Het oude Woord
in nieuw gewaad
Kerstijijlage 1951 Pagina 9
1637 Statenvertaling Nieuwe Vertaling 1951
Eerste grote nationale Bijbelvertaling
na de Statenvertaling verschenen
EEDS meer dan drie eeuwen neemt de Statenverta
ling van de Heilige Schrift de ereplaats in in de
woningen van honderdduizenden Nederlanders en
ligt deze op de kansels van de Protestantse kerk
gebouwen, die ons land rijk is. In dat Woord, de
Bijbel als zodanig, ligt toch eigenlijk de meest be
langrijke „oecumenische" band, die de Christenen
van eeuwen her samenbindt, want niet de Bijbel op
zich zelf is de oorzaak van de verdeeldheid van het
Christelijke volksdeel, doch in de interpretatie,
welke men aan het Woord Gods heeft gegeven en
nog heden ten dage geeft.
De Statenvertaling, die in 1637 gereed Nu het Ned. Bijbelgenootschap ons
kwam, is dan ook een monument van een- volk een gehele nieuwe vertaling voor
heid van het Nederlands Protestantisme, legt, zullen er Christenen zijn. die zich
ja van nationale eenheid, geweest, dat zijn afvragen, of een nieuwe vertaling wel
waarde zal blijven behouden Maar. on- gewenst en noodzakelijk is. Zij 'zijn ge
danks alle verschillen, die er in deze tijd wend aan en vertrouwd met de Staten-
in het midden van het Christelijk volks- vertaling en er zijn Bijbelgedeelten, die
deel van Nederland worden gevonden, zo in het geheugen zijn gegrift, dat men
mag toch ook de thans gereed gekomen zeer moeilijk zich vertrouwd zal kunnen
Nieuwe Vertaling van de Bijbel, welke maken met een nieuwe vertaling ervan,
vanwege hét Nederlandsch Bijbelgenoot- hetgeen b.v. sterk bij de Psalmen naar
schap is uitgegeven, als een teken van voren springt,
diezelfde eenheid worden gezien, een --
teken, waarvoor dit volksdeel wel uiter-| Toch zal dit nooit een reden mogen zijn
mate dankbaar mag zijn, en waarbij de om een nieuwe vertaling van de H
hoop en de verwachting gewettigd zijn, I Schrift af te wijzen. Er zijn nu drie
dat het ook als zodanig zal worden aan- eeuwen verlopen, doch in die tijdsperiode
vaard in Protestants-Nederland. nam de kennis van de grondtalen,
De Statenvertaling was de eerste offi- God ons Zijn Woord schonk, zo'n grote
ciele Bijbeluitgave
in ons land. Wel
bestonden er voor
dat deze tot stand
kwam, verscheide
ne Bijbel-verta
lingen, doch deze
waren alle particu
liere uitgaven. De
eerste Nederlandse
gedrukte Bijbel
verscheen in 1477
Dit was de zgn.
Delftse Bijbel, die
in zijn eerste vorm
alleen het Oude
Testament zonder
de Psalmen be-
Eerst na de Re
formatie kwamen
er verschillende
andere vertalingen
van aanvankelijk
de Bijbelvertaling
van Luther grote
invloed had. Van
dè overige - Bijbels
in de.J6e eeqw ver
wierven grote be
kendheid de uitga
ve van Nicolaas
Biestkens (1560
die tal van her
drukken beleefde,
tot in de 18e eeuw
toe. en de zgn.
Deux-aes Bijbel
die zijn naam te
danken had aan
de kanttekening
bij Nehemia 4 vers 5, „Deusaes en heeft
niet" (de armen kunnen niet geven), en
die een lange reeks van jaren voor een
goede vertaling voor die tijd bekend
stond. Toen Marnix van St. Aldegonde.
aan wie de Staten-Generaal opdracht tot
vertaling van de H. Schrift hadden ge
geven, in 1598 overleed, zocht de Zuid-
Hollandse Synode ds Wernerius Helmi-
chius, van Amsterdam, en de Delftse pre
dikant Arnoldus Cornelisz aan om deze
arbeid af te maken, doch wegens het
overlijden van eerstgenoemde in 1608
bleef het werk onvoltooid liggen.
