56ste
vienng
massale drukte-juichende herfstdag
Tienduizenden pottenkijkers
langs Leidens straten
Voor de 24ste maal leidde de heer
Mens de koraalmuziek
nieuwe leidsche courant
donderdag 4 october 1951
Optocht zonder centrale gedachte
Het jubileunigerecht, dat de 65-jarige 3 October-vereniging heeft klaar
gestoomd en „Leidse hutspot" heeft genoemd de grote optocht zal de
Leidenaars ongetwijfeld hebben gesmaakt. Zeker heeft het gezegde „Wat
de boer niet kent, dat eet hij niet" gistermiddag niet gegolden. Want vast
staat, dat het merendeel van de toeschouwers alleen heeft genoten van wat
het oog te zien kreeg en dat velen de betekenis er van niet begrepen. Het
opmerkelijke verschil tussen deze „hutspot" en de optocht van vorig jaar
was, dat toen „grote stukken" waren te bewonderen, terwijl nu deze welis
waar niet ontbraken, maar toch slechts een afwisseling waren van enorme
aantallen pages, lijfwachten, studenten, burgers, boeren en buitenlui en
wat dies meer zij.
Reeds enkele uren tevoren vormden op 12 Januari 1807 bij de Steenschuur
duizenden meer dan vorig jaar! de
weg, die de .Leidse hutspot" in het bin
nenste van het oude Leiden zou volgen,
om te worden „verteerd" door het hon
gerende pulbliek. Beroepskrachtpatsers.
de lucht vloog, hetgeen 151 personen
het leven kostte, was de volgende
„bladzijde". Lui achteroverleunend in
een rijtuig zat de luitenant van de mare
chaussee wel wat anders dan we nu
„Wie hier binnentreedt, late alle hoop varen...
zweetkamertje in de optocht.
Het studenten-
paard kwam ook dit uitgebreide gezel
schap thans een bezoek aan Leiden
brengen.
„De Post" blies de diepe indruk, die
de kruitschipramp eventueel zou hebben
achtergelaten, weer weg en bracht de
kijkers in de stemming voor de volgen
de groep: de vrijwillige jagers der Leidse
hogeschool in de veldtocht tegen de Bel
gische opstandelingen (13 November
1830 14 Augustus 1831).
De Leidse Jagers behaalden lauweren
tijdens de tiendaagse veldtocht. Daar
kwamen zij aan, in gloednieuwe unifor
men mooier dan toen. „Liniks! Links!"
riepen de manschappen, die werden
voorafgegaan door hun bevelvoerders,
een hoornblazer en een officier van ge
zondheid, waarvan de namen nog bekend
zijn. Twee marketentsters sloften met
hun vaatje jenever achter de soldaten
aan een vocht, dat de moderne sol
daat gelukkig niet meer zo direct bij de
hand heeft.
Een succesnummer was de Japanse
tuin Nippon, die in 1844 werd gesticht
door prof. Von Siebold. Enkele hoge
gasten kwamen deze prachtige tuin
bezoek brengen. Japanse meisjes op
rondom de praalwagen, gestoken
kleurige exotische kleedjes, zorgden
voor de mysterieuze sfeer. De wagen
zelf was een proeve van tuinarchitectuur:
een theehuisje omringd door prachtige
Japanse bloemen, een pittoresk brug
getje. Japanse meisjes met spleetoogjes
en geblankette wangetjes.
