5£eHri <2) KTERSHULP Nieuw sphmfrtij, unctvit HOOGTEPUNT - DIEPTEPUNT ^vziii/zKaoDXi/ii/ it rtj&tiu/\rtl ivoo Hoe Australië aan kolonisten medische hulp verleent^ Tevens doet deze dokter" dienst als telegrambesteller en onderwijzer NU zo'n groot deel van Nederland door een watersnood van onge kende omvang werd geteisterd, heb ben wij weer eens aan den lijve ge voeld, hoe urgent snelle hulpverlening kan zijn. Onder normale omstandig heden was dat voor de bewoners van ons kleine land met zijn uitgebreide geneeskundige diensten de gewoonste zaak van de wereld. Maar in veel andere gebieden op aarde is snelle doktershulp helemaal geen vanzelf sprekende zaak Daarom wil ik U hier iets vertel len over Australië, waar met het oog op de ver uiteenwonende kolonis ten wel heel bijzondere maatregelen nodig waren. De Douglas Vliegtuig Mij. heeft een electrisch te bedienen lift uitgevonden, waarmee brancards in vliegtuigen kunnen worden geladen. schikt landingsterrein. Even later staat het op de zgn. „kleine akker", een stukje bouwland, dat nu braak ligt, op nog geen 200 m van de boer derij af. Meteen springt er een ver pleegster uit de machine, en komt op het huis aan. Als ze even naar Dan ny gekeken heeft, zegt ze het al: ver moedelijk buikvliesontsteking: hij zal in Alice Springs geopereerd moeien worden De piloot haalt dan )ok, samen met vader, dadelijk de bran card uit het vliegtuig, en nadat de ijlende jongen daarop in het toestel gebracht is, vertrekt dat meteen weer. Ondertussen heeft de zuster nog op dracht gegeven om de volgende dag weer Alice Springs op te roepen, dan zal vader de uitslag van de operatie te horen krijgen. Al met al heeft het. bezoek nog geen twintig minuten ge duurd EEN kijkje op een van de bureau's van de Flying Doctor Service leert ons, dat vanaf het uur, waar op de „zitting" begint, de ziek'ege vallen haast aan de lopende band binnenkomen. De operateur neemt alles nauwkeurig op, herhaalt voor de zekerheid de gegevens, er geeft ze dan door aan de arts die dienst heeft. Deze geeft instructies wat de huisge noten zelf eventueel kunnen en moe ten doen, en laat, als da nodig is, er een vliegtuigje heen gaan met me dicamenten, die de zuster kan toedie nen, of met het doel de patiënt da delijk naar het ziekenhuis te halen. Bij ernstige gevallen gaat ook de arts zelf wel met het vliegtuig mee om de patiënt voor zover mogelijk te behandelen. De Flying Doctor Service is opge richt in 1927, dank zij de onvermoei bare activiteit van dr. John Flynn. Deze arts, die sinds 1911 belast was met de medische verzorging van het binnenland van Australië (dat wil zeg gen: een gebied half zo groot als Europa!) zag al gauw in, dat het doktersrijtuigje, dat toen nog in de beschaafde wereld in de mode was, of zelfs een auto, hier volmaakt nut teloos waren. Met heel veel moeite slaagde hij er in de autoriteiten er van te overtuigen, dat alleen, als de dokter de beschikking had over een klein (want het moest overal kunnen landen) vliegtuigje had, hij zijn pa tiënten naar behoren bereiken kon. Maar allereerst moesten ook de be woners van de afgelegen boerderijen .zelf in staat zijn de eerste hulp te verlenen. Daarom werd er al vrij spoedig een standaard-medicijnkist samengesteld, die tegen niet al te hoge vergoeding aan de kolonisten werd verstrekt. Maar daarmee was dan ook alleen nog maar de eerste hulp verleend. Telefoon was er niet in de uitgestrekte eenzaamheid van het binnenland. Na lang experimen teren werd eindelijk een radiotoestel geconstrueerd, dat geschikt was voor uitzenden en ontvangen over een af stand van ongeveer 300 km, en waar bij de electriciteit door middel van een trapinstallatie kon worden opge wekt. Deze toestellen vonden grif af trek, want de medische nood onder de kolonisten was zo groot, dat zij graag het toch hoge bedrag van 100 voor de aanschaf ervan over hadden. 