7V[arcjriet
„DE KINDEREN VAN No. 67"
De zee spreekt
van onze HOND
'tBeieren,
ZONNEBADEN!
4
ZONDAGSBLAD 18 JULI 1953
Van de boekentalel
een serie jeugdboeken in acht delen
Ik predik u de kalmte ik
die langs de stroomlijn van uw kust
de vloeden van mijn vrede spreid.
XJw onrust ebbe in mijn rust.
Mijn eigen onrust is slechts schijn
en komt voor reekning van de maan,
de wind en 't grillig aardeliart
Mijn kalmte blijft onschendbaar staan.
P. DE VRIES.
WAT ZAL
ONS BRENGEN?
LISA TETZNER. een Zwitserse, schreef
een serie jeugdboeken: „De kinde
ren van no. 67". (Uitgave Ploegsma.
Amsterdam) welke acht delen omvat.
Deze kinderen van verschillende natio
naliteit, allen verbonden in vriendschap
met Erwin. Paul en Mirjam, wonend in
de huurkazerne waaraan deze cyclus
zijn naam ontleent, groeien in deze
boeken op van kind tot mens. Wij vol
gen hen op deze weg door een door oor
log geteisterde wereld. Alle gevolgen
van deze oorlog ondergaan ze: haat,
grote lichamelijke kwellingen, balling
schap; in rampzaligheid groeit deze uit
eengedreven jeugd op. Meent U niet
dat deze boeken daarom niet voor kin
deren bestemd zijn, integendeel, ook de
vrolijkheid ontbreekt niet, maar naast de
menselijke en karaktervormende zen
ding bevatten zij er nog één van grote
sociale betekenis. In deze boeken worden
de kinderen de ogen geopend op welke
wijze wij tot een beter begrip van elkaar
en zo tot een betere wereld kunnen ge
raken.
In „Paul en Erwin" o.a. is het Paul
wiens vader werkloos is en die
bezwijkt voor de broodjes der buren
welke de bakker voor hun deuren legt.
De bakker looft tien slagroompunten
uit voor degene die de dief vindt. Er
win ontdekt dat Paul de schuldige is
maar komt tot de conclusie dat hij net
zo slecht is als Paul wanneer hij stil
letjes een plak van de koek afsnijdt.
Hij bewerkt dat Paul loopjongen bij de
bakker wordt en loon in natura ont-
In „Het gemaskerd bal" organiseren
de kinderen op kostelijke wijze een lief
dadigheidsfeest waardoor Pauls vader de
onbewoonbare behuizing kan verruilen
met zijn vori$ huis, gedurende minstens
een vijftal maanden, dan zal hij wel
weer werk gevonden hebben en zelf de
huur kunnen betalen, volgens de kinde-
„Het zwervende schip" bevat de won
derlijke zwerftochten van Mirjam en
haar tante die de oorlog trachten
naar Amerika te ontkomen. Op weg
naar Bolivia vergaat het schip. Alleen
zeven kinderen worden als door een
wonder gered en komen terecht op een
prachtig eiland. Hun lotgevallen worden
verhaald in: De kinderen op het eiland.
Ook in dit boek valt weer volledig het
accent op het: Niet ik, maar wij! Ze
spreken verschillende talen, de Zwitser
Hans spreekt er een paar„Maar,
troost hij hen, „ieder mag zijn eigen taal
spreken en we zullen elkaar toch ver
staan. In mijn land gaat dat ook zo".
Door het egoïsme van één kan het
levensgeluk van allen geschonden
worden, tot welke erkenning na bittere
ervaring de gebochelde Bartel uiteinde
lijk ook komt.
Aangrijpend is de strijd van deze
door zijn ongeluk verbitterde jongen.
Verteerd van jaloezie op de anderen
die recht van lijf en leden zijn probeert
hij ten koste van die anderen zijn leven
te redden, maar komt tot inzicht.
