DE VRIJHEID gaat in Licht gekleed Geduldig achtste gaat een kerstfeest patiënt zijn tegemoet O Kerstnummer Pagina 12 Vrijheid zonder offer en liefde verdient die naam niet IN 1946 schreef Theun de Vries, de communistische auteur, een boek „De Vrijheid gaat in 't rood gekleed". Na dat verschijningsjaar heeft men zich in West-Europa en de hele Westerse wereld afgevraagd, of die stellinj wel opging. Of juist niet het tegendeel het geval is en het rode gewaad dat van de onderdrukker is, die de mond wel vol heeft over vrijheid, doch wiens daden in een heel ander richting wijzen. Het begrip „vrijheid" is intus sen zwaar belast. In naam van de vrijheid zijn de eeuwen door de meest gruwelijke misdaden ge pleegd. De vrijheid is dé leus ge weest van alle onderdrukkers, Hitier incluis. Om de vrijheid van Europa zijn de invallen in Tsje- cho-Slowakije, in Oostenrijk, Po len, Scandinavië en ons land be raamd. Om de vrijheid van Europa trok Hitler in 1941 naar Rusland. „Freiheit das Ziel", heette het toen in de liederen, die de solda ten zongen. Gebonden en toch vrij Het was niets nieuws. In de zeven tiger jaren van de vorige eeuw was er de ondernemers-vrijheid in Neder land en andere Westeuropese landen. Zij beduidde: de uitbuiting van tien duizenden arbeiders, zonder meedogen voor kinderen en zwakken. Er moet dus ergens een fout zijn in de vrij heidsbeleving. Ook vrijheid moet aan wetten gebonden zijn. Kloos was niet de enige, die het in één van zijn ge dichten uitgesproken heeft. Vrijheid zonder liefde en offer verdient de naam vrijheid niet. Toen dezer dagen de grijze Amerikaanse generaal Mar shall in Oslo de Nobelprijs voor de vrede, die hij, zoals men weet deelde met Albert Schweitzer, in ontvangst nam, heeft hij een rede gehouden. Daarin sprak hij over de vrijheid en de vrede, die, merkwaardigerwijze, in onze tijd, zoals in elke andere, schraagd worden door een grote macht aan mensen en materialen, aan oor logsvoorbereidingen en militaire af weer, die schatten aan energie en geld verslinden. De generaal heeft er echter geen twijfel aan laten bestaan, dat een der gelijke voorbereiding niet genoég is om de vrijheid onder de mensen te verzekeren. Vrijheid kan niet gedijen in een lege maag, zo zei hij. De de mocratische wereld moet inzien, de mensen hun heil zoeken bij de val se beloften van dictators, omdat zij zonder hoop zijn en elke belofte be tere vooruitzichten opent dan het el lendige bestaan, dat thans hun deel is Materiële hulp is echter niet genoeg, zo heeft de vader van het Marshall plan betoogd. Het belangrijkste de huidige wereld is een geestelijke opleving, waardoor het vertrouwen tussen de mensen onderling w opgewekt. Mensen die ontmoedigd zijn hebben er grote .behoefte door grote beginselen te worden be zield. Bij de uitgeverij J. N. Voor hoeve te Den Haag is dit na jaar een boek verschenen „Doswidanja" (Tot weer ziens! getiteld. Het is onder schuilnaam gepubliceerd door een auteur, die zich Fedor Janowic noemt en die, blij kens zijn beschrijvingen, heel wat van het Rusland van heden afweet. Misschien heeft hij er als bewonderaar van het Russische systeem gereisd, misschien is hij emigrant, die van achter het ijzeren gordijn naar Nederland gekomen is, dat doet er allemaal niet toe Feit is, dat hij een, voor ons onderwerp uitermate waarde vol boek schreef. En niet al leen waardevol voor een be schouwing over Vrijheid in het licht van het Kerstfeest, maar ook op zichzelf belang rijk. Deze meneer Janowic nu verhaalt van een pope, die met zijn vrouw in Kiev woont. Hij heeft het er uitermate armoe dig. De revolutionaire regering van de twintiger jaren heeft hem naar de mijnen gezonden en zijn vrouw naar Siberië, terwijl