Flats, verlichte straten en druk verkeer Een wereldheerser kreeg de naam van vredevorst „Verplaatste personen" Kerstbijlage 1951 Pagina f Oók ten tijde van Jezus' geboorte „En het geschiedde in diezelve dagen, dat er een gebod uitging van de keizer Augustus, dat de gehele wereld beschreven zou worden" AT WAS DAT voor een wereld, waarvan Luhas in het overbekende begin van het Kerstverhaal spreekt? En hoe zag het er in die wereld uit? De wereld in de tijd van Christus' geboorte was veel kleiner dan de onze; ze strekte zich niet verder uit dan het Romeinse rijk. Van wat buiten dat gebied lag en zeker van de landen aan de andere zijde der aarde ivist men toen minder dan wij van de Noordpoolgebieden. Men had wel enige vermoedens om-1 zich uit. In de grote steden strekken trent die verre streken, ja zelfs bereik- zich huizen van zelfs zes en zeven ver ten van sommige onbekende volken langs diepingen uit in lange, des avonds ver- lange handelswegen de producten de lichte straten; nieuwe tempels en theaters markt van Rome, maar daarmee hield worden gebouwd, grote badhuizen ver- de relatie dan ook op. Wy weten thans, rijzen. Een internationale menigte ver dat tijdens Jezus' kinderjaren in China dringt zich op de met marmer geplaveide de keizer Jing onttroond werd door I straten, en in de grote steden ontstaat zijn tegenstander Wang-Wang, maar de onderdanen van keizer Augustus wisten zelfs niet van het bestaan van China af. Hun wereld eindigde bij de grenzen van het Romeinse rijk Maar dat rijk was groot: de grens liep van ons land Oostwaarts tot de Zwarte Zee, dan Zuidwaarts tot de Arabische Zee boog zich dan naar het Westen, liep door Noord-Afrika naar de Atlantische Oceaan en sloot verder Spanje Frankrijk en Bel gië in. Engeland was toen nog niet door de Romeinen veroverd. In de loop van enige eeuwen hadden de bewoners van Rome al deze in Europa, Azië en Afrika gelegen ge bieden oridërwor- pen en tot één machtig wereld rijk gevormd. VAN deze wereld nu, kunnen we zeggen wat helaas van onze tegen- Zó zal keizer Augustus ongetwijfeld ook gestaan hebben, woordige wereld toen hij de opdracht gaf om de hele wereld te niet getuigd kan worden: er heerste beschrijven vrede. Die vrede niet gemakkelijk verkregen. Vele jaren hadden de oorlogen, ook de burger oorlogen, gewoed, voordat 't aan Augustus gelukt was de vrede te brengen. Maar hij wus er in geslaagd en daarom staat hy in de Romeinse geschiedenis bekend als de vredevorst. Dichters hebben hem bezongen, op gedenkstenen wordt hy ge dankt en geprezen, ja zelfs geeft mer hem de erenaam van „heiland der we reld". Meer dan menseiyke eer -betuigt men hem, men beschouwt hem als godenzoon: onder zijn bewind zou gouden tüdperk in de geschiedenis der mensheid weerkeren, waarvan in over oude verhalen sprake was geweest. Wel moest er aan verre grenzen nog gevoch ten worden tegen vreemde stammen, wel was in sommige woelige provincies de aanwezigheid van Romeinse legioenen noodzakeiyk om de orde te verzekeren, maar dat alles had niet zoveel te bete kenen: de wereldvrede was er. Tijden van vrede betekenen tijden van bloei. De stad Rome, het hart van het onmetelijke rijk, beleeft in cultureel op zicht haar gouden tijdperk. En de gehele were ld deelt, in het geluk. In het Oosten komen Alexandrië en Antiochië als cul tuurcentra tot bloei; en ook de Kleln- Aziatische en Syrische steden breiden Ons is ghebozen Ons is gheboren clein kindeken; Waer 't niet gheboren Wi waren verloren; Laet ons blide sijn! Maket hem en bad Van tranen nat, Badet hem daerin. Hi wert gheslaghen, In bloede ghedwaghen, Om c Nu wieghet hem sachte Mit reinen ghedachten Ende singet hem claer. Het spreket sijn mont. Hij mint een suver gront, Ende dat is waer. Nu leert hem gaen In enen volstaen In doochden voort. U afkeren Vergrammert hem sere Ende hi wort verstoort. Ellic si mit sinnen Een voetster der minnen Ende nemen hem