KERSTFEEST IN PARIJS KERSTBIJLAGE PAG. S Het toneel stelt voor; "VTOOIT heb ik de Kerstklokken zo horen luiden als op die avond in Parijs, toen het Seinewater zich nog traag verweerde tegen stremming en de binnenstad al begon te feesten. In het vroege duister was ik het Quartier Latin ingelopen met het vage voornemen, op deze avond Voor Kerstmis de Notre Dame binnen te gaan en wat wijding te zoeken in de stille, getooide kathedraal. Ik was niet voor mijn genoegen ver van huis en het rumoer van de frivole stad, met Kerstmannen in de warenhuizen, met dure geschenken onder namaak-sneeuwvlokjes in zachtrood-verlichte etalages en kleurige electrische lampjes tussen dood kerstboomgroen trok mij niet aan. Het Franse middagmaal met rode wijn en veel knappend brood bij dunne soep, bij magere princessebonen en witte kaas, werd mij kort tevoren bedorven door ver- deunde kerstwijzen uit een tingelpiano en misschien was ik onredelijk geprik keld tegen de feestelijke allure van de lichtstad, toen ik langzaam, wat ver eenzaamd, tegen de vrieswind in begon te lopen. De boulevards tuitten van geestdrif tige vrolijkheid, de uithuizige Parijze- naren laten zich niet weerhouden door gure wind. Bij souvenierswinkels kluit ten vreemdelingen-met-vacantie samen: veel Amerik: -.nse luidruchtigheid, een paar woorden Nederlands, onverstaan bare klanken van Oosterse talen. Er werd gekocht nog, haastig, prijzen speel den al bijna geen rol meer. Langs de Seinewanden stonden de boekenstalletjes dichtgeslagen als vuile verfdozen. Wie hier moest lopen^ haastte zich naar de gezellige drukte. Achter de brug, in een krans van bleekgeel lantaarnlicht, bekrast door een wirwar van naakte boomtakken, rees, voornaam en in zichzelf besloten, de kathedraal voor mij op. Onwczenlijk- stil nu de zwarte torens tegen de nacht lucht, tot een stenen massa verschaduwd het overovervloedige beeldhouwwerk. Maar tot een zacht welkom opgebloeid de verlichte, veelkleurige ramen. Een feestelijke belofte Ik was de brug nog niet over, toen ik mensen zag binnengaan door de rech- terdeur, die als gewoonlijk openstond. Amerikaanse uitroepen woeien op de wind naar mij toe. Ach ja.de Notre Dame is 'mmers een van de voornaam st# bezienswaardigheden van Parijs hoe had ik zo naïef kunnen zijn, het zltijd-aanwezige toeristendom te ver geten? Omdat ik eigenlijk doelloos liep, keer de ik voorlopig maar weer eens om. Mieeohien later in de avond. Hf O kwam ik terecht in dat donkere straatje, waar het leven zich scheen te beperken tot een enkel wijnhuis, waar men over de toon bank hing naar Franse gewoonte. De straat zelf was wonderlijk stil, het rumoer van de stad lawaaide ver op de achtergrond. De verlichting was spaarzaam. Plotseling deden de koplampen een mij achterop rijdende auto t felle, ronde lichtjes blikkferen. Op laag, stenen muurtje, dat de fundatie van een hek vormde, zat een kat. Zwart, één met de schaduw. Alleen de fo3fori- serende ogen in het lamplicht verrieden Ik stond stil en streelde de kat. Zij liet het even toe, uitte toen een prot< terend kreetje en dook weg achter het muurtje. Daardoor keek ik even rond. Het kale, ijzeren hek was hoog en om grensde een stuk mager park, zomaar aan de kant van een achterbuurtstraat. Maar aan het einde van dat naargeestig stukje gras met bomen en natuurlijk hier en daar een grauw-verweerd oud monument,, plekten verlichte kerkramen in het duister. Eén van die oude, brokkelige Parijse kerkjes 'dusIk liep om het hek op het muurtje heen, las bij het licht een lucifer een laagaangebracht m bordje: „L'eglise de Saint Julien le Pauvre". 