Zal de „baet" genoeg zijn om de „cost" goed te maken? Onherbergzame oorden met moderne middelen opengelegd Vermoeide grond in Keukenhof werd gestoomd „Krantendirecties vrezen de invloed der typografen" VISSERIJGOLFJES NIEUWE LEIDSCHE COURANT 6 Het grootste probleem van Nieuw-Guinea Noord-Oosten alleen maar vruchten een fantastisch brein? Het zal de taak der Overheid zyn, alle beschikbare wetenschappelijke krachten in te schakelen om op deze vragen ant woord te krijgen. Over uranium, bauxiet en zovele andere onmisbare grondstoffen in de moderne wereld en helaas ook oorlogshuishouding zullen wij niet spreken, al worden ook deze grondstof fen in Nieuw-Guinea's bodem vermoed. Om echter eventueel goedkoo-p enthou siasme te doven, wil ik er op wijzen, dat over het algemeen de mijnschatten te vin den zijn in de meest onherbergzame stre ken. En aan onherbergzame streken is het grootste gedeelte van Nieuw-Guinea zeer ryk. Voor een groot deel van dit land, en zeker voor de Vogelkop met de meeste beloften op mijnbouwkundig gebied, kuiy- nen wij vaststellen dat hier zijn óf hoge en zeer steile en ontoegankelijke bergen óf moerassen. Daartussen is dan niets. Ruim 6000 km heb ik over Nieuw- Guinea gevlogen, vele delen herhaaldelijk in verschillende richtingen, en steeds viel imy deze situatie op. Olie Zijn er dus op mijnbouwkundig gebied vele vraagtekens te zetten al ontvein zen wij ons niet, dat stelselmatige onder zoekingen enkele dezer vraagtekens zul len wegvegen op één gebied verkregen wij enige zekerheid. Wij bedoelen de olie. Aanvankelijk ook geen denderend succes, wanneer wij uit de algemeen bekende publicaties de opbrengsten zien van het sinds enige jaren geëxploiteerde terrein van de Ned. Nieuw-Guinea Petroleum- Maatschappij te Klamono. Maar sedert kort zijn in het Zuid- Oosten van de Vogelkop, in het gebied, dat de naam draagt van de plaats Steen kool, boringen verricht, die op betere resultaten wijzen en dan ook aanleiding zijn geweest voor deze Maatschappij om zeer grote bedragen in de openlegging van dit gebied, het aanleggen van wegen, tankplateaux, de bouw van woningen en dienstgebouwen en zovele andere werken meer, te beleggen. Wat dit betekent, is voor iemand, die deze harde aanpak van het oerbos, de bergpartijen en de moerassen niet heeft gezim. onmo-slijk te begrijpen. Want het lijkt zo eenvoudig,, een oliebedrijf tot stand te brengen; een boring op de goede plaats, een pijpleiding om de producten af te voeren en schepen finaderij. (Door F. H. van de Wetering) TnE VRAAG, of Nieuw-Guinea toekomst heeft, is niet een U kwestie van hardwerkende ambtenaren, van welwil lende landbouwers of van ondernemende particulieren. Zeker, zij allen hebben een belangrijke betekenis in het opbouwingsvlak van dit grote, grillige en in menig opzicht nog zo onbekende rijksdeel. Waren zij er niet, zo zouden wij over de opbouw en de toekomst van Nieuw-Guinea niet behoeven te praten. Maar de kardinale vraag, waarom alles draait, is, of de bodem in mijnbouwkundig opzicht zulke schatten herbergt, dat dit land in de wereldeconomie een rol zal gaan spelen en voor zichzelf een redelijke staat van welvaart kan verwerven. Dat de kuststreken van Merauke tot sawahs moeten worden gevormd om Nieuw-Guinea op rijstgebied on afhankelijk van de wereld te maken, is logisch. Dat met betere voorlich ting op landbouwgebied de land- en