DE VROUW IN het Nieuwe Dr Huls (Herv.) en dr Hommes (Geref.) komen tot soortgelijke visie DE KE1K ran Testament Over Nieuw Guinea is men het nog lang niet eens Aan de heer J. de Raat werd eervol ontslag verleend Nog eens weer: Hardegarijp NIEUWE LEIDSCHE COURANT 4 DINSDAG 5 FEBRUARI 1952 Twee belangrijke studies „Wy hebbên weer nodig een lange N.T. catalogus van vrou wen, die arbeiden in het Evangelie" (Hommes), Alles de Schrift vooraan pleit ervoor om in deze materie tot een hernieuwde bezinning te komen waardoor nodig, eeuwenjange vanzelfsprekendheden moeten worden aan getast" (HulS). Men schrijft ons: HET IS WEL MERKWAARDIG, dat op één dag ons twee belangrijke stu dies een van Gereformeerde en een van Hervormde zijde be reikten, die elk zich bezighouden met plaats en dienst van de vrouw in de kerk, en die elk tot conclusie komen van verrassende overeenstemming. In beide werken wordt, na minitieus Schriftonderzoek, op grond van de gegevens uit het Nieuwe Testament, volle ruimte gevraagd voor de ont plooiing der vrouw in het gemeentelijk leven. Dr N. J. Hommes noemde zijn geschrift „De Vrouw in de Kerk. Nieuw-Testamentische Perspectie ven" 1). Dr Hulst het zijne „De dienst der Vrouw in de Kerk. Een onder zoek naar de plaats der vrouw in een presbyteriale Kerkorde" 2). Terwijl de laatste zijn werk heeft opgedragen „Aari de eerste Vrouw des lands", deed dr Hommés dit „Aan de Christenvrouwen in Nederland". Dr Huls heeft deze studie geschre ven „speciaal met het oog op de mo gelijkheden, die een presbyteriale Kerk orde met name die der Ned. Herv. Kerk aan het mededienen der vr biedt". En hij doet dit in aansluiting de oproep tot bezinning in het rapport van de Generale Synode der Ned. Herv. Kerk, om de tijd nabü te doén komen, waarin de Kerk een verantwoorde be slissing kan nemen. De Geref. predikant opent na een in leidend hoofdstuk met een schets de stand van zaken in de Geref. Ker ken. Hij betreurt het, dat de Synode van 1949 de opdracht aan de betreffende deputaten inzake onderzoek naar de taak en plaats der vrouw jn de kerk opzet telijk heeft wülen beperken tot de kwi tie van het actief kiesrecht der vrouw, en dan nog met de beperking van een nieuw toetsen der in 1930 gebruikte ar gumenten tegen het vrouwenkiesrecht. Zodoende moeten dëputaten op een zo mager front als het actieve kiesrecht der vrouw opereren, terwijl een belang rijke zaak als het al of niet openstel len van de bijzondere ambten voor de vrouw in andere Kerken reëds een kwestie van grote actualiteit bulten de gevraagde voorlichting blijft. De schrijver (zelf deputaat in bedoelde commissie) kan zich niet aan de indruk ontworstelen, dat een zekere vrees voor „nieuwigheid" ons kerkelijk leven hier grotere parten speelt dan wenselijk is, en stelt zichzelf dan ook de véél bredere taak, het licht der Schrift te doen val len op de kwestie inzake de al of niet geoorloofdheid van het dienen dér vrouw in kerkelijke ambten. MEN ziet, er is ook een opvallende parallellsme in de aanknoping aan de actuele problematiek in de onderschei den kerken. De materie, door dr Huls behandeld, is zeer omvangi'Jjk. Dat kan ook niét an ders, want dit geschrift men zal zich herinneren dat enige weken geleden uit voerig in ons blad over de promotie van de Goudse predikant is geschreven diende in de eerste plaats om de schrijver de doctorshoed te brengen. Het feit dat de dissertatie thans als boek verschijnt, wijst er op, dat de auteur zich tot een bredere lezerskring heeft menen ie moeten wenden, dan dié, welke pleegt kennis te nemen van een theolo gisch academisch proefschrift. Dat is goed gezien. Deze studie dient niet onder de korenmaat te blijven. On getwijfeld zal in de eerste plaats de theoloog van professie de studie ten vol le kunnen „proeven", en voorts al de genen die de veelvuldige confrontatie met de grondtekst kunnen volgen. Maar ook de andere gelovigen, die bij Licht van Gods Woord zich willen diepen in de problematiek rondom de vrouw in de kerk, kunnen zich aangor den tot de studie. Maar men zij er op bedacht, dat de stof wél helder, doch uiterst gecomprimeerd wordt aangebo den. En dat hier en daar wel enige ken nis van de Kerkordelijke kaart in de Herv. Kerk wordt verondersteld. TTET eerste deel geeft een overzicht van de kerkelijke positie der vrouw in de loop der eeuwen, waarbij de ge gevens uit het Nieuwe Testament een grote plaats innemen. Het tweede deel bespreekt de diensten in het N.T.; het „ambt" in de Refortnatie, en de dienst Wel zeer belangwekkend en ontdek kend is hetgeen gezegd wordt over het „dienen" in het N.T. en het „cl Dat noopt tot enige bezinning. Men vindt hier de hoofdlijnen der Nieuw-Téstamen- tische ontplooiing van het gemeentelijk gemeenschapsleven. Daaraan ontleent de schrijver