Avontuur achter Op Schiphol maakt het omroepstation de dienst uit Kerstmis in t watersnoodgebied <3)e 3dCerótboompjeó van Ifïleneer de^ü, raad- - Kerstnummer Pagina 7 December 1953 LIJKT het U niet fascinerend toe om aan de rand van Schiphols „hart" het platform, te werken en mee te leven met het grote avontuur dat vliegen heet? Wie Schiphol bezoekt, voelt zich onherroepelijk dadelijk gevangen door al het opwindende, dat van een wereldluchthaven uitgaat. Er is zoveel boeiends en belang wekkends te zien ente horen. Wat dit laatste betreft, werkt de mysterieuze vrouwenstem, die met tussenpozen berichten door de loudspeakers omroept, er toe mede om de sfeer van geheim zinnigheid te versterken. „Waar komt die stem nu vandaan?", denkt men allicht, wanneer men in de wachtkamer zit te wachten tot het uur van vertrek is aangebroken. Of wanneer men als bezoeker in het mooie restaurant Aviorama zit en uitkijkt over dat wijde vliegveld om het gaan en komen van al die reuzenvogels gade te slaan. O zeker, de stem komt vanuit de luidsprekers aan de muur tot ons; in de wacht kamers en daarbuiten, tot zelfs in de speeltuin toe zijn loudspeakers waar regelmatig die lage, lichtgesluierde stem door klinkt, melodieus en geheimzinnig. „Passagiers voor Zürich worden verzocht zich naar de uitgang te begeven en de instapkaarten gereed te houden. Passengers for Zurich Dit is niet enkel een bericht, het blijkt ook een soort startsein te zijn. Passagiers gehoorzamen aan die stem en begeven zich inderdaad naar de uitgang; maar niet alleen zij reage ren. Mét het klinken van de stem door de luidsprekers komt ieder, die met het vertrek te maken heeft, in be weging. Zo ook bij aankomst van een vliegtuig, want ook dit gebeuren wordt omgeroepen. En wanneer 'we, nieuwsgierigl, doordringen tot in de kamer (waar eigenlijk „verboden toegang" op de deur staat) waar de stem haar door de lucht begint, staan we i „omroep-studio", aan de rand het platform, waar vijf jonge vrouwen n de beurt dienst doen. Door de grote dubbele glazen men ziet men uit op het vliegveld, waar, als de zon schijnt, de metalen vogels blinken in het licht; en bi;' minder mooi weer, enorme wolkenfor maties boven het veld drijven, maar r altijd drukte en bedrijvigheid heerst en altijd wat te zien en te be leven is, méé te beleven, ook al zit ten de dames zelf in de kamer. Zij volgen het gebeuren met de ogen; vóór haar ligt, zij het dan ook ach ter glas, het geweldige avontuur dat elke dag weer anders is en'waai zij toch in nauw contact staan, dat zij via de telefoon op de hoogte worden gehouden door de Stations dienst der KLM, die haar ook de op drachten geeft voor de berichten, wel ke moeten worden omgeroepen. In het heiligdom Daar klinkt een gedempt rinkelen van een van de telefoons op de lan ge tafel, waaraan op het ogenblik twee dames zitten. Muisstil moeten zijn, zolang de microfoon open staat; het apparaat is uiterst gevoe lig en het zachtste bijgeluid zou, in versterkte mate, gelijk met de stem de omroepster, door de luidspre kers klinken. Nu horen we de stem dus van na bij. De omroepster praat heel zacht en houdt haar hoofd niet dichter bij het de toestel dan een halve meter. Maar juist dit zachte, gearticuleerde spre ken is uitstekend geschikt en duide lijk. We horen haar stem tegelijker tijd ook buiten door de luidspreker klinken, weliswaar versterkt, doch len even prettig om te horen. Het be- lke richt dat zij uitzendt, schrijft de an dere in een „logboek" neer. Dit ge beurt met alle berichten die worden uitgezonden. Soms schrijft degene die omroept, ook wel zelf de berichten eil in het schrift. eze „Het vliegtuig uit Parijs is zo juist geland". °P Of: „Wil de heer zus-of-zo zich in verbinding stellen met Ondertussen kijken we rond in het dfj kleine, maar modern ingerichte ver trek. De