Boeieti tei markt
De harmoniekapel „T en D." stemde de
mensen weer nuchter, wat maar
was ook, 'want de zakelijke Rijnlandse
boeren en boerinnen zouden op Vrijdag
in Leiden ter markt gaan. Maar voor het
zover was, bracht de familie Kegge
(1840) figuren uit de „Camera
Obscura" een bezoek aan Leiden. En
met hen kwamen nog enkele andere
personen uit het bekende boek
Nicolaas Beets ten tonele-
De boeren deden dit met andere t
tuigen, zoals een sjees, dogcar, kaasbrik
(kom op Vrijdag eens in de Narmstraat
kijken), een buggy. Natuurlijk, ware
mannen en vrouwen in originele kleder
drachten. Toen volgde het „zweetka
mertje", waarin de studenten wachten
voor en na hun geestelijke „operaties'
door de hooggeleerde heren. Deze schre-
muzikanten en wat er zich voor uit
geeft zorgden voor de hors d'oeuvre-
Deze was soms niet smakelijk, maar men
neemt haar met een korreltje zout. Hoe
wel op het eerste gezicht grappig, maar
bij enig nadenken wrang, was de „ko
mische" voorsipijs tegen het verbod
van de politie in waarbij een aap
voor geveltoerist speelde en vervaarlijke
sprongen naar de rug van zijn baas
moést maken. Hulde aan de dame, die
de aap troostte met een banaan......
Terwij'l enkele motoragenten ,J>aan-
vegertje" speelden, schoof de stoet
voort. Het begin was zoals gebruikelijk
statig. Rijtuigen met de notabelen, afge
wisseld door herauten en een erewacht
te paard met het vaandel van de 3
October-vereniging, de muziekcorpsen
„Werkmans Wilskracht" en ,,Nieuw
Toen ging het Leidse geschiedenisboek
open: 20 Januari 1795, een vrijheids
boom vrijheid, gelijkheid en broe
derschap. Dansende en springende bur
gers en burgeressen. Een schrille stem:
„Leve de Franse soldaten". En die wa
ren er ook bij. te voet en te paard.
Blauwe en rode uniformen droegen ze.
Voor hen was de naam „sans culottes"
(gelukkig) niet van toepassing, al school
daar een historische onjuistheid. Zo
trokken de Fransen Leiden weer binnen.
De groep beeldde niet uit al 't leed, dat
in die jaren is geleden, toen de vrijheid
in de persoon van Willem V naar Enge- gewend zijn. De ramp zelf werd gesym-
land was uitgewekenWel mikten de boliseerd door een zeer geslaagde
Franse soldaten af en toe op de toe- gen: een schip met een vlammende
schouwers en met wat fantasie kon men en de vuurduivel aan boord. De sympa-
hieruit het werkelijke doel van, hun.thieke koning Lodewijk Napoleon, een
komst afleiden: veroveren. I broer van de veroveraar Bonaparte,
Krnit<srhirt sP°e^e in een calèche naar de
fViUiISCXiiP| rarnp_ met an^ere hoogmogende heren
Het kruitschip van Adam van Schie,en doktoren, om hulp en troost te bie-
geladen met 37.000 pond buskruit, dat den. Te paard reisde men in 1807, te
De familie Kegge van 1840 bleek sterk verwant aan de familie Reitsma
van 1951 Suze Noiret incluis. Ziet Jan Adam er niet echt „Indisch-
rijk" uit? Azor en Mimi waren ook van de partij.
Zijp en J. J. Roman, die
ouwe tijd inderdaad een dergelijk lang-
genoeglijk vervoermiddel
bemanden.
Muziek bracht weer de R.K. Leidse
Harmonie, waarna de studentenmaske
rade begon, waarin men kon ontdekken
Willem III, koning van Engeland en een
overweldigend aantal personen met wel
luidende namen, die in ouderwetse cos-
gestoken. ruiters en aller
lei soorten soldaten, De „gouden" koets
1905 in Engeland gekocht voor een
maskerade, die het Leidse studenten
corps toen hield. Het paukenpaard volg-
De genoeglijke, zij het hier en daar
wat langdradige optocht werd besloten
door het Chr. tamboer- en pijpercorps
„Kunst en Genoegen", waarvan de leden
alleen al opvallen door hun lichtblauwe
uniformen en typische petten!.
b optocht-1951 „Leidse Hutspot"
inderdaad een hutspot, of nog liever:
aaneenschakeling van kleine optocht-
jes, zonder dat een centrale gedachte
overheerste. Dat was ook niet de bedoe
ling. Er werden slechts grepen in de
Leidse historie gedaan. Goede grepen! En
de uitvoering, vooral de costumering,
was niet minder goed.