Op de Synode van Dordrecht in 1618
en 1619, welke het besluit nam de Bijbel
uit de oorspronkelijke talen getrouwelijk
over te zetten, legde de praeses van deze
grote nationale Synode, ds Johannes Bo>
german, er sterk de nadruk op, dat ei
aan een nieuwe Bijbelvertaling in dc
Nederlanden grote behoefte bestond, er
dat ons land t.a.v. de Bijbelvertaling niet
bij andere naties mocht achter geraken.
De Synode wees als vertalers aan ds
Bogerman, van Leeuwarden, ds Willem
Baudartius, van Zutphen en ds Gerson Bu-
cerus, van Veere, voor het Oude Testa
ment, en de predikanten Jacobus Rolan-
dus, van Amsterdam, Hermannus Fauke-
lius, van Middelburg, en Petrus Cornelisz,
van Enkhuizen, voor het Nieuwe Testa
ment. Zij vestigden zich in Leiden om bij
hun arbeid van de universiteitsbiblio
theek gebruik te kunnen maken en zo
nodig de theologische hoogleraren en die
in de oude talen te kunnen raadplegen.
De zaak bleef echter slepende en eerst
acht jaar later zetten de Oud-Testamen-
tici zich aan hun omvangrijke arbeid. De
De Statenvertaling van 1637:
een monument van eenheid van
het Nederlandse Pro
testantisme
eerste uitgave, de z.g.n. Standert, ver
scheen in 1637. Wel kwamen er naast de
Statenvertaling nog andere vertalingen,
o.a. de Leidse vertaling en in latere jaren
die van de hoogleraren Obbink en Brou
wer, alsmede in de series „Tekst en
leg" en de „Korte Verklaring", doch de
Statenvertaling bleef de meest gangbare,
welke ook in nagenoeg alle kerken van
Nederland in gebruik was en nog is.
vlucht, dat deze van verstrekkende bete
kenis voor het verstaan van het Woord
moet worden geacht. Daarenboven wer
den ontdekkingen met betrekking tot de
Oosterse wereld ten zijde van het ont-
■taan van de H. Schrift en in latere
euwen gedaan, welke eveneens van
enorme invloed zijn voor de vertaling
de Bijbel uit de grondtekst. Er zijn
prof. dr H. T. Obbink (overleden), die
tot 1947 voorzitter der commissie is ge
weest, prof. dr H. W. Obbink, dr G. Smit
(overleden), prof. dr W. A. P. Smit, prof.
dr G. J. Thierry, prof. dr Th, C. Vriezen,
dr W. H. Weeda en dr W. J. de Wilde.
Wie maar enigszins met de kerkelijke
„kaart" van Nederland op de hoogte is,
ziet aan de namen, dat de beide commis
sies uit theologen van onderscheiden rich
tingen zijn samengesteld.
Het is zeker toe te juichen, dat juist
het N.B.G. de zaak van een nieuwe
Bijbelvertaling heeft ter hand geno
men. Een dergelijke aanpak van dit
grootse werk geeft het ook een natio
naal karakter, hetgeen nooit bereikt
zou kunnen worden met andere
talingen van bepaalde personen
arbeid ten deze echter zeker niet mag
worden onderschat aangezien deze
te sterk eer persoonlijk- of kerkelijk
cachet zouden dragen. In het N.B.G.
wordt gelukkig nog steeds een samen
werking van Protestanten van zeer uit
eenlopende richting gevonden, omdat
het zorgt voor uitgave en verspreiding
van de Bijbel en juist hierdoor kon het
N.B.G. hoogleraren en predikanten uit
allerlei kerkelijke kringen aantrekken,
teneinde zich gezamenlijk te zetten aan
het werk voor een nieuwe Bijbelver
taling. Alleen een op deze wijze tot
stand gekomen vertaling zal de Staten
vertaling als nationale Bijbelvertaling
kunnen vervangen.
