Avontuur achter
Op Schiphol maakt het omroepstation de dienst uit
Kerstmis in t watersnoodgebied
<3)e 3dCerótboompjeó van Ifïleneer de^ü,
raad- -
Kerstnummer
Pagina 7
December 1953
LIJKT het U niet fascinerend toe om aan de rand van Schiphols
„hart" het platform, te werken en mee te leven met het grote
avontuur dat vliegen heet? Wie Schiphol bezoekt, voelt zich
onherroepelijk dadelijk gevangen door al het opwindende, dat van
een wereldluchthaven uitgaat. Er is zoveel boeiends en belang
wekkends te zien ente horen. Wat dit laatste betreft, werkt
de mysterieuze vrouwenstem, die met tussenpozen berichten door
de loudspeakers omroept, er toe mede om de sfeer van geheim
zinnigheid te versterken.
„Waar komt die stem nu vandaan?", denkt men allicht, wanneer
men in de wachtkamer zit te wachten tot het uur van vertrek is
aangebroken. Of wanneer men als bezoeker in het mooie restaurant
Aviorama zit en uitkijkt over dat wijde vliegveld om het gaan en
komen van al die reuzenvogels gade te slaan. O zeker, de stem
komt vanuit de luidsprekers aan de muur tot ons; in de wacht
kamers en daarbuiten, tot zelfs in de speeltuin toe zijn loudspeakers
waar regelmatig die lage, lichtgesluierde stem door klinkt, melodieus
en geheimzinnig. „Passagiers voor Zürich worden verzocht zich naar
de uitgang te begeven en de instapkaarten gereed te houden.
Passengers for Zurich
Dit is niet enkel een bericht, het
blijkt ook een soort startsein te zijn.
Passagiers gehoorzamen aan die stem
en begeven zich inderdaad naar de
uitgang; maar niet alleen zij reage
ren. Mét het klinken van de stem door
de luidsprekers komt ieder, die met
het vertrek te maken heeft, in be
weging. Zo ook bij aankomst van een
vliegtuig, want ook dit gebeuren wordt
omgeroepen.
En wanneer 'we, nieuwsgierigl,
doordringen tot in de kamer (waar
eigenlijk „verboden toegang" op de
deur staat) waar de stem haar
door de lucht begint, staan we i
„omroep-studio", aan de rand
het platform, waar vijf jonge vrouwen
n de beurt dienst doen.
Door de grote dubbele glazen
men ziet men uit op het vliegveld,
waar, als de zon schijnt, de metalen
vogels blinken in het licht; en bi;'
minder mooi weer, enorme wolkenfor
maties boven het veld drijven, maar
r altijd drukte en bedrijvigheid
heerst en altijd wat te zien en te be
leven is, méé te beleven, ook al zit
ten de dames zelf in de kamer. Zij
volgen het gebeuren met de ogen;
vóór haar ligt, zij het dan ook ach
ter glas, het geweldige avontuur dat
elke dag weer anders is en'waai
zij toch in nauw contact staan,
dat zij via de telefoon op de hoogte
worden gehouden door de Stations
dienst der KLM, die haar ook de op
drachten geeft voor de berichten, wel
ke moeten worden omgeroepen.
In het heiligdom
Daar klinkt een gedempt rinkelen
van een van de telefoons op de lan
ge tafel, waaraan op het ogenblik
twee dames zitten. Muisstil moeten
zijn, zolang de microfoon open
staat; het apparaat is uiterst gevoe
lig en het zachtste bijgeluid zou, in
versterkte mate, gelijk met de stem
de omroepster, door de luidspre
kers klinken.
Nu horen we de stem dus van na
bij. De omroepster praat heel zacht en
houdt haar hoofd niet dichter bij het
de toestel dan een halve meter. Maar
juist dit zachte, gearticuleerde spre
ken is uitstekend geschikt en duide
lijk. We horen haar stem tegelijker
tijd ook buiten door de luidspreker
klinken, weliswaar versterkt, doch
len even prettig om te horen. Het be-
lke richt dat zij uitzendt, schrijft de an
dere in een „logboek" neer. Dit ge
beurt met alle berichten die worden
uitgezonden. Soms schrijft degene die
omroept, ook wel zelf de berichten
eil in het schrift.
eze „Het vliegtuig uit Parijs is zo juist
geland".
