Wh"
11
ZONDAGSBLAD
ai (n™5«lV0H07
16 AUGUSTUS 1952
HELDENSTRIJD WARSCHAU
r gewonde officier op krukken, ver
gezeld van een koerierstertje en twee
soldaten, naar Generaals Bor's hoofd
kwartier strompelen. Zij waren de laat-
sten. de enig overgeblevenen van Czcr-
niaków. Zo lang mogelijk hadden zij ge
tracht het bruggehoofd voor de Russen
open te houden, maar steeds verder
drongen de Duitse tanks hen naar het
water van de WeichseL Toen er nog
slechts dertig procent van de mannen
over was. verzochten zij de Russen hen
te halen. Dit werd beloofd, maar de hulp
bleef uit. ondanks herhaalde toezeggin
gen Toen besloten zij om zich door de
Duitse linies heen te vechten en het vier
tal. dat hier voor hun commandant stond
was wat overbleef van een heel detache
ment.
Op 27 September waren nog slechts
twee kleine sectoren in handen der Po
len. Hongerig sleepten de mannen zich
voort en de volgende dag slaagde Ge
neraal Bor er in om contact te krijgen
met het radiosation van de Russische
maarschalk Rokossovski. die de troepen
om Warschau leidde. Hij deelde hem
mede dat. wanneer Rokossovski niet
vóór 1 October daadwerkelijke hulp ver
lenen zou. Warschau de strijd zou moe
ten opgeven. Moskou zond wel bericht,
dat het telegram ontvangen was. maar
stuurde geen hulp
Aan de avond van de 30ste September
zetten de Duitsers de eindslag in. Een
énorm leger, gesteund door alle beschik
bare vliegtuigen, artillerie en twee tank
divisies walste over de ruïnes van War
schau. Alles wat in de weg kwam. werd
onherroepelijk vernietigd en om dit nut
teloos bloedvergieten te voorkomen,
zocht Generaal Bor contact met de Duit
se Commandant Von dem Bach en ver
kreeg van hem de toezegging dat de
mannen van het verzetsleger bij een
overgave als soldaten zouden worden er
kend en dus als gewone krijgsgevange
nen behandeld.
Aftocht der helde-
OP de avond van de 3e November was
Radio Warschau voor het laatst in
de lucht. Met een door ontroering ver
stikte stem nam de omroeper afscheid
van de vrije wereld, die steeds ademloos
naar deze zender had geluisterd om het
verloop van de opstand te volgen: „Twee
maanden zijn wij vrij geweest en van
daag gaan wc opnieuw in gevangen
schap En tóch kunnen de Duitsers War-
woord. 1T binnen. Ill munt. 21 ontelbaar,
wandellaan. 23 huisdier. 26 kledingstuk. 28
karrwt. 3» rijknecht. 32 achaaJdicr. 32 Inanll-
2 t 2 80. 3 f 2-30.
Oplossing
llorlmniaalI Schrokken. 8 tulp. B Adam.
aalle. 11 A P.. 13 dar. M HL. 15 Aar. 17 bil),
I prak, 19 brak, 20 ndat, 22 looa. 25 mijt.
met. 38 as. 29 pel. 31 na. 32 gries. 34 anno.
I ("«oi. J7 treurspel.
Verticaal1 Bal raap. 2 huls. 3 os. 4 kade.
iclIJk, 7 pad. air. 10 lam. 12
schau niet meer bezettten. want wat hier
is overgebleven, is slechts een puinhoop
...Warschau bestaat niet meer
Inderdaad, Warschau bestond niet meer.
Brandende puinhopen, verkoolde ge
raamten en zo'n chaos, dat na de oor
log moest worden besloten om een
nieuwe stad naast de resten van de oude
te stichten. En tussen dat puin en die
huizenresten waren de laatste rustplaat
sen van hen. die vielen in de strijd om
Warschau, die hun leven gaven voor de
vrijheid van hun stad: 2 1 5.0 0 0 mannen
5 October 1944. 8 uur vm Een kleine
groep vermoeide, door de honger weg
geteerde mannenv staat in twee rijen
voor de ruïnes van het gebouw, dat
eens het hoofdkwartier van Generaal
Bor was. Zij zijn de laatstcn van de ou
de getrouwen, waarmede de generaal
steeds samenwerkte. Dan klinkt het com
mando „Geeft acht!" Mager, vermoeid
en bleek treedt de generaal naar voren.