In het boek „Mirjam in Amerika"
raakt de schrijfster het kleurlingen-pro
bleem in de kern, doordat de tante van
het meisje haar vriendschap met Cim-
balo de negerjongen afkeurt want „je
praat toch immers niet met een ne
ger?" Wanneer zij dan haar nichtje het
standbeeld van Abraham Lincoln
toont met de woorden dat deze man zo
veel gedaan heeft om de scheidingsmuur
tussen blank en bruin weg te nemen
vraagt het kind heel terecht: „O, mag
ik dan niet met Cimbalo spreken, om
dat hij nu een standbeeld is?"
Het boek „Was Paul schuldig?" laat
in een enkele zin het zinloze van de
oorlog zien. Paul schuilt bij een bom
bardement in een schuilkelder waar hij
een Russische krijgsgevangene ontmoet.
Gelijktijdig spreken zij de zelfde zin:
„Ik heb mijn hele familie verloren toen
mijn stad door jullie verwoest werd."
In het laatste deel „De Nieuwe Bond"
wordt de climax bereikt. Uit alle delen
der wereld komen de kinderen, nu vol
wassen mensen, bijeen om een bond op
te richten die zonder statuten of papie
ren een begin zal maken met de verbe
tering der wereld, ten einde een oorlog
te voorkomen. Zelf zullen ze een begin
maken door ernst, naastenliefde, ver
antwoordelijkheid en zelf-onderzoek Al
onmiddellijk komt er, echt menseüjk,
een wanklank doordat de Rus roept: Ik
wil er bij zijn, wij zijn toch de over
winnaars! Immers in deze nieuwe we
reld juist willen zij geen overwinnaars
en overwonnenen. Dit boek werd bij het
verschijnen in veertien talen vertaald.
Al het werk van deze schrijfster staat
op het hoogtepunt van kinderliteratuur,
zowel compositorisch als in literair op-
ZO zachtjes-aan nadert weer de 20ste
Juli, of m.a.w. „Sinte-Margriet", waar-
van de volksmond o.a. rijmt:
„Mooi weer op Sinte-Margriet,
Dan regent het zes weken niet" of, als
men zich wat voorzichtiger wil uitdruk
ken:
„Als het regent op St Margriet
Dan regent het zes weken
Veel, weinig of in het geheel niet".
Zo men ziet: de volkswijsheid debiteert
hier een voorspelling, die altijd wel zal
uitkomen.
De vliegen
Velen brengen Sint Margriet in ver
band met de vliegen. Deze lastige kwel
geesten toch verschijnen bijna altijd na
warme, drukkende dagen en deze vallen
juist omstreeks de datum van bovenge
noemde heilige.
In Hongarije treft men dan ook in de
ze tijd vele boerderijen aan met geslo
ten deuren en vensters omdat hier het
bijgeloof heerst, dat de H. Margaretha
er rondtrekt en overal vliegen loslaat,
die het de mensen zo lastig kunnen ma
ken. Bovendien zijn ze vaak schadelijk
voor de gezondheid, doordat ze gevaar
lijke ziektekiemen kunnen overbrengen.
Erg gemakkelijk is het intussen niet
boerderijen „vlicgen-vrij" te krijgen, om
dat daar voor deze insecten gewoonlijk
voedsel volop is.
De H. Margaretha, die op 20 Juli 275
een gewelddadige dood stierf, nadat ze
jarenlang om haar gcloofswille genoopt
was als varkenshoedster te leven, of
schoon ze van aanzienlijke afkomst was,
is de beschermheilige van de boeren
stand geworden.
Vooral te Neigem (België) staat zij in
grote verering. Speciaal aanstaande
moeders roepen haar aan, wanneer het
gewichtige uur nadert, dat een nieuwe
wereldburger het licht zal zien. Naar de
ze plaats worden dan ook bedevaarten
georganiseerd. De pelgrims dragen een
vaantje mee waarop de heilige staat af
gebeeld, gezeten op een monsterachtig
wezen, half land-, half zeedier.
