurend de aan voer van levensmiddelen voor de sle den in het Zuiden. Hier moesten bijzondere maatrege len getroffen worden, en daarom be sloot Aartshertog Albertus, gouver neur der Spaanse Nederlanden, af te wijken van het gewone program ma en zo mogelijk een winterveld- tocht te beginnen. infanterie en volgde daarop zelf met de hoofdmacht. Door de winterregens was het laag gelegen heideland ech ter zo moeilijk begaanbaar geworden, dat het tijdschema niet klopte en men te langzaam vooruit kwam. Wel had Va-ras de gebruikelijke voorzorgsmaatregelen genomen om zijn terugtocht te dekken, Kleine af delingen, in hinderlagen gelegd, ach ter dennenbossen en bij beekovergan gen, moesten de troepen van Mau- rits zo lang bezighouden, tot de hoofd macht veilig in Herenthals was aan gekomen. Hij had echter géén rekening ge houden met het strategisch inzicht van de Nederlandse veldheer. In de afgelopen maanden had Maurits een grote verandering gebracht in de be wapening van zijn# ruiterregimenten. Elke cavalerist was sindsdien zowel met een sabel, als met een pistool of karabijn gewapend en de lansen waren afgeschaft. Zo kwam het dat de ruiters, die nog musketiers achter op het zadel meevoerden, alle hinder lagen snel konden opruimen, zodat de Spaanse hoofdmacht nog over de Tielsc heide marcheerde, toen Mau rits daar aankwam met achthonderd ruiters en tweehonderd musketiers. Slechts door een moerassige laagte van elkaar gescheiden, trokken de beide legertjes naast elkaar voort over de heide. De Spaanse infanterie was verdeeld over vier regimenten, ieder van meer dan duizend man, in wier midden de piekeniers marcheerden, van alle kanten gedekt door musketiers. De ruiterij reed aan het hoofd, daar het terrein niet toeliet dat zij de flanken van het voetvolk geheel konden dek ken. De achterhoede werd vrijwel niet gedekt. Daarvoor hadden de ver spreide eenheden moeten zorgen, die inmiddels waren opgeruimd. Waar het moeras plotseling ophield zag men op een geweerschot afstand een smalle, "hogere weg tussen on- Deze gravure geeft een voorstelling van de slag by Turnhout. dergelopen gronden. Daarover bewo gen zich reeds de bagagewagens. Zou het gros der Spanjaarden deze weg bereiken, dan waren zij betrek kelijk veilig, daar de toegang tot de enge weg gemakkelijk verdedigd zou kunnen worden. Daarom besloot Mau rits dadelijk tot de aanval over te gaan met zijn geringe macht, zonder op de komst der infanterievendels te wachten. DE aanval begon tegelijkertijd op voor- en achterhoede. De ruiters voerden zo onverwacht een charge uit, op het achterste re giment, dat de musketiers allen te gelijk te vroeg schoten en voordat de piekeniers hun lansen konden vel len, om de nu weerloze schutters te dekken, waren de ruiters, al schie tend en houwend, in hun gelederen gebroken. De Spaanse ruiters in de voorhoede dachten erover, om hun strijdmakkers te hulp te komen, maar hun aanval werd onderschept door de Nederlanders, die hen in verwarring terugsloegen, daarna zelf doorbraken en zich op het voorste infanterie-re- giment stortten, waar zich weldra hetzelfde beeld vertoonde als in de achterhoede. De beide middelste regimenten, op een gedrongen en in verwarring ge bracht door vluchtelingen van twee zijden, werden al evenzeer een ge makkelijke prooi van de aanvallers. Nog trachtten de Spaanse ruiters zich aaneen te sluiten om de kans te doen keren, maar na een kort en scherp gevecht moesten zij de teugel wenden. Er bleef geen uitweg meer over dan de hachelijke vlucht over de smalle weg. In minder dan een half uur tijds bedekten tweeduizend Span jaarden