Hoe het in de stad
van Leiden was
„Moeder help". Een angstige kreet om
hulp verdwaalde in het geroes op de
Beestenmarkt. Mijn bloed stolde. Maar
hoe ik mijn hoofd ook wend' of keerd'
ik kon de kans van mijn leven om mijn
heldenmoed te tonen nergens ontdek
ken. Toen zag ik waar ik zijn moest. Ik
keek recht in het spottende gezicht var
een snuisterijenverkoper. Die angst
schreeuw maakte zijn reclame uit, zijn
trek op het schuifelende volk. Ik wou
hem kwaad aankijken, maar hij zag mij
Niet dat ik bang ben, maar ik achtte hei
raadzamer, mijn voeten over het pa-
lingvellentapijt de Steenstraat in te laten
glijden.
Bij de vulpenverkoper was ik alles al
weer vergeten. Deze m<
gemeen boeiend. Hij was een virtuoos
redenaar, een psycholoog
verste vuurwater. Als iedereen iedereen
aan hing te kijken, stak hij één of ander
timide mannetje een pen onder de neus
Die voelde dan alle psijchische zekerhe
den wegvloeien. Een blik vol wanhoop
liet hij nog rondwaren, maar de schare
keek vol verwachting naar hem. En
der het zetten van een paar „toe dan
maar"-lippen ging de portemonnaie
het achterzakje en het geld uit de por
temonnaie.
Zo van de Steenstraat tot de Stations
weg heb ik maar een paar keer iemand
op de tenen getrapt. Drieëndertig keer.
Meer niet. En al die tijd heb ik geen-
palingboeren gezien,
tweeën met z'n vieren. Ik zeg, de hele
zaak 200 centen, daa 1
Er zat eensoort stop van Ternaayen
in de Breestraat. Die stop teerde op de
muziek van een piano op de stoep der
sociëteit. Een piano, die later werd
gevuld met een éénmans-orkest en
hoed met bellen. De studenten werden
jolig van al die muziek. En ze werden
er ondeugend van.
„Ben jij Abe?" vroeg een beneveldi
„Ja", zei ik, en toen ik haastig doorliep,
gaf ik per ongeluk een mooie voorze
met een sinaasappelschil aan een dikki
dame, die een hoge zijden op haar blond
heid droeg. Die sportieve uitval bewoog
mij de electro-hoist te gaan proberen. Ik
stelde met een, mikkend oog de kraan,
peuterde een dubbeltje in de gleuf
keek naar de grijper, die zacht zoemend
door het glazen kastje draaide. Ik moet
volgens de kraan kinderachtig gekeken
hebben, want hij liet een doosje in de
rolbak vallen met deze woorden: „Glaco
Latex Rubber speenis zeer duur
zaamook na veelvuldig steriliseren.
Deze speen staat onder controle van
Nederlandse Bond tot Bescherming i
Zuigelingen en Kleuters"
Het was weer een 3 October, die
wezen mocht. MANUS
Deze foto illustreert wel op bij
zondere wijze de mening, dat de
koraalmuziek een van de mooiste
gedeelten van, het Drie October-
programma is. Het aantal
schouwers was buitengewoon
groot, zowel in het park als op de
Steenschuur. En niet te vergeten:
de bootjes onder de treurwil-
271, waar de zon doorheen speel
de.
Politie opende
feestdag
de
Toen precies om zeven uur het Lcids
politie-muzickgezelschap onder leiding
de heer Dik Anderson het Wilhelmus
deed klinken over het Stadhuisplein, be
loofde een bleek-blauwe hemel een schit
terende Drie October-dag aan de honder
den, die al op de been waren om te luis
teren naar de liederen.
