Het oude Woord in nieuw gewaad Kerstijijlage 1951 Pagina 9 1637 Statenvertaling Nieuwe Vertaling 1951 Eerste grote nationale Bijbelvertaling na de Statenvertaling verschenen EEDS meer dan drie eeuwen neemt de Statenverta ling van de Heilige Schrift de ereplaats in in de woningen van honderdduizenden Nederlanders en ligt deze op de kansels van de Protestantse kerk gebouwen, die ons land rijk is. In dat Woord, de Bijbel als zodanig, ligt toch eigenlijk de meest be langrijke „oecumenische" band, die de Christenen van eeuwen her samenbindt, want niet de Bijbel op zich zelf is de oorzaak van de verdeeldheid van het Christelijke volksdeel, doch in de interpretatie, welke men aan het Woord Gods heeft gegeven en nog heden ten dage geeft. De Statenvertaling, die in 1637 gereed Nu het Ned. Bijbelgenootschap ons kwam, is dan ook een monument van een- volk een gehele nieuwe vertaling voor heid van het Nederlands Protestantisme, legt, zullen er Christenen zijn. die zich ja van nationale eenheid, geweest, dat zijn afvragen, of een nieuwe vertaling wel waarde zal blijven behouden Maar. on- gewenst en noodzakelijk is. Zij 'zijn ge danks alle verschillen, die er in deze tijd wend aan en vertrouwd met de Staten- in het midden van het Christelijk volks- vertaling en er zijn Bijbelgedeelten, die deel van Nederland worden gevonden, zo in het geheugen zijn gegrift, dat men mag toch ook de thans gereed gekomen zeer moeilijk zich vertrouwd zal kunnen Nieuwe Vertaling van de Bijbel, welke maken met een nieuwe vertaling ervan, vanwege hét Nederlandsch Bijbelgenoot- hetgeen b.v. sterk bij de Psalmen naar schap is uitgegeven, als een teken van voren springt, diezelfde eenheid worden gezien, een -- teken, waarvoor dit volksdeel wel uiter-| Toch zal dit nooit een reden mogen zijn mate dankbaar mag zijn, en waarbij de om een nieuwe vertaling van de H hoop en de verwachting gewettigd zijn, I Schrift af te wijzen. Er zijn nu drie dat het ook als zodanig zal worden aan- eeuwen verlopen, doch in die tijdsperiode vaard in Protestants-Nederland. nam de kennis van de grondtalen, De Statenvertaling was de eerste offi- God ons Zijn Woord schonk, zo'n grote ciele Bijbeluitgave in ons land. Wel bestonden er voor dat deze tot stand kwam, verscheide ne Bijbel-verta lingen, doch deze waren alle particu liere uitgaven. De eerste Nederlandse gedrukte Bijbel verscheen in 1477 Dit was de zgn. Delftse Bijbel, die in zijn eerste vorm alleen het Oude Testament zonder de Psalmen be- Eerst na de Re formatie kwamen er verschillende andere vertalingen van aanvankelijk de Bijbelvertaling van Luther grote invloed had. Van dè overige - Bijbels in de.J6e eeqw ver wierven grote be kendheid de uitga ve van Nicolaas Biestkens (1560 die tal van her drukken beleefde, tot in de 18e eeuw toe. en de zgn. Deux-aes Bijbel die zijn naam te danken had aan de kanttekening bij Nehemia 4 vers 5, „Deusaes en heeft niet" (de armen kunnen niet geven), en die een lange reeks van jaren voor een goede vertaling voor die tijd bekend stond. Toen Marnix van St. Aldegonde. aan wie de Staten-Generaal opdracht tot vertaling van de H. Schrift hadden ge geven, in 1598 overleed, zocht de Zuid- Hollandse Synode ds Wernerius Helmi- chius, van Amsterdam, en de Delftse pre dikant Arnoldus Cornelisz aan om deze arbeid af te maken, doch wegens het overlijden van eerstgenoemde in 1608 bleef het werk onvoltooid liggen. Op de Synode van Dordrecht in 1618 en 1619, welke het besluit nam de Bijbel uit de oorspronkelijke talen getrouwelijk over te zetten, legde de praeses van deze grote nationale Synode, ds Johannes Bo> german, er sterk de nadruk op, dat ei aan