Gouddelver zat tien dagen in een
ondergelopen mijn
Parelduiker redde hem uit een
:e luchtbel
chtigi
reusa
Kerstnummer
Pagina 10
Avontuur in Australië
(Een verhaal van Frank Clune)
J-J ET VERHAAL, dat hier volgt, speelde zich. gelukkig, af in het
Westen van Australië, waar het duiken naar parels en het del
ven van goud tijden-lang de twee voornaamste industrieën zijn ge
weest en waar verscheidene lieden zich met beide vormen van
broodwinning hebben bezig gehouden.
Het „Bonnievale"-district van het Kalgoorlie-goudgebied, een mijl
of driehonderd van de kust, is geen plezierig oord. Goed bekeken
het niet anders dan een stoffig stuk woestijn, volslagen nutteloos en
alleen zijn betekenis ontlenend aan het feit, dal er een rijke goudader
diep onder de onvruchtbare, kale oppervlakte lag.
Behalve wat gewone woeslijnheesters groeide er niets. Er viel
hoogst zelden regen en sotns was het er meer dan een jaar achtereen
kurkdroog.
Water was er luxe. Tot 1903 toe moest men water bemachtigen
door het zoute grondwater uit de mijnschachten te laten verdampen
en er werden enorme prijzen gevraagd voor enkele liters zoet water.
In 1903 werd het Goudveldenwaterscliemauitgewerkt, waarna
men zoet water over een afstand van 350 mijlen via een pijpleiding
ging aanvoeren. Zonder die waterpijpleiding zou het diepe delven
naar goud eenvoudig uitgesloten zijn geweest.
In Maart 1907 werd Kalgoorlie
het terrein van een enorme wolk
breuk, waarbij het water met bak
ken uit de hemel kwam vallen.
De Kalgoorlie-vlakte werd totaal
overstroomd en binnen enkele
minuten stormden razende stort
vloeden langs de hellingen naar
de diep-gelegen plaatsen. Midden
in de diepste holte was de ingang
van een goudmijn, die „Westralia"
heette.
De wolkbreuk kwam ten einde:
de heldere zon scheen weer en
het kolkende, gorgelende water
verdween als bij toverslag. Het
had een weg gevonden naar de
ondergrondse gangen van de goud
mijn.
In gierende watervallen stortte
het water van mijngang naar
mijngang, van galerij naar galerij,
spoelend door gaten en spleten,
met onweerstaanbare kracht.
Gevaars-signalen weergalmden
door de galerijen terwijl de mijn
werkers hun gereedschappen
neerwierpen en wadend weghol
den, tot de enkels, tot de knieën,
tot de heupen, tot de borst, tot
de nek door het water, soms
zwemmend, langs donkere gale
rijen en verbindingsgangen, pro
berend weg te komen naar hoger
gelegen galerijen en op die ma
nier weer naar de zon oversche-
nen begane grond.
Terwijl de kletsnatte mijnwer
kers successievelijk bij de uit
gang van de schacht te voorschijn
kwamen werden de namen gecon
troleerd en probeerde men te
weten te komen of allen gered
waren.
Man verlor on
Toen alles was gedaan, wat men doen
kon, om de mannen, die beneden had
den gewerkt, weer boven de grond te
krijgen, was er één man zoek: een Ita
liaan, genaamd Modesto Varischetti.
Zijn kameraden wisten, dat Vari
schetti in zijn eentje aan het werk was
geweest aan het einde van de tiende
galerij, driehonderd meter beneden de
aardoppervlakte.
Het bleek, dat de watervloed gezakt
was tot de bodem van de mijn, vier
honderd meter ruim beneden de opper
vlakte, waarbij de elfde galerij hele
maal onder water was komen te staan.
Vervolgens was het water nog verder
gestegen, had de tiende galerij over-
slroomd om daarna nog een meter of
dertig omhoog te komen tot de negen
de galerij.
Varischetti zat in de val; het water
stond ruim zestien meter boven de
plaats, waar hij aan het werk was ge
weest.
