GRIEP EEN VERGETEN VOORVECHTER 3C un je nog zingen 2'l ajcir ukken en vergroten HET EIND VAN HET LIED ZONDAGSBLAD 16 FEBRUARI 1952 (Vervolg van pag. 1.) Seplaatst is en moeilijk gesteld is vóór e stemgeregtigden inwoonner, om een tweede stemburo of wel aan het Kruis- dorp te willen plaatsen. Of dat alzoo indien mijns inziens zoo min mogelijk in het midden der bewoonners zou ge plaatst worden". Burgemeester was zo ontactisch om het epistel in extenso in het Weekblad te publiceren onder de schuilnaam: „Een kiezer". De volgende vergadering diende het betreffende raadslid een voorstel in om te verne men wie het bewuste verhaal in de krant plaatste en verzocht schriftelijk mededeling wie hiertoe „het actief ge- ligt" (het archief gelicht) had. Onder het gebrul van „schoft", „eerroof', „leugenaar" enz. moest de vergade ring worden gesloten Moeilijke tijden rooskleurig. In 1865 sloot de burgemees ter 95 huwelijken. Van deze paren kon den 38 bruidjes en 20 bruidegommen hun eigen naam niet schrijven. De vee pest brak uit en men vertikte het de beesten te laten inenten waardoor er talloze moesten worden afgemaakt. Toen door het natte weer het halve gebied een moeras was, brak een typhus-epi- demie uit en de mensen, die het wa terpeil moesten regelen toonden geen interesse. Door het drinken van vuil water kwam er een cholera-epidemie, maar de bevolking weigerde de W.C.'s boven de sloten af te breken. Er was maar één begraafplaats in Kruisdorp, de doden uit het gehele gebied ten worden begraven. Vooral tij dens de ziekteperioden bracht dit veel bezwaar voor besmetting mede, maar hoewel de grond voor een tweede begraafplaats in Nieuw Vennep gereed lag weigerde de Minister toestem ming te geven Op „de Badhoeve", waar de burge meester geen tegenstand ontmoet, ijvert hij verder. Het wordt een modelboerde rij, met een eigen smederij, een eigen timmerman. Eigen tankwagens brengen dagelijks de verse melk naar de be woners van de Amsterdamse grach ten. Tal van hoge autoriteiten komen kijken, zelfs de Keizer van Brazilië. En allen tonen zich vol lof over wat hier wordt gepresteerd. Maar Amers- foordt wil méér. Hij wil landbouwon derwijs, hij ontwerpt een systeem van spoorlijnen door de Haarlemmermeer, hij geeft de boerderijen namen (huis nummers waren er niet) om de tele grambestellers het werk mogelijk te maken en wanneer na zes jaar zijn eerste ambtsperiode als burgervader ten einde loopt, wordt hij candidaat gesteld voor de Tweede Kamer. „Als ik geko zen wordt" zegt hij tot Hermine. „zal ik ook in de volksvertegenwoordiging de belangen van de polder en zijn be woners kunnen behartigen". Maar hij werd niet gekozen. De bevolking gaf de voorkeur aan een Amsterdamse ad vocaat boven de man, die voor haar leed en streed. Amersfoordt, die dit als een motie van wantrouwen in zijn be stelde men hem nogmaals voor, doch hij bereikte een nietszeggend aantal stemmen. Op „De Badhoeve" wijdde hij zich verder aan zijn taak ten dienste van de landbouw en aan het eind van zijn leven was het hem toch nog ver gund enkele vruchten van zijn streven te zien, toen de door hem gepropageer de landbouwmachines langzamerhand meer ingang vonden (bij een wedstrijd waren zelfs 25 zaaimachines uit de Haar lemmermeer aanwezig), toen ziekten minder werden en het gewas beter. En hij stiert TN Mei 1884 moest Jacob Amersfoordt afscheid nemen van het polderbe stuur. Door zijn grote werklust