wanden van de studio zijn u met geluiddempend materiaal be kleed, terwijl de dubbele ramen er voor zorgen dat geen motorgeronk en ander geluid de noodzakelijke rust van de omroep kunnen verstoren. Twee bedieningspanelen maken het mogelijk dat twee omroepsters tege- lijkertijd, en onafhankelijk van el kaar, berichten kunnen omroepen. Dit be- kan, doordat de luidsprekers die de rst- aangesloten ruimten en localiteiten bedienen, in negen verschillende groe- to pen zijn ondergebracht. Door middel de 2 bedieningspanelen kunnen de omroepsters naar verkiezing één der of meer groepen, of een combinatie efe- van groepen, inschakelen. Schakelt bbe de ene omroepster groep 1 in, dan het begint op haar paneel een groen lampje te branden voor groep 1. ter alt wijl op het paneel van de andere om- :n- roepster een rood lampje oplicht, ten ijk- teken dat groep 1 geblokkeerd is. Hoewel het dus technisch mogelijk ge- is dat twee omroepsters gelijktijdig berichten uitzenden, wordt deze mo- oop gelijkheid in de praktijk (nog) niet toegepast. Door het omdraaien van een enkele knop kan ook radiomuziek worden uitgezonden of kunnen gramofoonpla- ltar ten worden gespeeld. Dit laatste jke wordt toegepast bij bijzondere gele genheden en bij de emigrantenvluch- ten. Het nuttige met het aangename Bovendien is het werkelijk gezel lig in deze studio, die wel veel weg heeft van een huiskamer, waarin toe vallig die gewichtige bureaux staan, die zakelijke telefoons en die geheim zinnige nikkelen microfoons. Er is centrale verwarming en er staat zo waar een tafeltje met een kleurig kleed erover in de hoek en ginds zien we een electrische kookplaat, waarop de dames in de drukke diensten om de beurt thee kunnen zetten, omdat er dan geen sprake van is, dat zij de studio kunnen verlaten om naar de cantine te gaan. Tijdens de zo merdienst wordt de omroep dag en nacht door de vaste omroepsters van de KLM Verbindingsdienst bediend 's Winters vervalt de nachtdienst. Dit betekent evenwel niet dat de omroep dan buiten gebruik is. Bij de vertrek hallen zijn namelijk twee microfoons geplaatst, door een aparte versterker „gevoed", die ter plaatse kunnen wor den bediend. De grondstewardess die Passagiers voor Zürich Passengers for Zurich dienst heeft, kan van daar dus be richten uitzenden. Ook in geval de omroep vanuit de studio wordt be diend door de vaste omroepsters, kan van de microfoons in de hal gebruik worden gemaakt, meestal om een pas sagier te waarschuwen die geen ge hoor heeft gegeven aan de algemene oproep om zich naar de uitgang te begeven. Op de „spits-uren" is het natuurlijk heel druk en dan is er geen tijd tot babbelen, maar er zijn ook uren dat het wat rustiger is. „Vroeger was het nog zo"* vertellen ze, „dat de dames, alvorens aan de microfoon geplaatst te worden, spraak les kregen. Dat is nu niet meer nodig. Wel zijn de eisen die men aan de stem stelt, dezelfde. Een hoge stem is absoluut ongeschikt en de uitspraak van de talen moet goed zijn. Een vooropleiding is ook niet nodig; de „nieuwe ling" moet echter wel eerst een tijd „meelopen" voor ze haar plaats kan innemen ach ter het bedieningspaneel met zijn knopjes en handletjes. Maar nu houdt de vertel ster op, want de telefoon gaat. Het is de Stationsdienst die komt vertellen dat er een vliegtuig is geland. En als we, terwijl de stem van de omroepster het nieuws laat klinken door de verschillende afdelingen van de luchthaven, door de grote ramen naar buiten kijken, zien we het vlieg tuig als een machtig insect over het veld glijden naar de plek waar de man. die het toestel moet binnenlood sen naar zijn juiste aankomstplaats, staat te zwaaien met zijn „panne- koek". Alles komt in actie. De man-met- de-trap, de grondstewardess die de passagiers moet ontvangen, de ma- rechaussée, de douane, de mensen die