,i 1 rj KAFFERS worden in de rivier ondergedompeld „Hoeveel terug?", vraagt de diaken bij een grote gift in de kerk s Kleine lettertjes Hele dorpen in Oost-Duitsland raken thans ontvolkt Nederlandse nazi's melden zich om te helpen isi 953 3 ZATERDAG 14 FEBRUARI 1953 In het oerwoud klonk„Ik doop U" op (Bijzondere correspondentie) INDE GROOTMOEDER is met Vries uit Den Haag. Welke vrouw van zeventig jaar zou het, evenals zij in haar hoofd halen met een hobbelende vrachtauto het binnenland van Zuid-Afrika in te trekken, louter uit belangstelling voor het werk, dat zendelingen daar verrichten! „Holland" kwamen ook de tegenslagen. Mijn man werd ziek en overleed na lang lijden. Het vast vertrouwen, dat God alle dingen wel maakt, heeft mij er door ge holpen". Negen kinderen "PEN verloren straal van het winter- -Li zonnetje valt door de ramen en doet haar grijze haren even oplichten. Ze schept haar kleinzoon een bord haver moutpap op en gaat dan verder: „Ik heb negen kinderen, vijf jongens en vier meisjes. Twee zoons wonen in het bui tenland. Eén werkt bij de K.L.M in Lon den en de ander, Henk. emigreerde in 1948 naar Zuid-Afrika. Henk, die carros seriebouwer van zijn vak is, heeft daar thans een meubel- en timmerfabriek in Oemtata. een honderd kilometer landin waarts van de havenstad East-Londen. Het vorige jaar nodigde hy mij uit „Hoe bent U er toch toe gekomen?" hebben wij oma De Jong gevraagd, dii in haar eenvoudige woning aan de Co- pernicuslaan juist aan de maaltijd zat en aardappelen prakte voor één van haar 31 kleinkinderen. „Schik bij. dan kunt U mee eten en onderwijl vertel ik het een en ander", Oma. Dat aanbod klonk zo welge meend. dat weigeren een belediging ge- ndajweest was. Oma scthoof de juskom aan en begon: l,.Tja, U moet weten, dat ik eigenlijk een rasechte Friezin ben en het grootste ge deelte van mijn leven in Workum heb gewoond. Mijn man had daar .een brei- inrichting. Toen de zaak in het oude Friese stadje niet meer floreerde, ver- huisden we naar Den Haag. Maar in 'yg, Men schrijft one: ER is weWWht geen „lectuur", dde zo weinig gelezen wordt als de voor- waarden, die op verzekeringspolissen, I sman afgedrukr. Dikwijls spreekt men wa5, smalend over deze „kleine lettertjes", me' waarbij het een open vraag blijft, of ze -eld, wèl gelezen zouden worden, wanneer ze i t® wat royaler gedrukt zouden zijn Een van feit is. at?t de verzekering aan die kleine lettertjes lange tijd een zekere impopu- aal« larzfeit te danken heeft gehad en, zij het yi mindere mate, ook nu nog te oanken -heeft. Het kan ndat worden ontkend, dat in vroegere tijden nog al eens onereuze bepalingen op de polissen voorkwamen, vooral by kleine ondernemingen. De be paling, dat geschillen, met uitsluiting van de gewone rechter, onderworpen zullen worden aan de beslissing van het bestuur der maatschappij, is daar één voorbeeld' van. Anderzijds is het publiek in zijn criftiek maar al te vaak schromelijk over dreven. Voor een deel 5s dit te wijten aan een dikwijls wonderlijk gebrek aan kennis van zaken, i. P' (~iM te beginnen maakt een groot deel vy der mensheid geen onderscheid roor bussen de verschillende soorten van ver- zei' zekering, doch scheert men alles over D J één kam. Zo kan het gebeuren, dat ver kei,zekerden een belening aanvragen op hun I brandipolis of verzoeken een ziektever se) zekering om te zetten in een studiever- zekering! JB&lfls de pers maakt hier nog Iwel eens fouten: bij een bericht over het faillissement van een brandverzekering- m gelezen: „Spaarders gedupeerd!" 