Advent
FINALE
UtL-S siïjLÏSJLS-
iiiL
herstelt de harmonie
tussen God en mens
KERSTFEEST is de levende her
innering aan de daden Gods. Wan
neer we dat vergeten, lopen we on
herroepelijk vast en toch doen
we dat maar al te gemakkelijk, en
maken van Kerst onze eigen, per
soonlijke aangelegenheid. Deze feest
dagen midden in de week met hun
eigen stilte en sfeer verlokken ons
tot de verkeerde opvatting dat dit nu
alles is: „dit", de vertrouwelijkheid
van de familiekring; de rust temid
den van het jachtende leven; de
glanzende kinderogen bij de kerst
boom; het groen en wit en rood van
hulst en kaars en linten; heel de
veelheid van onverwachte weldaden.
We schuiven al het wereldse gehar
rewar enkele dagen buiten de kleine
cirkel van onze gedachten; we ont
vluchten de grauwe werkelijkheid
voor het mogelijk dan wel wat plat
vloerse, maar in elk geval erg lek
kere genot van een royale maaltijd,
of eventueel voor het schijnbaar veel
verhevener genot van een preek bij
een gerenommeerd spreker die
we anders niet al te trouw volgen
En dat is dan Kerstfeest: dat en
niets meer. Maar we vergissen ons
deerlijk: Kerstfeest is helemaal niet
iets van ons. Zelfs dan als onze
feestviering volstrekt niet zou slagen
de maaltijd brandde aan; de kin
deren kwamen niet over; de ene te
leurstelling werd op de andere ge
stapeld dan nóg zou Kerst vol
maakt geslaagd zijn, wanneer we
maar wezenlijk ontdekten dat God
omtrent deze dagen een machtig
werk van Zijn handen gevierd wil
zien. Ja, we moeten mogelijk nog
verder gaan en zeggen: juist toen al
les wegviel en alles scheef liep, toen
zijn we het wezenlijke gaan ontdek
ken. Gelijk veel mensen Kerstfeest
het best verstaan hebben in die laat
ste oorlogswinter, toen er niets bij
zonders en dat zelfs nog maar ter
nauwernood voldoende op tafel
kwam en toen niemand na het val
len »van de schemering meer over-
straat mocht gaan. Toen doofde God
der zinnen schijn als lampen, die
niet nodig zijn. En we zagen: Gods
daad wil met Kerstfeest herdacht
zijn. Méér nog: God wil ook op dit
Kerstfeest iets doen. God geeft vre
de.
verwijt dat we daar niets van mer
ken in onze tijd van straaljagers,
atoombommen en ander kwaadaar-
lig oorlogstuig. Wie alleen rekeDing
wil houden met wat rond ons heen
met het blote oog te zien valt, zal
nooit iets bemerken van de vrede die
God geeft. In dat opzicht waren de
herders in het veld van Efratha zelfs
geen grein boven ons bevoorrecht.
U hebt toch ook wel gelezen dat Je
zus geboren werd in de dagen dat
Augustus keizer was en dat Cyreni-
us met zijn soldaten aan de grens
klaar stond om in te grijpen, als er
in Palestina iets mis mocht gaan met
die volkstelling? Dat wisten die her
ders opperbest en wellicht liepen
daar over vele gesprekken bij hun
wachtvuur. Wat dat betreft zouden
ze hebben kunnen volstaan met
schouderophalend de engelenzang
aan te horeD om vervolgens weer
verder te dutten in de overtuiging
dat ze ehkel maar een rare wens
droom hadden gehad. Maar juist het
feit dat ze dit niet deden, doch op
stonden en ijlings naar Bethlehem
trokken, verraadt ons dat zij in die
goddelijke tijding over „Vrede op
aarde" iets geheel nieuws hoorden,
dat hun de moeite waarde scheen. En
dat weer niet omdat het woord „Vre
de" voor hen zo totaal andere in
houden had dan voor ons, maar veel
meer hierom wijl het Gód was, die
van vrede sprak. Al moet ik daar
aan toevoegen dat het begrip „Vre
de" in de taal van de bijbel iets an
ders geladen is dan het onze.