tuinbouwers voor groenten en fruit ten dienste van de bevolking moeten zorgen, ligt voor de hand. Dat het boswezen straks met selectie van het bos-areaal en met verwerking van alle soorten bomen tot goed timmer hout moet komen; dat de bouwplan nen zonder grote deviezenoffers ge realiseerd kunnen worden, kan ieder begrijpen. Maardaarmede is economisch gesproken de toekomst van dit over zeese rijksdeel niet bepaald. De bo demschatten, waarvan wij tot nu toe weinig weten, al wordt er wel veel over gepraat, zullen aan het daglicht moeten worden gebracht. Ik heb van mijnproducten geen sikkepit verstand, maar stopte toch in mijn koffer met zekere trots een stuk steenkool, dat ik bij een afgraving opraapte. Misschien voor een kenner waardeloze kool, maar ik vraag me toch af, of het zo vreemd gedacht is, dat de diepte schatten op dit gebied bevat. Zijn de nikkelvoorraden in ^t Cyclojipgebergte en de goudsporen in 't Moeilijke zaak Die petroleumindustrie, voor velen al te eenvoudig gezien als een kwestie van kapitaal, zou spoedig blijken te zijn een stelselmatig en wetenschappelijk bestel, waarin de knapste geologen, tech nici, economen en scheikundigen de vruchten van hun studie zouden laten zien. Reeds het begin: de opsporing de olie, is een moeilijke zaak. Er bestaan nog geen instrumenten, die terstond olie verzamelingen in de diepte kunnen tonen. Tegenwoordig maakt men vanuit vliegmachines op fotografische wijze topo grafische kaarten; daarna gaat men te voet het oerbos in om de gegevens, die op de foto's te zien zyn, te controleren aan te vullen. Zodra het echter om moerasgebieden gaat, welke geheel met een laag modder zijn bedekt, ontstaan weer allerlei lijkheden, voor welker oplossing bepaalde wetenschappelijke methoden worden toe gepast. Om het werk van deze groepen onder zoekers in de moerasgebieden van Nieuw- Guinea te verlichten, wordt gebruik ge maakt van helicopters. Vanuit het basis kamp worden naar de plek, waar hel bodemonderzoek plaats heeft, ongeveer 300 man, voeding, instrumenten, boor machines enz. vervoerd. Dank zij het gebruik van deze machines kan men tegenwoordig sneller werken, want het transport door de lucht is veel diger dan (het vervoer door en onbegaanbare bossen. Is men tot het oordeel gekomen, dat op een bepaald punt kans bestaat, dat olie aanwezig is, dan beginnen de moeilijk heden pas. Want deze boorinstallaties, die soms tot enige duizenden meters diep graven, kunnen maar niet zo worden op gesteld. Wegen moeten worden aange legd, bruggen gebouwd, maar ook perso- neelsverblijven opgericht en levensmid delen aangevoerd. Slaagt zo'n boring, die altijd 3 4 4 hon derdduizend gulden kost dan komt de vraag van de afvoer der olie, d.w.z. van de pijpleiding, want de olie moet naar een daarvoor gebouwd havenemplacement worden geleid om in tankers te worden afgevoerd. Deze herculesarbeid wordt door de Ned. Nieuw-Guinea Petroleum-Maatschappij in het Zuid-Oosten van de Vogelkop tot stand gebracht en gedurende twee dagen mocht ik dit technisch wonder aanschou wen: van heuvels, die werden afgegraven met Amerikaanse machines om plateaux te verkrijgen, waarop tanks worden ge bouwd; van een 10 km lange leiding door het moeras, welke leiding ligt op jukken, waarvan de benen bestaan uit betonpalen, variërende van 7 tot 22 meter; van wegen i moderne woningbouw; van ziekenhui- in en sociëteiten; van