OVERWINT
f'
onzejeuqó-p&qin&
Twee vriendjes
KORT VERHAAL VAN EMMA NIEUWLANO
SCHRIL giert de sirene, ver in dc
omtrek hoorbaar, ten teken dat
de dagtaak op de grote scheepswerf
als geëindigd beschouwd kan worden.
Even later spoeden de eerste arbei
ders zich naar buiten. De rij groeit
gestadig, wordt al breder, al dich
ter.
De visman met Hollandse Nieuwe
heeft zich met zijn carrier vlak bij de
uitgang der werf geposteerd. Hij
heeft er op gerekend dat heel wat
mannen behoefte zullen hebben aan
een hartige hap en wel een paar hon
derd haringen schoon gemaakt, die
hij grif kwijt raakt. Terwijl deze en
gene de staart van het malse zee
banket tussen duim en vinger neemt
en vervolgens de vis door zijn keel
gat laat glijden, gaat de stroom werk-
In een minimum van tijd is de bus,
die juist voor het hek stopt, stamp
vol geladen. Bij de halte van een
andere lijn, vijf minuten verder,
staat al een flinke rij. Nog meerde
ren wachten op de tram. die hen naar
de naburige grote stad zal vervoe
ren. En naast de stroom voetgangers
racen de fietsers wiel aan wiel.
Wie om deze tijd de brede straat
over wil steken doet er verstandig
aan te bedenken dat dit gedurende
een minuut of twintig vrijwel niet zon.
der levensgevaar te doen is. Stoere
mannen, drinkensblik en „stikke"zak
aan elkaar gebonden, bengelend aan
arm of broekriem; jonge kerels met
ontblote borst, allemaal hebben ze
haast om thuis te komen, waar moe
der-de-vrouw of moeder, naar gelang
ze getrouwd zijn of ongehuwd, wacht
met het warme maal, waarnaar ze na
volbrachte dagtaak verlangen.
Jaap Geertsen is op weg naar zijn
kosthuis. Het is al weer geruime tijd
dat hij tot het grote personeel van de
scheepswerf behoort. Zijn vader had
hem graag in de zaak gehad, een goed
renderende bakkerij in een provincie
plaats. Maar Jaap voelde daar niets
voor, evenmin als zijn broer, die on
derwijzer geworden is.
Jaap heeft van zijn kinderjaren af
de wens gehad om timmerman te wor
den. Later, toen hij een poosje op de
ambachtsschool ging, wist hij: scheeps
timmerman. Dat vond hij een fijn
vak. En schepen moest Nederland
toch ook hebben, evengoed als brood.
Of we in de toekomst nu landbouw-
of industrieproducten uit te voeren
hadden, dat deed er niets toe: sche
pen moesten er in beide gevallen zijn
en Jaap ging mee helpen die sche
pen bouwen.
In zijn geboorteplaats was geen ge
legenheid voor hem om in het be
geerde vak terecht te komen, dus
moest Jaap van huis. Zo kwam hij
dan op de grote scheepswerf aan de
Maas en in de kost bij de familie De
Rooy, een weduwe met twee dochters
Op de werf had hij het al spoedig
best naar zijn zin. Hij had animo voor
het eenmaal gekozen vak en, zoals dat
met zulke mensen meestal gaat: ze
presteren wat en komen vooruit. Jaap
Geertsen verdient zijn boterham en de
laatste tijd een goede boterham ook.
In zijn kosthuis met huiselijk ver
keer heeft hij het best, over eten en
verzorging valt niet te klagen. Maar
wie in de sfeer geleefd heeft van een
ouderlijk tehuis op zijn best, mist bij
vreemden altijd iets.
„Waarom zou ik feitelijk niet trou
wen en een eigen gezin stichten?"
denkt Jaap de laatste tijd telkens
weer. Ja, daarvoor moet je eerst een
meisje hebben, maar hij- weet wel wie
hij kiezen zal. „Cathrien", denkt hij,
„die moet het zijn."
Een primitieve steenbakkerij in de nabijheid van een plaats, tvaar de
bevolkingsaanwas de boute van huizen nodig maakt.
(Zie artikel op pag. 1
(Vervolg van pag. 1)
V€L€ voqeLs
ons veRUten
gen de nieuwe weg naar het onbe
kende land kunnen vinden.