de klem van zijn betoog, dat er geen enkele principiële reden is, de vrouw ook maar van één dienst uit te sluiten, zelfs niet van hét predikambt. Dr Huls vraagt de Ned. Herv. Kérk zo volledig mogelijk kerkordelyk tot uit drukking te brengen, dat Kerk-zijn is: liohamelijk-van-Christus-zijn, waarbij al le charismata als functies in dienst ge steld worden. „Door het voorbeeld te geven, dat zij de aan de vrouw geschon ken charismata in geen enkel opzicht minderwaardig acht aan die van de man, maar volledig rekening houdt met het bijbelse gegeven, dat Christus ze aan man en vrouw schonk „tot opbouw van het geheel", kan zij anderen de ogen voor deze verrijking van het kerkelijk leven openen." T\E studie van dr Hommes is ingesteld -L' op een nog ruimere lezerskring. Zij vormt de uitwerking van en aanvulling op zijn boeiende artikelenreeks in het Gereformeerd Weekblad, die zozeer de aandacht getrokken hééft en bij velen de wens deed opkomen, de materie, die nu bij tussenpozen en bij beetjes ter tafel kwam, nog eens, breder uitgebouwd, in zijn geheel te kunnen bestuderen. Maar niet alleen zü, doch het gehele Geref. volk mag deze Nieuw-Testamenticus en zijn uitgever dankbaar zijn voor dit werk. Waar reeds eeuwenlang de argumen tatie tot uitsluiting van alle ambtelijke activiteit en nu nog zelfs van het ac tieve kiesrecht van de vrouw geput werd en wordt uit 1 Cor. 14 34, 35 en 1 Tim. 2 12, groepeert dr Hommes zjjn be schouwingen juist rond deze teksten. Maar hij behandelt ze niet als losse ci taten buiten verband met de contekst, doch laat ze hun plaats in het totale beeld door alle belangrijke gegevens te toetsen. De ogenschijnlijke tegenstrijdigheden bü Paulus (de vrouw mag wel profete ren; en dan toch een zwtfggebod?) gaat de auteur geenszins uit de weg. Hij zet ér zich juist toe om de verschillende uit spraken in hun volle betekenis recht te doen wedervaren en te laten zien, dat de „spanningen" slechts vermeend zijn. En dat kan wel niet anders dan door een directe benadering van de grondtekst en een zo getrouw mogelijke weergave daarvan. Mén proeft schrijvers grote lief de tót het Grieks en zijn omvangrijke kennis van de ouden, zonder dat het boék ook maar énigszins aan leesbaar heid voor de niét-gestudeerde inboet. Vanuit de vaste wetenschap, dat de Schrift niet kan strijden tegen Schrift, worstelt hij met de stof. Een worsteling, die voor de schrijver „een onzegbare be vrijding is geweest en een wonderlijke hérontdekking van het Nieuwe Testa ment". Hij heeft onderkend, dat „eeuwen aaneen sinds de Reformatie er geen in nerlijke adhaesie was voor het niveau, waarop het Nieuwe Testament de vrouw plaatst". En de geschiedenis der exegese laat zien, hoe moeilijk het dan is, een bepaalde Schrift te verstaan. Hommes spréékt in dit verband van een „narcose der exegese" en van een „rookgordijn", dat bedoelde teksten eeuwenlang heeft omgeven. 'pERLOOPS zü opgemerkt dat dr Hom- mes bü zün beschouwingen in ver band met wat hü noemt „de subordina tie der vrouw" echter nog niet geheel losgekomen is van een al te traditionele schriftbenadering, wat betreft het ka rakter van de boven- en onderschikking in het huwelük. Wü kunnen daar hier niet uitvoerig op ingaan, maar moeten toch wel zeggen, dat de belasting van het autoriteitsmoment in het huwelük met een accent van overheidsmacht (o.a. blz. 39, 76) de goddelüke structuurwet van het huwelük onder-belicht en daar door juist dreigt te kleuren. En wy vra gen ons af, of dit niet mede oorzaak is geworden, dat de schrijver de vloek van Gen. 3 16 als wet wil interpreteren. De liefdevolle leiding van de man als hoofd van het organisch geheel, waar- by hy zich heeft te richten naar Chris tus, Die als Hoofd de Behouder des li- Chaams is, en Zich in Zyn liefde voor Zyn gemeente heeft overgegeven, is gans iets anders dan de heerschappü uit de oordeelsaanzegging. En het respecterend opzien tot en onderdanig zich schikken naar de man aan de züde van de vrouw is gans iets anders dan een gedreven worden door begeerte. Het is juist een normatieve activiteit, geen passiviteit. Daarom wordt ook nooit tot de man ge zegd, dat hy zün autoriteit moet hand haven, maar aan de vrouw dat zy die moet erkennen. Christus, voor Wien ge sloten deuren geen obstakel zyn, laat aan de gemeente Filadelphia schryven: Zie, Ik sta aan de deur en klop. Indien iemand myn stem zal horen en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen en Ik zal avondmaal met hem houden. (Openb. 