Wat er allemaal gebeurt, terwijl we in de trein zitten Op het seinhuis wordt zorgvuldig gewaakt voor ons aller veiligheid Jan de Rooy Prijzen van gladiolen trokken iets aan NIEUWE LEIDSCHE COURANT 3 VRIJDAG 10 OCTOBER 1951 TV Elke dagtot op de minuut (Van onze verslaggever Goos Kamphuis) EERLIJK GEZEGD heb ik er nooit iets van begrepen, hoe de Neder landse Spoorwegen kans zien, per dag zo'n klein half millioen passa giers over drieduizend kilometer spoorrails te leiden, zonder dat er ook maar één van de ongeveer drieduizend seinpalen verkeerd ataat. Van ons spoorwegnet is mij nimmer iets anders duidelijk geweest, dan dat er voor treffelijke „fauteuils" staan in de rijtuigen en er bovendien goede spijs- wagens meerijden. Maar U begrijpt, dat ons spoorwezen veel meer omvat dan de trein, waarin wij zitten en de man met de rode pet. Gaat U eens mee naar een groot station als dat van het Hollandse Spoor in Den Haag. Doch bereidt U er op voor, dat U daar, om te beginnen, ook niet veel wijzer wordtAls U er evenwel een half dagje met ons rondgekeken heeft, zal het U een klein beetje duidelijk zijn, hoe compact ons spoor bedrijf is en wat er allemaal gedaan wordt voor de veiligheid van de reizigers. Daar staan we dan op het station tus sen honderden mensen, die wel of geen reiservaring hebben. Er zijn directeuren bij en handelsreizigers, ambtenaren, kan toorbedienden, dames, die familie op Goeree en heren, die relaties in Bergen op Zoom gaan opzoeken. U meet hun relsroutine aan hun houding. Zijn zij nogal nerveus en klampen zij iedereen met een pet aan, van de A.K.O.-jongen, die kranten verkoopt tot de chef met zijn drie strepen toe, dan weet U, dat het reisplan van de Nederlandse Spoorwegen acabadabra voor hen is. Valt U deze men sen er echter niet zwaar over. Het is ook niet zo prettig, om in Loon op Zand uit te komen, als men Rotterdam-Hof plein bedoelt en in die lawine van aan- en afrijdende treinen zoekt men al gauw een plaatsje in een verkeerd wagenstel, vooral als er een beetje reispaniek heerst in he' brein van de ongerouti neerde reiziger. „Op de vijf dan maar". „Oké. En daar zit de 470 op de bel zie ik. Geef 'm evën een venstertji Het meest opvallende woord in d gedachtenwisseling is toch zeker die „loopjongen". En de seinhuiswachters vertellen U, dat met die benaming het enig overgebleven, vierkante, maar ijzer- sterke motorrijtuig wordt aangeduid, var het type, dat vroeger naar Rotterdam reed. U herinnert ze U nog wel: beetje log, maar met hoge banken wijde vensters. Deze loopjongen doet geen dienst meer voor passagierstreinen, maar verricht boodschappendiensten voor de werkplaats in Haarlem. En al die andere uitdrukkingen, die cijfers, die bellen en dat venstertje dan? En i het vrouwtje van buiten of een huismoeder uit Den Haag niet kwalijk, dat zij niet geïnteresseerd zitten te lezen in een Spoor boekje, want die lectuur is voor velen nog min der boeiend dan een doktersrecept. Toch zit er iets in dat boekje. Er wordt tussen de kleine, strengzakelijke cijfertjes, die gelardeerd zijn met mesjes, vorkjes, hamer tjes, slangetjes en Zon en feestdagen, een boeiend verhaal verteld. Een der belangrijkste hoofdstukken van dat verhaal speelt zich af in het seinhuis, een gebouw dat het i verkeerstoren voor een vliegveld betekent. Hier komen de dorre cijfertjes van het spoor boekje tot leven in een reeks altijd terug kerende handelingen, die toch elke dag weer anders zijn en de volle aandacht eisen van de mannen, die de toestellen bedienen. Een eigen taaltje TN ZO'N SEINHUIS hoort de leek weinig dingen, die hem onmiddellijk zo klaar zijn als een klontje. Drie, vier seinhuiswachters lopen met elkaar te praten in een aparte taal, die rijk is aan onbegrijpelijke uitdrukkingen. Ja, de spoormannen zullen wel even meewarig doen bij het lezen van deze lekepraat, maar U krijgt diepe bewondering voor deze heren als U hen bezig