DIERENBESCHERMING
SAMBO en JOCKO
DOOR G. TH. ROTMAN
^Vermakelijke streken
van een leeuw en een aap
106. Terwijl is Sambo met de wagen
Gestopt voor de politiewacht;
Door dapp're dienders voortgedragen,
Wordt hij naar binnen toe gebracht,
Voorzichtig, mannen, opgepast!
Het gips is breekbaar: houdt dus vast!
107. O wee. daar komt het hollend
paard al!
De dienders worden bang en bleek!
Ze gaan van schrik subiet aan 't hollen,
En laten Sambo in de steek;
Hy valt met luide smak op straat,
Waardoor het gips aan stukken gaat.
108. Sam neemt nu dadelij'k de benen,
Tot hg vriend Jocko weer ontmoet;
Bij 't nad'rcn van het edel tweetal
Vlucht alles met de meeste spoed!
Op welk een kluchtige manier
Dit soms geschiedt, aanschouwt men
109. Zo hollend is het tweetal spoedig
In 't vrije veld. „Allo, vooruit"
Gromt Sam, terwijl hg plat gaat liggen,
„Haal eerst dat touw eens van mgn
Hij krijgt zijn zin: in korte tijd
Heeft Jocko Sambo's neus bevrijd.
110. Nu komen zij in Lutjebokkie,
Het schoonste dorp van 't wereldrond.
Waar op dat ogenblik toevallig
De schooldeur op een kiertje stond.
Naar binnen gaan, dat is een feit,
Is nu voor hen een kleinigheid.
111. De schoolopziener had die middag
De school met zijn bezoek vereerd,
Om na te gaan, of alle kind'ren
Voldoende hadden gestudeerd.
De bovenmeester stond er bij,
En dacht: „ik had veel liever vrij".
112. De les is anders heel gezellig,
't Gaat over kennis der natuur.
Ja, over leeuwen, wolven, tijgers.
De schoolopziener raakt in vuur!
„Wei", vraagt hij, „heb jelui misschien
Wei eens een échte leeuw gezien?"
113. Ach, nauwelijks is hij uitgesproken,
Of bom! daar klinkt een harde slag!
Wijd open vliegt de deur! Om 't hoekje
Komt grommend, Sambo voor de dag!
De hele klas gaat aan de haal,
Eh vlucht tot achter in 't lokaal!
114. De schoolopziener
met de juffrouw
En meester op de kast gevlucht),
Ligt met de kaartestok te zwaaien,
Terwijl hij angstig slikt en kucht;
En elk wacht bevend als een riet,
Wie 't eerst in Sambo's keelgat schiet.
115. Tot dat, door al het angstgetrappel
De hele kast aan 't wank'len gaat.
En dan met alles wat er op zit
Plots met een klap voorover slaat
Sam springt op zijmaar onze held
Raakt met zijn staartje vastgekneld!
116. Nu klimmen, op een sein van
meester,
De jongens allen op de kast;
Zo'n vracht kan Sambo niet verzetten,
Hij zit secuur en stevig vast;
Vriend Jocko neemt, ten einde raad,
Een inktbombardement te baat.
117. Hoera! daar heb je Kees de
diender.
Een man van moed en scherp verstand;
Hij zal de leeuw wel even binden!
De ketting heeft hij in zijn hand!
Vol spanning rijzen allen op
Dat wordt voor Sam vandaag een strop!
WekeUjkse bijlage Zaterdag 3 October 1953
OP VEEMARKTEN
„Een beest kan niet praten als je hem zeer Joel
OPVOEDKUNDIGE TAAK DER INSPECTEURS
GE mot dat zien, zegt Alphons, hoe
die koei op d'r poten staat. Hee-
get ooit zo mogen aanschouwen? Wat
een haar en wat een borst. Boven
dien hettie een kop as ne kwab-aal.
Het is d'n beste beest van de markt.
Een goeie veekenner mot dat kanne
Zó hoort 't niet
De roodbonte staat inderdaad recht
op de poten, monumentaal van on
verzettelijkheid. De boeren drommen
in een kleine kring om Alphons en
zijn koe heen. Ze lachen een beetje
om ,,d'n besten beest van de markt.'