'Dit „over één kam scheren" heeft o.a. tot gevolg, dat alle verzekeringstakken gelijkelijk delen in de critiek, die men op „de kleine lettertjes" heeft. Dit vol komen ten onrechte. Want, zonder iets ten nadele van deze verzekeringssoorten te willen zeggen, zal men toch moeten erkennen, dat de zgn. schadeverze kering, b.v. brand-, ziekte-, automobiel verzekering. uit de aard der zaak eer der aanleiding geeft tot verschil van mening dan b.v. de levensverzekering. WANNEER b.v. een huis afbrandt. kan men geheel te goeder trouw van mening verschillen over de waar de van dat huis. de waarde van de Restanten, over de vraag, of het ver- Yekerd bedrag in overeenstemming was met de waarde, enz. Anders bij levensverzekering: hier wordt het verzekerde bedrag tevoren vastgesteld en op het overeengekomen tijdstip wordt dit bedrag uitgekeerd, zonder dat de maatschappij mag beweren, dat de verzekering te hoog was in ver houding tot het belang. Ook omtrent de verschuldigdheid van de verzekerde som kan nauwelijks ver schil van mening bestaan. De uitkerin gen moeten immers geschieden, ofwel op een van te voren afgesproken datum, ofwel bij overlijden van de verzekerde. Dit laatste is een onmiskenbaar voordeel van de levensverzekering; kan men, b.v. bij ongevallenverzekering nog twisten over de vraag, of in- een bepaald geval het overlijden te wijten is aan een on geval of niet, bij de levensverzekering gaat het simpel om dood of leven. TI/TA AR vanwaar dan de vele kleine 1 lettertjes ook op levensverzekering polissen? Het antwoord is niet zo moei lijk te geven. Wanneer wij eens zo'n polis doorlezen, dan zien wij. dat een groot aantal bepalingen betrekking heeft op bijkomende rechten voor de verzekering nemer, niét voor de verzekeraar, n.l. het reoht om op onderpand van de polis een lening op te nemen, het recht om een lopende polis af te kopen of om haar te doen omzetten in een zgn. premievrije polis tot een lager bedrag. Vele maatschappijen geven ook „ex traatjes" in de vorm van extra uitkerin gen bij overlijden tengevolge van een ongeval, bij levenloze geboorte, ter be strijding van de kosten van een nood zakelijke operatie of iets dergelijks. Al deze punten eisen een min of meer uit voerige regeling. W/"AT overblijft is goeddeels van dien aard, dat het eigenlijk even goed niet in de polis zou kunnen staan, om dat het bepalingen betreft, die een zelf de regeling geven als de wet zelf. Wat daarin gezegd wordt zou ook gelden, als het er niet stond. Intussen valt het toe te juichen, dat de verzekeraars hun cliën ten door de polis in de gelegenheid stel len, van de geldende regelingen kennis te nemen. De „uitsluitingen", de gevallen dus, dat de verzekerde som niet wordt uit gekeerd, nemen een zeer bescheiden plaats in en zijn voor de meeste ver zekerden van geen belang. Zij betreffen in het algemeen „vreemde krijgsdienst", zelfmoord, indien deze zeer kort na het afsluiten van de verzekering plaats vindt en het vliegrisico voor beroepsvliegers. Dit laatste risico kan echter wel tegen premieverhoging worden ingesloten. Uit het bovenstaande moge gebleken zijn. dat de argwaan, ten opzichte van de „kleine lettertjes" niet gerechtvaardigd Aan een regeling, als in de Franse wet op de landsverzekering (1930), dat ver- schillende bepalingen in grote letters ge drukt moeten worden het mankeert ei nog maar aan, dat men de verzekeraars voorschrijft hun cliënten een bril cadeau te doen! bestaat in ons land dan ook Ve* beboefia maand of te komen. Ik ant- De kaffervrouwen in de Transkei, het gebied dat mevrouw De Jong be zocht, zijn zeer gesteld op een pijp tabak. De pijp is vaak versierd met kralen. woordde prompt „Graag" en zo kwam het. dat ik al spoedig op de boot zat". Wie echter gedacht mocht hebben, dat Oma in Oemtata haar schoondochter wat in de huishouding hielp of rustig wat met haar Zuidafrikaanse kleinkinderen speel de, heeft het mis. Zij trok er voortdurend op uit en bezocht afgelegen kafferkralen, waar velen, die reeds veertig of vijftig jaar in Oemtata woonden, nog nooit ge- Eén van haar grootste vrienden op deze tochten werd zendeling