ziet. Zij vor men daar, hoog in dat seinhuis, waaruit zij over vele kilometers rails uitkijken, een speciaal soort mensen met een spe ciaal jargon. Begrijpt U er iets van als U hoort: „Willem, eerst de 310 er maar uit, hè....?" „Ja, da's goed. Kan ie op spoor zes?" „Seffen kijken, daar komt straks de loopjongen te staan". Advertentie DE BEKENDE PIANIST speelt IEDERE DAG voor U in Café Restaurant ,/T SCHUTTERSHOF" STEENSTRAAT 2 Stationsarbeider JVeldhuizen kijkt de wissel na en spuit er een beetje olie bij. want alles moet letterlijk of figuurlijk gesmeerd gaan bij het Spoorwezen. Weet U wat, rijdt U eens met mij mee in de trein van Leiden naar Den Haag. Dan zal ik proberen U iets te vertellen van wat er allemaal gedaan wordt, ter wijl U zich zo rustigjes in een coupé derde-klas of op de paarse kussens de tweede vlijt. 2 Minuten oponthoud die op de trein uit Amsterdam wachten Studenten, kooplieden en aardige meis jes Oom zeven minuten voor negen komt de trein het station binnen. Open schuivende deuren, geloop en geduw. De trein heeft hier maar twee minuten op onthoud als het goed is. En in die twee minuten moet er véél gebeuren. Terwijl wij in de stroom van reizigers mee naar binnen deinen, is het Leidse seinhuis in actie gekomen. Er zijn dus 120 kostbare seconden, waarin niet alleen het in- en uitladen van postzakken en andere goederen in hoog tempo dient te geschieden, maar waarin ook de seinwachters moeten con troleren of het baanvak tussen Leiden en Voorschoten wel veilig is. Het zou immers best mogelijk kunnen zijn, dat de vorige trein op dit traject strubbeling heeft en de baan voor de trein, waarin wij hebben plaats genomen, dus ver- Het Leidse seinhuis vraagt nu we zijn nog steeds met die 120 seconden bezig aan de seinhuiswachter in Voorschoten toestemming, om de trein uit te laten rijden. Op het moment, dat wij ingestapt Voor een leek, om duizelig van te worden. Al die rails, wissels, lijnen en seinen. Maar de mannen van de spoorwegen weten er hun weetje van....! zijn, heeft zich die razendsnelle hande ling tussen de beide seinhuizen al vol trokken. Want nauwelijks is de trein uit Amsterdam binnen, of de seinhuiswach ter draait aan een kruk, waardoor op het seinhuis Voorschoten een soort wek- kersein begint te bellen. Ziet men ni dè blokpost in Voorschoten, dat de baan veilig is, dan geeft men aan Leiden venstertje". Wat een venstertje is? Wel, door eens aan een kruk te draaien, maakt de seinwachter in Voorschoten op het Leidse seinhuis een rood glaasje wit. In Leiden weet men nu, dat de baan veilig is en onmiddellijk wordt de paal op „veilig" gehesen. U heeft natuur lijk in een groot of klein seinhuis wel eens die geweldige hefbomen gezien, waarmee de seinen bediend worden. De arm van het sein staat nu schuin e perronopzichter (U kent hem wel, de man met de rode pet, die we altijd stationschef uitmaken) weet thans, dat hij straks de trein kan laten vertrekken. Hij is er verantwoordelijk voor, dat de trein om precies vijf voor negen weer wegrijdt en wacht, met zijn blik op de klok gevestigd, op het verspringen van de laatste minuut. Ondertussen hebben de conducteurs en de hoofdconducteur de portieren gesloten en precies om voor negen gaat de pannekoek de lucht in, nadat de hoofdconducteur aan perronopzichter het door ons allemaal wel eens gehoorde „Klaar" heeft gege ven, Langzaam zet de trein zich wet beweging. En terwijl wij naar het steeds sneller voorbij schietende landschap kijken of in het ochtendblad duiken, weten wij waarschijnlijk niet, dat er nu geheel automatisch veiligheidsstelsel voor ons in werking komt. Als er iets op de rails zou liggen... TMMERS, wanneer de trein het Leidse -1- station heeft verlaten, geeft het Sein huis in de Sleutelstad de toestemming aan Voorschoten terug. Weer wordt er aan de kruk gedraaid en, wanneer het venstertje op het bloktoestel in Leiden rood is geworden, betekent dit