Dusdoende lachen zij om zichzelf:
zij zitten zelf immers ook vol poche
rij tjes als er geld gemaakt moet
worden.
Niemand slaat op veekoperswijze
zijn vereelte knuist keihard in de
open hand, die Alphons in gespannen
afwachting naar hen uitsteekt. Daar
om herhaalt Alphons nog eens insi
nuerend: ,,Een goeie veekenner mot
dat kanne zien." En als een onge
schoold toneelspeler geeft hij dat
„goeie" juist iets te veel klemtoon
mee.
Hij leidt zijn roodbonte weer terug
naar de balie in de hallen van de
veemarkt in 's Hertogenbosch. Daar
kijkt hij nog eens met welgevallen
naar de kop „as ne kwab-aal".
Zaken zijn zaken: een goeie prijs
gaat boven het liefje. Maar hij zou
toch moeilijk afscheid kunnen nemen
van zijn koe. Hij houdt van haar, hij
mag op haar verliezen als het niet
waar is... Geen vlieg zou hij kwaad
kunnen doen, laat staan zijn rood
bonte, die zo recht op d'r poten
staat.
Nee, de inspecteurs van de vereni
gingen tot bescherming van dieren
hebben van Alphons geen last. Hij
zal nooit een carbonaadje meer eten
als het niet waar is...
DE inspecteurs van de Soph:a-ver-
eniging uit Amsterdam en de Ne
derlandse vereniging tot bescherming
van dieren weten drommels goed dat
niet iedereen een Alphons is. De
heren W. S. v. d. Leegte uit Eindho-
Ongevoelig?
Is dan de idyllische omgang van
de boer met zijn vee uit de gevoelige
boerenromans een leugen? Veeartsen
en dierenbeschermers lachen er cy
nisch om. Maar vooral van de vee
handelaar zijn zij overtuigd dat hij
in een stuk vee... inderdaad een stuk
vee ziet.
ven, A. Broekhuizen uit Hardinxveld
en W. v. d. Woude en N. Visser uit
Den Haag lopen daarom met Aigus-
ogen tc spieden naar ongerechtighe
den. Zij doen dat niet om proces-ver
balen tc kunnen maken, maar om de
mensen op te voeden tot het in be
scherming nemen, van vaak zo hulpe
loze dieren.
De heer Van der Leegte zegt hel
zo: „Een beest kan niet praten als
je hem zeer doet, maar hij Is ge
maakt door de zelfde Hand, die ons
schiep. Dat is iets anders dan senti
mentaliteit."
Broekhuizen knikt boven zijn dam
pende kop koffie: Zo is het.
Of er werkelijk ooit sprake van die
renmishandeling op veemarkten is ge
weest? Daar weten de heren staaltjes
van te vertellen.
Vroeger werden de biggen aan de
achterpoten, met de kop omlaag, over
de stenen naar de veewagens ge
sleurd, een spoor van bloed achterla
tend van de hal naar de auto. Mees
tal was een onderhoud met zo'n
„transporteur" voldoende om hem die
wreedheid af te leren. Soms hadden
hardleerse beulen een proces-verbaal
nodig.
Maar voor de heren dierenbe
schermers is het toch een genoegdoe
ning dat tegenwoordig, zonder uitzon
dering, de biggen op de armen naar
de auto worden gedragen, dank zij hun
opvoedkundige praatjes en terechtwij
zingen.
Kon die vroegere methode van ver
voer misschien nog aan domheid
worden geweten of aan het onvermo
gen zich voor te kunnen stellen wat
de dieren onder hun „behandeling"
ledenbeslist gemeen zijn be
paalde trucjes om bijvoorbeeld een
koe „aantrekkelijker voor de ver
koop" te maken.
Juist voor de veemarktdag laat
een boer soms een paar dagen lang
de koe, die hij verkopen wil, ongemol-
ken. Dan hangen er zware uiers
tussen de poten. Het dier lijdt hevige
pijn, maar de aspirant-koper denkt:
„Da's een beste melkgever" en daar
is het de boer nu net om begonnen
Er zijn er zelfs die colodium aan de
tepels smeren: dat is een vloeistof,
die verhardt zodra zij aan de buiten
lucht wordt blootgesteld.