Bij ons is „vrede" een begrip van
rust en bijpassende te„vreden"heid.
We gebruiken het voor een toestand
waarvan we feitelijk niet de minste
notie hebben: speciaal bij begrafe
nissen waar het „rust in vrede" te
gelijk véél- èn nietszeggend is, want
niemand kan onder woorden bren
gen wat hij er mee bedoelt. Het
nieuwtestamentische woord slaat
evenwel een óndere toets aan. „Vre
de" wil daar altijd zeggen: „in vol
maakte orde", „op de juiste plaats".
gelijk dat heel scherp blijkt in 1 Co-
rinthe 14 vers 33, waar God genoemd
wordt de God van vrede en niet van
staan moet; waarin ieder mens de
hem toekomende plaats heeft gekre
gen en daardoor dus gelukkig kan
zijn; „een opgeruimde situatie" als
van een kamer, die geheel aan kant
is gebracht. Vrede heeft daar dus
helemaal niets met rust te maken.
Vrede - dat is eer een ingewikkel
de machinerie, die feilloos en geruis
loos loopt omdat alle onderdelen de
hun toegedachte rol vervullen en ner
gens iets hapert. Een machine in
rust die zou juist verwarring en
wanorde kunoen betekenen: de zaak
was vastgelopen. Maar tegelijk is
het beeld van een machine weer te
armelijk. „Vrede", dat is dat leven
de mensen hun taak verrichten daar
waar God hen gesteld heeft: waar
ze Hem en andere mensen het beste
kunnen dienen. Dat is de zin van
dé engelenzang; nu, met Kerstfeest,
heeft God Zelf de wanorde opgehe
ven; nu is de harmonie tussen God
en mens op aarde hersteld; nu is
de mens voor het eerst pas weer
waarlijk mens.
f^OD geeft vrede op aarde. De en-
gelen bedoelen daarmee niet dat
de mensen nu meteen van „goeden
wille" zijn en zich zonder tegenspre
ken gaan invoegen in Gods orde.
Geen sprake van: de engelen zien
ook wel die soldaten klaar staan;
ze zien Augustus op zijn troon oorlo
gen beramen; ze zien de schriftge
leerden in de tempel, die meer om
hun godgeleerdheid dan om God ge
ven en ze zien Herodes, die zijn eigen
koningschap met het zwaard zal
handhaven. Ja, het is zelfs de vraag
of ze ook maar één mens zien, gie
begrijpt wat er gebeurt. Hoogstens
hebben enkelen, Maria en Jozef, Za-
charias en Elisabeth, Simeon en An
na uit Aser er een flauw vermoeden
van. Maar de engelen kijken vol-
strekt niet naar de mensen: ze sta-
Straks luiden de Kerstklokken weer....
God geeft vrede op aarde. Sinds
de val der eerste mensen is de aar
de zonder deze vrede. De aarde is
uit haar baan geschoten. Zij kringt nog
wel rond de zon, maar zij cirkelt
niet langer om God, het Een en Enig
Middelpunt. De mens had zichzelf
in het centrum geplaatst en daarmee
was God van de aarde verjaagd. De
zonde heeft God buiten de deuren
der aarde gesloten, en de mensheid
Hij kwam en klopte aan mijn deur
en wilde bij mij overnachten.
Mijn weigring stelde Hem teleur:
Hij ging, maar fluisterde: Ik kan wachten.
Hij keerde; vroeg met zachte stem
of ik Hem wilde binnenlaten;
'k Ontsloot geen deur» geen hart voor Hem.
Hij 9*n9 uoeer heen, stil en gelaten.
Hij keerde, en keerde telkens weer,
hoe vaak ik Hem had afgewezen.
Hij klopte en sprak: Ik ben de Heer
laat u door Mij van waan genezen.
Hij kwam en klopte aan mijn deur.
