ZATERDAGMIDDAG
4 onze j€uqó-p&qin& f
mebitAtie
In liet Heiligdom
ASAF, de dichter van Psalm 77, cat
met heel u>at ztvare en moeilijke
vragen. Lees ze maar na in de verzen
8, 9 en 10. En in vers 14 vinden we net
antwoord: O God, Uw weg is in net
heiligdom!
Dit is óók het antwoord op de soms
niet minder bange vragen van ons,
gisteren, vandaag en morgen In het
heiligdom! De weg Gods is onnaspeur
lijk! Gij, o kleine mens, zijl niet be
voegd het voorhangsel weg te schui
ven. Zoudt gij willen binnendringen m
de stille geheimen van de Allerhoogste?
Ja, we weten wel, dat wij, hoogmoe
dige mensen, hoogmoedige Christenen,
het bij tijden wel zouden willen. We
zouden wei willen, dat we nu eens
precies Gods doen en laten konden na
gaan en keuren. Om dan telkens tot
de conclusie te mogen komen: ja, ja,
zó is het goed!
Eerst op ae jongste dag treedt God
uit Zijn heiligdom ten gerichte. Dan
wordt Zijn rechtvaardigheid en barm
hartigheid voor aller oog openbaar. In
het besluit van de wereldloop.
Maar, zolang dal besluit nog toeft,
geelt God aan niemand gelegenheid om
Hem na te rekenen. H y ts en blijt m
wat Hij doet en laat de Onnaspeurlijke.
O God. uw weg is in het heiligdom!
En staande vóór dat heiligdom heb
ben wij onze vragen. Soms teel bange
vragen. In tijden, als wij nu beieven,
stormen die vrigen van alle kanten op
ons aan. Als we het zo moeilijk heb
ben En we hebben veel en oprecht en
met de spanning onzer ziel gebeden.
Waarom dit? En waarom dat er neg
bij? Heeft God iets vergeten? Heeft
God ons vergelen? Heeft Hij vergeten
ons genadig te zijn?
Dacht ik aan God aldus Asaf
zo maakte ik misbaar. Peinsde ik, zo
teerd mijn ziel overstelpt.
Aan God denken dal doen we,
of we het zeggen oj niet. Het spreekt
vanzelf, dal we dat doen, zo tenminste
de naam van God iels wezenl\iks voor
ons is! Dan welen we met Gods weg
geen weg meer Precies als Asaf.
Maar het hindert niet, dat wij met
Gods weg geen weg weten. We willen
toch niet een God, die wij. armzalige
mensjes, zouden moeten narekenen?
Wanneer we iemand zullen narekenen,
dan moeten we eerst boven hem staan.
En G*>d staat in alle eeuwigheid ver
boven ons: wie is een groot God, gelijk
God? En gelijk de hemel hoger is dan
de aarde at zo zijn Zijn wegen hoger
dan onze wegen en Zijn gedachten dan
onze gedachten.
Hier is het antwoord, dat aheen ant
woord is en altijd antwoord zal blij
ven: O God, Uw weg is in het heilig
dom!
we waren daar met de nieuwe precies
op terechtgekomen.
„Hü moet cr naast komen," zei ik te
gen Daan, die in hoorvolle afwachting
naar boven staarde.
Dat ging inderdaad iets beter en spoe
dig kon ik het ding loslaten en met bei
de handen de hamer hanteren.
Ik vorderde langzaam, doch gestadig
en reeds scheen de voltooiing van het
werk nabij te zijn. toen Daan eensklaps
riep: ..Hij gaat scheef, joh!"
Ik liet de hamer rusten cn inspecteerde
met één oog dichtgeknepen het voorwerp
onzer inspanning.
Inderdaad, hij zat scheef en niet zo'n
klein beetje ook!
Maar dat was te verhelpen en met
enkele forse slagen beukte ik de duim
in de goede richting.
Toen kraakte er wat en plotseling
vloog dat ellendige ding. vergezeld van
een flink brok cement, door de gang.
Een stofwolk en een regen van korrel
tjes volgde.