in popu laire spoorwegtermen, dat de deur naar Voorschoten weer gesloten is. Maar eerst is de seinarm weer op onveilig gezet. Nu gebeuren er onder het rijden naar Den Haag allerlei dingen, waarvan wy ons niets bewust zijn. Want bij Voorschoten komt de trein in een zogenaamd auto matisch blok. Daarin zult U geen enkele seinwachter meer aantreffen. Door een vernuftig uitgedacht technisch systeem opent en sluit deze trein zélf de „deuren". Er staan in dit automatisch blok namelijk drie seinen, die allemaal door de trein gepasseerd moeten worden. En nu gaat het op stuivertje wisselen lijken. Komt de trein voorbij het eerste 6ein, dan wordt dit, door de druk op de rails, onmiddellijk rood. Zou de trein hier motorstoring krijgen, of zou er aah de noodrem getrokken worden, dan ii geen kans op een botsing met een gende trein uit Amsterdam, want het felle, rode licht is door de wagenvoerder al op grote afstand te zien. Dat eerste sein blijft op rood staan, tot de laatste wagen van de trein het tweede se: gepasseerd. Het eerste sein springt op groen en het tweede sein was, bij het passeren van de eerste wagen, ook al rood geworden. Tussen de drie seinen liggen natuurlijk vele honderden meters rails en nu is het zo prachtig bij dit systeem, dat elke onregelmatigheid op de rails door de seinen onmiddellijk wordt gemeld. Zou er een zwaar voorwerp lig gen op de rails, of zouden zelfs de rails gebroken zijn, dan springt automatisch het sein op rood en weet de bestuurder, dat hij moet stoppen. „Wij komen er aan meldt de trein TNE TREIN rijdt thans in volle snelheid naar Den Haag. Passeert de trein het viaduct-Loolaan in Den Haag, dan begint Spoorwegrampbijna 100 doden TyilE TREINEN op elkaar gereden even buiten Londenby na honderd doden en bijna tweehonderd gewonden. Met ontzetting leest men zo'n bericht en onwillekeurig zegt men tegen elkaar: zou zoiets ook tn ons land kunnen gebeuren? Een van onze verslaggevers heeft zich er tn verdiept, wat er bij de Nederlandse Spoorwegen van seconde tot seconde wordt gedaan, om de veiligheid van het publiek te garanderen. Zijn erva ringen treft u aan in dit artikel: „wat i in de zijn verstand zegt, dat hij voor een ol twee passagiers niet een hele dienst regeling in de war mag sturen. „Krijgt U dan wel eens boze gezichten te zien, mijnheer Mandersloot?" „Och nee, niet zo gauw. En het ligt vaak aan de houding van zo'n opzichter, aan zyn manier van optreden, of zo'n enkele ontstemde passagier toch nog met een tevreden gezicht op de volgende trein blijft wachten." De volgende trein De tijd jaagt het gigantische spoorweg bedrijf voort, iedere dag weer wordt ei een minutenschema uitgewerkt. In de seinhuizen staan dag en nacht de nen, die over wissels en seinpalen waken. Zij zijn de vertrouwensmannen var Spoorwegbedrijf en hebben, naai mens gesproken, het leven van duizenden in hun hand. Laten we er trots op zijn, dat zij die taak opvatten met een nauw gezetheid, die aan de Nederlandse Spoor wegen een zekere vermaardheid heeft gegeven. Eerst komt de veiligheid, dan gaat het vlug en al is het dan niet meer zó goedkoop toch ook nog 1 delig! De stationsarbeider A. Pronk verstelt de klok, die de passagiers mee deelt, hoe laai de trein vertrekt en waarheen. Zo gaat het elke dag maar door: minuten, seconden, halve seconden worden gewogen bij het Spoorwegbedrijf. Willem van Olterloo Eerste concert van Residentie orkest in Leiden George van Renesse speelde Beethovens deide pianoconcert Gisteravond gaf het Residentie-orkest o.l.v. de dirigent Willem van Otter- loo zijn eerste concert in dit nieuwe seizoen en men had deze gelegenheid aangegrepen om door middel van een feestelijke lauwerkrans blijk te geven van de grote waardering, die het Leidse muziekminnende publiek jegens dit voortreffelijke orkest koestert. Dat Van Otterloo's bezielende leiding in de laatste jaren zeer heilzaam is geweest, werd ons deze