- mm VOGELTREK Een verdeelde Wereld en een verdeelde Kerk de vrees.... 4 P PARTIJ J een kwaal, waarvoor moeilijk een therapie is aan te wijzen JA, ditmaal ga ik feitelijk mijn boekje te buiten, want het woord „Partij" zal men in onze Statenverta ling niet vinden. Niettemin geloof ik dat ik erover spreken moet omdat het begrip, dat door deze uitdrukking wordt gedekt, voortdurend een rol speelt, zij het dan ook een heel negatieve en tries te rol. „Partij" is verwant aan net La tijnse „pars". We kennen net ook op een andere wijze als de hier-bedoeldc jrklare ander sinaasappel mag opeten, zeggen: een deeltje van het geheel. Maar wanneer in de Bijbel van zulke partijen binnen het geheel van Israel of van de Kerk sprake is, betekent dit meteen dat de aanhangers van dat deel tje het geheel kwijt geraakt zijn en nog alleen aan zichzelf kunnen denken. Ze vereenzelvigen eigen opvattingen en be schouwingen met de zienswijze welke het geheel dient te bezitten, en ze zijn voortdurend druk in de weer om elke andere gedachtenreeks te bestrijden. Kortom: hun eigen deel bant de andere delen uit. Om maar met een voorbeeld te begin nen: het Jodendom in de dagen van Jezus' omwandeling kent allerlei van zulke absolutistische partijen. Ze zijn dan zelfs volstrekt geen nieuwigheden, maar al eeuwenoude groeperingen, die uit on- (Vervolg van pag. 1) NEDERLANDERS OP DESJIMA krijgen en de Japanse handel der Ne derlanders over te nemen. Doeff slaag de er in, deze Britse aggressie-pogingen teniet te doen, zodat Sir Thomas Stam ford Raffles zijn plannen niet tot uit voering kon brengen. Ook de Japanse autoriteiten hielden zich ernstig met die Britse pogingen bezig en wonnen her haaldelijk bij Doeff advies in omtrent de wijze, waarop Japan moest reage ren. Dit deden zij ook, toen in de Ja panse wateren een Russisch oorlogs schip verscheen, welks commandant, opdracht had, te eisen, dat voortaan ook de Russen handel op Japan zouden mo gen drijven. Ook de Russische poging faalde. Japan achtte het tijdstip om te breken met zijn afsluitingspolitiek nog niet gekomen. Hieraan is het toe te schrijven, dat Cock Blomhoff, toen hij in 1817 de leiding der Hollandse facto rij overnam uit handen van Doeff, nog niet te maken had met buitenlandse concurrenten. OHicïéle peiiode Van 1817 tot 1858 lag de Japanse han del van Nederland in handen der Neder landse regering. Reeds in de jaren twin tig der vorige eeuw rekende men in of ficiële en handelskringen in ons vader land met de mogelijkheid van ingrij- Ïende wijzigingen op het stuk der serd zijn apanse buitenlandse en binnenlandse folitiek. Het factorij-„opperhoofd", C. Meylan, zond hierover uitvoerige rap porten naar Nederland. Ondanks die mogelijkheid en ondanks de pogingen der Nederlandse Handel-Maatschapoij de Japanse handel in handen te krijgen, bleef hij regeringszaak. De Han- dej-Maatschappij werd de commission- nair en vrachtvaarder der Nederlandse regering. Pas na 1858 kon de N.H.M. met een eigen handel op Japan begin- Toen Japan eindelijk de beslissing nam, zijn politiek van isolement niet verder te voeren en het land geleide lijk aan vrijgegeven werd voor de on derdanen van andere staten, genoten de Nederlanders in Japan veel vertrouwen. Lang was de Nederlandse taal de „di plomatieke" taal bij onderhandelingen tussen de Japanse regering en andere 6taten. Het eerste Japanse oorlogsschip werd op een Nederlandse werf gebouwd en naar aanleiding hiervan kwamen Ja panse marine-officieren naar Holland om hun studiën te voltooien. Twee