Een mijningenieur, die de werkteke
ningen van de mijn bestudeerde
schreeuwde plotseling: „Maar hij hééft
nog een kans! Hij werkte aan het
einde van een schuin omhoog lopende
gang. De lucht kan daar niet ontsnap
pen De druk van de lucht zal het
water tegenhouden, zoals dat in een
duikerklok gebeurt!"
Er ontspon zich onmiddellijk een hef
tige discussie. Neem een glas, zet dat
snel, met de opening naar beneden in
een emmer water en kijk naar de lucht
bel, die niet meer ontsnappen kan: in
zo'n luchtbel zat Varischetti... wanneer
de theorie van de mijningenieur klop
te. Wanneer dit waar was. zou het le
ven van Varischetti gered zijn door dit
eenvoudige natuurkundige verschijnsel!
Alle beschikbare pompen en emmers
werden in actie gebracht, maar het
bleek al heel gauw, dat het een dag of
tien zou kosten om het water van gale
rij negen tot galerij tien te laten zak
ken.
Kon een menselijk wezen tien dagen
in leven blijven, zonder voedsel, in de
meest intense duisternis welke men
zich kan voorstellen, ingesloten door wa
ter, driehonderd meter onder de aarde?
Antwoord
Eén groepje mijnwerkers wist door
te dringen tot het einde van een gang
op de negende galerij, een plek w~
naar men berekende een kleine twintig
meter verticaal lag boven de plaats,
waar Varischetti aan het werk was ge-
Hier werd met zware hamers hard en
rhythmisch op de grond gedreund en
toen luisterde men gespannen.
Er kwam geen antwoord.
Men probeerde opnieuw. Luisterde.
Het licht der kaarsen, welke men bij
zich had wierp groteske schaduwen
langs het rotsige dak en op de natte
wanden van de gang. Alleen het sjoep-
sjoep-sjoep van de in de verte werken
de pompen en het gekabbel van het
water in de mijngangen verstoorde de
stilte.
„Probeer het nóg eens!"
Zwate hamerslagen op de stenen.
Toen verstarden de luisteraars opeens,
toen, heel zwak, van diep beneden hen,
het zachte geklop weerklonk van een
antwoordsignaal.
„Hij leeft!"
Opgesloten in zijn watergraf, sloeg
Een telegram
Dat was het volgende probleem.
De tijd verliep snel en elke mi
nuut telde. Kalgoorlie ligt drie
honderd mijlen landinwaarts van
Fremantle en de parel-banken
zijn 1000 mijlen benoorden de ha
ven van Fremantle.
Vliegtuigen waren nog een toe
komstdroom wat hun practische
toepassing betreft en auto's en
telefoons stonden nog in de kin
derschoenen. Maar de Kalgoorlie-
goudvelden waren wel met Fre
mantle verbonden met een elec-
trische telegraaf en een trein,
de afstandverslinders van
dapen.
Er werd een telegram gezon
den aan de havenmeester van
Fremantle, met het dringend ver
zoek één of twee duikercostuums
te bemachtigen, slangen en een
pompinstallatie.
De havenmeester handelde snel:
binnen acht uren nadat hij zijn
telegram had ontvangen waren
duikercostuums en pompinstalla-
ties met een speciale trein onder
weg naar Kalgoorlie.
In die trein zaten ook twee
parelduikers, die in Fremantle
jhun vacantie doorbrachten: Cur
tis en Hearne, eigenaar van de
costuums en de pompen. Hoewel
ze niets van mijnwerk afwisten
hadden ze onmiddellijk hun hulp
aangeboden.
In de morgen van 22 Maart be
reikte de speciale trein Kalgoor
lie. Op dat ogenblik had Varischet
ti drie dagen en drie nachten in
zijn watergraf doorgebracht.