en vele inspanningen was hij vroeg oud gewor den en hij was ziek. Nog negen maan den leefde hij en toen op 1 Februari 1885 een koude vrieswind over de vlak ke akkers van de Haarlemmermeerpol der gierde, vond hij de eeuwige rust. Hij stierf in het land, dat hij lief had. Ach ter de lijkwagen, die zijn stoffelijk over schot naar het kerkhof achter de Ne derlands Hervormde kerk in Sloten bracht, liep maar een zeer kleine stoet. Er was zelfs geen vertegenwoordiger van de Haarlemmermeerpolder aan de groeve Zo was het einde van deze pionier, van deze man die als mens, als boer, als burgemeester en als lid van het polderbestuur zo ontzettend veel deed voor de Haarlemmermeer en zijn be volking, die tijdens zijn leven werd ver trapt en vóór zijn dood al was verge- De spoorlijn, die hij projecteerde, is er gekomen, later. De landbouwschool staat nu in Hoofddorp en ook Nieuw Vennep heeft er een. Er zijn scholen en kerken en verenigingen. Er worden lessen gegeven in het bedienen van ma chines voor de boerderij. Dit alles, waarvoor drie kwart eeuw geleden een onbegrepen man vocht, is nu bereikt. „De Badhoeve" is er niet meer. Drie rijke grondeigenaars uit Amsterdam hebben na Amersfoordts dood de landerijen verdeeld. Nu ligt op dezelfde plaats een welvarend, vooruitstrevend dorp: Badhoevedorp. In dat dorp heet een laan Burgemeester Amersfoordt- laan en een andere Hermine Maria Dijklaan. En straks, als de polder honderd jaar bestaat, zullen de stoffe lijke resten van Burgemeester Amers foordt en zijn vrouw worden opge graven en worden overgebracht van het kerkhof in Sloten naar de be graafplaats in de Haarlemmermeer. Op hun graven zal een eenvoudig monument worden geplaatst. Zo zullen de kinderen en de kleinkinderen van hen, die eens deze man in zijn leven hebben verguisd en vertrapt, posthuum en te laat, eren wat hij deed FREEK VAN DER MEER. Moderne bruggenbouw (bij Delden). TWEEDE BEZOEK AAN HET VROUWENPAVILJOEN II "C1 EN ogenblik zat ik als met stom- -L' heid geslagen. Of ik er geen be zwaar tegen had ook een aantal pa tiënten in het koor op te nemen, had de dokter me gevraagd. Haperend bracht ik er daarna uit: ,,Nee, daar voel ik niets voor", begon dan eerst langzaam, vervolgens allengs heftiger ontkennend mijn hoofd te schudden om tenslotte nog eens te herhalen: „Nee dokter, dat is werkelijk niets voor mij." Dit althans heeft mijn vrouw me la ter verteld en ook dat ik vrij hulpe loos in haar richting heb gekeken. Het geheel scheen er nog al vrij dwaas uit te zien, want de dokter schoot tenminste in de lach, ging wat dieper in zijn stoel zitten en wendde zich dan. merkwaardigerwijze, tot mijn vrouw. We nemen natuurlijk al leen de heel rustige mensen, ze zul len hem heus niet opeten, dit laatste weer op die eigenaardige droge, licht spottende toon. „Je zou het in ieder geval eens kunnen proberen, schat." Proost, dat kwam van mijn vrouw's kant. „Maar vind jij nu werkelijk dat.. „Ach, je kunt er van te voren weinig van zeggen, vindt U ook niet, dokter?" Dat vond de dokter ook, we moes ten het maar eens proberen, mis schien lukte het niet, doch in ieder geval zou het een interessant experi ment zijn. Er was tenslotte voldoen- CT ill POrULAinu FOTO-CURSUS DOOR J. JACOBI De gradaties van bet papier ZOALS wij in ons vorige artikel (19 Jan.) reeds meedeelden worden vergro- tings- en afdrukpapieren niet •Heen met verschillend opper vlak geleverd,, doch wordt