Het is ons opgevallen, dat dit jaar veel
meer Leidenaars zeer vroeg waren dan
voorheen. De massale uitdeling van ha
ring en wittebrood was hieraan onge
twijfeld niet vreemd, hoewel de belang
stelling voor de muziek van de politie
hierdoor ook zeker niet te lijden heeft
gehad. De nummers werden weer vlot
gespeeld en na afloop kon ieder zeggen,
dat de politie, wier taak op een dag als
deze toch al zo uitgebreid is, het feest op
waardige wijze had geopend. Technisch
stond de uitvoering ook op hoog peil.
Het is altijd weer leuk, deze groep ge-
uniformde mannen op het achterbordes
het stadhuis te zien blazen. Zij zelf
zijn al in staat de mensen uit de slaap
de nacht en de frisheid van de
herfstmorgen los te doen komen, laat
staan hun muziek.
Het peil van de zang kan worden opgevoerd!
WE HOORDEN ergens fluisteren, dat de heer Leo Mens dit jaar voor de
25ste maal de koraalmuziek zou dirigeren. Na afloop stelden wij ons
met hem in verbinding om er naar te vragen. „Ze hebben mij verteld, dat
het nu de 24ste keer zou zijn, maar weten doe ik het niet. In ieder geval
is 25 jaar zeer twijfelachtig". Toch zal men er goed aan doen, volgend jaar
er op te letten, dat de heer Mens dan 25 jaar de koraalmuziek heeft geleid.
De heer Mens is van de koraalmuziek
echter niet alleen de dirigent, maar ook
de verzorger. Hij doet dit werk niet om
bij het Drie October-feest ook als orga
nisator en uitvoerder te blinken. Het is
hem zeer lief. De mening, dat de koraal
muziek een van de mooiste punten van
de dag is, deelt hij dan ook volkomen.
Wij hebben de heer Mens ook nog ge
vraagd, of hij elk jaar zo ongeveer de
zelfde zangers en zangeressen onder zijn
dirigeerstok heeft. Hierop kon hij tot
zijn blijdschap ontkennend antwoorden.
„Je ziet steeds nieuwe gezichten. Ik kan
zeggen, dat het altijd crescendo is ge
gaan" Waarin echter nog geen verande
ring is gekomen, dat is het bezoek aan
de generale repetitie in het Waaggebouw.
Dat moet groter worden. Er zijn er, die
gemakkelijk denken: Op 3 October zing
ik toch wel mee. Maar de heer Mens
is er van overtuigd, dat het peil van de
zang kan worden opgevoerd, als allen
op die repetitie komen. Zij is
leerzaam genoeg! Wij geven de
Record aantal pelgrims naar
de hutspot
Lakenhal boekte ongeveer 3200 bezoekers
DE TRADITIE om op 3 October naar de Lakenhal te trekken en daar de
relieken van het beleg en ontzet te gaan bekijken is al heel oud. Zelfs
was zij' vroeger een van de hoogtepunten van het feest. Rondom 1900 wer
den er nl. nog geen grote gecostumeerde optochten gehouden; hoogstens
trok men wat door de stad met versierde wagens, vooral ten pleziere van
de kinderen. Toen de grote optochten in trek kwamen, bleef de Lakenhal
des middags leeg. Na enige jaren op 3 October gesloten te zijn geweest,
werd het museum opnieuw opengesteld, nu echter in de morgenuren. En
dat bleek een succes. Met vreugde vatte men de oude traditie weer op.
Het getal naar de hutspot pelgrimerenden groeide jaarlijks en bereikte
deze keer het hoge cijfer van rond 3200 bezoekers.
Op sommige momenten werd er voor
de ingang aan de Oude Singel gewoon
weg een queue gevormd. Een wat won
derlijk gezicht, wanneer Ihet om een his
torisch museum gaat, waar men op werk
dagen een kogel doorheen kan schieten.
