56ste vienng massale drukte-juichende herfstdag Tienduizenden pottenkijkers langs Leidens straten Voor de 24ste maal leidde de heer Mens de koraalmuziek nieuwe leidsche courant donderdag 4 october 1951 Optocht zonder centrale gedachte Het jubileunigerecht, dat de 65-jarige 3 October-vereniging heeft klaar gestoomd en „Leidse hutspot" heeft genoemd de grote optocht zal de Leidenaars ongetwijfeld hebben gesmaakt. Zeker heeft het gezegde „Wat de boer niet kent, dat eet hij niet" gistermiddag niet gegolden. Want vast staat, dat het merendeel van de toeschouwers alleen heeft genoten van wat het oog te zien kreeg en dat velen de betekenis er van niet begrepen. Het opmerkelijke verschil tussen deze „hutspot" en de optocht van vorig jaar was, dat toen „grote stukken" waren te bewonderen, terwijl nu deze welis waar niet ontbraken, maar toch slechts een afwisseling waren van enorme aantallen pages, lijfwachten, studenten, burgers, boeren en buitenlui en wat dies meer zij. Reeds enkele uren tevoren vormden op 12 Januari 1807 bij de Steenschuur duizenden meer dan vorig jaar! de weg, die de .Leidse hutspot" in het bin nenste van het oude Leiden zou volgen, om te worden „verteerd" door het hon gerende pulbliek. Beroepskrachtpatsers. de lucht vloog, hetgeen 151 personen het leven kostte, was de volgende „bladzijde". Lui achteroverleunend in een rijtuig zat de luitenant van de mare chaussee wel wat anders dan we nu „Wie hier binnentreedt, late alle hoop varen... zweetkamertje in de optocht. Het studenten- paard kwam ook dit uitgebreide gezel schap thans een bezoek aan Leiden brengen. „De Post" blies de diepe indruk, die de kruitschipramp eventueel zou hebben achtergelaten, weer weg en bracht de kijkers in de stemming voor de volgen de groep: de vrijwillige jagers der Leidse hogeschool in de veldtocht tegen de Bel gische opstandelingen (13 November 1830 14 Augustus 1831). De Leidse Jagers behaalden lauweren tijdens de tiendaagse veldtocht. Daar kwamen zij aan, in gloednieuwe unifor men mooier dan toen. „Liniks! Links!" riepen de manschappen, die werden voorafgegaan door hun bevelvoerders, een hoornblazer en een officier van ge zondheid, waarvan de namen nog bekend zijn. Twee marketentsters sloften met hun vaatje jenever achter de soldaten aan een vocht, dat de moderne sol daat gelukkig niet meer zo direct bij de hand heeft. Een succesnummer was de Japanse tuin Nippon, die in 1844 werd gesticht door prof. Von Siebold. Enkele hoge gasten kwamen deze prachtige tuin bezoek brengen. Japanse meisjes op rondom de praalwagen, gestoken kleurige exotische kleedjes, zorgden voor de mysterieuze sfeer. De wagen zelf was een proeve van tuinarchitectuur: een theehuisje omringd door prachtige Japanse bloemen, een pittoresk brug getje. Japanse meisjes met spleetoogjes en geblankette wangetjes. Boeieti tei markt De harmoniekapel „T en D." stemde de mensen weer nuchter, wat maar was ook, 'want de zakelijke Rijnlandse boeren en boerinnen zouden op Vrijdag in Leiden ter markt gaan. Maar voor het zover was, bracht de familie Kegge (1840) figuren uit de „Camera Obscura" een bezoek aan Leiden. En met hen kwamen nog enkele andere personen uit het bekende boek Nicolaas Beets ten tonele- De boeren deden dit met andere t tuigen, zoals een sjees, dogcar, kaasbrik (kom op Vrijdag eens in de Narmstraat kijken), een buggy. Natuurlijk, ware mannen en vrouwen in originele kleder drachten. Toen volgde het „zweetka mertje", waarin de studenten wachten voor en na hun geestelijke „operaties' door de hooggeleerde heren. Deze schre- muzikanten en wat er zich voor uit geeft zorgden voor de hors d'oeuvre- Deze was soms niet smakelijk, maar men neemt haar met een korreltje zout. Hoe wel op het eerste gezicht grappig, maar bij enig nadenken wrang, was de „ko mische" voorsipijs tegen het verbod van de politie in waarbij een aap voor