f 1 Ai M W IS IS pUZZLE evetf- a VOOR öe VROUW )ki EN DE SCHAAR KNIPT Paddenstoelen 6 ZONDAGSBLAD 24 NOVEMBER 1951 Correspondentie en oplossingen aan de heer H. J. J. Slavekoorde, Goud- reinetstraat 125, Den Haag. Baay Onze landgenoot J. G. Baay, die al heel wat jaren in de schakerij meeloopt, is misschien hier te lande minder alge meen bekend dan hij verdient. Mogelijk is de oorzaak hiervan, dat hij zovele jaren in Indonesië heeft doorgebracht. Maar de schakers, die in het niet al te lang gepasseerde verleden een aantal jaren i gang moge zijn, met hem t< ;ens. dat B<-_ in Nederland werden behaald. Maar in de Oost heeft hij vele triomfen gevierd. Nog kort geleden verloor hij een oefen- match van 10 partijen tegen de kampioen van Australië (C. J. S. Purdy) met slechts 64. en in de kampioenswedstrijd van Australië, waaraan Baay als gast mocht mededoen, behaalde hij een z»er eervol resultaat. In „Chess World", het bekende Austra lische schaaktijdschrift, dat zich altijd weer van vele concurrenten onderscheidt door zijn sappige taal en zijn uitermate Instructieve artikelen, lezen wij onder de titel „De dodelijke Hollander" o.a. het volgende; „Het doel van het spel is: de vijande lijke koning mat te zetten". f\ls men het spel van vele bekende en beroemde schaakspelers gadeslaat zou men niet op deze gedachte komen. Maar Baay ls an ders. Vroeg of laat komt ge meestal tot de ontdekking, dat hij op z'n minst recht op-de-man-af een echt ouderwets mat dreigt. Hierin lijkt hij op de Australische speler Watson". In de oefenmatch, waarvan wij hier boven melding maakten, kwam onder staande stelling voor. Zwart: PURDY Wit; BAAY Baay had een incorrect stukoffer ge bracht. Hierdoor echter allerminst van de wijs gebracht speelde hij nu: 25. Txe5! Zwart overwoog nu. dat 25. De8 hem op de lange duur A/el de winst zou opleveren, maar hij dacht: waarom zal ik de toren niet nemen; wit staat dan toren en loper achter. Dit zal allicht de winst bespoedigen. 25fxe5? 26. Pg5 Kf8 Zwart had overzien, dat zijn tegenstan der doodgewoon mat in 2 zetten dreigde. Baay had nu remise kunnen forceren, maar was hiermede niet tevreden. 27. Ph7t Kg8 28. Pf6r Kf8 29. Dh7! Tf7 30. Lxg7t! Ke7 31. Tadl! LeG 32. Dh6 Dc7? 33. Dg5 Txg7 34. Pd5t Kf8 35. Pxc7 Txg5 En met zijn volgende twee zetten (36. Pxe6t en 37. Pxg5) krijgt wit de beide stukken, welke hij achterstaat terug en wint gemakkelijk het eindspel. pioenschap, welke in 22 zetten remise werd door herhaling van zetten, lezen wij nog de volgende vrolijke noot: „On danks het feit, dat hij een achtergeble ven pion heeft, staat wit er iets beter voor. Het is dus begrijpelijk, dat Baay met remise zeer tevreden is. Merkwaar digerwijze gevoelde Berzzarins, die meer een realist dan een optimist is, zich heel gelukkig, dat hij op deze wijze aan Baay ontsnapte zonder mat gezet te worden". Tot besluit van dit kleine opstel nog een frisse partij uit het Australische kampioenschap. Wit: J. G. Baay. Zwart: D. N. Bowman. Franse partij. 