voor de bagage moeten zorgen, de' menteel toevertrouwd aa-n vijf om roepsters van de KLM-verbindings- dienst, die bij toerbeurt de berichten in vele talen omroepen. „We moeten wel snel kunnen reageren," vertellen ze. „Als we de de berichten opkrijgen, mogen we restauratie aan boord der vliegtuigen niet treuzelen, want als wij lang- verzorgt; al die mensen worden door I am handelen, komt ook het hele die ene vrouwenstem als het ware -, „in bedrijf" gesteld. Er r.jden kleine 'raderwerk van handelingen na rode tractors rond, die soms vliegtui-ionze omroep langzaam in wer- gen bi] de neus wegslepen zoals een j king". z'o"'A's wij aanstalten maken om aankomen en andere even later ver- weer heen te gaan, floepen juist trekken. We zien „Jagertjes" snel de lichten op het veld aan, want door de lucht flitsen en ook de prach- de avond is ongemerkt gevallen. tige enorme Super Constellation, het n „i„ nieuwste vliegtuigtype van de KLM. Het örote platform ziet er, als het kan, nog indrukwekkender „Je ziet hier van alles", vertelt --- de omroepster weer, „ouden van dagen die een rondleiding mee maken, scholen, of een groep Vo- lendammers, waarvan de vrou wen gezamenlijk voorop lopen en de mannen achteraan komen. En zelfs bruidsparen komen hier soms hun bruiloft vieren; de taart ontbreekt er niet aan. We weten precies welke grootheden op Schip hol aankomen en welke buiten landse sterren, en het is altijd even belangwekkend om alles ga de te slaan wat daar achter die grote ramen op dat wijde vlieg veld plaats vindt". Dat het een altijd wisselend beeld is, willen we graag geloven. Soms, ails het buiten niet al te dru'k is, zet ten de dames de ramen toch nog wat open en dan komt het opwindende motorengeronk naar binnenwaaien. En vol ontzag kijken we naar de grote kast tegen de achtermuur van de kamer, waar een wand een in gewikkelde installatie van draden en knopjes bedekt. Dit is een Philips- installatie, voorzien van een noodvoe ding, zodat het eventueel uitvallen de electrische stroom, geen uit vallen van de omroep ten gevolge heeft. Deze installatie is geheel eigen dom van de gemeente Amsterdam, de exploitant van de Luchthaven Schiphol, maar de bediening is mo- het kan, uit als wij nog een laatste blik werpen door het glazen raam, waarachter het veld nu als een boeiend schilderij schijnt te lig gen. En we begrijpen het zo goed, dat de omroepsters zo ingenomen zijn met haar werk, nu zij zo nauw meeleven met het drukke verkeer op deze belangrijke luchthaven, waar het dagelijks gebeuren altijd een hevig avon tuur lijkt te zijn. ü-üïrCrii-ü-üirtrtrCrü-trtrSi-trCrütrüirtrirCrtrtrtnb-trii-ü-lririili-CrCrCrfrtrtrtrtrtriririrtrtrtrüii-tr TOCH EEN FEEST VAN DANKBAARHEID TT/7\ TER rond de vijver. Sneeuw op een knoestige boomstam. Vogelleven in een korte ijstijd; een harde strijd om het bestaan! TN een dijkwoning ergens op Flakkee hangt een jonge vrouw zorgzaam hagelwitte gordijntjes voor de ramen. Met de Kerstdagen moet alles extra schoon zijn Zij zingt een wijsje met halve woorden, de rest vult zij, de ge dachten bij het precieze werkje, aan met „tiedie, tiedie Uit de warme keuken klinken driftige geluidjes en de vrouw lacht: „Ja, ja, moeder komt!" roept ze vrolijk. Zij zingt en zij lachten toch zijn er dagen geweest, nog maar maanden geleden, waarop zij ze ker wist, nooit meer te kunnen lachen. Een dag en een nacht van doods angst op de zolder, terwijl het water beneden huishield, alles stuksloeg en meerukte.toen de ellendige vlucht over de duistere golven, in de wetenschap alles, alles verloren te hebben. Haar baby moeilijk geboren er gens ver weg in een vreemd zie kenhuis, haar man en het kleine meisje in slechtzittende, onbekende krijg-kleren verlegen aan haar bed Wanhoop en verdriet, nauwelijks vreugde, maar wel heel veel zorg om de geboorte