distributielokalen i magazijnen. En dat alles in een land met weinig arbeidskrachten. Daarom zien wij naast al de technische wonderen nog een ander wonder van Nieuw-Guinea. dat wy ner gens anders ooit zagen. In het gebied, waar de Ned. Nieuw- Guinea Petroleum-Maatschappij haar plannen realiseert, wordt dit gedaan door combinatie van Nederlandse aan- irs, die Nederlandse arbeiders naar Nieuw-Guinea uitzenden. zien wij hier dan het wonder, dat de blanke Nederlander én de Papoea te rn aan het werk zijn en in alles gelijk optrekken. Geen vervreemding De drawback voor de Oliemaatschappij is de overheidsmaatregel, dat de Papoea niet langer dan één jaar bij de Maat schappij werkzaam mag zijn, ter voor koming. dat hij van zijn eigen dorpsmilieu zal vervreemden cn zodoende het dorps leven zal ontaarden. De overheid wil voorkomen, dat in Nieuw-Guinea is nog groten deels verwoest en onontgonnen maar ook die woeste schoonheid heeft haar eigen bekoring. Hier ziet men een gedeelte uit het stroomgebied van de Mambera- mo, een van Nieuw-Guinea's rivieren. Nieuw-Guinea dezelfde toestand ontstaat als in de Belgische Congo en dat het Papoeavolk ondergaat in een soort koe liemaatschappij, met de slump als achter grond. Toch geloven wij, dat het nuttig kan zijn deze werkvergunning tot 1% a 2 jaar uit te breiden. Voor de geschoolde arbeiders ligt het probleem nog anders. De Maatschappij subsidieert volks- en vervolgonderwijs door Zending en Missie gedreven, waar van de leerlingen daarna de ambachts school doorlopen. Deze opleiding kost ten minste 8 4 9 jaar, zodat het nog vrij lang zal duren, voordat hier voldoende vrucht van wordt geplukt. Nergens elders in de v.- de oliemaatschappijen zich voor de taak derlandse groep, gesteld. gezien, de opleiding Dit jaar al bijna 30.000 emigranten Grote Beer gisteren weer met 475 personen naar Canada Van Januari tot September 1953 zijn ongeveer 28.200 Nederlanders geëmi greerd. In de komende maanden jaar zal dit aantal de 30.000 ruimschoots overschrijden. Zaterdag j.l. vertrok de Sibajak Rotterdam met 376 emigranten naai nada. Van Schiphol vertrok dezelfde dag een K.L.M.-vliegtuig naar Canada met ongeveer 60 emigranten. Gistermiddag ging een zelfde toestel naar Australië, vandaag één naar Canada en op 28 Sep tember gaat er opnieuw een naar Canada. Op de Grote Beer, die gisteren uit Rot terdam naar Canada is vertrokken, heb ben zich 475 emigranten ingescheept. De vertrekdata van de emigranten schepen zijn voorlopig als volgt vastge steld: 29 September: Zuiderkruis naar Canada (600—650 emigranten); 1 October: Johan van Oldenbarnevelt naar Austra lië (ongeveer 1400 emigranten); 20 Oc tober: Grote Beer naar Canada; 20 Oc tober: Zuiderkruis naar Zuid-Afrika; 28 October: Sibajak naar Australië; 17 No vember: Grote Beer naar Canada; 1 De cember: Waterman naar Zuld-Afrika; 14 December: Zuiderkruis naar Nieuw- Zeeland. Voorlopige regeling van het nationale plan In afwachting van de nieuwe wet op de ruimtelijke ordening, waarvoor reeds een voorontwerp gereed is, heeft ter Witte aan de Tweede Kamer voorge steld de werkingsduur van de voorlopige regeling in zake het nationale plan streekplannen te verlengen van 1 Januari 1954 tot 1 Januari 1956. Voor zonsverduistering naar Zweden Een nieuwe Nederlandse eclips-expeditie Na de expeditie van Februari 1952 naar Khartoem (Afrika), wordt than: een