geveltoerist speelde en vervaarlijke sprongen naar de rug van zijn baas moést maken. Hulde aan de dame, die de aap troostte met een banaan...... Terwij'l enkele motoragenten ,J>aan- vegertje" speelden, schoof de stoet voort. Het begin was zoals gebruikelijk statig. Rijtuigen met de notabelen, afge wisseld door herauten en een erewacht te paard met het vaandel van de 3 October-vereniging, de muziekcorpsen „Werkmans Wilskracht" en ,,Nieuw Toen ging het Leidse geschiedenisboek open: 20 Januari 1795, een vrijheids boom vrijheid, gelijkheid en broe derschap. Dansende en springende bur gers en burgeressen. Een schrille stem: „Leve de Franse soldaten". En die wa ren er ook bij. te voet en te paard. Blauwe en rode uniformen droegen ze. Voor hen was de naam „sans culottes" (gelukkig) niet van toepassing, al school daar een historische onjuistheid. Zo trokken de Fransen Leiden weer binnen. De groep beeldde niet uit al 't leed, dat in die jaren is geleden, toen de vrijheid in de persoon van Willem V naar Enge- gewend zijn. De ramp zelf werd gesym- land was uitgewekenWel mikten de boliseerd door een zeer geslaagde Franse soldaten af en toe op de toe- gen: een schip met een vlammende schouwers en met wat fantasie kon men en de vuurduivel aan boord. De sympa- hieruit het werkelijke doel van, hun.thieke koning Lodewijk Napoleon, een komst afleiden: veroveren. I broer van de veroveraar Bonaparte, Krnit<srhirt sP°e^e in een calèche naar de fViUiISCXiiP| rarnp_ met an^ere hoogmogende heren Het kruitschip van Adam van Schie,en doktoren, om hulp en troost te bie- geladen met 37.000 pond buskruit, dat den. Te paard reisde men in 1807, te De familie Kegge van 1840 bleek sterk verwant aan de familie Reitsma van 1951 Suze Noiret incluis. Ziet Jan Adam er niet echt „Indisch- rijk" uit? Azor en Mimi waren ook van de partij. Zijp en J. J. Roman, die ouwe tijd inderdaad een dergelijk lang- genoeglijk vervoermiddel bemanden. Muziek bracht weer de R.K. Leidse Harmonie, waarna de studentenmaske rade begon, waarin men kon ontdekken Willem III, koning van Engeland en een overweldigend aantal personen met wel luidende namen, die in ouderwetse cos- gestoken. ruiters en aller lei soorten soldaten, De „gouden" koets 1905 in Engeland gekocht voor een maskerade, die het Leidse studenten corps toen hield. Het paukenpaard volg- De genoeglijke, zij het hier en daar wat langdradige optocht werd besloten door het Chr. tamboer- en pijpercorps „Kunst en Genoegen", waarvan de leden alleen al opvallen door hun lichtblauwe uniformen en typische petten!. b optocht-1951 „Leidse Hutspot" inderdaad een hutspot, of nog liever: aaneenschakeling van kleine optocht- jes, zonder dat een centrale gedachte overheerste. Dat was ook niet de bedoe ling. Er werden slechts grepen in de Leidse historie gedaan. Goede grepen! En de uitvoering, vooral de costumering, was niet minder goed. Hoe het in de stad van Leiden was „Moeder help". Een angstige kreet om hulp verdwaalde in het geroes op de Beestenmarkt. Mijn bloed stolde. Maar hoe ik mijn hoofd ook wend' of keerd' ik kon de kans van mijn leven om mijn heldenmoed te tonen nergens ontdek ken. Toen zag ik waar ik zijn moest. Ik keek recht in het spottende gezicht var een snuisterijenverkoper. Die angst schreeuw maakte zijn reclame uit, zijn trek op het schuifelende volk. Ik wou hem kwaad aankijken, maar hij zag mij Niet dat ik bang ben, maar ik achtte hei raadzamer, mijn voeten over het pa- lingvellentapijt de Steenstraat in te laten glijden. Bij de vulpenverkoper was ik alles al weer vergeten. Deze m< gemeen boeiend. Hij was een virtuoos redenaar, een psycholoog verste vuurwater. Als iedereen iedereen aan hing te kijken, stak hij één of ander timide mannetje een pen onder de neus Die voelde dan alle psijchische zekerhe den wegvloeien. Een blik vol wanhoop liet hij nog rondwaren, maar