PREMIER, SOLDAAT en SCHILDER 04 nadldbvan. II -Zijn eenvoudige kamer in Londen waar hij tijdens de oorlog de plannen uitwerkte om de Nazi's te verslaan Ook schilder Wat u hiernaast ziet i« een schilderij, dat Winston Churchill heeft vervaardigd. In de oorlog had de premier er geen tijd voor, om zich aan zijn hobbie te wijden, doch na de bevrijding was daarvoor meer gelegenheid. Dit schilderij stelt voor het interieur van het Blenheim- paleis bij Woodstock, Oxford shire. Het fraaie wandtapijt in het domein van de familie Marlborough maakte zoveel indruk op Churchill, dat hij met zijn palet en zijn ezel naar Woodstock trok, om dit kunstwerk te schilderen. Het Blenheim-paleis dateert uit 1704, uit de Spaanse Succes sieoorlog dus. Zo nu en dan worden de werken van Churchill opgenomen in een expositie en steeds blijkt daarvoor grote belangstelling t* bestaan. Want iedereen wil wel eens zien, hoe de meester van woord en pen ztfn penseel hanteert Zoals een zure Russische teke naar hem voorstelt, compleet met een vliegtuigbom als vingerafdruk Bijlage van de «Nieuwe Leidsche Courant" van Zaterdag 3 November 1951 VAN 4 OP 5 NOVEMBER 1944: Stadhuistoren door Duitsers opgeblazen 134 MENSEN VONDEN DE DOOD HET oude vestingstadje Heusden aan de Maas heeft in de loop der eeuwen heel wat doorgemaakt. Meer dere belegeringen en diverse rampen waren zijn deel. doch de catastrophe, die het in de nacht van 4 op 5 No vember 1944 trof, gaat alle vergelij king met vroegere gebeurtenissen te boven. Heusden betaalde toen voor zijn bevrijding, die in de vroege morgen van 5 November plaats vond, een vre selijke tol. Achterzijde van het Stadhuis. Tot het begin van 1944 had Heusden weinig last van Duitse militairen onder vonden, zodat meerdere personen van elders binnen zyn wallen by familie, vrienden of kennissen, naar zij meen den, een veilige toevlucht hadden ge ^In* het begin van 1944 werd de brug over de Bergse Maas, die, na haar vernieling door Nederlandse militairen in Mei 1940, weer door een andere was vervangen, door Duitse militairen be waakt. Deze bezetting bestond aanvan kelijk uit rijksduitsers, die, al hadden meerdere van hen reeds vele jaren in ons land gewoond, tegenover de bur gers zeer onhebbelijk optraden; menig een moest dit aan den lijve ondervin den. Nog erger werd dit, toen deze rijksduitsers in de maand September door JJ.S.-troepen werden vervangen. Burgers werden verplicht aan verster kingen en schullgelegenheden te gaan werken. Vaak liepen de Duitsers al schietende door de straten om de bevol king op die manier angst aan te jagen. Na ..Dolle Dinsdag" steld, dat bij de nadering van vlieg tuigen geweldig te keer ging. Op 27 October werd 's-Hertogenbosch bevrijd en op 30 October Waalwijk. De Duitse Wehrmacht trok over de Maasbrug naar het Land van Heus den en Altena en de Bommelerwaard. Meerdere Duitsers waarschuwden de bevolking voor de troepen, die na hen zouden komen, zoals later is gebleken niet ten onrechte. Reeds na de bezetting van 's-Her togenbosch, lag de omgeving onder voortdurend granaatvuur der geallieer den, dat aanvankelijk op de verkeers wegen rond Heusden en de b.ug over de Bergse Maas was gericht. Met vreug de en grote blijdschap hoorden de bur gers de granaten over de stad gieren en nabij de brug ontploffen. Men besef te, dat deze beschieting de inleiding was op de naderende oevrijding, de bevrijding, die met spanning werd tege moet gezien. In stilte werden plannen gemaakt de bevrijders op feestelijke wijze te ont vangen. De vreugde werd echter ge temperd doordat ook granaten in Heusden zelf begonnen te vallen tn meerdere personen