Die dag, 20 Juli, is de arbeid op de
akker en in de werkplaats verstild. En
tallozen trekken naar de pastorie van de
geestelijke om zich eer. vaantje te ko-
Orakelbloem
Dat de bekende bloem, die dezelfde
naam draagt, eveneens op sommige
plaatsen in ere is, valt te begrijpen.
Men raadpleegt haar als orakelplant. De
lintblaadjes aer kroon vertellen het
huwbare meisje of het spoedig zal trou
wen. Kransen dezer bloemen hangen on
ze Zuidelijke buren te Spa en Verviers,
op aan hun woningen als amulet tegen
het hemelvuur.
Niet zelden delft men ook de Margriet
wortel op uit de aarde bij het licht der
wassende maan om voorspoed te hebben,
bij al wat men onderneemt.
Wat zal 20 Juli ons brengen?
B&Z6L:
qouöen pooRt v&n zwitseRl&nö
AT een charmante stad is Bazel toch
en wat een eigenaardige bekoring
gaat er van uit! De ligging van Bazel
is al uniek: in het hart van Europa,
aan het begin van de Bovcnrijnse laag
vlakte, op de drempel van de Jura. daar
waar een drukke scheepvaartroute sa
menkomt met andere belangrijke ver
keerswegen. Met recht draagt Bazel dan
öok de trotse bijnaam „Gouden Poort
van Zwitserland".
Bazel ontstond uit een Gallische
nederzetting en onderhield ten tijde van
de Romeinen nauwe betrekkingen met
het nabije Augusta Raurica. Maar Bazel
werd pas echt Bazel in de Middeleeu
wen. In de 15e eeuw werd de oude
bisschopsstad gedurende een vijftiental
jaren het centrum van de toenmalige
christelijke wereld, toen daar het grote
Concilie zijn zittingen hield. Toen werd
in Bazel het contact gelegd tussen ge
leerden en afgevaardigden van alle
mogelijke landen, eenzelfde contact, dat
ook ontstond door de Universiteit, die
in 1460 uit handen van Paus Pius II
haar stichtingsacte ontving.
Als protestantse stad was Bazel een
toevluchtsoord voor gevluchte Hugeno
ten. Zij brachten goede ideeën mee en
bevruchtten het leven van de stad op
velerlei wijzen. Zij waren het, die er
de zijden-lintindustric vestigden, die al
ras gevolgd werd door de stofdrukke-
rijen en -ververijen. Daaruit kwam weer
de verfstoffenindustrie voort, die tegen
woordig een wereldreputatie geniet en
daarnaast ontwikkelde zich de pharma-
ceutische industrie, die werkelijk enorme
afmetingen heeft aangenomen en die de
medische onderzoekingen krachtig heeft
bevorderd.
Zo is Bazel dan nu gelegen op de
noordwestelijkste punt van Zwitserland,
tussen Duitsland en Frankrijk een
levendige vooruitstrevende stad met een
fraai centrum, stijlvolle gebouwen, mu
sea en scholen, omgeven door een gordel
van ultramoderne industriewijken, uit
gerust met een ruime, goed geoutilleerde
haven, vanwaar uit de rivier schepen de
Rijn afzakken naar de zee.
HET voedingsvraagstuk is
voor vele hondenlieüheb-
bers een groot probleem, zo
zelfs niet het grootste. Het
Sebit van de hond leert ons,
at onze vriend in hoofdzaak
een vleeseter is in tegenstel
ling tot de mens, die een
allescter genoemd wordt. Met
dit punt wordt door de
meesten van ons weinig of
In het geheel geen rekening
gehouden, zoals de practijk
te zien geeft.
In veel gevallen wordt door
velen het geven van vlees
aan de hond als een luxe en
een extra-tje beschouwd.
