SIMPLONPAS
0ud c/laówerk,
DE KLOOF WORDT BREDER
4
ZONDAGSBLAD 20 SEPTEMBER 1952
öe heks van öe
sPAnnenö AvontuuR AAn öe itALiAanse QRens
ALS Gabi een dorp genoemd mag
worden heet ik mij zelf een reus,
maar noch Gabi, noch ik worden daar
groter door. Eén hotelletje, drie krot
ten, die met wat goede wil onder de
huizen gerekend kunnen worden, een
wit bidkapelletje, klein tegen het
bergmassief, en een oude bouwval
lige schuur,dat is Gabi.
Het ligt daar als een vlekje aan
de rand van de weg, die Zwitserland
met Italië verbindt. Aan de Simplon-
pas. Er voor en er achter en links
en rechts rijzen de bergen nors en
wrokkig steil omhoog en slechts hier
en daar hangt een eenzame boom
aan de wanden, want Gabi .0>. hoog
en h' -1 dicht bij de eeuwige -meeuw
en de wind wurgt er de plantengroei
in z:;n k:' greep.
Ik raakte daar verzeild doordat de
Italiaanse "ouane mij in het grens-
plaatsje Gondo terugstuurde, juist die
dag. dat er een algemene staking in
Italië uitbrak en de leider der com
munisten in Milaan met revolver
schoten werd verwond. Dus ging ik
de lange weg terug zoals ik gekomen
waste voeten die de Sim-
plonpas kent zal niet verbaasd zijn
dat ik na een kilometer of tien dode
lijk vermoeid was en dat ik mij met
een laatste krachtsinspanning moest
voortslepen naar Gabi. En daar had-
ik. Johannes Dendermonde, een bele
venis, die mij mijn leven lang zal
bijblijven.
HET begon al toen ik nog maar
een meter of vijftig van de oude
bouwvallige schuur erwijderd was.
Moeizaam, op een stok voortstrompe
lend en met een mandje sprokkelhout
op haar rug vastgebonden, .:wam een
heel oude vrouw mij tc_ ..jet. Zij
scheen mij niet te zien, liep steunend
voort en keek naar de grond, maar
toen ik op een paar passen afstand
haar een vriendelijke groet toeriep,
keek zij mij aan en bleef staan.
Zij werd heel bleek opeens en keek
mij maar aan met zulk eer dreigen
de haat in haar ogen dat ik er koud
en bang van werd en zelfs maar ver
der liep om een conflict met die oude
vrouw te voorkomen.
Toen ik mij nog eens omdraaide
zag ik dat zij daar nog steeds stond
en nakeek.
Ik kon daar rustig maling aan heb
ben en ging bij de oude schuui de
helling af, waar met bruisend geweld
een beek van de berg kwam af stro
men, die langs en tussen en over
geweldige klompen bergsteen voort
raasde in een blinde drift, met wit
geslagen water.
Met een gevoel van opluchting
wierp ik. mijn rugzak naast mij op
de grond, trok mijn zwaar bespijker
de kisten uit en mijn broeiwarme wol
len sokken en kroop op een rotsblok,
vanwaar ik mijn voeten in '.et water
kon laten bengelen. Ik zat nog maar
net of de oude vrouw, die ik zo juist
ontmoet had, stond achter mij en be
gon mij uit te schelden voor al wat
mooi en 'k was, in een taal die,
zo op het eerste gehoor af, net zo
veel met Zwitsers-Duits te maken
had als het Nederlands van de Fries
wanneer hij Limburgs spreekt.
Hoewel ik er dan ook niets van ver
stond begreep ik aan de zwaaiende
slagen me* haar stok wel dat ik een
pak slaag kon krijgen als ik daar
lust in had en niet gauw maakte dat
ik weg kwam. En wederom, om een
conflict te vermijden met de oude
vrouw, die een zenuwoverspanning na
bij was, trok ik kousen en schoenen
aan, hees me maar weer in de lus
sen van mijn rugzak en liep een me
ter of twintig verder waar het hotel
letje stond. Haar ogen brandden in
mijn rug.
„Die vrouw is gek", dacht ik en
stapte het hotelletje binnen.