A. D. Phip- sen van de Bantoe Baptist Church. „Wat wel de meeste indruk op mij ge maakt heeft", zegt Oma, „was een plech tigheid in het naturellenreservaat Trans kei: het dopen van kaffers in de rivier". Kerkdoor kaders gemaakt gens van huis met zijn „lorrie", een klein soort Vrachtwagen, berekend op de ruwe en ongebaande wegen, waar een gewone personenauto al spoedig onklaar zou raken. Wij hobbelden eerst een uur door diepe kuilen en langs afgronden en be reikten toen een zendingspost. waar een zwarte dominee woonde. De kerk was door de kaffers zelf gemaakt. De vloer en het platform waren van gestampte koemest, de wanden van klei. het dak van riet en er stonden lage houten ban ken. Hier kwamen er zes passagiers, van wie drie die dag gedoopt zouden worden, bij en voort ging het weer. nog eens anderhalf uur. Hoewel we door elkaar gerammeld werden, zongen we allen de hele weg ons hoogste lied. De nederzetting van de kaffers, waar de doop zou geschieden heette Ebutong- weni. Dat betekent „Vast in slaap". Maar die dag deed de plaats haar naam geen eer aan, want het was er een drukte Eén hut had men ingerioht als kerk. Hier werden elf dopelingen één voor één door zendeling Phipsen ondervraagd. Hoewel ik de taal niet verstond, gevoelde ik toch de diepe ernst, die enkele be keerlingen met hun geloof in Christus maakten. Over twee was de zendeling echter niet tevreden. De zwarte ouder lingen, die hen hadden onderwezen, na men edhter de verantwoordelijkheid voor dit tweetal op zich en daar nam ds Phip sen gen-oegen mee. Vervolger^ gingen we met een groep van ruim zestig mensen ongeveer twintig minuten gaans de hel ling af langs een kronkelend paadje naar de rivier. De zendeling liep voorop. Het was een ontroerend gezicht. Vrou wen met baby's op de rug, een man met één been te paard, terwijl allen voortdu rend geestdriftig zongen. De doop in de rivier "DIJ de rivier gekomen gingen zende- ling Phipsen en de mannelijke doop- candidaten zidh ter linkerzijde in een bosje verkleden, terwijl de vrouwen in het struikgewas ter rechterzijde hun doopkileding aantrokken. Even later zagen we ds Phipsen in doopgewaad naar voren komen om de menigte en in het bijzonder de dopelin gen toe te spreken. ..Stelt U zich dit even voor", zegt Oma. Voor ons de rivier. Daarachter hoge rot sen en aan de andere oever heidenen, die uit nieuwsgierigheid van de bergen waren gekomen om de plechtigheid gade te slaan. Terwyl de ziwarte Christenen met een vuur en bezieling geestelijke liederen zongen, waaraan wij Westerlin gen een voorbeeld kunnen nemen, daal den ds Phipsen en een ouderling af in de rivier om een geschikte plaats te vin den. waar de doop kon plaats hebben. Eén voor één leidde daarna de ouder ling de doopcandidaten door het v naar de zendeling. Achtereenvolgens -werden de elf be keerlingen gedoopt en toen dit geschied was. sprak ds Phipsen. staande in de rivier de heidenen op de ene. en de Christengemeente op de andere oever toe. Hurkende vrouwen "PtIE middag werd in de kerkhut nog een dienst gehouden. Er waren niet voldoende banken. Daarom hurkten Oma de Jong. zeventig jaar, 31 klein kinderen, gekiekt bij Oembata in Zuid-Afrika. vanwaar zij onlangs terugkeerde. rijen vrouwen op de grond en ze bleven anderhalf uur in deze houding zitten. Aandachtig luisterde de gemeente naar woord van de blanke Evangeliever kondiger en telkens hoorde men kreten instemming Vervolgens was er een ogenblik pauze en daarop begon de vie ring van het Heilig Avondmaal. Alles verliep heel ordelijk en onder diepe stilte. Zelfs aan het binnenkomen van kip, die door een lid van de vrou wenvereniging onder luid gekakel naar buiten werd gebracht, schonk men niet de minste aandacht. Bij de collecte werd het geld op een schoteltje opgehaald. Eén der aanwezigen legde er een twee-shillingstuk (één gul