Ik luisterde, kon niet weerstreven
en toen Hij inkwam, wolkte een geur
mij tegen van nieuw, eeuwig leven.
De deur staat open, 'k ben bereid
als Hij bij mij ruil binnenkomen;
Hij heeft mij 't avondmaal bereid
ik kon niet aan Zijn liefde ontkomen.
de Gr.
ren naar het Kind in de kribbe en
daarom zingen zij. De mensen blij
ven voor hen als op oude schilde
rijen, die de stal tot motief voeren
in de schaduw: alle licht stijgt voor
hen op uit dit Kind. Daarom bedoe
len zij ook zeker niet met dat beken
de lied te zingen hoe eens vrede zal
op aarde dagen. De engelen denken
aan geen verre toekomst. Hiervan
zijn ze boordevol: nu schenkt God
vrede op aarde door dit Kind. Want
nu God op aarde gekomen is, nu is
de ware orde hersteld en nu is de
aarde terug in de juiste staat.
is blijven zitten met een God-loze we
reld. De gevolgen daarvan kennen
wij. Het zijn de twisten en ruzies
in de kleine kringen van gezin, ver
eniging, arbeid en gemeente het
zijn de revoluties en oorlogen in en
tussen standen en staten. Het zijn
juist al die verschijnselen, die ons
beletten om kinderlijk-blij met Kerst
feest van „vrede" te zingen en die
ons heendrijven naar het gedachten-
loos staren in kaarsvlammetjes om
maar te vergeten wat de wereld
eigenlijk is. Maar nu, nu geeft God
vrede aan de aarde. Want God komt
Zelf op aarde, en daarmee is de
juiste verhouding eensklaps hersteld.
De aarde is immers met al haar vol
heid des Heren. Nu, nu Gods Zoon
op aarde ligt al ligt Hij dan maar
in de schamele kribbe van e?n koud
stalletje nu is de orde weer aan
wezig. De eigenaar is nu weer tot
zijn eigendom gekomen, al mag het
waar zijn dat dit eigendom Hem nog
niet als Heer erkent.
GOD geeft vrede op aarde. Men
tast naar beelden om dit uit te
drukken. Ik denk aan Elzas-Lotha-
ringen, door de eeuwen heen twistap
pel tussen Frankrijk- en Duitsland.
Frans grondgebied, in 1872 aan het
vaderland ontroofd. Jaren, decenniën
lang. Maar dan komt de dag na de
eerste wereldoorlog en opnieuw
een na de tweede dat dit land
terugkeert tot het eigen rijk. Dan is
de chaos overwonnen, dan komt de
hernieuwde eenheid tot stand. Daar
van zingen hier de engelen: God had
de wereld aan haar lot overgelaten,
maar God keert terug. Niet met vlie
gende vaandels en slaande trom;
niet met de legioenen engelen, maar
als een Kind. Daarmee is de vrede
hersteld omdat daarmee de hemelse
grenscorrecties zijn aangebracht. In
beginsel; weliswaar slechts in begin
sel. Maar hoe zouden de engelen
zwijgen? Die weten veel te goed dat
God het werk Zijner handen niet va
ren laat.
God geeft vrede op aarde. Alleen
wanneer we het zo beschouwen, kan
Kerstfeest ons iets schenken. Dan
kan het immers niet anders of ook
in ons hart behoort de opstand be
dwongen te worden; moet de juiste
positie tegenover God gekozen wor
den. Alles ontbrak daaraan: wij
leefden God voorbij; wij waren con
stant voor God op de vlucht. Wij
vreesden de ontmoeting met de Hei
lige, met het gevolg dat we voort
durend duivelen ontmoetten. Ons le
ven miste elke vrede: verwrongen
door haat, vervuld met strijd, ten
prooi aan radeloze verwarring, onaf
gebroken in paniek. Terug naar de
normale verhouding tussen God en
mens! En deze normale verhouding
is het geloof. Het geloof, dat ver
baasd aanvaardt dat God bij ons in
tocht doet en dat God daarmee ook
ons Zijn vrede schenkt. Bij die aan
vaarding komt er een diepe rust
over ons en daar maar ook enkel:
daar raakt het nieuw-testamenti-
sche begrip „Vrede" het onze. Of
schoon enkel Romeinen 15 vers 13
het zo hanteert in een zin, die onze
Kerstwens is voor elke lezer: „De
God nu der hoop vervulle u allen met
alle blijdschap en vrede, opdat gij
in de hoop overvloedig moogt
zijn
Twe'e bel angrijke boeken
voor het GEZIN
-Encyclopedie voor ouder
x Wij ontvingen het eerste deel van
de „Encyclopedie voor ouders", die
het licht ziet bij de Uitgeversmij W.