DE eigenaar, goed in zijn vlees en
goedmoedig van aard, sprak ten
minste een ietwat dragelijker Duits
dan zij gedaan had en nadat hij mij
een glas koffie bezorgd had kwam hij
bij me zitten voor een praatje. Ik was
de enige gast.
Omdat wij de verwikkelingen in de
internationale politiek met een hand
omdraaien hadden opgelost, hij over
Zwitserland en ik over Holland gauw
waren uitgepraat, begon ik, om een
pijnlijke gaping in het gesprek te voor
komen, over die zonderlinge oude
vrouw, die ik voor mij zelf al de
heks -an de Simplonpas was gaan
„Ja", bekende ik. En ik vertelde
toen mijn ervaringen. Hij knikte toe
geeflijk.
„Zij is een zonderlinge vrouw", gaf
hij toe. „En zij heeft een diepe haat
voor vreemdelingen. Maar tot dusver
re is zij eigenlijk nog nooit zo agres
sief geweest. Werkelijk, zi.' is bij u
wel heel plotseling met grof geschut
begonnen. Wat daar achter zit kan
ik mij ook niet voorstellen. Al kan
ik de rest heel goed begrijpen. Ja.
dat kan ik goed," voegde hij er pein
zend aan toe alsof ik het tegendeel
beweerd had. „Een jaar of vijftig ge
leden. zij was toen nog een meisje
en moet heel knap geweest zijn,
kwam er hier een Engelsman. Ik
weet dat natuurlijk niet uit eigen
aanschouwing, maar spannende ver
halen gaan nu eenmaal als overleve
ringen van geslacht op geslacht. Tus
sen haar en die Engelsman moet er
een liefdesband gelegd zijn, zij zou
den gaan trouwen en hij zou haar
meenemen naar zijn land. Alles werd
geregeld, de datum voor het huwelijk
Jeugd en Herfst
werd bepaald, maar daags daarvoor
verdween die Engelsman met de
Noorderzon en een tijdje daarna werd
haar een kind geboren, een dochter,
die nu in Bern woont en zelf al
grootmoeder is".
De waard keek peinzend het raam
uit.
„Hé, daar komt ze," schrok hij op.
Ik schrok al omdat ik weer een on
aangename scène verwachtte, maar
zij kwam niet verder dan de gang,
waar de waard haar tegemoet trad.
Er werd fluisterend gepraat, tussen
die twee.
„Zij vraagt hoe u heet," kwam de
waard mij met een verlegen glim
lach zeggen. „Zij beweert dat u een
Engelsman bent en dat u Jimmy Un-
dc oJ h
„Ik ben Hollander," zei ik, een tik
je korzelig, „en ik heet Jr'^nnes Den
dermonde. En zegt u maar meteen
dat ik van nu af van haar bemoei
zucht verschoond wens te blijven."
De waard, als een postillon de la
paix, ging van mij weer naar haar;
er werd weer gefluisterd en ik hoor
de hem zachtjes protesteren tegen
iets wat zij voorstelde. Daarna ging
zij heen. De waard schudde zijn
hoofd en keek haar na.
„Wat wilde zij van u?" vroeg ik
brutaal.
„Ach," zei hij.
„Was het zó gek?" hield ik aan.
„Ach," zuchtte hij, „zij blijft bij
haar bewering dat u Jimmy Under
wood bent. Ik moest u zeggen, dat u
maar heel gauw naar Londen moest
gaan, want dat er anders een onge
luk zou gebeuren. Ik snap niets van
haar gedrag, niets."
En alsof ook hij bang wls voor die
oude vrouw, zei hij, terwijl hij zorg
vuldig mijn blik ontweek en deed
alsof hij een vlieg nakeek in zijn
zoemende vlucht:
„Voor haar gemoedsrust zou het
beter zijn als u wegging. En de om
standigheden zijn haar gunstig. Ik
ben namelijk volgeboekt en heb geen
kamer vrij."
„Ik ben moe, meneer," werd ik
boos „en ik denk er niet aan nu ver
der te gaan. Ik was ook zelfs niet
van plan om in uw hotel te overnach
ten, omdat ik nu eenmaal niet genoeg
deviezen heb, maar ik zag daar een
schuur staan, een heel oude schuur.