voor name Japanners kwamen tegelijkertijd naar Leiden om daar staatswetenschap pen en economie te studeren. Zij wa ren de eerste Japanners, die naar Euro pa gingen ter voltooiing hunner uni taire studie! De geschiedenis der Nederlanders in Japan komt een eervolle plaats toe in het „Boek der Betrekkingen tussen Oost en West". De Nederlands-Japanse relaties waren in voorbije eeuwen van grote betekenis en boeien nog heden de weetgierige mens. De bloeiperiode valt handels- en zeemogendheid vat een periode van ruim 250 jaren, waar. in een levendige uitwisseling van koop waren en beschavingsgoederen plaats vond. Een juist begrip der Japanse geschiedenis vooronderstelt kennis der functies, die de Nederlanders in en t?" aanzien van Japan in de pe riode 1600 1850 vervulden. Nu Japan bezig is. zich snel te herstellen van zijn nederlaag in 1945, en naar alle waarschijnlijkheid binnen afzienbare tijd weer als grote mogendheid zal op treden, was er alle aanleiding, de Ja pans-Nederlandse betrekkingen in de loop der tijden door het venster der eeuwen te bezien. bereikbare hoogte neerkijken op de an deren. Daar zijn de Farizeën, de men sen, die zich hebben afgesplitst van de grote, onnadenkende massa. Ze zijn ontstaan toen nauwgezette wettische vromen uit de ballingschap terugkeer den en in Palestina een "heffe des volks" aantroffen, die het zo nauw niet nam met Gods geboden. In Jezus' dagen jS uit een goed-bedoeld en volkomen begrijpe lijk isolement een partij gegroeid, die weigert om zelfs maar met gewone mensen te spreken of met hen op te lopen Ze kunnen elkaar wel met een eerbiedig "Broeder" aanspreken, zoals ze zo graag doen, maar de grens van hun partij vormt ook de grens van elke broederschap. Daarbuiten liggen de men sen, die de wet niet kennen als vreem delingen en buitenstaanders, waar je zelfs geen gedachte aan ijdt. En er is feitelijk niets ergers denkbaar dan om zoals Jezus deed het gezelschap van zondaren, hoeren en tollenaren te zoeken en met hen gezamenlijk te eten. De partij is alles. We moeten niet denken, dat deze Fa rizeën overigens zo bijster slecht waren. Integendeel, als het spraakgebruik van onze dagen hen afschildert als een groep gluiperds en verraders, dan mistekent het hun innige liefde tot wezenlijke vroomheid. Zij hadden alles ervoor over om de wet des Heren na te komen. Daarvoor hebben ze zelfs in menig ge val hun leven geofferd. Het past ons dus allerminst om hen onoprecht te noemen, en wanneer Jezus hen "huichelaars" eigenlijk staat er „comedianteu, to neelspelers" heet, dan tast Hij daar mee heel iets anders aan dan de toeval- vallige omstandigheid dat één hunner bewust door eigen wangedrag zijn leer omverwierp. Jezus' toorn gaat veel die per; zij richt zich tegen het wanhopige misverstand dat een partijschap de waarheid in pacht meent te hebben, ter wijl ze altijd weer een partijschap van zondaren is. Jezus veroordeelt hen om dat hun schone schijn hen de ogen heeft doen sluiten voor eigen innerlijke ver lorenheid. En juist deze verblinding leidt tot partijvorming. Alleen mensen, die onbekend zijn met hun eigen hart en schuld kunnen partijen vormen echte, overtuigde zondaren zullen daar nimmer toe overgaan. p R zijn nog heel wat meer partijen J-* in Jezus' dagen. Ik noem de Sad- dueeën. Terwijl de eerste groep alleen maar van de Wetsrollen wil weten en de cultus bijkomstig acht, zweert de tweede juist bij de Tempel. Geen wonder, ze bestaat uit de mannen van de hoogste priesteradel. die opgaan In hun diensten en die tegelijk