OVERWINT f' onzejeuqó-p&qin& Twee vriendjes KORT VERHAAL VAN EMMA NIEUWLANO SCHRIL giert de sirene, ver in dc omtrek hoorbaar, ten teken dat de dagtaak op de grote scheepswerf als geëindigd beschouwd kan worden. Even later spoeden de eerste arbei ders zich naar buiten. De rij groeit gestadig, wordt al breder, al dich ter. De visman met Hollandse Nieuwe heeft zich met zijn carrier vlak bij de uitgang der werf geposteerd. Hij heeft er op gerekend dat heel wat mannen behoefte zullen hebben aan een hartige hap en wel een paar hon derd haringen schoon gemaakt, die hij grif kwijt raakt. Terwijl deze en gene de staart van het malse zee banket tussen duim en vinger neemt en vervolgens de vis door zijn keel gat laat glijden, gaat de stroom werk- In een minimum van tijd is de bus, die juist voor het hek stopt, stamp vol geladen. Bij de halte van een andere lijn, vijf minuten verder, staat al een flinke rij. Nog meerde ren wachten op de tram. die hen naar de naburige grote stad zal vervoe ren. En naast de stroom voetgangers racen de fietsers wiel aan wiel. Wie om deze tijd de brede straat over wil steken doet er verstandig aan te bedenken dat dit gedurende een minuut of twintig vrijwel niet zon. der levensgevaar te doen is. Stoere mannen, drinkensblik en „stikke"zak aan elkaar gebonden, bengelend aan arm of broekriem; jonge kerels met ontblote borst, allemaal hebben ze haast om thuis te komen, waar moe der-de-vrouw of moeder, naar gelang ze getrouwd zijn of ongehuwd, wacht met het warme maal, waarnaar ze na volbrachte dagtaak verlangen. Jaap Geertsen is op weg naar zijn kosthuis. Het is al weer geruime tijd dat hij tot het grote personeel van de scheepswerf behoort. Zijn vader had hem graag in de zaak gehad, een goed renderende bakkerij in een provincie plaats. Maar Jaap voelde daar niets voor, evenmin als zijn broer, die on derwijzer geworden is. Jaap heeft van zijn kinderjaren af de wens gehad om timmerman te wor den. Later, toen hij een poosje op de ambachtsschool ging, wist hij: scheeps timmerman. Dat vond hij een fijn vak. En schepen moest Nederland toch ook hebben, evengoed als brood. Of we in de toekomst nu landbouw- of industrieproducten uit te voeren hadden, dat deed er niets toe: sche pen moesten er in beide gevallen zijn en Jaap ging mee helpen die sche pen bouwen. In zijn geboorteplaats was geen ge legenheid voor hem om in het be geerde vak terecht te komen, dus moest Jaap van huis. Zo kwam hij dan op de grote scheepswerf aan de Maas en in de kost bij de familie De Rooy, een weduwe met twee dochters Op de werf had hij het al spoedig best naar zijn zin. Hij had animo voor het eenmaal gekozen vak en, zoals dat met zulke mensen meestal gaat: ze presteren wat en komen vooruit. Jaap Geertsen verdient zijn boterham en de laatste tijd een goede boterham ook. In zijn kosthuis met huiselijk ver keer heeft hij het best, over eten en verzorging valt niet te klagen. Maar wie in de sfeer geleefd heeft van een ouderlijk tehuis op zijn best, mist bij vreemden altijd iets. „Waarom zou ik feitelijk niet trou wen en een eigen gezin stichten?" denkt Jaap de laatste tijd telkens weer. Ja, daarvoor moet je eerst een meisje hebben, maar hij- weet wel wie hij kiezen zal. „Cathrien", denkt hij, „die moet het zijn." Een primitieve steenbakkerij in de nabijheid van een plaats, tvaar de bevolkingsaanwas de boute van huizen nodig maakt. (Zie artikel op pag. 1 (Vervolg van pag. 1) V€L€ voqeLs