Daar zal toch wel genoeg hooi in zijn
om te kunnen slapen? Weet u ook
van wie die schuur is? Dan kan ik
permissie gaan vragen."
„Die schuur is van haar," zei de
waard. „Gaat u nu ook permissie
vragen?"
Ik meende nu spot in zijn stem te
horen en keek hem veelbetekenend
„Omdat bang van haar bent",
zei ik, „daarom hoef ik het nog niet
te zijn. En zonder permissie zal ik
heus wel in die schuur komen."
„Ja," erkende de waard nu, „ik
ben bang van het vreemde in haar.
Blijft u nu heus?"
Ik knikte en bestelde nog een glas
koffie. Daarna kwam zijn dochter
hem zeggen dat zijn maaltijd klaar
stond en hij eten moest, zodat ik hem
geen nadere bijzonderheden meer kon
vragen over de heks van de Simplon
pas, die mij in hoge mate begon te
interesseren.
„Jimmy Underwood," lachte ik
binnensmonds, „hoe is het mogelijk."
worden en er blies een gure wind
door de passen) vond ik de schuur
ongesloten en met een electrische zak
lantaarn ontdekte ik een hoop hooi,
genoeg voor twintig soldaten. Ik hoef
de heus niet tot honderd te tellen om
de slaap over mij heen te trekken
als een wollen deken. Als een blok
sliep ik in, droomloos.
De zon viel al door de reten der
schuur naar binnen toen ik wakker
werd en op mijn polshorloge keek
hoe laat het was. Half negen. Nog
even sloot ik mijn ogen om van de
hecr'iike toestand tussen wak<- "n
dromen i- nog een tijdje te genieten,
fr-- mof oorverdovend geweld
een regen van stokslagen de
schu- begon neer te vallen
„De heks," wist ik. En ik sprong
op en ging naar buiten.
Zij stond daar met een waanzin
nige blik in haar ogen, het schuim
op haar bloedloze lippen en toen ze
mij zag liet ze haar stok vallen en
kwam als een furie op mij af. met
vooruitgestoken kromme vingers als
of ze mij de ogen wou uitsteken.
Ik weerde haar slechts met moeite
af. Zij krijste en stootte onsamen
hangende klanken uit als een Indiaan
uit de boeken van Karl May en sduw-
de me in het gezicht.
Eindelijk kwam de waard naar
buiten. Samen grepen we haar vast,
droegen haar haar krotje binnen en
legden haar in een soort van bed
stee, waar zij stom en amechtig neer
lag en met een afgrijselijke haat in
haar ogen mij aan lag te kijken.
„Hé," zei de waard langgerekt als
in een ontzaggelijke verbazing en
keek naar een foto, die hij op de
tafel gevonden had, en van de foto
naar mij en van mij naar de foto.
„Hé," zei hij weer.
Ik keek nu ook n^ar die oude
vergeelde foto, waarvan nochtl.ans
het beeld zuiver bewaard was en ik
floc' de tanden in on; ;t' /er-
bazing. Wantik keek mij zelf
aan, zoals ik met een klein verschil
had kunnen zijn in de klederdracht
van een halve eeuw geleden. Mond
en ogen vooral waren van een frap
pante gelijkenis. Intuïtief draaide ik
de foto o.
,T<mmv Underwood, sto.id ei de
achterzijde geschreven, 4 Juli 1898.
Het was het portret van do Engels
man. die h'..«-ïatpn had.
„Nu rt- u to oh wel wei,?" smeek
te de waffd haast.
„Ja." peinsde ik, „nu zal ik ver-
f
De
n.j
een weReLö
v&n schoonheiö
kunstnijverheid, als edel-
smeedwerk. aardewerk en
porselein, mag zeker ook het
glaswerk genoemd worden.
Op enkele uitzonderingen
na heeft glaswerk, dat wij
tot gebruik en versiering
onzer tafels gebruiken, geen
kleur. Doch het heeft de
eigenschap om door zijn
gladheid en ronde vorm het
licht tot zich te trekken en
te weerkaatsen.