°P Of: „Wil de heer zus-of-zo zich in
verbinding stellen met
Ondertussen kijken we rond in het
dfj kleine, maar modern ingerichte ver
trek. De wanden van de studio zijn
u met geluiddempend materiaal be
kleed, terwijl de dubbele ramen er
voor zorgen dat geen motorgeronk
en ander geluid de noodzakelijke rust
van de omroep kunnen verstoren.
Twee bedieningspanelen maken het
mogelijk dat twee omroepsters tege-
lijkertijd, en onafhankelijk van el
kaar, berichten kunnen omroepen. Dit
be- kan, doordat de luidsprekers die de
rst- aangesloten ruimten en localiteiten
bedienen, in negen verschillende groe-
to pen zijn ondergebracht. Door middel
de 2 bedieningspanelen kunnen
de omroepsters naar verkiezing één
der of meer groepen, of een combinatie
efe- van groepen, inschakelen. Schakelt
bbe de ene omroepster groep 1 in, dan
het begint op haar paneel een groen
lampje te branden voor groep 1. ter
alt wijl op het paneel van de andere om-
:n- roepster een rood lampje oplicht, ten
ijk- teken dat groep 1 geblokkeerd is.
Hoewel het dus technisch mogelijk
ge- is dat twee omroepsters gelijktijdig
berichten uitzenden, wordt deze mo-
oop gelijkheid in de praktijk (nog) niet
toegepast.
Door het omdraaien van een enkele
knop kan ook radiomuziek worden
uitgezonden of kunnen gramofoonpla-
ltar ten worden gespeeld. Dit laatste
jke wordt toegepast bij bijzondere gele
genheden en bij de emigrantenvluch-
ten.
Het nuttige met
het aangename
Bovendien is het werkelijk gezel
lig in deze studio, die wel veel weg
heeft van een huiskamer, waarin toe
vallig die gewichtige bureaux staan,
die zakelijke telefoons en die geheim
zinnige nikkelen microfoons. Er is
centrale verwarming en er staat zo
waar een tafeltje met een kleurig
kleed erover in de hoek en ginds zien
we een electrische kookplaat, waarop
de dames in de drukke diensten om
de beurt thee kunnen zetten, omdat
er dan geen sprake van is, dat zij
de studio kunnen verlaten om naar
de cantine te gaan. Tijdens de zo
merdienst wordt de omroep dag en
nacht door de vaste omroepsters van
de KLM Verbindingsdienst bediend
's Winters vervalt de nachtdienst. Dit
betekent evenwel niet dat de omroep
dan buiten gebruik is. Bij de vertrek
hallen zijn namelijk twee microfoons
geplaatst, door een aparte versterker
„gevoed", die ter plaatse kunnen wor
den bediend. De grondstewardess die
Passagiers voor Zürich
Passengers for Zurich
dienst heeft, kan van daar dus be
richten uitzenden. Ook in geval de
omroep vanuit de studio wordt be
diend door de vaste omroepsters, kan
van de microfoons in de hal gebruik
worden gemaakt, meestal om een pas
sagier te waarschuwen die geen ge
hoor heeft gegeven aan de algemene
oproep om zich naar de uitgang te
begeven.
Op de „spits-uren" is het
natuurlijk heel druk en dan
is er geen tijd tot babbelen,
maar er zijn ook uren dat het
wat rustiger is.
„Vroeger was het nog zo"*
vertellen ze, „dat de dames,
alvorens aan de microfoon
geplaatst te worden, spraak
les kregen. Dat is nu niet
meer nodig. Wel zijn de eisen
die men aan de stem stelt,
dezelfde. Een hoge stem is
absoluut ongeschikt en de
uitspraak van de talen moet
goed zijn. Een vooropleiding
is ook niet nodig; de „nieuwe
ling" moet echter wel eerst
een tijd „meelopen" voor ze
haar plaats kan innemen ach
ter het bedieningspaneel met
zijn knopjes en handletjes.