Nederlandse expeditie naar Zweden voorbereid voor het waarnemen van de totale zonsverduistering op 30 Juni 1954. groot deel van Europa, ook in Nederland, zal deze zonsverduistering ge deeltelijk waarneembaar zijn. Met de expeditie van 1952 waren de problemen nog lang niet opgelost en er bleven na Khartoem nog vele wensen er. Onder auspiciën van de Nederland- Eclips Commissie en naar verwachting ;t financiële steun van de Nederlandse organisatie voor Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek (Z.W.O.) gaat in 1954 een Nederlandse expeditie onder leiding van de directeur van de Utrechtse sterren wacht, prof. dr M. G. J, Minnaert, naar het eiland Gotland in de Oostzee. Hier zal een totale zonsverduistering derhalve minuut waarneembaar zijn. De assistent van prof. Minnaert, dr J. Hout- gast, gaat met hetzelfde instrument waarmee hy in 1952 in Khartoem de eclips waarnam met de nieuwe expeditie Behalve een jonge Utrechtse astro- de heer R. W. J Heintze, zal eveneens een tweetal door prof. dr A. C. Heel uit Delft aan te wijzen ster- de" "wereld hebben I renkundigen deel uitmaken van de Ne- Kapaukoe-familie aan de Wisselmeren. De kleding van deze nog zeer primitieve volksstam bestaat alleen uit een rokje van gras en een draagnet. schoolde werkkrachten van het eerste onderwijs at ter hand te nemen. Maar daarvoor zijn wij dan ook op Nieuw- Guinea: het land der problemen. In April 1954 zal in het Steenkool- gebied het werk klaar zijn; dan kan de gewonnen olie worden afgevoerd. Zal de baet voldoende zijn om de cost, die, naar ik schat, meer dan een milliard gulden bedraagt, goed te maken? Dat wil dan zeggen: zal de olie-industrie zulk een vlucht ner dat Nieuw-Guinea als land daarvan rijke vruchten oogst? Want wil het goed zijn, dan moet, wat nu technisch het oliewonder van Steenkool heet, straks een der eco nomische wonderen van Nieuw-Gui nea worden. Ik vond bij de overigens meestal zwijgzame oliemensen een opgewekte stemming. Dat geeft de man, die economische grondslagen voor Nieuw-Guinea zoekt, moed! Osiristarwe levert per hectare minder op Ondanks de waarschuwing die enige tijd geleden is gegeven tegen de zgn „wondertarwe" of Osiristarwe, blijken ;r nog steeds landbouwers te zijn, die worden geïmporteerd door de grote, ruim tien céntimeter lange aren van deze tarwe, die vele malen zijn vertakt. Voor een leek ziet het er inderdaad naar uit, dat deze osiristarwe dus veel meer zal opbrengen dan gewone tarwe. Per aar is dat dan ook het geval. Aangezien echter slechts één korrel per vierkante voet kan worden uitgezaaid, terwijl bij het uit zaaien van andere tarwegewassen op iedere 2 a 3 centimeter een korel komt te liggen, bevat een hectare een aan zienlijk geringer aantal aren, zodat de opbrengst per hectare minder is dan bij andere tarwesoorten. Ook de bakwaarde le Osiristarwe is veel minder dan bij andere graansoorten. Tulpen zullen in 't voorjaar prijken zoals het kan Het was geen geheim: de tulpen in de Keukenhof kas vertoonden de laatste jaren een stand, waarover men nu niet bepaald „hoera" kon roepen. Dat konden in sommige vallen zélfs leken op bollen- en bloemengebied zien. Het gebeurde nog al eens, dat diverse soorten tulpen als een vaatdoek tegen de grond gingen, nog voor de bloem goed en wel op kleur was. Verder kon men vooral in het vorige seizoen veel „vurige" punten aan de bladeren zien. Men