Men besloot, dat de eerste duik-
poging zou worden gedaan door
daad klaar, de gang naar galerij 10 te Jzijn kolossale gestalte in de dui-
Fox trachtte hem daarheen te volgen. I keruitrusting.
maar raakte in de volslagen duisternis „Het is ontzettend daar bene-
zün oriëntatie kwijt en moest een sein d j hij. Een rattenklem.
geven om met de reddingslijn weer TT J,
naar de oppervlakte van het water op Het lijkt niet Op duiken in zee,
galerij 9 te worden getrokken. waar het zoute water je omhoog
Hughes had intussen ontdekt, dat de j pn ip kan
gang naar de lagere galerij afgesloten -"Jkt te duwen en waai je Kan
was door een halve ton losgewerkt erts. i zien waar je bent en wat je doet.
H„ ruimde dit op. rocht en vond eeni L Hughes is een held", ver-
deur, welke hem op galerij 10 bracht
en wachtte daar op Fox. volgde hij: „heelt in jaren niet
Na een tijdlang vergeefs te hebben gedoken, maar gaat Op één mor-
?;rmis.T,?ee„'SU?aU"rS ÏTmdlilgen vier keer achter elkaar naar
hij wilde weten, wat er met zijn maatbeneden, tien vadem diep en drie
honderd meter onder de grond.
Na een adempauze vertrokken de
twee duikers opnieuw, maar ditmaal
kwam Fox te vallen en verwondde ern
stig zijn been. Hij werd teruggehaald
naar de oppervlakte en kon verder geen
deel meer nemen aan het reddingswerk.
De duiker Hearne. die met de specia
le trein uit Fremantle was gekomen,
nam Fox's werk over.
Hughes was in de tussentijd al weer
op galerij 10 aangekomen, maar keer
de terug naar 9 toen Fox niet kwam.
Thans besloten Hughes en Hearne sa
men af te dalen en bereikten de nauwe
gang. Zij waren elkander vreemd en
Hearne wist niets van mijnwerk af, zo
dat ze weer naar de oppervlakte moes
ten teruggaan, om even met elkaar te
praten, zodat Hughes precies kon ver
tellen, wat Hearne moest doen.
Opnieuw gingen ze naar beneden. Het
werd de vierde afdaling die Hughes
maakte en ditmaal bereikten ze in
derdaad de lager-gelegen galerij en ging
Hughes verder, terwijl Hearne achter
bleef bij de hoek om te voorkomen, dat
de lijnen onklaar raakten.
Tot zijn knieën in de blubber worstel
de Hughes verder, pas voor pas en een
leidtouw spannend langs zijn weg. Voor
zijn gevoel was het of tijd en eeuwig
heid in elkander vloeiden, terwijl nij
struikelde over gevallen balken en rot
sen, tastend naar de muren, grijpend
gang en terugdeinzend,
wanneer zijn handen in
pen, welke dreigde hem
te begraven, wanneer hij
de zaak loswerkte.
Elke schrede betekende
gevaar. Maai- deze man,
langzaam zwaaiend in dit
water, honderden meters
onder de grond, dacht
geen ogenblik aan terug
gaan. Hij riskeerde zijn
leven om een vreemde-
i gre-
Geen wonder, dat hij is flauw
gevallen".
Hughes kwam bij. Hij opende
zijn ogen. „De man leeft" hijgde
hij: „Moet weer gaan en hem
helpen".
Men wist dit te voorkomen:
Hughes moest eerst rusten.
Hij werd naar boven gebracht,
sliep twee uren, had een hartig
maal en zei onmiddellijk weer
naar Varischetti te willen afdalen
In de
Wat dacht Varischetti in de drie da
gen en drie nachten die voorbij
gegaan, sinds hij zo plotseling v
gesloten door de onverwachte overstro-
'd
's.i~ -
leken was zijn geest verdoofd
hurkte hij stomweg in de duisternis. Op
andere ogenblikken was hij opvallend
helder van gedachten, dan begreep hij
volstrekt in welk gevaar hij verkeerde
en hoe hopeloos de toestand was. Een
schreeuwende angst bekroop hem
lag op de grond en bad.
Varischetti had geen enkel
idee meer van tijd...
lag slaperig, doezelig, in de af
schuwelijke duisternis.