Maar nu houdt de vertel
ster op, want de telefoon gaat.
Het is de Stationsdienst die
komt vertellen dat er een
vliegtuig is geland.
En als we, terwijl de stem van de
omroepster het nieuws laat klinken
door de verschillende afdelingen van
de luchthaven, door de grote ramen
naar buiten kijken, zien we het vlieg
tuig als een machtig insect over het
veld glijden naar de plek waar de
man. die het toestel moet binnenlood
sen naar zijn juiste aankomstplaats,
staat te zwaaien met zijn „panne-
koek".
Alles komt in actie. De man-met-
de-trap, de grondstewardess die de
passagiers moet ontvangen, de ma-
rechaussée, de douane, de mensen die
voor de bagage moeten zorgen, de'
menteel toevertrouwd aa-n vijf om
roepsters van de KLM-verbindings-
dienst, die bij toerbeurt de berichten
in vele talen omroepen.
„We moeten wel snel kunnen
reageren," vertellen ze. „Als we
de de berichten opkrijgen, mogen we
restauratie aan boord der vliegtuigen niet treuzelen, want als wij lang-
verzorgt; al die mensen worden door I am handelen, komt ook het hele
die ene vrouwenstem als het ware -,
„in bedrijf" gesteld. Er r.jden kleine 'raderwerk van handelingen na
rode tractors rond, die soms vliegtui-ionze omroep langzaam in wer-
gen bi] de neus wegslepen zoals een j king".
z'o"'A's wij aanstalten maken om
aankomen en andere even later ver- weer heen te gaan, floepen juist
trekken. We zien „Jagertjes" snel de lichten op het veld aan, want
door de lucht flitsen en ook de prach- de avond is ongemerkt gevallen.
tige enorme Super Constellation, het n „i„
nieuwste vliegtuigtype van de KLM. Het örote platform ziet er, als
het kan, nog indrukwekkender
„Je ziet hier van alles", vertelt ---
de omroepster weer, „ouden van
dagen die een rondleiding mee
maken, scholen, of een groep Vo-
lendammers, waarvan de vrou
wen gezamenlijk voorop lopen en
de mannen achteraan komen. En
zelfs bruidsparen komen hier
soms hun bruiloft vieren; de taart
ontbreekt er niet aan. We weten
precies welke grootheden op Schip
hol aankomen en welke buiten
landse sterren, en het is altijd
even belangwekkend om alles ga
de te slaan wat daar achter die
grote ramen op dat wijde vlieg
veld plaats vindt".
Dat het een altijd wisselend beeld
is, willen we graag geloven. Soms,
ails het buiten niet al te dru'k is, zet
ten de dames de ramen toch nog wat
open en dan komt het opwindende
motorengeronk naar binnenwaaien.
En vol ontzag kijken we naar de
grote kast tegen de achtermuur van
de kamer, waar een wand een in
gewikkelde installatie van draden en
knopjes bedekt. Dit is een Philips-
installatie, voorzien van een noodvoe
ding, zodat het eventueel uitvallen
de electrische stroom, geen uit
vallen van de omroep ten gevolge
heeft. Deze installatie is geheel eigen
dom van de gemeente Amsterdam,
de exploitant van de Luchthaven
Schiphol, maar de bediening is mo-
het kan,
uit als wij nog een laatste blik
werpen door het glazen raam,
waarachter het veld nu als een
boeiend schilderij schijnt te lig
gen. En we begrijpen het zo goed,
dat de omroepsters zo ingenomen
zijn met haar werk, nu zij zo
nauw meeleven met het drukke
verkeer op deze belangrijke
luchthaven, waar het dagelijks
gebeuren altijd een hevig avon
tuur lijkt te zijn.