van elke soort papier nog een serie gradaties gemaakt. D.w.z. dat wij, als wij een afdruk van hetzelfde negatief op elk der verschillende gradaties zouden afdrukken, verschil lende afdrukken ontstaan in de betekenis van de aange duide gradaties. Een afdruk op hard papier zou dan hard worden dus met een groot contrast tussen de witte en zwarte partijen, terwijl een afdruk van hetzelfde negatief op zacht een afdruk zou ge ven met een zacht karakter, dus met een klein verschil tussen wit en zwart. De bedoeling hiervan is dat wij van negatieven van ver schillende dekking steeds nog een behoorlijke afdruk kun nen krijgen. En wel; Een zeer hard negatief moet worden afgedrukt op extra zacht papier. Een minder hard dito op zacht papier; een normaal dito op normaal pa pier; een zacht dito op hard papier; een zeer zacht dito op extra hard papier. Wij kunnen hierdoor dus fouten, ontstaan door verkeerd belichten of ontwikkelen, weer reduceren door de keu ze van papier. Vanzelfspre kend krijgt men het beste resultaat door van een goed belicht negatief een afdruk te maken op normale grada tie. want zodra men een der andere gradaties moet ge bruiken om een behoorlijk resultaat te verkrijgen bete kent dit dat er een fout is gemaakt. En ook hier geldt de regel: Het is beter te voor komen dan te genezen. Het varigam-papier Een bijzonder soort papier voor fotografisch gebruik is het z.g. varigam-papier, ont staan uit de woorden varia bele en g a m m a waarde. Pit is een papiersoort waarvan slechts één gradatie nodig is, i wordt de meer of minder krachtige afdruk verkregen door het gebruik van gekleur de filters bij het afdrukken. Een voordeel van dit systeem is dat bij het vergro ten voor het ene gedeelte van het negatief een zacht filter gebruikt kan worden, terwijl voor het andere ge deelte een hard werkend fil- dit is vooral voor interieur opnamen vaak zeer wenselijk. Doch ook bij naaststaande foto werd dit papier gebruikt, waarbij de waterpartij door middel van een hardwerkend filter iets krachtiger werd af drukt om een beter geheel te Deze is geel of oranje voor de z.g. gaslicht- of chloorzil- ver papieren, welke alleen voor het afdrukken gebruikt worden. Dit papier is niet ge schikt voor vergroten daar het hiervoor te traag werkt. Voor vergroten is dan ook een snel ler werkend papier nodig het z.g. broomzilver papier, hier voor is een licht groene of rode verlichting nodig. Dit papier is sneller, het kan dus korter belicht worden, waar door het speciaal geschikt is voor vergroten. Ook zijn er combinaties van beide soorten in de handel, de z.g. chloor- broomzilver papieren. Deze hebben vaak zeer mooie warme tinten, daar hierdoor chloorzilver is verwerkt dat een veel warmere tint geeft dan het broomzilver. Opge merkt zij nog dat afdrukpa- pier ook gebruikt kan wor den voor vergroten wanneer men belicht met een kwik damplamp. Terwijl een geel groene lamp zeer goed voldoet voor beide papiersoorten. Voor deze rubriek kan ieder foto's ter beoordeling inzen den. Ook kan men de heer Jacobi vragen stellen en in lichtingen vragen. Voor ver goeding van porto- en admi nistratiekosten sluite men 50 cent aan postzegels in. Men adressere aan de redactie met aanduiding „Fotorubriek". de toezicht, legde hij uit, want hij had gedacht de helft personeel, on geveer een vijf en twintig personen en de andere helft patiënten. Hoe we nu precies buiten zijn ge komen, weet