By de vertaling van het Oude Testa
ment werden voor elk Bijbelboek twee
hoofdvertalers aangewezen, die hun
proefvertaling inleverden b(j de vaste
commissie, welke bestond uit enkele
theologen, die speciaal
lingswerk waren benoemd
Ook postzegels tonen
,Die al den volke wezen zal'
Testament worden gevolgd, waaruit
dus mag worden geconcludeerd, dat
het vertalingswerk eigenlijk nooit af is,
alhoewel er een moment aanbreekt
zoals dit thans het geval is geweest
waarop het resultaat van veeljarige ar
beid aan de Bijbellezer moet worden
voorgelegd.
er^nu °"/rder Mnun Bijbel- J 1 en registreren. Wat er in leeft en beweegt, wat de mensen verblijdt
vertaling gebeuren gaat. Dit is echter en bezorgd maakt, wat er politiek en religieus gedacht en beleden wordt.
geen zaak van het N.B.G. Dit heeft j Dat kan de serieuze verzamelaar van die kleurige ambassadeurs van elk
md!i*oê™r«d,edoc| Iland atlezen. en z°u h'J er dan niel °P terugvinden de grote heilsfeiten van
het Chris
telijk volksdeel overgelaten. Vast staat,
dat in brede kring om een nieuwe ver
taling van de Bijbel werd gevraagd, en
dat met intense\ belangstelling naar de
verschijning is uitgezien, zodat mag
worden verwacht, dat zij onder Protes
tants Nederland haar weg zal vinden.
Wanneer straks op 16 Januari 19o2 het
hoofdbestuur van het N.B.G. de Nieuwe
Vertaling aan de vertegenwoordigers
van de kerken in ons land zal aanbieden,
is voor het N.B.G. voorlopig een eind
gekomen aan het veelomvattende werk,
dat aan deze vertaling was verbonden.
Dan is het woord aan de meerdere ker
kelijke vergaderingen, welke, na beoor
deling der Nieuwe Vertaling, een be
sluit tot al-of-niet-invoering zullen ne-'
men, alhoewel van verscheiden kant
reeds nu wordt aangedrongen om de
Nieuwe Vertaling direct in de kerkdien
sten te gaan gebruiken. Vanzelfsprekend
zal het N.B.G. zich verheugen, wanneer
Nieuwe Vertaling
doch het bemoeit zich verder
de invoering door de kérken. Eerst zal
deze Nieuwe Vertaling zich een plaats
moeten veroveren in de gezinnen en in
de harten, opdat blijke, dat zy velen dich
ter tot Christus brengt.
Wanneer men de Nieuwe Vertaling
opslaat, vallen direct enkele-dingen op,
die het grote verschil met de Statenver
taling doen zien. Zo zjjn niet alleen de
Psalmen in dichtvorm afgedrukt, doch
ook de boeken Job, Spreuken, het Hoog
lied en de Klaagliederen van Jeremia,
We*rlcwii7P terwijl dit evenzo het geval Is b.v. met
w v c het Lied van Mozes (Deuteronomium 31
en 32), het Danklied van David (2 Sa
muel 22) en Davids Lofzang (1 Kronie
ken 16). En wat de vertalingen van boe
ken als Jeremia, Ezechiël en Job om
het bij deze slechts te laten betreft,
het verta- zal iedere Bijbellezer moeten erkennen,
'dat deze boeken veel meer tot ons spre-
hun gewone ambtelijke arbeid waren j ken dan in de Statenvertaling, al achten
vrijgesteld. In deze vaste commissie j wij ons niet bevoegd een critische beoor-
hadden aanvankelijk zitting ds F. Dijke-deling van de Nieuwe Vertaling te geven,
ma, prof. dr A. H. Edelkoort en dr D. J. hetgeen trouwens ook niet de bedoeling
van Katwijk. Na het overlijden van dsvan deze bijdrage is geweest.