Perplex staarden we beiden naar het
resultaat van mijn zwoegen. We keken
elkaar veelbetekenend aan toen de ka
merdeur open ging en Daans vrouw
met een misprijzende blik op haar ge
laat de ravage overzag. De aanblik
daarvan gaf haar blijkbaar geen hoge
dunk van onze vaardigheid, want be
drieglijk kalm vroeg ze:
..Zou je er maar niet mee ophouden.
Doch Daan schudde halsstarrig het
hoofd. Hij behoorde tot de doorzetters
cn zodra ik de begane grond bereikt
had. klom hij de trap op met de reser-
veduim in de hand.
Zijn vrouw verdween hoofschuddend
van het toneel toen bij verbeten begon
te hameren.
Na lang zwoegen bereikten wij ten
slotte ons doel. al voldeed bet resultaat
niet aan de eisen die een vakman daar
aan ongetwijfeld zou stellen.
De kapstok hing.
Daar de duim tengevolge van het ont
stane gat ettelijke centimeters hoger
moest komen was de stand eerst verre
van horizontaal, doch dat regelden wij
door hem op die plek aan een touwtje
op tc hangen.
Het gal in het pleisterwerk werd voor
een deel door de kapstok zelf geca
moufleerd cn de sporen van onze actie
hebben wc schuldbewust met de stofzui
ger verwijderd.
Nadien ben ik echter nog afkeriger
van dergelijke karweitjes geworden.
Bij Kculcmans was ik gauw klaar.
Die had zijn gereedschappen natuurlijk
voor het grijpen cn hij hielp me gaarne,
al was het dan ook ten bate van een
ander. Met de belofte dat ik direct
weer terug zou komen en dan tegelijk
de beloofde visjes in ontvangst zou ne
men. ijlde ik naar de woning van m'n
collega.
Deze stond reeds met opgestroopte
mouwen in dc gang te wachten.De kap
stok bengelde in een ongewone houding
aan de muur en ter hoogte van de plek
waar de gebroken duim had gezeten
stond een wankel trapleertje opgesteld.
Met de hamer in de ene hand en de
duim in de andere, beklom Daan de
trap. die kreunde onder deze. blijkbaar
niet alledaagse last.
,,'t Is nogal eenvoudig," oordeelde ik,
„je kunt zo zien waar hij komen moet."
M'n vriend knikte maar zei niets, ver
vuld als hij was met deze onverwachte
en ongewone bezigheid.
Hij zette de punt m het oude gaatje,
keck even achterom teneinde er zien
van te vergewissen hoeveel armslag
hem restte en toen sloeg hij venijnig
toe.
De eerste klap is een daalder waard,
zegt men. doch in dit geval ging het
gezegde niet geheel op. want met een
scherpe tik keiste de duim zijwaarts
tegen de deur terwijl de hamer met
een dreunende slae het pleisterwerk ter
plaatse vernielde.
Ik bukte cn raapte gedienstig het
weerspannig ding op
„Je moet hem goed vast houden,"
adviseerde ik. „De muur is natuurlijk
hard."
Daan sloeg weer. maar het scheen
niet mee te vallen Hol klonken de ha
merslagen door de gang. doch de duim,
danste onwillie op en neer tussen zijn
witgeknepen vingers.
Rondspringende kalk dwong mij de
ogen naar beneden te richten tot een
plotselinge kreet mij verschrikt deed
opkijken.
De Hervormde Kerk
van Brugge
De kleine Hervormde Kerk van Brug
ge heeft een zeer bewogen geschiedenis
achter zich. Die geschiedenis gaa'.
terug tot de dagen van Guy de Brés.
Op 2 November 1561 werd over de
buitenmuur van het kasteel te Doornik
een pakje geworpen, bevattende een
brief aan de bevelhebber van het kas
teel en een boekje met de titel ..Confcs-
sio Belgica", de oorspronkelijke naam
van onze Nederlandse geloofsbeliidcnis.