Binnen werden de stromen bezoekers
keurig geleid door borden, die een ef
ficiënt één-riohting-verkeer bevorder
den. Zo bestegen de traditie-getrouwe
Leidenaars en een groot percentage van
de zeer talrijke niet-Leidenaars, die gis
teren in de stad waren, de monumentale
trap, waar „het schilderij van Van der
Werff" thans is opgehangen, om na
enige minuten in passende bewondering
voor het doek te hebben verwijld het
gezellige krakende trapje naar „Het Pa
viljoen" te beklimmen en de geschiede
nis van Leiden te gaan bestuderen in de
gemoderniseerde ruimten, waarop de di
recteur van de Lakenhal na de recente
vernieuwingen terecht zo trots is.
De afdeling bracht de bezoekers als
vanzelf in de „Grote Pers", de mooie,
grote zaal, waarin toen de Lakenhal nog
zetel van de lakenhandel was, 't gekeur
de laken werd geperst en in de tijd, toen
Leiden na de brand van 1929 geen stad
huis meer bezat, de „deftige" huwelijken
werden gesloten. Sommige bezoekers
hadden daar blijkbaar een levendige her
innering aan.
Bijzondere aantrekkingskracht ging
ook uit van de kleinee volledig ingerich
te vertrekjes van de Lakenhal, zoals de
staalmeesterskamer en het kamertje van
het bierbrouwersgilde. De een vond ze
„snoezig" en de ander zei met eerbied
in zijn stem: „Dat is al honderden jaren
Aan die laatsten was de Lakenhal nog
het best besteed, al moet men het met
die „honderden jaren" nu niet zo nauw
nemen Deze lieden behoren tot degenen,
die beslist nog eens teug komen, of zich
dat in ieder geval hebben voorgenomen.
Want de Lakenhal heeft op deze morgen
wel de beste reclame gemaakt, die denk-
Het aardigste van alles was. dat me
nigeen de hutspot niet vinden kon, voor
al kinderen niet. Die hadden zich zo'n
soort ketel voorgesteld, waarvan de
menseneters gebruik maken, als ze hun
diner in gereedheid brengen. Tenslotte
is men er maar toe over gegaan om een
papier met provisorische blokletters bo
ven de kleine ronde pot aan de muur te
prikken. Het stond niet zo netjes, maar
wat doe je al niet om een kind niet te
leur te stellen....
„Leidse Hutspot" bleek ook een originele stoom-brandspuit te bevat
ten, zoals die omstreeks 1890 in gebruik was.
i
den te voet en gestoken in zwarte paarse
en purperen toga's achter de martelcel
aan, gevolgd door een slenterende massa
studenten. De groep stelde het 300-jarig
bestaan van de universiteit in 1875
De trait d'union naar de volgende
„pagina" was de Chr. muziekvereniging
„Concordia" en bevatte een charmante
advertentie, namelijk van de 3 October-
vereniging De praalwagen bestond uit
een figuur, samengesteld uit rode en
witte dahlia's. Mail-coaches met jonge
lieden symboliseerden de jeugdige moed
en het vertrouwen in de toekomst en
dienden als een aansporing om toe te
treden tot deze echt-Leidse vereniging.
Tussen twee haakjes: wist u. dat de
jaarlijkse optocht altijd een verliespost
voor de 3 October-vereniging betekent?