een nieuwe Bijbelvertaling in dc Nederlanden grote behoefte bestond, er dat ons land t.a.v. de Bijbelvertaling niet bij andere naties mocht achter geraken. De Synode wees als vertalers aan ds Bogerman, van Leeuwarden, ds Willem Baudartius, van Zutphen en ds Gerson Bu- cerus, van Veere, voor het Oude Testa ment, en de predikanten Jacobus Rolan- dus, van Amsterdam, Hermannus Fauke- lius, van Middelburg, en Petrus Cornelisz, van Enkhuizen, voor het Nieuwe Testa ment. Zij vestigden zich in Leiden om bij hun arbeid van de universiteitsbiblio theek gebruik te kunnen maken en zo nodig de theologische hoogleraren en die in de oude talen te kunnen raadplegen. De zaak bleef echter slepende en eerst acht jaar later zetten de Oud-Testamen- tici zich aan hun omvangrijke arbeid. De De Statenvertaling van 1637: een monument van eenheid van het Nederlandse Pro testantisme eerste uitgave, de z.g.n. Standert, ver scheen in 1637. Wel kwamen er naast de Statenvertaling nog andere vertalingen, o.a. de Leidse vertaling en in latere jaren die van de hoogleraren Obbink en Brou wer, alsmede in de series „Tekst en leg" en de „Korte Verklaring", doch de Statenvertaling bleef de meest gangbare, welke ook in nagenoeg alle kerken van Nederland in gebruik was en nog is. vlucht, dat deze van verstrekkende bete kenis voor het verstaan van het Woord moet worden geacht. Daarenboven wer den ontdekkingen met betrekking tot de Oosterse wereld ten zijde van het ont- ■taan van de H. Schrift en in latere euwen gedaan, welke eveneens van enorme invloed zijn voor de vertaling de Bijbel uit de grondtekst. Er zijn prof. dr H. T. Obbink (overleden), die tot 1947 voorzitter der commissie is ge weest, prof. dr H. W. Obbink, dr G. Smit (overleden), prof. dr W. A. P. Smit, prof. dr G. J. Thierry, prof. dr Th, C. Vriezen, dr W. H. Weeda en dr W. J. de Wilde. Wie maar enigszins met de kerkelijke „kaart" van Nederland op de hoogte is, ziet aan de namen, dat de beide commis sies uit theologen van onderscheiden rich tingen zijn samengesteld. Het is zeker toe te juichen, dat juist het N.B.G. de zaak van een nieuwe Bijbelvertaling heeft ter hand geno men. Een dergelijke aanpak van dit grootse werk geeft het ook een natio naal karakter, hetgeen nooit bereikt zou kunnen worden met andere talingen van bepaalde personen arbeid ten deze echter zeker niet mag worden onderschat aangezien deze te sterk eer persoonlijk- of kerkelijk cachet zouden dragen. In het N.B.G. wordt gelukkig nog steeds een samen werking van Protestanten van zeer uit eenlopende richting gevonden, omdat het zorgt voor uitgave en verspreiding van de Bijbel en juist hierdoor kon het N.B.G. hoogleraren en predikanten uit allerlei kerkelijke kringen aantrekken, teneinde zich gezamenlijk te zetten aan het werk voor een nieuwe Bijbelver taling. Alleen een op deze wijze tot stand gekomen vertaling zal de Staten vertaling als nationale Bijbelvertaling kunnen vervangen. By de vertaling van het Oude Testa ment werden voor elk Bijbelboek twee hoofdvertalers aangewezen, die hun proefvertaling inleverden b(j de vaste commissie, welke bestond uit enkele theologen, die speciaal lingswerk waren benoemd Ook postzegels tonen ,Die al den volke wezen zal' Testament worden gevolgd, waaruit dus mag worden geconcludeerd, dat het vertalingswerk eigenlijk nooit af is, alhoewel er een moment aanbreekt zoals dit thans het geval is geweest waarop het resultaat van veeljarige ar beid aan de Bijbellezer moet worden voorgelegd. er^nu °"/rder Mnun Bijbel- J 1 en registreren. Wat er in leeft en beweegt, wat de mensen verblijdt vertaling gebeuren gaat. Dit is echter en bezorgd maakt, wat