Hij luisterde niet meer gespan
nen. maar opeens zat hij
overeind, al zijn zinnen vibrerend
als een vioolsnaar.
Er kwam een ander geluid.
Scherp tikken. Een bekend ge
luid. Hij had het dikwijls gehoord.
Er sloegen ergens mensen op de
rotsen. Niet ver weg.
Hij dacht dat het ge
luid van boven zijn
hoofd kwam, maai
hij was er niet hele
maal zeker van. Het
scheen van overal
hem heen
redden,
dat de man nog leefde.
Eindelijk
In de modder onder zijn voeten tast
te hij naar een wegwijzer, welke hem
naar Varischetti moest leiden. Dat was
de buigzame luchtslang. welke aan de
pneumatische boor had vastgezeten,
welke Varischetti bediend had.
West-Australe
de wanhopige mijnwerker met alle
macht tegen het rotsige dak boven
hem, signalen gevend aan
die. naar hij wist, bereid
doen wat ze konden,
hoe kunnen
Duikers
Toen kwam iemand met het idee dat
een diepzee-duiker moest worden ge
vraagd, hulp aan de levend begraven
man te brengen.
Er zijn heel wat merkwaardige red
dingen uit mijnen bekend, doch er zijn
er weinig, die wonderlijker zijn dan dit
verhaal
Duikercostuums waren in die tijd nog
een nieuwtje: de mogelijkheden, welke
rubber biedt, waren nauwelijks begre
pen. Zee-duik-appa raten, voornamelijk
gebruikt bij parelduiken waren ruw ge
construeerde apparaten, wanneer men
ze vergelijkt met wat men tegenwoor
dig op dat gebied ter beschikking heeft
Het aantal ongevallen bij de parel
visserij tengevolge van het scheuren
van rubber-duikercostuums onder wa
ter. of het lekken van rubberslangen
of het weigeren van de simpele hand
pompen, die de duikers van lucht moes-
Zou een 'diep-zee-duiker Varischetti
kunnen redden? Neen, zelfs wanneer de
gevangen mijnwerker bereikt kon wor
den door een duiker zou het'onmogelijk
zijn hem door de ondergelopen gangen
terug te transporteren. De enige kans
om hem te redden zou zijn het water
uit de mijn te pompen, totdat galerij
tien weer droog zou vallen. Wèl zou het
wellicht mogelijk zijn een duiker voed
sel bij hem te laten brengen, zodat hij
in leven kon blijven, tot men. in een
dag of tien dag en nacht doorpompen.
de mijngang droog had.
Merkwaardigerwijze waren er in Kal
goorlie twee mijnwerkers, die vroeger
als parelduikers hadden gewerkt, parel
duikers in duikercostuums. in de oce
aan nabij Broome, aan de noordwest-
Zonder de minste aarzeling boden de
ze twee mannen, Hughes en Fox aan,
af te dalen in de overstroomde gale-
Hughes en Fox, de twee mijn
werkers, die zowel ervaring had
den in duiken als in mijnwerk.
Grote taak
De taak, die ze zouden ondernemen,
zou het dapperste hart sneller en ang
stiger doen kloppen. Het water waar
zij doorheen moesten duiken was aar-
dedon'.-e'zodat zij volstrekt niets kon
den zien.
Hun weg kon in twee gedeelten ver
deeld worden. Eerst moesten zij duiken
door water, dat over een afstand van
dertig meter de hellende hoofdschacht
overstroomd had. van galerij 9 naar
galerij 10. Deze schacht was geen gewone
tunnel, doch bestond uit een serie enorme
holten, waarin het rotsdak werd gesteund
met zware balken
Aangenomen, dat zij galerij 10 zouden
bereiken moesten zij daarna door een
nauwe gang klimmen om vervolgens
een afstand van 80 meter door te drin
gen in de richting van de verhoging,
waar Varischetti gevangen zat.
Hughes noch Fox hadden in de Bon-
nievalemijn gewerkt. Ze moesten hele-
maal terugvallen op hun algemene ken
nis van mijnwerk en op beschrijvingen
van de situatie, gegeven door Vari-
schetti's kameraden, die de gangen wél
uit eigen aanschouwing kenden.