1) Julien le Pauvre....! Zijn kerk kon dus geen rijk gebouw zijn. Ik zocht de ingang en liep het aangevreten parkje binnen. Wellicht zouden de rafelige ga zonnetjes 's zomers groen zijn en de nu armzalige bomen rijke bladerkronen hebben. Nu was alles vaal en dor, in de hoeken, tegen het muurtje op, kleefden fragmentjes versmolten sneeuw, het pad kraakte, ik moest opletten, om het slin gerwegje naar de kerkdeur te vinden. Hier ergens was de kat verdwenen, mogelijk ook zat zij in de duisternis vlak bij. De kerkdeur was smal en laag en zoefde, toen ik aarzelend duwde om bin nen te gaan. Ik stond In een schemerig- verlicht sluisje en pas toen ik de bin nendeur opende, kon ik lezen wat er op Mogelijk dus een vluchthaven voor de vele naar Parijs uitgeweken wit-Russen van 1917? In elk geval een oud kerkje en dus minstens bezienswaardig. Het kleine, inderdaad armoedige interieur was slecht verlicht, maar voldoende, te kunnen rondkijken. Kale, grauwste- nen, dikke muren, boogramen zonder een enkel stukje gekleurd glas. Geen beelden bijna, en het altaar, naar Grieks- katholieke trant, verhuld in draperieën, die hier stoffig en oud waren. Op een der stoelen een oude ma: zichzelf verzonken, mogelijk biddend. Verder niemand. Er hing een vreemde geur van stof en wierook en schimmel, er brandde een enkele kaars. Langzaam liep ik rond. Toen werd ik geboeid door onbekende reliquien, die in wankele tafelvitrines op vaalgeworden rood fluweel onder be duimeld glas werden bewaard. Wat an tieke ivoren kunstvoorwerpen, vergeel de handschriften, verbleekte prenten, miniaturen, versierselen. Het licht was niet sterk en ik had al mijn aandacht nodig om de tijdschriften te ontcijferen. Rondom mij bleef de vreemde en toch boeiende sfeer van het oude en het bekende. ULOTSELING streek er iets dicht langs mij heen en ik keek gestoord op. Een geestelijke in een lange zwarte sou tane, met een dichte, donkere, Slavische baard liep langzaam door het zijpad naar voren. Ik merkte nu ook op, dat er meer mensen waren binnengekomenhad den zij, evenals ik, toevallig dit ver stopte kerkje gevonden? Toch raakte ik opnieuw verdiept in het bekijken van de reliquien. Ik lette nu niet meer op de mensen om mij heen. hoorde zonder er notitie van te nemen weer, zoals gebruikelijk in een wereld stad, verschillende talen spreken, zacht jes en weinig nadrukkelijk. Het stoorde Maar toen ik aan het einde van de vitrines was en een kaart oppierkte. waarop te lezen stond dat hier afwisse lend Russische en Griekse diensten wer den gehouden, besefte ik plotseling, dat er wellicht spoedig een dienst zou be ginnen. Inderdaad was de kerk vrij vol gelopen, het was er trouwens maar klein. Tegen een pilaar geleund bleef ik wachten en kijken. De Slavische geeste lijke deed mij vermoeden, dat er een Russische Godsdienstoefening zou vol gen en ik besloot daarvan althans een deel mee te maken. aarzelend achterin bleven staan. Weer hoorde ik verschillende talen. De geestelijke, bijgestaan door twee assistenten bewoog zich nu, vrijwel on zichtbaar achter de draperieën, op het altaar, ergens begon iemand op een orgel te spelen. fpEN jonge man bewoog zich vlüg tus- sen de mensen, drukte ieder een meergebruikt papiertje in de hand. Ook mij. Ik nam het aan, zoals een vreem deling dat doet: uit beleefdheid. Het was gestencild op een slechte machine, maar toch leesbaar. Op dat moment zweeg het orgel en een warme mannenstem sprak een paar woorden in het Frans. Ieder een hief het papiertje naar de ogen en ik zag, dat de tekst in het Frans gesteld, de geloofsbelijdenis van Nicca was. Zo zaten en stonden wij daar, mensen van verschillende nationaliteit, van ver schillend geloof, voor elkander onver staanbare talen sprekend, maar op dit moment, hardop sprekend, allen tezamen eenzelfde geloofsovertuiging belijdend: „Je crois en un seul Dieu le Père, tout- puissant, créateur du ciel et de la terre...." 