ü-üïrCrii-ü-üirtrtrCrü-trtrSi-trCrütrüirtrirCrtrtrtnb-trii-ü-lririili-CrCrCrfrtrtrtrtrtriririrtrtrtrüii-tr
TOCH EEN FEEST VAN DANKBAARHEID
TT/7\ TER rond de vijver.
Sneeuw op een knoestige
boomstam. Vogelleven in een
korte ijstijd; een harde strijd
om het bestaan!
TN een dijkwoning ergens op
Flakkee hangt een jonge vrouw
zorgzaam hagelwitte gordijntjes
voor de ramen. Met de Kerstdagen
moet alles extra schoon zijn
Zij zingt een wijsje met halve
woorden, de rest vult zij, de ge
dachten bij het precieze werkje,
aan met „tiedie, tiedie
Uit de warme keuken klinken
driftige geluidjes en de vrouw
lacht: „Ja, ja, moeder komt!" roept
ze vrolijk.
Zij zingt en zij lachten toch
zijn er dagen geweest, nog maar
maanden geleden, waarop zij ze
ker wist, nooit meer te kunnen
lachen.
Een dag en een nacht van doods
angst op de zolder, terwijl het
water beneden huishield, alles
stuksloeg en meerukte.toen de
ellendige vlucht over de duistere
golven, in de wetenschap alles,
alles verloren te hebben.
Haar baby moeilijk geboren er
gens ver weg in een vreemd zie
kenhuis, haar man en het kleine
meisje in slechtzittende, onbekende
krijg-kleren verlegen aan haar
bed
Wanhoop en verdriet, nauwelijks
vreugde, maar wel heel veel zorg
om de geboorte van een jongen.
ja, i
zingt 2
lacht,
zorgzaam bezig voor de komende
Kerstdagen, nu dolt ze even met haar
kleine meisje en tilt dan de dikke baby
hoog boven haar hoofd.
IJ wilden niet onbescheiden zijn.
toen wij op dat moment bij haar
aanklopten. We wilden alleen van haar
iets horen, om u dat nu te kunnen ver
tellen.
Kerstmis in het rampgebied...
..Ik ben zo dankbaar en gelukkig",
zegt de jonge vrouw, de baby sussend
op haar schoot, het kleine meisje naast
..Nooit had ik kunnen denken, dat al
les weer zo goed zou komen. Kijk, die
binnenmuur is er uit geweest., en
ja. het water heeft meer dan twee
ter hoog gestaan... u ziet het nog wel
aan 't behang. Ja, dat is nieuw, 't was
beter nog niet te behangen, maar 't
stond zo kaal en nu heeft mijn man er
een heel goedkoop papiertje op geplakt.
Ze laat trots haar huisje zien. Er zijn
nog sporen van het watergeweld,
er is nieuw zeil op de grond, een beste
mat bovendien. Er zijn meubeltjes, er
is een modern dressoir, dat het kastje
van vroeger vervangt.
Ze woont weer... en in haar eigen
huisje, dat opgeknapt is. Er staat weer
een schuurtje, vrolijk groen, en zo met
de winterdag valt de kaalheid van het
tuintje achter niet zo bar op.
..We zijn zo prachtig geholpen..."
Geen „potje"
DAT zegt zij niet alleen. Wij klopten,
wat aarzelend, aan nog andere deu
ren. En telkens weer die blijde opmer
king: ..We zijn zo prachtig geholpen!"
,.'t Was eerst wel vreemd, al die
nieuwe dingen." zegt een bejaarde
vrouw, „maar 't went al best. 't Wordt
gauw je eigen... en ik heb een mooi
kussen en twee kleedjes gekregen van
de Plattelandsvrouwen, is dat niet ge
zellig?"
du u het geloven? Dit is mijn ouwe
clivia nog. Hij is er helemaal bovenop
gekomen en nou hebben we hem een
sierpot gegeven, dat heeft-ie best ver-
Weer een andere vrouw, in een ander
deel van het watersnoodgebied, ver
trouwt ons toe: „Ik heb mijn stofzuiger
en mijn naaimachine nog niet gekocht.