1. e4 e6 2. d4 d5 3. Pc3 Pf6 4. Lg5 Le7 5. Lxf6 De gelijkenis tussen Baay en Watson aldus de commentator bij de partij beperkt zich er niet slechts toe. dat zij beiden erg gemoedelijk zijn, doch open baart zich ook in hun constante geneigd heid om met de klok op slechte voet te staan. Maar hun openingsstijl verschilt hemelsbreed. Watson's openingen zyn als het bowlen (in Australië is het cricket spel even populair als in Engeland Red.) van de legendarische Arthur Mei- ley. Deze was waarschijnlijk de lang zaamste internationale „slow-bowler" die ooit heeft bestaan. Iedere van hem af komstige bal vroeg letterlijk om een kei harde klap, en dat gebeurde ookmaar Meiley kreeg vroeg of laat de wickets van zijn tegenstander. Maar Baay is an ders: hij houdt er yan met de nieuwe bal te spelen; hij hakt er graag op in. 5Lxf6; 6. Pf3 c5: 7. e5 Le7; 8. dxc5 Pc6: 9. Ld3 Lxc5; 10. De2 Ld7; 11 a3 a6; 12. 0—0 0-0; 13. Tadl b5; 14. b4 Typisch Baay: geen zorgen over zwak ten, die in het eindspel van betekenis worden. Hij hoopt, dat er geen eindspel Zwart kan zich niet veroorloven door middel van Pxb4 een pion te winnen, omdat wit hierna op h7 zou kunnen of feren (Lxh7, Dh5, Te3, enz.). 17. Pcbl Pd4; 18. Dg4 Pf5; 19. Dh3 LcG Hier moest broodnodig f6 worden ge speeld. Zwart kan in de Franse verdedi ging niet de extra-zorg van een achter gebleven koningspion verdragen. Pb3 Tfd8. 21. Pbd2 Tac8; 22. gxf5 Pxf5; 29 LXf5 eXf5 Zwart is wel gedwongen van het cen trum af (in plaats van naar het cen trum toe) te slaan. Maar nu komen de witte torens tot volle bloei. 30 06 Da7; 31. c3 f4: 32 T3e? Lf6 Dit is een fout. Maar de strijd is hard. Let maar op wat nu volgt. 33. e7! Txe7? 34. Txe7 Lxe7; 35. Pe6. (Dat is het). Ld6; 36. Pxf8 Lxf8; 37. Te8 en zwart gaf het op. Bowman had hevige tijdnood, maar hij zou ook verloren hebben na 33Tf7. 34. Pg5 omdat hij na 34Lxg5 te veel gebonden staat. En op andere voortzet tingen zou hij eveneens hebben verloren; zie slechts: 34Tfxe7. 35. Pxh7 Lxd4. 36. cxd4! Txe2. 37. Txe2 TXe2. 38. Pf6t en wint de zwarte dame. Oplossingen Ter oplossing ri .m p X' m n u m m van de week Kruiswoordraadsel Hieronder volgen de oplossingen van de opgaven uit onze rubriek van 10 No vember j.L Probleem van L. Tryssesoone: 1. Dh8! Eindspelstudie van Liburkin en Bonda- renko: 1. Ph4 Kgl. 2. Pf3t Kg2. 3. Pxh2 Kxh2. 4. e5 Lxe5. 5. Ke6ü (zie aanteke ning) Kg3. 6. Kd7 Kf4. 7. Kc8 Lc7. 8. Kb7 en wit wint door te slaan op a7, terug te keren naar b7 en de a-pion te laten pro- 6 Kd6 Kf4. 7. Kc7 Ke5. 8. Kb8 Kd6. 9. Kxa7 Kc7. 10. Ka8 Kc8. 11. a7 Kc7 pat. Een fraai eindspel, dat, zoals mij is gebleken, heel wat oplossers in verwar ring heeft gebracht. Onderstaande aantrekkelijke problemen zijn van F. T. Hawes een vooral in Australië, doch ook ver daarbuiten, be kend en geëerd probleemcomponist. De oplossingen zijn minder moeilijk te vin den, dan men wellicht uit het zettenaantal zou willen afleiden. PROBLEEM VAN F. T. HAWES (A.) r; 7. Honing- Weefsel; 12. i razernij; 14. •pier dat men Invullen moet; 21. Gehakt vlees van nuchtere kalveren; 26. Vloeistof; "8. Lichaam; 30. Aan slibbing: 32. Elfenkoningin; 33. Zangnoot; 34. Hevig; 36. Maat; 37. Rashond. Verticaal: 1. Roep, naam; 2. Voorzetsel; 3. Deel van het lichaam; 4. Voorzetsel; 5. Z.-Afrik, meisje; 6. Oppassend; 9. Maat ln de wijnhandel; 11. Smerig; 12. Kledingstuk; 15. Uitroep; 17. Gehoororgaan; 18. Tam; 19. Bijb. vrouw; 20. Dorsvloer; 21. Rimpel; 22. Vogel, orde der steltlopers; 23. Vogel; 24. Hardhorend; 25. Eetgerei'; 27. Riem voor Wit geeft mat in 3 zetten. PROBLEEM VAN F. T. HAWES (B.) mandje; 34. Zangrn i. Chinese Inzendingen per briefkaart uiterlijk Don derdagmorgen a.s. aan het bureau van dit blad. In de linkerbovenhoek aan de adres- zijde vermelden: „Puzzle-oplossing". Er zijn drie prijzen: 1. f 5.