de schare keek vol verwachting naar hem. En der het zetten van een paar „toe dan maar"-lippen ging de portemonnaie het achterzakje en het geld uit de por temonnaie. Zo van de Steenstraat tot de Stations weg heb ik maar een paar keer iemand op de tenen getrapt. Drieëndertig keer. Meer niet. En al die tijd heb ik geen- palingboeren gezien, tweeën met z'n vieren. Ik zeg, de hele zaak 200 centen, daa 1 Er zat eensoort stop van Ternaayen in de Breestraat. Die stop teerde op de muziek van een piano op de stoep der sociëteit. Een piano, die later werd gevuld met een éénmans-orkest en hoed met bellen. De studenten werden jolig van al die muziek. En ze werden er ondeugend van. „Ben jij Abe?" vroeg een beneveldi „Ja", zei ik, en toen ik haastig doorliep, gaf ik per ongeluk een mooie voorze met een sinaasappelschil aan een dikki dame, die een hoge zijden op haar blond heid droeg. Die sportieve uitval bewoog mij de electro-hoist te gaan proberen. Ik stelde met een, mikkend oog de kraan, peuterde een dubbeltje in de gleuf keek naar de grijper, die zacht zoemend door het glazen kastje draaide. Ik moet volgens de kraan kinderachtig gekeken hebben, want hij liet een doosje in de rolbak vallen met deze woorden: „Glaco Latex Rubber speenis zeer duur zaamook na veelvuldig steriliseren. Deze speen staat onder controle van Nederlandse Bond tot Bescherming i Zuigelingen en Kleuters" Het was weer een 3 October, die wezen mocht. MANUS Deze foto illustreert wel op bij zondere wijze de mening, dat de koraalmuziek een van de mooiste gedeelten van, het Drie October- programma is. Het aantal schouwers was buitengewoon groot, zowel in het park als op de Steenschuur. En niet te vergeten: de bootjes onder de treurwil- 271, waar de zon doorheen speel de. Politie opende feestdag de Toen precies om zeven uur het Lcids politie-muzickgezelschap onder leiding de heer Dik Anderson het Wilhelmus deed klinken over het Stadhuisplein, be loofde een bleek-blauwe hemel een schit terende Drie October-dag aan de honder den, die al op de been waren om te luis teren naar de liederen. Het is ons opgevallen, dat dit jaar veel meer Leidenaars zeer vroeg waren dan voorheen. De massale uitdeling van ha ring en wittebrood was hieraan onge twijfeld niet vreemd, hoewel de belang stelling voor de muziek van de politie hierdoor ook zeker niet te lijden heeft gehad. De nummers werden weer vlot gespeeld en na afloop kon ieder zeggen, dat de politie, wier taak op een dag als deze toch al zo uitgebreid is, het feest op waardige wijze had geopend. Technisch stond de uitvoering ook op hoog peil. Het is altijd weer leuk, deze groep ge- uniformde mannen op het achterbordes het stadhuis te zien blazen. Zij zelf zijn al in staat de mensen uit de slaap de nacht en de frisheid van de herfstmorgen los te doen komen, laat staan hun muziek. Het peil van de zang kan worden opgevoerd! WE HOORDEN ergens fluisteren, dat de heer Leo Mens dit jaar voor de 25ste maal de koraalmuziek zou dirigeren. Na afloop stelden wij ons met hem in verbinding om er naar te vragen. „Ze hebben mij verteld, dat het nu de 24ste keer zou zijn, maar weten doe ik het niet. In ieder geval is 25 jaar zeer twijfelachtig". Toch zal men er goed aan doen, volgend jaar er op te letten, dat de heer Mens dan 25 jaar de koraalmuziek heeft geleid. De heer Mens is van de koraalmuziek echter niet alleen de dirigent, maar ook de verzorger. Hij doet dit werk niet om bij het Drie October-feest ook als orga nisator en uitvoerder te blinken. Het is hem zeer lief. De mening, dat de koraal muziek een van de mooiste punten van de dag is, deelt hij dan ook volkomen. Wij hebben de heer Mens ook nog ge vraagd, of hij elk jaar zo ongeveer de zelfde zangers en zangeressen onder zijn dirigeerstok heeft. Hierop kon hij tot zijn blijdschap ontkennend antwoorden. „Je ziet steeds nieuwe gezichten. Ik kan