ons veRUten gen de nieuwe weg naar het onbe kende land kunnen vinden. Op hun tocht vermijden de vogels de trek over wijde oceanen en bij het overvliegen ener zee, zoeken zij de smalste plaats uit Liefst vliegen ze dan van eiland tot eiland. Ook vliegen ze niet graag over ho ge bergtoppen maar ze volgen de route door de dalen. Nu is de herfsttrek der vogels een gemoedelijke reis, die zonder over haasting of geforceerde vluchten wordt volbracht. Het komt voor, dat ze in deze tijd per dag slechts enkele tientallen kilometers afleggen en rustig, soms weken aaneen, op een voedselrijk plaatsje blijven rond zwerven, zonder de reis te vervolgen, vooral wanneer het weer gunstig is. Slecht weer dringt hen de trek weer te beginnen Weersverandering, „voorvoelen" de dieren, naar men gelooft, een uur of acht. Ook de windrichting speelt een gro te rol. Liefst vliegen ze natuurlijk voor de wind! Bij mistig weer wordt de trek on derbroken. Zwaluwen en nachtegalen trekken vooral 's nachts, kraaien en ganzen overdag. Op de trek schikken vele vogels zich gewoonlijk in formatie. Let maar op de wilde ganzen, die de V-vorm kiezen. Zo wordt de weerstand van de wind overwonnen. In het donker van de „treknacht" houdt een aanhoudend roepgclui, uit gestoten door de deelnemers van de vlucht, de leden bij elkaar! Nauwkeurig wordt in deze dagen de trek dier vogels bestudeerd door de leden van de vogelwerkgroep van de Kon. Nederl. Natuurhistorische Ver eniging en de Nederlandse Jeugdbond, enz. Zij zullen 18, 19 en 26 October, 1 en 2 November hun waarnemings posten in West-Brabant en de Zeeuwse eilanden enz. weer bezetten. Gadegeslagen wordt dan dc trek van de vink, de leeuwerik en de spreeuw. Dat het weer hierbij een belangrijke rol speelt, spreekt vanzelf. Zo zullen de vogels bij Zuidenwind wel, maai bij Noord-Westen- en Noordenwind gewoonlijk niet trekken. Hij opent de huisdeur en gaat re gelrecht naar zijn kamertje, waar hij zich terstond ontdoet van zijn werk- goed, dat er nu eenmaal niet helder en fris uit kan zien. Evenmin zijn li chaam na een dag hard werken in de warmte en in een omgeving, waar stof en vuil niet te weren is. Een scheepswerf is nu eenmaal geen kan toor of school, waar je met een boord, je om heen kunt gaan. In een kwartier is hij schoon gewas sen, geschoren en gekleed in een nog vrij goed pakje, dat hij 's avonds draagt. Zo verschijnt hij in de huis kamer met een vriendelijke groet en een opgewekt humeur. Wim, de zoon des huizes, zit een sigaret te roken. Cathrien loopt af en aan om de tafel te dekken. Mevrouw De Rooy is nog in de keuken bezig. Dan loopt Wim even het tuintje in ach ter het huis en Jaap is een moment met Cathrien alleen in de kamer. Nu wil hij vragen of hij haar van avond van de cat mag komen halen, maar hij komt er weer niet toe. Het is zo vreemd met die Cathrien, dik wijls heeft hij het gevoel dat ze hem wel mag en dan weer kan ze zo'n gereserveerde houding aannemen, als of ze bang is dat hij toenadering zal zoeken. Jaap begrijpt het niet en be sluit nog wat geduld te hebben. Wat Jaap niet weet is dat Cathrien hem daarstraks thuis zag komen en zich voor de zoveelste maal geërgerd heeft. Dat ergeren is begonnen toen, nadat mijnheer Berg naar een ande re plaats vertrokken was, moeder Jaap Geertsen in diens plaats als kost ganger nam. „Hè, moes, zo'n werk man met zulk vuil goed", had Ca thrien gezegd, „hoe kunt U dat nu doen?" Dat er nu eenmaal terwille van de