In 1553 waren te Brugge reeds de eer
ste drie martelaren terecht gesteld en
nog vele bloedgetuigen zijn later ge
volgd. Ook hier was het bloed der mar
telaren het zaad der kerk, want lang
zaam maar zeker werd Brugge een pro
testante stad. Bij het bezoek van de
Prins van Oranje in 1582 waren er zes
grote Hervormde kerken. Maar toen de
stad aan Parma werd overgeleverd
sloeg velen de schrik om 't hart; in de
zomermaanden van 1586 werd een ware
protestantenjacht gehouden, zodat in de
herfst van dat jaar de Hervormde ge
meente te Brugge practisch had opge
houden te bestaan.
Ook in de volgende eeuwen had men
met veel tegenslag te kampen cn na de
scheiding van Nederland en België
moesten vele Hervormden opnieuw de
wijk nemen omdat zij verdacht werden
van collaboratie met de Hollanders. De
overblijvende gemeenten sloten zich in
1839 aaneen tot de Bond van Protes
tants-Evangelische Kerken van België
In 1886 werd te Brugge het woonhuis
aan de Witte Leertouwerstrant 47 aan
gekocht. dat in 1939 grondig is geres
taureerd en in deze noodkapel" worden
thans de erediensten nog steeds gehou
den.
Thans heeft Brugge weer een Her
vormde Kerk, aan het hoofd waarvan
een predikant, twee „oudsten" en twee
diakenen staan. Het aantal gezinnen tot
deze kerk behorende, bedraagt 104. Ver
der zijn er ruim 250 personen, die op een
of andere wijze zich verbonden voelen
met het protestantisme en derhalve
beroep kunnen doen op de geestelijke
verzorging vanwege deze kerk,
Schippcrsgezinncn nemen deel aan
de eredienst en meer dan 1000 perso
nen. voornamelijk uit Nederland, heb
ben in de laatste zomer een bezoek ge
bracht aan de kapel. Als symbool van
reformatorisch geloven hangt boven dc
kansel het Hugcnotenkruis, door de pro
testanten in dc Zuidelijke Nederlanden
overgenomen van hun Franse gcloofs-
Deze bijzonderheden zijn ontleend
aan het mooie boekje „De Hervormde
Kerk van Brugge" door ds. IJ. van
der Schoor, predikant van deze gemeen
te. In zekere zin kan dit geschrift «Uit
gave Boekencentrum N.V., Den Haag)
als een jubileumgeschenk worden be
schouwd. want de kerk welker lotgeval
len hier op zo boeiende wijze worden be
schreven, bestaat thans 400 jaar.
Is 't geen schilderijtje, deze foto?
je even een hamer voor me te leen
hebt".
„Een hamer." herhaalde ik, pein
zend. Ik moest zeker zon ding bezitten,
doch daar ik helemaal geen knutselaar
ben is de verblijfplaats van mijn. overi
gens bescheiden gereedschap gewoon
lijk een probleem op zichzelf.
Doch wat doe je. als man. in zo'n
geval? Je doet natuurlijk een beroep op
het geheugen van je ega
Mij herinnerend dat zij kort geleden
zelf een nieuwe bezem aan de steel had
gezet, na enige vergeefse aansporingen
aan mijn adres, schreed ik naar de keu
ken.
„Vrouw, weet jij waar de hamer is?"
„In 't schuurtje." antwoordde zij zon
der aarzeling. „Maar de steel is kapot'.
„Mooi!' zei ik geërgerd. En me tot
Daan wendend: „Dat heb je nou als
vrouwen aan je gereedschap komen!'
Dit was erg onvoorzichtig van me.
Want direct repliceerde zij:
„Jou zal dat niet overkomen! Je gaat
liever een straatje om als je een h3mer
ziet liggen!"
„Weet je wat?" bezwoer ik de ge
vaarlijk wordende situatie, „ik moet
even een paar visjes bij Keulemans
gaan brengen. Die is timmerman op de
werf. daar krijg ik wel een hamer van.
Dan breng ik hem tegelijk bij je aan."