3 20). Voor de verhouding tussen Chris- tus en Zyn Kerk is het heilig huwelyk het symbool. En daarin is wel essentieel een boven- en onderschikking, maar deze is van herboren inhoud. met krachtige argumentatie wordt uit eengezet, dat de steeds tegen de vrouw in het geding gebrachte teksten uit Cor. en Tim. niet anders brengen dan een boodschap over gedrag en decorum der gehuwde vrouw in de eredienst. De kwestie, wie ambtelük mag optreden en ambtsdrager mag zyn, blükt daar in het geheel niet aan de orde. „Met deze twee teksten kan men dan ook niet afdoende de weg versperren voor de vrouw naar het ambt, laat staan haar de weg versperren voor het stem recht". De schets van de N.T. eredienst met het geheel eigen karakter van leren en terechtwyzen, dat niet aan een ker- kelyk ambt gebonden was, zal in dezen veel verduidelyken. Dr Hommes hoopt dat de Gen. Synode der Kerken haar standpunt inzake het vrouwenkiesrecht zal herzien, „en zü kan dit met een vrye consciëntie doen, want er is geen veto in de Schrift". Tot dezelfde conclusie komt de schrij ver inzake het vraagstuk, vrouw en ambt". Hy beschouwt het probleem daarmee niet als afgehandeld, maar stelt zo primair als „het vraagstuk van de normativiteit van het N.T. exempel, van de geestelyke gelykwaardigheid van man en vrouw (Gal. 3 28) als van haar anderszyn." T een Geref. Nieuw-Testamenticus »en boek schryft van deze strekking, getuigt van moed. Het is waarlyk geen geringe zaak het resultaat van zyn Schriftonderzoek openlyk mede te delen, wanneer men weet, dat dit resultaat in gaat tegen wat de gangbare opvatting sinds lang uit de Schrift heeft menen te moeten afleiden. Die moed kon de schrijver opbrengen, omdat het hem bo venal gaat om: Wat zegt de Schrift? Ook aan de „onjuiste aanwezige re serve om de vrouw het passieve kies recht te geven" in de politiek, worden nog enige zinsneden gewyd. Het enige excuus, dat op zichzelf gerespecteerd moet worden, zou zün: de vrees om door deze weg te betreden, in te gaan tegen de conceptie van de Heilige Schrift over de vrouw. Waar de auteur meent, op grond van zyn onderzoek te hebben aangetoond, dat die vrees ongegrond is, kan hy schryven: „Een verkeerd con servatisme is hier noodlottig. Het wordt tragisch noodlottig, wanneer het berust op edele, maar onjuiste motieven. Om Gods wil en om 's levens wil hebben wy ndaag ook in het maatschappelük en staatkundig leven te gebruiken de gaven en talenten van vrouwen wier leven vry- gemaakt is door Jezus Christus." /ONTROEREND en haast visionair is het slot, waarvan we nog iets aan halen ,De volledig tot rijpheid en bewust wording gekomen vrouw in Christus staat thans in de vryheid der kinderen Gods om met en naast de man, 1 kleed met Christus en in de overgave melodie van het hart, dat dieper boort dan het verstand, het volle leven in Kerk en Staatsgemeenschap te dienen, Het waren eens mannen die zich ver baasden dat Jezus met een vrouw sprak. waren eens mannen die zich erger den toen een vrouw een albasten fles met dure nardus stuk sloeg voor Jezus. Zy zyn door Jezus tot zwygen gebracht. „Zo zal Jezus in onze eeuw de laat ste critiek tot zwygen brengen, nu de tot rijpheid gekomen vrouw zich geroe pen weet om in de Kerk, in de Staat en in de Maatschappy haar albasten flessen voor Jezus stuk te slaan, want hierbü is geen sprake van mannelük en welük". Huls en Hommes gaven onafhankelijk »n elkander ieder in eigen kring kla roenstoten, die in hun onderlinge har monie ver daarbuiten dienen gehoord te worden en op zuiverheid getoetst. De discussie, hier langer, daar korter, i ene kerk op verschraalde, in de andere op brede basis, reeds aan de gang, kan door deze publicaties aan diepte vruchtbaarheid slechts winnen. Visserijgolfjes De Maan dagmark t De noteringen voor de verschillende vissoorten waren gisteren in doorsnee iets beter. De vraag was groter, dus ging de handel vrij vlot. De kleine scholsoor ten, die Zaterdag naar de vismeelfabrie- ken dreigden te gaan, maakten nu 1420 per 50 kg. Ook de grovere schol werd met 40 iets beter btaaeld. tongprijzen stegen met enkele centen per kilo, voornamelijk voor de grote middel tong. De grote tong bereikte hier door de ƒ3.60, de grove slip boekte ge middeld ƒ1. Vodr de schelvis was goede belangstelling en de notering bleef dan de de vandaag 'as rijkelijk vi De trawlers, die ook gehandhaafd grote soorten en vai Aanvoer vai De Dinsdagmarkt zien van trawleraanvc de laatste week beter konden vissen door de goede weersomstandigheden, brachten alle vrij veel vis aan. Aan de afslag kwa de Batavia met 885 kisten, de Tu- bantia met 685 kisten en 160 stijve ka beljauwen en de Vikingbank met 960 De verwachting Ook de Woensdagmarkt zal goed wor- ;n in quantiteit. Bekend zijn voor bin nenkomst De Hoop (1300 stijve ijska- beljauwen, 800 stijve kabeljauwen en 125 kisten diversen), de Norma Maria (nog geen vangstopgave), de Herman (1440 kisten) en de Allan Water (997 kisten en 190 stuks stijve kabeljauwen) Betere visserij. De kabeljauw-, koolvis- en makreel visserij is de laatste week