Maar het geld ligt er voor. Eerst maar
eens voorzichtig de winter door... niet
dat we bang zijn, maar je kunt nooit
weten. We hebben voorzichtigheid ge-
Ook die woorden horen we vaker.
„Niet alles ineens... even de winter
door..."
Dat is huisvrouwelijk beleid, naar echt-
Hollandse trant. Zeg niet. dat deze
voorzichtigen dus „een potje" hebben ge
maakt van het geld, hun gegevt
vervanging
potje van v
Dit is geen „potje". Want de huis
vrouw. die grote stukken in haar huis
houding nog niet wil herkopen, doet zich
zelf tekort. Heeft zij geen stofzuiger,
dan zal zij op de knieën moeten vegen.
Zij werkt er voor, om straks, na de
winter, de grote aanschaf te kunnen
Vergeet ook vooral niet. dat vele
ningen nog zeer vochtig zijn en
vocht komt een metalen instrument
■ïrtriiirïritïrtririririiirü'
tcirirtririrtrtrtrtrirtr.'Ci'ülfïrü'üiririi'ü'&'bi
üïririrtririrütrtrtrtrtrir'üiritti'trtrüiiirtrtiiririrü'ti-trit
Meneer de Vos uit Diderom
die handelt in rozenstruiken,
maar in de winter kan geen mens
een rozenstruik gebruiken!
Meneer de Vos uit Diderom
die had vierhonderd duiten,
maar als het telkens winter wordt,
kan hij de zaak wel sluiten.
Toen zei hij op een morgen: „Vrouw,
het is alweer November
en als ik mij nou niet vergis,
dan wordt het gauw December!
Dan willen alle mensen weer
een kerstboompje gaan kopen,
en naar ik hoor, wil graaf de Knol
zijn dennenbos gaan slopen.
Als ik nu dennenboompjes koop,
voor mijn vierhonderd duiten,
dan neem ik zeven kruiwagens
en haal de zaak van buiten!
Dan ga ik even naar de stad,
't is maar drie uren lopen
ik zet de boompjes langs de straal
en ga ze fijn verkopen!
Ik geef tien duiten voor een den,
ik ga ze netjes stoffen,
voor twintigduiten breng 'k ze thuis
dat is tien duiten boffen!
En zijn de dennenboompjes op,
dan ga 'k de zaak weer sluiten,
dan ben ik 's avonds al weei thuis...
en heb achthonderd duiten!"
„Nou man, dat is een goed idee,
en. zou je 'r eentje sparen,
dan moet je die, onthoud dat goed,
maar voor onszelf bewaren!"
Meneer de Vos uit Diderom.
die zei: ,,'t Zal niet mankeren!"
En liep toen eens naar achter, om
de kruiwagens te smeren.
Toen stapte hij naar graaf de Knol
en zei: ,,'k Wil veertig mooie!"
Op handslag werd de koop bepaald
en Krelis ging aan 't rooien.
De dag voor Kerst, 't was haast nog nacht,
toen kon je ze stadwaarts zien komen,
meneer de Vos ging aan het hoofd
van zijn zeven kruiwagens bomen.
Die werden geduwd door Jan van der Vliet,
door Krelis en Nelis en Daantje,
door Gijsbert en Lijsbert en heel achteraan
kwam Janus, de oudste van Jaantje.
En bij de toren, op de hoek.
werd alles weer afgeladen,
meneer de Vos zei: ..Weer een bos,
maar nou een zonder paden!"
Toen alle dennetjes op de stoep
klaarstonden om zo te verkopen,
toen gingen de knechten allemaal
weerom naar Diderom lopen.
Meneer de Vos kreeg het vreselijk koud,
en de kerstboompjes stonden te dromen
de haan van de toren riep: ,Moet je dat zien,
die zijn veel te laat gekomen!"