We gingen samen de deur uit en bui
ten vertelde Daan mij voor welke onge
wone karwei hij zo plotseling was ko-
Die morgen had een van de beide
duimen, waaraan de kapstok reeds ja
ren ongestoord had gehangen, het be
geven. Het euvel zou reeds verholpen
zijn, indien hij in het bezit van een ha
mer was geweest. Dc benodigde duim
had hij zich reeds verschaft.
Dc duim viel op de grond en boven
op het trapje stond mijn vriend roeke
loos te trappelen, terwijl hij kreunend
een blijkbaar getroff-n vinger in z'n an
dere hand verborg.
„Sla je op je vingers?" informeerde
ik ten overvloede.
Daan kwam foeterend van zijn hoge
standplaats af en bekeek de nagel van
zijn wijsvinger welke diverse kleuren
begon te krijgen.
Ik begon naarstig te zoeken naar de
voortvluchtige duim
„Hij is krom," constateerde ik. zodra
ik hem gevonden had.
Dat was de eerste stagnatie, want hij
had er slechts één meegebracht en
dientengevolge was hij genoodzaakt nog
maals naar de winkel te gaan.
Tussentijds hield ik me onledig met
het geven van een gespecificeerde ver
klaring aan zijn vrouw die de situatie
in eigen persoon kwam opnemen.
„Wat een rommel!' was haar eerste
reactie, zodra ze de gang in stapte.
„Ja. maar dat komt doordat de muur
ft) bijzonder hard is." betoogde ik „Daan
heeft er al een duim op-krom geslagen.
Dat van zijn vinger bespaarde ik haar
voorzichtigheidshalve.
Even later kwam Daan weer opdagen.
,.'k Heb er nu maar twee meege
bracht." zei hij. ,.Je kunt nooit weten
voor welke verrassingen we nog komen
tc staan."
..Wil ik het eens proberen?" steld?
ik voor.
„Wel ja. ga je gang!"
Geleerd door de pijnlijke ervaring
van m'n vriend, dead ik het voorzichtig
aan, doch ik slaagde evenmin.
Toen zag ik wat de oorzaak van onze
tegenslag was. De afgebroken punt van
de oude duim zat nog in de muur en
Yi 3£arweitje op
KORT VERHAAL VAN A. J. DEN OUDEN
IN een beste stemming en derhalve
n vrolijk wijsje fluitend, fietste ik op
een Zaterd: gmiddag huiswaarts.
Die week zaï er weer op en over de
geleverde prestaties kon m'n baas te
vreden zijn. Of hij dat ook werkelijk
was, zou wel nimmer aan de openbaar
heid worden prijsgegeven. Wat dat be
treft was hij zo gesloten als eer. bus.
Niet dat hij kwaad was. Neen. dat
zou ik niet graag durven beweren,
maar een beetje waardering voor ons
gesjouw van deze week had hij wel
eens kunnen laten blijken.
De boekhouder en de jongste bedien
de bleken 's Maandags beiden ziek te
zijn. M'n collega, Daan de Groot, had
de taak van eerstgenoemde op zijn ma
gere schouders gekregen en ik die van
onze jongste.
't Had me, eerlijk gezegd, eerst wel
wat gegriefd.
Aanvankelijk waren mijn ogen bege
rig in de richting van dc onbezette
stoel gegaan, zodra het bericht van ces
boekhouders ziekte tot ons was doorge
drongen. Maar het was anders uitge
pakt
Daan had zich, op hoog bevel, daar
geïnstalleerd en tegen mij had dc baas.
ongenaakbaar als altijd, gezegd:
„Frits is ook ziek; wilt u de post
gaan halen?"
Moet je een jarenlange, ongerepte
loopbaan hebben en thuis een heel rij
tje keurig ingelijste diploma's en dan
de „loop"-baan van een jongste bedien
de opgedragen krijgen. Twee keer per
dag naar het postkantoor benevens di
verse enerverende karweitjes als- siga
retten halen voor de baas. fabrieksba
zen ophalen voor een onderhoud ten
kantore, enzovoorts.