Wanneer men de zaak zo
beziet is men echter volko
men fout. want het is geen
extra, maar hoofdzaak.
Wil men onze huisvriend
goed voeden, dan kan men
volstaan met vleesafval. dat
achter niet bedorven mag
zijn. Buitengewoon geschikt
zijn long, pens, koemaag en
zovoort. Vooral in de zomer
zal men er goed aan doen
het vlees vooraf te koken en
het te bewaren in een pa"
met deksel, zodat er geen
vliegen bij kunnen komen.
hoofdzaak worden. In de tijd
dat de hond drachtig is of
zoogt, is het trouwens beter
in het geheel geen vis te
EEN tweede belangrijk voe
dingsmiddel zijn groen
ten. Hierin vindt de hond en
vooral de jonge hond veel
stoffen die van onmiddellijk
belang zijn voor de liehaams-
conditie. Verschillende groen
ten, zoals sla en andijvie
kunnen rauw gevoerd wor
den. Men dient er echter
alttjd goed op te letten, dat
de groenten zo klein moge
lijk gesneden worden en
goed door het overige eten
worden gemengd.
Vergeten wij vooral het
fruit niet als een belangrijk
onderdeel van de voeding
van onze hond. Practisch
alle soorten fruit kunnen
worden gegeven. Zo gewenst
kan het fruit ook door het
eten worden gemengd, maar
dan weer zo klein mogclyk
gemaakt. Het klein maken
S>e ooeding
<~Derkeerde voeding dikwijló bron van
narigheid en ziekte^
van groenten en fruit is be
doeld om te voorkomen, dat
de hond de lekkere beetjes
uit het eten haalt en de rest
laat liggen. Wanneer alles
goed gemengd is, zal met
het een ook het ander ge
geten worden.
Brood kan de hond ook
Wil
voeden
verdient het aanbeveling
veel mogelijk oud brood te
geven en bij voorkeur bruin
brood. In kleine stukjes ge
brokkeld en met wat melk
overgoten zal het hun best
smaken.
Ik zorg goed voor mijn vrienden. Doet u 't ook?
BIJ het normale eten die
nen wij ook nog de no
dige aandacht te schenken
aan de bijvoeding met kalk
en levertraan en wel in het
bijzonder voor jonge dieren.
Voor de kalk kan men ge
bruiken melk-fosforzurekalk,
die men in iedere honden
winkel en bij iedere drogist
kan krijgen. De bijvoeding
met kalk kan voor niemand
een bezwaar zijn, aangezien
een zakje bijna niets kost
en de dagelijkse hoeveel
heden zeer klein zijn. Kleine
rassen elke dag één thee
lepel, grote rassen elke dag
twee theelepels.
Met levertraan is het ge
lijk gesteld. Hondenlever-
traan is verkrijgbaar in
iedere goede hondenzaak.
Men begint met het geven
van levertraan ongeveer met
de zesde maand. De toe te
dienen hoeveelheden zijn on
geveer als volgt:
Dameshondjes: 1 theelepel
per dag; kleine rassen, zoals
Foxterriers enzovoort: 1 klein
paplepeltje per dag; groteie
honden als herdershonden
enz. een behoorlijke pap
lepel per dag.
In grote lijnen komt het
voedsel van een normale
hond neer op: melk, eieren,
vlees, brood, levertraan,
kalk. groenten en fruit, alle
hoeveelheden natuurlijk in
verhouding tot de grootte
van het ras. Een ei per dag
is voor de meeste hon'en
wel goed.
Een ding van groot be
lang is tevens, dat men het
voedsel zoveel mogelijk af
wisselt. Niet elke dag het
zelfde, want ook voor de
hond geldt evenals voor do
mens: eefizijdige voeding
schaadt.
Wat het drinken betreft
dienen wij er altijd voor te
zorgen, dat buiten het nor
male voedsel er de gehele
dag een bak met schoon
fris water voor de hond
klaar staat, waar hij van
kan drinken wanneer het
hem belieft. Laat het water
niet staan, maar ververs het
dagelijks, het is een kleine
moeite.
