mwmrt
mmm
iff mm
m
m
m u m
m vmm
Gnze barmhartigheid
Jezus volgen
£n de knipt
6
ZONDAGSBLAD 21 JUNI 1952
Oplonlngen en correspondentie aan
de heer H. J. J. Slavekoorde. Goud-
reinetstraat 125, Den Haas.
Nog eens Engeland
Nederland
Hieronder volgen twee aantrekkelijke
partijen uit de onlangs gespeelde lan-
denwedstrijd EngelandNederland. In
de partij van v. Scheltinga treft het
vooral, hoe goed en nauwkeurig de Ne
derlander zijn kansen in het eindspel
heeft getaxeerd. In de andere partij
toont Muhrlng op onberispelijke wijze
aan, dat scherp spelen uitstekend M
mits
voldoende ver doorrekent.
Siciliaanse party.
1. e4 c5; 2. Pf3 e6; 3. d4 cxd4; 4. Pxd4
Pf6; 5. Pc3 Lb4; 6. e5 Pd5; 7. Ld2 Pxc3;
8. bxc3 I,i-7; 9. Dg4 g6; 10. Ld3 Pc6; 11.
De4 d5: 12. Dr2 Ld7; 13. 0—0 a6; 14. f4
Tc8; 15. g4 Lc5; 16. Lc3 Da5: 17. Del
l,xd4; 18. Lxd4 Pxd4; 19. cxd4 Dxel; 20.
Tfxel h5; 21. (5 Lb5; 22. Lxb5 axb5; 23.
Te2 Tc4; 24. Td2 Kd7; 25. Tbl Kc6; 26.
Tb3 b4; 27. a3 Tc8; 28. Txb4 Txb4; 29.
axb4 Kb5; 30. Kf2 Kxb4; 31. Ke2 Tc3;
32. Kdl Kc4: 33. Kcl Tf3; 34. Kb2 b5;
35. Tdl Txf4; 3G. Td3 h4 en wit gaf
1. d4 Pf6; 2. c4 e6; 3. g3 d5; 4. Lg2
dxe4; 5. Pf3 a6; 6. 0—0 c5; 7. Dc2 cxd4;
8. Tdl Pc6; 9. Dxc4 Db6; 10. Pxd4 Pxd4;
11. Dxd4 Lc5; 12. Dfi 0—0; 13. Pc3 e5;
14. Dh4 Lxf2115. Khl Ld4; 16. Lgó
Pg4; 17. Pd5 Pf2t; 18. Kgl Pxdlt; 19.
Kfl 16; 20. Ld2 De6; 21. Txdl Df5+5 22.
I,f3 Db.'it; 23. Kei Dxh4; 24. gxh4 Lh3;
25. Lb4 TfdK; 26. e3 1*7; 27. Tel Td7;
28. I-»5 e4; 29. I,xe4 Te8; 30. I.f3 Lxe3;
31. Pxe3 Txe3t; 32. Kf2 Tc8; 33. a3 Le6;
34. Tc5 bfi; 35. Lxb6 Td2+; 36. Kg3 Txb2;
37. La5 Tb3; 38. Lb4 Td8; 39. Kf2 Tb2t;
40. Ke3 Txh2; 41. Tc6 Ld5 en wit gaf
Oplossingen
Hieronder volgen de oplossingen der
opgaven, gepubliceerd in onze rubriek
van 7 JunT Jl.
Probleem van Galitzky; Bedoeld was
1. Kg5 Kg7; 2. h8P Kxf8 (of Kxh8); 3.
Kf6 (of Kh6) g5; 4. PgC mat. Enkele
oplossers wijzen er terecht op. dat 1. Pe6
mat in drie zetten mogelijk maakt en
dan lang niet zo aardig als in de au-
teursoplossing. Jammer van de overi
gens aantrekkelijke opgave.