ik niet meer, doch vol gens mijn vrouw had ik beloofd er over te zullen denken, zou ik de vol gende dag, alleen, terugkomen om het lokaal en de piano te keuren en diezelfde week 's avonds een begin met de repetities maken! Wat heeft een onvoorbereid man uiteindelijk te gen z'n betere helft en een psychia ter in te brengen? Na een onrustige nacht drukte ik dus nog binnen de vier en twintig uur voor de tweede maal in mijn le ven op de bel van het vrouwenpavil joen. De deur werd nu geopend door een fris, jong verpleegstertje in kraak heldere uniform die, toen ik mij voor. stelde, een beetje gichelend verklaar de ook lid van het koor te willen worden, het leek haar zó gezellig. Hm, de animo onder de aspirantle den bleek groter te zijn dan bij de dirigent. En wat die gezelligheid be treft, dat kon nog wel eens tegen vallen. Of zou de samenstelling van het te vormen ensemble voorlopig alleen aan de hogere leiding bekend zijn? „Ik zal U even naar de kamer van de hoofdverpleegster brengen." Ofschoon ik de optimistische stem ming van het meisje niet deelde en vrij sceptisch achter haar aanliep, kon ik toch niet nalaten op te mer ken, dat de omgeving, vergeleken bij de vorige avond, een veel prettiger indruk op mij maakte. Er stond een aardig rietameublement in de hal en een grote bak met smaakvol gerang schikte, goed verzorgde planten. De zon scheen door de gisteravond zo luguber uitziende gangen en een paar wijdopenstaande deuren vergunden een blik op de vrij grote tuin aan de voorkant van het gebouw. De deur met het opschrift „hoofd verpleegster" werd, na een beschei den klopje, voor mij geopend en ik bevond me in tegenwoordigheid van een niet onknappe, enigszins gezette vrouw van middelbare leeftijd. Ze zat bij mijn binnenkomst achter een enorm, doch eenvoudig bureau, rees echter haastig op, kwam naar voren, stelde zich voor als Zuster den Her- togh, verzocht aan het bescheiden terzijde staand verpleegstertje de thee te brengen. „U wilt toch wel een kopje, gaat U zitten", reikte een medicijndoosje aan een haastig binnenkomende zuster met de woor den: „niet meer dan twee hoor", om dan weer snel achter haar bu reau plaats te nemen. Typische vrouw, dacht ik, ze spreekt en beweegt zich als een verlegen jong meisje en toch lijkt het me een vrouw die wel weet wat ze wil. Een enorme theemuts met aanver wante artikelen werd bijna triomfan telijk binnengedragen, waarna een, voor een nuchtere buitenstaander al- lereigenaardigst gesprek ontstond. De "verlegen vragende stem van zus ter den Hertogh, die het ook al over de gezelligheid had en over het en thousiasme onder het personeel, werd door mij met uiterst voorzichtige „oh ja's" en „zoudt U denken" be antwoord. Intussen dronken we wel in een verbijsterend tempo drie kop pen thee maar schoten verder niets op. Juist toen de situatie pijnlijk dreigde te worden, kwam de forse vrouw met plotseling verrassende kordaatheid opnieuw achter haar bu reau vandaan. „En gaat U nu even mee naar de therapiezaal, dat lijkt ons de beste gelegenheid om te repeteren. Zal ik U even voorgaan?" J. N. VAN DER WAART. ZONDAGSBLAD 16 FEBRUARI 1952 5 Wat doen we tegen de (Van onze medische medewerker) die dachten, dat de griep dit jaar verstek zou laten gaan, heb ben het mis gehad. Wel is het aantal ziektegevallen niet zo groot als vorige winters, maar op verschillende plaat sen zijn toch een vrij groot aantal ziektegevallen