toen zijn beide kinde ren als zwervers en bandieten rondzwierven door Rusland. Door allerlei bijzondere ge beurtenissen hebben de fami lieleden elkaar hervonden en dank zij de tolerantie is het hem mogelijk weer als pope op te treden, eerst in het Rus land van vóór de tweede we reldoorlog en daarna ook daarna. Wat hem wedeiwaart in die twee perioden en gedu rende de Duitse bezetting is allemaal even verschrikkelijk. Als een ping-pong-bal wordt hij door de wisselende macht hebbers van de ene kant naai de andere geslagen, zijn kin deren gaan er aan te gronde, maar onder alle omstandighe den blijft deze man merkwaar dig vrij Ergens is er iets, dat onaantastbaar is. „Dat is het licht van binnen, dat niet te doven is". Te midden van de meest gruwelijke onderdruk king, zich uitend in een bijna niet te geloven willekeur, blijft deze oude, vervuilde, verarmde priester onafhanke lijk en een licht in de duister nis. De Russische Paaskreet „Christus is opgestaan" klinkt op elke bladzijde en de schrij ver vertelt, dat op de dag van Stalins dood de kerkklokken van Kiev luidden en dat hun geluid sterker was dan dat van het geschut, dat gelijktijdig afgevuurd werd. De stem van het licht overwon die van de duisternis. Er zijn in onze tijd tal die wanhopen aan de vrijheid en die zichzelf, in ketenen geklonken al zier afvoeren naar datzelfde Siberië, waar- Feest van bankroet dei- menselijke gevoelens van in het hierboven genoemde boek sprake is. Het gevolg is, dat velen, daardoor in paniek geraakt, het oud* vaderland ontvlucht zijn, om een an der vaderland te zoeken. Echter niet als die heel oude emigrant Abraham, wiens uittocht de hunkering naar een beter vaderland dan het aardse tot achtergrond had. Het is daarom de vraag, of angstige mensen een vader land zullen vinden, waarheen zij ook gaan. Zij vergeten de wetmatigheid van de vrijheid, die zichzelf bindt aan liefde en offer. Als die twee er zijn gebeuren er wonderen. Waarbij de vrijheid veel meer middel dan doel in zichzelf is. Een voorbeeld daarvan toont het door het Westen te veel ver geten Finland. Het heeft 1200 km Russische grens en het ligt in de onmiddellijke nabijheid van de voornaamste industriegebieden van de Sovjet Unie. Zijn belang rijkste zeehaven vormt, aard rijkskundig gezien, een uitdaging voor een bezetting. Het verloor op 4 millioen zielen in de oorlog 90.000 aan doden en van zijn jon gelingschap werden er 50.000 in valide. Van elke 24 kinderen is er één wees en van elke 15 vrouwen één oorlogsweduwe. Van elke acht Finnen verloor er één zijn huis. „Maar", vraagt Anton Zischka in zijn boek .De wereld blijft rijk" (Uitg. Nederl. Boekhuis Tilburg), „maar gaven zij zich daarom over? Ontvluchtten zij hun land, omdat zij er geen gat meer in za gen daar te blijven wonen, vlak onder de grijparmen van de Rus sische beer? Zijn ze vazallen van Rusland geworden of blinde Rus senhaters?" Dit is hun verhaal: 13 pet. van hun grondgebied ging verloren, een derde van de waterkrachtcapaciteit en een derde van de visserijmogelijkheden. Zij moesten een grote som aan her stelbetalingen storten en zij durfden geen Marshall-hulp accepteren. Het wonder is, dat zij het thans beter heb ben dan in 1938 en dat zij behalve hout ook vlees en eieren exporteren! Zij hebben namelijk voor hun vrij heid met liefde het offer gebracht lange en zware arbeid en van onder linge hulp. Toen de stad Porkkala binnen drie weken aan de Russen moest worden afgestaan, hebben de bewoners van het 25 km. verder gele gen Helsinki hun eigen zaken gesloten en hun werk in de steek gelaten, oir de bedreigde buren te helpen. Zoal- de Engelsen m 1940 met allerlei vaar tuigen. grote en kleine, hun leger uit Duinkerken