PartUstelling BolbochanGarcia Vera
(met zwarte pion op h6): 1. Lxh6? Lh2iü
en wit gaf het op. Er volgt óf 2. Txh2
Dg3 gevolgd door mat. óf 2. Kf2 Dg3
mat.
Partijstelling MarcoReggto: 1
Dxh4t; 2. Kxh4 Th2f; 3. Lxh2 Txh2i;
4. Kg5 Th5 mdt. Of 2. gxh4 Tb3t ge
volgd door 3. Tbxc3f en 4
TxeS mat.
Boekbespreking
Roportoiro van achaakopemngen.
door J. G. T. Donk. Uitgave van
G. B. van Goor Zonen s Uitgevers
maatschappij te 's-Giavenhage 204
bludz.. met talrijke diagrammen.
Prijs f 3,95 ingenaaid
Men kan de beoefenaren vun het scha
ken ruwweg in twee klassen verdelen:
zij, die dit spel serieus nemen en zij.
die dit niet doen. De eerste groep wordt
gevormd door hen. die zich ernstig in
spannen hun spelpeil zo hoog mogelijk
op te voeren. Zij bestuderen schaakboe
ken, spelen schaakpartijen na, trachten
In de vroege ochtend op de Nieuwe Waterweg, de zon tegemoet
„Vader, er git een wesp tegen t
plafond
„Trap hem maar dood, jongen en
laat vader met rust
lering te trekken uit de eigen fouten en
uit die van anderen, kortom houden zich
zo intensief met het schaken bezig als
zij verantwoord achten tegenover nua
maatschappelijke en huiselijke plichten.
De andere groep bestaat uit lieden, die
het schaken beschouwen als een ge
schikt middel om de tijd te passeren.
Men kan er soms een praatje bij maken,
de tocht naar en van het schaaklokaal
geeft een gezonde lichaamsbeweging,
winst of verlies blijft hun om het even
Een schaakboek kijken deze mensen
nooit in. Buiten de clubavond komt bet
schaakbord nooit te voorschijn.
Deze laatste categorie nu is veel klei
ner dan men wel eens denkt. Er is bijna
geen schaker, die niet een klein beetje
geprikkeld wordt als hij met de regel
maat van de klok partijen verliest van
spelers, die algemeen als zwak bekend
staan. Bijna iedereen wil toch wel eens
nakijken of hij niet beter had kunnen
spelen. En zo mag de groep dergeneri,
die op de een of andere wijze toch wel
een beetje in het schaken studeren, zeker
niet onderschat worden. Ze vormt eigen
lijk het midden tussen de beide uiter
sten, die wij zoëven schetsten.
Juist in deze tussengroep komen vrij
veel spelers voor. die best wat meer zou
den willen studeren, indien die studie
maar niet zo deksels omvangrijk was.
Neem nu die openingsthcorle eens. Als
je die een beetje behoorlijk wilt bestu
deren moet je toch zeker die 12 deeltjes
van Euwe kennen. En het eindspel? van
hetzelfde laken een pakl En dan hebben
we nog geen woord gewijd aan het mid
denspel Neen. dan maar niel studerea
Het zijn overwegingen van deze aard.
die de heer Donk te Amsterdam er toe-
hebben gebracht zijn Repertoire van
schaakopeningen te schrijven. Hij neelt
aldus geredeneerd: Waarom zoudt U,
met wit spelend, twee. vier. zes of zelfs
twaalf openingen moeten kennen? t>e-
perk u tot één opening, doch leer die
grondig. Waarom zoudt u met zwart
spelend, tegen elke openingszet van Uw
tegenstander twee, vier, zes of twaalf
verdedigingen moeten kennen? Kies er
één uit, doch zorgt dat ge die In de per
fectie beheerst.