er politiek en religieus gedacht en beleden wordt. geen zaak van het N.B.G. Dit heeft j Dat kan de serieuze verzamelaar van die kleurige ambassadeurs van elk md!i*oê™r«d,edoc| Iland atlezen. en z°u h'J er dan niel °P terugvinden de grote heilsfeiten van het Chris telijk volksdeel overgelaten. Vast staat, dat in brede kring om een nieuwe ver taling van de Bijbel werd gevraagd, en dat met intense\ belangstelling naar de verschijning is uitgezien, zodat mag worden verwacht, dat zij onder Protes tants Nederland haar weg zal vinden. Wanneer straks op 16 Januari 19o2 het hoofdbestuur van het N.B.G. de Nieuwe Vertaling aan de vertegenwoordigers van de kerken in ons land zal aanbieden, is voor het N.B.G. voorlopig een eind gekomen aan het veelomvattende werk, dat aan deze vertaling was verbonden. Dan is het woord aan de meerdere ker kelijke vergaderingen, welke, na beoor deling der Nieuwe Vertaling, een be sluit tot al-of-niet-invoering zullen ne-' men, alhoewel van verscheiden kant reeds nu wordt aangedrongen om de Nieuwe Vertaling direct in de kerkdien sten te gaan gebruiken. Vanzelfsprekend zal het N.B.G. zich verheugen, wanneer Nieuwe Vertaling doch het bemoeit zich verder de invoering door de kérken. Eerst zal deze Nieuwe Vertaling zich een plaats moeten veroveren in de gezinnen en in de harten, opdat blijke, dat zy velen dich ter tot Christus brengt. Wanneer men de Nieuwe Vertaling opslaat, vallen direct enkele-dingen op, die het grote verschil met de Statenver taling doen zien. Zo zjjn niet alleen de Psalmen in dichtvorm afgedrukt, doch ook de boeken Job, Spreuken, het Hoog lied en de Klaagliederen van Jeremia, We*rlcwii7P terwijl dit evenzo het geval Is b.v. met w v c het Lied van Mozes (Deuteronomium 31 en 32), het Danklied van David (2 Sa muel 22) en Davids Lofzang (1 Kronie ken 16). En wat de vertalingen van boe ken als Jeremia, Ezechiël en Job om het bij deze slechts te laten betreft, het verta- zal iedere Bijbellezer moeten erkennen, 'dat deze boeken veel meer tot ons spre- hun gewone ambtelijke arbeid waren j ken dan in de Statenvertaling, al achten vrijgesteld. In deze vaste commissie j wij ons niet bevoegd een critische beoor- hadden aanvankelijk zitting ds F. Dijke-deling van de Nieuwe Vertaling te geven, ma, prof. dr A. H. Edelkoort en dr D. J. hetgeen trouwens ook niet de bedoeling van Katwijk. Na het overlijden van dsvan deze bijdrage is geweest. Dijkema en dr Van Katwijk werd prof.Het ging er ons slechts om een indruk dr W. H. Gispen naast prof. Edelkoortte geven van de historie van dc Neder- in deze commissie, benoemd. Wanneer j landse Bijbelvertalingen in de loop der de proefdruk der vaste commissie van eeuwen en van de geweldig grootse ar de pers was gekomen, werd de proef- j beid, welke het Nederlandsch Bybelge- 'ertaling in de volledige commissie op nootschap aan de Nieuwe Vertaling heeft :eer nauwkeurige wijze besproken en in ten koste gelegd. de laatste jaren kwètn deze commissie Moge deze arbeid rijpe vruchten af- elke Woensdag de gehele dag bijeen in j werpen voor ons volk, opdat het, mede het. Bijbelhuis te,Amsterdam.