zeggen, dat het altijd crescendo is ge gaan" Waarin echter nog geen verande ring is gekomen, dat is het bezoek aan de generale repetitie in het Waaggebouw. Dat moet groter worden. Er zijn er, die gemakkelijk denken: Op 3 October zing ik toch wel mee. Maar de heer Mens is er van overtuigd, dat het peil van de zang kan worden opgevoerd, als allen op die repetitie komen. Zij is leerzaam genoeg! Wij geven de Record aantal pelgrims naar de hutspot Lakenhal boekte ongeveer 3200 bezoekers DE TRADITIE om op 3 October naar de Lakenhal te trekken en daar de relieken van het beleg en ontzet te gaan bekijken is al heel oud. Zelfs was zij' vroeger een van de hoogtepunten van het feest. Rondom 1900 wer den er nl. nog geen grote gecostumeerde optochten gehouden; hoogstens trok men wat door de stad met versierde wagens, vooral ten pleziere van de kinderen. Toen de grote optochten in trek kwamen, bleef de Lakenhal des middags leeg. Na enige jaren op 3 October gesloten te zijn geweest, werd het museum opnieuw opengesteld, nu echter in de morgenuren. En dat bleek een succes. Met vreugde vatte men de oude traditie weer op. Het getal naar de hutspot pelgrimerenden groeide jaarlijks en bereikte deze keer het hoge cijfer van rond 3200 bezoekers. Op sommige momenten werd er voor de ingang aan de Oude Singel gewoon weg een queue gevormd. Een wat won derlijk gezicht, wanneer Ihet om een his torisch museum gaat, waar men op werk dagen een kogel doorheen kan schieten. Binnen werden de stromen bezoekers keurig geleid door borden, die een ef ficiënt één-riohting-verkeer bevorder den. Zo bestegen de traditie-getrouwe Leidenaars en een groot percentage van de zeer talrijke niet-Leidenaars, die gis teren in de stad waren, de monumentale trap, waar „het schilderij van Van der Werff" thans is opgehangen, om na enige minuten in passende bewondering voor het doek te hebben verwijld het gezellige krakende trapje naar „Het Pa viljoen" te beklimmen en de geschiede nis van Leiden te gaan bestuderen in de gemoderniseerde ruimten, waarop de di recteur van de Lakenhal na de recente vernieuwingen terecht zo trots is. De afdeling bracht de bezoekers als vanzelf in de „Grote Pers", de mooie, grote zaal, waarin toen de Lakenhal nog zetel van de lakenhandel was, 't gekeur de laken werd geperst en in de tijd, toen Leiden na de brand van 1929 geen stad huis meer bezat, de „deftige" huwelijken werden gesloten. Sommige bezoekers hadden daar blijkbaar een levendige her innering aan. Bijzondere aantrekkingskracht ging ook uit van de kleinee volledig ingerich te vertrekjes van de Lakenhal, zoals de staalmeesterskamer en het kamertje van het bierbrouwersgilde. De een vond ze „snoezig" en de ander zei met eerbied in zijn stem: „Dat is al honderden jaren Aan die laatsten was de Lakenhal nog het best besteed, al moet men het met die „honderden jaren" nu niet zo nauw nemen Deze lieden behoren tot degenen, die beslist nog eens teug komen, of zich dat in ieder geval hebben voorgenomen. Want de Lakenhal heeft op deze morgen wel de beste reclame gemaakt, die denk- Het aardigste van alles was. dat me nigeen de hutspot niet vinden kon, voor al kinderen niet. Die hadden zich zo'n soort ketel voorgesteld, waarvan de menseneters gebruik maken, als ze hun diner in gereedheid brengen. Tenslotte is men er maar toe over gegaan om een papier met provisorische blokletters bo ven de kleine ronde pot aan de muur te prikken. Het stond niet zo netjes, maar wat doe je al niet om een kind niet te leur te stellen.... „Leidse Hutspot" bleek ook een originele stoom-brandspuit te bevat ten, zoals die omstreeks 1890 in gebruik was. i den te voet en gestoken in zwarte paarse en purperen toga's achter de martelcel aan, gevolgd door een slenterende massa studenten. De groep stelde het 300-jarig bestaan van de universiteit in 1875 De trait d'union naar de