De heer Donk heeft nu in zijn boek
deze keuze voor U gedaaa Hij kiest met
wit telkens één zet, behandelt alle tn
aanmerking komende antwoorden van
zwart, doch geeft op elke zwarte zet
slechts één antwoord voor wit natuur
lijk het antwoord, dat hij als het oesto
beschouwt Op deze weg voortgaande
heeft hij een minimum-repertoire voor
de wit-spelcr opgebouwd. Op gelijke
wijze stelde hij een minimum-repertoire
voor de zwartspeler samen.
Laten we eerst vaststellen, dat deze
methode inderdaad vele schakers een
hoop werk besparen kan. Wie op dit boek
bouwt zal niet bedrogen uitkomen Het
werk is degelijk, de keuze ls verant
woord Wie studeren wil. doch er niet te
veel tijd in steken kan of wil, zal net
met dit openingsrepertoire een eind
kunnen brengen.
We mogen het hierbij echter niet la
ten. Want een boek als het onderhavige
heeft ook schaduwzijden.
In de eerste plaats herinneren wy er
aan, dat alle opcningsthcorie veroudert.
Dus ook het beperkte stuk theorie, dat
in Donk's boek wordt behandeld Wan
neer en in hoeverre deze veroudering
plaats vindt, weet de bezitter van oit
bock niet. Doch hij zal. vroeg of laat,
tot de ontdekking komen, dnt een stukje
van zijn eigen thcorlebezlt weerlegd ts
en dan zal hij moeten vaststellen, dat hij
Seen enkele ultwljkingsmogelljkheid
ezlt.
Hij kan immers niet naar belleven kie
zen; hij ls er aan gewend dat hem in
elke situatie slechts één zet ter beschik
king staat Wordt die hem uit de handen
geslagen, dan is l»U verloren! Tenzij
hij zich bij voorbaat dekt en zich. naast
het boek van Donk, de Losbladige
schaakberlchten aanschaft, die met de
regelmaat van een klok alle nieuwtjes op
het gebied d».r schaakopeningen bij nem
in huis brengen Alle nieuwtjes, dus oók
die betrekking hebben op het beperkte
stuk opcningsthcorie. dat in Donk's boek
behandeld wordt
Tenslotte mogen we er nog wel op
wijzen, dat degene, die zich dit ooek
aanschaft er zich tevoren terdege reken
schap van moet geven, of hij bereid is
zich duurzaam te vergenoegen met het
stuk openingstheorie, dat de heer Donk
voor hem heeft uitgezocht. We herruien:
die keuze is verantwoord. Daaraan ligt
het niet Maar wat geschiedt er. Indien
de in het boek opgenomen speelwijze U
niet ligt? Wat gaat U doen ab Uw speel-
sterkte toeneemt en U steeds meer gaat
beseffen, dat U tenslotte maar een twee
dehands schaker bent, omdat U aan de
overigens vertrouwde leiband des
heren Donk loopt?
Overwegingen als deze, welke gemak-
kelijk zouden kunnen worden uitgebreid
met andere, zullen o.i. niet mogen ont
breken indien men overweegt dit boek
aan te schaffen.
Uit de match
ReschewskyNajdorf
Hieronder de 4e partij uit deze match.
Wvt; Reschewsky. Zwart: Najdorf.
1. d4 Pf6; 2. c4 g6; 3. Pc3 Lg7; 4. e4
0—0; 5. Pf3 d6; 6. g3 e5; 7. Lg2 Pbd7;
8. 0—0 c6; 9. h3 Ph5; 10. Le3 De7; 11.
Tel Kh8; 12. De2 De8; 13. Tadl f5; 14.
exf5 e4; 15. Pxe4 Dex4; 16. Ph4 De8; 17.
fxg6 Pf6; 18. Dc2 Dd8; 19. Lf4 Pb6; 20.
txh7 Te8; 21. Lg5 Ld7; 22. b3 Txelt;
23. Txel Le8; 24. Le4 Pbd7; 25. Lg6 Lx
g«; 26. Pxg6t Kxh7; 27. Pe7t Kh8; 28.