Dijkema en dr Van Katwijk werd prof.Het ging er ons slechts om een indruk
dr W. H. Gispen naast prof. Edelkoortte geven van de historie van dc Neder-
in deze commissie, benoemd. Wanneer j landse Bijbelvertalingen in de loop der
de proefdruk der vaste commissie van eeuwen en van de geweldig grootse ar
de pers was gekomen, werd de proef- j beid, welke het Nederlandsch Bybelge-
'ertaling in de volledige commissie op nootschap aan de Nieuwe Vertaling heeft
:eer nauwkeurige wijze besproken en in ten koste gelegd.
de laatste jaren kwètn deze commissie Moge deze arbeid rijpe vruchten af-
elke Woensdag de gehele dag bijeen in j werpen voor ons volk, opdat het, mede
het. Bijbelhuis te,Amsterdam.-Tekst voor door deze Nieuwe Vertaling van Gods
tekst werd bezien en de vertaling er van j Woord, de rijkdom van het leven in
definitief vastgesteld. Het bleek steeds, Christus moge verstaan en Inzien,
dat er eenstemmig
heid over de verta
ling kon worden be
reikt en slechts bu
uitzondering moest de
vertaling van een
tekst bij stemming
worden gekozen.
Was op deze wijze
een Bijbelboek ge
reed, dan ging de
nieuwe -vertaling
de vaste- leescommis--
sie. Hierin hadden
ook enkele doctores.
in de Ned. letteren
zitting, zo prof. dr G
Kuiper, prof. dr P
Minderaa en prof. di
VI. A. P. Smit, die
de vertaling op haai
litteraire waarde toet
sten. Na de uiteinde
lijke vaststelling van
de vertaling ging de
drukproef voor de
derde maal naar dc
drukker om nu in
haar definitieve vorm
te kunnen worden
gerevideerd.
het Christendom?
Het bewijs hiervan behoeft niet meer de hoogste hemelen cn vrede op aarde,
te worden geleverd. Ds G. van Veldhui- In de mensen een welbehagen!"
zen deed het reeds in zijn door Voor- Het mooie. Zwitserse vredeszegel (afb.
hoeve smaakvol uitgegeven „Kerstgroet
die dagen dat
Philatelist". Daarbij aansluitend,
wil Ik trachten in dit artjkel een illustra
tie van Lucas 2te geven, door middel
van postzegels.
„En het geschiedde
er een bevel uitging
van den Keizer Augus
tusAfb. 1 geelt
het portret te zien van
deze grote Romeinse
vorst en wereldhecr-
ser. Zijn buste wordt
op het Italiaanse zegel
te zijner ere omgeven
door palmen en pyra-
miden, om de uitge
strektheid van zijn
rijksgebied te symbo
liseren.
„Dat de gehele we
reld beschreven zou
worden"Afb.
brengt dit bevel to
beeld. We zien de ver
sierselen der keizer
lijke waardigheid, be
kroond door de Ro
meinse adelaar, rond
om de maquette van
Bethlehem, waarbo-
Kruis. Het onder
schrift: Censum popu-
li egi, betekent: een
volkstelling heb ik ge
wenst. Onder het
Kruis is een citaat
leesbaar uit Vergilius.
„Van uit de heme)
Spruit gezonden".
„En Jozef ging ook
uit.... naar Bethle
hem om beschreven
te worden, met Maria
z(jn ondertrouwde vrouw"Op
afb. 2 zien we hoe Jozef en Maria Inge
schreven worden door de Romeinse be
ambte met zjjn assistent. Een zegel zo
juist in Italië bij gelegenheid van de 9e
algemene volkstelling verschenen.