natuurlijk al het mogelij ke doen om die Tempel tegen elk ge vaar van buitenaf te beschermen. Dat betekent meteen dat de Sadduceën enerzijds een soort tempelpolitie met tempelbelastingsambtenarij vormen en dat ze anderzijds graag te vinden zijn voor een gematigd vriendelijke omgang met eventuele overheersers. En deze ',Wj finantiële bemoeiingen brengen dan mede dat ze vrij ongeïnteres- ,de leer", speciaal ten verde wijze van boekhouding, zo hechten ze ook aan de „oude leer", zonder die overigens te beleven. Ook voor hen geldt daarbij dat ieder, die buiten hun krin gen staat, er weinig of niets toe doet. Ze kunnen daarom wel tijdelijk met an deren samengaan, doch dan betekent dit enkel een belangengemeenschap te genover aggressieve buitenstaanders. Gelijk Farizeën en Sadduceën het een maal eens geworden zijn tegen Jezus. Aan dit tweetal zouden nog verschil lende anderen zijn toe te voegen. De Essene'n, een weinig talrijke secte met een strenge ascese. De Zeloten, die maar één ding begeren: de verdrijving der overheersers. De Schriftgeleerden met hun eindeloze, splinterige tekst-uit- eenrafeling. Maar we streven hier niet naar een volledigheid, welke belangstel lenden uitvoerig kunnen vinden in dat meesterlijke werk van Derk Johan Baar slag, De Bijbelse Geschiedenis in de om- lijsting van de Historie van het Oosten. Ons korte overzicht volstaat om iets van het wezen der Joodse partijen te onder kennen. HET benauwende is nu evenwel, dat met de geboorte van de Kerk dit verschijnsel niet wegzinkt, maar na kor te onderbreking opnieuw te voorschijn komt. Het Nieuwe Testament is daar vol van. Paulus verhaalt hoe in de ge meente van Corinthe allerlei groeperin gen worden gevormd, die zich noemen naar hen. die hun het Evangelie verkon digden of zelfs zich als „Jezus-partij" aandienen. Er zijn splitsingen, scheidin gen, schismata en telkens is het gevolg een nieuwe „weg" met eigen inzichten en klemtonen. Dit alles verdriet Paulus uitermate. Hij begrijpt het enerzijds volledig: de Geest stort zo'n rijkdom uit over de gemeente en werkt met zo verschillende gaven dat de ene gelovige wel in een Andere richting getrokken moet worden dan zijn medebroeders en zusters. Maar anderzijds toornt hij tegen dit alles: „want gelijk het lichaam één is en veel leden heeft, en alle leden van het lichaam hoe vele ook één li chaam vormen, zo ook Christus.." En deze toorn wordt nog veel sterker wan neer de partijschappen er hun eigen pri- vé-leer op na houden, en bepaalde stok paardjes berijden. Want dat verraadt dat het accent verlegd is; dat men niet meer verwonderd staat over Gods ge nade en barmhartigheid, maar dat men Gij, die de jaren kent, de dagen aller jaren, de eeuwen eender weet en kent het kleinst verdriet, de stormen le\dt en brengt ze tot bedaren, de pyramiden en de kleine rietvink ziet; Gij, die de vogels voedt en grazen doet de schapen, de wolken varen laat en in hun vlucht ontmoet, de kind'ren ziet, die beukennootjes rapen, de blauwe bergen verft uit al Uw overvloed; Gij, die de tuinen tooit en beken laat ontspringen, de nachten nader brengt en wenkt de dageraad, de bloemen doet uit kleine knoppen dringen, de vossen holen geejt, de spin haar spinnedraad; Gij, die de weiden breed en wijd maakt al de stromen, het water overvloeit met zingend zonnelicht, de meeuwen maant om aan ons raam te komen, de leeuwerikken roept en de gewassen richt; Gij, die de rotsen schiept en daarin alle spleten, de golven stuwen wilt en drijft ze verder voort, en weet, hoe, dieper, alle