Te4 Lh6; 29. Th4 Dxe7; 30. Txh61 Kg8;
31. Dg6f Dg7; 32. Lxf6 cn zwart gaf
het op.
Ter oplossing
Wij geven ditmaal twee partijstcllin-
gen ter oplossing, welke met enige goede
wil door vele oplossers gevonden zullen
worden, ook al heeft wit In de tweede
stelling 10 zetten nodig om mat te zet
ten. Schrik niet. U zult het wel vin-
Uit een party
GerebenTrolanescn.
De vloo „hoort" met
zijn poten
De overerving van verworven eigen
schappen is een thema, dat veel
geleerden van naam heeft bezig
gehouden en tal van pennen in be
weging heeft gebracht. Ook de Rus
sische bioloog Lyssenko heeft op dit
stuk van zich laten horen. Bovendien
verwierf hij een zekere vermaardheid
door zijn dressuurproeven met vlooien
endoor het bewijs, dat een vloo
hoort met zijn poten.
Na lange, lange oefening was Lys
senko er in geslaagd, twee vlooien zo
te dresseren, dat zij op een door hem
gegeven commando van de linker- in
de rechterhand sprongen. Een ander
commando klonk nadien en Lyssenko's
vlooien .sprongen van de rechterhand
terug in de linkerhand. Herhaaldelijk
had Lyssenko deze proef reeds ge
nomen ten overstaan van zijn studen
ten en collega's biologen. Allen waren
overtuigd, dat Lyssenko een uit
stekend vlooientemmer was en dat
vlooien, mits goed onderwezen, tot de
intelligente wezens gerekend moeten
worden.
Op een goede dag betrad de geleer
de weer de collegezaal en zeide,
voornemens te zijit, die ochtend het
overtuigende bewijs te leveren, dat
vlooien horen met hun poten. Hij nam
zijn beide gedresseerde vlooien en
liet ze van de linker- in de rechter
hand springen en omgekeerd, dat het
een lust was. Toen nam hij een pincet,
trok een der beide vlooien de poten uit
commandeerde opnieuw.en ziet, de
verminkte vlo sprong niet meer. U
ziet (zei Lyssenko), dat een vlo geen
commando's meer hoort en niet meer
goed reageert, als men hem de poten
uittrekt Hieruit volgt dus zonneklaar,
dat een vlo met zijn poten hoort, dat
het gehoororgaan van een vlo in de
poten is ingebouwd, dat een vlo dus
doof wordt, als men hem de poten
uittrekt
Boosaardige mensen beweren, dat
deze „bewijsmethode" van Lyssenko
wordt toegepast door sommige rtaats-
lieden in de politieke sfeer.
A Vkvï
m
te-
m
4W B f!
A
n fWMP-
PUZZLE VAN DE WEEK
Kruiswoordraadsel
Horizontaal: 1 strozak, 8 Inhoudsmaat
10 gereed, 12 plaaggeest, 13 zangnoot, 14
borstbeen, 16 onbep. voorn.woord, 17
jeremiade, 20 maanstand, 21 Chinese
maat, 22 crisis, 24 rustplaats, 25 haag, 27
gezwel, 29 niet deelbaar door twee, 31
vogel, 32 uitslag van het onderzoek. 36
projectiel, 37 steen, 38 voegwoord, 39
verlaagde toon, 41 Fr lidwoord, 42 hoe
veelheid. 44 mechanische trap.
Verticaal: 2 gekheid. 3 plant. 4 aan
houdend, 5 voorzetsel. 6 bijwoord. 7 ge
raamte, 9 afdoende, kort en krachtig, 11
rolprent, 13 stuk, 15 uitroep van afkeer,
16 zangnoot, 18 vrucht. 19 vrolUk, zon
nig, 22 vogel, 23 blauwe boerenkiel, 26
deel van het vistuig, 28 fakir, 30 edelgas,
31 in de klem, 33 maanstand, 34 arbeid
zaam, naarstig, 35 pers. voorn.woord. 39
razend, 40 titel, 42 zangnoot, 43 Fr. N.V.