avond opnieuw duidelijk. Het Residentie-orkest heeft bereikt, waarop het zich met de beste orkesten van binnen- en buitenland kan meten. Stellig werd dit niveau gisteren niet dadelijk bereikt: Berlioz' ouverture Benvenuto Cellini, brillant van instru mentatie en „verve", maar formeel nogal zwak en ietwat lawaaierig, miste teveel van het romantische enthousiasme dat ons de tekorten van deze muziek kan doen vergeten. Doch reeds bij de inzet va Beethovens derde pianoconcert in c o; waren alle remmingen overwonnen. Dit concert, dat ontstond in een periode. aarin Beethoven zich definitief zijn grote voorgangers Haydn en Mozart afwendde om een eigen monumentalere ïeer dynamische stijl te scheppen, is niettemin nog doordrongen van de stijl elementen van Beethovens vroegere periode: ondanks de „tragische" tonaliteit c mineur is er van duistere tragiek dit werk toch weinig te bespeuren. Men kan zelfs niet zelden een .zekere speelsheid, waarnemen, vooral in het George van Renesse heeft, zeer terecht, dan ook niet gepoogd in dit concert meer pathetiek te leggen dan er in zit. Zijn vertolking werd gekenmerkt door een delicate en genuanceerde aanslag, door technische beheersing en door gevoel voor kleurschakeringen van licht donker. Vooral in het prachtige lyri sche largo was zijn spel van een grote expressiviteit. De solist werd dan ook langdurig ge huldigd. Vooral na de pauze kreeg Van Otterloo gelegenheid zijn kwaliteiten als dirigent tonen, hetgeen hij op overtuigende wijze deed. Er stonden nog drie werken op het programma, Hendrik Andriessens Ricercare uit 1949, Ravels meesterlijke „Valses nobles et sentimentales", en viei Hongaarse dansen van Brahms. De volgorde van deze werken kar enigszins verbazen, ze werd waarschijn lijk eerder door psychologische dan door aesthetische motieven bepaald. Het Ricer- op het seinhuis Hollandse Spoor ook - weer automatisch een bel te rinkelen. J Dit belsein betekent tevens, dat nu de seinwachters weer op hun hoede moeten! i voor deze trein. Tussen Voorschoten Den Haag heeft de techniek vooi veiligheid gezorgd, maar in de buurt druk spoorwegemplacement neemt de is dat werk weer over. De seinhuis wachters geven onze trein een veilig met de seinpaal en enkele minuten later glijden wij het Hollandse Spoor bin- waarna zich, op het verdere traject r Rotterdam, ongeveer hetzelfde spel- e herhaalt. Maar wij stappen nu uil gaan nog even praten met de heer H. J. Mandersloot, de hoofdstationschef Den Haag. die. zoals men weet, pas gejubileerd heeft. We horen hier de ge routineerde spoorwegman praten, vooi het dagelijks weer een plezier is, in dit grote samenstel van lijnen ei .Voor elke minuut extra-oponthoud," zegt de heer Mandersloot. „moet de Spoorwegen een rapport ingediend worden door de verantwoordelijke per- :n. Want een minuut vertraging op ene baanvak kan op een ander traject oponthoud van vijf minuten ten ge volge hebben Vandaar, dat de perron opzichter er dikwijls geen rekening mee kan houden, wanneer er nog een paar nsen hijgend de trap op komen stormen het tijdstip van vertrek. Als hij zijn hart te rade zou gaan. zou hij de trein er nog even voor ophouden, Seinhuis wachter W. A. D. Schimmel van het Hollandse Spoor Station staat op zijn post en geeft hier de trein naar Rotterdam een veilig sein. Van zijn hefbomen lopen onder de grond draden naar de seinpalen en wissels. Op deze foto ziet men verder: de treindienstleider G. de Weerd (achter zijn bureau) en links de seinhuiswachter N. D. Slootweg en de machinist-motortractie H. J. Kroon (met gestreepte pet). Rapport over belastingdruk in Leidse Kamer van Koophandel Wensen t.a.v. de uitvoering van de vestigingswet In het gebouw aan de Stationsweg hield de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland gistermiddag een algemene ledenvergadering onder voorzitterschap van de heer J. G. J. Verhey van Wyk. De voorzitter dankte aan het