-Tekst voor door deze Nieuwe Vertaling van Gods tekst werd bezien en de vertaling er van j Woord, de rijkdom van het leven in definitief vastgesteld. Het bleek steeds, Christus moge verstaan en Inzien, dat er eenstemmig heid over de verta ling kon worden be reikt en slechts bu uitzondering moest de vertaling van een tekst bij stemming worden gekozen. Was op deze wijze een Bijbelboek ge reed, dan ging de nieuwe -vertaling de vaste- leescommis-- sie. Hierin hadden ook enkele doctores. in de Ned. letteren zitting, zo prof. dr G Kuiper, prof. dr P Minderaa en prof. di VI. A. P. Smit, die de vertaling op haai litteraire waarde toet sten. Na de uiteinde lijke vaststelling van de vertaling ging de drukproef voor de derde maal naar dc drukker om nu in haar definitieve vorm te kunnen worden gerevideerd. het Christendom? Het bewijs hiervan behoeft niet meer de hoogste hemelen cn vrede op aarde, te worden geleverd. Ds G. van Veldhui- In de mensen een welbehagen!" zen deed het reeds in zijn door Voor- Het mooie. Zwitserse vredeszegel (afb. hoeve smaakvol uitgegeven „Kerstgroet die dagen dat Philatelist". Daarbij aansluitend, wil Ik trachten in dit artjkel een illustra tie van Lucas 2te geven, door middel van postzegels. „En het geschiedde er een bevel uitging van den Keizer Augus tusAfb. 1 geelt het portret te zien van deze grote Romeinse vorst en wereldhecr- ser. Zijn buste wordt op het Italiaanse zegel te zijner ere omgeven door palmen en pyra- miden, om de uitge strektheid van zijn rijksgebied te symbo liseren. „Dat de gehele we reld beschreven zou worden"Afb. brengt dit bevel to beeld. We zien de ver sierselen der keizer lijke waardigheid, be kroond door de Ro meinse adelaar, rond om de maquette van Bethlehem, waarbo- Kruis. Het onder schrift: Censum popu- li egi, betekent: een volkstelling heb ik ge wenst. Onder het Kruis is een citaat leesbaar uit Vergilius. „Van uit de heme) Spruit gezonden". „En Jozef ging ook uit.... naar Bethle hem om beschreven te worden, met Maria z(jn ondertrouwde vrouw"Op afb. 2 zien we hoe Jozef en Maria Inge schreven worden door de Romeinse be ambte met zjjn assistent. Een zegel zo juist in Italië bij gelegenheid van de 9e algemene volkstelling verschenen. „En daar waren herders in het veld" bjj hun kudde, en hen verscheen „Een menigte des Hemelsen Heirlegers, prijzende God". Op afb; 4 van Hongarije zien we de herders met hun schapen, in aanbidding neergeknield bjj de hemelse boodschap der engelen, die zongen: „Ere zy God in 5) geeft op stijlvolle wijze zo de Vredes boodschap der engelen weer. En het zegel van Australië, gelijktijdig versche nen. geeft de engelenzang uit de Kerst nacht in onze tijd. De Kerstboodschap van Vrede komt, ieder Kerstfeest op- Kerstlied Ons is gheboren een kindeken Nogh clare dan die sonne. Dat sal ons aller vroude s\jn Al totter enghelen wonne. Die sterren gheven ons lichten schijn Al door den hemel ghedrongen, Maria die heeft haer lieve kint Mit ganser minnen ghewonnen. Si lechden in een cribbekijn Mit haren sneeuw-witen handen, Si cusseden voor sijn mondelijn Des had haer seer verlanghen. nieuw, óók in onze benauwde twintigste Dat heeft de Australische ontwerper willen uitbeelden, op dit zegel waar hij de engelenboodschap in plaats van aan de herders, laat brengen in een arbeiders- „En de herders kwamen met haast, en vonden Maria en Jozef en het Kindeke liggende in de kribbe" Het Hongaarse zegel (afb. 7) toont de aanbidding der herders, en zegel 8, van Nederland, het Kindeke in de kribbe, met de traditionele os en ezel. Deze toevoeging aan het tal i deze korte be- oude handschriften gevonden,' schrijving van de 2857 de Codex Sinaiticus enenige\ werkwijze bij de terug zijn uitermate belangrijke vertaling H. Schrift zal ieder duidelijk zijn, dat in de jaren sedert de arbeid werd begon- •wndsten gedaan bij de Dode Zee. •an de studie thans nog in volle gang is, en die ongetwijfeld betekenisvol materi- aal zullen opleveren. Steeds weer zijn. deze ontdekkingen van grote waarde ge- i bleken voor de bevestiging van de juist-1 he id van de oude Bijbel-h.andschriften.