van een jongen. ja, i zingt 2 lacht, zorgzaam bezig voor de komende Kerstdagen, nu dolt ze even met haar kleine meisje en tilt dan de dikke baby hoog boven haar hoofd. IJ wilden niet onbescheiden zijn. toen wij op dat moment bij haar aanklopten. We wilden alleen van haar iets horen, om u dat nu te kunnen ver tellen. Kerstmis in het rampgebied... ..Ik ben zo dankbaar en gelukkig", zegt de jonge vrouw, de baby sussend op haar schoot, het kleine meisje naast ..Nooit had ik kunnen denken, dat al les weer zo goed zou komen. Kijk, die binnenmuur is er uit geweest., en ja. het water heeft meer dan twee ter hoog gestaan... u ziet het nog wel aan 't behang. Ja, dat is nieuw, 't was beter nog niet te behangen, maar 't stond zo kaal en nu heeft mijn man er een heel goedkoop papiertje op geplakt. Ze laat trots haar huisje zien. Er zijn nog sporen van het watergeweld, er is nieuw zeil op de grond, een beste mat bovendien. Er zijn meubeltjes, er is een modern dressoir, dat het kastje van vroeger vervangt. Ze woont weer... en in haar eigen huisje, dat opgeknapt is. Er staat weer een schuurtje, vrolijk groen, en zo met de winterdag valt de kaalheid van het tuintje achter niet zo bar op. ..We zijn zo prachtig geholpen..." Geen „potje" DAT zegt zij niet alleen. Wij klopten, wat aarzelend, aan nog andere deu ren. En telkens weer die blijde opmer king: ..We zijn zo prachtig geholpen!" ,.'t Was eerst wel vreemd, al die nieuwe dingen." zegt een bejaarde vrouw, „maar 't went al best. 't Wordt gauw je eigen... en ik heb een mooi kussen en twee kleedjes gekregen van de Plattelandsvrouwen, is dat niet ge zellig?" du u het geloven? Dit is mijn ouwe clivia nog. Hij is er helemaal bovenop gekomen en nou hebben we hem een sierpot gegeven, dat heeft-ie best ver- Weer een andere vrouw, in een ander deel van het watersnoodgebied, ver trouwt ons toe: „Ik heb mijn stofzuiger en mijn naaimachine nog niet gekocht. Maar het geld ligt er voor. Eerst maar eens voorzichtig de winter door... niet dat we bang zijn, maar je kunt nooit weten. We hebben voorzichtigheid ge- Ook die woorden horen we vaker. „Niet alles ineens... even de winter door..." Dat is huisvrouwelijk beleid, naar echt- Hollandse trant. Zeg niet. dat deze voorzichtigen dus „een potje" hebben ge maakt van het geld, hun gegevt vervanging potje van v Dit is geen „potje". Want de huis vrouw. die grote stukken in haar huis houding nog niet wil herkopen, doet zich zelf tekort. Heeft zij geen stofzuiger, dan zal zij op de knieën moeten vegen. Zij werkt er voor, om straks, na de winter, de grote aanschaf te kunnen Vergeet ook vooral niet. dat vele ningen nog zeer vochtig zijn en vocht komt een metalen instrument ■ïrtriiirïritïrtririririiirü' tcirirtririrtrtrtrtrirtr.'Ci'ülfïrü'üiririi'ü'&'bi üïririrtririrütrtrtrtrtrir'üiritti'trtrüiiirtrtiiririrü'ti-trit Meneer de Vos uit Diderom die handelt in rozenstruiken, maar in de winter kan geen mens een rozenstruik gebruiken! Meneer de Vos uit Diderom die had vierhonderd duiten, maar als het telkens winter wordt, kan hij de zaak wel sluiten. Toen zei hij op een morgen: „Vrouw, het is alweer November en als ik mij nou niet vergis, dan wordt het gauw December! Dan willen alle mensen weer een kerstboompje gaan kopen, en naar ik hoor, wil graaf de Knol zijn dennenbos gaan slopen. Als ik nu dennenboompjes koop, voor mijn vierhonderd duiten, dan neem ik zeven kruiwagens en haal de zaak van buiten! Dan ga ik even naar de stad, 't is maar drie uren lopen ik zet de boompjes langs de straal en ga ze fijn verkopen! Ik geef tien duiten voor een den, ik ga ze netjes stoffen, voor twintigduiten breng 'k ze thuis dat is tien duiten boffen! En zijn de dennenboompjes op, dan ga 'k de zaak weer sluiten, dan ben ik 's avonds al weei thuis... en heb achthonderd duiten!" „Nou man, dat is