Hosselemie
Zeer spectaculair was de brandspuit,
die in vroeger jaren werd bediend door
de weesjongens. Luid toeterend beduid
den zij de mensen uit de weg te gaan;
er viel immers een premie te verdienen-
De oude stoomspuit moest op zijn oude
dag nog een echt vuurtje in zijn maag
verdragen
We springen over op het jaar 1900 en
nemen de paardentram, 't Was een Rot
terdams exemplaar dat men nu zag. De
bestuurders waren de heren Toon van
Limonade en een stoeltje
Ondanks het feit, dat de route van de optocht dit jaar aanmerkelijk bekort
werd, was het toch een hele rek voor de deelnemers tot aan Oud-Hortus-
zicht, waar gerust zou worden. Geen wonder dan ook, dat de schilddragers
met een zucht hun last tegen de muur zetten en voorzichtig vegend langs
hun geschminkte gezichten de lommerigke tuin insjokten. Daar zochten
herauten en pages, Biedermeier-dames en -heren, hoogleraren en studen
ten, edellieden en burgers, Japanse meisjes en Leidse weesjongens een
kwartiertje rust en lafenis. We zagen de familie Kegge, compleet met
Henriëtte en twee windhonden op wankele stoeltjes zitten. Mevrouw Kegge
drenkte de kleine windhond, die wat amechtig op zijn etherische pootjes
stond te hijgen en Jan Adam Kegge had zijn hoed afgenomen en veegde
I het transpirerende hoofd met een grote neusdoek
I Een wonderlijk gezelschap, daar onder
I het al geel wordend lover van de oude
tuin: vijf geslachten uit de 19de eeuw
bijeen in een onwerkelijk samenzijn. De
twintigste-eeuwers die aan hen leven
gaven, konden zich niet helemaal ver
stoppen achter het wezen van die gestal
ten uit het verleden. En toch waren zij
met hun wijde rokken en grote mutsen,
hun nauwe broeken en hoge sjako's ook
niet meer helemaal mensen van deze tijd.
Zij voelden het bijna allemaal, de een
wat minder vaag dan de ander, maar zij
bespeurden het. Dat zag je aan het
Biedermeier-meisje, dat sportief haar
wijde rok opnam, om vlug door te lopen,
maar op een gegeven moment bedacht,
dat zij sokjes en schoenen met spek-
zolen aan had en geen vijf zijden onder
rokken en hooggehakte fantasieschoen
tjes. En dat bespeurde je bij de (een
beetje te grote!) koning-stadhoude
Willem III, die verlegen met zijn figuur
naar een consumptie-bonnetje of zoiets
stond te zoeken.
Overigens amuseerden de deelnemers
wel alle bekend,
makkelijk. De Chr. muziekvereniging
.Concordia", onder leiding van de heer
3. van Bruggen, verleende medewerking.
Om kwart over 8 zond de N.CR.V. een
gedeelte van de uitvoering uit. Wij waren
ook in de gelegenheid even naar de
radio-uitzending te luisteren. Juist bij het
toestel vallen de fouten in de regel zo
goed op. Ook gistermorgen.
Plechtig was weer het ogenblik, toen
de burgemeester een krans hechtte aan
het standbeeld Van der Werff, een krans
de kleuren rood en wit. Een klein
ar toch altijd sprekend bewys van
e eerbied voor de man, wiens hart in
alle tegenspoed standvastig bleef. En in
hem die allen, wier namen niet in de an-
naleh geschreven staan.
zich uitstekend met belangstelling naar
eikaars rol te informeren. Een heraut
met een sigaret achteloos tussen de lip
pen tikte een mager meiske met een
brood op de schouders: „Wat moet jij
met dat brood? Moet je dat ergens afge
ven?" Het meiske wist het niet, alleen,
dat het bij haar rol hoorde. En wat ver
der vertelde een dame met wijde rokken
en een flesje limonade met een rietje in
de hand, dat ze maar blij was, niet altijd
met hoepelrok en luifelhoed te moeten
lopen.
Wat allemaal niet belette, dat schoi
mei en draaimolen grote trekpleisters
waren en menig aardig tafereeltje ople
verden.