„En daar waren herders in het veld"
bjj hun kudde, en hen verscheen
„Een menigte des Hemelsen Heirlegers,
prijzende God".
Op afb; 4 van Hongarije zien we de
herders met hun schapen, in aanbidding
neergeknield bjj de hemelse boodschap
der engelen, die zongen: „Ere zy God in
5) geeft op stijlvolle wijze zo de Vredes
boodschap der engelen weer. En het
zegel van Australië, gelijktijdig versche
nen. geeft de engelenzang uit de Kerst
nacht in onze tijd. De Kerstboodschap
van Vrede komt, ieder Kerstfeest op-
Kerstlied
Ons is gheboren een kindeken
Nogh clare dan die sonne.
Dat sal ons aller vroude s\jn
Al totter enghelen wonne.
Die sterren gheven ons lichten schijn
Al door den hemel ghedrongen,
Maria die heeft haer lieve kint
Mit ganser minnen ghewonnen.
Si lechden in een cribbekijn
Mit haren sneeuw-witen handen,
Si cusseden voor sijn mondelijn
Des had haer seer verlanghen.
nieuw, óók in onze benauwde twintigste
Dat heeft de Australische ontwerper
willen uitbeelden, op dit zegel waar hij
de engelenboodschap in plaats van aan
de herders, laat brengen in een arbeiders-
„En de herders kwamen met haast, en
vonden Maria en Jozef en het Kindeke
liggende in de kribbe" Het Hongaarse
zegel (afb. 7) toont de aanbidding der
herders, en zegel 8, van Nederland, het
Kindeke in de kribbe, met de traditionele
os en ezel. Deze toevoeging aan het
tal i
deze korte be-
oude handschriften gevonden,' schrijving van de
2857 de Codex Sinaiticus enenige\ werkwijze bij de
terug zijn uitermate belangrijke vertaling
H. Schrift zal ieder
duidelijk zijn, dat in
de jaren sedert de
arbeid werd begon-
•wndsten gedaan bij de Dode Zee.
•an de studie thans nog in volle gang is,
en die ongetwijfeld betekenisvol materi-
aal zullen opleveren. Steeds weer zijn.
deze ontdekkingen van grote waarde ge- i
bleken voor de bevestiging van de juist-1
he id van de oude Bijbel-h.andschriften.\
De voortschrijdende wetenschap om-j beid waarvoor Pro-
trent het verstaan en vertalen van de H.1
Schrift en van de tijd. waarin het oude'
Bondsvolk leefde, maakte de behoefte
aan een gehele nieuwe vertaling uit de'
grondtekst steeds meer noodzakelijk. In
het begin van deze eeuw namen enige
•sonen uit onderscheiden kerkelijke j
testants Nederland
niet dankbaar ge
noeg kan zijn. Ruim
twintig jaar zijn dc
theologen, die hier-
bezig ge-
kring het initiatief, welk initiatief lateri weest aan'
door het Ned. Biibelgenootschao
genomen, nadat het eerst was afgewezen,
omdat er overwegende bezwaren tegen
bestonden. Het was de afdeling Numans-
dorp van het N.B.G., welke in 1926 deze
zaak opnieuw aan het hoofdbestuur voor
legde. met als resultaat, dat de algemene
vergadering van dat jaar besloot deze
zware taak aan te vatten, waarop in 1927
de Commissie voor het Nieuwe Testament
aan de slag ging. Aan de vertaling van
het Nieuwe Testament, welke arbeid in
1939 werd voltooid, zodat dit gedeelte
van de H. Schrift reeds kon worden uit
gegeven, hebben medegewerkt: prof. dr
F. W. Grosheide (voorzitter der commis
sie), de heer J. J. Kijne, cand. in de Oude
letteren (secretaris), prof. dr W. J. Aal-
ders (overleden), dr J. A. B'eyermah, ds
A. Klinkenberg (overleden), prof. dr J.
A. C. van Leeuwen (overleden), prof. dr
D. Plooy (overleden), prof. dr G. Seven-
ster, prof. dr J. Th. Ubbink, prof. dr A.
van Veldhuizen* overleden), prof. dr H.