aanmerke- toegenomen. Vooral de makreel laat zich dit jaar beter verschalken en reeds komen vangsten voor van 300 kisten per schip. De kabeljauwvang sten zijn zeer plaatselijk. De trawler De Hoop b.v., die uitsluitend kabel jauwvisserij heeft uitgeoefend, heeft uim 2200 exemplaren gevangen. Herdenkingsdienst op zee .De bemanningen van de schep^j op ee waren Zondag in de gelegenheid de herdenkingsdienst voor de mannen de Alkmaar te volgen. Over de 402 meterband werd een reportage deze dienst, die in de Oud-Katho- Wiener Sangerknaben zongen in Nieuwe Kerk te Katwijk Zij bewezen hun vitaliteit weer zonneklaar Toen in de roerige Novemberdagen m 1918 de Habsburgse glorie uiteen spatte, bleken er, na het optrekken de kruitdamp, tussen de ontelbare stille getuigen van de macht en luister der :uwenoude dynastie, ook nog enkele levende roemruchte resten over te zijn. Daarvan was het jongenskoor van de Hofburg-Kapelle, algemeen aangeduid als de „Wiener Sangerknaben", één van de voornaamste.De vitaliteit van dit en semble is sindsdien in de loop der jaren zonneklaar bewezen. Zijn ruim vier eeuwen oude reputatie deinde zelfs na de revolutie van een zuiver locale dus Weense uit tot een wereldwijde. Met pijnlyke nauwgezetheid en liefderijke zorg werd de muzikale culuur van dit koor onderhouden en tot indrukwekken de hoogte opgevoerd. De samenstelling blijft uiteraard onstandvastig, want de plaatsen van de jongens, aan wie de on ontkoombare „baard in de keel" het lid maatschap verder onmogelijk maakt, worden steeds weer door nieuwe krach ten bezet. Om tot het koor te worden toegelaten, moeten de knapen aan bijzondere eisen voldoen. Ze dienen, ongeacht de maat schappelijke positie der ouders, uit -te blinken in intelligentie en muzikaliteit. Dit testimonium geeft al bij voorbaat een verklaring van de super-kwaliteit. De Weense bevolking geldt immers als één der meest muzikale ter wereld. En daar- vormt dit kleine koor dan nog de Reeds vóór de oorlog hoorden we de „Wiener Sangerknaben" verscheidene malen. We konden echter constateren, dat de hoedanigheid van de zang sinds dien nog is verbeterd. De klank is zil- volkomen transparant en ge wichtloos, de techniek wonderlijk vol maakt. De nuanceringen worden zeld- natuurlijk aangebracht, doen nooit geforceerd aan en scheppen uitermate bekoorlijke, fijne pasteltinten. Zo is deze zang van een onwerkelijke schoonheid, die men nauwelijks bestaan baar acht. De dirigent, Peter Lacovich. Mi Moh. Jamin gaat in Indonesië pools hoogte nemen BU de besprekingen der Nederlandse en Indonesische delegaties ln Den Haag is het volgens een gezameniyk communiqué gebleken, dat' de standpunten te ver uiteen liggen. Daarom is het nodig, dat de regeringen en verantwoordelijke politieke krin gen van beide landen geraadpleegd worden, want beide partüen streven zeer ern stig een duurzame verbetering van de verhouding tussen Nederland en Indonesië na en willen voor dit doel het probleem van Nleuw-Guinea tot De Indonesische missie heeft besloten, r Moh. Jamin naar Indonesië te zenden, teneinde zijn regering omtrent de stand der besprekingen in te lichten. Naar leiding van speculaties in de pers trent voorstellen, waarin derde mogend heden worden genoemd, kan men mede delen, dat plannen van die aard niet zün ter sprake gekomen. Het communiqué verklaart voorts, dat en bij de besprekingen gestreefd heeft naar een openhartige uiteenzetting elkanders standpunten en dat men op be paalde terreinen reeds voorlopige resul taten heeft verkregen, voornamelijk met betrekking tot de toekomstige regeling van de belangen van beide landen voor het geval de unie zou worden ontbonden. Een in alle opzichten bevredigende op lossing voor dit geheel van vraagstukken is echter nog niet gevonden, aangezien er ten aanzien van de economische en finan ciële vraagstukken meningsverschillen van algemene en tyjzondere aard bestaan, die spoedig tot een bevredigende oplos sing moeten worden gebracht. Mag men het Franse persbureau A.F.P geloven, dan bevestigen politieke kringen te Canberra, dat Australische vertegen woordigers in Den Haag aan het hoofd van de Indonesische delegatie, prof. Soe- pomo, te kennen hebben gegeven, dat Australië tegen opneming van Westelijk Nieuw-Guinea in Indonesië is (Gelyk weet, werd dit door Merdeka ge- i oplossing brengen. meld. Dit Australische standpunt is echter reeds jaren bekend). Tevens wyst men er op, dat verschei dene leden van het Australische kabinet verzocht hebben, het aantal militaire patrouilles in Australisch Nieuw-Guinea te vergroten teneinde Indonesische infil tratie te voorkomen, welke een bedrei ging zouden vormen van het Australische bestuur. Nieuwe omroeper bij de N.C.R.V. De N. C. R(adio) Vereniging heeft per 1 Februari tot omroeper