U begrijpt het resultaat: de tepels
worden afgesloten, de uiers worden
uitgeperst en zwellen tot een grootte
en omvang, die de toeschouwer koop
lustig moet maken als hij al niet bij
voorbaat gewaar
schuwd is door het
klaaglijk geloei van
het gemartelde
beestEr zijn er
bij die de uier af
sluiten door een
rijstkorrel aan te
brengen in de te
pel. De korrel
zwelt en houdt op
tuurlgke wijze de
melk tegen. Daar
moet dagelijks door
de inspecteurs op
worden gelet.
Eerst melken, be
velen ze dan. De
vaste melkers van
de markt verlossen
eindelijk het dier
van de kwelling.
Vooral veehan
delaren zijn er han
dig in een pas ge
kochte koe met
volle uiers de
markt af te smok
kelen. Om de
rijksdaalder melk „Vertel me eens; hi
die het beest bij
zich draagt. Geld
is geld en een koe is kapitaal, niet een
ademhalend wezen dat. zoals Broekhui
zen en Van der Leegte zeiden, gemaakt
is door dezelfde Hand, die ook ons
schiep
Soms worden er wreedheden be
gaan, die onvoorstelbaar en misda
dig zijn. Maar het ideaal der dieren
bescherming wint veld en wat vroeger
algemeen was begint een uitzondering
te worden. Lach nu niet te vroeg,
want de uitzondering zou weer alge
meen worden als de heren van de
dierenbescherming maar niet over de
veemarkt drentelden...
DENK niet dat het inladen van vee
zo'n eenvoudig karwei is. Een
veevervoerder denkt aan de benzine
en de kilometers die hij voor de boeg
heeft en waar hij eigenlijk twee maal
over moest rijden probeert hij in één
keer mee te nemen.
En daar begint de misère. Het vee
wordt in de wagen gepropt. De koei
en moeten in de breedte van de wa
gen worden opgesteld. Men ontziet zich
echter niet ook beesten in de lengte
te zetten, achter de vlezige achter
werken van haar bonkige zusters.
Moeten er nog wat kalveren mee...
bon,... die kunnen dan nog wel on
der de koppen der koeien staan. Stelt
u zich eens voor wat er gebeurt als
een kalf onderuitzakt en vertrapt
wordt. Of houdt u de volle uiers van
een koe voor ogen, die. door het ge
drang knockout op de vloer beland,
en aan haar soortgenoten niet vragen
kan of ze „d'r poten thuis willen
houden."
Laatst was er een koe totaal
murw getrapt. Het arme beest kon
niet meer opstaan. Het slachthuis
was het einde.
Met de inspecteurs neem ik een kijk
je bij het inladen. Net op tijd. In
één wagen worden zeven pinken te
veel ondergebracht. De half-wassen
koeien staan in een benauwende
ruimte. De veekoper laadt ze moppe
rend weer uit en wordt even „opvoed
kundig" aan de tand gevoeld. Zan
der een woord te zeggen wordt uit een
andere wagen een koe gehaald. De ac
te de présence der inspecteurs was
al voldoende om plotseling „mense
lijk" te worden. Terwijl Broekhuizen
controleerd werd of er wel voldoende
stro in de wagen ligt zegt Van der
Leegte:
Er zijn er bij... Laatst was er
een stier op de markt met een wond
in de nek van 15 cm lang en 5 cm
diep. In die wond lag een ketting. De
boer kon hem anders niet baas. Een
leugen natuurlijk. Maar hij had geen
hart in zijn lijf. Hij had ringen aan
de horens moeten doen en die verbin
den met een neusring. Met dergelij
ke gevallen gaan we naar de direc
teur toe. Dr. De Hartog is altijd be
reid met ons samen te werken.
Wanneer de veehandelaar nu „men
selijker" voor het vee is geworden
dat op de markt verhandeld wordt,
komt dat door de dierenbescherming;
minder door de opvoedkundige praat
jes der inspecteurs dan wel uit angst
voor een proces-verbaal. Toch zijn er
„bekeringen" die de verenigingen tot
bescherming van dieren uitzicht ge
ven op meer begrip voor hun vaak
bespottelijk gemaakt ideaal. Er loopt
(Voor vervolg pag. 4)