verdienste iemand in huis genomen moest worden, nu ja, dat was niet zo erg. Maar waarom dan tenminste geen heer, zoals mijnheer Berg. Waar om nu zo'n man, waarvoor je je ge neren moest dat hij je deur in en uit ging? Moeder was boos geworden „Schaam je. je niet?" had ze Cathrien ge vraagd. „Is iemand er minder om dat hij werk doet waar hij vuil van wordt? Alle werk is goed. Cathrien, in Gods ogen is een arbeider even goed als iemand die herenwerk ver richt. Het ligt er maar aan hoe dat werk gedaan wordt. Of God er mede gediend wordt. Het meer of minder verheven zijn van een mens ligt niet in het uiterlijk maar in het innerlijk! Dat weet je toch ook wel, Cathrien? Overigens is Geertsen een keurig per soon. Hij komt niet in z'n werkgoed aan tafel 's avonds, hij weet zich best te gedragen, dat heb ik al lang gezien. Cathrien wist het inderdaad alle maal wel. Maar ze vond het nu een maal niet leuk. Moeder en Wim schenen er niet om te geven, Cor ook niet, die was zelfs verloofd met zo'n soort jongen! Niets voor haar hoor! Als zij nog eens tot een verloving kwam, dan moest ze een „heer" heb ben, een jongeman, die behoorlijk ge kleed naar zijn werk kon gaan. met een boordje om en zo. Ze wist best dat iemand ook wel een heer kon zijn op de manier, zoals moeder het be doelde en dat het niet alleen in dat boordje zat. Sinds de reprimande van moeder had Cathrien niets meer durven zeg gen. Het zou toch ook niets gegeven hebben, daarvoor kende ze moeder goed genoeg. Het bleek op de duur, dat ze alle maal best met de nieuwe huisgenoot overweg konden. Cathrien moest toe geven dat hij zich keurig gedroeg, 's Avonds en 's Zondags zag hij er altijd netjes uit. Ook kon hij onder- houdend praten. Onontwikkeld was hij vast niet. Cathrien, die aanvankelijk wat stug en teruggetrokken deed, begon ge boeid naar zijn verhalen te luisteren en mee te praten. Soms nam ze dan plots weer een stugge houding aan, als ze bemerkte, dat ze bezig was sympathie voor Jaap Geertsen te gaan gevoelen. Ze zag ook wel dat Jaap haar wel mocht, maar tegelijkertijd vreesde ze dat hij haar dat de een of andere keer vertellen wilde. En daar was Cathrien niet op gesteld Als ze hem in zijn werkplunje zag,' zoals daarstraks, neen, ze kon er niet aan wennen. Ze wilde geen toenade ring, ze verweerde zich, het kon niet. En toch... het was wel jammer... Jaap was een aardige, goede jongen. Maar Cathriens ontwakende liefde had nog wel wat te overwinnenen daarvoor moest er eerst nog wat ge beuren. De zomer was voorbijgegaan zon der dat Jaap ook maar iets gevorderd was in zijn pogingen om met Ca thrien de Rooy op meer intieme voet te komen. Hij voelde dat het goede ogenblik waarop hij kans zou hebben nog steeds niet aangebroken was. Hij wist dat er geen mededinger in het spel kon zijn en besloot zijn tijd af te wachten. Moeder De Rooy is met Cathrien, die een betrekking voor halve da gen waarneemt en 's middags thuis helpt, aan de najaarsschoonmaak als De gracht Nu staan de wolken stiller en de gracht Verdonkert zeer onder het loof der bomen. Zal deze avond nog het einde komen, Zullen de blaren vallen deze nacht, Gebogen naar de spiegeling der dromen, Die een voorbije zomer heeft gebracht? Neen, neen, de blaren vallen deze nacht Nog niet, het einde is nog niet gekomen. Niet voor zij donker van het laatste licht, Niet voor zij zat zijn van de laatste droom, De laatste zonnige Oktoberdag, Zullen zij vol zijn tot het laatst