Inzending per briefkaart uiterlijk
Donderdagmorgen a s. aan het bureau
van dit blad. In de linkerbovenhoek aan
de adreszijde vermelden: „Puzzle-op-
lossing". Er zUn drie prijzen: 1 f 5,—,
2 f 2,50, 3 f 2,50.
Oplossing
HorisonUal: 1. klokkebel, 0 operatief,
9 pon, 10 Lea, 11 Jr., 12 hel, 14 na. 15
varen, 17 dor, 18 nek 20 spuit. 22 R.K.,
24 ga. 25 orde, 27 ezel, 29 peon, 30 nest.
31 els, 33 Epe, 34 re, 35 toe, 37 ar, 38
noteren.
Verticaal: 1 klopje, 2 oven, 3 krater, 4
bril, 5 Infaam, 7 por, 8 een, 12 harpoen,
13 lenigen, 15 vos, 16 net, 19 proper, 21
halter, 23 krelcn, 24 gespan, 26 dos, 28
zee, 32 koe, 35 t.t., 36 er.
ZONDAGSBLAD 21 JUNI 1952
3
VOOR öe VROUW
£IJN wij barmhartig? U en U en ik?
Ja, we hebben onze stichtingen
van barmhartigheid en daar geven we
zo nu en dan onze gave voor. 'n Offer
kunnen we dat niet noemen, want we
zullen er geen boterham minder om
eten. Maar veronderstel, dat wij ons
een financieel offer getroostten voor
één van die inrichtingen, die wij, dank
zij Gods genade, voor die duizenden
mensen-in-nood bezitten mogen, daar
mee zijn wij dan nog niet barm
hartig.
Ik bedoel hier het innerlijk be
wogen zijn met een minder bedeeld,
een ziek, invalide, of geestesziek
medemens. Die innerlijke bewogen
heid, die zich omzet in de liei d e-
d a ad. Hoe slecht wij in dit opzicht
het verheven Voorbeeld van onze
Heiland volgen, werd mij, naast véél
demonstratie van onbarmhartigheid,
die ik persoonlijk waarneem, duidelijk
uit een brief van „Nelly."
Zij heeft een niet geheel volwaar
dige 19-jarige dochter, die bijzonder
lager onderwijs heeft gevolgd en haar
diploma huishoudschool bezit. Dit
ineisje werkte van 85 tn een Chr.
ziekeninrichting (let op dat Christe
lijk!), waar zij zalen moest schrobben
enz., enz. Zij kreeg 50% van het nor-
■■■M.niUhh
Here, ik zal U volgen waar Gij
ook heen gaut.
Lukas 3:57.
2JEZJE eens uw eigen leven onder het
licht van ae woorden van Jezus,
gesproken tot de Schriftgeleerde, die
vol enthousiasme zegt, Jezus te ivil-
len volgen.
Waren er wellicht ogenblikken tn
•uw leven, waarin ge vol geestdrift
gezegd hebt: .Here, ik zal U volgen,
waar Gij ook heen gaat?"
Wü denken aan tiet ogenblik, waar
op ge de naam des Heren hebt Oeledcn
in het midden Zijner gemeente. We
denken aan het ogenblik, waarop ge
uw trouwe vader of lieve moeder
zaagt heengaan uil dit Leven met de
blijde zekerheid, dat zij gingen naar
het Vaderhuis met zijn vele woningen.
Maar zie. toen kwamen de moeite en
de tegenspoed in uw leven En ge
kondt het niet geloven, dat het ook
toen de liefdehand des Heren was,
die u leidde.
En niet minder is het de vijandschap
der wereld, welke ons het volgen van
Jezus zo zwaar maakt. Van Elia lezen
we, dat Achab hem noemt de veroer-
der Israels en zijn vijand. Zeker.