Een officier loopt op hem toe: „Gene
raal. zes en dertig soldaten staan ge
reed". Zwijgend loopt Generaal Bor tus
sen zijn mannen om voor de laatste maal
zijn staf te inspecteren.
Om kwart over negen staan honder
den inwoners van Warschau geschaard
langs de route, waar langs straks de sol
daten van het verzetsleger zullen gaan.
op weg naar het gevangenkamp. Een
vreemde stilte hangt over de stad, waar
63 dagen achtereen de bloedigste gevech
ten zijn geleverd. 150 meter verder
wacht de SS de komst van de gevange
nen af. Dan breekt de droeve stonde
aan. Generaal Bor treedt naar voren,
aan het hoofd van zijn mannen. Bij de
wachtenden gekome, staat hij stil. Met
l£TI^*-SC£|f
Nice is geen badplaats als Scheveningen of Knocke. Zwemmers t
zonnbaders moeten zich behelpen met planken, die ov
kiezelstenen zijn aangelegd. Zie artikel pag. 1.)
de soldaten wordt overgenomen. „Polen
is nog niet verloren". Het klinkt uit de
kelen van die zwaar beproefde mensen.
Het echo't tegen de ruines van de stad
Het wordt gehoord door de wachtende
linie van de Duitse scheidt, omver ge
worpen. Het commando „Voorwaarts
mars" weerklinkt en. terwijl een pries
ter zegenend zijn handen over de ver
trekkende soldaten van het verzetsleger
uitspreidt, schuifelen hun vermoeide voe
ten voort, op weg naar het concentratie
kamp. De strijd om Warschau is geëin
digd
FR.
d. MEEK.
nu het eerder genoemde eindspel
Zwart (aan zet): Barcza.
Correspondentie en oplossingen
■an de heer H. J. J. SUvekoorde.
Goudreinetstraal 125. Den Haag.
BEKROOND SPEL
Enige tijd geleden zijn de bekroonde
partijen en partijgedeeltcn uit net tornooi
te Boedapest bekendgemaakt. Inderdaad
bevindt zich hier het een en ander bij.
dat de moeite van het naspelen en oe-
studeren meer dan waard is. Wij publi
ceren in deze rubriek de met de le prijs
lekroonde partij GerebenGeiler en net
eindspel uit de partij PilnikBarcza. Wij
ontlenen dit materiaal aan de Deutsche
Pchachzeitung.
mm ju
ïii
mm o m
m m hak
0 mm
Wit
Zwart: Gallar
a partij
Een noviteit, welke geen aanbeveling
verdient. Het best is 6. f4 e5, 7. Pf3.
6Pc6. 7. g4 Pxd4. 8. DXd4 e5.
9. Dd3 Le7. 10. Lg2 Le6. 11. b3
Meer In overeenstemming met de ge-
\olgde opzet der partij waren: 11. f4
CXf4. 12. Lx" Dc7, 13. 0-0-0 met
wederzijdse kansen.
110—0. 12. Lb2 b5. 13. 0-0-0?
Men behoeft waarlijk niet al te veel
te kunnen vooruitzien om tot de erken
ning te komen, dat de witte koning aan
de andere zijde van het bord veiliger
i pgeborgen zou zijn. Het is een genoegen
te zien hoe Geiler de aanval op de witte
koningsstelling leidt.
1 3b4! 14. Pe2
De voortzetting 14. Pd5 Lxd5, 15. exd5
Fd7 gevolgd door Pc5 zou niet beter ge
weest zijn.
1 4aS. 15. f4 (de enige mogelijk»
hcid om tegenspel te krijgen i Pd7!
18. 15
Ook 16. fxe5 dxe5. 17. Pg3 a4. 18. Pf5
Lg5t enz. leidt tot een snelle incenstoi-
ting van het witte speL
16PcS. 17. Df3 •411
Voortreffelijk! Zwart verliest geen tijd
door zijn loper in veiligheid te brengen,
want na 18. fxc6 fxe6. 19. Dg3 Lh4i.