gericht, Zullen zij zwaar zijn tot de veegste zoom, Zullen zij vallen, langzaam als een vlag. MUUS JACOBSE. er gebeld wordt en een vreemde man voor de deur staat. „Goedenmiddag, woont hier ene Geertsen?" „Ja", zegt Cathrien, die open doet. „Bent U familie?" „Neen, hij is hier in de kost." „O, ja, hij ligt in het ziekenhuis ziet U, gevallen op zijn werk, een been gebroken." Verbouwereerd weet Cathrien niets te zeggen dan „Moeder". Moeder komt al naar de deur en de man zegt zijn boodschap nog eens. Mevrouw De Rooy doet enkele vra gen, maar krijgt er geen antwoord op. „Ik moest de boodschap zo afgeven, verder weet ik er niets van. U kunt natuurlijk vanavond naar het zieken huis gaan." „Dat zullen we dan maar doen, be dankt voor de boodschap." Er wordt besloten dat Wim zal gaan. Moeder is te moe en Cathrien heeft naailes. Haar gedachten zijn echter in het ziekenhuis bij Jaap. Na de les rent ze naar huis om zo gauw mogelijk te horen hoe het gesteld is. Dan vertelt Wim dat Geertsen niet alleen een been gebroken heeft, maar ook wonden aan het hoofd bekomen. „Bijna het hele hoofd zit in verband", zegt Wim, „en hij heeft veel pijn." Cathrien zit bleek en stil met de krant voor zich, waarin ze niet leest. Alleen moeder merkt dat en raadt haar vroeg naar bed te gaan Slapen kan ze echter niet, haar gedachten zijn steeds maar bij Jaap. De vol gende middag gaat moeder er heen. Cathrien wacht gespannen moeders terügkomst af. „Hoe is het?" „Niet zo best, hij heeft nogal pijn." „Zal ik... kan ik...?" Ga maar kind, hij heeft naar je gevraagd." De portier wijst haar de weg, een lange gang en nog een gang. Dan is er de grote zaal met het hoekje, waar Jaap ligt, achter een scherm. Slaapt hij? „Jaap", zegt ze zacht. Dan gaan de ogen even open, hij tast naar haar hand. „Cathrientje", zegt hij nauwelijks hoorbaar, en .-.oost dan weer weg Maar haar hand blijft in de zijne gevan gen. Zo zit ze daar een half uur naast zijn bed. Ze weet dat niets er op aan komt dan dit ene: dat Jaap beter mag worden. Daar bidt ze om uit dc grond van haar hart, maar niet minder om vergeving, dat ze om zo'n onzinnige ïeden zich verzet heeft tegen hun liefde. Want ze weet nu dat ze van elkaar houden en dat niets die liefde in de weg kan staan als God Jaap's levpn maar wil sparen. Jaap is wel enkele dagen erg naar en koortsig, maar levensgevaar is er toch niet bepaald. Een gebroken been heeft echter wat tijd nodig om te genezen. Al die tijd komt Cathrien dagelijks op bezoek. En dan breekt de dag aan, dat Jaap uit het ziekenhuis ontslagen wordt, zij het dan met een min of meer stijf been. Na nog wat geoefend en rondgewan deld te hebben, gaat hij tenslotte weer aan het werk, al is het dat hij voorlopig ontzien moet worden. Maar hij is al gelukkig, dat hij weer in zijn geliefde vak terug kan, dat had ook anders kunnen zijn! Dubbel gelukkig nu, omdat hij Cathrien gewonnen heeft. En Cathrien? Ze houdt van Jaap zoals hij is. Moeder heeft gelijk. Wat komt het er op aan of iemand oen oud jasje aan heeft, als onder dat jasje een hart klopt, dat uit het goede hout gesneden is? HET zijn twee goede kameraadjes, Niek en Robbie. Niek's vader is dokter. Als Rob bie, of een van zijn broertjes en zus jes ziek is, gaat Niek's vader naar het huis van Robbie toe. En Robbie's vader is tuinman. Als het tijd is. om de appelbomen te snoeien, of het gras te maaien, dan gaat Robbie's vader naar het huis van Niek. Hij neemt dan Robbie mee. Dat vinden