waargenomen. De naam griep is na de grote epide mie, die van Spanje uitging men spreekt ook wel van Spaanse griep algemeen ingeburgerd, terwijl de naam influenza, waarmee dezelfde ziekte aangegeven wordt, veel minder gebruikt wordt dan vroeger. Ouder wetse mensen op het platteland spre ken van de „flens". In de 16de eeuw heeft men al influenza- of griepepide mieën beschreven. Daarmee is niet gezegd, dat de ziekte toen voor het eerst onder de volkeren haar slacht offers gemaakt heeft. Zeer waar schijnlijk zijn vóór die tijd al grote epidemieën over heel de wereld, zoge naamde pandemieënvoorgekomen. Een epidemie kan zich zeer snel uit breiden door contact van de ene per soon op de andere, waarbij kleine speekseldruppeltjes, die bij hoesten, niezen en spreken verspreid worden in de omgeving van de patiënt, een grote rol spelen. De ziekte plant zich meestal langs de grote verkeerswegen voort. Grote steden en handelsplaat sen worden vaak het ■ergst getroffen. Inrichtingen, die om de een of andere reden geen aanraking met de buiten wereld hebben, kunnen volkomen vrij blijven. In het algemeen is men zeer vatbaar voor deze ziekte. Opvallend is, dat tijdens sommige epidemieën jonge, krachtige mensen er het ergst aan toe zijn. Alhoewel we gewoonlijk de meeste griepinfecties in de winter zien, is het voorkomen van deze ziekte toch niet aan een bepaald jaargetij ge bonden. De beruchte epidemie van 1918, die meer slachtoffers gemaakt heeft dan de wereldoorlog van 19141918, is in het voorjaar in Spanje begonnen. De epidemie bereikte een hoogtepunt in de zomer. Daarna scheen het leed ge leden te zijn. In het najaar trad een nieuwe epidemie op, die veel kwaad aardiger was dan de vorige en veel personen in de fleur van hun leven ten grave gesleept heeft. Ook bij de individuele mens ziet men soms na een korte periode van hoge koorts enkele dagen, waarop de temperatuur normaal is en genezing schijnbaar ingetreden is, terwijl daar na de koorts in heviger mate terug komt, gevolgd door een langdurige herstelperiode. De oorzaak van deze ziekte is een zeer kleine, microsco pisch niet zichtbare smetstof, het zo genaamde influenza-virus. Als ik dat zo zeg, kunt u menen, dat dit één be paalde en typische belager van het mensenras is. Dit is niet zo. Het bac teriologisch en serologisch onderzoek hebben uitgewezen, dat er minstens twee grote groepen van dit virus be staan met elk nog weer aparte onder verdelingen, terwijl altijd de kans be staat, dat een nieuwe epidemie door een onbekende vorm van dit virus veroorzaakt wordt. Dit is een van de redenen waarom bestrijding van de griep zo moeilijk is. U weet, dat men in Amerika al bijna tien jaar bezig is door inspuitingen van bepaalde groepen personen met een uit het influenzavirus bereid vaccin, de ziekte te voorkomen of te beteugelen. De resultaten zijn teleur stellend. Telkens treden nieuwe varia ties van het griepvirus op, waartegen de in gebruik zijnde entstof niet helpt. Het vervaardigen van een nieuw vac cin is een tijdrovende bezigheid. Bo vendien bereikt de onvatbaarheid pas 14 dagen na de inspuiting haar hoogte punt om daarna geleidelijk te dalen. Men zou dus ongeveer twee weken vóór de te verwachten infectie met de juiste virusstam ingeënt moeten wor den, wil men een redelijke kans heb ben om griep te voorkomen. U be grijpt, dat het uitkiezen van het juiste tijdstip uitermate moeilijk is, terwijl de grillen