Overigens vermocht deze precaire si
tuatie geen invloed uit te oefenen op
de collegiale verstandhouding tussen
Daan en mij. Wij hadden vele jaren
naast elkaar gezeten op dc schoolban
ken en daarna op hetzelfde kantoor.
Sinds we in dezelfde straat een woning
gevonden hadden, fietsten we ook iedere
avond na de volbrachte dagtaak samen
huiswaarts.
Alleen deze week had daarop een uit
zondering gemaakt. Doordat "laan tijde
lijk een sport hoger op de ladder was
gekomen, ging hij ook wat later huis
waarts dan ik. Dat was de enige voor
sprong die ik had overgehouden.
Doch Maandag zou de boekhouder
weer aanwezig en het oude evenwicht
hersteld zijn.
Nu lag er een heerlijke, vrije Zater
dagmiddag voor mij Een middag, die
ik geheel kon wijden aan mijn gelie'-
koosde bezigheid in vrije uren: de ver
zorging van mijn aquarium
Zodra ik thuis kwam en mijn vrouw
had begroet, spoedde ik mij naar dit
pronkstuk in onze huiskamer en over
tuigde me van de welstand der vissen
en planten.
Ik zou er heel wat werk aan hebben
deze middag. De ruiten moesten schoon
gemaakt cn de planten geordend wor
den. terwijl ik ook nog enkele vissen bij
een kennis moest gaan brengen, in ruil
voor een paar zeldzame exemplaren,
die hij me al lang tevoren had beloofd
Maar zo ver zou het niet komen voor
lopig. want nauwelijks was ik met de
voorbereidende werkzaamheden begon
nen toen er gebeld werd.
Het was in'D collega. Daan.
„Kom er in kerel." zei ik. ..of moet
ik soms postzegels voor je halen?"
Hij grinnikte en gaf me een vriende
lijk bedoelde, doch pijnlijk gevoelde op
stopper.
„Nee. ik kom alleen maar vragen of
WAAR BLEVEN DE BOLLEN VAN
^^oliebcikker 7
(Vervolg)
Wat was er gebeurd? Een paar
heerlijke, ronde bollen uit Hansjes
mand, waren van de schuine brug
door het raam gerold, juist toen de
zanger met wijd geopende mond het
beroemde gedeelte uit de aria stond
te zingen. Met een keurig sprongetje
was een bol op het klavier van de
piano terecht gekomen, terwijl een
andere net in de geopende mond van
de zanger wipte.
Ik wilde ^-el om alles, dat jullie
dat hadden gezien De beroemde zan
ger zag rood van kwaadheid en niet
minder van het hoesten. Hij greep
naar z'n mond en haalde er tot zijn
grote verbazing een nog warme bol
uit.
Zijn eerste gedachte was, dat jen
kwajongen hem die grap had gele
verd. Met een krachtige beweging
wierp hij de bol uit het raam, he
laas, zonder op te letten waarheen.
Een gerinkel van glasscherven trof
zijn oren en toen hij z'n hoofd bui
ten het raam stak zag hij tot zijn
ontsteltenis, dat de bol pardoes door
een der ruiten van een juist passe
rende auto was gevlogen.
De dorpsdokter, want die zat ach
ter het stuur, stopte onmiddellijk en
ging op zoek naar de dader, zonder
die echter te kunnen ontdekken, want
de zanger had, toen hij zijn misdaad
had gemerkt, snel zijn hoofd terug
getrokken. Wel vond de dokter in
zijn auto een bol liggen, die kennelijk
van bakker Bloem was Zou Hansje
Bollebakker de schuldige zijn? Maar
die was in geen velden of wegen te
zien
Van schrik heeft de beroemde zan
ger in geen dagen kunnen studeren,
tot groot genoegen evenwel van ie
buren, die erg van stilte hielden.
Een paar ardere bollen waren van
de brug in het water gerold, jammer
genoeg net boven op een hengel. Die
hengel behoorde aan Piet Snoek, de
bekwaamste en geduldigste henge
laar van het dorp. Uren lang kon die
aan de waterkant zitten, zonder zich
te bewegen. Je zou denken dat bij
ingeslapen was.