de Haan N.V. te Utrecht!
Als het compleet is zal dit werk
bestaan uit zes delen met in totaal
1500 pagina's en 300 illustraties. Elk
deel is- gebonden in een mooie rode
band met opdruk in goud. Op de ti
telpagina staat te lezen, dat ruim 70
deskundigen aan deze uitgave mede
werkten; dp samenstelling berust bij
ir B. D. Swanenburg.
Het eerste deel loopt van ABod
en telt 255 bladzijden. Als de andere
delen even uitvoerig bewerkt wor
den als dit eersie, zal 't o.i. moeilijk
zijn het schema niet te overschrijden
Deze encyclopedie bevat voor het
gezinsleven een schat van wetenswaar
digheden. Men kan er bijv. een inte
ressant artikel in vinden over de
„aardappel", maar ook vertelt 't u
hoe men een „aquarium" verzorgen
moet, wat men onder „adoptie" heeft
te verstaan; tevens geeft 't u een in
zicht over „arbeidstherapie". Wij la
zen een heldere uiteenzetting over
„belasting", een uitvoerige beschrij
ving over „bloed" en „bloedarmoe
de' en om maar niet meer te noe
men over het „bloemen schikken"
Inderdaad worden hier dus behan
deld allerlei Qnderwerpen, die voor
elk gezin van belang zijn en waar
over men dikwijls wel eens wat
meer weten wil. Jammer is, dat wij
onder het groot aantal medewerkers
zo weinig namen vinden van man
nen en vrouwen uit prot. chr. krin
gen. Maar wellicht wordt dit bij de
andere delen anders en beter.
Ook aan de illustraties is grote
zorg besteed- In dit eerste deel von
den wij prachtige foto's.
5fet nieuwe<~U> oor leerboek
VAN W. G. VAN DE HULST
„De schone kans ons gegeven, om
in vertelling èn prent, zo
zuiver als maar mogelijk was op el
kaar afgestemd, die kleinen te die
nen, móést weer benut. Ons samen
werken in deze moeilijke, maar scho
ne arbeid, werd ons een vreugde". Met
deze woorden leidt de heer W. G.
van de Hulst zijn bij gebr. Zomer
en Keuning te Wageningen thans ver
schenen „Nieuwe Voorleesboek" in.
Het is een voortzetting van „Het
grote voorleesboek", dat een paar
jaar geleden bij dezelfde uitgeefster
het licht zag.
van W. G. v. d. Hulst Jr. Zoals de
titel zegt, is ook dit boek weer be
stemd om door moeders aan haar
kleuters te worden voorgelezen.
Wat moeten we eigenlijk er nog
meer van zeggen? Van de Hulst is en
blijft onze grote „kinderschrijver".
Men proeft hem uit elke regel. Met
wat hij schreef is een halve boeken
kast te vullen, en nog steeds zien
we nieuwe „Van de Hulstjes" ver
schijnen. Wat laat God deze man,
die de 70 reeds gepasseerd is, heer
lijk jong! Met liefdevolle blik be
spiedt hij 't kinderleven, leest in de
kinderziel en schrijft er over zó puur
dat elke vertelling een zuiver kunst
stukje wordt. Wat een zelftucht en
strenge zelfcritiek is hiertoe nodig.