hielpen evacuerei droegen de Finnen op fietsen kruiwagens alles weg wat de buren uit Porkkala wensten mee te Tot de fruitbomen toe en de hele oogst Hetzelfde herhaalde zich, toen 480.000 Finnen Karelië moesten ver laten. De regering zorgde voor reus achtige hooibergen, die de boeren uit Karelië op weg naar Finland vonden Er waren dierenartsen en hoefsme den voor de paarden en in het wach tende vaderland boerderijen, die de onteigenden opnamen. In dat gebied kent de grond slechts 4 a 5 sneeuw vrije maanden in het hele jaar. Niet temin hebben de verdrevenen het eerste jaar van hun verblijf, binnen de Finse grenzen al aardappelen kun nen oogsten. De ruim 35.000 Kare- lische families, die in September 1944 Karelië verlieten waren in de z van 1951 volkomen gevestigd, daarnaast bouwde Finland tussen 1945 en 1951 niet minder dan 22 grote ziekenhuizen, ontelbare scholen brieken te midden van arbeidersne derzettingen. Dat gebeurt aan de rand van een beschaving, die aan haar vrijheid twij felt! Prestatie niet genoeg Prestatie alleen is evenwel niet voldoende. Het offer kent men ook aan de andere zijde van de Finse grens, waar de komsomols, de communistische j eugdorganisaties, luide zingen „Wij bouwen aan een nieuwe wereld". En er ook in ge leven. Geloof maar gerust, dat er in Stalingrad, in het Donbekken elders in Rusland prestaties zijn geleverd, waarop de Russen terecht trots zijn en die zij waar schijnlijk verklaren uit dezelfde drang naar vrijheid, die dè 'Fin nen bezielde toen zij niet bij de pakken bleven zitten. Het offer moet een ondergrond van liefde hebben en het is hoogst kwalijk, als .wij menen, dat de bron daar van in onszelf ligt. Kerstfeest is juist het feest van U aanbidden. HERM., STEGGERDA. het bankroet der menselijke voelens! Geen liefde in de Kerst nacht dan die van God voor de wereld. Er staat niet voor niets: „geen plaats in de herberg!" In die meest gastvrije plaats van de menselijke samenleving was mand bereid tot het offer. Daar heeft geen mede-nakomeling van David zijn plaats aan de zwangere Maria willen afstaan. Dat was de menselijke vrijheid: neen te kun nen zeggen tot een dodelijk ver moeide vrouw, die om een plaats in de herberg vroeg. Neen, wij verdiénen de vrijheid niet me: hard werken en inspanning van alle krachten. Het is de glorie van het Licht der lichten dat het de vrijheid van boven deed komen. Niet in het rood van onze in spanning gaat de vrijheid gekleed, maar in het licht van Gods liefde, die het hoogste offer bracht! i yRUHEID kan een schip op zee ruimschoots vinden, maar wan neer het eenmaal in een storm op het strand wordt gesmakt, kan het daar onwrikbaar vast blijven zitten. Gevangen in het zand In het Diaconessenhuis OK in het ziekenhuis hangt in de adventtijd die ondefi nieerbare sfeer, die aan het feest an de geboorte van Christus vooraf gaat. Tijdens de ochtend wijding luisteren de zusters aan dachtiger en iets minder slaperig dan gewoonlijk naar de zachte, doch doordringende slem van de Directrice, die het Evangelie leest, waarin de blijde Geboorte nader bij komt. 's Avonds wordt er in de grote conversatiezaal en op de usterkamers gezwoegd met garen, band en raffia om de patiënten, die dit jaar in het Huis het feest uilen vieren, met een kleinigheid te verrassen. Een dag voor de Kerst is er dan de grote uittocht. Als het maar enigszins mogelijk is, gaan de pa tiënten naar huis, om in hun eigen gezin deze dagen door te brengen in hun eigen vertrouwde kerk het Kerstevangelie te horen. Op de gangen wachten familieleden met verheugde gezichten, terwijl op de zalen en kamers afscheid wordt genomen. Enkele vertrek- kenden huilen bijna nog harder dan hun buurvrouwen, die ze moeten