ZONDAGSBLAD 18 JULI 1953
Uit de
VOLKSWIJK
land van bergen en bier
BEIEREN is een land van bergen en
bier. Wie de naam Beieren hoort,
denkt aan Jacoba van Beieren, die in
onze geschiedenis eens een belangrijke
rol speelde of aan de geneugten, die het
bij uitstek geschikt touristenland Beie
ren de bezoeker biedt.
In Beieren kunnen bergbeklimmers
even goed tereeht als bedevaartgangers.
De bouwwerken uit de middeleeuwen,
de prachtige kerken en oude stadwallen
zijn een lust voor het oog en voor de
liefhebbers van de schilderijen van
Albrecht Dürer biedt de omgeving van
Wurzburg de indruk van een zorgvuldig
aangelegde verzameling kunstschatten.
Bayreuth, de stad bekend om de
passiespelen, ligt in een omgeving, die
eenvoudig idyllisch is. In het noorden
van Bayreuth strekt zich een berg
achtige omgeving uit, die op vele plaat
sen nog duidelijke sporen van de 30-
jarige oorlog vertoont.
Voor de vacantie-reiziger, die het land
Beieren voor zijn recreatie heeft uitge
zocht, zijn er tal van badplaatsen aan
binnenmeren, die opvallen door lage
pensionprijzen. De auto-snelwegen ver
binden de belangrijkste plaatsen, waar
door de touristen die per auto reizen,
ten volle van de mooie plekjes in de
natuur kunnen genieten.
In de steden van Beieren en het Fran
kenland zijn buiten de vacantiegenoegens
nog vele andere dingen te beleven. In
de musea kunnen de bezoekers de ver
wantschap vaststellen van de middel
eeuwse cultuur, die zich in die dagen
van het Fichtel-gebergte tot de Noordzee
uitstrekte. Wel waren de toestanden in
die dagen wat rauw. maar een voor
deel was ontegenzeglijk, dat er geen
visum voor een reisje naar de bergen
nodig was.
Overigens heeft de Bondsregering
juist onlangs bepaald, dat er ook nu
geen visa meer worden vereist voor een
bezoek aan de Duitse cultuurcentra.
Beieren is vooral een paradijs voor
mensen, die gaarne bier drinken Het
ook bij ons bekende Münchener bier is
daar wat sterker en de bierkroezen uit
dat land zijn over de gehele wereld ge
liefde souvenirs.
Een aanbevolen tour is ongetwijfeld
het traject van Frankfort naar Wurz
burg, vandaar naar Bayreuth en ver
volgens via Neurenberg en Regensburg
naar Passau. Van Passau naar Bad
Reichenhall, waarbij een uitstapje naar
Salzburg zou kunnen worden ge
maakt. Van Bad Reichenhall, via
Münohen naar Augsburg en Ulm.
Op dit traject ontmoet men niet
alleen de liefelijkste Alpendorpjes,
maar ook do plaatsen, die in lang
vervlogen tijden levendige centra van
handel en nijverheid waren. De spo
ren hiervan zijn nog overal terug te
vinden en in het bijzonder getuigen
de imposante kerken en kathedralen van
een sterk cultureel leven in de middel-
Pas op met
Doelmatige kleding kan veel
pijn en verdriet voorkomen
MET de vacanties is de tijd van het
zonnebaden weer aangebroken, de
tijd, waarin we vele onverstandige men
sen zien rondlopen met roodverbrande
en vervellende lichaamsdelen, die slape
loze nachten veroorzaken om van erger
maar niet te spreken en waardoor de
vacantie soms grondig bedorven kan
worden.
De invloed van de zonbestraling open
baart zich door een roodheid van de
huid, welke niet direct, maar pas enige
uren na de bestraling optreedt en dan
zeer pijnlijk kan zijn. Deze roodheid
wordt veroorzaakt door een sterke ver
wijding van de arteries of slagaders en
van de capillairen of haarvaten.
