Vermetel plan geslaagd DE EZEL VAN MIJNHEER PIMPELMANS DOOR G. TH. ROTMAN 61. Daar bereikte de sneeuwbal een bocht in de rivier. Hij vloog de kant op en spatte tegen een boom in stuk ken. En, terwijl zijn twee „tochtgeno ten" ln de sneeuw lagen te rollen, om helsde mijnheer Pimpelmans, dankbaar voor zijn bevrijding, innig en hartelijk de boomstam. 62. Toen sukkelde hij langs de rivier naar huis..Die wagen zou Jodocus wel halen.... Ijskoude stralen sneeuwwater vloeiden krinkelend langs zijn rugge- graat..Hoe gelukkig dat hij thuis een lieve, zorgzame vrouw had. die hem lekkertjes in de dekens pakte en hem met z'n voeten in het warme water zet te. „Om de kou er uit te jagen", zei 63. De ezel en de wagen werden door Jodocus gehaald, en daarmee was de zaak afgelopen. Een paar maanden ging alles goed, maar toen begon het lieve leven weer. Toen mijnheer Pimpelmans op zekere morgen bezig was, de ezel voor te spannen, kwam er opeens een auto voorbij. Grauwtje maakte een sprong van schrik.... en ging er van- 64. Een ogenblik keek mijnheer Pim pelmans zijn weghollende vier zoeter ni. Toen liep hij op een drafje naar z'n overbuurman. „Zeg, buurman, geef me je motorfiets even te leen!", zei hij. Buurman stemde toe. en even later vloog mijnbeer Pimpelmans onder he vig knalpotgedaver het dorp uit en de ezel achterna. 65. Maar ach. mijnheer Pimpelmans kon beter met koeien en paarden dan met een motorfiets overweg. Hij had het indertijd zomaar voor de aardigheid op de motor van een kennis geleerd. Hij slingerde van links naar rechts over de weg.Daar 'n eindje voor hem uit, liep Krelis de melkboer, die twee zwa re melkbussen aan zijn juk torste. 66. Toet-toet, deed mijnheer Pimpel mans. maar Krelis dacht blijkbaar: „De weg is breed genoeg" en hij sjokte voort. Pang! daar ratelde de motorfiets voorbij en Krelis kreeg een geduchte „oplawaai" tegen het ene eind van zijn juk, zodat hij wel drie minuten lang in het rond tolde als 'n vliegwiel. Z'n melk was meteen gekarnd! 67. En nog steeds was de ezel in geen velden of wegen te bekennen. Mijnheer Pimpelmans tuurde links en rechts van de weg, maar door dat heen en weer kijken verloor hit zijn stuur uit het oog en op een gegeven ogenblik reed hij dwars door het vrije veld in. 68. In de wei zat, op een rustig plek je, een vrolijk gezelschap. Ze w.rcn uit „picknicken". Er werd een hele stapel pannekoeken gebakken en tussen elke twee pannekoeken werd, onder grote hilariteit, een dikke laag stroop gego ten. En vol ongeduld wachtte elk op 69. Nu, ze kregen hun portie, dat be loof ik je, want mijnheer Pimpelmani reed, met z'n buurmans motor dwars over de pannckoeken heen! De stroop spoot naar alle kanten en elk der gas ten kreeg netjes een halve pannekoek.. boog verder. Een grote strooppannekook was op zijn hoofd blijven plakken, en daar kon hij nu onder 't rijden op z'n 71. De stroop, die op mijnheer Pim pelmans' hoofd kleefde, had al gauw de aandacht van de wespen getrokken en weldra gonsde er een hele zwerm van die lieve diertjes om z'n gezicht, z'n oren en z'n schedel. Vlijmend priemden ze hun angel ln zijn mollig halsje.... Wekelijkse bijlage TIEN JAAR GELEDEN: Overval op het Bevolkingsregister te Amsterdam, 27 Maart 1945 GERRIT-JAN VAN DER VEEN. EEN ONVERSCHROKKEN VADERLANDER IN de morgen van 28 Maart 1943 dus volgende week tien jaar geleden ging als een snel voortwoekerend vuur de tijding door Amsterdam: Vannacht hebben ze een overval ge daan op het Bevolkingsregister en daar de boel grondig vernield. Wie met „ze" bedoeld werden be greep iedereen. Dat waren natuur lijk de ondergrondse strijdkrachten, die steeds meer in actie kwamen. 