achterlaten. Mannen klop pen elkaar op de schouders. „Kop op maat, volgend jaar beter". En weten geen andere woorden van troost te vinden. Er zijn er ook, die het niet erg vinden achter te moeten blijven. Enkele jongeren zijn benieuwd naar de Kerstfeest- iering in een inrichting. Een rheumatische oude heer gaat ge duldig en vol verwachting zijn achtste Kerstmis in dit Huis tege moet. Zoveel mogelijk worden de patiënten in groepjes bij elkaar gelegd. Slechts de ernstigste zieken blijven eenzaam ir hun kamer achter In één ervan ligl een oud dametje te sterven. Als de zus ter komt met een spuitje, om haar tij delijk een beetje van de pijn te ver lossen. mompelt ze: „Nog één keer de Kerstboodschap en dan moest ik maar weggenomen worden zuster; heus het is beter". En ze pakt met haar moede han den in een troostend gebaar de hand van haar dochter, die met een behuild gezicht naast haar bed geboend tot alles blinkt. Dan wordt er tot grote vreugde van patiën ten en zusters aan de zaalversiering be gonnen. Op de gangen en in de Kerk- zaal zwoegen reeds de mannen va technische dienst met echte woudrei Op de zalen zetten de zusters op de tafels een klein Kerstboompje neer. Teer steekt de eenvoudige versiering var witte kaarsjes af tegen het naalden groen. Met inspanning van veler krach ten hangen de witschorten overal groe ne takken en hulst op. Uit alle bed den worden hen goede raadgevingen toe geroepen; iedereen is opgewonden De hoofdzuster zelf begeeft zich met een klein boompje en wat hulst een zaaltje waar al vele rr den een jonge man ligt, lijdend aan zeer gevreesde ziekte. Gisteren heeft de dokter hem door punctie verlost van het vocht, dat zich steeds opnieuw in zijn buiK ophoopt en hem tenslotte zo vre selijk öenauwt. Pijn heeft hij gelukkig weinig. „Martin, wil je ook een boompje in je kamer" vraagt ze. „Nee" zegt hij kortaf. „Zet u alstublieft die rommel buiten de deur." En iets zach ter laat ij er op volgen, of ze niet een beetje met hem wn komen praten. Verdrietig brengt de zuster alles buiten de deur, niet aandringend. Te vers nog in haar herinnering hoe hij, toen hij e war was, volkomen onbewust van hij deed en zei, de tekst die in zijn kamer aan de muur hing, bespot- Toen hij sliep heeft ze deze stil weg genomen. En nu gaat ze op deze Kerst avond met hem praten. Over koetjes en kalfjes. Want voor deze jonge man is er geen blijde Boodschap. Hij wil het Woord niet horen. En ook zijn deel wil hij niet aanvaarden. De zuster probeert hem het enige te geven, dat zij in dit geval kan geven. Haai Geloof. 'oorbeeld i Op de zalen zijn langzai de zusters met hun arbeid k komen. Hier en daar huilt gezi deze Een zustertje probeert te troosten, al voelt ze zich onmachtig tegenover dit leed. Veel later dan anders be ginnen de zusters aan het Bijbelle zen en aan het avondgebed, de ver troosting voor de nacht die komt. Hier en daar wordt nog een kussen opgeschud, medicijn gegeve kleii loedigend grapje gemaakt. Het kerstboompje siaat nu proza- h tussen de voor de volgende och- id gevulde waskommen. Eén voor verlaat het personeel de afde- g. Snel wordt er van schort ver- sseld, manchetten worden aange- ïoven. Vele moeten nog naar de De kerstavond i Kerstochtend Op Kerstochtend om half zes worden de zusters gewekt door het gezang van Kerstliederen. Een gramofoon is in het trappenhuis van de zustervleugel opge steld. Het is een schoon ontwaken. Het ene mooie lied na het andere klinkt dooi de nal en de gangen, tot verschillende zusters zich in de hal hebben verzameld. De tocht buiten om het ziekenhuis heen begint.