Op hun tocht vermijden de vogels
de trek over wijde oceanen en bij
het overvliegen ener zee, zoeken zij
de smalste plaats uit Liefst vliegen
ze dan van eiland tot eiland.
Ook vliegen ze niet graag over ho
ge bergtoppen maar ze volgen de
route door de dalen.
Nu is de herfsttrek der vogels een
gemoedelijke reis, die zonder over
haasting of geforceerde vluchten
wordt volbracht. Het komt voor, dat
ze in deze tijd per dag slechts enkele
tientallen kilometers afleggen en
rustig, soms weken aaneen, op een
voedselrijk plaatsje blijven rond
zwerven, zonder de reis te vervolgen,
vooral wanneer het weer gunstig is.
Slecht weer dringt hen de trek weer
te beginnen Weersverandering,
„voorvoelen" de dieren, naar men
gelooft, een uur of acht.
Ook de windrichting speelt een gro
te rol. Liefst vliegen ze natuurlijk
voor de wind!
Bij mistig weer wordt de trek on
derbroken. Zwaluwen en nachtegalen
trekken vooral 's nachts, kraaien en
ganzen overdag.
Op de trek schikken vele vogels
zich gewoonlijk in formatie. Let maar
op de wilde ganzen, die de V-vorm
kiezen. Zo wordt de weerstand van de
wind overwonnen.
In het donker van de „treknacht"
houdt een aanhoudend roepgclui, uit
gestoten door de deelnemers van de
vlucht, de leden bij elkaar!
Nauwkeurig wordt in deze dagen
de trek dier vogels bestudeerd door
de leden van de vogelwerkgroep van
de Kon. Nederl. Natuurhistorische Ver
eniging en de Nederlandse Jeugdbond,
enz. Zij zullen 18, 19 en 26 October,
1 en 2 November hun waarnemings
posten in West-Brabant en de
Zeeuwse eilanden enz. weer bezetten.
Gadegeslagen wordt dan dc trek van
de vink, de leeuwerik en de spreeuw.
Dat het weer hierbij een belangrijke
rol speelt, spreekt vanzelf. Zo zullen
de vogels bij Zuidenwind wel, maai
bij Noord-Westen- en Noordenwind
gewoonlijk niet trekken.
Hij opent de huisdeur en gaat re
gelrecht naar zijn kamertje, waar hij
zich terstond ontdoet van zijn werk-
goed, dat er nu eenmaal niet helder
en fris uit kan zien. Evenmin zijn li
chaam na een dag hard werken in de
warmte en in een omgeving, waar
stof en vuil niet te weren is. Een
scheepswerf is nu eenmaal geen kan
toor of school, waar je met een boord,
je om heen kunt gaan.
In een kwartier is hij schoon gewas
sen, geschoren en gekleed in een nog
vrij goed pakje, dat hij 's avonds
draagt. Zo verschijnt hij in de huis
kamer met een vriendelijke groet en
een opgewekt humeur.
Wim, de zoon des huizes, zit een
sigaret te roken. Cathrien loopt af en
aan om de tafel te dekken. Mevrouw
De Rooy is nog in de keuken bezig.
Dan loopt Wim even het tuintje in ach
ter het huis en Jaap is een moment
met Cathrien alleen in de kamer.
Nu wil hij vragen of hij haar van
avond van de cat mag komen halen,
maar hij komt er weer niet toe. Het
is zo vreemd met die Cathrien, dik
wijls heeft hij het gevoel dat ze hem
wel mag en dan weer kan ze zo'n
gereserveerde houding aannemen, als
of ze bang is dat hij toenadering zal
zoeken. Jaap begrijpt het niet en be
sluit nog wat geduld te hebben.
Wat Jaap niet weet is dat Cathrien
hem daarstraks thuis zag komen en
zich voor de zoveelste maal geërgerd
heeft. Dat ergeren is begonnen toen,
nadat mijnheer Berg naar een ande
re plaats vertrokken was, moeder
Jaap Geertsen in diens plaats als kost
ganger nam. „Hè, moes, zo'n werk
man met zulk vuil goed", had Ca
thrien gezegd, „hoe kunt U dat nu
doen?"
Dat er nu eenmaal terwille van de
verdienste iemand in huis genomen
moest worden, nu ja, dat was niet zo
erg. Maar waarom dan tenminste
geen heer, zoals mijnheer Berg. Waar
om nu zo'n man, waarvoor je je ge
neren moest dat hij je deur in en
uit ging?