1~\E F.D.S. wordt in principe gefi- U nancierd door particuliere giften, maar ontvangt een subsidie van de staat. In de oorlog was ook deze dienst geheel onder controle van het militair gezag, dat immers alle radio- en luchtvaartverbindingen on der zijn beheer had. Maar dit stond de uitbreiding van de F.D.S. niet in de weg. Integendeel: in deze jaren werd alles op grote schaal gemoder niseerd. Dit bleef doorgaan, ook toen na de oorlog de F.D.S. weer baas in eigen huis werd. Sinds een jaar of acht zijn de oude trap-radio's meer en meer vervangen door mo dernere toestellen, die ook een gro ter bereik hebben. Een probleem blijken echter tegen woordig vaak de nieuwe immigran ten op te leveren. Deze vonden im mers de dienst kant en klaar bij hun komst, en beschouwen het dus zo'n beetje als vanzelfsprekend, dat de hulp letterlijk uit de lucht komt val len. Heel dikwijls zijn zij niet erg genegen een geldelijke bijdrage te geven, in tegenstelling tot de oude settlers, die er dolgraag wat voor over hebben, omdat ze zich maar al te goed herinneren, hoe hulpeloos hun toestand vaak was voor de moeiza me oprichting van de Flying Doctor Service. Op het ogenblik heeft de F.D.S. de beschikking over 8 moederstations, nl.: twee in Queensland (in Cloncur- ry en Charleville), één in New South Wales (Broken Hill), één in Northern Territory (Alice Springs), en vier in Western Australia (Kalgoorlie, Port Nedland, Meekatharra en Wyndham), terwijl er plannen zijn om nog een basis in Carnarvon in te richten. Al deze basisstations kunnen met behulp van een netwerk van onderstations ook de meest afgelegen boerderijen bereiken. Van Juni 1950 tot Juli 1951 (het administratieve jaar in Australië) werden er totaal 687 vluchten ge maakt naar buitenposten, over een gezamenlijke afstand van ruim 430.262 km, ten behoeve van urgente ziekte gevallen. Het zorgen voor medische hulp is tegenwoordig overigens niet meer de enige taak van de F.D.S. Door de enorm grote afstanden zijn telefoon verbindingen in het binnenland nog practisch onmogelijk, evenals tele grambestellingen. Die taak heeft nu de F.D.S. overgenomen, en zo komen elke dag, wanneer alle ziektegevallen afgewerkt zijn, de telegrammen aan de beurt. In 19501951 waren dat er 161.839 tegen 136.624 in het jaar er voor. Zowel voor het „verzenden" als voor het „opnemen" van berichten staat de F.D.S. klaar. En tot slot van de uitzending geeft zij ook nog het laatste wereldnieuws voor die boerderijen, die onbereikbaar zijn voor de gewone radiouitzendingen. En nog verder gaat haar bemoeie nis! De kinderen van de kolonisten diep in het binnenland moeten vaak honderden km afleggen om een school te kunnen bezoeken, met het gevolg, dat veel kinderen alleen maar thuis een beetje leren lezen en schrijven. De F.D.S. geeft nu op gezette tijden radiolessen: de kinderen kunnen zo nodig vragen stellen, en hun vragen beantwoord krijgen. Men hoopt op deze manier de onderwijsmoeilijkhe- den in de dun bevolkte staten van Australië een beetje te verminderen. Maar bij al deze werkzaamheden blijft toch steeds de belangrijkste taak van de Flying Doctor Service: hulp te verlenen by ziekte en nood (ook bijvoorbeeld het evacueren van gezinnen of het aanvoeren van voed sel bij de zo veelvuldig voorkomende overstromingen) in „the outback" waaf zij zo heel vaak het leven van een eenzame kolonist kan redden. En dit alles tengevolge van het ini tiatief van die éne arts, die nu be graven ligt midden in Australië in Alice Springs, op slechts 7 km af stand van het