werden gedood. Alle burgers zochten schuilgelegenheden op, sommigen hadden deze in hun tuin doen maken, doch de meeste verbleven in kelders of onderaardse gewelven. Volkomen veiligheid Een 200-tal burgers had een schuil plaats gevonden in de gewelven onder het Stadhuis, die volgens Duitse des kundigen volkomen veiligheid boden Dit bleek ook wel hieruit, dat de Duit sers zelf onder het Stadhuis een tele foonpost en ziekenzaaltje vestigden. Steeds meer militairen trokken door Heusden, vluchtend voor de naderende geallieerden. In Heusden bleven Duitse vernielingstroepen achter, die op Zater dagmorgen 4 November kisten en man den gevuld, zoals zij beweerden, met zakken zand, de toren van het Stad huis binnen droegen, bestemd voor de vestiging van uitkijkposten. Hetzelfde geschiedde in de torens van de Her vormde en Katholieke Kerk. Honderden geallieerde kanonnen, op gesteld in een kring van het Bossche veld tot aan de Bergse Maas bij Waal wijk, vuurden hun granaten af op de omgeving van Heusden. Aanvankelijk was dit vuur voornamelijk gericht op Drunen, waar het granaten regende. Zonder ophouden duurde deze kannona- de voort. Achter dit vuur rukten de geallieerde troepen op in de richting van Heusden en de Bergse Maas. Iedereen had zijn schuilplaats onder de grond opgezocht, zodat de hande lingen der Duitsers slechts door enkelen konden worden nagegaan. Zo naderde de nacht van 4 op 5 November, die nooit vergeten zal worden door allen, die hem meemaakten. De laatste Duitse militairen vlucht ten in wanorde over de brug of werden met motorbootjes over de rivier gezet. Het was levensgevaarlijk zich op straat te bevinden: overal loerde de dood. Zij, die zich even buiten hun schuilplaatsen waagden, zagen in de richting Drunen hevige branden, eveneens in de rich ting Herpt, waar de terugtrekkende Duitsers een zevental grote boerderijen in brand hadden gestoken. Tussen het geweld van de voortdurend inslaande granaten hoorde men hevige ontplof fingen, sommigen zo sterk, dat men in de kelders lag te schudden. Te onge veer 2 uur v'.oog de Katholieke kerk in de lucht. Ondanks het grote levensge vaar rukte de brandweer uit, om te trachten het naastgelegen klooster met ziekenhuis te bewaren, hetgeen ook mocht gelukken. Een tegenover de kerk gelegen woning met daarnaast een groot pakhuis ging eveneens in vlammen op. De zusters en de oude vrouwen en mannen, die in het kloos ter verblijf hielden, werden naar veili ger plaatsen overgebracht Kort na de ontploffing der Kath. kerk volgde een nieuwe; toen viel de toren der Herv. Gemeente met een stuk van het oude kerkgebouw ten offer aan bruut oor logsgeweld. Deze toren en kerk zijn kort nabij het Stadhuis gelegen, zodat zij die hier een schuilplaats gevonden hadden, zich ongerust maakten en een paar van hen zich op straat waagden; zij werden echter door Duitse soldaten teruggejaagd Onder de puinhoop Omdat zich onder de gewelven ook Duitse militairen bevonden, koesterde men de verwachting, dat het Stadhuis wel gespaard zou blijven. Het was toch niet te verwachten, dat men zijn eigen mensen niet zou hebben gewaarschuwd. Maar te ongeveer half drie volgde op nieuw een geweldige ontploffing en stortte de toren van het Stadhuis op het overige gedeelte, zodat alles een geweldige puinhoop geworden was. On der deze puinhopen werden 200 mensen waaronder zeer veel kinderen, bedolven. In het gedeelte, waar zich 'de Duitse militairen bevonden, bleef iedereen ge spaard. De zieke burgers, die men had ondergebracht in het ziekenzaaltje, dat door de Duitsers was ontruimd, kwa men allen om het leven. Zij, die zich onder het hoofdgebouw