Moeder was boos geworden „Schaam
je. je niet?" had ze Cathrien ge
vraagd. „Is iemand er minder om
dat hij werk doet waar hij vuil van
wordt? Alle werk is goed. Cathrien,
in Gods ogen is een arbeider even
goed als iemand die herenwerk ver
richt. Het ligt er maar aan hoe dat
werk gedaan wordt. Of God er mede
gediend wordt. Het meer of minder
verheven zijn van een mens ligt niet
in het uiterlijk maar in het innerlijk!
Dat weet je toch ook wel, Cathrien?
Overigens is Geertsen een keurig per
soon. Hij komt niet in z'n werkgoed
aan tafel 's avonds, hij weet zich best
te gedragen, dat heb ik al lang gezien.
Cathrien wist het inderdaad alle
maal wel. Maar ze vond het nu een
maal niet leuk. Moeder en Wim
schenen er niet om te geven, Cor ook
niet, die was zelfs verloofd met zo'n
soort jongen! Niets voor haar hoor!
Als zij nog eens tot een verloving
kwam, dan moest ze een „heer" heb
ben, een jongeman, die behoorlijk ge
kleed naar zijn werk kon gaan. met
een boordje om en zo. Ze wist best
dat iemand ook wel een heer kon zijn
op de manier, zoals moeder het be
doelde en dat het niet alleen in dat
boordje zat.
Sinds de reprimande van moeder
had Cathrien niets meer durven zeg
gen. Het zou toch ook niets gegeven
hebben, daarvoor kende ze moeder
goed genoeg.
Het bleek op de duur, dat ze alle
maal best met de nieuwe huisgenoot
overweg konden. Cathrien moest toe
geven dat hij zich keurig gedroeg,
's Avonds en 's Zondags zag hij er
altijd netjes uit. Ook kon hij onder-
houdend praten. Onontwikkeld was
hij vast niet.
Cathrien, die aanvankelijk wat stug
en teruggetrokken deed, begon ge
boeid naar zijn verhalen te luisteren
en mee te praten. Soms nam ze dan
plots weer een stugge houding aan,
als ze bemerkte, dat ze bezig was
sympathie voor Jaap Geertsen te gaan
gevoelen. Ze zag ook wel dat Jaap
haar wel mocht, maar tegelijkertijd
vreesde ze dat hij haar dat de een
of andere keer vertellen wilde. En
daar was Cathrien niet op gesteld
Als ze hem in zijn werkplunje zag,'
zoals daarstraks, neen, ze kon er niet
aan wennen. Ze wilde geen toenade
ring, ze verweerde zich, het kon
niet. En toch... het was wel jammer...
Jaap was een aardige, goede jongen.
Maar Cathriens ontwakende liefde had
nog wel wat te overwinnenen
daarvoor moest er eerst nog wat ge
beuren.
De zomer was voorbijgegaan zon
der dat Jaap ook maar iets gevorderd
was in zijn pogingen om met Ca
thrien de Rooy op meer intieme voet
te komen. Hij voelde dat het goede
ogenblik waarop hij kans zou hebben
nog steeds niet aangebroken was. Hij
wist dat er geen mededinger in het
spel kon zijn en besloot zijn tijd af
te wachten.
Moeder De Rooy is met Cathrien,
die een betrekking voor halve da
gen waarneemt en 's middags thuis
helpt, aan de najaarsschoonmaak als
De gracht
Nu staan de wolken stiller en
de gracht
Verdonkert zeer onder het loof
der bomen.
Zal deze avond nog het einde komen,
Zullen de blaren vallen deze nacht,
Gebogen naar de spiegeling der
dromen,
Die een voorbije zomer heeft
gebracht?
Neen, neen, de blaren vallen
deze nacht
Nog niet, het einde is nog niet
gekomen.
Niet voor zij donker van het
laatste licht,
Niet voor zij zat zijn van de
laatste droom,
De laatste zonnige Oktoberdag,
Zullen zij vol zijn tot het laatst
gericht,
Zullen zij zwaar zijn tot de
veegste zoom,
Zullen zij vallen, langzaam als
een vlag.
MUUS JACOBSE.
er gebeld wordt en een vreemde man
voor de deur staat.
„Goedenmiddag, woont hier ene
Geertsen?"
„Ja", zegt Cathrien, die open doet.