En het magere paard v
kon voorbij al dat groe
en zuchtte: „Ik wil er
er komt toch niemand i
rie-platen. Heeft hij die gekocht van het
geld, dat het Nederlandse volk heeft ge
geven om de nood te lenigen0 Iemand
spreekt er schande van.
Maar... laten wij toch niet te snel zijn
in ons oordeel. Laten wij onze gift in
derdaad „gave"...zonder rekenschap te
vragen.
Hij is nog altijd zijn jongensbezittin
gen, die onvervangbaar zijn. voorgoed
kwijt. Hij heeft nog altijd de herinne
ring aan de verschrikkingen van die
eerste Februaridagen.
Kijk. vroeger hadden ze daar een
mooi, goed radiotoestel. Dat is verloren.
Nu wilde de enige zoon zo graag een
pick-up hebben in plaats van een nieuwe
radio. Vader en moeder zijn er niet zo
bar mee ingenomen, maar zij hebben
hun jongen van de dood zien redden en
uit dankbaarheid daarvoor brengen zij
graag een offer.
De jongen is gelukkig en trots. Hij
heeft een geweldige schok gehad tijdens
de ramp en nu hebben wij allemaal
samen geholpen, hem zijn eigen vreugde
te geven.
Zó kan men de dingen ook bekijken.
We wonen iveer
T7ER weg. in Zeeland, kunnen nog geen
witte gordijntjes worden opgehangen
voor vele ramen. Daar is het water nau
welijks weg, daar is aUes nog triest en
ellendig.
Of... kan er vreugde zijn? Ja toch,
want men vreesde zo, dat de winter
over het natte gebied zou komen. En
die zorg is afgewend. Men is aan de
opbouw bezig! Ja waarlijk, ook hier
zingt een vrouw bij het werk, en zij
heeft toch alleen nog maar het kale
huis heroverd op modder en nat
„Ik heb mijn huis weer! Er wordt al
aan gerepareerd en als het niet al te
gauw gaat vriezen, kunnen we er deze
wat verloren" ging. EenI i°£h nog Ik heb een grote
geld <achel gekregen, ae muren dampen ge-
woon als hij hard brandt!"
Toch dankbaarheid, toch geluk, ook in
deze wel heel zwaar getroffen streek.
Maanden evacuatie, ontredderdheid,
angst voor de toekomst. En nu, in een
nat, kapot huis, zonder enig oud bezit,
toch blijheid.
zijn verliezen, die de mildste ga-
ven niet kunnen vergoeden. Op het
kerkhof in Oude Tonge staat een man.
de pet in de hand. Bij het graf van
zijn vrouw en twee kinderen.
Hij is maar één van de velén, die ge
liefden verloren door het vernielende
wajer. En toch. hoort ge het goed. toch
hebben wij allen tezamen ook deze man,
j® alle rouwenden, iets mogen schenken'.
,n meegevoeL
•geten". zegt de man
e liggen hier zo mooi
een monument voor ze
'ver de hele wereld heb-
ze betreurd. We zijn niet
met ons verdriet en dat
ia TTTooi, uat is goed..."
Het is bijna een wonder, dat in de har
ten van deze mensen toch nog dankbaar
heid kan leven. Maar Ret is zo. Het
medeleven van vele duizenden heeft hen
goedgedaan, ze hebben er de tastbare
bewijzen voor. ze staan niet aan een
vergeten graf.
(tirüirirCrtrCrir.
Oó
n de, groentenman
haast niet lopen,
en stukje van,
eer kopen!"
Speciaal voor onze
jeugdige lezers
„De goeie zo zeien Jan van der Vliet,
en Krelis en Nelis en Daantje,
en Gijsbert en Lijsbert. maai één zei: „Dag baas!"
dat was Janus, de oudste van Jaantje.
Meneer de Vos uit Diderom
die riep nu: „Mensen, kom kopen!
Ik breng ze geknipt en gestoft bij je thuis,
je hoeft er niet mee te lopen!"
Maar ach, het was al de dag voor Kerst
en de mensen, die kwamen niet kijken,
Ze zeien: ,,'t Is jammer, ik ben al voorzien,
maar die grote, die zou me wel lijken!"