„Ha, Kinschot
Na een klein uur echter was het ge
hele gezelschap weer in vorm en trok
men verder langs de Witte Singel. De
burgemeester en zijn echtgenote waren
bij het begin van de pauze met hun
rijtuig door gereden en bekeken de stoet
nu van het balcon van hun woning op
nr. 32 af. Mevrouw Van Kinschot had
nog steeds haar bouquet rode en witte
anjers in de arm en knikte en lachte
vrolijk naar de deelnemers. De burge
meester wuifde joviaal terug,
hoogwaardigheidsbekleders (echte
on-echtehem sierlijk groetten En dat
deden bijna allen. De Leidse burgers er
burgeressen uit 1795 danste voor de bur
gemeesterswoning een extra dans rond
de vrijheidsboom, de student in het
zweetkamertje veegde nog dieper in
zijn boordje, en een cartouche-drager,
verheugd de burgervader daar zo vol be
langstelling te zien staan, riep spontaan
naar boven: „Ha, Kinschot!" en zwiepte
ontdaan over eigen stoutmoedigheid be
leefd en sierlijk door de knieën
gende Leidenaars in overweging de heer
Mens volgend jaar, als hij zijn Drie Oc
tober-jubileum hoopt te vieren, in ieder
geval een geschenk aan te bieden in de
jrm van méér bezoek aan de repetitie.
Er werden acht nummers uitgevoerd.
(Advertentie)
Waai is uw hoge hoed
dan
Dat zo iets nu de heer W. van der
Laan, ere-voorzitter van de 3 Octo
ber-vereniging moest overkomen. Hij
begaf zich Dinsdagavond na de ont
hulling van het carillon naar het
Van der Werffpark. toen hij op zeker
ogenblik door de politie werd tegen
gehouden. Het publiek had daar al
een gesloten haag gevormd. „Waar
is uw kaart?" „Die heb ik niet", ant
woordde Van der Laan, ,.maar ik ben
oud-voorzitter van de 3 October-
vereniging". „Waar is uw hoge hoed
dan?", vroeg de agent- „Die zal ik
morgen wel opzetten". Na dit vraag
gesprek gelukte het de heer Van der
Laan toch. op de plaats van bestem
ming te komen Overigens heeft niet
alleen hij moeite moeten doen. De
pers bij voorbeeld werd zelfs in een
soort gevecht gewikkeld, voordat het
puibliek bereid was haar door te
laten
Feestavond C.O.V.:
warme ui en peen
Als drie October in zicht komt, be
gint ook de Christelijke Oranje-Vereni
ging aan de organisatie van een feest
avond te denken. Wij geloven, dat deze
avond het bestuur niet veel hoofdbre
kens kost, omdat men de beschikking
heeft over een gezelschap, dat iets goeds
weet te bereiden. Dat gezelschap is de
Timdelerclub, die haar naam gister
avond in de Burcht weer eer heeft aan
gedaan.
De zaal was tjokvol en het was er
snikheet, zo zelfs, dat hier en daar zak
doeken te voorschijn werden gehaald.
Buiten scheen het te vriezenMerk-
Mr dr Hugenholtz vanavond JE
voor de radio
Mr dr W Hugenholtz zal vanavond in
zijn functie van voorzitter der Wereld
liga voor dierenbescherming spreken
voor de AVRO-microfoon. De uitzen
ding heeft plaats van 8 uur tot 8 15 uur.
Aardig was ook de paardentram! Van de Leidse paardentrams is niet
een origineel exemplaar overgebleven. Deze Rotterdamse doet er ech
ter sterk aan denken. De R.E.T. exploiteerde trouwens ook
eenmaal de Leidse.
Foto's van 3 October
N. van der Horst
vorderde ook. De bekende familie was
dan ook weer bijeen. De Timdelerclub
had een programma van ui en peen
ramen gesteld Een nieuw repertoire met
veel bekende klanken Het bevatte to
neel, muziek en zang. Na de pauze werd
de klucht „Leer om leer" ongevoerd
Het slot was zeer spectaculair
De voorzitter, mr dr Geelkerken,
dankte alle medewerkers har -tijk voor
hun werkzaamheid!. De dank van de
zaal bleek niet minder groot te zijn. Dit
kwam al vroeg in de avond tot uitdruk
king, want verscheidene nummer*
moesten worden gebisseerd.