„Bent U familie?"
„Neen, hij is hier in de kost."
„O, ja, hij ligt in het ziekenhuis
ziet U, gevallen op zijn werk, een
been gebroken."
Verbouwereerd weet Cathrien niets
te zeggen dan „Moeder".
Moeder komt al naar de deur en de
man zegt zijn boodschap nog eens.
Mevrouw De Rooy doet enkele vra
gen, maar krijgt er geen antwoord
op.
„Ik moest de boodschap zo afgeven,
verder weet ik er niets van. U kunt
natuurlijk vanavond naar het zieken
huis gaan."
„Dat zullen we dan maar doen, be
dankt voor de boodschap."
Er wordt besloten dat Wim zal
gaan. Moeder is te moe en Cathrien
heeft naailes. Haar gedachten zijn
echter in het ziekenhuis bij Jaap. Na
de les rent ze naar huis om zo gauw
mogelijk te horen hoe het gesteld is.
Dan vertelt Wim dat Geertsen niet
alleen een been gebroken heeft, maar
ook wonden aan het hoofd bekomen.
„Bijna het hele hoofd zit in verband",
zegt Wim, „en hij heeft veel pijn."
Cathrien zit bleek en stil met de
krant voor zich, waarin ze niet leest.
Alleen moeder merkt dat en raadt
haar vroeg naar bed te gaan Slapen
kan ze echter niet, haar gedachten
zijn steeds maar bij Jaap. De vol
gende middag gaat moeder er heen.
Cathrien wacht gespannen moeders
terügkomst af.
„Hoe is het?"
„Niet zo best, hij heeft nogal pijn."
„Zal ik... kan ik...?"
Ga maar kind, hij heeft naar je
gevraagd."
De portier wijst haar de weg, een
lange gang en nog een gang. Dan is
er de grote zaal met het hoekje, waar
Jaap ligt, achter een scherm. Slaapt
hij?
„Jaap", zegt ze zacht.
Dan gaan de ogen even open, hij
tast naar haar hand.
„Cathrientje", zegt hij nauwelijks
hoorbaar, en .-.oost dan weer weg Maar
haar hand blijft in de zijne gevan
gen.
Zo zit ze daar een half uur naast
zijn bed. Ze weet dat niets er op aan
komt dan dit ene: dat Jaap beter
mag worden. Daar bidt ze om uit
dc grond van haar hart, maar niet
minder om vergeving, dat ze om
zo'n onzinnige ïeden zich verzet heeft
tegen hun liefde. Want ze weet nu
dat ze van elkaar houden en dat niets
die liefde in de weg kan staan als
God Jaap's levpn maar wil sparen.
Jaap is wel enkele dagen erg naar
en koortsig, maar levensgevaar is
er toch niet bepaald. Een gebroken
been heeft echter wat tijd nodig om
te genezen.
Al die tijd komt Cathrien dagelijks
op bezoek.
En dan breekt de dag aan, dat Jaap
uit het ziekenhuis ontslagen wordt, zij
het dan met een min of meer stijf
been.
Na nog wat geoefend en rondgewan
deld te hebben, gaat hij tenslotte
weer aan het werk, al is het dat hij
voorlopig ontzien moet worden. Maar
hij is al gelukkig, dat hij weer in zijn
geliefde vak terug kan, dat had ook
anders kunnen zijn! Dubbel gelukkig
nu, omdat hij Cathrien gewonnen
heeft.
En Cathrien? Ze houdt van Jaap
zoals hij is. Moeder heeft gelijk.
Wat komt het er op aan of iemand
oen oud jasje aan heeft, als onder
dat jasje een hart klopt, dat uit het
goede hout gesneden is?
HET zijn twee goede kameraadjes,
Niek en Robbie.
Niek's vader is dokter. Als Rob
bie, of een van zijn broertjes en zus
jes ziek is, gaat Niek's vader naar
het huis van Robbie toe.
En Robbie's vader is tuinman. Als
het tijd is. om de appelbomen te
snoeien, of het gras te maaien, dan
gaat Robbie's vader naar het huis
van Niek. Hij neemt dan Robbie mee.
Dat vinden Niek en Robbie allebei
even fijn. Weet je, waarom?
Omdat ze zo graag samen spelen?
Ja, dat ook. Maar het allerprettigst
vindt Niek het toch, om Robbie's va
der echt te helpen.