De bruine pigmentering, die daarna
kan optreden, wordt veroorzaakt door
beweeglijke pigmentcellen, die zich tus
sen de epitheelcellen van de opperhuid
schuiven en daar pigment achterlaten.
De bedoeling van dit verschijnsel is de
bescherming van de diepere huidlagen
door het absoi beren van het licht in
het oppervlakkige pigment. Mensen, die
van nature reeds bruin zijn, reageren
daardoor veel minder sterk op een be
straling dan mensen met een blanke
huid, die vaak overgevoelig voor licht-
bestraling zijn. In alle gevallen zal ge
wenning van de onbedekte huid aan de
zonbestraling zeer geleidelijk moeten ge
schieden om ellende te voorkomen. Het
oliën van de huid verdient onder alle
omstandigheden aanbeveling.
Er worden drie graden van huidver
branding onderscheiden: a. het rood wor
den van de huid en later de pigmentatie.
b. de blaarvorming en c. afsterving
van stukken van de huid en vorming
De gunstige invloed van zonbestraling
!s vooral de vorming van het vitamine
D. in het lichaam (anti-rachitis) en de
desinfecterende werking. De stralen, die
deze chemische werking veroorzaken, lig
gen in het violette en ultra-violette ge
bied en gaan niet door gewoon glas. zo
dat zonnebaden achter een glazen
scherm geen enkel voordeel voor het
lichaam biedt.
De betekenis van een doelmatige kle
ding kan alleen worden ingezien als men
de belangrijke functies van de huid be
grijpt De huid heeft n.l. een zeer vel-
zijdige functie en wel: 1. vloeistof af gif te
(verdamping). In rust geeft onze huid
bij matige vochtigheid en temperatuur
van de omgeving ruim een halve liter
vocht in een etmaal af. Bij arbeid wordt
deze afgifte verhoogd tot l><i i 2 liter en
meer. Met dit zweet worden ook zouten
en vluchtige vetzuren uitgescheiden. 2:
regeling van de lichaamstemperatuur
door verandering van de bloedstroom in
de huid. Dit geschiedt doordat de bloed
vaten wijder en nauwer worden, hetgeen
door zenuwwerking, directe huidprikke
ling en door chemische samenstelling
van het bloed tot stand komt. 3. De huid
is ook een orgaan, waar verschillende
chemische stoffen worden geproduceerd
en opgezameld. Deze stoffen hebben
voor de werking van de andere organen
betekenis. De huidfunctie is nog slechts
ten dele bekend, maar van groot belang.
Al deze huidfuncties mogen door de
kleding niet worden gestoord. Zeer on
hygiënisch is sportbeoefening in de kle
ding. die verder de hele dag gedragen
wordt, want sportbeoefening gaat vrij
wel altijd gepaard met meer of minder
sterk transpireren. En met zweet ge
drenkte kleding is een veel betere warm
tegeleider. Er kan dan een te grote
afkoeling ontstaan met gevaarlijke ge
volgen.
Mede door verdamping1 van het in de
kleding opgezogen vocht, wordt aldus
aan het lichaam te veel warmte ont
trokken. Hierbij treedt dan sterke plaat
selijke afkoeling op, waarvan kouvatten
longontsteking, griep, enz. het gevolg
kunnen zijn. Ook nierafwijkingen staan
dikwijls in verband met de afkoeling.
Ter bevordering van de verdamping
is poreuze wollen kleding het beste, het
slechtste is linnen. Wol, ook wanneer zij
vochtig is, laat toch nog het vocht het
beste door. Bovendien geeft wollen tri
cot. het opgenomen vocht slechts lang
zaam weer af.