Een kleine halve eeuw geleden
heeft V. d. Hulst als kinderschrijver
naam gemaakt en hij heeft en
dat is nog belangrijker de jaren
door die naam weten te handhaven.
Sedert geruime tijd werkt de grijze
auteur samen met zijn zoon, die
het mooiste molenlandschap van Nederland (omgeving Kinderdijk),
steeds meer een voortreffelijk illu
strator blijkt te zijn. „Het nieuwe
voorleesboek" is daarvan weer een
kostelijk bewijs.
Wat zullen de kleuters en peuters
luisteren als moeder rustig en lang
zaam voorleest! En als ze de mooie
platen, getekend in echt kinderlijke
toon, mogen bekijken!
Wat jammer, dat dit boek nood
wendig duur moet zijn. Maar 't is
de prijs van 13-90 dubbel en dwars
waard.
Nr 12
NU de meeste oplossers de resultaten
van 10 puzzles ingestuurd hebben,
hebben sommigen van hen de top
van de ladder bijna bereikt. Vermoe
delijk zullen na het elfde hersen-
kmkertje de eerste prijswinnaars aan
gewezen kunnen worden. In de rubriek
van 29 December hopen we de geluk
kigen voor het voetlicht te brengen.
U kunt zich misschien voorstellen, hoe
onze spanning in hoogspanning ver
keerd is.
Het was ons een groot genoegen van
puzzle 10 zeer vele oplossingen te ver-
wenken. Zulk een puzzlè geeft de
zwakken moed, terwijl de gerouti
neerde oplossers bijna een vrije ronde
hebben. De bespreking van deze
opgave kan m-i. zeer kort zijn, daar
er geen onoverkomelijke moeilijk
heden in voorkwamen. Voor degenen,
die sinds lang geen rekenonderwijs
gehad hebben, moge hier één bepaalde
fout besproken worden. Als voorbeeld
nemen we de volgende foutieve oplos
singen. 5 1 2 X 3 4. Dit is
fout, want de bewerking 2x3 6
gaat vooraf aan optellen en aftrekken.
De uitkomst van deze oplossing wordt
nu: 5=1 6 4 3. Bedoeld is
natuurlijk 5 (1 2) X 3 4. Op
de lagere school leerden wij reeds de
bekende slagzin: Mijnheer Van Dalen
Wacht Op Antwoord. Dit ezelsbruggetje
betekent, dat de volgorde is: Machts
verheffing, Vermenigvuldiging, Deling,
ffERINNERT u zich fei
telijk nog wel hoe we
aan dat verhaal van Sjaak
en Merietje zijn gekomen?
Dat het eenmaal voor het
eerst verteld is aan een
meneer, die ons hele gedoe
een bodemloze put vond,
en die daarom eerst eens
iets over successen" wilde
horen? Nu voer ik u terug
naar deze gesprekskamer.
Het is laat geworden; er
hangt een blauwe nevel in
het vertrek hij heelt me
werkelijk wel een zee van
t\jd gegeven voor mijn
verhaal dat thans ten einde
loopt.
Jo", zeg ik, „zo is dat
dus gegaan. Met Sjaak en
met Merietje en hun kleu
ters. Ze zijn nu de Volks
wijk uit; ze wonen in één
van die nieutoe wijken, die
rond de stad als padden
stoelen de grond uitschie
ten. Ik bespaar u het relaas
van alles wat aan die ver
huizing nog te pas ge
komen is; ik zeg enkel
maar dat op hun zoldertje
in Nederland nog zo zeker
nietMaar wat in elk
geval vast staat is dat dit
gezin zichzelf maatschap
pelijk wel redden zal en
dat dit althans onze maat-
ben hier eens één keer op werk doet en dus doorgaan
een wijkavond geweestkunnen, volhouden kun-
Dat uiist ik tussen haakjes
zelf niet: je overziet niet
altijd allen hoofd voor
hoofd. Maar hij vertelde
had; deze dat als God
los laat. „Kijk, dominee,
als God je in zijn netje
t>angt, dan kun je nog zo
gen. En geestelijk staat dit
vast dat ze Christus ge
vonden hebben
„Dus toch?" vorst de hard spartelen,
man tegenover mij. Omdat laat je niet
hij zolang heeft willen
luisteren weet ik dat hij ii
gezegd Toen dacht ik
spreken irünt een namaak
gelovige zou me nu zeker eerst
niet kunnen volgen. daarna
Ja", zeg
ik dus, Ja,
ze hebben
Christus ge
vonden.