van het virus altijd een on berekenbare factor zullen blijven in deze wijze van bestrijding. Zoals ik u reeds in vorige artikelen uiteen zette, zijn een verstandige leef wijze, een doelmatige voeding, goed verdeelde arbeids- en rustperioden, goede kleren, waterdicht schoeisel en goede behuizing de belangrijkste fac toren om de weerstand van het lichaam, niet alleen tegen griep maar tegen allerlei andere ziekten, op zo hoog mogelijk peil te houden. ■tMMHHHHHHHHHhfli JJJAAR leven was een lied; een lof lied zonder veel woorden, maar boordevol daden. Eens zo lang reeds geleden het zonnetje thuis. Moeders oudste; donkere krullebol, flitsende bruine ogen, altijd klaar voor een lach, altijd klaar om te helpen. Dat gaat niet immer samen, tenzij een mens helpen z'n lust en leven vindt, maar hoe sporadiscn komen zulke karakters voor. „Kind, als ik jou niet had zuchtte haar moeder bij wijlen. Terecht, want zonder haar flinke, rappe handen, ware veel in het honderd ze als het te pas kwam expedities ondernam naar de kinderen en kleinkinders. Nooit bedillerig; nooit met schoonmama-allures van mis lukte humoristen; altijd graag ont vangen en graag gehoorzaamd door haar nageslacht. Doodeenvoudig omdat ieder voelde dat Opoe het bij 't rechte eind had; nimmer stook te; altijd een helpende hand bood. „Moe, als ik jou niet hadzei een der schoonzoons eens. Zij lachte enkel maar: „Ach, rare jongen Gezinnen gedijen prima bij zulk gelopen. Maar zij schaterde om die een leiding. Helaas, behalve dat ene verzuchtingen en moeilijkheden sa men: zij redderde de boel wel voor elkaar. Dat was haar jeugd. Daarna haar huwelijksleven. Op nieuw was zij het, die blij en sterk de toon aangaf. Buitenge woon flinke mensen trouwen vaak met minder gevormde karakters. Dat heeft zijn voordelen: de een kan eigen gaven ten volle ontplooien en de ander wordt behoed voor onder gang. Het heeft ook nadelen: de last kan bij tijden te zwaar worden. Maar bij haar gebeurde dat laatste niet. Ze zorgde, zorgde en zorgde, maar de lach werd geen grijns ze was in haar element. Enkel wer den haar krullen 'n beetje stoffiger en grijzer, maar o, dat onverzwakte vuur in haar ogen. „Vrouw, jij bent me er eentje kon hij haar prijzen, vol diepe bewondering. De dag kwam dat haar man over leed en zij achterbleef: weduwe met vier nog jonge dochtertjes drie er van haar evenbeeld, de vierde aardend naar haar man. Ze betreur de zijn heengaan diep, maar liet zich overigens niet 'uit het veld slaan. Dacht er niet aan om een vrijlustig weeuwtje te viorden, tuk op mogelijke nieuwe huwelijkskan sen. Ze zou het heus wel alleen op knappen: de weduwstaat maakte haar bestaan eer lichter dan zwaar der. En met diezelfde lach regeerde ze haar koppeltje tot de een na de ander tot een trouwdag kwam. Daarna brak een tijd van rust aan; woonde ze ergens blij en tevreden in een klein woninkje, van waaruit van haar jongste dochter, die op haar man leek. Het huishoudentje liep wel een tijdje lang hortend en stotend, maar opeens ging het Uit de VOLKSWIJK scheef. Op een slechte dag liet de man haar zitten voor een ander en toen was Leiden in last. Wat wist deze jonge vrouw van hardnekkig doorvechten, ook als alles je tegen valt? Chagrijnig zat ze te grienen op een stoel; verwaarloosde haar peuters; verslonsde haar kamers. Maar geen drie dagen later was Opoe bij haar ingetrokken weg vrijheid; weg eigen huisje en dreef het wagentje