begin van de vergadering de leden voor hun sympathieke belangstelling bij zyn gouden jubi leum. Na de rondvraag bood de heer T. van Waveren de heer Verhey van Wijk namens de Kamer een oud-Chinees wandbord aan. Bij de ingekomen stukken was een schrijven van de heer F. Slager sr te Warmond, waarin deze mededeelde, dat hij zich om gezondheidsredenen genood zaakt zag voor het lidmaatschap va: Kamer te bedanken. In de vacature de heer J. A. M. van Oyen zal over enkele maanden worden voorzien. De heer C. F. Meerpoel gaf een korte toelichting op het rapport belastingdruk, dat op verzoek van de gezamenlijke Ka mers van Zuid-Holland werd samenge steld. Hierin betoogde hij, dat de Kamers moeten signaleren in welke moeilijke po sitie het bedrijfsleven zich bevindt. Als het bedrijfsleven zich bewust is van de precaire situatie, zijn er kansen om aan de enorme moeilijkheden het hoofd te bieden,aldus de heer Meerpoel. Als er geen verandering komt, verliest het be drijfsleven zijn economische gevechts- waarde. Er werd nog gesproken over de vraag, hoe men ean dit rapport bekend heid zal geven. De leden krijgen een af schrift toegezonden, opdat ze het kunnen bestuderen. care van Andriessen, opgedragen aan het Residentie-orkest welks uitvoering van dit werk reeds door Philips op de gramo- phoonplaat werd vastgelegd, is een spran kelend, knap geconstrueerd en geïnstru menteerd, speels werk dat in stijl en ka rakter niets te maken heeft met het 16e eeuwse ricercare der Venetianen zoals de Gabrieli's. Het is stellig een belangrijke aanwinst der Nederlandse orkestlittera tuur. Ravels aanvankelijk voor piano ge schreven en later op meesterlijke wijze geïnstrumenteerde „Valses nobles ct sen timentales" (de titel werd aan Schubert ontleend) geven een wonderlijke en tege lijk betoverende synthese van vroeg- romantische en rijp-impressionnistische elementen. Brengt Ravel hier een ere saluut aan Schubert, Brahms doet zulks zijn Hongaarse dansen aan de zigeuner- muziek die hy tijdens een tournée door Hongarije leerde kennen en bewonderen. Deze vier meeslepende werkjes zonder pretentie werden door Van Otterloo op uiterst suggestieve wijze gedirigeerd. Het is wel eens goed ook aan deze kant van Brahms' muzikale persoonlijkheid her innerd te worden. De avond kan zeker in hoge mate ge slaagd genoemd worden. Het nieuwe sel- werd op veelbelovende wijze ingezet, zeer, grote aantal toehoorders bewees wel welk een belangrijke rol het Resi dentie-orkest in ons muziekleven speelt. J. van der Veen. Vijf Leidse studenten speel den in Amerika Vijf studenten van de Leidse Universi teit zijn in Amerika geweest. Zij waren aangewezen om ongeveer 800 Am. studen ten, die deze zomer in het buitenland hebben gestudeerd en de gasten van de Leidse Universiteit waren, naar huis te vergezellen. In Amerika hebben deze vijf studenten concerten gegeven van heden daagse Ned. muziek, zowel voor het radio station New York als op de Nederlandse ambassade. Op 1 October zijn zij per Zui derkruis naar Nederland vertrokken. De groep bestond uit de heren F. K. Adriaan- viool), Jan Lucas Lansingh (hobo), J. W. Hanrath (piano). J. K. D. Oey (cello) Martin van Bemmelen (viool). Ook kwam de hernieuwde inwerking treding van de prysopdrijvings-hamster- 1989 ter sprake. De Kamer zou in de bedoelde wet de bepaling opgenomen wil- dat de eventueel nog vast te stellen pryzen gebaseerd mogen zyn op nngingswaarde. Rekening te hou den met de vervangingswaarde acht de Kamer te meer noodzakelijk, omdat voor al de middengroepen in grete mate in liquiditeitsmoeilijkheden verkeren. Daar- P.B.O.-organen meebrengen, maar ook het persoonlijke contact tussen de aan vrager en de beoordelende instantie doen verloren gaan. De objectiviteit van de be slissingen zal ook gevaar lopen. Het zou bovendien in strijd zijn met een der grondgedachten van de wet op de P.B.O.. volgens welke de toelating tot de branche niet aan een P.B.O.