station van de Flying Doctor Service, die aan hem haar ontstaan dankt! A. M. R. BRAAMS. OP A.S. MAANDAG Bij rustig weer niet gevaarlijk Meteorologische diensten op hun hoede Wanneer daar op een boerderij een ongeluk gebeurt, of een ernstig ziek tegeval voorkomt, is goede raad vaak duur Voor vele kolonisten betekent een bezoek aan hun naaste buur man immers al een reis van enkele honderden kilometers. En ook die buurman kan dan nog lang niet al tijd helpen. Er valt dan alleen nog maar hulp te verwachten van de „Flying Doctor Service", die op be paalde uren in de aether „spreek uur" houdt. Dat betekent in het on gunstigste geval, dat men bij een on geluk ten hoogste een dag moet wach ten om hulp te kunnen vragen. Maar dan is die hulp ook binnen enkele uren bij de hand. Zo kan de boer van Kulgera Sta tion, een boerderij op ongeveer 300 km ten Zuiden van Alice Springs, waar een van de kinderen plotseling ernstig ziek geworden is, vanaf tw ;e uur 's middags het bureau van de Flying Doctor Service te Alice Springs bereiken. Om twee uur schakelt hij dus zijn zendapparaat in, en roept de Flying Doctor Service op. Bij niet al te veel storingen komt het antwoord al gauw: „Flying Doctor Service Aiice Springs" De vader vertelt wat er a in de hand is, en de dienst vraagt aller lei bijzonderheden: hoe lang het kind al ziek is, of het pijn heeft, hoe ,v>og de koorts is, wat ze er a'l aan ge daan hebben, enzovoorts. Als alles o? gegeven is, krijgt vader opdracht aan zijn toestel te blijven, de dienst zai zo dadelijk terugkomen Even l«r.er klinkt weer de oproep: „Hier Alice Springs; wij kunnen U geen nadere instructies geven. Er start een vlieg tuig om het kind te halen. Geef nauw keurig Uw positie op, en maak het kind gereed voor vertrek." Nu is er even grote drukte, want haastig moet er een en ander inpjn koffertje gepakt worden. En dan is het maar afwachten.. Tot, nog geen twee uur later, mo torgeronk weerklinkt. Iedereen loopt naar buiten, om te zien, hoe een klei ne tweedekker al een bocht om de boerderij draait, op zoek naar een ge- Van onze weerkundige medewerker. FR wordt met grote haast gewerkt J-* om verschillende dijken vóór de tweede springvloed (a.s. Maandag 16 Februari) dicht te krijgen, zo lezen wij Velen hebben hier een verkeerde voorstelling van en menen dat er op nieuw een vloedgolf is te verwachten, zoals die 1 Februari jl.' ons land teisterde. Zo erg zal het hopelijk niet worden, want dan zou er op het tijdstip van springtij, evenals op Zondag 1 Februari, terzelfdertijd ook weer een wind van orkaankracht uit het Noordwesten moe ten opsteken. Wat gebeurt er dan wel? Na elke volle en nieuwe maan komt er een springtij voor, doordat zon en maan dan tezamen een aantrekkingskracht op de aarde uitoefenen, zoals wij dezer dagen reeds hebben kunnen lezen. Een springtij, zoals dat ook a.s. Maandag weer is te verwachten, is dan ook helemaal geen bijzonderheid en komt ongeveer elke 14 a 15 dagen voor. Het water van de Noordzee bereikt langs onze Noordzeekust dan een hogere stand dan bij de gewone dagelijkse vloeden en daarom is het zeer zeker goed. dat men paraat is. Tal van dij ken zijn nog zwak of nog niet hersteld en zullen wellicht nog geen grote wa terdruk kunnen weerstaan. Wanneer het weer rond de 16e rustig is of bij een aflandse wind tussen Noord oost en Zuidoost, behoeft dit springtij niet verontrustend te zijn. De meteorologische diensten van En geland, België en Nederland zijn op hun hoede en zullen het weersverloop tij dens en juist na het weekeinde onge twijfeld met nog meer aandacht vol gen dan gewoonlijk. Wij moeten in deze tijd van het jaar altijd rekening houden met een kans op harde tot stormachtige winden, en wan neer deze vroegtijdig kan worden aan gekondigd, kan men eventuele maatre gelen treffen, om een verdere uitbrei ding van de ramp te voorkomen. Laten wij daarom hopen, dat het weer in de onderste laag van de atmosfeer langs de Nederlandse, Engelse en Belgische kust in de komende dagen rustig mag De meteorologische diensten zagen de orkaan, die zoveel verwoesting aan bracht, op de weerkaarten naderen. Zaterdagmorgen 31 Januari gaf het K.N.M.I. in de voormiddag al een waar schuwing voor westerstorm, later rui mend naar noordwest. 