'tWas een wonder hoe spoedig deze geslaagde „kraak" ook ver buiten Amsterdam bekend werd. En we had den zo'n opkikkertje wel nodig, want de berichten in die tijd waren alles behalve opwekkend. De oorlog duurde al bijna drie jaar. De overweldiger ging al meer zijn toevlucht zoeken in massa-deportaties. Dat was in Nederland een klein kunst je. De gemeente-administratie was in elke stad en elk dorp perfect in orde en bovendien hadden de Duitsers vol op gelegenheid gehad alles en allen te registreren. Er waren kamers vol kartotheken, hele gebouwen vol dos siers, millioenen kaarten waarop iede re landgenoot talloze malen beschre ven en gerangschikt stond. Heel dit geweldige apparaat stond ten dienste van de bezetter: één druk op de knop en bij wijze van spre ken tienduizenden Nederlanders stonden ter beschikking. Dat begreep de Duitser maar ook het ondergronds verzet. En waar de één alles in 't werk stelde de perfecte bevolkings-boekhouding zo goed mogelijk in tact te houden, daar ging de ander plannen beramen om die kartotheken, dossiers en kaarten zo grondig mogelijk te vernietigen. Deze actie en reactie is uitgelopen op een strijd op leven en dood. En tientallen van de beste vaderlanders hebben deze ongelijke strijd met hun leven betaald. ■H- IN Amsterdam waren twee kunste naars, die in deze strijd zeer ac tief waren en er leiding aan gaven. En beiden hebben voor 't Duitse vuur peloton hun leven gelaten. Het waren de schilder-schrijver Willem Arondéus en de beeldhouwer Gerrit-Jan van der Veen. De eerste aanslag door Van der Veen beraamd was op de kartotheek van het Arbeidsbureau aan de Pas- seerdersgracht te Amsterdam. Met z'n drieën wisten zij het gebouw bin nen te komen. De portier werd over rompeld, de documentatie op een hoop gesmeten en de brand er in gestoken. Toen het vuur flink om zich heen greep, verliet Van der Veen met zijn twee helpers het gebouw deze eer ste aanslag was prachtig gelukt. Be neden lag de portier. De man ver keerde in doodsangst, want hij rook de brandlucht. Hij zag kans de prop uit zijn mond te verwijderen en be gon uit alle macht te schreeuwen. Dit werd gehoord door een Duitse schild wacht, die direct de brandweer waar schuwde. De brand kon in zijn begin stadium worden geblust. Deze aanslag beschouwde Van der Veen als een proef. En deze proef had bewezen, dat een zorgvuldig voorbe reid en uitgewerkt plan kan6 van sla gen had. Hij zou 't andermaal beproeven, maar zijn plannen waren nu grootser van opzet. Hij richtte zijn aandacht op het Bevolkingsregister in de Plan tage Kerklaan naast Artis. Bijna een tiende deel van de Nederlanders was hier geregistreerd. Op een avond begaf hij zich met zijn mannen op stap maar toen zij bij het grote gebouw kwamen wa ren alle ramen hel verlicht: een troep werksters was bezig de lokalen schoon te maken...Natuurlijk kon deze aan slag niet doorgaan. Een poosje later werd een nieuwe poging gedaan, die echter eveneens moest worden afgelast. Een klare stralende maan zette heel de straat in goudblond licht. Er viel niet aan te denken iets te beginnen. T"\IT waren de twee „generale repe- tities", die de aanslag van 27 Maart vooraf eingen. Maar toen slaag de de „kraak dan ook volkomen. 't Was een donkere avond, bjj uit stek geschikt om 't brutale plan uit te voeren. Arondéus was gekleed in de uni form van kapitein van politie, Van der Veen als luitenant. Ook de zeven andere mannen waren in uniform ge stoken. Twee „echte" politiemannen ston den voor 't gebouw op wacht. Hun werd gelast mee naar binnen te gaan om te controleren of zich geen ver dachte personen in het gebouw bevon den. Dit voorspel lukte. De agenten stapten mee naar binnen. Daar wer den nog twee bewakers aangetroffen. Agenten en bewakers zagen plotse ling negen revolvers op zich gericht. Weldra