20 Dh2 Tf2 zou het witte spel volledig
gedesorganiseerd zijn. bijv. 21. Thel
a y b3. 22. axb3 Lg5t, 23. Kbl Txe2.
24. Txe2 Da5 gevolgd door mat
II. h4 aXb3. 18. axb3 Ta2!
Geiler valt genadeloos aan.
20. IX«6 f X®6- 21. Da3. Da5. 22. c4
Er ls gec
lukkigc koi
dat hij aan
redding mogelijk. De onge-
ing kan niet ontvluchten om-
de dekking van Lb2 gebon-
21
22.TXb2!. (De Jacht op de koning
begintï 23. Kxb2 Da3t. 24. Kbl Tal.
25. Pel Dalt. 2$. Kc2 Ta2tl. 27. Py»l
DXa2t. 28. Kcl PxbSt. 28. Dxb3 (ge
dwongen) DXk3.
Hoewel wit althans nog twee torens
tegenover de zwarte dame kan stellen
staat hij hopeloos. De rest behoeft dan
ook geen verdere toelichting.
M er.
Wit: Pilnik.
Wij maken ons sterk, dat bijna nie
mand dit eindspel op het eerste gezicht
als gunstig, laat staan gewonnen voor
zwart beoordelen zal. Wij laten nierbij
zelfs buiten beschouwing, dat wit een
pluspion hcefL De annotator van de D.
S.Z. plaatst boven dit eindspel de titel
„De kracht van de loper" en ook deze
titel zal men bij oppervlakkige beschou
wing van het diagram waarschijnlijk
niet kunnen begrijpen.
Maar laten we het verloop van de
partij volgen.
24d6 t
Een verrassing. Deze zet wint pion e5,
daar 25. cxd6 faalt op 26. Ld4t gevolgd
door mat. Maar hiermede is de strijd
nog lang niet beslecht.
25. Pe4 LxeS: 26. c3 h6: 27. g3 KI7: 28.
Kg2 Ke7; 29. h4 Lg 7; 30. g5 e5; 31. gxh6
LxhS; 32. Kh3 dS; 33 Pg5 e4
Niet 33LxgS wegens 34. Txe5t.
34. Kg4 TfS 35. Ph3 Kd6; 36 Pf2
Op 36 Pf4 volgt Lxf4 37. gxf4 Kc5 38.
ken harmonisch samen en wurgen het
witte spel. Het is daarom begrijpelijk,
dat Pilnik er toe besluit zijn rossinant
te offeren.
37. Pxa4t dx#4: 39. Txe4 Tf6; 39. s4
Als wit er in slaagt, al zijn pionnen
af te ruilen, is hij zeker van remise.
39. Lel; 40. axbS KxbS; 41. b3 TfS.
Deze zet geeft zwart bij het afbreken
onder couvert af. Volgens Magyar Sak-
kélet verspeelt zwart hiermede de winst.
In plaats hiervan ware juist geweest:
41Ld2 42. Tb4t Ka5 43. Tc4 Kb6:
44 Tb4t Kc7; 45. Tc4 Td6 gevolgd door
Td3! Inderdaad een fijne variant.
42. Ta6 Tc5; 43. Tx06 Txc3; 44. h5 Td3 I
45. h6
Hierna kon wit (volgens Barcza) op de
volgende vernuftige wijze remise maken:
45. Kh3 Td7, 46. g4 c5; 47. gS Kb4; 4B.
Tb6t Kc3; 47. *n>5Td5; 48. b4. Na de
tekstzet is de partij niet meer te redden.
45. Td7ll 46. Tf6
Indien 40 Tg7 dan Td4t 47. Kh5 Td5f
48. Kg6 Td6t met winst van de pion.
46. «51 47. T*6 Kb4 41. Tb6t Kc3 49.
Tc6 LeO 50. Kf3
Een aardige variant ia: 50. Tb6 Th7! 51.
Kh5 TxhOtü 52. Txh6 Lxh6 53. Kxhö
Kxb3 54. g4 c4 en dc zwarte pion promo
veert met schaak tot dame.
50. Ld4 SI. g4 Kxb3 52. gS c4 53. gS
c3 54. Tb4t
Men moet Pilnik de eer geven, dat
hij er door zijn hardnekkige verdedi
ging het zijne toe heeft bijgedragen, dit
eindspel een onderscheiding waard te
maken.