—, 2. f 2.50 en 3. 2.50. Oplossing kruiswoordraadsel van 17 November Wit geelt mat in 4 zetten. Verticaal: 1. Karaf; 3. Uk; 4. Fra; 5. Fa; 6. Etage; 7. Lena; 9. Mirakel; 11. Ra; 13. Tin; 16. Afdalen; 17. Arbiter; 19. Dar; 20. Belegen: 21. Das; 23. Bison; 24. Gas; 25. Netto; 26. Vers; 28. Lt.; 29. Lid; 32. Ne; 33. Ei. de, klapper mm VAN EEN WEEK MvrfdJjdmMy IIY BAB6eLS«er tr KRABBELS" doo\ (Harie) dief qepaki in Bame- Men dacht,dai hü gestolen had maar T was'n^livf op 't vr'yerspad Hü stal een Kar^e klein en rein, dat van de dienstmaagd bleek te zijn. WrsJinskj/ toonde duif tij- dens discussies inde Ver. Wisjinsky riepJ( Nou eftè stil nou zfcje.dat Ik vrede wil!" Vlorót in de tanden van die Rus dat duifje niet 'n dooie mus..?) In Nij kerk werd Amstettfam- Haal uit de sloot geen ouwe koeien; dat is alleen maar tijd verknoeien. Maar haal ze ook niet uit de wel je bent er dan vaak (g)loeiend bij! fqt Twee Haagse jongens per fiets naar luid-Afrika. Ben tweetal met écht Hollands bloed begon de tocht met frisse moed [Ikhoop.dat'tritje vrij zal zijn vanbandenpechen zadelen.) In Oregondaar was het geld maar't weid haar toch niet neergeteld want'l is daar wetKom je te laat dan komt het erfenisje aan de staat i Cursus voor bromfietsers in Zaandam en IVormerveer. 7a, lercw je daar vlug <tn goed, hoe Je nèt en foutloos brommen moet (Emalsje'tdannog niet goed doet, brom je wat na in de petoet....) f Sinterklaas. ■r Sinterklaas komt weer int land enmètbem zyti rechterhand...., dat is Pietin 't gewen gróót I Héél anders dan zVi naamgenoot LabL HÜHJALIAUN r6 UUiUSDVUNUZ ZONDAGSBLAD 24 NOVEMBER 1951 L ZIJN sprookjes EN wonderen DE WERELD UIT? ER was eens Deze drie woorden waren al vol doende om ons in onze kinderjaren tot één en al oor te transformeren. Alles in en aan ons luisterde, want nu nu kwam Het Het Sprookje. En die sprookjes behelsden voor menig kind meer werkelijkheid, dan het leven zelf. Moeder, of vader, of groot moeder vertelden nu iets, dat in hun gedachtenwereld thuishoorde. Wij groeiden op en verloren onze sprookjes, ons vast geloof in de realiteit daarvan. Dat van „de goede heilige uit Spanjehield ons het langst gevangen. En in veel, veel later jaren ontko men wij nog niet helemaal aan de ver wachtingsvolle sfeer, die aan 5 De cember voorajgaat. Gelukkig de mens, die nog iets daarvan kent. De heerlijkste herinne ringen uit onze kinderjaren staan dan levensgroot in ons op. In onze vertechniseerde wereld is geen of nauwelijks plaats meer voor het sprookje. Cnze kinderen verliezen Drie recepten Peterseliesaus bü vis Het kooknat van de vis binden met aangemengd aardappelmeel. Er fijnge hakte peterselie klontjes boter of mar garine en desgewenst een klein scheutje azijn of citroensap doorroeren. Saus van vleeskooknat 40 g (plm 2 eetlepels) boter of marga rine. 40 g (4 eetlepels) bloem en 5 dl kooknat. De boter of margarine smelten, de bloem er door roeren en bij scheutjes het kooknat, ai roerende toevoegen. Eierslaatje voor de boterham 1 bijna hard gekookt ei, 1 zure augurk, een gekookte aardappel, 1 kleine ui, 10 g ('/4 eetlepel) boter of margarine, een mespuntje kerrie. 