Wat zou ons leven veel
armer zijn, als wij dit prach
tig materiaal misten. Bekijk
de foto's van galadiners en
denk eens de prachtige gla
zen weg van hun plaats naast
de borden en wat zou alles
Ook ^onze kunstzinnige
voorvaderen der 16e en 17e
eeuw wisten het te waar
deren; zie slechts de schil
derijen van hun feestmaal
tijden.
De kunst van het glas
maken is zeer oud. Reeds de
Egyptenaren bezaten kleine
glazen flesjes om reukwerk
of andere vloeistoffen in te
bewaren De Phoeniciërs en
ook de Joden ten tyde van
Christus' omwandeling op
aarde kenden glaswerk als
karaffen en kannen.
In Syrië en Alexandrië
waren bloeiende glasfabrie
ken. welker producten door
de Phoeniciërs, de vracht
vaarders dier eeuwen, overal
werden verspreid. Het is
echter de Venetiaanse glas
kunst, die wereldvermaard
werd en welker sierlijke
vorm en helderheid van
substantie er niet weinig toe
bijgedragen hebben, dat haar
producten door de hele we
reld zeer gezocht waren. De
gegraveerde schalen en be
kers. die wij heden nog in
musea kunnen bewonderen,
getuigen van hun technische
vaardigheid
Het spreekt vanzelf, dat
de glasblazerskunst niet tot
Italië beperkt bleef. Glas
blazers uit dit land zwierven
door Europa om zich elders
te vestigen. Zowel in Bohe-
men, Duitsland als in ons
land vestigden zich glasblaze
rijen. die „cristal de Venise"
maakten Hun procédé week
enigszins af van de tot dus
verre gevolgde methode. In
plaats van potas werd meer
soda er aan toegevoegd, van
daar de naam Venetiaans
sodaglas. Waar het Duitse
glaswerk meer geel of groen
achtig was. had dit product
een bijzondere helderheid.
Doch het is niet alleen de
kleur, doch meer nog de
vorm, welke dit glas zeer
aantrekkelijk maakte.
Zoals gezegd, kwamen ook
in ons land Venetiaanse
glasblazers zich vestigen en
leerden bekwame Hollanders
van hen het vak. In tal van
plaatsen vestigden zij zich
(Amsterdam. Den Bosch,
Haarlem) Deze producten
werden blijkbaar
1 en 2 zijn de oudst bekende glasproducten uit Egypte;
3 product van de Phoeniciërs; 4 bokaal uit de 17e eeuw
(Rijnland); 5 vleugelglas; 6 jluitglas; 7 en 8 kelkglas
(18e eeuw).
als cadead bij een of andere
gelegenheid gebruikt
Er ontstond langzamer
hand een nieuwe zuiver Ne
derlandse industrie: het gra
veren van opschriften op
glas. Men deed dit met een
fijne diamantpunt. eerst door
middel van lijnen, later door
het plaatsen van stippels, en
bereikte daarmee schitterende
effecten Als men iemand een
mooie bokaal of fluitglas
wilde cadeau doen, dan het
men met sierlijke krulletters
een opschrift er op graveren.
Later werden dit zelfs por
tretten, wapens, schepen enz.
In de 18e eeuw waren
glazen met de beeltenis van
de Stadhouder en zijn gema
lin zeer gewild. Deze tech
niek noemde men de punc-
teer- of stippelmethode
Toen men in de 18c eeuw
door het slijpen van glas een
andere methode gevonden
had om in fraaie matte tinten
allerlei ornamenten op het
glas aan te brengen, viel dit
zeer in de smaak, daar dit
meer relief gaf aan de voor
stellingen.
Dit is slechts een kort
overzicht van de glaskunst:
hoe uit de eenvoudige vor
men het sierlijke glaswerk
is ontstaan, zoals wij dat in
onze musea kunnen zien. Wilt
U de namen weten, och wat
zegt het eigenlijk of ik
spreek van een roemer of een
vlcugelglas. van een fluitglas
of een kelkglas? Wat meer
zeggen afbeeldingen, waarvan
wij enkele hierbij plaatsen.