54. Kc4! 55. g7 Lxg7 56. hxg7 Txg7
57. Ke2 Td7!
Hier gaf wit het op. Het slot had kun
nen zijn: 58. Tc6t Kb3 59. Tb6i Kc2 60.
Tb8 Kcl 61. Tb6 c2 62. Tb8 Td5! 63. Tb7
Tc5t 64 Kf2 Kd2 65. Td7t Kc3 66. Tc7|
Kd3 67. Td7 i Kc4 68. Tc7t Tc5 en wint.
Wij bevelen onze lezers ten sterkste
aan, dit eindspel goed te bestuderen.
Men kan er meer van opsteken dan
van vele pagina's uit menig leerboek.
Oplossingen
Hieronder volgen de oplossingen der
opgaven uit onee rubriek van 2 Augus
tus j.L
Stelling 1: Op 1Lxg7 volgt 2.
Dxg7 mat. Op 1Txa8 2. Dxa8 mat.
Op 1Dxhlt 2. Dxhl mat. Op 1
g2 2. Lxb2 mat.
Stelling 2: Op 1Kc4 volgt Dc6
mat Op 1Kb2 2. Dal mat. en op
1Kd2 2. Del mat.
Probleem van K. Richter: 1. Pa4! Kxa4
(op bxc2 volgt 2. b3!; er dreigde DbOt);
2. c4! (nu mag zwart niet cn passant
slaan, omdat hij daardoor zfjn koning
in schaak zou plaatsen» en nu is zwart
weerloos tegen 3. Da7 mat.
Nieuwe opgaven
Mogen wij U om U in deze vacan-
tietijd niet al te zeer te vermoeien
een alleraardigst miniatuurprobtcempje
voorzetten? Er slaan, alles bij elkaar,
maar 6 stukken op het bord, cn bij zo
weinig materiaal kan het zettcnaantal
(5) U onmogelijk afschrikken. Trouwens,
hel probleempje is niet moeilijk, mits
U maar op het Juiste idee komt Het
probleem is van Dr E. Zepler. Hij won
er de eerste prijs mede in het miniatu-
renprobleem van Chess Review 1937.
Probleem van Dr E. Zepler
A
ÉÊJmSI m\m
W lil
Rh
mm m i
a b c d e f g h
Mat in vijf zetten.
Stelling na 22. c4.
¥¥l*i|
M f fi
JAHAÜAB
\m m u
hjta mmm
bh» "g
abcdefgh
zs6i siusnonv 91 aviasovoNoz
ZONDAGSBLAD 16 AUGUSTUS 19S2
4 VOOR óe VROUW
Zó moet ket niet
£EG, weet je dat meneer A., die Zon
dags met 'n vroom gezicht in de
ouderlingenbank zit, in de week
Hier daalt de stem van de verteller
(ster), want een schandaaltje leent
er zich niet toe om uitgeschreeuwd
te worden. De aangesprokene schudt
rillend van afgrijzen het hoofd en
zegt met verheffing van stem: „Maar
zoiets moest toch eigenlijk eens be
kend worden
Ja, daar zijn ze 't samen over
eens en nummer drie en vier, die zich
by hen voegen, beamen dit evenzeer:
„Ja, zó'n schandaal moet bekend
icorden. Dit mag in Christus' kerk
niet voorkomen. Straks wordt Zijn
Naam er smaadheid door aangedaan."
Hoeveel t»an deze gesprekken wor
den er onder ons niet gevoerd? Helaas
vele, helaas ja, want de aanleiding
is zo erg. Niets is zó verschrikkelijk
als onder een schijn van vroomheid
goddeloos leven. En de praters hebben
gelijk, als zij zeggen, dat de Naam van
onze Koning hierdoor gesmaad wordt.
Maaris het óók juist, om zoiets
bekend le willen maken? Op de lange
duur zou dit in de gemeente móéten.
Ja, maar het mag toch niet onze éér
ste reactie zijn, als ons ter ore komt,
dat een broeder of zuster in de zonde
leeft, of is gevallen?