2). Op dat aangrijpende moment, waarbij velen hun stem niet geheel in bedwang hadden, werd het mij plotseling duide lijk, wat de woorden „Opdat zij allen één zijn" betekenen. Wy, vreemden voor elkander, waren één, toen wij op deze Kerstavond onze geloofsbelijdenis aflegden. Na de korte dienst, bü de kerkdeur, nam de jonge man ons de papiertjes weer af. Ik heb het mijne, wederrechte' JE GAAT ZO in de tweede week van December naar Parijs.de oren en de gedachten nog nasuizend van de Hollandse Sinterklaaspret En rijdend door Noord-Frankrijk, dat er maar desolaat uitziet in z'n vroege winterbarheid, tracht je je in te denken hoe Parijs zal zijn in deze weken vóór Kerstfeest. Want als je nogal geregeld in de Franse hoofdstad komt, heb je reeds ervaren dat zij, behalve vele verwachte en onverwachte vreug den, ook onbegrijpelijke teleurstellingen kan bieden. andere kind. Je onderscheidt niet de zwarte straatboefjes van de driejarige nufjes met bontjasjes en handschoen tjes: je ziet alleen nog maar vuurrode koontjes of wit-weggetrokken gezichtjes zó veel emotie. Kerstfeest in Parijs is voor de kinde ren! En binnen in de warenhuizen schui felen dezelfde drommen langs de afgela den toonbanken. Hier is een afdeling in gericht als lunapark; daar zit le Père Noël in eigen persoon handjes te geven aan de moedigsten onder de jeugd; vlak Voor je voeten struikelt een dreumes die van moeheid niet meer op z'n beentjes kon staan, en als Je hem oppakt begint hij niet eens te hullenzó veel Je weet dat liefde en berekening hand in hand gaan, dat je er zowel char me als onverschilligheid kunt ontmoeten, dat diep gevoeld enthousiasme er» vaak waar te nemen is als de grootste luchthartigheid en oppervlakkigheid. Wat zal nu in deze stad van contrasten het Kerstfeest betekenen? Verandert Parijs niet alles en iedereen van quartier tot quartier, van milieu tot milieu, r tot u Je loopt 's morgens met een tikje kin. derlijke verwachting in Je hart het metro station binnen. Géén vrolijke gezichten, geen prijzen-vergelijkende moeders, geen boodschappentassen vol kleurige pakjes. Natüürlijk niet: de PariJzenaars gaan naar hun dagelijks werk of er geen groot feest op handen is. Als je weer boven de grond komt slaat de kou je tegemoet. Je bedwingt je (veel te Hollandse) opwel ling om tegen de meneer die naast je stilstaat om de kraag van z'n jekker op te zetten, te zeggen: „Wat een weer, hè?" („Quel sale temps" zou dat, vrij vertaald geweest zijn). Kerstfeest of geen Kerst feest, in Parijs zeg je niet zomaar ieti tegen een vreemde op straat! Je loopt naar je werk, al even weinig be langstelling tonend voor Je omgeving als de Parijzenaars. Maar in jezelf noteer je toch even: al weer meer auto's dan half jaar geleden, net zoveel hoofddoek en rode neuzen als in Holland, het eerst in jaren geen stellages me het Gare St Lazare, die het stadsbeeld bedierven, geen nieuwe modellen in de grote schoenwinkel op de Boulevard Maussmann (gelukkig, de jouwe zijn dus ook nog in de mode), de politie-agent snauwt (in plaats van, zoals van ee rijse agent viel te verwachten, een grapje te maken) tegen een oud vrouwtje, dat oversteekt vóór het licht groen is, (maar hij heeft het al uren lang koud). Kerstfeest?och wat! Als je de deur binnen gaat, die je naar het werk voert, weet je niet goed meer of het alleen de kou is die de tranen in je ogen heeft doen springen door ELISABETH LUGT derlijks heeft hU die middag al beleefd, dat het op de arm zitten bij een vreemde hem niets meer doet. Hij kiest de party van de wijzen: hij laat nu alles maar ovei zich heen gaan. Over zijn