den) op. tot verbazing van dé diaken, die zo'n grote gift erg vreemd vond. Hij vroeg: ..Hoeveel terug?". Maar de gever sohudde ontkennend het hoofd. De dia ken. nog niet tevreden gesteld, ging toen r ds Phipsen, die lachend zei, dat het goed was. Daar begreep de diaken Oma strijkt enkele grijze haren naar Zó werd ook Truman gedoopt "C1 X-PRESIDENT Truman van de Verenigde Staten behoort tot hetzelfde kerkgenootschap als zen- ling A. D. Phipsen, met wie de zeventigjarige mevrouw De Jong de binnenlanden van Zuid-Afrika Op dezelfde wijze als deze zende ling tot het Christendom bekeerde kaffers doopte, werd ook Truman onder water gedompeld, toen hij lid werd van de Baptisten-kerk, welke in Amerika 17 millioen aanhangers heeft. De doop ges<3hiedt op vol wassen leeftijd en wordt daar ver richt in een bassin, dat meestal onder de preekstoel is aangebracht. Behalve in de wijze van dopen is er weinig verschil tussen de Bap tisten en de meeste Protestantse kerken hier te lande. achteren. Haar gezicht verraadt hoe deze dienst tot in de kleinste bijzonderheden diep in haar geheugen gegrift staat. Dan vertelt ze me: „Niet alleen op gees telijk, maar ook op medisch gebied ver richt de zending in Zuid-Afrika veel heil zaam werk. De zuigelingensterfte is groot onder de zwarte bevolking. Vaak wordt de dood van een baby veroorzaakt door een verkeerde behandeling bij mazelen, dysenterie of kinkhoest. Een kind. dat aan mazelen lijdt, wordt door de moeder op advies van de wonderdokter vaak ge heel met klei ingesmeerd, wat natuurlijk een averechtse uitwerking heeft". „We moeten de zending in Afrika steu nen" zegt Oma. „Was ik maar wat jonger, dan ging ik er vast als zendeling heen". Kerkdienst in de open lucht. Zendeling Phipsen (in doopgewaad): Ziedaarwater, wat verhindert mij, gedoopt te worden". Naai het bevrijdende Westen (Van onze redacteur) BERLIJN, Februari HET IS EEN GEWAAGDE ONDERNEMING, op een ogenblik van zo grote nood in het eigen land de krantenverkopers in Berlijn schreeuwen zich de kelen schor om het nieuws over de overstromingen in West-Europa bekend te maken aandacht te vragen voor het Duitse vluchtelingen probleem! Maar het is nu eenmaal niet anders. Drie duizend mensen komen er elk weekeinde over de zonegrens en zij vinden een onder dak in de toch al overvolle vluchtelingen-kampen van de stad Berlijn. Daar hebben ze een trieste Zondag ge vierd. Wie het had, trok het Zondagse pak of de Zondagse jurk aan en kleedde de kinderen anders dan in de week. Zo was er, wat het uiterlijk van de mensen aangaat, toch nog wat sfeer te bemer ken. In de ochtenduren zijn in de ver schillende kampen de -godsdienstoefenin gen voor de vluchtelingen gehouden, waarbij plaatselijke predikanten uit Ber lijn voorgingen. Er zijn namelijk nog zo goed als geen Duitse pastors uit het Oos ten de grens overgekomen, omdat de Evangelische kerk het parool uitgegeven heeft: „blijft op Uw plaats en verricht daar Uw taak". Dat zei ten minste dezer dagen bisschop Dibelius in een kerk dienst in de Mariënkerk in de Oost sector van Berlijn. Een dienst, waarover ik nog nader hoop té vertellen Het regende. Wat dat betekent in een overvol vluchtelingenkamp, waar 4000 mensen kunnen verblijven, maar 4500 zitten, behoef ik niet te vertellen. De gezinnen zaten bij elkaar op de stro zakken, veelal in de slaapzalen van de vrouwen. In de brede gangen speelden duizend kinderen krijgertje en verstop pertje In één zaal stond de radio vrij luid aan De mensen lazen kranten en tijdschriften, die maanden oud waren er is een ontstellend gebrek aan lectuur en in de avonduren deden de moeders met enkele kinderen een spelletje ganzen bord of halma En voor het overige zaten ze maar zo'n beetje naast elkaar op hun bedden en strozakken: het zeer jonge echtpaar, dat er. met achterlating van alle kinderen, hals over