aen. Hi sals hem lonen Mit hem selven, Dat weet ic wael. Ons is gheboren een uutvercoren clein kindekijn; Waer 't niet gheboren Wi waren verloren; Laat ons blide sijn! het verkeersprobleem, dat door de po litie zelfs met strenge voorschriften niet geheel kan worden opgelost. Ook toen touristen met reischèques kende men dan ook niet het bestaan van andere goden, dan die men zelf aantrad. Men geloofde aan eikaars goden, al voel de men zich het veiligst onder de hoede van de goden, die men zelf vereerde. Hoe de mens leven moest om gelukkig te zijn TTET EIGENAARDIGE verschynsel op J-J- godsdienstig gebied, dat deze tyd kenmerkt, was dit, dat steeds meer de religie eeen persoonlijk karakter kreeg. Vroeger stond de mens niet in een per soonlijke verhouding tot zijn god. De staat zorgde voor de dienst der goden. Maar in de loop der laatste eeuwen vóór Christus was deze toestand door allerlei invloeden veranderd. En zo zien we dat thans de mens een begeerte heeft om persoonhjk met de godheid in contact te komen. In de ontwikkelde kringen zoekt men bevrediging in de wysbegeerte. Die richt te zich in deze tijd vooral op de ethiek, de zedenleer. Zij trachtte de mens te leren, hoe hij leven moest om gelukkig te zijn en zonden te vermyden. Als zonde beschouwde men de op onwetendheid berustende zedelijke afwyking; er is dus geen sprake van dat men denkt aan een overtreden van een. positief gebod van God. De wysbegeerte nu kan de mens van zyn onwetendheid verlossen en hem leren te leven naar de wil der godheid, zoals de philosophic zich die in pantheïs tische zin voorstelde. Deze verstandelyke levenshouding kon de grote massa niet bekoren. Zy maakte van de religie een zaak van het hart. En het kon geen verwondering wekken, dat zy zich voelde aangetrokken tot de vele godsdiensten, wier zendelingen een per- Jsoonlyke verhouding tot de godheid en een zalig leven hiernamaals beloofden. Deze godsdiensten komen uit het Oos ten en zij dragen een geheimzinnig ka rakter. Hun priesters leren, dat de god zich in mysteriën aan de gelovigen open baart. Door allerlei ceremoniën, kastij dingen en boetedoeningen krijgt de ziel haar verloren reinheid terug. Soms i de gelovige zich met gewijd w trassen of laten besprenkelen met bloed van een offerdier. Daardoor, geloofde men, kon men vernieuwd t I den tot een onbevlekt leven, dat ook I onvergankelijk na de dood zou v duren. Door het gehele Romeinse rijk I hadden deze mysteriegodsdiensten zich verspreid en overal, tot zelfs in het Rijn land toetreft men nog .de. overblijfselen aan van hun tempels. ZO LEVERT HET religieuze beeld ten tyde van Christus' geboorte een bonte aanblik. De oude staatsgoden der Romeinen en de oude staatsgoden der Grieken werden nog steeds officieel ge diend. In de provinciën kwam daar nog by de verering van de oorspronkelyke nationale goden der verschillende volks stammen, die door de Romeinse over heersers niet werd belet, maar steeds ongedeerd toegelaten, denk slechts aan de ongestoorde tempeldienst der Joden te Jeruzalem. En daarby kwamen dan nog de mysteriegodsdiensten van goden als de Perzische Mithras, de Egyptische Isis, de Phrygische Cybele en vele an deren, die zich over het ganse ryk ver- spreid hadden. Maar de ganse wereld der heidenen was vol van godsdienstigheid. In deze wereld werd de Zaligmaker geboren. Kan men zich een tydstip voor- stellen, dat méér geschikt was dan deze periode? Alle factoren werkten mede tot j verbreiding van het Evangelie. De ver kondigers van de Blyde Boodschap kon den, onder de bescherming van het grote ryk, door de gehele toen bekende wereld I ongestoord reizen, overal Jtonden zy met1 hun taal terecht, overal vonden zy men sen, die hen konden verstaan. Geen en kele politieke grens hield hen tegen, geen enkel krygsrumoer verhinderde hen veilig over land en zee te trekken. En overal wilde men naar hen luisteren. Want de begeerte om het eeuwige