Geen van deze mannen kon echter
vertellen, welke veranderingen in de si
tuatie veroorzaakt waren door de wa
tervloed.
De start
Men maakte een plan. Hughes en Fox
zouden samen naar galerij 10 gaan
Fox zou achterblijven, teneinde de
luchtslang en de reddingslijn van
Hughes successievelijk om de hoek te
vieren en Hughes zou verder doorgaan
om een meter of tachtig verder hel li
chaam van Varischetti. levend of dood,
te zoeken.
Hughta ging vooraan, kruipend langs
de helling, voetje voor voetje verder
trekkend langs de onderstroomde tre
den en met bewonderenswaardig oriën
tatievermogen speelde hij het inder-
ling, die hij nog nooit Vnmpn
had gezien, te redden. Komen.
Iemand
Toen de vloedwateren op kwamen
zetten, was hij aan het werk 'geweest
met zijn pneumatische boor. Het rate
lend geluid van de boor had gemaakt
dat hij de waarschuwingssignalen niet
had gehoord, die de andere mannen
naar de uitgangen hadden gedreven.
Te laat had hij het gevoel van drei
gend gevaar gekregen en zich omge
wend. Toen het gedreun van de boor
stopte, hoorde hij het kabbelen van het
water. Hij liet de boor vallen, greep
zijn kaars en kroop de helling langs
naar galerij 10.
Hij stond tegenover het water. Rond
om hem was alleen maar de massieve
rotswand en zijn enige uitgang werd
geblokkeerd door het water. Hij tracht
te er doorheen te zwemmen, maar de
geweldige druk van het kolkende water
drukte hem terug naar de enorme
luchtbel aan het einde van de gang.
Hij viel op zijn knieën en bad om het
wonder, dat hem zou kunnen redden.
In duisternis... want zijn kaars was
snel opgebrand. Hij had geen eten bij
zich: zijn pakje brood had hij op gale
rij 10 laten liggen.
Toen zijn kaars flikkerde en uitging
was hij alleen, zo alleen als maar heel
weinig mensen ooit zijn geweest, in een
duisternis zo diep als weinig mensen
hebben gekend, een duisternis, die op
geen enkele manier werd gebroken.
Hij ging liggen en viel in slaap. Mis
schien een minuut, misschien uren.
Toen.hij wakker werd tikte zijn horloge
niet meer. Hij had vergeten het op te
winden. Het kabbelen van het water
was er niet meer, want de watervloed
was in evenwicht gekomen en lag stil.
Er stond een ontzettende druk op zijn
oren, door de samengeperste lucht in
het hol. De lucht rook vochtig en sme
rig, maar kon tenminste nog ingeademd
worden.
Hij dacht lang na. Misschien was het
ook niet lang. Toen hoorde hij het bloed
in zijn oren dreunen. Hij ging overeind
zitten, hij kneep zichzelf in de arm,
hij trok aan zijn haar, hij wist, dat hij
nog steeds leefde.
Hij had nog een paar droge lucifers
en streek er een aan. Hij keek rond.
Hij voelde naar het water, streek een
lucifer aan en luisterde.
Heel ver weg, ergens boven de on
dergelopen galerijen, werkte een me
chanische pomp. Hij hoorde het geluid.
Eindelijk! In de modder voelde
Hughes iets zachts, iets ronds. Hij kniel-
de, greep en hief het op. tastte... ja,
dit was de luchtslang.
Hij volgde de slang langs de vloer
van de gang tot de slang omhoog boog:
duidelijk dus omhoog gaand naar de
plaats, waar Varisohetti aan het werk
was geweest.
Uitgeput rukte Hughes aan de slang.
Wanneer hij sterk genoeg was kon hij
de boor laten rammelen, zodat het ge
luid de aandacht van de Italiaan zou
trekken. Enige malen achtereen rukte
hij aan de slang, maar er kwam taal
noch teken terug. De man moest dood
Maar plotseling kwam er beweging
Er was nog leven., daar, in de lucht
bel.