Het meest kunt U er van
genieten zo U ze in natura,
fonkelend en sierlijk voor
U ziet.
ZONDAGSBLAD 20 SEPTEMBER 1952
5
staat voor de deur
KRIJGEN WE EERST NOG „OUDEWIJVENZOMER"?
(Van onze weerkundige medewerker).
NOG slechts enkele dagen en het
herfstseizoen is weer aangebroken.
De seizoenwisseling van zomer
naai herfst heeft .-niet plaats op de
21ste, zoals dit het geval is bij de
wisseling van herfst naar winter, van
winter naar lente en van lente naar
romer, maar óp de 23ste.
Volgens de sterrengids passeert de
zon a.s. Dinsdagochtend om 3 h en
24 minuten het herfstpunt van de
ecliptica.
Gelukkig dat het weer van
deze wisseling onmiddellijk^weinig
dagen elke dag even korten Toch
kan September af en toe de Tnooiste,
rustigste maand van het gehele jaar
zijn. Het komt zelfs wel voor dat zij
gemiddeld warmer is dan één van de
drie zomermaanden.
Wij behoeven niet eens enige tien
tallen of meer dan 100 jaar terug te
gaan om de~ >warmste September
maand van de laatste twee-en-een-hal
ve eeuw te vinden, daar deze in
1949 is voorgekomen. Na de oorlog
van September 1945 af was al
leen September 1950 te koud en veel
te nat. Dit is een bewijs dat wij de
laatste jaren wel wat verwend zijn
met mooie nazomers.
Het aantal zomerse dagen, dat te
De Bilt normaal in September 2 be
draagt, bedroeg in 1929 en in 1947 10
en in 1949 8.
Niet alleen in ons land komt dik
wijls in het vroege najaar of in de
nazomer een periode met zeer rustig,
zonnig en prachtig weer voor, maar
ook in het buitenland is deze situatie
bekend. In ons land onder de naam
van „Oudewijvenzomer", in Duits
land als „Altweibersommer" en in
Engeland als „Indian Summer".
In deze overgangsperiode worden
de temperatuurverschillen tussen het
vasteland, waar het steeds koeler
wordt, en de zee, die de warmte van
de zomer nog geruime tijd vasthoudt,
kleiner.
Dit heeft al tot gevolg, dat wanneer
de wind Oost is er geen zeer warme
lucht meer wordt aangevoerd en bij
Westenwind geen zeer koele lucht.
Tevens nemen de luchtdrukverschil-
len af, waardoor soms dagen aanéén
fraai vrijwel windstil weer voorkomt.
Dit alles is dan een stilte vóór de
storm, want al zet de herfst normaal
gesproken vaak met een nog zomers
karakter in, wanneer eenmaal de
kentering optreedt, is het gebeurd en
kunnen de eerste herfststormen ver
wacht worden.
Record koud was b.v. September
1912 met een etmaalgemiddelde van
10.2 gr. C. in De Bilt tegen 17.1 gr.
C. in 1949 (normaal 14.0 gr. C).
Af en toe komen er zelfs noc tropi
sche dagen voor (maximum boven de
30 gr C). In 1919 geschiedde dit op
3 dagen in De Bilt en in 1949 op 2
dagen. Op 5 September 1949 werd
de hoogste temperatuur in deze maand
in De Bilt gemeten en bedroeg 34.2 gr.
C., in Zuid-Limburg zelfs 34.8 gr. C.
In scherpe tegenstelling zijn de eer
ste nachtvorsten, die af en toe reeds
in de Septembemachten optreden. Op
b.v. 21 en 23 September 1928 kwam
er in het Oosten al 2 a 3 gr. C. vorst
voor, dit ook op 28 September 1939.
Op 10 cm boven de grond werd in
de periode 1916 tot 1942 in De Bilt als
laagste temperatuur gemeten -2.4 gr.
C., dit op 28 September 1939. Op 6 en
7 September van dit jaar daalde in
het Noordoosten van ons land het
kwik dicht bij de grond ook al even
beneden het vriespunt, hetgeen wel
bijzonder vroeg is. De eerste helft
van September was dit jaar erg koud.