vissen heten, ze hebben immers zelf hun naam van U gehoord; Gij, die de hanen hoort en al de nachtegalen, de harpen geeft en 't orgel Uw geluid, de tijden tilt en weegt in Uwe schalen 5 o, drijf de vrees van alle harten uit! GOOS KAMPHUIS. als vanouds overtuigd gaat raken van de waarde van eigen opvattingen en in zichten, blind en doof voor de werke lijkheid van het eigen zondige hart. Hoezeer Paulus zich ook te weer ge steld heeft tegen die partijvormingen, de Kerkgeschiedenis tot op onze dag is er om te bewijzen dat hij deze strijd verloren heeft. Daarmee is een ramp gebeurd waarvan niemand de schade begroten kan. Millioenen wijzen de Kerk af omdat er kerken zijn. Ze komen met het pp zichzelf te goedkope gezegde aan dat die kerken eerst zelf het eens behoren te worden, eer zij er zich mee in laten. In het allerbeste geval vormen ze er nog ten nieuwe partij bij waar aan ze dan een of andere naam schen ken, die wil doen uitkomen dat men hier nu met een betere, naar Jezus' of Paulus' model gevormde, herleving van de oer-gemeente heeft te maken. Maar het middel is erger dan de kwaal: er is enkel een zoveelste partij aan de onaf zienbare reeks toegevoegd. En inzonder heid de jeugd laat juist om dit alles ver stek gaan bij menig kerkelijk appèl. Zij kan geen onderscheid vinden tussen een verdeelde wereld en een verdeelde Kerk. Men kan het haar niet eens bestrijden: verdeeldheid en partijschap is werelds. Het is een zweren bij het eigene en een miskennen van het feit dat wij elk stoffelijk of geestelijk bezit slechts van God ontvangen hebben om daar me de de naaste te dienen. Het is een vol harden bij de oude dwaling, dat God ons niet uit genade aanneemt maar op grond van onze eigen verdiensten. Ver diensten, die dan desnoods hierin kun nen bestaan dat we zo fel en absoluut op HET is gemakkelijker om een kwaal te constateren dan een therapie aan te wijzen. De Kerk doet denken aan een gezin, dat ontspoort. Ook in een gezin kunnen namelijk partijschappen ont staan: de jongeren sluiten zich aaneen tegenover de ouderen; de jongens kie zen voor Vader partij en de meisjes voor Moeder of omgekeerd. Op de duur treedt een dergelijke tegenstelling naar buiten, en het gezin krijgt een slechte naam omdat het 't van God ge schonken wezen van een gezin de eenheid heeft doorbroken. Wie daar in raakte, zal goed doen ijlings naar verbetering te streven, al was het enkel al hierom: leden van een verdeeld ge zin zijn niet in staat zich een weg door het leven te banen; ze staan bloot aan totale mislukkingen op elk gebied, om dat ze in hun gezin niet de sterkende en troostende krachten vinden welke een mens behoeft. Zo'n verbetering kan ech ter alleen tot stand komen, wanneer de gezinsleden bereid zijn naar elkander te luisteren en met elkaar te spreken op geen andere grond dan dat ze kinderen van dezelfde ouders zijn. In dat gesprek zullen ze moeten zoeken naar positieve waarden. Ze zullen zich moeten afvra gen wat ze voor de anderen kunnen be tekenen; niet wat ze van de anderen eisen of zelfs maar verwachten. Ze zul len moeten vechten om aan de ouders die blijdschap weer te geven, welke hen voor de Kerken genezing. ZONDAGSBLAD 29 SEPTEMBER 1951 5 Straks begint de grote bekend i lijke na; binnenkort aan de wereld maken, dat een Russisch ge it een voor ons onuitspreke- n, reeds vóór Audubon met Boerenzwaluw legt een afstand af van 9000 km. tFOOR ons mensen is 9000 km inder- daad een grote afstand, temeer daar wij ons graag vastklampen aan getal len, die bepaalde