Robbie en zijn vader blijven soms
wel de hele dag. Er is ook zoveel
te doen in de tuin. En de jongens
mogen meedoen. Robbie is dat wel
gewend. Die doet dat thuis zo vaak.
Hij vindt het eigenlijk niet eens zo
prettig meer.
Maar toch is Robbie graag bij
Niek. En weet je. hoe dat komt?
Niek heeft zo'n mooie blokkendoos.
En ook een echte trein.
Op een mooie voorjaarsdag is Rob
bie al vroeg gekomen. De tuinman
kwam op zijn grote bakfiets, en Rob
bie zat in de bak, midden tussen het
tuingereedschap. Dat vond Niek mooi.
Hè, hij zou ook wel eens in die bak
fiets willen zitten.
En de hele morgen is Niek nu al
in de tuin bezig. Robbie's vader heeft
het druk. Hij maait het gras en steekt
de randen netjes gelijk. Niek mag
meedoen. Niek heeft een eigen tuin
tje, maar dat was nog helemaal niet
netjes in orde. Nu zegt de tuinman,
hoe hij doen moet. Hij krijgt een
paar graszoden, die mag hij zelf in
smalle reepjes steken. Die reepjes
worden om het tuintje heen gelegd.
Er komen een paar violenplantjes
in. En in het midden tekent de tuin
man een grote N de N van
Niek! In die letter mag Niek sterre-
kers zaaien. Over een paar dagen
komt het zaad op, en dan staat er
op de aarde een groene N. Dan kan
iedereen goed zien, dat het Niek's
tuintje is, en als die sterrekers dan
hoog genoeg gegroeid is, mag Niek
die groene stengeltjes afsnijden.
Robbie is naar binnen gegaan. Daar
zit Niek's kleine zusje in het loop
rek. En daar staat Niek's speelta
feltje, met de blokkendoos en de
grote, mooie trein.
Dat is nog eens fijn! Robbie mag
in Niek's stoeltje zitten. Hij mag
met de blokken bouwen, zoveel hij
wil. Eerst bouwt hij een garage. En
dan een groot station. Daar kan de
trein dan .binnenrijden. Tuut-tuut,
daar komt er al een aan. Dat is de
trein uit Amsterdam. Robbie wil con
ducteur worden als hij groot is. Dan
kan hij 'altijd rijden met zo'n trein.
Wat speelt hij hier toch heerlijk.
DIK TROM
Hebben jullie wel eens een boek
over Dik Trom gelezen? Ja, nu dan zöl
je deze jongen best herkennen, want
dit is Dik Trom. En nu moeten jullie
aan de weet zien te komen waar hü
op zit. Dat is erg gemakkelijk, je trekt
gewoon een lijn van 1 naar 2 en van
2 naar 3 en zo maar door. Maar dan
ben je nog niet klaar. Ik had graag,
dat jullie Dik Trom ook kleurden. Dus
er zijn twee opgaven, lijnen trekken
en kleuren. Zoals altijd.... de prijzen
liggen al klaar.
Thuis gaat dat lang zo prettig niet,
vindt Robbie. Daar moet hij zo dik
wijls op zijn kleine broertjes passen,
en die gooien dan zijn blokken door
elkaar. En hier krijgt hij van Niek's
moeder een kopje chocolademelk.
Dat krygt hij thuis óók niet. Of Rob
bie ook graag met zijn vader mee
gaat naar het huis van de dokter!
Daar komt Niek binnen. Hij heeft
Robbie's klompen gevonden, die voor
de deur zijn blijven staan. Ze zien
er zo mooi uit, helemaal geel ge
verfd. Niek heeft zijn schoenen uit
getrokken, en Robbie's klompen aan
gepast. Daarmee komt hij nu maar
zo de kamer ingestapt, en zegt: „Hè,
moeder, mag ik óók eens een paar
klompen hebben?"
Moeder lacht. „Dat mag wel", zegt
ze. „Maar klompen draag je alleen
maar in de tuin. Je moet er nooit
de kamer mee binnenkomen. Robbie
heeft ze netjes voor de deur laten
staan."
Ja, dat is waar Niek stapt nu
ook maar gauw uit de klompen, en
zet ze in de gang. Samen spelen de
twee vriendjes nu nog een poosje
met de trein. En dan is het al twaalf
uur geworden. De tuinman gaat naar
huis. Hij roept: „Robbie! Komen!"