Niek en Robbie allebei even fijn. Weet je, waarom? Omdat ze zo graag samen spelen? Ja, dat ook. Maar het allerprettigst vindt Niek het toch, om Robbie's va der echt te helpen. Robbie en zijn vader blijven soms wel de hele dag. Er is ook zoveel te doen in de tuin. En de jongens mogen meedoen. Robbie is dat wel gewend. Die doet dat thuis zo vaak. Hij vindt het eigenlijk niet eens zo prettig meer. Maar toch is Robbie graag bij Niek. En weet je. hoe dat komt? Niek heeft zo'n mooie blokkendoos. En ook een echte trein. Op een mooie voorjaarsdag is Rob bie al vroeg gekomen. De tuinman kwam op zijn grote bakfiets, en Rob bie zat in de bak, midden tussen het tuingereedschap. Dat vond Niek mooi. Hè, hij zou ook wel eens in die bak fiets willen zitten. En de hele morgen is Niek nu al in de tuin bezig. Robbie's vader heeft het druk. Hij maait het gras en steekt de randen netjes gelijk. Niek mag meedoen. Niek heeft een eigen tuin tje, maar dat was nog helemaal niet netjes in orde. Nu zegt de tuinman, hoe hij doen moet. Hij krijgt een paar graszoden, die mag hij zelf in smalle reepjes steken. Die reepjes worden om het tuintje heen gelegd. Er komen een paar violenplantjes in. En in het midden tekent de tuin man een grote N de N van Niek! In die letter mag Niek sterre- kers zaaien. Over een paar dagen komt het zaad op, en dan staat er op de aarde een groene N. Dan kan iedereen goed zien, dat het Niek's tuintje is, en als die sterrekers dan hoog genoeg gegroeid is, mag Niek die groene stengeltjes afsnijden. Robbie is naar binnen gegaan. Daar zit Niek's kleine zusje in het loop rek. En daar staat Niek's speelta feltje, met de blokkendoos en de grote, mooie trein. Dat is nog eens fijn! Robbie mag in Niek's stoeltje zitten. Hij mag met de blokken bouwen, zoveel hij wil. Eerst bouwt hij een garage. En dan een groot station. Daar kan de trein dan .binnenrijden. Tuut-tuut, daar komt er al een aan. Dat is de trein uit Amsterdam. Robbie wil con ducteur worden als hij groot is. Dan kan hij 'altijd rijden met zo'n trein. Wat speelt hij hier toch heerlijk. DIK TROM Hebben jullie wel eens een boek over Dik Trom gelezen? Ja, nu dan zöl je deze jongen best herkennen, want dit is Dik Trom. En nu moeten jullie aan de weet zien te komen waar hü op zit. Dat is erg gemakkelijk, je trekt gewoon een lijn van 1 naar 2 en van 2 naar 3 en zo maar door. Maar dan ben je nog niet klaar. Ik had graag, dat jullie Dik Trom ook kleurden. Dus er zijn twee opgaven, lijnen trekken en kleuren. Zoals altijd.... de prijzen liggen al klaar. Thuis gaat dat lang zo prettig niet, vindt Robbie. Daar moet hij zo dik wijls op zijn kleine broertjes passen, en die gooien dan zijn blokken door elkaar. En hier krijgt hij van Niek's moeder een kopje chocolademelk. Dat krygt hij thuis óók niet. Of Rob bie ook graag met zijn vader mee gaat naar het huis van de dokter! Daar komt Niek binnen. Hij heeft Robbie's klompen gevonden, die voor de deur zijn blijven staan. Ze zien er zo mooi uit, helemaal geel ge verfd. Niek heeft zijn schoenen uit getrokken, en Robbie's klompen aan gepast. Daarmee komt hij nu maar zo de kamer ingestapt, en zegt: „Hè, moeder, mag ik óók eens een paar klompen hebben?" Moeder lacht. „Dat mag wel", zegt ze. „Maar klompen draag je alleen maar in de tuin. Je moet er nooit de kamer mee binnenkomen. Robbie heeft ze netjes voor de deur laten staan." Ja, dat is waar Niek stapt nu ook maar gauw uit de klompen, en zet