het slagveld, terwijl vijfhon derd anderen zich gevangen gaven en de Nederlanders slechts tien do den en gekwetsten telden. Ook de bagage werd achterhaald en geplunderd. Zes en dertig vaan dels werden buitgemaakt in deze strijd tegen een zesvoudige over macht. Het doel was volkomen bereikt. Het winterleger bestond niet meer. Nog diezelfde avond -werd de stad Turnhout bezet en kort daarop capi tuleerde ook het Kasteel. Na afwezigheid van acht dagen hield Maurits zijn triomftocht in 's- Gravenhage, onder het gelui der klok ken en het knetteren der vreugdevu- ri" JACQUES R. W. SINNINGHE Prins Maurits. Vijfduizend infanteristen en vijf honderd ruiters werden daarom in alle stilte bijeen gebracht in het stad je Turnhout voor een tocht door het heideland en een overval op het eiland Tholen, dat men, met het in vallen van de vorst over het ijs hoopte te bereiken, waarna men van daaruit Bergen op Zoom wilde ver- Prins Maurits bleek echter, als zo vaak, goed ingelicht over de plannen van de vijand en deed op zijn beurt een tegenzet. Onder de grootste geheimhouding (waarbij hij er wel voor zorgde dat noch de Staten-Generaal, noch de Raad van State er iets van vernam) concentreerde hij een krijgsmacht van vijfduizend infanteristen, enig ge schut en achthonderd ruiters te Geer- truidenberg. IN de morgen van 23 Januari 1597 vertrok men vandaar naar het Zuiden en kwam te middernacht reeds bij Ravels aan, een dorp niet ver van Turnhout via de oude Maas trichtse baan, waar men zich bij wachtvuren in het open veld legerde. In allerijl gevluchte boeren, die in het holle van de nacht op de poor ten van Turnhout bonsden, wekten de Spanjaarden, die volkomen verrast waren. Inplaats van de Nederlanders rustig in Turnhout af te wachten, of Maurits tegemoet te trekken en zijn vermoeide troepen te overvallen, be sloot de Spaanse krijgsraad, na lang heen en weer gepraat, tot een nood maatregel, toen het al te laat was. Zij wilden terug vallen op het stadje Herenthals, terwijl Maurits reeds was opgebroken. De Spaanse bevelhebber, Varas, had zijn tros en bagagewagens nog voor het aanbreken vaa de korte win terdag vooruit gestuurd, gedekt door s J\ er zit muziek in dit huis. .3 Maar het is zo'n modern j« muziekje met erg veel dissonanten. j. Dat constateert de bezoeker zodra f hij de deur van twee-achter opent. Lieve mensen, wat een herrie. Eén radio op volle sterkte met zoiets als een verzoekprogramma wan een gekkenhuis. Twee vrouwen stemmen op dito dito. Plus een verzameling kinderstemmen, jen gelend of scheldend. Plus een hondebeest, dat keffend en nij dasserig komt toeschieten, als het 'n vreemdeling in de poort ont dekt. Hollands binnenhuisje in optima .forma I Maar meteen walt er dan ook een zekere stilte, want de ver schijning van een buitenstaander doet een zwijgen dalen over de mensen in de kamer. Niet natuur lijk over de radio en evenmin over de wef-wcf, die van de ene zenuwtoeval in de andere stort. Echte stilte is daarom ook iets anders, maar je moet Ieren om met stukjes en beetjes al tevreden te zijn. En verder heeft de be zoeker ook wel iets anders om aan te denken, want hoe zegt hij nu wat hij op zijn hart heeft: van die gillende clandestiene baby daar boven onder de dakpannen? Hoe zegt hij het op zulk een manier dat het niet bemoeiziek lijkt? Hoe verder zo dat het komt tot iets meer dan een mededeling en de kans biedt op een gesprek? En hoe ook nog dat het niet duimen dik verraadt dat hij er van op de hoogte is dat dochter en klein dochter hier inwonen zonder hier officieel te wonen? Maar dan lost een der zo juist jengelende