Toen ze ver
trekken zou-
Uit de
VOLKSWIJK
loof, maar we hebben het
buiten gezien en
>an binnen ge-
uoeld ...en
datzelfde
willen we
ook voor
onze kinde
ren weten.
Toen wist
den, zijn ze eerst bij me ik dat ze door Christus
geweest, sdmen om te gevonden waren; toen wist
thans al weer een volgend praten over de doop van ik dat hét kleine teken van
gezin bivakkeert en dat hun kinderen. Dat xvas al een kerkewerk, dat door
iets bijzonders, want het wroet en doorzwoegt, hoe
is helemaal niet vreemd moeilijk het soms ook'valt,
wanneer je je het apen- tot een groot teken gewor-
zuur loopt voor een be- den was, een teken van
paald gezin en opeens is binnen
het spoorloos tierduienen Afijn geduldige toehoor
zonder taal of teken. Met der knikt peinzend, dan
de Noorderzon en het hei- glimlacht hij even: ,Jk
lig kruis laten ze voor je weet niet of je met zo
achter. Maar Sjaak en weinig veel indruk zult
Merietje deden het anders, maken. Als ik niet zelf een
Op een avond zaten ze blij lied in mijn leven had, dat
tegenover me en vertelden daarvan zegt „Verlaat niet
van het nieuwe huis en wat uw hand begon
van binnen de maand over en als ik daar niet zo on
stad aan de horizon van en toen opeens zeiden ze gelofelijk véél aan had
onze huizenrijen kerke- dat ze toch eerst dopen dan zou ik je nu moeten
xvilden. Ik vroeg naar het uitlachenMaar er is
waarom en toen kwam onder de wijde hemel niet
Sjaak pas goed los. Hij zei: meer dan dit, en het is
Jfisschien ben je het zelf voldoende; van binnen te
allang vergoten, maar ik weten dat God geen half
onze sociale werkster Ma-
rietje daar weer mee van
voren af aan kan beginnen.
Ik weet zelfs niet of ik
deze afloop nu succesvol
kan noemen. Ik weet alleen
dat Sjaak een goeie baan
heeft; dat Merietje pleizier
in haar werk bezit en dat
niemand de kinderen er
op zal aanzien dat ze eens
zo aan de rand van een
afgrond hebben verkeerd.
Laten we nu maar hopen
die nieuwe
dat er ook 1
werk gebeurt, dat dit ge
zinnetje zo nodig nog eens
wat geestelijke en morele
steun verleent. Dat moet
je helaas afwachten; dat is
omdat Hij volhoudt,
omdat alle beloften wer
kelijkheid worden, net als
eens in de Kerstnacht".
Ik beaam zijn uitspraak
gretig en ik ben rijk dat
er nog iets aan toegevoegd
kan worden; aan dat ver
haal over Merietje en
Sjaak. Je hebben ge
doopt", vertel ik. „Ze heb
ben gedoopt en Sjaaks
moeder heeft de kinderen
binnengebracht. En na de
doop heeft Sjaak me ineens
zomaar een briefje van
vijf-en-twintig gulden in
mijn hand gestopt. Hij zei:
„Dat was de eerste keer
dat ik in de kerk ben ge
weest, maar het zal de
laatste keer niet zijn, en
dat is voor die andere tob-
berds, die het nog niet
weten En de volgende
avond kwam h\j nog weer
opnieuw aanlopen met
een pak onder zijn arm
waarin allerlei fdbrieks-
spullen zaten. Hij kwakte
het op mijn tafel en sprak:
„Dat kunnen we niet mee
verhuizen, want daar ben
ik vroeger niet eerlijk aan
gekomen en dat hoort nou
niet meer bij ons Zo
hebben we dan tenminste
één herinnering aan Sjaak
en MerietjeEn als ze
nu maar op dat gezinnetje
letten, daar in die nieuwe
omgeving
„God laat niet varen het
werk Zijner handen", zegt
de ander en drukt me een
papier in handen. Buiten
zie ik hoe het een veelvoud
van Sjaaks gave is, een
groot veelvoud. Maar goed
ook, want dit ene gezin
vormde immers maar één
honderdste van het geheel?