heil deelachtig te worden leefde alom en bleek door de heidense godsdiensten niet te kunnen worden bevredigd. Die lieten de arme mens in zyn twijfel en angst. De sombere taal van de grafschriften ternau- ernood somberder en meer beklemmen de lectuur denkbaar dan die van de talloze grafopschriften, die uit de oud heid over zyn. Hun algemene inhoud is deze: gy, die dit leest, zyt nog in leven; geniet van het leven, zoveel ge kunt; t met de dood zal het wel uit zyn, voor zekerheid hebt ge van een hiernamaals? Angst voor de dood, die óf algeheel verdwijnen betekent, óf een overgang naar een sombere onderwereld. De ontwikkelden wisten zich door een irstandelyke redenering met een zekere Stoicynse gelykmoedigheid over de sla- van het noodlot heen te zetten, maar dat niet kon, klemde zich gaarne aan de beloften, die de predikers allerlei religies hun deden. En aan die predikers was geen gebrek. Men kon in de grote steden op de hoeken dei straten aantreffen; van de ene stad trok ken zy naar de andere en zonder twijfel waren er toen méér heidense straat Door Prof. dr A. SIZOO predikanten dan tharis Christelyke. Zy behoorden als het ware tot het gewone straatbeeld. Wanneer we van Paulus lezen, dat hy te Athene op de markt alle dagen handelde met degenen, die hem voorkwamen, dan is dat in die tyd iets heel gewoons geweest. Paulus was slechts een van de velen, die dat deden. Het opmerkelijke was alleen gelegen in het feit, dat hy een geheel andere Bly- mare bracht dan de anderen. .Wil men de tijd, waarin de Kerst gebeurtenis valt, in enige trekken te kenen, dan kan men dat dus als volgt doen. Er was een wereldeenheid door het Romeinse rijk. Er heerste vrede en daardoor economische bloei. De beschaving had een zeer hoog peil bereikt; de wetenschappen en de kunsten .werden .overal .beoefend. Maar achter alle luister van aards geluk en heerlijkheid ging schuil de onvrede van het nart en de armoede van de ziel. Keizer Augustus poerd' de vredesvorst genoemd, en terecht; maar hij was alleen de vredevorst de zichtbare dingen. Hij heeft nooit geweten, dat tijdens zijn re gering de Vredevorst geboren is, die de werkelijke, onaantastbare, onver gankelijke vrede gebracht heeft, wiens Rijk niet van de aarde was. Augustus' rijk is ondergegaan, Chris tus' Rijk blijft tot in eeuwigheid. Ere zij God in den hoge. Overblijfselen van het oude Rome: ...badhuizen en tempels... vieren het Kerstfeest binnen onze grenzen KERSTFEEST is ook het feest der verplaatste personen. Was het zo niet in het heilige land, tweeduizend jaar geleden? „En zij glngen"ïillen .om-beschreven.te wordjenr een ieder naar .zijn eigen stad". Christus werd dus geboren in een van huis en haard weggetrokken wereld. Voor Hem was er zelfs geen plaats in de herberg! De van huis en haard verdrevenen zijn ook nu zeer talrijk. Als straks in het tehuis voor verplaatste ouden van dagen uit de Oost-Europese landen in Schoorl de kerstboom zal branden en de kerstliederen er in het Duits, Russisch, Pools en Hongaars zullen opklinken, zal er een groter geborgenheid zijn, dan destijds in de stal van Bethlehem. Toch zijn André Oechteref, Stepanou Alexander en Oshagyi Viktor stukjes van het wereldleed, dat in z'n geheel op Jezus drukte. jyEEM stelde. •aarborgt de rechtszekerheid; belangen van de Romeinse burgers, van waar zy ook stammen, zyn veilig. De munteenheid vergemakkelijkt het ver keer, de nationale valuta vinden hun waardemeter in de overal geldige Ro meinse munt. De banken doen uitge breide zaken en staan hun cliënten ten dienste zelfs met reischèques. Nog be langrijker dan de munteenheid is de taal eenheid. Het Latyn is de officiële taal van het ryk en van de uit Rome gezon den ambtenaren, maar overal in de we reld verstaat men de Griekse volkstaal. Dit alles bevordert het internationale verkeer, dat gebruik kan maken van de grote heerwegen, waarlangs men van Rome uit het ganse