Tjoep, tjoep. ging de luchtpomp
helm van Hughes. Zijn slapen hielden
het rhythme kloppend bij. Hij was vol
slagen uitgeput Het was waanzin te
proberen, omhoog te klimmen, naar de
Italiaan. Hij had een boodschap var
hoop gebracht aan Varischetti en hij
had ontdekt, dat de man nog leefde.
Tegen zijn vermoeidheid vechtend,
rukte Hughes nu aan de reddingslijn,
hiermee een teken gevend a
maat op de hoek en aan de mc
de negende galerij, dat hij teruggetrok
ken moest worden naar de oppervlakte
van het water.
Ten slotte kwam de duiker te
schijn uit het roetzwarte water
stand, grotesk als een nijlpaard
zwaaiend op zijn voeten, tussen de n
nen op galerij 9.
Snelle handen maakten zijn helm
los. terwijl de tweede duiker. Hearne.
eveneens uit de overstroomde schacht
te voorschijn kwam.
Hughes slingerde, toen men zijn rub-
berpak had uitgetrokken en viel neer.
buiten bewustzijn. Eerste hulp werd ge
geven met cognac en massage.
De helpers schroefden de helm
van de tweede duiker los. Hij i
zat doodvermoeid op een bank,
zijn hoofd merkwaardig klein j
wanneer men het vergeleek metl
Zijp
Een andere lucifer. Het scheen, dat
het water iets zakte, misschien een
paar millimeter... Hij legde een steen,
precies aan de rand van het water en
zat, naar hij meende heel lang in de
duisternis te wachten. Toen stak hij
weer een lucifer aan en zag dat het
water inderdaad iets lager was geko
men dan de steen.
Als het zo door gaat, dacht hij, ben
ik dood, lang voordat het water tot ga
lerij tien is gezakt.
Redding
Er was niets te doen dan zitten
en luistéren naar de pomp. Hij
anders,
evenals ik ingesloten. Hij streek
een lucifer aan, hij greep zijn
hamer en sloeg uit alle macht
tegen de rotsen boven zijn hoofd.
Toen stopte hij en luisterde. Het
gedreun begon weer, het geklop,
het sein. Hij antwoordde.
Kwam men hem redden? Hij
liet de gedachte tegelijk weer los.
Hij begreep dat het onmogelijk
was, schachten te slaan in een
ondergelopen mijn. Toen hield het
geklop op en hij begreep dat dit
niets anders kon zijn dan een sig
naal van nog een andere, als hij,
ingesloten mijnwerker.
Eeuwen van duisternis gingen voorbij
terwijl de mijnwerker, nu zwak van de
honger, uitgestrekt lag op de gebroken
stenen, zijn geest telkens wegslippend
in grijze verten. Soms zag hij de prach
tigste vergezichten, zijn geboorteland,
Italië, met blauwe luchten en olijven
gaarden, witte huizen en wijnranken
met purperen druiven, of vissers, die
hun netten op de zandige kust trokken.
Een sein
Hij schrok.
Wat was dat?
Eerst wist hij niet. wat er gebeurde.
Toen hoorde hij iets metaalachtigs ram
melen en ratelen, iets, dat hij kende,
maar zijn hersens schenen dof te zijn...
wat was dit voor geluid?
Hij vloog overeind, helder wakker.
Natuurlijk, dat was het: zijn luchtboor
rammelde. Verbeelding? Werkelijkheid?
Hij streek een lucifer aan. De lucht-
slang schudde in het water als eer
slang, zodat er in het water kringen
snel wegliepen en de boor rammelde
Zijn lucifer brandde uit. In de duister
nis greep hij naar de luchtslang. Die
bleef opeens doodstil in zijn handen
Maar juist toen hij de slang weer wilde
laten glippen, bewoog deze
ruk, nog een ruk! Een sein! Wild rukte
hij aan de rubberslang, de hoop
vlammend in zijn gemoed.