probeerde van alles-en- nog-wat, maar niets hielp. En nu heeft men een middel te baat genomen, waarbij mislukken vrywel uitgesloten is: men liet de grond van het warenhuis stomen. op de reeds behandelde terecht zou ko men en deze daardoor weer besmet zou worden. Zo zal de grond van de Keukenhofkas nu naar alle waarschijnlijkheid weer kerngezond zijn en mag de stichting er vrijwel zeker van zijn, dat de tulpen dit voorjaar zó zullen prijken, zoals het wer kelijk kan. Tussen twee haakjes: men had het Keukenhofbestuur deze moeilijkheden met het tulpengewas in' de kas voorspeld. was toen bekend werd, dat het warenhuis met vast glas zou worden. Men rekende de stichting voor, dat de grond op deze manier nooit behoorlijk zou door spoelen en dat men binnen enkele jarer met een kas zou zitten, waarin geen tulp behoorlijk wilde groeien. Bovendien men zeer terecht van mening, dat de grond door ieder-jaar-maar-weer-tulpen wel erg gauw „oudbakken" zou zijn. waren echter ook experts die ei ders over dachten en o.m. meenden, dat door voortdurend diep te delven het zaakje ook wel ree zou houden. Het lukte niet. De tulpen stonden vooral de laatste jaar bedenkelijk slecht. En degenen, die hiervoor de verantwoording hebben, begingen in de showtijd bovendien dé fout de bloemen veel te lang op de steel te laten staan. In sterke mate overbloeide tulpen, waarvan een deel bovendien plat tegen de grond lag, vormen geen reclame voor het bollenvek. Integendeel! Men probeerde de moeilijkheden eerst nog op te vangen door een flinke begie ting. Eerst goot men in de paden, maai later liet men draineerpotten onder de bedden leggen. Die werden dan volge pompt, waardoor men dus min of meer ?n „onderaardse" bevloeiing kreeg. Ook dat gaf niet het gewenste resultaat i zo ging men er nu toe over de grond te laten stomen. Gevaarte ït was anders een heel gevaarte, dat dit doel de sloot kwam binnenvaren: schuit met verwarmingsketel en een oliebrander, waarvoor weer een tank mèt nodig was. Van de ketel uit liep eer grote zware pijp de kas in en die eindigde daar in een verdeelstuk met zes kleinere pijpen. Hieraan zaten weer zes horizon taal liggende pijpen, die op ongeveer der- g centimeter in de grond werden inge graven. Via de stoomketel op de schuit werd de stoom in deze pijpen geperst en ontsnapte aan het einde door kleine gaat jes in de ondergrondse pijpen. Grondthermometers vertelde de heer K. Smits uit Lisse, die deze apparatuur be diende, hoe warm het in de grond werd de heer Smits liet de temperatuur vrolijk oplopen tot 100 gr. Celsius! Dan kunnen er vrijwel geen levende bacteriën in de grond zitten, die het tulpen gewas kunnen belagen. Bij deze behande ling verdween ook het onkruid als sneeuw r de z Voorzitter R.K. grafici; Vakbonden koesteren echter geen boze plannen jegens persvrijheid HET IS EEN opmerkelijk verschijnsel dat in het grafisch bedrijf, dat bijna 40 jaren lang de idee van de bedrijfsorganisatie heeft gepro pageerd en op privaatrechtelijke grondslag doorgevoerd, de bereidheid tot medewerking aan de P.B.O. zo uitermate gering is." Aldus de voorzitter van de Nederlandse Katholieke Grafische Bond, de heer B. Leijn, die Maandag in Utrecht de tweedaagse algemene vergadering van zijn organi satie met een rede heeft geopend. De woorden, gesproken door een or ganisatieleider, die vandaag met pensioen zou gaan, klonken bitter, aldus