benoemd de heer Andries Roest uit Haarlem. Hoewel hy reeds als zodanig werkzaam is, zal hij Vrijdagmiddag van 4.35 tot 4.45 uur bij wüze vap kennismaking een voordracht houden. De heer N. Samsom speldt de heer H. Verschuur de gouden speld met twee diamanten op de borst. Foto Lux. Het rommelt weer in Alphen Prestigekwestie tussen burgemeester en ondercommandant Burgemeester Ed. C. Witschey van Alphen aan den Ryn heeft In een raadsvergade ring een beroep op de pers gedaan niet te veel kwade berichten over Alphen te melden. Er is echter weer enige aanleiding toe. De. kwestie, een prestige-conflict, de burgemeester en de ondercommandant van de vrijwillige brandweer, de heer J. de Raat, was ons reeds ter ore gekomen, maar om der wille van het verzoek hebben wü gezwegen. Wij betreuren het daarom des te meer, dat met medeweten van gemeentelijke instanties in enkele bladen openbaarheid aan dit incident is ge geven, zonder dat alle ter plaatse aanwezige persinstanties op gelyke wijze waren ingelicht. tewerken werd bij dé organisatie In September j.l. verliet de directeur van gemeentewerken, ir J. Snijders, die tevens hoofd was van de brandweer, dc gemeente. Ter wille van het goed func- tionneren van de burgerlijke verdediging achtte het gemeentebestuur het gewenst, dat het hoofd van deze dienst, de heer A. Ros, tevens tot commandant van de brandweer werd aangesteld. De volgende functie, die van adjunct-hoofdbrandmees ter, werd vervuld door de heer J. de Raat en na hem volgde de heer A. J. Th. M. Korver in de rang van brandmeester. Deze intussen belast met de wa, ming van het directeurschap van gemeen- Dhr H. Verschuur 50 jaar bij Samsom Het was Zondag 50 jaar geleden, dat de heer H. Verschuur in dienst trad bij de inrichting voor gemeente-administratie van N. Samsom N.V. Gisteren werd de jubilaris, o.a. in het bijzijn van burge meester Witschey, gehuldigd. De oudste directeur, de heer N. Sam som, roemde de kwaliteiten, de ijver er de bekwaamheid van de jubilaris. Spr. dankte de heer V. voor zijn plichtsbe trachting en voor zyn trouw aan Sam som, en liet ook mevrouw Verschuur ii de hulde delen. In de bijna 70 jaar, die Samsom N.V. telt, is de heer Verschuur de zesde met 50 dienstjaren. Naast het geschenk van de directie bood de heer S. de jubilaris het gouden ere-teken van de N.V. en het vererend getuigschrift van de Mij voor Nijverheid en Handel aan. Burgemeester Witschey stelde de heer Verschuur tot een voorbeeld van de jon geren en stond vervolgens stil by de ver houding werkgever-werknemer. De heer A. Zweers sprak namens hel personeel en de heer G. Verhaar zegde een door hem zelf gemaakt gedicht, waarin de levensloop van de heer Ver schuur werd beschrèven. Botsing tussen motor en auto De 55-jarige wisselloper van de Rot terdamse Bank alhier, de heer A. Burg graaf, botste gistermiddag omstreeks half 5 ter hoogte van Avifauna met zijn motor op een personenauto. Hij werd enkele meters weggeslingerd en moest op advies van dokter Stehouwer het Academisch Ziekenhuis te Leiden worden vervoerd. De motor werd ernstig, de auto licht beschadigd. HDC hield jaarvergadering. De Hoornise damclub kwam in than in jaarvergadering bijeen. In zijn openingswoord kon de voorzitter, d« heer M. de Groot, gewagen van een goed ver enigingsjaar, vooral door het kampioen schap van het eerste tiental. Spr. richtte ook waarderende woorden tot de nestor van de club de heer Mechgelse. hDC bezit momenteel 26 leden. Het spelma teriaal kon het afgelopen jaar lijk uitgebreid worden. Ook financieel heeft de damclub geen reden tot klagen. Bij de bestuursverkiezing werd de heer T. Vergunst herkozen, terwijl in de plaats de heer W. Baart, die niet herkies- was, gekozen werd de heer P. H. Spek. De voorzitter memoreerde de grote erdiensten van de heer Baart als secre taris van HDC. Ook de heer Van Klav: sprak namens de leden enige zet waarderende woorden tot het scheiden de bestuurslid. Enkele leden, die al 15 jaar lid van de HDC zyn, ontvingen een uitgevoerd diploma van KNDB. Nadat nog enkele zaken, o.a. het Alphens damkampioenschap, uitvoerig waren be sproken, sloot de voorzitter, met de op wekking om propaganda te maken voor het damspel en de club, deze geanimeer de vergadering. de brandweer in de kring burgerlijke verdediging tot hoofd van deze kring, omvattende 22 gemeenten, benoemd. Op grond van deze functie en in aanmerking genomen, dat de heer Korver waarne mend directeur is van gemeentewerken (de heer De Raat is opzichter bij deze dienst), achtten de burgemeester en de commandant van de brandweer het wen selijk, dat de heer Korver bij de orand- weer minstens een gelyke rang bekleedt als de heer De Raat. De heer De Raat zag de feiten toch zo, dat er eigenlijk twee leiders waren, hoewel de