een goed idee, en. zou je 'r eentje sparen, dan moet je die, onthoud dat goed, maar voor onszelf bewaren!" Meneer de Vos uit Diderom. die zei: ,,'t Zal niet mankeren!" En liep toen eens naar achter, om de kruiwagens te smeren. Toen stapte hij naar graaf de Knol en zei: ,,'k Wil veertig mooie!" Op handslag werd de koop bepaald en Krelis ging aan 't rooien. De dag voor Kerst, 't was haast nog nacht, toen kon je ze stadwaarts zien komen, meneer de Vos ging aan het hoofd van zijn zeven kruiwagens bomen. Die werden geduwd door Jan van der Vliet, door Krelis en Nelis en Daantje, door Gijsbert en Lijsbert en heel achteraan kwam Janus, de oudste van Jaantje. En bij de toren, op de hoek. werd alles weer afgeladen, meneer de Vos zei: ..Weer een bos, maar nou een zonder paden!" Toen alle dennetjes op de stoep klaarstonden om zo te verkopen, toen gingen de knechten allemaal weerom naar Diderom lopen. Meneer de Vos kreeg het vreselijk koud, en de kerstboompjes stonden te dromen de haan van de toren riep: ,Moet je dat zien, die zijn veel te laat gekomen!" En het magere paard v kon voorbij al dat groe en zuchtte: „Ik wil er er komt toch niemand i rie-platen. Heeft hij die gekocht van het geld, dat het Nederlandse volk heeft ge geven om de nood te lenigen0 Iemand spreekt er schande van. Maar... laten wij toch niet te snel zijn in ons oordeel. Laten wij onze gift in derdaad „gave"...zonder rekenschap te vragen. Hij is nog altijd zijn jongensbezittin gen, die onvervangbaar zijn. voorgoed kwijt. Hij heeft nog altijd de herinne ring aan de verschrikkingen van die eerste Februaridagen. Kijk. vroeger hadden ze daar een mooi, goed radiotoestel. Dat is verloren. Nu wilde de enige zoon zo graag een pick-up hebben in plaats van een nieuwe radio. Vader en moeder zijn er niet zo bar mee ingenomen, maar zij hebben hun jongen van de dood zien redden en uit dankbaarheid daarvoor brengen zij graag een offer. De jongen is gelukkig en trots. Hij heeft een geweldige schok gehad tijdens de ramp en nu hebben wij allemaal samen geholpen, hem zijn eigen vreugde te geven. Zó kan men de dingen ook bekijken. We wonen iveer T7ER weg. in Zeeland, kunnen nog geen witte gordijntjes worden opgehangen voor vele ramen. Daar is het water nau welijks weg, daar is aUes nog triest en ellendig. Of... kan er vreugde zijn? Ja toch, want men vreesde zo, dat de winter over het natte gebied zou komen. En die zorg is afgewend. Men is aan de opbouw bezig! Ja waarlijk, ook hier zingt een vrouw bij het werk, en zij heeft toch alleen nog maar het kale huis heroverd op modder en nat „Ik heb mijn huis weer! Er wordt al aan gerepareerd en als het niet al te gauw gaat vriezen, kunnen we er deze wat verloren" ging. EenI i°£h nog Ik heb een grote geld <achel gekregen, ae muren dampen ge- woon als hij hard brandt!" Toch dankbaarheid, toch geluk, ook in deze wel heel zwaar getroffen streek. Maanden evacuatie, ontredderdheid, angst voor de toekomst. En nu, in een nat, kapot huis, zonder enig oud bezit, toch blijheid. zijn verliezen, die de mildste ga- ven niet kunnen vergoeden. Op het kerkhof in Oude Tonge staat een man. de pet in de hand. Bij het graf van zijn vrouw en twee kinderen. Hij is maar één van de velén, die ge liefden verloren door het vernielende wajer. En toch. hoort ge het goed. toch hebben wij allen tezamen ook deze man, j® alle rouwenden, iets mogen schenken'. ,n meegevoeL •geten". zegt de man e liggen hier zo mooi een monument voor ze 'ver de hele wereld heb- ze betreurd. We zijn niet met ons verdriet en dat ia TTTooi, uat is goed..." Het is bijna een wonder, dat in de har ten van deze mensen toch nog dankbaar heid kan leven. Maar Ret is zo. Het medeleven van vele duizenden heeft hen goedgedaan, ze hebben er de tastbare bewijzen voor. ze staan niet aan een vergeten