peuters het probleem onverwachts en compleet op, taant hij roept ineens: ,JIa, meester l" „Ha, meester I" Dat wil niet zeggen dat de bezoeker onder wijzer is. Hij kan wat dat betreft evengoed predikant, jeugdleider, zondagschoolmeester, en nog een dozyn andere dingen zyn. Dat wil wel zeggen dat hij hier geen on- DE TRAP {IX) bekende is en geaccepteerd is als één der velen, die zich in deze volkswijk met de jeugd bezig houden. En hy boft in zoverre dat hij de hummel herkent en zelfs haar naam weet, wat volstrekt geen vanzelfsprekendheid is omdat het werk niet alleen de vaste, ge sloten groepen bezit, maar ook de wijde, open activiteiten, die als visvijvers dienst doen en waarvan niemand alle toevallige gasten bij naam en toenaam kent. Maar dit is een allround clubkind. Dit is er 20 eentje, dat drie, vier keer per week opgevangen wordt, en waar van je na elke activiteit beslist met zekerheid kunt zeggen dat ze er was omdat je zoveel handen wol aan haar pleegt te hebben. Uit de VOLKSWIJK „Ha. meester!" ,.Hb, Riete piet En op hetzelfde moment zie je de moeder en de oudere, getrouwde zus denken dat het dan wel oké zal wezen, al hebben die er kennelijk geen flauw benul van welke meester van welke club dit nu wel weer mag wezen. „Ga d'r by zittennodigt Moeder, en in één adem door zegt ze vele nijdige woorden tot het hondenbeest, dat zijn bek moet houden en tegen een andere dreumes, die weer aanstalten maakt om opnieuw te gaan krysen. Ter wijl de radioreporter de volgende plaat opzet: een zeer lawaaiige plaat, die je doet denken aan een Maarts katerconcert: „Ga d'r bij zitten „Ik zit al", constateert de be zoeker. Het is knap werk van hem om zo gauw in de gaten te hebben welke wan de drie nog niet be zette stoelen hem het meeste kans tot een gesprek zal bieden. Niet in die ene fauteuil, want dan zal hij meteen tot op de grond toe wegzinken en dat remt de spon taniteit van een gesprek, nog daargelaten dat hij er straks nooit meer zonder hulp van derden uit op zal kunnen stijgen. En niet op die ene gewone stoel, want daar zitten de poten wat erg wiebel onder en het is zo'n figuur als je een onderhoud begint met de af braak van het aanwezige huisraad Maar op die andere stoel, waar een wan de hummels net afge gleden is en die weliswaar veel te dicht by de roodgloeiende kachel staat, maar die althans geen tekenen vertoont van op instorten te verkeren. En hy zegt er maar meteen achter: „D'r ligt boven een kind te huilen...". Dat acht hij zich jegens de moederloze baby beslist verplicht. „O gunst", zegt die moeder, „is het al zo laat. Ik zit hier mijn tijd te verpraten...". Ze zegt het met een blik op een stilstaande klok en met het oog op de vreemde indrin ger, die verdere debatten toch onmogelijk maakt. Ze staat al op en ze maakt dat ze wegkomt, ter wijl Moeder wijs en ervaren zegt: „Kleine hinders, kleine zorgen; grote kinders, grote zorgen Ja meneer, wat zal je er aan doen? „Zo", zegt de bezoeker. „Zo? Zijn er dan 2orgen?" Waarop de vrouw nors knikt en zegt: ,Ja Ze talmt eventjes en de bezoeker wacht rustig af. Niet omdat hij andermans leed te zwaar windt om óók nog te tillen. Maar omdat elke opdringerigheid enkel maar mogelijke kansen verprutst. Wie wil vertellen, vertelt heus wel, zonder verdere ophitsingen daar toe. En de vrouw wil werteJIen „Ja", zegt ze andermaal. ,Ja. met die meid, die net naar boven is gegaan. Nou mot U eens horen. Nou mot U eens zeggen wat U daarvan denkt. Dat is nou toch zo'n gemene meid, meneer, zonde, dat ik het zeg wan me dochter I" WIJKPREDIKANT.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 14