onderlinge taakverdeling zo was geregeld, dat bei den aan elkaar gelijk waren en de heer Korver de toezegging had gedaan bij de brandweer in plaatselijke aangelegen heden niet als de superieur van de heer De Raat op te treden. Deze situatie vond hij ongewenst en hü vroeg eervol ontslag. Dit werd niet alleen door de burgemeester en de commandant, de heer Ros. en de heer Korver betreurd, ook door de manschappen. Zy na- het voor de heer De Raat op, vooi s bekwame leiding zij veel waarde ring hebben. Allerwegen werd er bij de heer De Raat op aangedrongen zijn be sluit terug te nemen. Dit geschiedde in derdaad in een onderlinge bespreking tussen de vier betrokkenen. Hierna stel de de heer De Raat echter enkele voor waarden en daardoor werd het conflict opnieuw acuut. Want het gemeentebe stuur zag de aangelegenheid nu ontaar den in een prestigekwestie, waaraai meent paal en perk te moeten stellen. Daarom heeft de burgemeester het ont slag toch verleend. Wij willen nu in het midden laten wie de schuldige is. Maar betreurd moet wor den, dat verschil van inzichten in de _ste gemeentelyke kringen in aange legenheden, waarbij de burgerij zo nauw is betrokken, opnieuw heeft geleid tot een openlijk conflict, dat eindigt met het heengaan van een verdiertstelijk functio- de manschappen verteld, zaken er voor staan. Bij de besprekingen is op ondubbelzinnige wijze gebleken, dat men het heengaan van de heer De Raat, die tientallen jaren zijn beste krachten het corps had gewijd, zeer betreurt. Men besloot zelfs de jaarlijkse feestavond, die gisteren zou worden gehouden, af te gelasten. Men wil zich er voorts raden, welke houding het corps nu moet Jaarvergadering Rode Kruis Onder voorzitterschap van de heer Ch. Bannier hield de afdeling van het Rode Kruis in Centraal haar jaarvergadering. Uit de jaarverslagen van de heren J. van Brummen en G. van Staalduinen bleek, de afdeling 2955 leden telt. De transportcolonne onder leiding van dok- "V. v. d. Wind te Aarlanderveen zet veel werk. Ze telt zestien mannelijke veertien vrouwelijke leden. Gememo reerd werd ook de bloedafnemi-ng te Alphen en te Boskoop. Tweemaal werd deelgenomen aan de Rode Kruis-wed- strijden, te Leiden en te Gouda. Bedroeg saldo vorig jaar f7475.25, nu is h^t f6678.83 groot. aftredende bestuursleden, mej. Tuinman, dokter J. van Eek en de heer Van Brummen, werden bij acclamatie herkozen. Afdeling Ned. jeugdgemeenschap De afdeling van de Ned. jeugdgemeen schap vergaderde gisteravond in de zaal van de Remonstrantse Gemeente aan de Van Mandersloostraat. Bij ontstentenis van de voorzitter, de heer G. Nijman, presideerde ds F. Palmboom. De bijeen komst was belegd naar aanleiding van de Amsterdamse instructiedag van de N.J.G. ter beraming van plannen voor de her denking van de nationale bevrijdlngs- ware zijn koor als een kostbaar, uiterst gevoelig instrument. Natuurlijk mag er dan ook aan 't uiterlijk niets mankeren. Zo is de discipline voorbeeldig. De jon gens komen rustig op, weten precies hun plaats en zijn vol toegewijde aandacht. Katwijk mocht zich gelukkig prijzen, ditmaal in de tournée opgenomen te zyn. Het heeft dit voorrecht overduide lijk gewaardeerd. Nog maar zelden heb ben we de grote Nieuwe Kerk zó vo! gezien. En dit ondanks de vrij hoge toegangsprijs. Van heinde en ver ware bovendien de liefhebbers toegestroomd. Het koor treedt, naar gelang de om standigheden, met een concert- en ee kerkprogramma op. Dit laatste bestaat uit vier delen, waarvan in dit geval drie werden afgewisseld door orgelspel-inter- mezzi. De heer Lacovich speelde op zeer verdienstelijke wijze (maar uiteraard zonder kennis van de registratie-moge lijkheden) enkele delen uit Bachs orgel- Partita's. We noemen ten slotte enkele opmer kelijke koornummers. Van de oude ker kelijke a-cappella muziek trof in 't bij zonder het schone „Salvator Mundi' (Palestrina). Het wonderbaarlijke ju weel, dat Verdi nog op hoge leeftijd schiep, de „Laudi alia Virgine Maria", schitterde in de uitvoering met byzon- dere glans. En dan de volksliederen! We releveren er slechts enkele. „La Pastorella" (Schubert), het typisch Oos tenrijkse „Rosenstock" en vooral Mo- zarts „Wiegenlied", waarin één der jongens met een ongelofelijke vaardig heid de op die van een nachtegaal ge lijkende coloraturen zong, lieten een on vergetelijke indruk achter. Ondanks het verzoek, niet te applau disseren, konden de bewonderende toe hoorders na de hoofse buiging van d« dirigent, zich niet inhouden. Joh. v. W. KATWIJK Burgerlijke stand GEBOREN: Leuntje, d v G Klinken berg en G v d Oever; Teunis, z v A H van Leeuwen en W K Meijvogel; Jan J, z v T Guijt en J W v d Meij; Jacobus z v W H Oort en M Mali; Arie L, z A L de Jong en A Rovers; Pieter A, 2 P Schoneveld en M M Vermeulen; Berta, d v J Plokiker en E Barnhoorn; Alida, d v J H v d Perk en A Haasnoot; Dirk, z v E de Grave en A G van Beelen. ONDERTROUWD: J Parlevliet en v d Valk; A Noort en T van Duijn; J Hoogeveen en W Bakker; A v d Oever 1 A v d Bent. GEHUWD: L M C Romeijn en G J van Paridon: G Remmelzwaal en H A van Rhijn; G Blok en C van Rijn; A J Hou- t en A de Jong; A v d Laiken en F Boezaard. OVERLEDEN: A Haasnoot m v A Schaap. 