kop van door had moeten gaan. omdat de jongeman lid van een verzetsorganisatie was. die de politie bezig was op te rollen. En de oorlogsgewonde ambtenaar, die doods benauwd was geweest niet meer weg te zullen kunnen uit de plaats waar hij woonde, nadat hy en zijn vrouw in Oost- Pruisen de gruwelen, door de Russen bedreven, hadden meegemaakt. Een slachtoffer van een der eerste oorzaken van deze vluchtelingenstroom: de paniek, die de mensen op de vlucht jaagt. Zij hebben angst, dat er op een morgen een ,Jk doop U in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Waar de duivel regeert De winkelierster uit een plaatsje Mecklenburg zit er, uit wanhoop ge vlucht uit een bloeiend bedrijf, nadat de bank, die alle maatschappelijk verkeer beheerst, vier maanden lang geweigerd had ook maar enig geld van het eigen tegoed van het bedrijf uit te keren. Het bedrijf moest verdwijnen, arbeidersvrouw, wier man al maanden geleden uit West-Duitsland naar een land overzee emigreerde en die met geen mogelijkheid papieren kon krijgen hem te volgen en het nu maar eens uit West- Berlyn probeert. En het mijnwerkers- vrouwtje uit Saksen, wier man, doods benauwd voor de talrijke mijnongeluk ken. geweigerd heeft af te dalen mijn en die er daarom geen gat in zag te blijven waar zy waren. En de fabriekseigenaar, die een groot bedrijf exploiteerde en bezitter was aantal bloeiende établissementen, man, die tot dc ontdekking kwam, dat de communistische burgemeester v stad en de Russische commandant de gemeenschap voor honderdduizenden hadden opgelicht Toen hij het ontdekte geval ter kennis van de autoriteiten bracht, ontkwam hijzelf op het nippertje aan arrestatie en verloor alles wat hy bezat. Een wereld van leed uit een land. waar de duivel regeert, de rechtvaardige slecht genoemd wordt en de goddel rechtvaardig! Het duurt zo lang... Al die mensen zaten hier bijeen en morden niet en hadden niet één klacht, dan die van allen: dat het zo lang duurt (ten minste twaalf weken) ten, wat er met hen gebeuren gaat. Daar over bestaat ergernis, omdat bepaalde lieden sneller weggeholpen worden. Terwille van de goede orde en rust in de kampen heeft men namelijk de hogere beambten, die tot dusver de Russische bezetter bijstonden in zijn knevel-prak tijken, regelrecht SB doorgezonden, vechtpartijen West-Duitsland te voorkomen, dat de vluchtelingenkampen ontstaan. Dat heeft natuurlijk wel kwaad bloed gezet, omdat het nu eenmaal als een voorrecht geldt, naar het Westen doorgezonden te worden. De mannen, die de verordeningen maakten, die thans ge hele dorpen ontvolken cn in de grote steden van Oost-Duitsland catastrophes veroorzaken onder de neringdoenden, zijn thans nog eerder uit de macht der Rus sen, dan hun slachtoffers. Dat is natuur lijk een onrechtvaardigheid, waarbij nog een andere komt. De kleine beambten, de Volkspolitiemensen, die gevlucht zijn en de kleine zakenman, die er van door ging, omdat hij de bui zag hangen, niet onmiddellijk bedreigd werd. lopen kans gestraft te worden, dan wel, nooit in het Westen terecht to komen, omdat zij misschien niet „erkend" worden als vluchteling. Dat laatste geschiedt n.l. al leen, als men direct bedreigd werd. Daarbij komt nog. dat. naar de letter van de wet, dergelijke hoge beambten, als by'v. de Staatskanselarijchef Zucker- mann van dc heer Pieck, minister-presi dent van de Duits-Russische regering, bestraft kunnen worden, omdat zij zelf geen gewelddaden pleegden tegen mede burgers. Hun handlangers en bevel- uitvoerders worden echter wel gegrepen. Verlies van rechten De Vr\je Duitse Juristen hebben thans by de Bondsdag in Bonn een voorste' aanhangig gemaakt, om figuren, die ge vaarlijk zijn voor het welzijn van dt democratische staat en die metterdaad getoond hebben, daartegen te strijden, hun grondwettige rechten, die hun een vrij