ze in de gang. Samen spelen de twee vriendjes nu nog een poosje met de trein. En dan is het al twaalf uur geworden. De tuinman gaat naar huis. Hij roept: „Robbie! Komen!" „Kom gauw", zegt Robbie. Hij gaat Niek's moeder goedendagzeggen, en dan loopt hij vlug naar buiten. Niek loopt mee. De tuinman staat bij zijn bakfiets. „Stap maar in, jongens", zegt hij. „Wil je mee, Niek? Ga 't maar gauw aan je moeder vragen" Niek holt naar moeder. Ja, geluk kig, hij mag mee. De tuinman woont niet ver. Niek kan best alleen terug komen. Dan klimmen ze allebei in de grote bak. Wat zitten ze daar prettig op het afgemaaide gras. En de tuin man zit op de fiets, en trapt wat hij kan. Dat gaat pas echt! Als ze bij het huis van de tuin man zijn gekomen, moet Niek er uit. „Kom je gauw weer terug?" vraagt hij aan Robbie. „Volgende week", zegt de tuinrpan. „Rijden jullie dan wéér mee?" Dat wil Niek graag „Alstublieft" zegt hij. En dan roept hij „Daag" en holt, zo hard hij kan, de weg af, want zo dadelijk is het etenstijd. Vader komt juist met dc auto het hek inrijden, en dan bedenkt Niek ineens wat heel moois. Hij springt naar vader toe en vraagt- „Mogen we met u nu ook eens meerijden, va der? Robbie en ik? Mag dat?" Vader lacht eens. Hij heeft de jon gens daarstraks wel in de bakfiets zien zitten. „Nu, goed dan", zegt vader. „Jul lie mogen ook eens een keertje met mij mee." Samen gaan ze het huis in, Vader en Niek. Of Niek ook blij is. Vol gende Week komt Robbie terug. Dan zal hij het hem dadelijk vertellen. En dan mogen ze misschien wel gauw met vader mee! Wat zullen ze dan een pret hebhen. E. S. onze BRievenBus M'n beste nichten Ook deze week kreeg ik nog een aantal briefkaarten binnen voor Zuid- Afrika. Het spijt me bijzonder erg. deze aanvragen kun- handeling worden genomen. Zoals ik al eerder heb geschre ven: de datum inzending is reeds lang voorbij. Zo, dat moest eerst even van mijn hart. Nu ga ik jullie vertellen, wie deze week een prijs zullen ontvangen. De hoofdprijs gaat i toijl Nellie van Dijk i ieder een troostprijs zullen krijgen, heeft vaak lang gedu nichten en neven sch padvinder was waar hij wezen De brievenbus zit weer aardig vol. Zo heb ik hier een meiske. en wel Eke de Boer, die vraagt wanneer het haal van Trees en Kees Snavel afgelo pen is. Dat weet ik niet precies hoor. Eke. vind je het een leuke geschiede nis? Dus jij krijgt nieuwe kleurtjes, Ineke Slagter. Wat zal ik dan mooie oplossingen van jou krijgen, zeg. Arme Lenie Ruijgrok, nog steeds met een zere hiel op bed, of mag je er alweer uit? 't Beste er mee hoor. Maggie Visscher heeft de eerste prijs gewonnen. Gefeli citeerd hoor en zeg, doe je llenny de groeten? Hoe staat het met het brei en Ria Bol? Ben je al aan een sok bezig of zit je nog met je „broddellapjc"? Hebben jullie voor de radio gezongen, Ankie en Miep Bontje of waren jullie toen nog niet op dat koor? Hartelijk bedankt voor je gedichtje, Wim Maar- tense. Die Jan moet zijn leven gaan beteren, vind je zelf ook niet. Ik vind jouw postpapier erg mooi Anneke van dc Kruk, vooral de gekleurde rand aan de bovenkant is leuk Nog wel ge feliciteerd met je verjaardag. Jannie Kooseboom. Ik hoop, dat je een gezel lige dag hebt gehad. Jannie Kerkhoven heeft zelf een poppenhuis gemaakt met een lamp en een radio erin Dat is knap. Jannie. hoeveel popjes heb je er voor Ik geloof, dat ik het antwoord op jouw raadsel weet. Geertje van Ee, is het niet neger en regen? Jij kunt me