De eerste decade (10 dagen) was
na 1925 nog niet zo koud geweest.
Zomerse dagen (boven 25 gr. C) kwa
men dan ook niet meer voor, zodat
wij al vroeg een voorproefje van de
herfst kregen, die a.s. Dinsdag aan
breekt. Het zomerseizoen leverde te
De Bilt totaal 13 zomerse dagen op
tegen 18 normaal.
De herfst staat voor de deur; het
weer kan soms nog tot eind October
fraai en rustig blijven, maar ook de
eerste herfststormen kunnen verwacht
worden. Verleden jaar was October
buitengewoon droog en zonnig. Het
is daarom niet onmogelijk, dat het
er dit jaar weer eens wat onstuimi
ger langs gaat.
Het loopt ten eind met 't badseizoen
De mensen die in drommen kwamen
en wekenlang het strand innamen
zijn weer in hun gewone doen.
Een enkeling hangt nog wat rond,
maar 't gros der gasten is verdwenen
en mèt hen ging de vreugde henen
die men hier week in, week uit vond.
Wat was het weer een fleurig feest,
in 't duin, op 't strand of in de golven
die je in bruisend schuim bedolven.
Helaas het is alweer gewéést.
De tentjes langs het breed plankier
waar je kon gooien of kon schieten
of van iets kouds en zoets genieten
gaan dicht, 't Wordt ongezellig hier.
De badman is druk in de weer
en stouwt z'n vrachtje op de wagen.
Aan wie hem nog een zitje vragen
zegt hij: Helaas, het kan niet meer.
De mens keert naar zijn werkterrein
maar zee noch winden zullen rusten
voordat van alle lage kusten
de souvenirs verdwenen zijn
ROBBIE RADAR.
De geheimzi
innige
(Van onze medische medewerker.)
XT ET gezin woonde midden in de pol-
der, vader, moeder, drie zoons en
een dochter. De boerderij, waarop al
len werkzaam waren, stond vlak bij de
arbeiderswoning, die ze nog niet zo
lang geleden betrokken hadden. Ze wa
ren geen inboorlingen van het dorp.
Zoals zo vaak voorkomt bij boerenar
beidersgezinnen, had ook dit gezin zich
bij boeren in de meest uiteenlopende
plaatsen verhuurd. De inventaris van
deze kleine, lage primitieve woning
zonder waterleiding of regenbak, maar
met een regenton, groen van kleur, af
gewisseld door zwart geteerde, ijzeren
banden, had men al enkele keren op
een boerenwagen geladen om te ver
huizen naar een ander dorp en een an
dere boer, meestal op behoorlijke afstand
van de huidige standplaats.
Het was niet, dat deze mensen onte
vreden of onvriendelijk waren, of dat
«■■ö-tHHJ-Ö-ö-tHJ-a-B-
J^fANNEER een schip afvaart
alle familieleden van emi
granten weten dat maar al te goed
.maakt het zich geleidelijk van
de kade los. Eerst staat men nog
vlak bij elkander; dan kan men
elkaar nog toeroepen; ten slotte
onderscheidt men elkander maar
nauwelijks meer; eindelijk is alle
contact verbroken. Aan dit beeld
moet men denken als men zich
verdiept in de geschiedenis van
de volkswijk.
Er zijn tijden geweest dat werk
gever en werknemer riauw aan el
kander verbonden waren: ze ston
den vlak nevens elkaar aan één
werkbank; ze zagen en zij kenden
elkaar. In die dagen was het niet
ondenkbaar dat hetzelfde met hun
vrouwen het geval was en dat ze
hun medeleven in woord en daad
bewezen. Trouwens, de standen
waren toen nog niet zo uiteengesla
gen als thans het geval is! Hilde-
b rand kan een gesprek voeren
met het diakenhuismannetje en het
is een werkelijk gesprek, ook al
schrijft hij er dan wat later zijn
beroemde novelle over. Legio zijn
de verhalen van predikanten, die
op een huisbezoek een bijna-
overwerkt moedertje bij de was
aantreffen, en die dan meteen
hun handen uit de deftige mouwen
steken en haar een handje helpen.