„Kom gauw", zegt Robbie. Hij
gaat Niek's moeder goedendagzeggen,
en dan loopt hij vlug naar buiten.
Niek loopt mee.
De tuinman staat bij zijn bakfiets.
„Stap maar in, jongens", zegt hij.
„Wil je mee, Niek? Ga 't maar gauw
aan je moeder vragen"
Niek holt naar moeder. Ja, geluk
kig, hij mag mee. De tuinman woont
niet ver. Niek kan best alleen terug
komen.
Dan klimmen ze allebei in de grote
bak. Wat zitten ze daar prettig op
het afgemaaide gras. En de tuin
man zit op de fiets, en trapt wat
hij kan. Dat gaat pas echt!
Als ze bij het huis van de tuin
man zijn gekomen, moet Niek er uit.
„Kom je gauw weer terug?" vraagt
hij aan Robbie.
„Volgende week", zegt de tuinrpan.
„Rijden jullie dan wéér mee?"
Dat wil Niek graag „Alstublieft"
zegt hij. En dan roept hij „Daag"
en holt, zo hard hij kan, de weg af,
want zo dadelijk is het etenstijd.
Vader komt juist met dc auto het
hek inrijden, en dan bedenkt Niek
ineens wat heel moois. Hij springt
naar vader toe en vraagt- „Mogen
we met u nu ook eens meerijden, va
der? Robbie en ik? Mag dat?"
Vader lacht eens. Hij heeft de jon
gens daarstraks wel in de bakfiets
zien zitten.
„Nu, goed dan", zegt vader. „Jul
lie mogen ook eens een keertje met
mij mee."
Samen gaan ze het huis in, Vader
en Niek. Of Niek ook blij is. Vol
gende Week komt Robbie terug. Dan
zal hij het hem dadelijk vertellen.
En dan mogen ze misschien wel
gauw met vader mee! Wat zullen ze
dan een pret hebhen.
E. S.
onze BRievenBus
M'n beste nichten
Ook deze week
kreeg ik nog een
aantal briefkaarten
binnen voor Zuid-
Afrika. Het spijt me
bijzonder erg.
deze aanvragen kun-
handeling worden
genomen. Zoals ik al
eerder heb geschre
ven: de datum
inzending is reeds
lang voorbij. Zo, dat
moest eerst even van
mijn hart. Nu ga ik
jullie vertellen, wie
deze week een prijs
zullen ontvangen. De
hoofdprijs gaat i
toijl Nellie van Dijk i
ieder een troostprijs zullen krijgen,
heeft vaak lang gedu
nichten en neven sch
padvinder was waar hij wezen
De brievenbus zit weer aardig vol. Zo
heb ik hier een meiske. en wel Eke
de Boer, die vraagt wanneer het
haal van Trees en Kees Snavel afgelo
pen is. Dat weet ik niet precies hoor.
Eke. vind je het een leuke geschiede
nis? Dus jij krijgt nieuwe kleurtjes,
Ineke Slagter. Wat zal ik dan mooie
oplossingen van jou krijgen, zeg. Arme
Lenie Ruijgrok, nog steeds met een zere
hiel op bed, of mag je er alweer uit?
't Beste er mee hoor. Maggie Visscher
heeft de eerste prijs gewonnen. Gefeli
citeerd hoor en zeg, doe je llenny
de groeten? Hoe staat het met het brei
en Ria Bol? Ben je al aan een sok
bezig of zit je nog met je „broddellapjc"?
Hebben jullie voor de radio gezongen,
Ankie en Miep Bontje of waren jullie
toen nog niet op dat koor? Hartelijk
bedankt voor je gedichtje, Wim Maar-
tense. Die Jan moet zijn leven gaan
beteren, vind je zelf ook niet. Ik vind
jouw postpapier erg mooi Anneke
van dc Kruk, vooral de gekleurde rand
aan de bovenkant is leuk Nog wel ge
feliciteerd met je verjaardag. Jannie
Kooseboom. Ik hoop, dat je een gezel
lige dag hebt gehad. Jannie Kerkhoven
heeft zelf een poppenhuis gemaakt met
een lamp en een radio erin Dat is knap.