Windisch (overleden) en prof. dr J. de
Oude Testament
Nieuwe Vertalinj
van het N.B.G. en
is de vrucht er van
nu gerijpt om aan
aangeboden.
De vraag, of het
werk nu geheel vol
tooid is, moet echter
ontkennend worden
beantwoord. Toen de
vertaling van het N T.
en van de Psalmen ge-
kerken en aan de pre
dikanten verzocht
tische opmerkingen
over deze vertalingen
kenbaar te maken.
Hiervan is een ruim
gebruik gemaakt. En
kele kerken hebben
daarvoor zelfs speciale
commissies aan het
werk gezet, welke de
resultaten van haar
onderzoek aan de be
trokken commissies
van het N.B.G. heb
ben doorgegeven
Zo zijn duizenden op-
aa"'merkingen binnenge-
De Commissie voor het Oude Testament
begon in 1933 met haar arbeid. Aangezien
dit Bijbelgedeelte veel meer boeken "dan
het NT. omvat, is het te verklaren, d.t|komen van kerken
deze comnisste omvangt ijkei van samen-|predikanlen en parti.
stelling was, In de loop der jaren hadden culiere„, tot
m deze eommtssie zitting: protdr G, Ch. fe„voudlge hriefke.r-
Aalders, voorzitter, prof. dr W J Aal- ten toe Deze zl
ders (overleden), prof. dr M. A. Beek,lnauwkeurjg be2ien en
prof. dr L. H. K. Bleeker (overleden), |verwerkt zodat in de
prof. J. W. Geels (overleden), prof. dr C. thans verschenen
van Gelderen (overleden), prof. dr W. H. Nieuwe Vertaling tal
Gispen, dr C. J. Goslinga, prof. dr Joh.'van correcties zijn
de Groot (overleden), ds H. H. Grosheide,1 aangebracht, schier op
dr J. Haantjes, prof dr A. R. Hulst, secre- elke bladzijde, in de
taris, dr D. J. van Katwijk (overleden).1 vertalingen van het
prof. dr F. M. Th. Böhl, ds F. Dijkema Nieuwe Testament en
(overleden), prof. dr A. H. Edelkoort,:de Psalmen. Deze me-
ds A. Klinkenberg (overleden), prof. L. thode zal ook weer
H. van der Meiden, prof. dr P. Minderaa, voor het gehele Oude
Kerstevangelie, stamt uit de tyd van de
kerkvader Origenes, door ee-n verkeerd
begrepen uitlating in een van zjjn pre
ken, over Jes. 1 3 („Een os kent zijn be
zitter en de ezel de kribbe zyns heren,
maar Israël heeft geen kennis. Mijn volk
verstaat niet"). Hy wyst erop hoe erg
het is, dat het stomme vee de reine
os en de onreine ezel beter de weg
naar hun voedertrog kennen dan de ge
meente naar de s:al van Bethlehem,
zonder daarmee te willen beweren dat
os en ezel werkelijk tegenwoordig waren
in de Kerstnacht. Op afb. 9 zien we de
Drie Wyzen uit het Oosten hun gescher-
ken brengen aan de jonge „Koning der
Joden". Tot zover is de wereld In Kerst-
tijd no® wel bereid, zelfs in café en bio
scoop, de kerstgeschiedenis als een ont
roerend verhaal te aanvaarden. Men
neuriet het Vrede op Aarde dromerig
melancholiek mee met het strükje
vrede op aarde in deze dagen vol onvrede
en oorlogsdreigingenzonder de zin
van deze Vredesboodschap te beseffen.