75 j: H v d Plas, m v C van Duijn, 70 j; B Vis, m v J J den Duik, 32 j; J Kuijt, m v D Kloos, 58 j. KATWIJK AAN DEN RUN Jaarvergadering K.D.C. De regelmatige clubavonden van de Katwijkse damclub K.D.C. werden gis teravond onderbroken, voor zover het dammen betrof. Ditmaal waren de spe lers met hun echtgenoten en begunsti gers bijeen in het clubegebouw voor de 19e jaarvergadering. De voorzitter, de heer J. Schoneveld, sprak een woord var welkom, waarin hij o.a. wees op de goe de sfeer is de K.D.C.-gelederen. Ondanks het niet veranderde ledental, kon met twee tientallen worden uitgekomen in de competitie. De secretaris, de heer H. Koe- lewijn memoreerde de behaalde sucessen terwijl de penningmeester, de heer Jac Koelewyn W. H. Bzn een batig saldo meldde ad f 20,60. Bij de bestuursverkie zing werd herkozen de heer J. Houwer. In de vacature-H. Koelewijn (secreta- !s) werd gekozen de heer Alb. van Beelen. De heer Jac. van Elk, oud-voor zitter en mede-oprichter van K.D.C. werd door de voorzitter toegesproken i.v.m. zijn benoeming tot ere-lid. Hierna volgde de prijsuitreiking. In de eerste klas waren het de heren Fr. Spie renburg en Jac. Freke en in de tweede klas de heren A. Voorzaat en G. Varke- visser die met de prijzen gingen strij ken: De dokter Bergman-beker, die de heer Fr. Spierenburg definitief in han den kreeg, werd door deze speler terug geschonken aan de club. Voor het hoog ste aantal punten in de competitie ont vingen medailles: in de eerste klas de lieren Jac. Freke en P. van Duyvenbode en in de tweede klas de heer Alb. van Beelen. Na het huishoudelijke gedeelte bleef men nog gezellig byeen. Onvoorzichtige kinderen. Toen de heer De Vreugd, wonende aan het Commandeurspad, zioh gistermiddag per rijwiel naar huis begaf, staken ter hoogte van de Kerklaan in de Kerkstraat een paar kinderen plotseling de straat over. Een van de kinderen was oorzaak, dat de fietser op de straat terecht kwam, en zijn onderbeen brak. Hij werd naar het Academisch Ziekenhuis te Leiden vervoerd. KATWIJK AAN ZEE Aanbesteding Vanmorgen werd door de Katwfjkse bouwvereniging de bouw van 16 wonin gen aan de Admiraal de Ruyterweg aan besteed. Van de 32 inschrijvers was hoogste A. C. Zalentyn Den Haag, voor f 236.500 en laagste de fa L. de Best al hier voor f 175.461. Men schryft c 1 Hervormde zijde: Spreekbeurt VOORSCHOTEN Jaarfeest Geref. Mannenvereniging De Geref. Mannenverenigng hoopt Donderdagavond een feestelijke jaarver gadering te houden in het locaal achter de kerk. De heer D. Rodenburg zal een inleidng houden over „Verzoening met God en vrede door het geloof" (Rom. 5) terwül na de pauze het feestelijk karak- •an de vergadering meer op de voor grond zal treden. TANIGE weken geleden verscheen in ons blad een beschouwing over de ge ruchtmakende kwestie „Hardegarijp"; nog steeds wachten we met een zekere spanning op de toegezegde brochure, waarin, naar schynt beloofd te zijn, en kele verhelderingen zullen geboden wor den, o.m. een aanvulling van het manco, dat prof. Van Niftrik in zyn Utrechtse rede wèl de Chr. school, doch niet de openbare critiseerde. Inmiddels verscheen in het Christelijk Schoolblad Onze Vacatures een hoofd artikel, dat om meer dan één reden de aandacht verdient. In het no van 24 Januari kunt u het vinden. „Met grote bezorgdheid" staat er boven. De heer De R. plaatst hierin met scherpe klaarheid een reeks opmerkingen geestig soms en steeds recht op de zaak af, die naar wij hopen tot nadere bezinning mogen dryven. Schr. begint met te verklaren dat hü van heler harte „de nieuwe koers" in de Hervormde Kerk is toegedaan. Dankbaar ziet hij de oude volkskerk de weg terug zoeken naar een Bijbelse belijdenis. Daar om juist bedroeft het hem, dat de Her vormde Raad voor Kerk en School (welks bestaan hy toejuicht) zo eenzijdig is samengesteld, zo vaag is in zijn woor den en zo weifelend ten aanzien van de Christelyke school. Hy (n.l. deze Raad) draaft voortals Baron van Münch- hausen op een half paard, zodat enthou siaste volgelingen van de eerste jaren zich in teleurstelling of verwarring af wenden. Hierdoor wordt de reformatie van de Herv. Kerk deerlijk en ten diepste geschaad. De Raad, die tot en over de school wil spreken „uit het Evangelie en uit het Evangelie alleen" (een concrete omschrij ving wat hieronder verstaan wordt, dient gegeven te worden!), zegt dat de Kerk