Er waren dan ook wel eens jon
gens die dat dachten en dan stilletjes
naar z'n vistrommel slopen om te
zien of ze een visje konden bemach
tigen. Maar o wee, dat bekwam ze
slecht, want dan kregen ze onver
wacht van Piet Snoek een Uk met
het vangnet, dat ze van schrik het
hazenpad kozen.
Op die heerlijke morgen, waarop
onze geschiedenis zich afspeelde, zat
Piet Snoek weer in z'n slaperige hou
ding over het water te turen, toen
plotseling de bollen met een slag op
z'n hengel terecht kwamen.
Ach, wat schrok ons hengelaartje.
De hengel vloog hem uit de hand
en kwam met een zwaai in het wa
ter terecht, onderwijl nog even de
hoed van Piet menemend. Van schrik
viel de man van zijn stoeltje, boven
op de vistrommel, die door het ge
wicht zo plat als een scholletje werd.
Jongens, wat een ravage. Toen hij
weer opgekrabbeld was zag hij z'n
hengel en hoed. benevens een aantal
bollen al een eind van de kant in
het watei drijven.
Gelukkig, dat er juist een zand-
schipper voorbij kwam, die met een
bootshaak de voorwerpen uit de vaart
viste en ze aan hun rechtmatige eige
naar teruggaf.
Die dag, dat begrijpen jullie, heeft
Piet Snoek de vissen verder met rust
gelaten en is met zijn druipnatte
hoed en platgedrukte vistrommel naar
huis gegaan. Over de bollen, die in het
water dreven, heeft hij nog lang na
gedacht.
Hoe die op z'n hengel terecht ge
komen waren, dat heeft hij nooit
goed kunnen begrijpen, maar in stilte
heeft hij er altijd Hansje Bollebak
ker van verdacht dat die ze er op
gegooid had. En eigenlijk ook niet
ten onrechte. Want had Hans beter
WAT DOCH-IE NOU?
Nieuwe bewoner van afgelegen dorpje
trceds gekweld door de verveling): „En
Tinus, gebeurt er hier ook wel 's iets?"
Tinus: „Wat doch-ie nou, mieneer?
Nog nie zo heel lang geleje hebbe we
hier 'n zonsverduistering gehad".
uitgekeken, dan was dit alles niet
gebeurd.
En daarmede is de geschiedenis
van de bollen nog lang niet ten ein
de. Maar alles kan ik jullie er he
laas niet van vertellen,, want dat zou
te lang worden. Wel weet ik, dat er
nog een paar terecht gekomen zijn
in een kuil, waarin dc straatmaker
Jan Klop een ogenblik zijn pijp zat
te roken om straks weer met nieuwe
kracht aan het werk te kunnen gaan.
Toen hij daar zo rustig zat. ter
wijl de geurige tabakswolken uit de
kuil omhoog stegen, vond hij het le
ven nog zo kwaad niet, maar helaas,
enige bollen uit Hansjes mand zou
den hem spoedig van gedachten doen
veranderen. Want, terwijl ze zich
helemaal niet stoorden aan de rode
vlag, die Jan Klop als waarschu
wingsteken bij de kuil had geplaatst,
kwamen -re netjes over de rand naar
beneden gerold, boven op de pet en
pijp van onze rustende straatma
ker. De pet kwam cr zonder kleer
scheuren af, maar de stenen pijp
brak bij de kop af en brandde een
gaatje in de broek van de roker. Met
een ruk vloog die overeind en keek
eens uit de kuil wie hem dat had ge
lapt.
Het nige wat hij zag was een dik
ke agent die pardoes het water in
rolde en een bakkersjongen die haas
tig opkrabbelde. Hij wist dan ook niet
anders te doen dan vlug uit de kuil
te komen en mee te helpen de
agent te redden.
En ik behoef jullie zeker niet te
vertellen, dat. als Hansje voortaan
bij de brug kwam hij beter uitkeek
En dat was maar goed ook, want zó
gemakkelijk als deze koer geloof ik
vast niet dat hg er dan af zou komen.