lagen zij aan handen en voe ten gebonden op de grond, hun mon den met brede stroken leukoplast dichtgeplakt. Vervolgens kregen ze een luminal-injectie en waren weldra bui ten westen. Op bevel van Van der Veen werd het viertal naar de tuin gesleept, want men wilde geen nodeloze slachtoffers maken. Twee der overvallers trokken de buitgemaakte jassen aan, zetten de veldmutsen op en betrokken de post voor de deur. Een tijdje later vingen zij daar de aflossing van de wacht op, die het lot der collega's onderging. Nog weer later moesten een inspec teur en een bewaker, die op het to neel verschenen, zich een soortgelijke behandeling laten welgevallen. Intussen was het „werk" in de lo kalen in volle gang. De inhoud van de grote stalen bakken uit de karto- theekkastcn werd op de grond ge stort. Vijf ontploffingshaarden werden aangelegd, automatische ontstekingen aangebracht, de hopen kaarten met benzol overgoten. Alles werd volgens de plannen uit gevoerd en snel verlieten Van der Veen en zijn mannen het gebouw Het duurde niet lang of zij hoorden de De Euterpestraat te Amsterdam was tijdens de oorlog berucht. Want daar was 't bureau van de „Grüne Polizei". Toen eindelijk de vrede ge komen u>as werd deze straat omge doopt in Gerrit van der Veenstraat. zware explosies: de boel ging in de brand. De brandweer rukte uit met groot materiaal. De spuitgasten begrepen echter spoedig, dat zij hier een bij zondere taak hadden te vervullen en deden er nog een schepje op, d.w.z. zij gaven zoveel water, dat de scha de door het water aangericht bijna even groot was als door het vuur. De Duitsers waren natuurlijk woe dend. Rauter loofde een beloning van tienduizend gulden uit voor de ontdekking van de daders. Door heb zucht bevangen blijken velen aan de Gestapo waardevolle inlichtingen te hebben verstrekt. Een koerier werd aangehouden die bij zijn verhoor on middellijk doorsloeg. Vrijwel alle deelnemers aan de aan slag werden gearresteerd. Op 2 Juli 1943 werden Arondéus en de zijnen (waaronder de romancier Johan Brou wer) gefusilleerd. EN hoe liep het af met Gerrit-Jan van der Veen? Hij was de dans ontsprongen. Maar 't leven had voor hem zijn waarde verloren. Zovele trouwe vrienden wa ren gevallen waarom moest hij blijven leven? Hij nam deel aan een overval op de Landsdrukkerij in Den Haag, waar vele duizenden-persoonsbewijzen - een waardevol bezit in die dagen! wer den buitgemaakt. Toen beraamde hij een overval op de gevangenis aan de Weteringschans te Amsterdam, die op een jammer lijke mislukking uitliep. Op de vlucht werd hij door een kogel getroffen, maar wist toch nog een onderduik adres te bereiken. Hij werd liefdevol verpleegd. Maar de kort geleden zo robuste man was een wrak geworden. Zijn benen waren verlamd en toen de Duitsers zijn huis binnen vielen ontbrak hem de kracht om het dak te bereiken. Natuurlijk werd hij ter dood veroor deeld. In Juni 1944, op een prachtige zomerdag, werd het vonnis voltrok ken. Hij stierf tegelijk met vier van zijn makkers. En toen hun laatste ogenblik gekomen was verzochten de mannen geen blinddoek behoeven te dragen. Als helden van 't verzet zij» ze gestorven. Wie Gerrit-Jan van der Veen was blijkt uit 't door hein vervaardigde gedicht „Wat doe jij?" Een van de strophen luidt: Op de bres voor de vrijheid, jii man van 't verzet. Die verbeten 't gespuis blijft bela gen. JU die vecht, jij die valt voor de vrijheid en 't recht. Jij die stand houdt waar velen ver sagen Dat Van der Veen en zijn mannen hun werk grondig verrichtten, blijkt wel uit deze foto van de brandstichting in het Gemeentelijk Arbeidsbureau te Amsterdam. Gerrit-Jan van der Veen. WÊmm

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1953 | | pagina 11