Jannie. hoeveel popjes heb je er voor
Ik geloof, dat ik het antwoord op
jouw raadsel weet. Geertje van Ee, is
het niet neger en regen? Jij kunt me
daar rijmen, hoor Adrie de Graaf. Jij
moet op 5 December Sinterklaas maar
een handje gaan helpen Het geeft niets
hoor, Willie van Dijk, dat jouw moeder
je wat helpt als de puzzle voor jou wat
moeilijk is. Jan Iloogendijk had zijn
brief heel leuk versierd met allerlei te
keningen. Aardig gedaan Jan. Zou jij
wel op een kasteel willen wonen. Trudy
van der Velde? Nou ik ook wel. maai
niet alleen hoor, veronderstel, dat het
familiespook eens een boze bui krijgt.
Wil jij ook zo graag eens oen keertje
in de brievenbus staan, Nelly van der
Perk, nu bij deze dan. De vader van
Adri den Otter is politie-agervt, schrijft
allebei lekker slapen
)hij. Pas dan maar goed op. dat je ach
terlichtje brandt, Adri, of fiets jij nog
niet. Of ik eens een keer op visite kom,
vraagt Corry PUisier. Ik zou het
graag doen, Corry, maar zeg, veron
derstel. dat ik al mijn nichten en neven
moest bezoeken. Ik denk, dat ik dan
wel een paar maanden nodig zou heb
ben. Jouw zusje heeft maar geluk ge
had, Annie Verhagen om een prijs te
winnen. Zij hoopt zeker, dat er nu gauw
een kleurwedstrijd in dc krant komt.
Jij had een gezellige brief geschreven.
Corrie Sprangcrs. Hebben Jullie een
prettige dag gehad toen grootvader
jarig was? Bij Joke de Kooter heelt
men niet minder dan negentien jonge
konijntjes. Lief hè, die kleine springers-
Eddy Grundmann wordt morgen drie
jaar en nu „wil hij graag in het Zon
dagsblad staan", lees ik hier op een
kaartje. Wel, Eddy zal het zelf nog
wel niet kunnen lezen, maar wij hopen
allemaal dat hij een grote jongen zal
worden Marrie de Kievit heeft ccn ka
narie thuis, schrijft zij en hoe drukker
het is. hoe harder hij zingt. Dat zal dan
een herrie wezen zeg. Dus jij bent ook
padvinder, Daan Los, dan /.al jij wel
extra je best hebben gedaan op de
puzzle van vorige weck. Je kunt ine ge
loven of niet. Rika van Noortwijk.
maar ik zou ook wel zo'n auto willen
hebben en jij? Wanneer is de uitvoering
Nieske Spijker, zingen jullie alleen
maar versjes of voeren jullie ook nog
een zangspel of iets dergelijks uil
Schiet je al op met de regenmantel.
Jannie Kraak? Dat lijkt me fijn zeg. om
zelf te kunnen naaien. Maak je ook al
jurken en zo?
Meisjes en jongens wc gaan de brie
venbus weer besluiten met de nieuwe
lingen. Het zijn deze week Gonny Hoon.
houd, Willy van Oosten, Gerrie Blonk.
Diewert Dekkers, Korric, Didi en Arie
Jan Batenburg, Rietje van Vcelen, Bern-
hard Huurman en Beppie Ploostci Km-
ders, t allerbeste allemaal en tot vol
gende keer, jullie.
TANTE JOS.
ïVWQWWV-VVVVVWWVVVVVQ'rVj:
•S DOEN JULLIE WEER MEE? g
Nog maar net waren de laatste
!ft kaarten van de meisjes en jon- S
V gens, die met Zuid-Afrika willen
"jj corresponderen binnen, of er *5-
b kwam weer een nieuw verzoek.
Vorige week kreeg ik een brief p
-a van „Around the world friends",
f- een organisatie in Amerika. Deze
b instantie zou graag namen en f?
adressen hebben van meisjes en
jongens, die met een Amerikaans 1
kind willen corresponderen. Wat
denken jullie ervan? Als je mis- r.
-S schren zelf nog niet een Engelse
brief kunt schrijven, weet je wel-
licht wel iemand, die graag bric/-
-j* wisseling met Amerika u>»l g
b roeren. Laten z\j, die mee willen
■d doen, een briefkaartje schrijven
naar Around the world friends'',
550 Fifth Avenue, New York 36.
N.Y. Dus niet zoals vorige keer p
<t een briefkaartje naar mij, maar
direct naar New York.
TANTE JOS.