's Namiddags werd deze waarschu wing gewijzigd in een waarschuwing voor „zware storm tussen west en noordwest." Gm half zes Zaterdagavond werden de groepen Rotterdam. Willem stad en Bergen op Zoom gewaarschuwd voor „gevaarlijk hoog water." Ook de Engelse weerdienst waarschuw de 's morgens al voor zware storm langs de Engelse en Schotse kust. Ra dio Hamburg verwachtte over de Noord, zee en langs de kust windsnelheden van 10 a 11 Beaufort (volle storm tot or kaankracht). In de loop van de morgen begon het water, door de orkaan uit het Noord westen al met geweld van het noorde lijke deel van de Noordzee naar het zuiden te stromen, waar het langs onze kusten tot grote hoogte opstuwde, daar een snelle afvoer door het Nauw van Calais niet mogelijk is. Op bijgaand weerkaartje, dat de si tuatie van Zondagnacht 1 Februari om 1 uur weergeeft, zien wij dat het storm- centrum al in de Duitse Bocht ligt. Aan de achterzijde van deze kern kwamen de grootste windkrachten voor; vandaar ook dat het in de zuidweste lijke helft van ons land veel harder en ook langduriger gestormd heeft dan in de noordoostelijke helft. Op dit tijdstip (1 Februari om 1 uur) waaide er langs de kust een storm met gemiddelde windsneldheid van 90 tot 115 km per uur en windstoten tot 130 km per uur. Er zijn in de loop van de jaren her haaldelijk waarschuwingen voor hoog water door springvloed door het K.N.M.I. verstrekt en ook dit keer zul len zich maar weinigen op die bewuste Zaterdagavond van 31 Januari onge rust hebben gemaakt. Wij zijn in de loop der jaren in slaap gesust, maar het water van de zee sliep niet. Meer dan ooit zal er in de toekomst met bezorgdheid geluisterd worden, wanneer het K.N.M.I. weer waarschuwt voor hoog of gevaarlijk hoog water langs onze Noordzeekust. "O JO J3 X <D ti O fU g -O -S3 rV ZONDAGSBLAD 14 FEBRUARI 1953 J3 -O stichteR v&n het Roöe kRuis van qRote Rijköom veRVAUen tot BitteRe ARmoeöe ZccU nog een lichte leoenóaoond. TOEN ons land op 1 Februari weer door een nationale ramp werd ge troffen, werden aanstonds verschil lende organisaties ingeschakeld voor het reddingswerk en ook om het leed zoveel mogelijk te verzachten. Onder deze organisaties neemt het Neder landse Rode Kruis een eerste plaats in. Zoals bekend is het Rode Kruis een grote internationale organisatie, ge sticht door Jean Henri Dunant, een man, die het als zijn levenstaak be schouwde de lijdende mensheid te helpen. Voortgekomen uit een Calvi nistische familie met een sterke per soonlijke piëtistische inslag, werd hij bij zijn arbeid gedreven door de lief de van Christus. Dunant werd in 1828 te Genève ge boren uit aanzienlijke ouders, die een niet onbelangrijk vermogen bezaten. Zo kwam het, dat de jonge Henri zich te volle kon geven aan werken van barmhartigheid en ook aan de evangelisatiearbeid, het houden van Zondagsscholen, enz. De gedachte om bij de Christenen er op aan te dringen, dat hun geloof zich in daden zou uiten, greep hem aan. Hij wilde een internationale in terkerkelijke organisatie stichten, en richtte daartoe brieven aan bekende adressen in Zwiserland en Frankrijk. In deze brieven sprak hij de geadres seerden