^ De zusters, die bij uitzondering geen slaperige gezichtei heoben zich in dikke jassen gehuld. Het vriest een beetje, hun adem is zicht baar in het halfdonker. Voor de kamers en zalen van de patiënten wordt stilge houden. En een plechtig Stille Nacht, Heilige Nacht stijgt naar de nog bester- de hemel. Nu zyt wellekome. en andere gezangen komen als één juichkreet uit de vele monden. Het hele Huis ontwaakt. Overal straalt nu licht naar buiten Dan wordt er aangetreden voor eer feestelijk ontbijt. De handen worden ge vouwen voor het eerste Kerstgebed, dat door de Directrice wordt uitgesproken. leder gaat nu naar zijn werk. Alleen het hoogst noodzakelijke wordt dezer dagen gedaan. De Directrice gaat het Huis rond. spreekt met alle patiënten, heeft voor ieder een woord van troost en een klein geschenk Ook de Direc teur verschijnt en maakt zijn ronde Hij heeft op deze feestdag zijn kinderen meegebracht, waar de zusters in de keuken zich mee bezighouden. En alvo rens zoveel mogelijk zusters zich naai de kerk in de stad begeven, wordt nog maals al zingend de gang langs de ka mers en zalen gemaakt En als de be zoekers komen mogen dezen bemerken dat niet alleen het Huis en het personeel in een echte Kerststemming zijn, maar dat ook de geliefden, die zij door ziekte hier moesten achterlaten, in deze stem ming deelachtig zijn. En als alles stil geworden is in de gangen, tijgen de zus ters weer haastig aan het werk. Want het hoogtepunt van de dag is bijna aangebro ken. De gezamenlijke Kerst feestviering in de Kerkzaal. Er wordt gerend met bladen eten en melk; er worden haren gekamd en schone pyama's aangetrokken. Er wordt gere den met brancards, gesjouwd met ligstoelen. Zoveel moge lijk patiënten moeten immers in de grote Kerkzaal een plaats hebben. Het vrolijke patiëntje op zaal acht- dat achter moet blijven, omdat het toch slecht met een infuus in haar arm naar de kerk kan worden gebracht, wordt ge troost. Ze kan toch alles door de radio horen. In de Kerk heeft iedereen onder rv send orgelspel zo goed en zo kwaad a het gaat een plaatsje gevonden D; vraagt dé Dominee om stilte. Hij voui de handen en bidt. Bidt voor al d mensen in hun ligstoelen, voor allen bed, die luisteren bij de radio, voor al zieken op de hele wereld, voor alle gi 3( vangenen, voor allen, die het moeiü; u hebben, ja, voor alle mensen bidt h: Hij vraagt om vergeving der zonden f a! of allen 'deel mogen hebben a vreugde om de geboorte van Christu Hij dankt God. dat Hij ons Zijn Zo( heeft gezonden ter verlossing. En smeekt God de Zegen af voor het we dat hier in dit Huis geschiedt. Er wordt weer gezongen en het Kenjjt0 vangelie wordt gelezen. Daarna gaat de Kerstviering offelijke over Er wordt chocolad lelk geschonken Krentebollen. spec laasjes en kerstkransjes doen de rond En dan zal de voorzitter van de Ka: a van het Huis zijn jaarlijks Kerstverh vertellen. De zusters, die weten. 1 boeiend deze kleine, grijze heer kan tellen, zetten zich doodstil en. vol v- wachting te luisteren. Ook de patiënt' zijn reeds na enkele zinnen volkomi geboeid. In de zaal kan meh een ha uur lang wel een speld horen valk Achtereenvolgens nemer de Directeur en de Directrice het woord. De Directeur warm, hartelijk en de Direc trice raakt puntjes, waai de mannen geheel niet hebben gedacht, zoals de zusters te vreden opmerken. Als na het dankgebed alle patiënten op brancards - en in wagentjes terug worden gerold naar hun zaal of kamer, zijn ze i maar in-tevreden. Een ieder voelt zich na deze uren ge sterkt en meer opgewa tegen het leed en de taak, haar of hem door God opge dragen. De eerste Kerstdag in het Diaconessenhuis is ten einde... Ditt' Kerstnummer 1953 is v' een extra bijlage van de „Nieuwe Leidsche Courant" -f» wwwwwMwmww

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1953 | | pagina 10