\ De voortschrijdende wetenschap om-j beid waarvoor Pro- trent het verstaan en vertalen van de H.1 Schrift en van de tijd. waarin het oude' Bondsvolk leefde, maakte de behoefte aan een gehele nieuwe vertaling uit de' grondtekst steeds meer noodzakelijk. In het begin van deze eeuw namen enige •sonen uit onderscheiden kerkelijke j testants Nederland niet dankbaar ge noeg kan zijn. Ruim twintig jaar zijn dc theologen, die hier- bezig ge- kring het initiatief, welk initiatief lateri weest aan' door het Ned. Biibelgenootschao genomen, nadat het eerst was afgewezen, omdat er overwegende bezwaren tegen bestonden. Het was de afdeling Numans- dorp van het N.B.G., welke in 1926 deze zaak opnieuw aan het hoofdbestuur voor legde. met als resultaat, dat de algemene vergadering van dat jaar besloot deze zware taak aan te vatten, waarop in 1927 de Commissie voor het Nieuwe Testament aan de slag ging. Aan de vertaling van het Nieuwe Testament, welke arbeid in 1939 werd voltooid, zodat dit gedeelte van de H. Schrift reeds kon worden uit gegeven, hebben medegewerkt: prof. dr F. W. Grosheide (voorzitter der commis sie), de heer J. J. Kijne, cand. in de Oude letteren (secretaris), prof. dr W. J. Aal- ders (overleden), dr J. A. B'eyermah, ds A. Klinkenberg (overleden), prof. dr J. A. C. van Leeuwen (overleden), prof. dr D. Plooy (overleden), prof. dr G. Seven- ster, prof. dr J. Th. Ubbink, prof. dr A. van Veldhuizen* overleden), prof. dr H. Windisch (overleden) en prof. dr J. de Oude Testament Nieuwe Vertalinj van het N.B.G. en is de vrucht er van nu gerijpt om aan aangeboden. De vraag, of het werk nu geheel vol tooid is, moet echter ontkennend worden beantwoord. Toen de vertaling van het N T. en van de Psalmen ge- kerken en aan de pre dikanten verzocht tische opmerkingen over deze vertalingen kenbaar te maken. Hiervan is een ruim gebruik gemaakt. En kele kerken hebben daarvoor zelfs speciale commissies aan het werk gezet, welke de resultaten van haar onderzoek aan de be trokken commissies van het N.B.G. heb ben doorgegeven Zo zijn duizenden op- aa"'merkingen binnenge- De Commissie voor het Oude Testament begon in 1933 met haar arbeid. Aangezien dit Bijbelgedeelte veel meer boeken "dan het NT. omvat, is het te verklaren, d.t|komen van kerken deze comnisste omvangt ijkei van samen-|predikanlen en parti. stelling was, In de loop der jaren hadden culiere„, tot m deze eommtssie zitting: protdr G, Ch. fe„voudlge hriefke.r- Aalders, voorzitter, prof. dr W J Aal- ten toe Deze zl ders (overleden), prof. dr M. A. Beek,lnauwkeurjg be2ien en prof. dr L. H. K. Bleeker (overleden), |verwerkt zodat in de prof. J. W. Geels (overleden), prof. dr C. thans verschenen van Gelderen (overleden), prof. dr W. H. Nieuwe Vertaling tal Gispen, dr C. J. Goslinga, prof. dr Joh.'van correcties zijn de Groot (overleden), ds H. H. Grosheide,1 aangebracht, schier op dr J. Haantjes, prof dr A. R. Hulst, secre- elke bladzijde, in de taris, dr D. J. van Katwijk (overleden).1 vertalingen van het prof. dr F. M. Th. Böhl, ds F. Dijkema Nieuwe Testament en (overleden), prof. dr A. H. Edelkoort,:de Psalmen. Deze me- ds A. Klinkenberg (overleden), prof. L. thode zal ook weer H. van der Meiden, prof. dr P. Minderaa, voor het gehele Oude Kerstevangelie, stamt uit de tyd van de kerkvader Origenes, door ee-n verkeerd begrepen uitlating in een van zjjn pre ken, over Jes. 1 3 („Een os kent zijn be zitter en de ezel de kribbe zyns heren, maar Israël heeft geen kennis. Mijn volk verstaat niet"). Hy wyst erop hoe erg het is, dat het stomme vee de reine os en de onreine ezel beter de weg naar hun voedertrog kennen dan de ge meente naar de s:al van Bethlehem, zonder daarmee te willen beweren dat os en ezel