aan als „Broeders in Chris tus, welke evenals hij Christus als hun verlosser liefhebben." Als in 1853 het bekende boek van mevrouw Becher Stowe, „De neger hut van oom Tom" verschijnt en de wereld doet opschrikken door de daar in beschreven onmenselijke behande ling der negerslaven in N. Ameri ka, wordt ook de gevoelige ziel van Dunant hierdoor zeer getroffen, en hij rust niet vóór hij de schrijfster, als zij in Genève heeft gesproken, OOK Dunant zou tot grote daden geroepen worden, maar eerst moest hij een leerschool doormaken. Op aandringen van zijn vader begaf hij zich in het zakenleven en trad in dienst bij een bekende bankinstelling. Hij maakte zich verdienstelijk en werd door deze onderneming uitge zonden naar Algiers. Hij deed daar goede zaken, en kreeg lust voor ei gen rekening iets op touw te zetten. Fantast als hij was, droomde hij van een grote onderneming met aande len van enige millioenen en hij lei der en directeur. Grond kopen, deze met graan bebouwen, eigen molens kopen dat was het ideaal, dit hij zich gesteld had. Hij vroeg aan de Franse regering concessie voor een groot terrein van 500 ha.; stichtte een maatschappij en wist zijn familie en kennissen, ver leid door zijn schone fantasieën, het geld hiervoor uit de zak te kloppen. De onderhandelingen met de Fran ce regering schoten echter maar niet op. Men paaide Dunant met beloften en werkte hem ondertussen tegen. Teneinde raad besloot Dunant zich persoonlijk tot keizer Napoleon III te wenden. De oorlog tussen Oostenrijk en Frank- krijk was toen in volle gang en om de keizer te kunnen spreken moest Dunant hem opzoeken in zijn hoofd kwartier. Toen hij in Italië arriveer de, was juist de slag bij Solférino, een plaatsje bij het Gardameer, ten einde en 40.000 gewonden waren op het slagveld achtergebleven. Zaterdag 25 Juni 1862 kwam Dunant hier aan en toen de zon opging aan schouwde hij een toneel vol ontzet ting. De gewonden kermden van pijn en smachtten van dorst, doch de veldlazaretten konden slechts weinig hulp bieden. Deze ellende kon Dunant niet wer keloos aanzien. In het wit gekleed ging hij geheel alleen hulp bieden. Zijn voorbeeld werkte aanstekelijk- Hij wist anderen te inspireren, zocht hulp op en mobiliseerde de bevolking dér omliggende dorpen. Hij wist het na drie dagen van onafgebroken werk, bijna zonder nachtrust, eindelijk zo ver te brengen dat er een burgerlijke hulpverlening was tot stand gebracht welke de steun had der militaire auto riteiten. THUIS gekomen begon Dunant een brochure te schrijven, die hij de titel gaf „Un souvenir de Solférino." Op eigen kosten liet hij van dit ge schrift 1600 exemplaren drukken en zpnd die aan regerende vorsten en vooraanstaande personen in Zwitser land, Frankrijk en Duitsland. De reactie op dit boekje was enorm. Spoedig volgde dan ook een tweede en derde druk. De keizer van Frankrijk, de konin gin van Pruisen, Wurtemberg en Beieren betuigden hun instemming met de door Dunant naar voren ge brachte idee: over te gaan tot het stichten van een internationale orga nisatie, welke zich zou belasten met hulpverlening aan de gewonden. Wel was hiermee Dunant's doel nog niet bereikt, doch hij werkte onver- moeid voort. Congressen en conferen- ties werden gehouden, Dunant be zocht verschillende Europese vorsten, waarvoor hij door invloedrijke vrien den introducties verkreeg. Zo baande hij de weg voor een in 1863 te Genè ve gehouden conventie, waarop 18 Europese landen met 38 afgevaardig den vertegenwoordigd waren. Van het comité, dat dit congres voorbereidde was hij de bezielende secretaris. Op 22 Augustus 1864 werd besloten door de deelnemende regeringen over te gaan tot een organisatie, welke haar zetel in