burgerschap garanderen, te ontne men. Zij mogen dan niet in het open baar spreken; men kan hun opdragen zich in bepaalde tplaatsen op te houden en zich iedere dag bij de politie fe mel den. cn het wordt hun ook onmogelijk gemaakt, dat zeen pas krijgen, door het buitenland ook nog met der gelijke figuren opgescheept zou kunnen worden. Het i< te hopen, dat men in Bonn een orm vindt om deze zelfbescherming in de Duitse staat mogelijk te maken. Hoop op het Westen Er wordt hier momenteel veel meer in Bonn verwacht. De situatie is thans namelijk zo, dat men een jaar lang acht vluchten per dag moet doen uitvoeren het mensen-overschot, afkomstig uit het Oosten, naar het Westen af te voeren. Dat betekent dus, dat een nieuwe lucht brug in actie zou moeten komen om deze volksverhuizing te verwerken. Het grootste probleem zullen de niet erkende vluchtelingen gaan vormen. Tot bezocht enkele kampen. Daarna heeft hij gezegd, dat een deel der gevluchte boeren maar een poos naar Canada moet, om daar hun vakbekwaamheid te onder- Gehecht aan boerderij maar Ik sprak dezer dagen de moeder van 'n Duitse boer uit Saksen, die er nog niet toe komen kon met haar de vlucht naar het Westen te nemen, omdat hij te zeer gehecht is aan een grote boerderij, die sedert acht generaties in het bezit van de familie is. De jonge boer ziet namelijk geen kans om alleen het geweldige be drijf te voeren en hij krijgt geen geld van de bank om arbeiders te betalen, zijn machines te onderhouden of zich nieuwe paarden aan te schaffen. Wel eist men de volle opbrengst van zijn boerderij en dreigt met onteigening als het vereiste kwantum aardappelen niet wordt afge leverd. Die aardappelen zijn er niet, want dit jaar moest er reeds land braak blijven liggen, wegens een tekort aan arbeids krachten. Het een is het gevolg van het andere, maar het misdadige Sowj et- systeem noemt zoiets „economische sabotage". Het gevolg van deze politiek zal echter zyn. dat dit jaar nog veel meer gronden braak zullen blijven liggen en dat be tekent voor de volgende winter hongers nood in Oost-Duitsland Het staat echter te bezien, of de Oostduitse autoriteiten dit zo tijdig inzien, dat zij. door enige vertraging in de collectivisering der land bouwbedrijven toe te passen, de boeren op hun boerderyen houden. Nu reeds zijn hele dorpen ontvolkt. Men kan in de omgeving van de aanmeldingsbureaux bewoners van hele buurtschappen met elkaar in gesprek zien. De hoop op een dergelijk doorbreken van het gezond verstand bij de rode heren zal wel vergeefs zijn. Hun leermeesters, de Sowjets, hebben de collectivisering van de Russische landbouwbedrijven vol gens dezelfde methoden doorgedreven, ongeacht het aantal doden dat de er op volgende hongersnood meebracht. In Oost-Duitsland zal het niet anders gaan. Tijdelijke tewerkstelling van boeren in Canada betekent alleen maar, dat West- Duitsland dit probleem metterdaad van zich afschudt. Ze leren het nooit Bij alle medeleven, dat men kan voelen voor de honderden van huis en haard verdrevenen, die zich, met koffers en kinderwagens, op weg be geven hebben naar West-Berlijn, kan men van tijd tot tijd een gevoel van ergernis niet onderdrukken. Er heeft zich nl. een aantal voormalige Neder landse N.S.B.-ers aangemeld om de stroom van vluchtelingen te helpen verwerken. In hun brieven beroepen zij zich er op, dat zij, gedurende de oorlog ook al meegeholpen hebben om onheilen van Duitsland af te wen- Nog een beeld van het vluchtelingenleed in West-Berlijn. Totaal uitgeput van vermoeienis en angst dat men op het laatste ogenblik toch nog gegrepen zou worden. nu toe is wel is waar 76 procent van het totaal aantal vluchtelingen erkend, doch de 24 procent, die de rest vormen, blijven min of meer als paria's in de voormalige Duitse hoofdstad hangen. Zy zijn feitelijk statenloos. Zij