graf. (tirüirirCrtrCrir. Oó n de, groentenman haast niet lopen, en stukje van, eer kopen!" Speciaal voor onze jeugdige lezers „De goeie zo zeien Jan van der Vliet, en Krelis en Nelis en Daantje, en Gijsbert en Lijsbert. maai één zei: „Dag baas!" dat was Janus, de oudste van Jaantje. Meneer de Vos uit Diderom die riep nu: „Mensen, kom kopen! Ik breng ze geknipt en gestoft bij je thuis, je hoeft er niet mee te lopen!" Maar ach, het was al de dag voor Kerst en de mensen, die kwamen niet kijken, Ze zeien: ,,'t Is jammer, ik ben al voorzien, maar die grote, die zou me wel lijken!" Die grote die stond als een baas middenin, achtendertig die vormden een pleintje, en dan stond er eentje een beetje alleen, dat was maar zo'n heel erg kleintje de Vos uit Diderom wou die voor zijn vrouw bewaren, straks zet hij hem fijn boven op de bus, dan kan hij het vrachtkaartje sparen! En toen kwam het slagershondje eraan, die kreeg net een twijgje te pakken, en werd van vreugde toen helemaal dol daar tussen die rits'lende t ikken.' Hij draafde en schoot langs de boompjes heen en blafte en hapte en snapte, zodat de mooie grote boom op dertien andere flapte. De boompjes, die sukkelden allemaal om, ze maakten eerst nog een rondje, en overal zag je tussen het gioen de staart van het slagershondje! Meneer de Vos uit Diderom die slaakte duizend kreten. maar 't hondje, dat had in een wip de boompjes omgesmeten „O mensen help toch, mensenkijk! Daar gaan mijn mooie bomen.' En ik ben er mee uit Diderom en van graaf de Knol gekomen!" Ach hé, het was een raar geval, de boompjes bleven maar springen, ze buitelden, wipten... er waren er zes die over hun koppetje gingen. Meneer de Vos sprong angstig rond. en rende met een vaartje maar telkens greep hij in het groen en nooit dat hondje zijn staartje! En eindelijk was er enkel nog maar een hele stapel takken toen holde het slagershondje weg en niemand kon hem meer pakken. Meneer de Vos uit Diderom die wou hem nog op laten sporen maar hij nam de laatste bus terug en had al zijn duiten verloren Iets groots: „Ze zijn niet schorrig. „ziet u. en rustig. Er is opgericht, en ov. ben de mensen z< alleen gelaten t eet onvervangbaar '70 gaat men Kerstmis vieren in het M rampgebied, dat eenmaal weer een gewoon -el van Nederland zal zijn. Kerstmis, het feest van licht van Gods belofte, die waarheid wordt. En h! ZJL wauarl!jk feest z'jn, een feest van dankbaarheid welke de zwarte herinne ringen verzacht. Denk met te snel: ze zijn er weer bovenop, ze hebben nieuwe dingen te rug voor oude. ze zijn er misschien niet eens op achteruitgegaan, nu alles voor bij is. LS„Veel 7rl0ren ^gaan. dat toch nooit kan worden vervangen. Die tallo ze herinneringen aan vroeger, aan over ledenen. die eigen werkstukjes. Weet u. dat portret van opa. die haarlok van moeder die eerste tandjes van de kin- deien. dat afscheidscadeautje van een geëmigreerde dochter, de foto's van een in de oorlog gefusilleerde zoon. Het kastje ..dat vader maakte bij ons huwelijk moeders stoel, de herinnerin gen aan een gestorven kindje. Lr mag dan. materieel, wat meer wilden toch iets doen om de rampdagen milmg0 a-n' En och' elk huis heeft die ultieme dingen verloren, welke nooit meer zijn te vervangen. Laten we dus alleen blij zijn. wanneer K?' kl«in. weelde nebber. kunnen teruggeven. da?nwytetoL^«»°°r ui£Ld_ankbaar hebben mogen hei- Want men is er nog niet. Het huis- ronmg^ze^ mogen belangrijk zijn, maar de grond zal straks ™tKraoeten geven. Er zullen nieuwe vruchtbomen moeten komen, de akkers moeten zich nog herstellen. Daarin zit de werkelijke waarde van gehiedeV'°0r Vf'Cn in het «atersnood- .ma?d stare z'ch dus blind ont L. ,de, ,woningen herkregen. Jg tonen We herstel moet zich Daarom I blijvend meegevoel Gods.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1953 | | pagina 5