De Volkskrant. Provinciefonds ontvangt j 32 millioen Zuid-Holland zal in 1954 uit het Pro vinciefonds naar schatting f 4.501.707 ont vangen, zo blijkt uit de begroting van het fonds die de ministers Beel en Van de Kieft hebben ingediend. De inkomesten van het fonds, die 0.67 pet van bepaalde belastingopbrengsten bedragen, zullen volgend jaar in totaal vermoedelijk ruim f32 millioen belopen. Hiertoe wordt o.a. bijgedragen door de omzetbelasting f7.638.000, inkomstenbe lasting f6.298.000, vennootschapsbelasting f.5.527.500, loonbelasting f4.421 000. in voerrechten f2 680.000, accijns op tabak f 2.278.000. Op 8 October a.s. zal het toestel njB de KLM, de Liftmaster, Dr Ir Damn, b als eerste vertrekken in de Chri# churchrace. Een race voor rlieij tuigen, van Londen naar ChritP church, een plaatsje op Nieu3 Zeeland. De foto toont de uoltaüij^ bemanning van het vliegtuig, q, schaard om het toestel, dat zij n« H» Christchurch zullen brengen. Boot van links naar rechts: J. u. d. üo 11 2de radio-technicus; J. Kiepe, radio-technicus; J. Noomen, officier; P. J. Aarts, 2de ojjlcic^11 H. A. A. Kooper, gezagvoerder; J Griffith, le officier; H. v. d. le boordwerktuigkundige; J. Boo nu ma, 2e boordwerktuigkundige i A. Visser, chef vliegtechnisch BureaJT General Operations KLM. Middei de Dr Ir Damme. Onder: v.l.n.r: J mejuffrouw E. M. J. Pinaulij1 stewardess eerste traject; L. J. ft J Hermans, le steward, le traject i J. H. Hoftijzer, 2de steward le trc- ject; mejuffrouw M. J. S. Krerrw 11 stewardess laatste traject; M. d f Jongh, eeste steward, laatste traje« v en J. A. van Praagh, 2de Stewart laatste traject. Laatste groep drie: me juf f ruw N. T. B. Jaspert stewardess 2de traject; J. Stil, li j steward. 2de traject en W. J. Jobu, 2e steward, 2de traject. Geen eigen bond voo: handelsreizigers Tot nu toe bestaat voor de Prot.-Q handelsreizigers de mogelijkheid zich organiseren in de Ned. Ver. van Chris) lijke Handelsreizigers en Handelsagent en in de Ned. Chr. Beambtenbond. De grensregelingscommissie va Chr. Nat. Vakverbond heeft nu de Ne Chr. Beambtenbond aangewezen als organisatie, waarin de Christelijk georg niseerde handelsreizigers en agenten uitsluiting dienen te zijn georganisee: Voorts is beslist dat binnen deze organ satie een groep handelsreizigers en h delsagenten dient te bestaan, die met trekking tot de behartiging van de roepsaangelegenheden zelfstandig is. Volgens de heer Leijn vrezen de dag bladondernemers blijkens zijn rede de „moeilijkste" werkgeverskring in de gra fische bedrijfstakken de invloed de werknemersbonden. Hun vrees hoofdzakelijk worden gevoed door de be- drijfsbonden, welke in het N.V.V. vol ledig, in het C.N.V. ten dele, en In de K.A.B. nog niet zijn gesticht Dit pro bleem, dat als een rode draad loopt door complex van vraagstukken, is er aldus de voorzitter der R.K. grafici dt oorzaak van dat de C.A.O. voor het ad ministratief personeel der krantenbe- drijven nog steeds niet van kracht is ge worden. „Zelfs onderneemt men thans pogingen om de bonden der grafici als partij bij deze C.A.O. uit te sluiten," al dus de heer Leijn. De Nederlandse Dagbladpers (N.D.P.) van oordeel dat een bedrijfstaksgewlj; organisatie (die aangepast is aan c P.B.O.