En door de nauwe volkswijkstraten
gaan deftige dames weldoend rond.
Maar rond 1905 verandert dit beeld,
gelijk de gehele samenleving van
structuur verandert. Alleen: het is
een geleidelijke \oijziging, die zich
voltrekt.
Om te beginnen: de vertegen
woordigers der betere klassen
ja, dat woord doet nu opgeld en
men moet het tegen heug en
meug bezigen! onttrekken zich
niet op stel en sprong aan hun zelf
gekozen taak en evenmin wordt
de Volkswijk een gesloten ghetto,
waar niemand in of uit mag. De
Sredikant, de ouderling en de dia-
en doen als voorheen hun werk.
Hun en anderer vrouwen volgen
dit voorbeeld. Maarmen is zich
bewust dit werk te doen als werk de felst-rode vergaderingen vulde,
anders-gezinden,
God en gebod werden afge-
anders-geclasseer- kraakt. Deze mensen zongen de
den! Uit de oude notulenboeken
komt ons een andere sfeer tege
moet dan voorheen: het opene en
spontane is eraf. Soms staan
oproerige liederen, hun represen
tanten dreven de kerkelijke hoog
waardigheidsbekleders van het
kussen, hun optochten zouden eer-
ligers er eigenlijk met hun haren voel van onzekerheid aan kerke- *»j
bijgesleept dienden te worden en l\jke zijde. En onzekerheid is al- V
dat ze veel, veel liever verstek tijd nog de beste bodem voor de J
zouden laten gaan. Er komt
plant der luiheid. Onzekerheid
zeker spelelement naar voren: bij geeft immers zoveel uitvluchten ii
de besprekingen verklaart
wel onophoudelijk dat een bepaal
de taak onder geen beding mag
worden afgebroken, maar tege
lijk flirt men met de mogelijk
heden om dat stiekem toch
de hand om
thuis te blijven en c
prettig akkefietje
te schuiven.
keertje
i minder-
zich af
wel te doen. Er moet catechisatie streven openbaar om niet zelf S
voor gehuwden wezen. maar do— movr to n-rhtoirion in «mTL-eimnL*
is verhinderd
ouderling ziet er geen kans toe
broeder- verplaatsen naar de prettiger eigen
Uit de
VOLKSWIJK
Er is altijd wijkavond gehouden,
maar dat valt toch wel op een
ongelukkig tijdstip, en men zou de
klantjes toch ook naar de officiële
weekavondpreekdienst kunnen ver.
wijzenEn het predikantsspreek
uur is wel heel mooi, maar de
mensen komen altijd weer met
sfeer. De preken kunnen daarbij
aan bestudeerdheid winnen,
het bezoek loopt achteruit. En te
gelijk wordt de figuur van de
plaatsvervanger meer en meer
naar voren geschoven: de gods
dienstonderwijzer, de catechiseer
meester, de broeder-ouderling, de
ziekentrooster, de zondagsschoollei
der, de clubleider. Op zichzelf
goed en best: hoe méér krachten,
hoe meer arbeid. Maar wanneer
dit geschiedt ten koste van de
pastorale aanwezigheid een diep
verlies. Wie zelf werkt samen
met de mede-arbeiders kan invloed
hebben. Wie anderen stuurt zonder
zichzelf te laten zien stoot af. Zo
als het ook afstoot wanneer een
vriendelijk verzoek van de zijde
materiële noden en daar is een der dames wordt gewijzigd in een
predikant toch feitelijk niet voor,
en bovendien is er geen cent in
kas, en dan kan men zo'n spreek
uur toch beter laten vervallen. En
zovoort, enzovoort.
Ik noteer dit alles zonder daar
mee één verwijt te bedoelen
gegund recht om eens of vaker
per week bij hen aan huis te ko
men afhalen: een halve liter of
een halve pan melk; een pan soep;
zes eierenNog eens: het is al
lemaal begrijpelijk en te veront-
WIJKPREDIKANT.
ze blijken gaven van ontrouw en on
eerlijkheid. o nee, ze behartigden de
boel als weinig anderen, ze stonden al
tijd klaar voor de boer en zijn vrouw
zonder op de klok te kijken.