niet onvoorwaardelijk voor de Christe lijke school kan kiezen, „zich niet op één schooltype kan vastleggen". In abstracto acht De R. dit juist. „De Kerk is nu een maal van een andere, een hogere orde dan de school". Er kunnen zich trouwens (ook wij hebben hierop reeds de aandacht gevestigd) gevallen voordoen, dat in een geheel orthodoxe dorpsgemeenschap een gemeenteschool practisch en christe lijke is. T~\AT de Raad crltisch staat t.o.v. de christelijkheid van de school met de Bijbel, acht De R. voorts heilzaam. Fun damentele bezinning inzake didactiek, leerstof, leuzen en organisatie is drin gend geboden, want „de anthropologic school :s doortrokken van de antieke wijsbegeerte". Geestig is de opmerking, dat honder den predik- en andere heren vuurbe- nauwd zyn voor de tale Kanaans (die toch zo kwaad niet is), doch onbekom merd spreken zij de taal van Grieken land (echter een dodelijk gif). „Bevriende biologen vertellen me uitentreuren dat op de christelyke school aan bio logie onderwezen wordt (voorzover zy dit uit de boekjes kunnen nagaan) van onchristelijke makelij is. Zelf heb ik deze jaren uit en te na betoogd, dat traditionele geschiedenisonderwijs stikt van het heidendom"! Een funda mentele bezinning zal dan ook aan het licht brengen, hoe er nog zeer veel uiterst problematische kwesties schui- paal boven water staat even wel één ding: onze school is een school met de Bijbel.- Heeft Van Niftink zelf indertijd (1947) niet geschreven over de Chr. school als die, waar „het gaat om de Verkondiging"; waar Christus erkend wordt als de Heiland en de Verzoener; het „onder de Bijbelvertelling, i, Kerk kan zyn"? Geldt dat ineens dag. Men zal trachten aan deze dag een bepaald karakter te geven. Er is een klein plan uitgewerkt, dat aan ver schillende verenigingen zal worden voor gelegd. niet 1 Bybelles is onder bepaalde omstan digheden ook op de openbare school mogelijk; doch de Kerk kan zich door de staat onmogelyk beperkende bepa lingen laten opleggen. „Bovendien, op de openbare school mogen duizenden doopleden van de Hervormde Kerk gaan, de school zelf is grotendeels in handen onderwyzers die grotendeels de ont kerstening van Nederland beschouwen vooruitgang van de cultuur en de herkerstening als een terugval in de ach- terlykheid zien. In handen van atheïsten nog niet eens altyd atheïsten van de beste soort. Waarvan de Kerk niets te verwachten heeft. (Dat wy hier mee schuldig staan door onze ongelukkige politiek van Verelendung der openbare school doet aan deze feitelijkheid zelf niets af.)" yO, aldus De R., is de concrete situatie 1 op de christelyke school en die op de openbare school. „En nu is ieder vrij de christelyke school een noodwoning te vinden, en te „gruwen van de neutrale staat en van zyn school" en met Van Ruler hele theocratische gemenebesten de horizon te zien oprijzen, op 't ogenblik verandert de concrete situatie daarmee niet. Derhalve mogen wy van. Synode en Raad verwachten en vergen dat zy zich in 't algemeen verklaren vóór de Chr. school": We herinneren aan een opmerking van de heer De Zeeuw, on langs in ons blad geplaatst, dat het voor keur verdient consequent (in de lyn der historie) te spreken van „School met de Bijbel". Nadat De R. zyn leedwezen uitgespro ken heeft over het feit dat de Raad, die zegt niet te kunnen kiezen, al meermalen onverholen voorkeur voor de open bare school aan de dag heeft gelegd", constateert hij: Al vier jaar is Kuypera leus aangeheven „Niet de school der christelijkheden, maar de school van Christus". Maar wat heeft de Raad in al die tüd gedaan om dat woord waaj te maken? Er inhoud en gestalte aan te geven? Bedroefd weinig. En niets posi tiefs". Wy hopen van harte, juist omdat „de Kerk mede verantwoordelijk is voor de opvoeding van en het onderwys aan de jeugd van het gehele volk in gezin en school, opdat ook daarin de gehoorzaam heid aan Gods geboden gestalte krijge" (Kerkorde art. IX, lid 2) en er voor Kerk en school alles van afhangt hoe deze geconcretiseerd wordt, dat deze stem moge doorklinken, opdat veler bezorgd heid worde weggenomen. Daartoe is gewenst, dat men niet te vlot spreke van „de Hervormde visie" op de school, want het kon wel eens blyken, dat het overgrote 4pel der Hervormden de door de Raad voorgedragen inzichten niet deelt. De heer De R. merkt in zyn artikel snedig op, dat niemand toch zal durven beweren, dat alleen een stroming het juiste inzicht heeft gepacht. Alle voorbarig spreken en schryven la tot schade van Kerk en School beide. Ned. Handelmij uitgeschakeld Japan en België hebben een financiële regeJing gesloten, waarbij de Bank van Japan de Nederlandsche Handelmy, waarover thans de rekening loopt, zal vervangen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1952 | | pagina 4