hebben geen recht op ondersteuning en zij mogen geen werk zoeken. Met het gevolg, dat zij dat laatste „zwart" gaan doen, omdat zij toch iets te doen moeten hebben. Dat betekent dus een constante bedreiging van de orde en rust in de hoofdstad zelf. Een tragisch geval Onder die miet-erkenden kunnen vaak zeer tragische gevallen zijn. Zo bijv. die bedrijfsleider uit een industriestad in Saksen, die als helper in een kamp werk zaam is. Met vrouw en kinderen kwam hij over de grens, nadat hy gewaar schuwd was, dat hij opnieuw gearresteerd zou worden wegens een onregelmatig heid in de fabrieksadministratie, waar voor hij verantwoordelijk was. Hij was voor een soortgelijk delict ook al eerder in de gevangenis terechtgekomen en wil de, voor de tweede keer dat lot ontgaan. De commissie, die over de al of niet toelating moet oordelen, is, tot tweemaal toe, niet overtuigd dat de feiten waarvan de man beschuldigd werd. niet op chimineel terrein liggen. Met andere woorden, zij neemt aan, dat die onregel matigheden gepleegd zijn om hem zelf te bevoordelen. In dat geval zou uit wijken straffeloosheid bij overtreding garanderen en dat zou tot allerlei exces sen aanleiding geven. Maar de man zit er maar mee. Wat moet hij nu doen? Teruggaan is onmogelijk. Verder gaan is ook onmogelijk. Zijn kinderen waren op een technische school en bijna afge studeerd. Dat stagneert nu allemaal. Werkloos en uitzichtloos is heel familie, totdat de andere Westduitse lan den hun grenzen voor deze vluchtelingen openstellen. De Berlijnse pers meent dan ook, dat het meer dan tijd is. dat zulks geschiedt Zij heeft het bedroevend genoemd, dat de Verenigde Naties en buitenlandse hulporganisaties hun plicht ten opzichte van de Oostduitse vluchtelingen eerder verstonden dan West-Duitsland. Bonds kanselier Adenauer is er dit weekeinde geweest. Hij woonde een aantal verhoren van politieke vluchtelingen bij en den. En of ze nu alstublieft weer mo gen mee doen. Want schrijft er één: ,Jiïvn hart is in de Heimat". Dat zijn natuurlijk lieden, die thans in Nederland tegen iedereen vertellen, dat zij wel is waar „fout" waren, doch het verkeerde van hun handelingen nu Heus, de Duitse autoriteiten zullen er goed aan doen, hier de schapen van de bokken te scheiden. Het zijn ten slotte de nazi's geweest, die Duitsland in deze, voor Berlyn hopeloze positie gebracht hebben. De Nederlandse nazi's zijn de allerlaatsten om, met een beroep op hun gevoelens voor „die Heimat", thans de goeierds te gaan uithangen! Engelsman vindt een „hoorbril" uit Een bril, waardoor de drager er van kan horen, is na vier jaar van experi menteren, uitgevonden door de directeur van een petroleummaatschappij in Sur rey, de heer Maurice Thomas, die daar mede een probleem heeft opgelost, dat oorspecialisten over de gehele wereld jarenlang heeft beziggehouden. Tot dus verre werden de hoorns die achter het gehoorbeen werden gedragen op hun plaats gehouden door om s alon hoofd band, om voldoende druk op dit gehoor been te kunnen uitoefenen. De heer Thomas was van mening, dot deze hoofd band onooglijk was. vooral bij mensen met dun haar. en meende, dat indien men de hoorns aan een bril kon beves .„•cn. dit zowel het gemak als de onopvallend heid ten goede zou komen. Jarenlang hebben wetenschappelijke werkers ver geefs met dit idee geëxperimenteerd. De heer Thomas is er thans in geslaagd, de moeilijkheden te overwinnen door de randen en veren van de bril met staal te versterken. De hoorns worden door een klem op him plaats gehouden cn het enige dat zichtbaar is. zijn enkele centi meters vleeskleurig draad, die de hoorn* met de microfoons en batterijen verbin den. De nieuwe „bril" zal te bezichtigen zijn op de Ideal Home Exhibition, Oiym- pia, Londen (3 tot 28 Maart).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1953 | | pagina 3