ryk, van Spanje tot het Rijngebied, van Frankrijk tot Meso- potamië, van Egypte tot de Atlantische Oceaan, kan bereizen. En op zee is het veilig, men wordt daar niet meer, zoals vroeger, door zeerovers bedreigd. Er zyn geregelde maildiensten over de gehele Middellandse Zee, de korenschepen van Egypte en Sicilië voeren het voedsel voor Rome aan en slechts in de wintermaan den ligt het scheepsverkeer stil. Maar in het voorjaar trekken ook de toeristen er op uit, vooral om grote steden en his torische plaatsen te bezoeken of om merkwaardigheden als de pyramiden en andere curiositeiten te bezien. De koop lieden maken hun grote handelsreizen en bezoeken hun handelskantoren en fac toryen. P)IT GROTE EN BEDRIJVIGE ryk wordt bestuurd door de keizer en de senaat. Allerwegen zenden die hun be kwame ambtenaren uit om de provincies, te regeren. Met grote wysheld en ver standige tactiek weten de Romeinen de geestelyke eigenaardigheden van ieder volk te respecteren en vooral de gods dienstige gevoelens te ontzien. Hun be- wind wordt dan ook vrywel overal, soms zelfs dankbaar, aanvaard, al vormt de vaak krasse wyze van belastinginning een zwak punt. Maatschappelijk en eco-( nomisch beleeft dus de mensheid ten tyde van Christus' geboorte een schone tyd.i Maar hoe is haar geestelyke en religieuze situatie? Men moet over de godsdienstige ge-' zindheld van deze oude wereld vooral, niet gering denken. Wat Paulus in zyn rede tot de Atheners zeide, geldt voor nagenoeg het gehele ryk: overal is men godsdienstig, zeer godsdienstig zelfs; te recht zegt een vermaard Romeins schry- :r: „de vraag naar God leeft alom". Nu moeten we zulk een uiting na- tuurlük verstaan in de betekenis, die ze .•oor die tyd had. Men geloofde aan vele goden, ieder volk had zyn eigen goden. Maar langzamerhand was men, vooral onder invloed van de wijsgeren, tot de opvatting gekomen, dat al die vele goden als het ware openbaringen of uitingen waren van een zekere eenheid, die men de godheid kan noemen. Daarom ont-. zo'n André Oechteref. Een Rus I naast het oude liedenhuis in de duinen het type, dat U zich altijd voor- legde hij met de schop om met scher- Negentig jaar, kaarsrecht, sterk pe, felle ogen en de hoffelijke buiging beer het stuk omgespit land van de Russische boer. Hij kent het 1 Korea van nu al van de Russisch-Japanse oorlog van 1904 tot 1905. In 1914 riep Czaar Nicolaas II hem opnieuw onder de wapenen. Hij is toen van zyn boerderij 'in de Oekraine, waar zyn vrouw en kin deren woonden, weggetrokken. Tot op heden heeft hy huis noch haard weer gezien! En Stepanou Alexander? Ook een oud „Koreaan". Hem overkwam, wat Oech teref beleefde. Na de revolutie en het échec van Wrangel trokken zy, vluch tend, de Balkan op. Terwijl Oechteref in Joego-Slavië als boer werkte, practiseer- de Stepanou Alexander als fotograaf. Vandaar, dat hy de ervaringen van de oudelieden-gemeenschap nü nog meldt aan het in New-York verschijnende Rus- sische emigrantenblad „National News paper". Lange, in Russische karakters geschreven artikelen, liggen op zyn schrijftafel. De Duitse storm, gevolgd door de Rus sische invasie op de Balkan heeft hem en anderen opgedreven naar het Noorden. 'Zij ontliepen het lot. dat duizenden an dere réfugié's trof, die, door een tussen 'de verbonden volken getroffen afspraak, naar het Oosten werden teruggezonden, 'om daar óf gevangen genomen, óf ver- moord te worden. Zy bereikten de kam- pen voor verplaatste personen in Duits land en werden vandaar naar ons land gezonden. Of het de laatste étappe is? Als z\j, zijn er nog vele anderen. Een 'handelsman uit de Boekowina, een oud- overste van het Koninklijk-Keizerlijk ■Oostenrijks-Hongaarse leger en een Rus- sisch marine-officier. Die was onder de Czaar commandant van een torpedojager. t Of was het een kruiser? Of een slag schip? Wie weet het nog? Met het vor deren van de jaren worden die schepen isteeds groter.... En