-structuur) de organisatorische zelfstandigheid en de journalistieke on afhankelijkheid van de pers zal aanran- en geen waarborg kan geven voor betrouwbare nieuwsvoorziening en eerlijke voorlichting. Op deze lezing, die hij gaf van het standpunt der kran tendirecties, antwoordde de heer Leijn: ,De grafische bonden zijn tot heel wat1 in staat, doch dergelijke boze plannen jegens de vrijheid en de onafhankelijk heid van de pers, komen er in de hoof den van hun leiders niet op." Hij richtte zijn critiek ook tot uitgevers van nie bladen en periodieken. Nadelige verschillen De volgens de heer Leijn „vér- gezochte" argumenten van de N.D.P., hebben verschillen doen ontstaan tussen de arbeidsvoorwaarden van het admini stratief personeel der grafische bedrijven dat der dagbladen. Voor de laatste groep werknemers zijn deze nadelig. De heeft een C.A.O., is verzekerd ii het A.S.F. en geniet pensioenvoorzienin gen. In het dagbladbedrijf is evenwel omtrent dit alles voor het administratief personeel niets geregeld. Het valt overal Aan goed geschoolde vaklieden is in het grafisch bedrijf nog steeds gebrek. Dit personeelssterkte welke, na een stijging sedert 1946, inmiddels stabiel is geworden. Ofschoon er een geleidelijke jongeren valt waar te ne- Visserijschool in Zuid- Afrika Uit Pretoria wordt gemeld, dat aan de Zeevaartschool bij Saldanhabaai voor het eerst een afdeling ter opleiding voor de visserij zal worden geopend. Men heeft hiertoe besloten, omdat de visserij de Unie van Zuid-Afrika in het bij zonder langs de Westkust van Kaapstad tot bij Walvisbaai een sterke ontwikke ling ondergaat en mede de belangstel ling krijgt van de blanke vissers. Zelfs zullen met volle medewerking van de Z.-Afrikaanse regering Nederlandse en Deense vissers worden ingeschakeld. Jonge immigranten, die zich tot de vis serij aangetrokken gevoelen, kunnen is deze opleiding volgen en zul- het behalen van het diploma als officier op de visserijvloot van Zuid- Afrika worden ingeschakeld Een De Ruyterschool Te Vlissingen is dezer dagen de nieuwe „De Ruyterschool" aan de Badhuisweg gebruik genomen, zulks in tegenwoor digheid van talrijke autoriteiten uit de Nederlandse koopvaardij, de marine en de visserij. Deze school, waaraan ook 'n aantal leerlingen uit Katwijk, Noord- wijk en Leiderdorp verbonden is, levert jaarlijks een flink aantal officieren in de rang van stuurman, boordwerktuigkun dige en radiotelegrafist af voor de rine, de koopvaardij en de visserij. De nieuwe school is vooral voor de practijk- lessen voorzien van de modernste werk tuigen en gereedschappen en is eei langrijke aanwinst voor de opleiding voor de zeevaart in ons land. Ter gele genheid van de officiële opening werd door genodigden, leerlingen en oud-leer lingen een korte zeereis gemaakt mei het m.s. „Prinses Beatrix", waarby de lunch aan boord werd gebruikt. zijn er in Nederland ruim 2000 totaal in een ander vak overgestapt. Volgens de heer Leijn (voorstander var vrijere loonvorming) zou de huidige loon- bepaling in de grafische bedrijven hier aan schuld kunnen hebben. De voorzitter van de Algemene Neder landse Grafische Bond, de heer H. Stap- horsius (gast op de algemene vergadering de R.K. grafici) deelde mee, dat de Nederlandse Dagbladpers vandaag zoi beslissen over de C.A.O. voor het ad ministratief personeel der kranten. Op dit ogenblik is het nog een vraag, of de dagbladdirecties genoemde overeenkomst :ullen afsluiten met de organisaties de kantoorbedienden alléén, dan wel met de grafische bonden, of