stoffige krul letjes heen begin je een gesprek met eer vermoeide Maman. Je uit je oprechte be. wondering voor alle pracht om je heen en je straalt al even ongegeneerd als alle kinderen. Maar de moeder zucht: „Het is allemaal zo ontzettend duur! Ze doen wel pogingen om de prijzen omlaag te bren gen avec Pinay, vous comprenez toch blijft het meeste nog buiten je bereik. Mijn jongens hier zijn var zien al zo oververzadigd, dat ze „hebben" niet meer denken. Maar ik vind ir sneu langs zoveel moois te lo er zo weinig van te kunnen mee- Het lykt net of ieder Kerstfeest moeilijker is dan het vorige. Het hart is er wel, maar de middelen ontbreken." Ja, dat is overal zo, in Holland net goed als in Frankrijk of elders. Maar hier in Parijs, waar alles zo uitbundig schit tert, treft een klacht, of de uitdrukking van een gezicht, dat zich sluit voor alle blijheid, je met dubbele felheid. Misschien heeft de moeder de bezeerde Vrij van school blik, waarmee je naar het jochie op de Wat voor dag is het vandaag? Donder dagoh, vanmiddag hebben de scho len vrij. Nu ja, je ziet hier in Parijs im mers toch nooit kinderen, of dat lijkt althans zo. Fransen verbazen zich in Holland altijd tjver het ontzagwekkend aantal kinderen, dat er de straten onvei lig maakt en door de trams en bussen dartelt. Je gaat eens een kijkje n in de grote warenhuizen: de Galerie La fayette, Aux Printemps, het Louvre. Zy zijn het immers die al van 15 November af de komst van het Kerstfeest aankondi gen. De feestverlichting brandt reeds, in reuzenletters staan buiten de speelgoed afdelingen genoemd, de etalages vertonen een onbeschrijflijke weelde aan kleuren en beweging. Elk „grand magasin" heeft z'n eigen „thema" dierenvoorstellingen, fragmenten uit bekende „contes de fées", en alle voorwerpen en poppen draaien, hopsen en tollen in het rond. De trottoirs zijn afgezet en agenten ken voor een geregelde „circulatie". Voetje voor voetje schuifelen onafzien bare rijen kinderen langs de sprookjes étalages, zó veel kinderen, oh, vast wel alle kinderen van de héle wereld! En je weet niet wat je meer ontroert: de ko- misch-opgewonden opmerkingen var of het stil-verrukte snuitje var lijk, bewaard. Ik kon van deze herinne ring niet scheiden en nog altijd ligt het i mijn bureau. Toen ik weer buiten kwam, luidden oer heel Parijs de Kerstklokken e vroeg mij verwonderd af, waarom ik my en wat vereenzaamd had gevoeld. Want nooit heb ik het luiden van klok- over allen zó begrepen als Juist toen. Phé Wijnbeek. 1) De kerk van St. Julius de Arme. 2) Ik geloof in éénen God, den Al- machtigen Vader, Schepper des hemels en der aarde,... Wij, vreemden voor elkaar waren één. spreken. Kleinere zaken beperken zich tot het schrijven in grote schrijfletter» op de ruiten: „Réveillon frs..~..". De tweede groep bestaat alt die Fran sen voor wie Kerstfeest vooral een reli gieus feest en een familiefeest ls. ZIJ be ginnen de avond met het verdelen van de Kerstcadeautjes, gaan naar de midder- nachtmis en daarna begint, thuis, hun Ré veillon, dat ook vaak tot diep in de nacht duurt: de 25e is toch een vrije dag (de 26e niet). In de kerken staat elk jaar de eeuwen oude kribbe, maar het experiment van Kerstbomen in de straten heeft maar één keer (vorig jaar) plaats gehad. De Messe de Minuit in de Notre Dame vormt een bijzondere attractie vooral voor de vele buitenlanders, die vaak meer openstaan voor de somptueuze pracht van deze ge weldige kerk, dan voor het diepe myste rie er van. De Parijzenaar voor wie de mis meer betekent dan de omgeving waar in deze gehouden wordt, getroost zich niet de moeite van de tocht naar en het in een queue staan vóór de Notre Dame, maar houdt zich bij de kerk van het quartier