Achab vergiste zeer deerlijk. E'.ia was
niet de vijand van koning en volk.
Hij meende het juist goed met vorst
en onderdanen. Elia wist het, dat al
leen in de vreze Gods zegen was te
wachten. Maar in zekere zin was het
toch wel waar, dat de pro/eet een
beroerder Israëls was. Hij bracht
onrust in het zondige leven der men
sen van zijn tijd en zijn omgeving. Hij
riep het geweten wakker, dat Israël
aanklaagde vanwege zijn zonden.
Zo brengen Gods kinderen nog al
tijd, wanneer zij in oprechtheid voor
des Heren aangezicht wandelen onrust
in het zondige wereldleven. De we
reld wil ongestoord genieten van de
bedwelmende drank der zonde en
daarom haat zij de oprechte gelovigen,
in wie zij niet anders ziet dan lastige
spelbrekers. Om stand te houden
tegen die vijandschap der werela is
diepte van geloof nodig, dat volhardt
ondanks alle tegenstand.
En toch, alleen wie volharden zal
tot het einde, die zal zalig worden.
Niets is moeilijker dan volharden.
Hiervoor is nodig het waarachtig ge
loof, dat ons nauw verbindt aan
Christus. Ook dan is en blijft het wel
een vallen en opstaan. Dan moge
Job, in diepe ellende gedomoeld. zijn
geboortedag vervloeken, toch blijft h\j
niettegenstaande die zondige taal, aan
zijn God verbonden.
Niet een even oplaaiende geestdrift,
maar alleen een welgefundeerd geloof
doet ons zeggen en beleven:
Jezus, 'k toil U need'rig volgen.
Waar Uw hand mij henenleidt.
'k Weet toch, Uwe hand is liefde
En Uw weg is zaligheid.
male loon uitbetaald, omdat zij niet
volwaardig is.
Goed. Maar niet goed en beslist
onbarmhartig is het, om van zo'n
meisje dan tóch het volle pond in haar
werken te vragen, haar voortdurend
op te jagen, te zeggen dat zijolij mag
zijn, dat ze nog werken mag en haar te
bedreigen met 25% loon!
Ik kan begrijpen, dat haar moeder,
die juist zó 'n kind natuurlijk mateloos
liefheeft, schrijft: dan krijg ik
toch zo n wrang gevoel. Is dat de
Christelijke barmhartigheid? Zij wisten
toch van tevoren, dat ze voor haar
werk geen 100% ivaard was en daarom
namen we toch genoegen met 50%
loon? Als er toch wat meer liefde en
tact voor zulke meisjes aan de dag
gelegd werd, vonden óók zij haar eigen
plaatsje in de maatschappij."
Dat moet toch kunnen? Zulken zijn
te normaal voor een inrichting, maar
als dan de maatschappij hen wreed
uitstoot of misbruik maakt van hun
geringe capaciteiten, waar dan heen??
Moeders van volwaardige kinderen,
probeert het u maar eens éven in te
denken, dat u er zo één onder uw
troepje had! Hoe zouden wij het
vinden, als dat zorgenkind van oris
door anderen door mede-Christenen
nog welzó uitgebuit werd?
Deze dochter van „Nelly" is er één
uit vélen Tóch heeft God ook voor
ieder van deze onvolwaardigen een
taak in deze wereld. Zij hebben tóch
één talent, misschien zelfs méér van
Hem ontvangen. Aan óns volwaar-
digen de roeping, dit éne talent op te
sporen.en daadwerkelijk te helpen, om
dat tot ontplooiing te brengen.
Zo is Nelly's dochter dol op baby's
en kleuters. Zij kan die verzorgen tot
en mét, hen bezighouden, lief met ze
spelen of wandelen. Zij heeft schitte
rende getuigschriften van een direc
trice van een (neutrale) kinderbewaar
plaats, waar zij als volontair 3 maan
den gewerkt heeft en nog steedsals
zij er eens binnenloopt, met veel liefde
ontvangen wordt.