En jullie?
ARY SCHIPPER.
onze BRievenBus
M'n beste nichten en
Veel nichten en
neven zijn deze week
op stap geweest met
postzegels voor de
watersnood. Ik hoop,
dat jullie allemaal je
uiterste best hebt
gedaan en zult doen
om zoveel mogelijk
zegels te verkopen
om zo je steentje by
te dragen voor het
Rampenfonds. Ik
wens jullie van harte
succes met de ver
koop hoor Nu ga ik
jullie vertellen, wie
deze week de prijzen
hebben gewonnen. De hoofdprijs is
voor Arie van der Pot, terwijl Hermien
Potters, Anneke Pos en Joke van Loon
ieder een troostprijs zullen ontvangen.
De oplossing luidt: Raap, da, pen,
ei, el, sokken, speld, eend, donsje, noot.
bed, ei, elf, frame, ster, stropdas.
Voor ik met dc antwoorden begin, wil
ik eerst even aan I>irk van l-eeuwen
en Beppic Rijkaart vragen of zij de
Zuid-Afrikaanse adressen, die zij over
hebben, mij zo gauw mogelijk willen
sturen Ik heb hier namelijk nog enkele
aanvragen liggen. Vergeten Dirk en Bep-
pie het niet? Ook de/.e weck heb ik
weer veel leuke tekeningen gekregen cn
daar wil ik Bert en Piet van der Lin
den. Maart je ledema. Cobi Smit. Alie
van Geest en Coba Quist voor bedan
ken. De plaatjes zagen er stuk voor
stuk aardig uit. Jullie verwennen mij
maar. zeg. Hoe is het met Willy. Ada
de Jong. is zij al weer beter? Van har
te beterschap! Hier heb ik een mooi
gedicht en dat komt van Plet Waldrk-
ker. Dank je wel. Piet. 't iws weer voor
elkaar. Afke Bcrgsma kan het prijsje
wel terugsturen. Zodra ik het ontvangen
heb. zal ik een ander doen verzenden.
Afke. Je briefje heb ik gekregen. C.'or-
rie Treffers, zoals je ziet. Tja, m'n
kind. het kan wel eens gebeuren, dat
je een keertje wordt overgeslagen. Niet
boos worden, hoor. Is Wilma Viancn
al klaar met het „cadeautje" voor moe
der? Je moet me toch eens schrijven
of moeder het mooi vond. Afgesproken
Nelly Freeke ik hoor van jou nog eens
wat over de visserijtentoonstelling Brrr
wat was dat geheimschrift van Arie
van der Meij cn Jaap van Schravendijk
ingewikkeld Eerliik gezegd heb ik het
niet kunnen ontcijferen, hoor Binnen
kort hoop ik een puzzle waar jij om
vroeg. Marianne van Amcron, te plaats-
sen. Nog even geduld meiske. Wat spijt
me dat voor jou. Aric Grootendorst. Ik
had juist een paar uur voor ik je brief
ontving, een lepeltje voor het Rampen
fonds besteld. En postzegels heb ik ook
al. Anders had ik er beslist een bij jou
gekocht hoor. Ja „Prirkkebcen" wij heb
ben ook evacué's. Er is een klein meic-
je bij van nog geen anderhalf jaar. Dat
ls toch zo'n lief kindje. Ze begint mij
Deze week weer een rebus. Als jullie
met precies weten hoe je die moet op
lossen, wel vraag hel dan maar aan
vader of moeder, want die hebben het
vroeger ook beslist wel eens een keer
tje gedaan.
al een beetje te kennen en daar ben ik
ik eerlijk gezegd een beetje trots op. Het
kindje heet Connie. Vind je dat geen
aardige naam? Jullie lezen dus al m«f
dan dertig jaar onze krant. Janny Kraak.