Genève kreeg en in elk land een afdeling onder konink lijke bescherming. Als onderschei dingsteken werd aangenomen op voor stel van de Nederlandse mevrouw Basting,: een witte band waarop een rood kruis. Zo beleefde Dunant de dag waarop zijn ideaal: het stichten van een in ternationale organisatie voor hulp verlening, was bereikt. Doch nu ging zijn leven snel bergaf waarts. Financiële fantasiën, welke een groot fortuin verslonden, vervreem den hem geheel van zijn vroegere vrienden, die het niet beneden zich achtten hem met laster te achtervol gen. Steeds verder gleed hij af en leef de ten slotte in de bitterste armoede. De man, die nog niet lang geleden toegang had tot de vorstelijke palei zen, moest nu op een zolderkamertje zijn dagen slijten, de kost verdienend met copieerwerk. De man, die op zijn reizen gebruik kon maken van de duurste hotels, moest nu de nacht doorbrengen tussen daklozen, op de Jean Henri Dunant. harde banken der spoorwegstations. Toen hij reeds op de rand van het graf stond, werd hij „ontdekt" door een Zwitserse journalist, die de wereld op de hoogte bracht van het treuri ge bestaan van deze man, die al zijn kracht en energie had gegeven aan het heil der mensheid. Rijke vriende bezorgden hem een jaargeld, zodat hij zijn laatste jaren onbezorgd kon leven in het Zwitser se stadje Heiden. In 1901 beleefde hij een moment van grote vreugde. Toen werd hem de Nobelprijs voor de vre de toegekend. Nog eenmaal kwam hij in het volle licht te staan en ontving van alle kanten telegrammen en ge lukwensen. Op 30 October 1910 kwam voor hem het einde. De kaars, die eens zulk een helder licht verspreidde, was opgebrand. Henri Dunant was een christen van de daad. Zichzelf noemde hij een„Sa- maritaan." In zijn donkerste uren greep hij naar zijn bijbel en putte daaruit troost en kracht. De organisatie, door hem in het leven geroepen, bewees de lijdende mensheid onschatbare diensten. Ook in ons land bij nationale ram pen. En ook weer bij de vreselijke wa tersnood, die Nederland trof op de eerste dag van Februari 1953. fn verschillende landen bedient men zich van vliegtuigen om zo spoedig mogelijk medische hulp te kunnen verstrekken. Hier ziet men een Engelse vrouwelijke hospitaalsoldaat, die zelfs voorzien is van een parachute. DE oorlogsjaren sleepten zich voort. Vreemd, als we terugzien kunnen we ons nauwelijks indenken dat we al weer heel langer vrij zijn dan die hele bezettingstijd duurde. Dat kwam omdat we destijds leef den uit een verwachting en thans dus klaarblijkelijk niet meer! Zo tussen haakjes moet ik even op merken dat dit een oordeel over onze christelijke levenswijze bete kent. Al die mensen, die maar jam meren dat de tijd toch zo verschrik kelijk gauw gaat alweer een maand om verraden daarmede dat ze slechts het heden kennen en niet met een brandend verlangen uitzien naar het Nieuwe Jeruzalem. Als we dat werkelijk deden, zouden we veeleer zeggen dat we maar zo traag, zo traag opschieten. We zou den onze dagen leren tellen, zoals een kind de nachtjes telt voor zijn verjaardag komt! De oorlogsjaren sleepten zich voort. Overal, waar maar goede vaderlanders hijgden naar de dag vol van rood, wit en blauw met de zwier van Oranje daarboven! Maar bij de Klaasjens lag dat anders. Eerst omdat er elke dag méér dan genoeg te beleven vielalthans voor vader en de kinderen. Later omdat de zaken scheef dreigden te lopen, als het toch eens waar zou worden wat iedereen voortdurend ve<elde: dat de geallieerden vast een invasie zouden ondernemen en dat de dagen van de vijand dan afgelopen zouden zijn. Want Klaasjens vreesde wat ieder ander hoopte: het einde van de oorlog. Nu was hij heer en ko ning; nu beschikte hij