Daarom ben Jk zq blij. u ook op. aftj. .10
te kunnen wijzen; het vredeszegeï van
Nieuw-Zeeland, waarop het Kruis van
Golgotha centraal geplaatst is. We kun
nen by het uitzicht op het vredige land
schap met de winters besneeuwde berg
toppen het Kruis niet voorbüzien. De
geboorte van de Heiland was de eerste
stap op de weg naar Golgotha, Bethlehem
zonder Golgotha is zinloos en de Vrede
waarvan de engelen in de Kerstnacht
zongen, is slechts te vinden by de voet
van het Kruis. Dat is de ontroerende en
Bybelse gedachte, die de Nieuw-Zeeland-
se kunstenaar zo prachtig op dit zegel
vertolkte.
Wie zo de ware Kerstvrede ervaart,
rle Pax, waarvan het Zwitserse zegel
(afb. 11) spreekt, kan ontroerd zyn han
den vouwen tot een warm en biy dank
gebed.
G. J. Peelen.
Stille Nacht'
in de huiskamer
We zijn weer in de tijd, dat er in vel»
huiskamers Kerstliederen zullen worden
gezongen l de piano, het harmonium of
straks bij de Kerstboom. Die oude en toch
altijd weer nieuwe liederen zullen ons
dan mede bepalen by het Kerstfeit en het
„Stille Nacht, heilige Nacht", of het „O
du fröhliche, o du selige". of het „II est
né le divin enfant" kunnen zoveel Inti
miteit aan onze huiselyke Kerstviering
geven. Als we by die sfeervolle intimiteit
niet blyven stilstaan en daardoor de
werkeiyke betekenis van Christus" ge
boorte voorbUzien. Zo kan het ook in
tiem zyn rond de Kerstboom tn de kroeg,
maar het daar te zingen Kerstlied kan
VIA NAALD EN PLAAT
nagaan, hoeveel fouten de tekenaar wel gemaakt heeft in deze plaat.
Zó, op het eerste gezicht zie je er al heel wat! Als je alle verkeerde
dingen hebt gevonden, dan maak je kans een mooie prijs te krijgen!
Stuur vóór 5 Jan. 1952 je oplossing naar het bureau van de krant.
een vloek zyn. Door de sfeer vergeten we
wel eens de realiteit, Gods realiteit. Ont
komen we aan dit gevaar, dan zullen de
Kerstliederen een belangrUke plaats kun
nen Innemen in onze feestviering. En al
zal het zelf-zlngen of spelen aantrekke-
tyker zijn dan het luisteren, toch kan ook
dit laatste waardevol zyn, vooral als dan
ook nog de technische onvolkomenheden
zyn overwonnen. In dit opzicht speelt de
gramofoon een niet onbelangryke roL
Voor dit keer vestigen we dan ook de
aandacht op twee uitstekende gramofoon-
platen, die ons ongetw-yteld de schoon
heid van het eenvoudige Kerstlied op
nieuw zullen doen beseffen. Zo bracht
Philips onder No N11188G een su
blieme opname in de handel van het
Kon. Mannenkoor „Mastreechter Staar"
o.l.v. Martin Koekelkoren. Hoe vol wy-
ding en hoe perfect worden hier de 3
liederen „Stille Nacht". „O du fröhliche"
en „Es 1st ein Reisz entsprungen" gezon
gen, volmaakt van uitdrukking en tech
niek. Het Ned. Kamerkoor ol.v. Felix
de Nobel zong voor De cc a (XP6126i een
aantal Kerstliederen met orgelbegeleiding
van Piet van Egmond Ook hier Is prach
tig werk gedaan door het kleine koor,
speciaal we) tn „II est nè le dlvin enfant",
in „The holy and the ivy" en in „Nu syt
wellecome". Heel fijn afgewogen is deze
zang. licht en sfeervoL Twee opnamen
die een leder Zeker graag zal horen bij
de Kerstviering thuis