dan is er Babuschka, de oudste be woonster van het huis. Die de portretten van de in Jekaterinenburg vermoorde Czarina en Czarewitsj boven de ikoon beeft hangen. De ikoon van goud en rood die de moeder Gods en haar Heilig Kind boven alle wereldellende uittilt Het is het allerlaatste wat Babuschka overhield van haar huis in de Oekraine. Haar man viel Haar kinderen weken uit naar Australië. Haven van veiloornen rjE Remonstrantse en de Doopsgezinde Broederschappen hebben dit tehuis samen gebouwd. Zij verzorgen al deze oude mensen, die elders in Nederland niet pasten. Er zijn immers Grieks Ka tholieke mannen onder, die met Rooms- Katholieke vrouwen huwden en Roomse vrouwen, die Evangelische mannen heb ben. In ons land was het moeilijk een plaats voor hen te vinden, behalve in dit De bewoners hebben er alles vry. En rij krijgen zelfs nog zakgeld toe. De bus dienst vervoert hen gratis tussen Bergen en Schoorl en de bioscoop in Bergen ontvangt hen eenmaal per week in het theater. i Hun verzorgers zyn de heer en mevrouw Het wondei en de diie wijzen Langs 't wegje waar de wilgen staan. Daar kwamen drie vreemde mannen aan. Dj wind blies door de blaren. Zij droegen een mantel van dikke stof. Hun schoenen waren oud en grof, En zilverwit glansden hun haren. Hij gierde i vervolgden hun droeve tocht. En geen die vond wat hij we.l zocht Z\j hadden het wonder verloren. De dingen die men leren kan. Daar wisten die mannen alles van. Ze kenden alle boeken. Maar wat eens hun kindsheid bezeten had, Zy konden zelf niet zeggen wat Het wonder, dat gingen zij zoeken. En op een nacht, dat het steendik vroor. Toen lichtte een grote ster hen voor, Een ster, door God gezonden. Zij zagen een stal en de deur stond aan, Zij zijn er zachtjes ingegaan. En hebben het wonder gevonden! Stoffel-Barneke. wier historie in niets af wijkt van die der ouden. Als de gasten zijn de huisvader en moeder: verplaatste personen, die alles moesten achterlaten het Oosten. Een uitgebreide talenken- ~j brachten zij daarvandaan mee. Dat komt hen nu te pas. In 1902 vertrok de heer Stoffel uit Deventer, waar zyn ouders woonden, naar Rusland. Hij ging er het hout kopen, dat de familiezaak in Deventer zaagde en verhandelde. Tot 1914 bleef hy in het hout Toen trok hij naar Archangel, waar zich in de oorlog nieuwe zaken ontwik kelden. Toch hield hij zijn houtzaken ook aan, want er waren drie grote zageryen de bossen rond Archangel zyn eigen dom. Toen die gedurende de revolutie afbrandden, had de heer Stoffel geluk. Zy waren in Londen verzekerd en by terugkeer in Nederland op 25 November 1920 wachtten hier de contanten van de verzekering. De heer Stoffel was inmiddels met Hélène Barneke getrouwd, een Russische van geboorte, die hem na de revolutie volgde naar het Westen. Omdat iedereen het einde van het Rus- ?che regiem binnen enkele jaren ver wachtte. vestigde de familie zich in de twintiger-jaren in Litauen en begon d3ar een kwekerij. De kinderen zyn er geboren. De tweede wereldoorlog maak te een eind aan alles. Voor de tweede maal kwamen de bolsjewiki en verdre ven de Stoffels van huis en haard. De belangstelling voor de Russische lessen, die zij wilden geven, bleek minder dan zij verwachtten, behalve by de Menno nieten en Remonstranten, die een Rus sisch sprekend echtpaar best gebruiken konden! En zo staan zij u bij tijdens de ge sprekken met de verdreven ouden, die in hun hart reeds lang wanhopen aan een „dagen in het Oosten". De oude Oechteref gaat langs het strand en proeft de wind Zij is anders dan die langs de Zwarte Zee strijkt Het ginds ook veel fraaier ran De nachtegalen, die In het voorjaar b\j tientallen zingen in de Schoorlse duinen zijn schorre kraaien vergeleken bij die ene in de boom bij zijn boerderij! Is het wonder? Als ik het huis verlaat, gaat een brede, hoge en donkere gestalte

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1951 | | pagina 13