Hij begreep niets. Dit sein lag buiten
zijn begrip en buiten alles wat hij ooit
ervaren had. De gedachte aan een zee-
duiker, die hem zou komen redden,
kwam niet in hem op. Hoe kon dat
ook? De signalen stopten en de slang
lag bewegingloos in zijn handen.
rukte en rukte
maar hij begreep, dat
hij zich alles
verbeeld.
•d gek. dacht
Hij
-erd
hij
zwarte
De duiker kwam boven
bewusteloos
slipte weg
vergetelheid,
deloze sluimering, met
rium. waarbij
geest in de afgrond
scheen te storten.
Het monster
Met een ruk schrok
hij wakker
overeind. trachtend
zijn gedachten te or
denen. Er was iets.
dat het water in hef
tige beroering bracht,
doch wat kon dit zijn?
Hij hoorde het
ter spatten en
bewoog iets, vlak bij
hem. Met bevende
handen stak hij
AlJSTRALIë, land va
pen, maar dit plaatje ivei I
gemaakt op een winterse
ergens in Nederland.
lucifer, de laatste, aan.
Toen schreeuwde hij in heftige i
Uit ihet zwarte water kwam een
sterachtige kop. een watermonster, |r
duivel met een cyclopenoog, afschi
lijker dan hij zich ooit had voorgeSp'
Hij kon het monster horen stro
len en grijpen op de vloer van de
Toen spatte er een licht aan. Hij
perde met de ogen en zag dat de e,
cloop een electrische zaklantaarn
Het monster had een pak. dat i
doek was gewikkeld, geopend: t
voedsel in, brood en vlees en e
cognac.
Varischetti stond wankelend o
bezoeker wenkte met grote, zwaa a
handschoende handen en scheen
vriend, géén vijand.
De straal uit de lamp maakte
schetti duizelig, maar naarmate hijtj
kwam trok de vrees terug en beg le
hij, dat hij als door een mirakel
sel en licht had ontvangen.
Hij nam het voedsel, at gretig e)
dronk van de cognac. Toen zag hij
menselijk gezicht dat zich tegen de
nenkant van de glasplaat van de h|V
drukte en dat vriendelijk was en
iet medegevoel naar hem keek.
Hughes kon zonder hulp zijn helm v
afnemen of met Varischetti praten
ders dan met gebaren. Hij had
gebracht en licht en hoop aan de bels
ven man, op de vierde dag nada|a
wolkbreuk hem had ingesloten.
Varischetti begreep, dat er niets
venmenselijks gebeurd was
menselijke hulp was gekomen. Hij c
greep ook, dat zijn bezoeker ee
en waterdicht duikercostuum
iets waar hij wel eens over I
hoord, doch dat hij nimmer had ge£,
Hij greep de gehandschoende
van de duiker staarde door de gl
helmsluiting naar diens gez j.
schreeuwde w.—k.
Hughes kon i n'
verdween onde
het water. Met
nam hij afscheid
oppervlakte.
Gretig al Varischetti, gretig dronl
en als een kind speelde hij met de
lantaarn, die aan- en uitknippend.
„Ik leef en ze zijn mij aan
den", dacht hij. En toen hij
viel, waren er geen nachtmerries n ij
Terug in het let
Deze eerste ontspanning v u
Varischetti kwam in de namid
van de 22e Maart. De volge
dag en nog vijf dagen daa
kwam Hughes telkens ééns in
vierentwintig uur op bezoek
hem eten te brengen en electri ai
licht.
Intussen deden de pompen
water in de mijn voortdurend z J!
ken. In de morgen van 28 Mi
was het net mogelijk in gal ei
10 te staan, met het hoofd bo fa'
water.
Hughes waadde en zwom z£
der zijn duikerscostuum, tweern e
langs de gang naar Varische!
hol en voor de eerste keer in nel 'jj
1 ij
dagen hoorde de begraven n ij
een menselijke stem en werd h
verteld, wat er gebeurd was.
's Middags kwam Hughes v
aakt, het water tot zijn okse
Hij nam Varischetti op zijn I
en waadde met hem terug n ?i
het leven en het licht.