Van groot belang is het na een sport
prestatie niet óp de tocht te blijven
staan, daar tocht de verdamping sterk
bevordert. Door het grote luchtgehalte
is wol de beste bescherming tegen af
koeling; wollen kleding heeft een vijf
maal slechter warmtegeleidingsvermor
gen dan linnen. In het algemeen kan
gezegd worden, dat men in de sport wel
de doelmatigste kleding gebruikt. Een
eis. die toch vanzelf moet spreken, maar
vaak verwaarloosd wordt, is dat de kle
ding gemakkelijk moet zijn te reinigen.
Nog maar al te vaak wordt de kleding
na de oefening uitgetrokken en in een
koffer of kast vuil en vochtig weggebor
gen om na enige dagen weer te worden
aangetrokken. De kans op ontwikkeling
van bacteriën is daarbij groot en deze
worden bij een volgend gebruik in de
huid opgenomen.
In het algemeen beschikt de mens over
voldoende middelen tot regeling van zijn
lichaamstemperatuur. De belangrijkste
zijn de regeling van zijn bloedstroom
door de huid en het rillen. De eerste
verbetert door gewenning aan tempera-
DE OUDERLING OP DE KEPER
tuurswisselingen en veranderlijke huid
functie, zoals juist bij de lichaamsoe
feningen optreedt. Het rillen is een be
langrijk afweermiddel bij afkoeling, het
treedt echter niet op bij plaatselijke af
koeling, die daardoor een sterk locaal
effect kan geven, zodat de onder de
afgekoelde huid liggende organen daar
bij kunnen worden geschaad. Ook bij
vermoeidheid kan het rillen als afweer
middel ontbreken of verzwakt zijn. Dit
is een der redenen dat men na een
sportprestatie voorzichtig moet zijn, niet
op de tocht moet blijven staan en snel
een warme trui of een trainingspak
dient aan te trekken.
P. C. H.
MEN moet toch wel echt geroepen
zijn tot het ouderlingambt.
Overal maar zeker in de volks
wijk! Want laten we maar eerlijk
zeggen dat de ambten deze bevol
king niet bepaald meer aanspreken.
Als de jeugdleider op bezoek komt,
wel, dat is wat anders. Dan gaat
het om het welzijn van een der
kinderen, mogelijk om een uitstapje
of een kampweek. De sociale werk
ster is ook welkom: haar visite is
gevraagd en misschien weet zij
uitkomst uit een warnet van moei
lijkheden, variërend van een ach
terstallige huurschuld tot een drei
gende echtscheiding. Met de pre
dikant is dat al nietanders gesteld:
het is zijn beroep om bezoeken te
brengen en wellicht is er geen
tweede terrein waar deze bezoeken
zo op prijs worden gesteld als juist
in de volkswijk. Om de dubbele
reden dat er een prestatie geleverd
wordt door een bepaald soort gees
telijk werker temidden van men
sen, die zelf ook steeds naar hun
prestaties beoordeeld worden, als
ook omdat een predikantsbezoek
toch altijd de erkenning van de
menselijke waarde van de bezoch
ten inhoudt. En zelfs de diaken kan
men plaatsen, want in de diepste
diepten der herinnering zweven
nog vaag de beeltenissen rond van
een weliswaar bedélende maar toch
weldoende diaconie. Met de ouder
lingen is dat evenwel anders ge
steld. Zij zijn de meest rechtstreek
se vertegenwoordigers van de kerk.
Van een kerk die men niet lust en
niet waardeert. Zij zijn de uitge
zochte zieltjeswinners annex pot-
tekijkers. En zo iets heeft zijn con
sequenties.
De eerste consequentie is wel dat
de ouderlingen meer op straat en
stoep verwijlen dan in huiskamers.