over geld en macht daarachter gaapte slechts een lege afgrond. Ik zeg niet dat hij zich van deze dingen duidelijk be wust was. Nog daargelaten dat hij veel te vaak al te zeer onder de invloed van al te slechte alcoholi sche dranken was, Klaasjens had al van jongs af aan veel te zeer louter lichamelijk geleefd om zich nog ergens duidelijke voorstellingen van te vormen. Maar een dier voelt na derend onheil ook en de telkens sterk schommelende prijzen van de zwarte markt brachten hem dan toch tenminste aan het verstand, dat zijn kapitalen weinig houvast boden. Neem nu alleen die duizend jes, die plotseling ingetrokken wer den! Dat geeft je een schok als je er negen van bezit waarvan je er met de grootste moeite nog net twee weet weg te werken, zij het dan ook tegen een fractie van de oorspron kelijke waarde. Zoiets zégt je toch iets en het maakt je niet geruster. Misschien is het eenzelfde inner lijke onzekerheid geweest, die Klaasjens' oudste dochter in de armen van een motor-W A-man dreef. Misschien toas het trouwens Uit de VOLKSWIJK bij haar meer een uniformencom plex uit de eerste oorlogsmaanden toen haar Duitsertje kwam, zag, overwon en voorgoed verdween om ergens bij Stalingrad te vallen. Of een laatste poging om deze goede tijd te verdedigen tegen de propa gandistische samenzwering van ka pitalisme en jodendom. Opnieuw heb ik geen zekerheid en de dingen liggen niet zo eenvoudig dat ik haar rekenschap kan vragen. Wanneer ik dat thans nog doen zou, zou ze me waarschijnlijk enkel maar be vreemd aankijken en bovendien me verschrikkelijk raar vinden dat ik nu nog kom zeuren over een vorige man van haar, die allang vergeten is. Maar in elk geval: eind 1943 is ze met die felle knaap getrouwd en zo is ze kameraadske geworden van een groep mannen en vrouwen, waarvan de cameradie niet zo bar groot zou blijken te zijn. Bij de bruiloft heeft het niemand aan iets ontbroken. De bruid was in het wit als een vorstin en de bruidegorri hing de branie uit in zijn donkere uniform. Zijn vrienden vormden een erehaag en een kringleider hield een toespraak, waarbij de aanlei ding van het feest zoek raakte onder krijgsleuzen en nationaal-sociulisti- sche stokpaardjes. Het leek meer op de viering van een overwinning dan op een huwelijkstoast; te tries ter naarmate men bedacht dat de zegevierende Duitse legers klap op klap moesten incasseren. Nochtans vierde men royaal feest met alcohol en sigaretten, met vlees en taarten, want een zwart handelaar weet van uithalen als zijn dochter eindelijk een reële man aan de haak slaat. Een bacchanaal waarbij alle hoornen des overvloeds uitgestort werden! Een opper-festijn, dat zeer te den ken gaf. Eén der aanwezigen moet na af loop hardop hebben gedacht ten overstaan van instanties, die de zwarte handel geen goed hart toe droegen. Wie dat deed, vertelt de historie niet. Het kan de kring leider geweest zijn. Of de bruids jonker. Of een kameraad voor noemd. Of de bruidegom zelf. Maar een feit is het dat twee dagen later Vader naar een strafkamp werd vervoerd en dat er twee volle vrachtauto's met levensmiddelen en textiel uit zijn woning en die van 'n paar compagnons werden wegge haald. Van je vrienden moet je het maar hebben! Het huisje werd er compleet leeg van: Vader weg; de oudste dochter met haar baby even eens, zij het dan ook met andere bestemming in de schoonouderlijke woning; de voorraden weg. Restte het tweetal, nu weer vreemd-kale kamers met een verbeten vrouw; een dochter, die hard en fel gewor den was en drie jongens. Zonder bonnen, zonder geld, zonder kolen, zonder licht, zonder vrienden, zon der. God WIJKPREDIKANT.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1953 | | pagina 14