Hier beschaamt wat wij „de wereld"
Als er in Rotterdam een moeder is,
die dit meisje zou willen hebben, om
op kleintjes te passen of om met de
baby uit rijden te gaantuil ik u wel
aan haar adres helpen, al ken ik haar
persoonlijk niet.
Maar u zoudt om te beginnen eens
kunnen gaan kennismaken.
Mogelijk zou er dan tenminste één
van deze onvolwaardigen haar „plekje"
vinden.
De wereld, waarin wij leven is zo
hard en koud. Ons leven is zo druk en
roezig. Wc z(jn zo nerveus en gejaagd.
En door dit alles hóren we Jezus' Stem
niet meer, die ons toeroept: „Weest
dan barmhartig, gelijk Uw Vader in
de hemel over barmhartig is."
Dat écht barmhartig zijn gaat maar
niet zo gemakkelijk. Het kost ons altijd
een stukje zelfverloochening.
Ja. dat eigen Ikje is ons grootste
struikelblok. Het moest toch niet zo
zijn, dat er zich onder ons nog altijd
méér priesters eji Levieten, dan Sama
ritanen bevinden?
Laten wij het ieder onszelf maar
eens afvragen: „Tot welke groep be
hoor ik?"
En dan van binnenuit zien en luiste
ren, om de vele mensen-in-nood op te
merken, die een beroep doen op ónze
barmhartigheid.
MARGARITHA.
Mhr. M. te R'dam. U en ik
hebben blijkbaar wat langs elkaar
heen „gepraat". Ik ben er minstens zo
huiverig voor als u, mijn doen en laten
te tooien met de naam „Christelijk".
Daarom heb ik in mijn stukje ook
absoluut niet geïnterpreteerd, dat u
zich eerst aan moet dienen als Christen,
alvorens u de blijde boodschap brengt.
Natuurlijk heb ik niet slechts het
kringetje van eigen geloofsgenoten op
het oog, maar juist de kring, waarin
we in de wereld staan. De naam
„School met de Bijbel" verkies ik
bóven „Christelijke school."
God beware ons er voor te getuigen
van ons Christen-zijn (och arme
in plaats van de Christus, die ons
Leven is.
Ik geloof, dat wij het overigens bij
een mondeling gesprek wel aardig
ééns zouden zijn over deze dingen.
M.
SCHATTIG JURKJE
voor de kleine meid
Een vrolijk kinderjurkje, dat in stevig
katoen of vistra voor school en spel net
zo geschikt is als voor extra netjes
Is er een grote feestelijkheid in het
zicht, dan is het ook leuk om het van
toile de soie te maken, want het model
letje heeft iets btizonder vrolijks.
Het rokje valt ruim klokkend, door
dat het een cirkelrok is. Het lijfje heett
een pas, die omzoomd is dooi een ruche.
We kunnen pas, kraagje en de smaue
machetjes van het mouwtje ook van wit
piqué maken. Voor dit modelletje is het
patroon aan onze bureaux te verkrijgen
tot 28 Juni. Voor de leeftyd van 8. 10 en
12 jaar tegen betaling van f 0.40 Na
ontvangst van f 0.50 volgt toezending.
Voor het jurkje hebben we 2.50 meter
stof nodig van DO cm breed.
Wat eten wij vandaag
VLEESPANNEKOEK
Dit gerecht, bestaande uit pannekoe-
ken met raeoüt ertussen, kan bij aard
appelen en groenten gegeven worden, of
bij de broodmaaltijd. De ragout kan eni
ge tijd tevoren gemaakt worden, de pan-
Voor de pannekoeken:
Voor de rago&t:
Ongeveer 100 g gaargekookt vlees,
bijv. nier of ander gekookt vlees of
niet aangemaakt gehakt, een uitje, 25
g (bijna 2 eetlepels) boter of marga
rine, 30 g (3 eetlepels) bloem, 2 kop
jes kooknat van het vlees en/of water
met zout.