weer in het spoor. Als door een wonder schenen kinderen en huisraad herboren: w it één zeepsopje op zijn tijd al vermag! Of misschien was het niet de combi natie van Vim en Persil en Sunlight misschien was het enkel haar vreugde. Wie zou ook niet bl\j zijn, als zo'n 'lekker knuffeldier van 'n kleindochtertje knus naast je zit, een potje vleiend en vrijend: „Fijn, Opoe, blijf je hier nou altijd Een vierde geslacht dat het refrein op haar levenslied zong. Weer gingen de jaren. De krul letjes waren nu spierwit; de krach tige lijnen van haar gelaat ver mengden zich met ontelbare rim peltjes. Alleen haar ogen bleven onveranderd stralen. Dan, omdat het gezin er weer helemoal bovenop gekomen was, opnieuw terug naar een eigen huisje. Voor een ouder wordend mens ook wel beter: de drukte der jeugd ligt je dan toch op den duur niet meer zó gemak kelijk Nochtans zou ze daar niet blijven. Wat is het toch dat een appeltje soms zo ver van de oude stam doet vallen? Het was zo'n schat van een kleindochtertje dat die nu met nauwelijks zestien jaar haar zo'n diep leed moest aandoen en haar opeens geenszins verblijden met een achterkleinkind. Een zéér vaderloos achterkleinkind, waarmee noch de jonge moeder zelf noch de groot moeder raad wist; „Opoe, help onsEn nog eenmaal sprong z*j ter hulp en nóg een generatie kwam onbewust te staan in het klare licht van haar vreugde; leerde kraaiend naar de zilveren krulletjes graaien. Toen sloeg de ziekte toe, waarvan de naam als een dreiging over de mensheid hangt: Kanker. Naar het ziekenhuis, een operatie. Dan wegens ruimtegebrek daar terug naar het huis van haar dochter. Hopeloos: het kan een week, een maand, een kwartaal duren, maar het loopt af. In haar geval laat het einde zich langer dan denkbaar wachten: ach ze heeft immers altijd gezorgd; ze wil dat blijven doen. Zo ligt ze daar dan: drie geslachten onafgebroken rond haar heen. Een uitgeteerd mensje met kleine krul letjes op een veldbed, ingeklemd tussen een wieg en een gloeiend fornuisje, want ruimte kent de wo ning in de Volkswijk niet. Totdat ze eindelijk, eindelijk sterft. Dan weet niemand of hij schreien of lachen zal. Lachen omdat het lijden voorbij is. Of schreien want, „O, Opoe, ru we jou niet meer hebben wat nu?" Maar stil en sterk straalt nog de vreugde van het dienen van haar gelaat. WIJKPREDIKANT. Nr 20 Ma het doorwerken van de oplossin- gen van de 17de puzzle voelt uw redacteur zich voor de zoveelste maal een punchbal oftewel in goed Neder lands een zandzak. Zulk een voorwerp wordt gebruikt bij de oefeningen van boksers en is bestemd hun talloze sla- Em zonder meer te incasseren. Geluk- g houdt zulk een zak ondanks de ha gel van voltreffers het in de regel lang uit en hieruit put ondergetekende ook ditmaal troost. Daar ik wat huiverig was om een rekenpuzzle op te geven, was de eerste opgave in deze trant zeer eenvoudig gehouden. Dit om paedago- gische redenen. Degenen, die een te ho ge leeftijd hebben om het woord „pae- dagogiseh" op zich toepasselijk te ach ten. gelieven mijn nederige verontschul diging voor deze uitdrukking te aan vaarden. Mijn bedoeling was met deze eerste opgave het terrein eens te ver kennen. Het resultaat overtrof mijn stoutste verwachtingen. De raspuzze laars haalden hun neus op voor zo'n eenvoudig ding, dat velen in 10 minu ten of zelfs nog minder tijd oplosten. Zelfs waren er oplossers, die met pro beren de oplossing vonden. Degenen, die streng logisch redeneerden, hadden meer tijd nodig. De oogst aan nieuwe maalSSerS W3S echter groter dan nor- ™De,, besPrcking van hersenkrakertje Jj X?"