daar rijmen, hoor Adrie de Graaf. Jij moet op 5 December Sinterklaas maar een handje gaan helpen Het geeft niets hoor, Willie van Dijk, dat jouw moeder je wat helpt als de puzzle voor jou wat moeilijk is. Jan Iloogendijk had zijn brief heel leuk versierd met allerlei te keningen. Aardig gedaan Jan. Zou jij wel op een kasteel willen wonen. Trudy van der Velde? Nou ik ook wel. maai niet alleen hoor, veronderstel, dat het familiespook eens een boze bui krijgt. Wil jij ook zo graag eens oen keertje in de brievenbus staan, Nelly van der Perk, nu bij deze dan. De vader van Adri den Otter is politie-agervt, schrijft allebei lekker slapen )hij. Pas dan maar goed op. dat je ach terlichtje brandt, Adri, of fiets jij nog niet. Of ik eens een keer op visite kom, vraagt Corry PUisier. Ik zou het graag doen, Corry, maar zeg, veron derstel. dat ik al mijn nichten en neven moest bezoeken. Ik denk, dat ik dan wel een paar maanden nodig zou heb ben. Jouw zusje heeft maar geluk ge had, Annie Verhagen om een prijs te winnen. Zij hoopt zeker, dat er nu gauw een kleurwedstrijd in dc krant komt. Jij had een gezellige brief geschreven. Corrie Sprangcrs. Hebben Jullie een prettige dag gehad toen grootvader jarig was? Bij Joke de Kooter heelt men niet minder dan negentien jonge konijntjes. Lief hè, die kleine springers- Eddy Grundmann wordt morgen drie jaar en nu „wil hij graag in het Zon dagsblad staan", lees ik hier op een kaartje. Wel, Eddy zal het zelf nog wel niet kunnen lezen, maar wij hopen allemaal dat hij een grote jongen zal worden Marrie de Kievit heeft ccn ka narie thuis, schrijft zij en hoe drukker het is. hoe harder hij zingt. Dat zal dan een herrie wezen zeg. Dus jij bent ook padvinder, Daan Los, dan /.al jij wel extra je best hebben gedaan op de puzzle van vorige weck. Je kunt ine ge loven of niet. Rika van Noortwijk. maar ik zou ook wel zo'n auto willen hebben en jij? Wanneer is de uitvoering Nieske Spijker, zingen jullie alleen maar versjes of voeren jullie ook nog een zangspel of iets dergelijks uil Schiet je al op met de regenmantel. Jannie Kraak? Dat lijkt me fijn zeg. om zelf te kunnen naaien. Maak je ook al jurken en zo? Meisjes en jongens wc gaan de brie venbus weer besluiten met de nieuwe lingen. Het zijn deze week Gonny Hoon. houd, Willy van Oosten, Gerrie Blonk. Diewert Dekkers, Korric, Didi en Arie Jan Batenburg, Rietje van Vcelen, Bern- hard Huurman en Beppie Ploostci Km- ders, t allerbeste allemaal en tot vol gende keer, jullie. TANTE JOS. ïVWQWWV-VVVVVWWVVVVVQ'rVj: •S DOEN JULLIE WEER MEE? g Nog maar net waren de laatste !ft kaarten van de meisjes en jon- S V gens, die met Zuid-Afrika willen "jj corresponderen binnen, of er *5- b kwam weer een nieuw verzoek. Vorige week kreeg ik een brief p -a van „Around the world friends", f- een organisatie in Amerika. Deze b instantie zou graag namen en f? adressen hebben van meisjes en jongens, die met een Amerikaans 1 kind willen corresponderen. Wat denken jullie ervan? Als je mis- r. -S schren zelf nog niet een Engelse brief kunt schrijven, weet je wel- licht wel iemand, die graag bric/- -j* wisseling met Amerika u>»l g b roeren. Laten z\j, die mee willen ■d doen, een briefkaartje schrijven naar Around the world friends'', 550 Fifth Avenue, New York 36. N.Y. Dus niet zoals vorige keer p <t een briefkaartje naar mij, maar direct naar New York. TANTE JOS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1952 | | pagina 10