23 eetlepels melk en een eetlepel azijn of slasaus. De ui schoonmaken, snipperen en in de boter of margarine met de kerrie licht bruin bakken. Het mengsel laten afkoelen. Het ei fijnmaken, de aardappel cn de augurk in kleine stukjes snijden en deze ingrediënten met het kerriemengsel vermengen. Melk en azijn of slasaus naar smaak toevoegen en het smeersel koud op de boterham gebruiken. op aanmerkelijk jonger leeftijd dan wij, hun geloof er in. En zoals de kinderen al heel jong niet meer in sprookjes geloven, zo hebben wij in deze wereld vol oor logen en geruchten daarvan, van haat, eigenliefde en toenemende ontkerste ning, ons geloof in het Wonder ver loren. Dat is erg, als een Christen niet meer in het Wonder gelooft! Dit bewijst immers, dat hij (zij) stekeblind door het leven gaat. Zo'n Christen kan als de Schriftgeleerden in Jezus' dagen in gezapige rust en zelfverzekerdheid op de boeken van Mozes zitten, (o, die prachtige, God delijke ironie!) maar hij ziet in Chris tus' tuin, in het Koninkrijk der heme len, de bloemen niet meer bloeien en hoort het gezang der vogels niet meer! Om het anders uit te drukken: hij ziet de wonderen Gods niet meer. En zijn die er niet dagelijks om ons heen? O, vrouwen Moeders, let er toch op! Het is niet vanzelfsprekend, als onze kinderen iedere dag weer heel huids en gezond thuis komen en 't is evenmin de natuurlijkste zaak van de wereld, dat wij eten op onze tafel vin den en dat de sterren, die er zovelen zijn als zandkorrels aan alle stranden ter wereld, hun voorgeschreven gang door het heelal maken. Hoeveel wondere uitreddingen uit ziekte, uit nood, uit donkere diepten, waarin Satan ons gelokt had! Het wonder van dat minimaal kleine zaadkorreltje, dat in de aarde valt en sterven moet, om straks in vorstelijke pracht te bloeien en vrucht te dragen. Niets is te groot en niets te gering voor Hem. Houd dat vast Mevr. A. G. v. H. te Haarlem! Zeg het al die mensen om u heen, die beweren dat er vandaag aan de dag geen wonderen meer gebeuren, dat ze zonder ophou den plaats hebben en houdt dit voor uzelf ook vast. Gods Woord verzekert het u. Hij is ook in 1951 die God, die d'oren, wonderen doet op wonderen horen. Blijf volharden in uw gebed u tveet wel, wat ik bedoel en „zo zal Hij 't alles maken, dat g'u verwon deren moet". Met Mevr. A. D.S. te Leiden richt ik mij tot alle huismoeders, ach r jongens of no. 103, is tot 1 December aan onze bureaux verkrijg baar in de maten voor 2, 4 en 6 jaar; voor 8 jaar kan het op bestelling geleverd worden. De prijs van de patronen ts f 0.35, na ontvangst van 0.50 wordt het u toegezonden. De cape kan het best gemaakt worden van wollen gabardine of loden stof. nodig hebben vc zesjarigen. lig om de capuchon van de net een fijn flanellen ruitje i dan de rand naar buiten Bestellingen per briefkaart, op de ach- het model voor de terzijde waarvan de postzegels zijn ge plakt zijn niet geldig. 1 meter probeert toch ondanks alle financiële zorgen, van de Sinterklaasavond nog iets gezelligs te maken! Ik stem toe: er i s niets goeds meer voor een dub beltje te koop, maar van restjes kun nen we zelf zoveel maken. Moeder liefde maakt toch zeer zeker: vinding rijk? Onderschat de invloed niet, die er van gezellige Sint-Nicolaasavonden in gezinsverband doorgebracht, uitgaat! Die strekt zich uit over een geheel mensenleven. Daar kan een mens, die in later jaren in zeer benarde omstan digheden verkeert, gevangen zit, of op een eenzame post staat, zich geestelijk nog aan optrekken! 