Hier ligt een brief vóór mij, waarin
mij een zwart boekje opengedaan
wordt van iemand, die ergens in het
gemeenteleven een vooraanstaande
plaats inneemt. Met naam, leeftijd en
woonplaats wordt de man mij ge
noemd en onder betuiging van mij de
zuivere waarheid te schrijven, worden
de vuile en liederlijke wandaden, die
hij onder het mom van Godzaligheid
bedrijft, meegedeeld. Nu verzoe
ken de briefschrijver en zijn vrouw
mij, deze dingen liefst woordelijk en
met naam, leeftijd en woonplaats van
de betrokkene te publiceren.
Maar beste mensen, zó moet het
toch niet? Dat zou ik, die de man niet
persoonlijk ken, toch nooit mogen
doen? En u óók niet. Ik begrijp uw
geschoktheid en bewogenheid om
Christus' wil, maar Hij Zélf wijst ons
toch een heel andere weg in zo'n
geval? U bent de enigen niet, die aan
dié weg voorbijgaan. Die heel sim
pele, maar blijkbaar ook moeilijke
weg naar die zondaar toe.
„Ga naar hem toe en bestraf hem
tussen u en hem alleen."
£n de. X knipt
een blouse, waar we zowel in de zomer
als in de koelere najaarsdagen veel ple
zier van kunnen hebben. Het buitengc-
v> one model komt het mooist uit. wan
neer we een fijn gestreept stofje nemen.
Hot kraagje staat een weinig op.
U hebt die man geschreven en
kreeg een beledigend schrijven terug.
Logisch. Nee, zélf gaan en dan geen
voetenbankje meenemen van: „ik ben
beter dan jij", maar in volle bewust
heid, „dat de zoekende Herder der
zielen achter u staat, naar hem toe
gaan".
Dat is het éérste en waarschijn
lijk kent u de volgende stappen op die
weg wel. Bij verharding neemt u de
volgende keer een broeder mee.
En laten we toch nooit de ontzaglijke
kracht van het gebed vergeten, waar
door de hardste harten kunnen breken
en zich verootmoedigen. Pas aan het
einde van die weg wacht het vrese
lijk vonnis in Gods Naam van uitban
ning of afsnijding uit Zijn gemeente
En hoezeer moet dit de andere leden
bedroeven... Maar.... wereldkundig
maken in een dagblad? God beware
er ons voor. Voortwoekeren mag dit
kuiaad zeer zeker niet, maar mijn
heer B., ga eerst zelf naar die man toe,
daarna met een ander en als het móét,
spreek dan persoonlijk met een lid
van d i kerkeraad, vóór u er mee
naar andere kerkeraden of classes gaat.
In dit verband wil ik mijnheer
H. K. t e R. óók even laten weten, dat
het mij niet zou passen en dat ik er
evenmin de bevoegdheid toe heb, om
te schrijven over de moeilijkheden,
die in een onzer kerken zijn gerezen.
Wat mijn oordeel over die meisjes
in shorts en kuitbroek betreft, mevr.
J. J. v. W.-K-. dit waren géén buiten
kerkelijken. Ik wist bij het schrijven
van riiijn stukje voor honderd procent
zeker, lot wélke kerk zy behoorden
en uit welke stad zij afkomstig waren.
M h r. D. L. B. te R. Laten we met
dut woord „wereld" voorzichtig zijn.
Uit bovenstaande blijkt wel, dat ze
óók in de kerk kan zitten Oók in uui
en in mijn hart. Als die „wereld" daar
bij u door de radio binnenkomt, vind
ik dat vreemd. Ik kan God nooit ge
noeg danken voor het evangelie
dat door middel van de radio tot
in de verste uithoeken der aarde
komtDeze hele aarde is voor óns;
eens zullen Gods kinderen haar in
vernieuwde vorm beërven, maar ntx
is zy nog het terrein, waarop Satan
opereert. Tot ons eigen hart toe, als
dat niet wedergeboren is. Daarom bidt
Christus: ,,Ik bid niet, dat Gy hen uit
de wereld wegneemt, maar dat Gij hen
bewaart voor den boze."
Dit is radicaal het omgekeerde van
wat ix beweert, dat God ons verbieden
zou, daar een voet in te zetten. Die
begeerlijkhedendie u citeert uit
Heerlijk zitje in 't polderland.