waar hy woont. Zakdoek-balletten Cadeautjes worden in vrijwel alle ge zinnen gegeven, maar voor sommigen zijn de cadeaux, welke met Nieuwjaar gege ven worden (de „étrennes") even belang rijk. Postboden en leveranciers komen al weken tevoren hun gelukwensen, kaartje» kalendertjes aanbieden, om hun étren- 5 tegen Nieuwjaar bij elkaar te heb ben. De tegenstelling tussen grote luxe en uiterste eenvoud vertoont zich overal in Parijs en heel sterk in de wijze van eta leren. De Faubourg St Honoré, die be roemd is om z'n kunstige en artistieke uitstalkasten en de Rue de la Paix, een de rijkste winkelstraten, overtref fen zich elk jaar opnieuw: balletten van zakdoekjes, centaurs en landschappen handschoenen en andere lederwaren (Hermès), een concertzaal met spelend orkest en applaudisserend publiek geheel uit parfumflesjes bestaand (Roger et Gal- ler) voorstellingen die vaak niets met Spelende kinderen i de sneeuw in Parijs tegen de achtergrond van de Eifeltoren. arm kijkt, gezien, want opeens springt de humor (Frankrijks sterkste zelfverde diging) in haar ogen: „Que voulez-i Chacun fait tin effort En terwijl Jc de slaapzware baby in haar armen legt, lach je terug: „Et quel effort! 11 est ter- riblement lourd! „De Kerstvreugde ls ge. red. Dank zij de reddende Franse esprit. Twee groepen Je komt wel twintig minuten te laat op Je afspraak. Geen nood! Tien minuten moet Je ook in normale tijden al te laat komen, wil je niet het risico lopen Je gastheer niet thuis of je gastvrouw nog in de badkamer te vinden. En elke mi nuut die je in deze bijzondere dagen eer der dan een half uur na de afgesproken tijd arriveert, bezorgt Je een gelukwens. Als Je dan eens met deze of gene de wijze van Kerstviering in Parijs ge praat hebt, kom Je tot de volgende clusie: dat je, heel ruim genomen, de Parijzenaars in twee groepen kunt delen. De eerste ls die, welke veel geld heeft, zich wel Katholiek noemt maar de godsdienst niet of nauwelijks beoefent de Kerstnacht doorbrengt in beroemde restaurants als La Tour d'Argent, La Ró- tisserie de la Reine, Pédauque, of in de dure cabarets, het Lldo, enz, waar het diner plus champagne (het zgn. Réveil lon) vlotweg een paar honderd gulden kost. Weken voor Kerstfeest reeds adver teren deze grote restaurants en geven de raad zo vroeg mogelijk een tafel te be- Kerstfeest te maken hebben, maar die ie moet zien om aan de practlsche mogelijk heid er van te geloven. Daarnaast de kleine winkels die noch de etalages noch het geld hebben om hun fantasieën tot uitvoer te brengen, maar die toch ook erg htm best doen om de etalages een feestelijk aanzicht te geven, „Que voulez-vous? Chacun fait un ef fort De aantrekkingskracht die door de win kelcentra wordt uitgeoefend heeft tot ge volg, dat de grote „tuinen" vrijwel ver laten zijn. Er wordt een beetje gesleed in het Champ de Mars; in de Tuilerieén drentelen wat bezoekers van de grote expositiezalen (de Orangerie en het Jeu de Paumes), maar de breiende Maman» met hun kinderen lopen langs de Bon Marché. Zelfs de meest verliefde paartje» vinden het te koud op de banken in de tuinen van het Luxembourg; ze trekken naar Montmartre, naar Pigalle, naar de draaimolens en de schiettenten en de dansgelegenheden, of slenteren langs de oevers van de Seine, van het ene verlich te monument naar het andere. Alsof Je dat niet elk Jaar op de 14 Juillet kimt zien en alsof er geen ijzige wind en geen sneeuw is! En op de hoeken van de straten staan de ijsventers van deze zomer, nu met hun warme kastanjes: „.Qui veut des mar rons?" onmisbare figuranten op dat beweeglijke toneel, dat voorstelt: Kerst feest in Parijs.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1952 | | pagina 11