Het vlees in blokjes snijden (of bet
gehakt losroeren) en met de gesnipper
de uit lichtbruin bakken in de boter of
margarine. De bloem er instrooien, even*
mecbakkcn en dan bij scheutjes tege-
liik. onder voortdurend roeren, de hete
vloeistof toevoegen. De massa een kwar
tiertje laten trekken en de ragout op
smaak maken met zout, peper of noot
muskaat en desgewenst een scheutje
melk. De ragoüt moet zo zijn, dat hij
niet van do pannekoek af zal lopen,
maar toch gemakkelijk uit te strijken is.
Terwijl de ragout kookt of opge
warmd wordt, de pannekoeken bakken.
Bloem, zout on ei ln een kom dooreen-
roeren en met een weinig melk tot een
glad beslag kloppen. De rest van de
melk toevoegen, evenals het fijngesne
den peterselie- of kervelgroen. Van het
beslag vlug pannckocken bakken.
De Papoea in zijn
drukke verentooi,
zijn „landsdracht"
past goed in de wil
dernis welke h'\j
Maar hij weet zich,
in een wit linnen
pakje, ook best voor
te doen als „Euro
pese" lifter l
Op de eerste pannekoek een laag ra
gout uitspreiden cn deze bedekken met
een tweede pannekoek. Zo doorgaan tot
dat beslag cn ragoüt op zijn. Op de
bovenste laag wat gesneden pieterselie
of kervel strooien en de pannekoek zo
warm mogelijk oj> tafel brengen. De
koek in punten snijden.
RABARBER OP TAFEL
welkome afwisseling op al de
kool, peen en uien van de winter! Ja,
rabarbermoos kunnen wc, evenals appel
moes en stoofpeertjes als groente eten,
bijv. bij gehakt cn jachtschotel, bij ca-
pucijners of bruine bonen. Ook kan ze
op het brood gebruikt worden bij wijze
van jam. Doordat wij ze met aardappe
len of brood eten, wordt dan meteen de
zure smaak wat verzacht.
Als nagerecht kan nl wie van een fris
zuur toetje houdt, de rabarber alleen
met suiker vermengd gebruiken. Voor
degenen die de smaak liever wat zach
ter hebben, kunnen we door het moes
ook yoghurt, een mclkvla, paneermeel
of beschuitkrulm roeren. Sommigen zul
len er ook wel eens een eierdooier aan
willen besteden en dan kan er met
een door middel van het eiwit een
schuimige rabarbcrvla van worden be
reid.
Verzachting van de zure smaak berei
ken we ook door iets gezuiverd krijt aan
de stukjes rabarber toe te voegen of
door zc op tc zetten met zoveel water
dat ze half onderstaan. Het sap laten
we dan na het koken uitlekken en ge
bruiken dit met wat suiker als een ver
frissende drank óf, enigszins bijgebon
den, voor puddingsaus.
Hoe koken we de rabarberf
1. Alleen het groene blad en het on
derste bruine blaadje van de stelen af
snijden.
2. Dé stelen niet schillen het bui
tenste deel geeft immers vooral de
mooie kleur aan het gerecht en wordt
gemakkelijk gaur en zacht.
3. Als gereedschap gebruiken: een alu
minium of goed geëmailleerde pan, een
roestvrij metalen of een houten lepel,
een gave garde en zeef vooral geen
zinken gereedschap.
4. Om de smaak te verzachten en sui
ker te besparen kan men per kg rabar
ber een afgestreken theelepel krijt toe
voegen als de rabarber gaar is.
5. Zorgen dat de rabarber niet te lang
met metaal in nanraking komt om ster
ke verkleuring tegen te gaan; dus na
het koken niet In do pan laten en geen
metalen lepels e.d. erin laten staan.
0. Moes en sup pas na afkoeling zo»-
ten.