met beiden ge zamenlijk. Te oordelen naar de woorden de heer Staphorsius, dreigt er eer conflict uit te breken tussen de werk gevers en werknemers in het grafische bedrijf. De voorzitter van de A.N.G.B. zeide: „Als de dagbladondernemers niet tot be zinning komen, zal er een ongekend schandaal gebeuren. Zij zullen niet meer en niet minder dan een „geestelijke diefstal plegen, wanneer zij de drie werknemers organisaties in de grafische bedrijven buiten de deur zetten bij de afsluiting an de C.A.O. voor administratief per- meel. Het voorbereidend werk voor Dinsdagmarkt kon naar de handel spuid worden: de prijs lag tussen de ƒ10,5 en de ƒ12 per kist. Voldoende Er was overigens weer meer noeg blijkens het lijstje: Eli met 1830 ten haring plus 20 bijvis en 20 stijve beljauwen; Thorina met 1800 kisten ring en een tonijn (die ƒ136.- opbrac Norma met 1350 kisten makreel, 75 ring, 90 schelvis, 70 gul en kool, 25 ting en 15 varia; de KW 159 met 300 ten haring en 15 varia; de IJM 22 met 10 schelvis, 300 makreel, 15 gul, 15 80 stijve kabeljauwen, en de SCH 27 400 haring, 60 schelvis, 20 makreel varia. De „Annie" (IJm 14) is tot vanda: blijven liggen. Makreel slap De vangst makreel van de Norma Mé-! ria was helaas aan de slappe, kant walj vooral voor de „bonken" gold. De reis voor de dichte makreel kennelijk te 1: geworden en de Zuidmakreel deed du ook niet meer dan ƒ15 a ƒ17 terwijl dil bonken per kist niet hoger kwamen du tot ƒ16 a 10,50. Waren de grote makrele „lekker" geweest, dan had de Norma zt- ker ƒ3000 a ƒ4000 meer gemaakt. Belg kreeg weinig Er was voor de Belgische handel man weinig kabeljauw te koop aan de IJmul- dense Dinsdagmarkt. De prijzen ware: daarmee omgekeerd evenredig: voor uil leggers is per regel ƒ100 betaald en dt kisten deden ƒ160. Rondvis even duur Schelvis en wijting waren ongeveet even duur als Maandag. Piepers haaldM de 28 en de wijting liep iets op tot geveer ƒ17 per kist. Een paar kisten zwarte koolvis haalde de 80. Slecht weer, dure tong Waarschijnlijk ten gevolge briezige weer waren de tongen duurderI dan Maandag. Er zijn lappen verkocht voor 5 per kilo, grootmiddel liep op tot ƒ2,35 en kleinmiddel haalde de ƒ2,10 met 1,90 voor de tongen I en ƒ1,40 per kilo voor de slips. Een paar kistjes schol II brachten ongeveer 35.- op. Drie en één De Abraham Vikingbank en Bergen lagen gisteren al voor vandaag klaar met respectievelijk 1800, 1525 en 1600 kisten haring. De Vikingbank had boven dien 25 kisten diversen en 100 stijve dik koppen en de Bergen ving er 25 kisten bij. De Flamingo was evenei present, maar moet tot morgen wachten met zijn 1300 kisten haring. Langere reizen Het slechte weer heeft de reizen iets ieer gerekt. De Norma, die 11 dagen uit as, maakte ƒ26.450.-; de Eli deed ƒ22.590 de Thorina maakte na 7 dagen ƒ22.000. De Wironkotter haalde een mooie ƒ10.250 a de SCH 27 deed 6630. Overkant De Job Gouda zou het gisteren met zijn 800 kisten haring in Grimsby proberen. Nieuwe centrale Van gistermorgen af heeft de Scheve- ningse visafslag een nieuwe telefoon centrale in gebruik. Bovendien heeft men geluidsinstallatie voor omroepen in gebruik genomen. Op deze installatie zijn voorlopig vier luidsprekers aangesloten, maar dat aantal zal verhoogd worden tot acht. Het nummer van de nieuwe tele fooncentrale is 55.75.57.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1953 | | pagina 6