?1 .T,et veel Plaats. Men ziet onmiddellijk, dat K 1. In de derde rij is J hoogstens 4, want R 2 x J. Daar Cr.1ï11- rÜ 2 X K voorkomt, kan bh optelling van H.S.K.K en J hoogstens 2 overblijven voor de vierde rij. Daar E geen 1 kan zijn, moet E 0 zijn. De 5 cijfers uit de eerste rij kunnen nooii samen 40 zijn. Voor de tweede rij kan ook geen 3 overblijven, want R is even. Dus er blijft 2 over en dan is R 8 en J 4. Hieruit volgt, dat T 9, omdat 7 e*i lager uitgesloten zijn, daar anders de fr _in S|? 5de rij zijn bestaansrecht ver liest. Uit optelling van de cijfers van tij 2 blijft 1 over voor rij 3, zodat H S 11. Dus H 6 of 5 en S 6 of 5. Ais S =5, geldt voor rij 1:8 -4- N -l A a"8 8 T"L 21 N+ A Voor N. A en L blyven over de cijfers 7, 3 en Z Vervanging van N, A en L door deze cijfers blijkt onmogelijk. Hieruit volgt S 6 en H 5. De eerste rij levert nu de sleutel voor de rest van de oplossing, A N -f- 22 L. Daar er slechts 2 over blijft voor dc tweede rij moet A 2 of 3 zijn en N dito. Voor L blijft ever 7. Bij het opstellen van de 17de rubriek ver na het middernachtelijk uur is tot mijn spijt uitgevallen het gegeven, dat N groter is dan A. Zodoende zijn er 2 goede op lossingen. De oplossing luidt als volgt: 10807 Op veler verzoek volgen nog eens de bepalingen, die voor deze rubriek gel den. Voor iedere goede oplossing wor den 5 punten toegekend, voor gedeelte lijk goede 4 of minder. Het aantal pun ten van iedere oplosser wordt op een kaart genoteerd en blijft geldig, ook als men een tijd lang niet oplost. De min of meer geregelde op lossers klimmen steeds hoger op de lad der, die volgens rubriek 1 minstens 50 punten moest tellen om recht op een prijs te geven. Iedere week worden 3 prijzen, boeken ter waarde van ƒ5,-, beschikbaar gesteld vöor hen, die na een bepaalde puzzle het hoogste aantal punten hebben. Zijn er meer dan 3 rechthebbenden, dan krijgen die na de volgende rubriek (en) hun prijs. De prijs winnaars beginnen opnieuw onder aan de ladder. Wil men een duurder boek hebben, dan betaalt men het bedrag boven ƒ5.- bij. De oplossingen worden ingezonden bij voorkeur op een brief kaart met naam in blokletters. Twee oplossingen op één kaart is toegestaan. Commentaar op een puzzle is welkom. De volgorde bij meer dan 3 rechtheb benden op een prijs wordt bij loting vastgesteld. In rubriek nr 19 zijn enige punten naar beneden. Rjj 1: 4; 2:3; 3:4; 4:3; 5:4; 6:3 en in de 7de rij een rest met 2 punten. Uit het aantal goede oplos singen, dat binnengekomen is, blijkt, dat de misdruk niet storend was. Tenslotte volgt hier de nieuwe puzzle, weer geheimschrift Iedere letter is door een andere steeds dezelfde vervangen. Dc ij van b.v. pjjn bestaat hier uit 2 letters nl. de I en de J. LQOGN, FKF QOTD UXOTF AND OJ INCMODZNCZ L.U. BLFNCZLE FN JKQND ZN IKPENDZN SNNJ JLD OJ SNP. UGMOJF ZLF TKH? OJ MKKX ZLD F NE ND MLPR IOTR AOT TN FN BOTD. OD MLLUF. XNFNC. aam staat echter niet op de opgave. Het tweede deel is voorlopig weggelaten we gens gebrek aan ruimte. Oplossingen van opgave 20 worden in gewacht uiterlijk Woensdag 27 Februa ri 9 uur bij het bureau van dit blad onder het motto „Hersenkrakertjes". ANTON VAN MEEDEN.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1952 | | pagina 12