-orgaan zou mogen worden overgelaten. Nadat de punten bedrijfsvergunningen- wet 1952, bedryfsvergunningenwet bui tengewone omstandigheden en subsidies waren behandeld, werd de begroting 1953 vastgesteld. Het eindcijfer hiervan is 83.600. Er is een batig saldo van 700. Enkele leden gaven bij het punt subsi dies te kennen, dat het voor subsidies ta voteren bedrag beter aan organen kan worden besteed, die voor het rayon van de Kamer van belang zijn. Voor 1953 n er niet minder dan negen nieuwe aanvragen. By de rondvraag werd nog de aandacht gevestigd op het gebrek aan treinaan- sluiting. waarmee uit het Noorden ko- •nde reizigers, die naar Leiden moeten, op het Utrechtse station te kampen heb ben. Dit zou een gevolg zijn van de ma teriaalpositie der Ned. Spoorwegen. De Kamer zal over dit punt met Ctrecht corresponderen. Tenslotte vond dan de huldiging van de heer Verhey van Wyk plaats. In het bijzonder wees de heer Van Waveren op de plaats, die de heer Verhey van Wijk in de Kamer van Koophandel inneemt. De voorzitter toonde zich voor de woor» •an waardering en voor 't geschenk zeer erkentelijk. Na afloop zorgde de heer Parlevliet voor een echt-Katwijks opfrlssertje: toast met haring. De bollenhandel Het ongelijk was dit keer voor de pes simisten! Ze wisten met verbluffende zekerheid te voorspellen, dat het ook nu met de gladiolenhandel niet zo best zou zyn De kwekers moesten maar rekenen hetzelfde prysbeeld als vorige week! De pessimisten zaten er echter naast. Want de prijzen der gladiolen trokken over de gehele lijn iets aan. Weliswaar laag peil worden gehouden. Door niet met de vervangingswaarde rekening te houden zijn er voorts schijnwinsten be last, die menig bedryf ten ondergang De Kamer hoopt dan ook, dat In zonderheid aan de middengroepen recht .1 worden gedaan. Een aantal bezwaren tegen het wets ontwerp vestigingswet bedrijven behan delend. zag de Kamer het als een hoofd bezwaar, dat de mogelijkheid wordt ge schapen, dat niet de Kamers, maar de organen van de P.B.O. met de uitvoering van de vestigingswet worden belast. Om dat dit «jan centraal vanuit één punt 'Den Haag) zal moeten worden geregeld Voor veertienen van Nieuw Europa en Picardy werd rond f 2.40 per 100 besteed, terwijl 12—14 van deze soorten werd af gedrukt op f 1 85 of daaromtrent Graag was Hopmans Glory, die in extra kwali teit nog f 3.85 en f 2 45 kon verkrijgen resp. voor 14—op en 12—14. Minder best liep dr Fleming met f 1 15 tot f 1 40 voor veertienen en van f 0.65 tot f 0.80 voor 12—14. Van Leeuwenhorst was een groot aan bod Prijzen: f 1 05 tot f 1 25 voor 14 en op rond f 1 voor 12—14. Sweet Seven- zal het niet alleen hoge kosten voor de teen deed f 2 en f 1.30, l prijs waar ook Mrs Mark's Memory om draaide. Al- lard Pierson vond kopers voor f 1 65 en f 1 20. resp. voor 14—op en 12—14. Jo- hann Strauss draaide voor f 120 en f 1. Beduidend duurder was Odette Samson met f 3 50 en f 2.95. terwijl Spotlight f 2 50 en f 1 55 noteerde. Mansoer vond kopers voor f 195 en f 1.35, Clingendaal voor f 1-50 en f 1. Gold Dust voor f 1.70 en f 1.15 en Normandy draaide weer voor f 2 85 en f 1.80. Sneeuwprinses varieerde nog al ln prijs. Zo gingen er veertienen voor t 120. maar ook voor ruim f 2 per 100. Firma- nent verkreeg f 3 20 en f 3.95 voor beste veertienen, terwijl 12—14 van deze soort van f 2.70 tot f 2 90 opbracht. Johan van Konijnenburg werd betaald met f 4 50 voor de veertienen en f 3 95 voor 12—13. Zo kregen de handelaars kennelijk weer wat moed op de gladiolen-export en men vermoedt, dat de eerste veiling meteen de laagste prijzen te zien heeft gegeven. Misschien krijgt de heer C- van Til, de voorziter van de Ned. Glad. Ver., dan toch nog gelijk, toen hij onlangs op de ledenvergadering zei, dat er nog hele maal geen reden was om met de knollen te gaan Jutten"!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1952 | | pagina 3