1 Joh. 2, kunnen zomaar onder onze
heiligste verrichtingen ons hart binnen
sluipen. Wij mensen kunnen (geluk
kig!) geen lijnen trekken. Laten we er
alleen maar biddend cn wakend op
toezien, waar G o d ze trekt voor ieder
van ons persoonlijk.
MARGARITHA.
P.S. Mevr. V. te Z. Hartelijk
dank voor uw gedicht „Hora est." Ik
zal het goed bewaren, misschien komt
het nog eens te pas.
Mevr. v. 't H. te A. De volgende
week hoop ik nader op uw brief in te
kunnen gaan. M.
De KLEEDKUNST
in het oude Griekenland
Het patroon, no 121. is aan onze
bureau's verkrijgbaar tot 23 Augustus,
tegen betaling van 040; na ontvangst
van 0.50 volgt toezending. Het patroon
is voorradig in dc maten 42, 44 en 46.
Voor de blouse hebben we nodig 2 meter
stof
i 90
Patronen te bestellen per briefkaart
met 0.50 aan postzegels, geplakt naast
de gewone postzegel voor frankering
Beslist niet later bestellen dan 23
Augustus.
DE Griekse cultuur heeft in de mo
de zeker nog haar invloed en het
is interessant, de kleedkunst der ou
de Grieken nader te bezien. Bij het
vervaardigen van kleding gebruikten
de Grieken in de oudste tijden schaaps
wol. Het schaap werd in Grieken
land, evenals in Egypte, als huisdier
gehouden. Niet in alle gevallen kon
men wol bezigen. Dierenhaar werd
namelijk als onrein beschouwd, zo
dat klederen, van dit materiaal ver
vaardigd, in de tempel en bij gods
dienstige plechtigheden niet gedragen
mochten worden. Voor deze kleren
gebruikte men linnen, vlas, of katoen.
De Doricrs kenden als oudste ge
waad de Chlaina, een rechthoekige
lap wollen stof, ongeveer driemaal
zo lang als breed, welke in het mid
den dubbelgevouwen en zo op de
schouders bevestigd werd, dat de ar
men vrij bleven en het kleed rechts
open bleef.
In sommige gevallen bevestigde
men dit kledingstuk slechts op één
schouder en liet de helft van de borst
en de ene arm onbedekt.
De Chlaina heette dan exomis en
werd gedragen door de Amazones, of
de Spartaanse meisjes bij wedlopen.
In de Homerische tijd is de peplos
een veclgedragen kledfngstuk, vaak
druk versierd, bestaande uit een
rechthoekige lap stof, welke met
naalden op de schouder vastgemaakt
werd. Bovendien werd zij door een
gordel saamgehouden. Deze peplos
wordt steeds wijder, terwijl de over-
blousing in dikte en de veelheid van
plooien toeneemt. De Ionische vrouwen
droegen een ander gewaad, de zoge
naamde Chiton, een linnen kleed,
waarschijnlijk van Kleinaziatische
oorsprong.
De chiton der vrouwen was steeds
lang, wijd, hing in sierlijke plooien
en was voorzien van korte mouwen,
alsmede van een gordel. Soms werd
om de chiton nog een tweede gordel
gedragen.
Vaak werd gebruik gemaakt van
een overkleed, een gedrapeerde man
tel; in latere tijd een kredemmon of
himation, voorzien van knopen en
symmetrisch over beide schouders ge
dragen.
In tegenstelling met de mannen
droegen de vrouwen zulk een mantel
veelal over het hoofd.
Ook werd door laatstgenoemden
wel de hoofddoek gedragen, of een
lange, wollen sjaal over rug en schou-
In de Grieks-Romeinse tijd raakt
de Griekse dracht langzamerhand in
de verdrukking en verdringt de Ro
meinse de Griekse ten slotte geheel.
Kostbaarder stoffen, veelal met
gouddraad bewerkt, kwamen in zwang.
Zo zien wij in de Grieks-Romeinse
periode dc ondergang van de oud-
Griekse klederdracht, welke echter
door de Romeinen in een nieuwe vorm
gegoten, nog tal van eeuwen en bij
tal van volken haar invloed zou doen
gelden en zelfs nog dc moderne mode
ontwerpers inspireert.
Leo K. Z.