werkelijk tegenwoordig waren in de Kerstnacht. Op afb. 9 zien we de Drie Wyzen uit het Oosten hun gescher- ken brengen aan de jonge „Koning der Joden". Tot zover is de wereld In Kerst- tijd no® wel bereid, zelfs in café en bio scoop, de kerstgeschiedenis als een ont roerend verhaal te aanvaarden. Men neuriet het Vrede op Aarde dromerig melancholiek mee met het strükje vrede op aarde in deze dagen vol onvrede en oorlogsdreigingenzonder de zin van deze Vredesboodschap te beseffen. Daarom ben Jk zq blij. u ook op. aftj. .10 te kunnen wijzen; het vredeszegeï van Nieuw-Zeeland, waarop het Kruis van Golgotha centraal geplaatst is. We kun nen by het uitzicht op het vredige land schap met de winters besneeuwde berg toppen het Kruis niet voorbüzien. De geboorte van de Heiland was de eerste stap op de weg naar Golgotha, Bethlehem zonder Golgotha is zinloos en de Vrede waarvan de engelen in de Kerstnacht zongen, is slechts te vinden by de voet van het Kruis. Dat is de ontroerende en Bybelse gedachte, die de Nieuw-Zeeland- se kunstenaar zo prachtig op dit zegel vertolkte. Wie zo de ware Kerstvrede ervaart, rle Pax, waarvan het Zwitserse zegel (afb. 11) spreekt, kan ontroerd zyn han den vouwen tot een warm en biy dank gebed. G. J. Peelen. Stille Nacht' in de huiskamer We zijn weer in de tijd, dat er in vel» huiskamers Kerstliederen zullen worden gezongen l de piano, het harmonium of straks bij de Kerstboom. Die oude en toch altijd weer nieuwe liederen zullen ons dan mede bepalen by het Kerstfeit en het „Stille Nacht, heilige Nacht", of het „O du fröhliche, o du selige". of het „II est né le divin enfant" kunnen zoveel Inti miteit aan onze huiselyke Kerstviering geven. Als we by die sfeervolle intimiteit niet blyven stilstaan en daardoor de werkeiyke betekenis van Christus" ge boorte voorbUzien. Zo kan het ook in tiem zyn rond de Kerstboom tn de kroeg, maar het daar te zingen Kerstlied kan VIA NAALD EN PLAAT nagaan, hoeveel fouten de tekenaar wel gemaakt heeft in deze plaat. Zó, op het eerste gezicht zie je er al heel wat! Als je alle verkeerde dingen hebt gevonden, dan maak je kans een mooie prijs te krijgen! Stuur vóór 5 Jan. 1952 je oplossing naar het bureau van de krant. een vloek zyn. Door de sfeer vergeten we wel eens de realiteit, Gods realiteit. Ont komen we aan dit gevaar, dan zullen de Kerstliederen een belangrUke plaats kun nen Innemen in onze feestviering. En al zal het zelf-zlngen of spelen aantrekke- tyker zijn dan het luisteren, toch kan ook dit laatste waardevol zyn, vooral als dan ook nog de technische onvolkomenheden zyn overwonnen. In dit opzicht speelt de gramofoon een niet onbelangryke roL Voor dit keer vestigen we dan ook de aandacht op twee uitstekende gramofoon- platen, die ons ongetw-yteld de schoon heid van het eenvoudige Kerstlied op nieuw zullen doen beseffen. Zo bracht Philips onder No N11188G een su blieme opname in de handel van het Kon. Mannenkoor „Mastreechter Staar" o.l.v. Martin Koekelkoren. Hoe vol wy- ding en hoe perfect worden hier de 3 liederen „Stille Nacht". „O du fröhliche" en „Es 1st ein Reisz entsprungen" gezon gen, volmaakt van uitdrukking en tech niek. Het Ned. Kamerkoor ol.v. Felix de Nobel zong voor De cc a (XP6126i een aantal Kerstliederen met orgelbegeleiding van Piet van Egmond Ook hier Is prach tig werk gedaan door het kleine koor, speciaal we) tn „II est nè le dlvin enfant", in „The holy and the ivy" en in „Nu syt wellecome". Heel fijn afgewogen is deze zang. licht en sfeervoL Twee opnamen die een leder Zeker graag zal horen bij de Kerstviering thuis

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1951 | | pagina 17