volgende „pagina" was de Chr. muziekvereniging „Concordia" en bevatte een charmante advertentie, namelijk van de 3 October- vereniging De praalwagen bestond uit een figuur, samengesteld uit rode en witte dahlia's. Mail-coaches met jonge lieden symboliseerden de jeugdige moed en het vertrouwen in de toekomst en dienden als een aansporing om toe te treden tot deze echt-Leidse vereniging. Tussen twee haakjes: wist u. dat de jaarlijkse optocht altijd een verliespost voor de 3 October-vereniging betekent? Hosselemie Zeer spectaculair was de brandspuit, die in vroeger jaren werd bediend door de weesjongens. Luid toeterend beduid den zij de mensen uit de weg te gaan; er viel immers een premie te verdienen- De oude stoomspuit moest op zijn oude dag nog een echt vuurtje in zijn maag verdragen We springen over op het jaar 1900 en nemen de paardentram, 't Was een Rot terdams exemplaar dat men nu zag. De bestuurders waren de heren Toon van Limonade en een stoeltje Ondanks het feit, dat de route van de optocht dit jaar aanmerkelijk bekort werd, was het toch een hele rek voor de deelnemers tot aan Oud-Hortus- zicht, waar gerust zou worden. Geen wonder dan ook, dat de schilddragers met een zucht hun last tegen de muur zetten en voorzichtig vegend langs hun geschminkte gezichten de lommerigke tuin insjokten. Daar zochten herauten en pages, Biedermeier-dames en -heren, hoogleraren en studen ten, edellieden en burgers, Japanse meisjes en Leidse weesjongens een kwartiertje rust en lafenis. We zagen de familie Kegge, compleet met Henriëtte en twee windhonden op wankele stoeltjes zitten. Mevrouw Kegge drenkte de kleine windhond, die wat amechtig op zijn etherische pootjes stond te hijgen en Jan Adam Kegge had zijn hoed afgenomen en veegde I het transpirerende hoofd met een grote neusdoek I Een wonderlijk gezelschap, daar onder I het al geel wordend lover van de oude tuin: vijf geslachten uit de 19de eeuw bijeen in een onwerkelijk samenzijn. De twintigste-eeuwers die aan hen leven gaven, konden zich niet helemaal ver stoppen achter het wezen van die gestal ten uit het verleden. En toch waren zij met hun wijde rokken en grote mutsen, hun nauwe broeken en hoge sjako's ook niet meer helemaal mensen van deze tijd. Zij voelden het bijna allemaal, de een wat minder vaag dan de ander, maar zij bespeurden het. Dat zag je aan het Biedermeier-meisje, dat sportief haar wijde rok opnam, om vlug door te lopen, maar op een gegeven moment bedacht, dat zij sokjes en schoenen met spek- zolen aan had en geen vijf zijden onder rokken en hooggehakte fantasieschoen tjes. En dat bespeurde je bij de (een beetje te grote!) koning-stadhoude Willem III, die verlegen met zijn figuur naar een consumptie-bonnetje of zoiets stond te zoeken. Overigens amuseerden de deelnemers wel alle bekend, makkelijk. De Chr. muziekvereniging .Concordia", onder leiding van de heer 3. van Bruggen, verleende medewerking. Om kwart over 8 zond de N.CR.V. een gedeelte van de uitvoering uit. Wij waren ook in de gelegenheid even naar de radio-uitzending te luisteren. Juist bij het toestel vallen de fouten in de regel zo goed op. Ook gistermorgen. Plechtig was weer het ogenblik, toen de burgemeester een krans hechtte aan het standbeeld Van der Werff, een krans de kleuren rood en wit. Een klein ar toch altijd sprekend bewys van e eerbied voor de man, wiens hart in alle tegenspoed standvastig bleef. En in hem die allen, wier namen niet in de an- naleh geschreven staan. zich uitstekend met belangstelling naar eikaars rol te informeren. Een heraut met een sigaret achteloos tussen de lip pen tikte een mager meiske met een brood op de schouders: „Wat moet jij met dat brood? Moet je dat ergens afge ven?" Het meiske wist het niet, alleen, dat het bij haar rol hoorde. En wat ver der vertelde een dame met wijde rokken en een flesje limonade met een rietje in