Men begrijpt soms nauwelijks dat
ze niet de brui aan hun werk geven
en maar volstaan met kerkeraads-
commissies en kerkeraadsvergade-
zich helemaal terugtrek-
avond op
loos maken en doen beschouwen
als een soort zielsomkoperij eerst
cot en cleer en dan de leer! Ze be
grijpen het maar al ie goed: Benja
mins kan kerkelijke hulp best ge
bruiken, maar men moet hem in
ruil daarvoor niet kerkelijk gaan
benaderen. Dat is te veel van het
goede opeens!
De ouderlingen schrijden voort en
vervoegen zich bij Cornelius. Cor
nelius is vriendelijk, maar hy viert
juist zijn verjaardag en kan dus
niet ontvangen. Hij is hartelijk, in
nemend, maar verder onverwrik
baar. Nogmaals knikken de ouder
lingen als voorheen en trekken ver
der. Ofschoon één blik op de ge-
zinskaart hen heeft geleerd dat
Cornelius beslist niet jarig kan zijn,
tenzij hij zijn vierdagen maande
lijks pleegt te gedenken. Hetgeen
onwaarschijnlijk moet worden ge
acht!
Zo gaat weer een avond voorbij.
Het lijkt alles verloren tijd en
moeite. Maar de ouderlingen weten
beter, want opeens worden ze
ergens wel binnengelaten en on
verwachts komen ze toch voor het
wonder van een gesprek te staan.
Nu ervaren ze welke zin al het
nutteloze gesjouw heeft. Waren ze
niet op pad gegaan dan hadden ze
deze ene kans gemist. En deze ene
kans is uitermate belangrijk omdat
het een medemens geldt, die nu
juist behoefte heeft aan de lotge
noot-christen. Aan de medemens,
die in dezelfde straten woont en
die niet om den brode uitgaat tot
zijn broeders en zusters. Predikan
ten, jeugdleiders, sociale werksters
en andere officials kunnen deze
bezochte gestolen worden. Hij ver
langt naar het contact met de ge
lijksoortige mens, die tot de kerk
behoort. Nu kan hij zijn vragen
rond het christen-zijn in de prac
tijk kwijt. Nu wordt er een begin
gemaakt met een reeks van her
haalde bezoeken. Nu snapt de
ouderling dat zijn werk waardevol
is. En dit ene kleine begin houdt de
ze maar één of twee keer werkelijk
binnengelaten en te woord gestaan.
Een werkzaamheid, die by koude
noch warmte, by regen noch sneeuw
aantrekkelijk mag heten. Maar te
gelijk een werkzaamheid, die een
duidelijk beeld verschaft van het
wezen der volkswijkbewoners.
Neem nu maar dat ene kleine
straatje. Ze bellen eerst by Abra
hams aan, maar Abrahams zegt dat
hij rooms is en blijft. De ouderlin
gen knikken wijs en berustend en
noteren „R.K." achter het adres.
Ze weten weliswaar dat Abrahams
helemaal niet tot die kerk behoort.
Geen sprake van: zijn vrouw is
zelfs een belijdend lidmaat gewor
den en de man is van huis uit Ge
reformeerd of Vrij Evangelisch of
Luthers. Het hele huis is van alle
paapse smetten vrij. Maar Abra
hams vindt het maar het gemakke
lijkst om een kerkelijke inmenging
te ontgaan door ijlings op Rome
over te schakelen. Zou er een huis
bezoeker van die kerk komen op
dagen, dan zou hij 2ich meteen
„protestant" noemen. Want hij wil
de kerk niet binnen zijn muren
zien, wanneer die kerk tenminste
kerkelijke bezoeken wenst te bren
gen.
De ouderlingen vervolgen hun
weg en bellen by Benjamins. Ben
jamins zegt dat ze wat tegen de
kerk hebben, omdat ze nooit enige
hulp van die kerk hebben gehad
toen ze omhoog zaten. Weer knik
ken de ouderlingen wijs en berus
tend en gaan verder maar niet
zonder te weten dat deze zelfde
Benjamins nog een maand geleden
zeer deugdelijk is geholpen gewor
den. Die wetenschap verlokt hen