WIJKPREDIKANT.
Worteltrekking, Optelling, Aftrekking.
Er komen nog wel een paar andere
dingen bij te pas, maar diie laten we
maar achterwege. Met behulp van deze
regel kan men direct zien, dat dus
ook het antwoord 16 3 2
1x4 fout is, want 1 x 4 4 en
de uitkomst wordt in dit geval 3 2
4=1. Bedoeld is hier 16
(3 2 1) x 4. Daar we niet de
taak hebben een reken proefwerk na
te kjjken, rekenen we deze antwoor
den toch goed. Zulke oplossingen vor
men echter een aparte hersenkraker
voor de redacteur, die hem ook wel
eens kunnen ontgaan.
Sommige oplossers hebben hun taak
vrijwillig verzwaard door bij alle op
lossingen de getallen 1 tot 4 in dezelfde
volgorde te zetten of door een beperkt
aanital tekens te gebruiken, wait een
puzzle apart vormt.
De twaalfde opgave vormt de laat
ste rekenpuzzle van dit jaar. Gevraagd
wordt alle getallen van 1 tot en met 25
te schrijven met gebruikmaking van
vier drieën. Hierbij moogt u gebrui
ken: machitsverheffen enz. volgens de
hiervoor aangegeven regel. Verder nog
3! 3 x 2 x 1 6 en ook de repe
terende breuk. Voor degenen, die zich
deze term niet herinneren ddene (k
volgende som: 3 x 3,3333 enz. wordt
geschreven 3 X 3,3/ en geeft als uit
komst 10. Voor het getal 10 is deze
oplossing niet te gebruiken, want er
worden slechts 3 drieën gebruiikt. Bij
deze opgave wordt het gebruik van
haakjes nu eens niet toegestaan.
3° 3 X 3 X 3 27. V3 X V3 3.
Deze laatste voorbeelden dienen voor
eventuele nieuwe oplossers, die altijd
hartelijk welkom zijn in de grote
familie van puzzelaars. Het getal 22
heb rk zelf tot dusver niet gevonden,
wamt een schrijfwijze als 3 x 31,
3/ +3 voor 3 x 6,3/ 3 acht ik niet
juist Mocht iemand er wel in slagen
het correct weer te geven, dan ver
dient hij een extra punt. Het gebruik
van de combinatie 33 is geoorloofd.
Het maximum van 24 getallen geeft
5 punten, het minimum is ditmaal 16.
Daar de zetter niet beschikt over
het teken 3 met er door heen, is
de streep achter het cijfer geplaatst,
dus: 3/.
Geregeld worden gelukkig nieu
we puzzles ingezonden. Men bedenke
echter wel, dat alleen eigen werk ge
vraagd wordt Verschillende inzender»
hebben opgaven gestuurd, die alge
meen bekend zijn en dus niet voor
plaatsing in aanmerking komen. An
dere inzenders moeten nog enig geduld
betrachten, opdat ik hun geestespro
ducten rustig bestuderen kan. De tijd
van Kerstmis tot Nieuwjaar komt me
daarvoor het best gelegen.
Oplossingen worden uiterlijk Don
derdag 27 December ingewacht bij het
bureau van dit blad onder het motto:
„Heraenkrakertjes".
ANTON VAN MEEDEN.
Jtijk uit naar schepen, Piet! Ik
een eindje uxmdelen".