de hand, dat ze maar blij was, niet altijd met hoepelrok en luifelhoed te moeten lopen. Wat allemaal niet belette, dat schoi mei en draaimolen grote trekpleisters waren en menig aardig tafereeltje ople verden. „Ha, Kinschot Na een klein uur echter was het ge hele gezelschap weer in vorm en trok men verder langs de Witte Singel. De burgemeester en zijn echtgenote waren bij het begin van de pauze met hun rijtuig door gereden en bekeken de stoet nu van het balcon van hun woning op nr. 32 af. Mevrouw Van Kinschot had nog steeds haar bouquet rode en witte anjers in de arm en knikte en lachte vrolijk naar de deelnemers. De burge meester wuifde joviaal terug, hoogwaardigheidsbekleders (echte on-echtehem sierlijk groetten En dat deden bijna allen. De Leidse burgers er burgeressen uit 1795 danste voor de bur gemeesterswoning een extra dans rond de vrijheidsboom, de student in het zweetkamertje veegde nog dieper in zijn boordje, en een cartouche-drager, verheugd de burgervader daar zo vol be langstelling te zien staan, riep spontaan naar boven: „Ha, Kinschot!" en zwiepte ontdaan over eigen stoutmoedigheid be leefd en sierlijk door de knieën gende Leidenaars in overweging de heer Mens volgend jaar, als hij zijn Drie Oc tober-jubileum hoopt te vieren, in ieder geval een geschenk aan te bieden in de jrm van méér bezoek aan de repetitie. Er werden acht nummers uitgevoerd. (Advertentie) Waai is uw hoge hoed dan Dat zo iets nu de heer W. van der Laan, ere-voorzitter van de 3 Octo ber-vereniging moest overkomen. Hij begaf zich Dinsdagavond na de ont hulling van het carillon naar het Van der Werffpark. toen hij op zeker ogenblik door de politie werd tegen gehouden. Het publiek had daar al een gesloten haag gevormd. „Waar is uw kaart?" „Die heb ik niet", ant woordde Van der Laan, ,.maar ik ben oud-voorzitter van de 3 October- vereniging". „Waar is uw hoge hoed dan?", vroeg de agent- „Die zal ik morgen wel opzetten". Na dit vraag gesprek gelukte het de heer Van der Laan toch. op de plaats van bestem ming te komen Overigens heeft niet alleen hij moeite moeten doen. De pers bij voorbeeld werd zelfs in een soort gevecht gewikkeld, voordat het puibliek bereid was haar door te laten Feestavond C.O.V.: warme ui en peen Als drie October in zicht komt, be gint ook de Christelijke Oranje-Vereni ging aan de organisatie van een feest avond te denken. Wij geloven, dat deze avond het bestuur niet veel hoofdbre kens kost, omdat men de beschikking heeft over een gezelschap, dat iets goeds weet te bereiden. Dat gezelschap is de Timdelerclub, die haar naam gister avond in de Burcht weer eer heeft aan gedaan. De zaal was tjokvol en het was er snikheet, zo zelfs, dat hier en daar zak doeken te voorschijn werden gehaald. Buiten scheen het te vriezenMerk- Mr dr Hugenholtz vanavond JE voor de radio Mr dr W Hugenholtz zal vanavond in zijn functie van voorzitter der Wereld liga voor dierenbescherming spreken voor de AVRO-microfoon. De uitzen ding heeft plaats van 8 uur tot 8 15 uur. Aardig was ook de paardentram! Van de Leidse paardentrams is niet een origineel exemplaar overgebleven. Deze Rotterdamse doet er ech ter sterk aan denken. De R.E.T. exploiteerde trouwens ook eenmaal de Leidse. Foto's van 3 October N. van der Horst vorderde ook. De bekende familie was dan ook weer bijeen. De Timdelerclub had een programma van ui en peen ramen gesteld Een nieuw repertoire met veel bekende klanken Het bevatte to neel, muziek en zang. Na de pauze werd de klucht „Leer om leer" ongevoerd Het slot was zeer spectaculair De voorzitter, mr dr Geelkerken, dankte alle medewerkers har -tijk voor hun werkzaamheid!. De dank van de zaal bleek niet minder groot te zijn. Dit kwam al vroeg in de avond tot uitdruk king, want verscheidene nummer* moesten worden gebisseerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1951 | | pagina 3