't Is een van de helaas(!) zeldzame avonden, die het gezin nog bij elkaar houden En ontneem uw kleintjes niet te spoedig hun geloof in dit sprookje dit wonder! En laten wij, volwassenen die diep in ons hart toch nog altijd „kind" zijn, nooit ons geloof verliezen in de Wonderen, die onze Vader werkt, MARGARITHA Mevr. C.V. te Leiden. Dat God Zijn gaven alleen aan wedergeborenen schenkt, is niet zo. Hoe komt u daar nu bij? Dan zou het er in onze wereld raar uitzien! God geeft tn Zijn onna speurlijke vrijmacht juist dikwijls aan ongelovigen zulke grote gaven. Denkt u nu alleen maar eens aan Madama Curie! Dacht u dat al die gaven van Satan afkomstig waren? Dan kent u de duivel wel een te grote macht toe. Al de wonderen der schepping zijn daar toch door de Schepper ingelegd? En Hij laat die tn Zijn souvereiniteit ontdekken door wie Hij wil! Ook onder de magnetiseurs zulten Christenen en niet-Christenen zijn. Die dominee, die zich door u zo gauw van de sokken liet praten, zou ik wel eens willen heren preken over 1 Co- rinthe 1Leest u dit hoofdstuk ook eens en dan vooral vers 9? Het door u bedoelde verslag hoef ik niet aan te vragen. Ik heb het in huis en heb er al eens over geschreven ook. U verlangt wel eenheid van geloof maar niet van leer in onze kerken? Dit is zoveel als potjeslatijn voor mij. Daar begrijp ik niets van. Wat is het verschil tussen die beide? Waar ligt dat? In het Hogepriesterlijk gebed lees ik daar niets van, waar Christus om de eenheid der gelovigen bidt. Uw en ons verlangen moet toch altijd weer uit gaan naar de volkomen eenheid in Christus? Laten wij daarom veel bid den en biddend strijden! brieven als de i 1 heus, daarvoor moet u zich bij andere instanties vervoegen. In onze krant zou er wel een begin aan dit „hulpbetoon" zijn, maar nooit een eind. Dit is onze taak niet. M, De schrompel-gele blaad'ren sneven. Het langzaam uitgebluste leven bedekt stilaan in 't loverbos de groene plekken van het mos. In tinten roestig-bruin en zwart is 't kleurig leven nu verstard. En drenst dag-in, dag-uit de regen, dan voelt men zwaar de stilte wegen. De vlugge vogels zijn verdwenen en alle blij beweeg ging henen; men ziet of hoort zelfs geen insect. Het leven is als overdekt met donk're sluiers van de rouw; 't is alles dor en triest en grauw. Slechts kleuren aan de donk're stammen wat hélder-gele woeker zwammen. En door de dichte bladerdeken komen de fleur'ge mutsjes steken van paddenstoelen, rood en geel op lelieblanke eiwitsteel. Geen mens behoeft ze te ontdekken, ze staan daar als hel-kleur'ge vlekken, een wonder-kunstwerk van één nacht, door toverhanden voortgebracht. Wat willen toch die paddenstoelen, die zich zo snel naar 't daglicht woelen? Waarom komt elk, zonder gerucht, juist dan als alle leven vlucht? Wat zijn ze anders dan het teken dat nooit de blijdschap zal ontbreken? Want juist te midden van 't versterven heeft Gods palet de schoonste verven. ROBBIE RADAR. v_

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1951 | | pagina 3