Toch hadden ae boeren hun na korte
of langere tijd te kennen gegeven, dat
ze naar een andere baas moesten uit
zien. De antwoorden zouden interessant
zijn als ik u naar de reden van het
herhaalde ontslag liet raden. U zou na
tuurlijk zoeken naar een oorzaak op
medisch gebied, omdat de rebus in de
ze rubriek gegeven wordt. Tien tegen
een, ik kan wel zeggen tien tegen dui
zend, dat u er niet op zou komen.
Ik zal u niet in het ongewisse laten.
De leden van dit gezin waren haast
nooit echt ziek. Toch leden twee van
de drie jongens aan een lastig en moei
lijk kwaaltje: de haemophilie of bloe
dersziekte.
Natuurlijk heeft u hiervan al eens
gehoord. De ziekte is bekend sinds de
grijze oudheid. U weet, dat leden van
Russische tn Spaanse vorstenhuizen er
aan geleden hebben.
Er is iets geheimzinnigs aan. uat de
belangstelling van vele leken wekt. Hae
mophilie is een ziekte, waarbij het stol
lingsproces van het bloed gestoord is.
Ze komt practisch alleen bij mannen
voor en wordt op de volgende gene
ratie overgebracht door vrouwen, die
geen enkele afwijking vertonen. Huwt
zo'n vrouw met een gezonde man, dan
kunnen uit dit huwelijk gezonde zoons
en zoons met bloedersziekte geboren
worden.
Er bestaat een erfelijke overdracht
van geslacht op geslacht, echter met
dit voorbehoud, dat soms cnk«le ge
slachten worden overgeslagen. Er zijn
natuurlijk verschillende kanten aan de
erfelijkheid van deze afwijking, waarop
ik evenwel niet zal ingaan.
Het stollingsmechanisme is een inge
wikkeld proces, waarbij zowel de zoge
naamde bloedplaatjes als bepaalde stof
fen uit de bloedvloeistof betrokken zijn.
Zal de stolling van het bloed normaal
verlopen, dan moeten dc bloedplaatjes
gemakkelijk stuk gaan. waardoor er
een stof vrij komt, die op een eiwitach
tige stof van de bloedvloeistof inwerkt.
De lijder aan haemophilie heeft te stug
ge bloedplaatjes terwijl bovendien in de
bloedvloeistof een bepaalde factor te
Een oppervlakkig wondje van enkele
millimeters diep bloedt niet langer dan
normaal. Is de wond dieper, zodat zeer
kleine slagadertjes getroffen zijn, dan
kan men de bloeding moeilijk gestelpt
krijgen, omdat die kleine vaatjes zich
niet samentrekken zoals gewoonlijk.
Degenen, die aan genoemde ziekte lij
den, zijn dan ook zeer voorzichtig, want
ze kennen uit ervaring de narigheden
als ze zich een verwonding van bete
kenis op de hals halen.
Dit was dan ook niet de reden waar
om de twee jongens uit ons gezin bij
diverse boeren moeilijkheden kregen.
Het is zo, dat in de spieren van deze
arbeiders bloeding"'- ontstonden als ze
zich flink inspanden Het oplichten van
de ploeg uit de zwarte klei was al vol
doende om zo'n bloeding op te wekken.
Rust was dan geboden. Na enkele da
gen vertoonde de huid de bekende blauw
groene verkleuringen. Na het herstel
waren de spieren vrij stijf. Een blessure
van de knie door val of stoot deed vaak
een bloeduitstorting in het gewricht ont
staan met als gevolg verstijving.
U begrijpt, dat deze jongens op de
kritiekste tijden, in de hooibouw of de
oogst, uitvielen. De werkgevers kregen
daarom nogal eens moeilijkheden en
werden ontevreden. Het zal u nu duide
lijk zijn. waarom dit gezin zo vaak
moest verhuizen. U zult ook de zorgen
van de chirurg begrijpen, die deze men
sen in bepaalde omstandigheden móét
opereren: transfusies voor, tijden? en
na de operatie zijn beslist noodzakelijk.