Die grote die stond als een baas middenin,
achtendertig die vormden een pleintje,
en dan stond er eentje een beetje alleen,
dat was maar zo'n heel erg kleintje
de Vos uit Diderom
wou die voor zijn vrouw bewaren,
straks zet hij hem fijn boven op de bus,
dan kan hij het vrachtkaartje sparen!
En toen kwam het slagershondje eraan,
die kreeg net een twijgje te pakken,
en werd van vreugde toen helemaal dol
daar tussen die rits'lende t ikken.'
Hij draafde en schoot langs de boompjes heen
en blafte en hapte en snapte,
zodat de mooie grote boom
op dertien andere flapte.
De boompjes, die sukkelden allemaal om,
ze maakten eerst nog een rondje,
en overal zag je tussen het gioen
de staart van het slagershondje!
Meneer de Vos uit Diderom
die slaakte duizend kreten.
maar 't hondje, dat had in een wip
de boompjes omgesmeten
„O mensen help toch, mensenkijk!
Daar gaan mijn mooie bomen.'
En ik ben er mee uit Diderom
en van graaf de Knol gekomen!"
Ach hé, het was een raar geval,
de boompjes bleven maar springen,
ze buitelden, wipten... er waren er zes
die over hun koppetje gingen.
Meneer de Vos sprong angstig rond.
en rende met een vaartje
maar telkens greep hij in het groen
en nooit dat hondje zijn staartje!
En eindelijk was er enkel nog maar
een hele stapel takken
toen holde het slagershondje weg
en niemand kon hem meer pakken.
Meneer de Vos uit Diderom
die wou hem nog op laten sporen
maar hij nam de laatste bus terug
en had al zijn duiten verloren
Iets groots:
„Ze zijn niet
schorrig. „ziet u.
en rustig. Er is
opgericht, en ov.
ben de mensen z<
alleen gelaten
t eet onvervangbaar
'70 gaat men Kerstmis vieren in het
M rampgebied, dat eenmaal weer een
gewoon -el van Nederland zal zijn.
Kerstmis, het feest van licht van
Gods belofte, die waarheid wordt. En
h! ZJL wauarl!jk feest z'jn, een feest van
dankbaarheid welke de zwarte herinne
ringen verzacht.
Denk met te snel: ze zijn er weer
bovenop, ze hebben nieuwe dingen te
rug voor oude. ze zijn er misschien niet
eens op achteruitgegaan, nu alles voor
bij is.
LS„Veel 7rl0ren ^gaan. dat toch
nooit kan worden vervangen. Die tallo
ze herinneringen aan vroeger, aan over
ledenen. die eigen werkstukjes. Weet u.
dat portret van opa. die haarlok van
moeder die eerste tandjes van de kin-
deien. dat afscheidscadeautje van een
geëmigreerde dochter, de foto's van een
in de oorlog gefusilleerde zoon.
Het kastje ..dat vader maakte bij ons
huwelijk moeders stoel, de herinnerin
gen aan een gestorven kindje.
Lr mag dan. materieel, wat meer
wilden toch iets doen om de rampdagen
milmg0 a-n' En och' elk huis heeft die
ultieme dingen verloren, welke nooit
meer zijn te vervangen.
Laten we dus alleen blij zijn. wanneer
K?' kl«in. weelde
nebber. kunnen teruggeven.
da?nwytetoL^«»°°r ui£Ld_ankbaar
hebben mogen hei-
Want men is er nog niet. Het huis-
ronmg^ze^ mogen belangrijk
zijn, maar de grond zal straks
™tKraoeten geven. Er zullen nieuwe
vruchtbomen moeten komen, de akkers
moeten zich nog herstellen.
Daarin zit de werkelijke waarde van
gehiedeV'°0r Vf'Cn in het «atersnood-
.ma?d stare z'ch dus blind
ont L. ,de, ,woningen herkregen.
Jg tonen We herstel moet zich
Daarom I
blijvend meegevoel
Gods.