Dat is een hele poos zeg. Is Mok al
thuis? Nellie van Rossen wilde z.00000
graag ook eens in de brievenbus staan,
schreef ze Wel, daar staat je naam d m
Tevreden? Wat had jij je brief ;.ir-
dig versierd. Lia dc Zwart. Leuk, al die
bloempjes, hoe gaat het overigens met
Jan?Bedankt voor je verhaaltje. Beppie
Buitelaar., krijg ik volgende weck het
vervolg? Grootvader is dus niet beter
geworden. Gonnie Ippel. Wat erg. dat
hun huis ook onder water is gelopen.
Gerrir Hagen vraagt om een tekenwed
strijd. Wacht maar af, hoor Gerrie. er
komt er heus wel weer eens een keertje
eentje in te staan. Dus jij vindt het t er-
haal van Pimpelmars even leuk als dat
van dc familie Van Emmen. Hansje
Keacr" Wei. daar ben ik blij om Help
jij moeder maar flink hoor. ('orric van
Wijngaarden en doe maar gord je best
op je huiswek. Tegen Magda wil ik
zeggen, dat wat zij schreef over die ver
eniging best mogelijk is, ik kom er op
zo veel Je hebt je zin gekregen, Yvon
ne Silvius. er slaat vandaag weer een
('bus op onze jeugdpagina. Hier nog dl
een gedicht en wel van Ris Kals. Ook
jij natuurlijk bedan-kt, Ria Nog. gefelici
teerd met je verjaardag. Ineke Bcishui-
zen. Ik wens je veel goede jaren toe
Dus jullie hebben evacué'tjes op school,
Ankie Bontje. Ik ben wel laat. maar nog
gelukgewenst met moeders verjaardag.
Wat kan jij prachtig tekenen. Gerrie
van der Knde. Jij hebt vast op ichool
een hoog cijfer voor tekenen. Dos jij
bent ook geëvacueerd. Plet Lokker,
maar daarom laat je mij toch niet in
de steek? Er is toch wel ergens een
stukje papier, een potlood en enveloppe
te bemachtigen om mij op de hoogte
te houden. Hoor ik heel gauw wat v >o
jou Piet? Oef. wat een deftig briefje
kreeg ik van Gonny de Bes, helemaal
getikt. Keurig gedaan hoor en leer liet
tikken maar vroeg, dat kan nooit geen
kwaad. Zijn de blauwe Coplandcn al ge
arriveerd. Gerri» Frccke? Als je hier
komt Ineke Koorneef zou ik zo zeggen,
wel kom me eens opzoeken. Je bent
altijd welkom. Het idee van Bie Bakker
vond ik niet onaardig, maar het lijkt
me moeilijk uitvoerbaar Misschien kun
nen de kinderen toch wat doen door, zo
als ik al schreef, veel postzegels te ver
kopen. denk je niet. Ike. Zeg. groetje»
aan Jan. Het meisje, tiat thans Dij jullie
inwoont. Ria van Wcrmeskerken. mag
mij ook gerust schrijven hoor. v
haai
Hoe
Jacobs? Vader en moeder
den over je werk? Je had inderdaad een
hele poos niet geschrc\cn. Ria Bol. maar
daarom even goede vrienden. Je hoofd
letters vond ik keurig, hoor Zijn jullie
al aan de Q en X toe? Dag Kabouter
BeUie Kikkert, vind je het leuk op do
padvinderij? Tenslotte wil ik ook lorrie
dr Kievit bedanken voor het versje, dat
zij mij zond. Aardig Corric'
Kinders, wy besluiten onze brieven
bus weer met dc nieuwelingen. Wij vin
den het allemaal leuk. dat jullie mrt
gaan doen. Ferry Hopman. Toosje Hage-
man. Rietje. Arie en Jan Stam, JanniO
Lolkema. Ria Kok. Bea van Hoogdalem,
Jannie van der Dussen. Pieter de Jong,
Tineke Hclmig. Gerard Kooreman Roo-
hv Tamerius. Marijke de Jong Ik wen»
m' n nichten en neven een prettig week
end toe entot de volgende week.
Het verdronken land tussen Werkendam en Dussen toas deze week
een grote ijsvlakte. De kinderen wisten daar wel raad mee, zoals
op deze foto is te zien.