bevonden, wer den onder het puin bedolven. Enkele personen werden door anderen, die waren ontsnapt, naar buiten getrokken Omdat de ingezetenen allen in kelders en onderaardse gewelven verbleven, was de ramp niet terstond bekend. Er waren zoveel ontploffingen gehoord, dat men niet telkens ging kijken en boven dien waagden zich slechts de moedigsten op straat. Enkele van deze personen gingen de diverse schuilgelegenheden p' In September, met „dolle Dinsdag", waren de in Heusden gelegerde Duitse militairen het hoofd kwijt, waartoe de doortrekkende troepen veel bijdroegen. Door het tot ontploffing brengen van munitie-opslagplaats.il onder I.oon op Zand, stonden de huizen te trillen. Toen de geallieerden In België halt hielden, herstelden de Duitsers zich en kreeg Heusden soldaten van de Wehr macht in kwartier, die zich zeer be hoorlijk gedroegen en blijk gaven niet van menselijk gevoel te zijn verstoken. Zo naderde het einde van October en daarmede ook de geallieerde troepen, maar in en rondom Heusden ook meer Duitse militairen. Nabij de brug en in de omgeving werd afweergeschut opgc- Zó u>as eens het Stadhuis van Heusden om hulp te halen. Dan zou men trachten hen, die nog tekenen van leven gaven, te redden. Een hopeloos werk echter en ook voor de redders gevaarlijk, door de nog steeds gierende granaten en tel kens weer neerstortend puin. Men slaagde er spoedig in, zeven slachtoffers te bevrijden; het hulpgeroep van ande ren was vreselijk om aan te horen. Voor het redden van een vrouw waren 30 uren nodig. Ernstig gewond werd zij onder het puin vandaan gehaald en naar een ziekenhuis in Tilburg vervoerd, waar zij maanden moest verblijven al eer ze weer naar Heusden kon terugke- Staaltjcs van moed en zelfopoffering werden aan de dag gelegd. Helaas had den deze pogingen slechts weinig succes. Niet minder dan 134 personen werden levenloos onder de puinhopen vandaan gehaald, nadat hiervoor meer dan een week lang bergen puin waren verzet, waarvoor de geallieerden bulldozers ea zwaar materiaal beschikbaar hadden ge steld. Alle slachtoffers werden in massa graven op de Katholieke en Protestantse begraafplaats neergelegd. Uit de Ridder straat waren alle gezinnen op één na, dat elders een schuilplaats had gevonden, om het leven gekomen. De bevrijding Wat ar van hst Stadhuis overbleej. Men kan zich voorstellen, dat er van feeststemming geen sprake was, toen in de vroege morgen van 5 November de eerste Engelse militairen Heusden na derden en binnentrokken. Met de bevrijding was Heusden nog niet aan het einde van zijn ellende. Het werd n.L frontstad met alle gevolgen van dien Het werd herhaaldelijk door Duits geschutvuur bestookt, zodat nog verscheidene personen het leven moes ten laten. Tenslotte werden de ingezete nen op Oudejaarsdag 1944 gedwongen do stad te verlaten en eerst na de bevrij ding konden zij terugkeren. Bij die terugkeer stonden velen met de handen in het haar. Daken lagen open, geen ruit was heel gebleven, veel was er gestolen van hetge*. i was ach tergelaten. De stad vertoonde het beeld van elke plaats, die aan het front heeft gelegen. Behalve het fraaie Stadhuis, de rooms-katholleke en protestantse kerk en de mooie korenmolen op de stads wal, waren In totaal 39 woonhuizen eu 22 boerderijen vernield, 148 woningen zwaar en G49 licht beschadigd. Het to taal aantal slachtoffers bedroeg 175. Het kostte zeer veel tijd eer men alles weer in enigszins behoorlijke staat gereed had en er heerste algemene vreugde, toen men eindelijk weer aan zijn norma. Ie arbeid en de opbouw kon beginnen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1951 | | pagina 9