prestaties in ons dage lijks leven bepalen. Zo vinden wij het fantastisch datb.v. een straaljager meer dan 1000 km per uur vliegt, dat Fanny BlankersKoen de 100 meter in even 11 sec. loopt en dat de momenteel zo belangrijke olie leidingen in het Midden-Oosten duizen den kilometers lang zijn. Cijfers, getallen en maten, dat zijn de dingen, die wij belangrijk vinden. Maar het meest belangrijk vinden wij toch wel onze eigen verrichtingen, zo als een 40 km wandelen per dag en na het uitlopen van de „vierdaagse" voe len wij ons een „hele Piet" om maar niet te spreken van de trots, die in ons opwelt, als we buiten adem vertellen dat wij juist 200 km per fiets hebben afgelegd om ergens de zo lang begeer de vacantie te gaan genieten. Afstanden vinden we o zo belangrijk! En zo komen we aan het punt, waar het in dit artikeltje om gaat, n.l. de vliegprestaties van onze trekvogels. Weet U dat de gewone boerenzwaluw in de herfst maar liefst 9000 km af legt van zijn geboorteland Nederland naar het winterverblijf de Kaapkolonie 9000 km Zuidelijker. Tracht U eens te realiseren, dat een vogeltje van amper 15 cm groot een dergelijke afstand aflegt om in de win ter vliegen en muggen te gaan vangen boven de hoofden der nazaten van Jan van Riebeeck. Waarom vliegt die boerenzwaluw nu juist helemaal naar Zuid-Afrika? Ja, dat is nu het instinct dat ene woordje, dat wij gebruiken voor de handelingen, die het leven van het dier bepalen, voortkomend uit driften, die wij niet volgens logisch menselijke begrippen kunnen verklaren, omdat niemand in staat is de gevoelens van een dier te doorgronden. Dit wegtrekken van vogels naar ande re en warmere streken, dat wij straks weer kunnen aanschouwen, geschiedt dus instinctmatig om de koude en voed- selarmë winterperiode te ontvluchten. Nu zullen velen wellicht opmerken, dat, nu bekend is waarom die vogels wegvluchten, wij ook de gevoelens van het dier. kunnen peilen. Zo'n opmerking is volkomen juist, maar het gaat er om: hoe weet het dier, dat de zomer voorbij is, dat er een koude, voedselarme periode op komst is, en wat belangrijker is: hoe weten zij de weg naar het verre Afri ka te vinden? ..Door gewoon met de oude vogels mee te vriegen!" Stop! volkomen mis. In de meeste gevallen trekken de jon ge vogels, die de lange gevaarvolle weg nog nooit gevlogen hebben, het eerst weg. Ons logisch menselijk denken loopt dus nu wel erg pijnlijk vast. Vele ge leerden zijn er geweest, die theorieën opgebouwd hebben, zoals „kompaszin" of „zij volgen de kustlijn", maar dui zenden en nog eens duizenden vogels steken het vasteland van Afrika dwars over, zodat zij geen kustlijn kunnen volgen. Hoe men het eerder vertrekken der jonge vogels en het oversteken van Afrika weet? Aan de hand van ring- proeven. Reeds in 1803 begon de beroemde Amerikaanse ornitholoog Audubon met het systematisch ringen van vogels en constateerde dat b.v. een Amerikaanse plevierensoort op de heen- en terugreis van het Zuiden naar het Noorden in totaal *25.000 km aflegde. Ook weet men nu, dat deze vogelsoort op de terugreis nooit dezelfde weg neemt, die op de heenreis gemaakt werd, zodat ook de veronderstelling, dat zij op bepaalde punten het land schap invliegen, onjuist is. De zo simpele ringmethode heeft in de loop der jaren een schat van gege vens bijeen gebracht, waardoor men o.a. de trekweg, die de vogels nemen, vrij nauwkeurig weet. Het ringen van vogels geschiedt door het aanbrengen van een lichte metalen ring, aan de poot van de nog niet vlieg- vlugge jonge vogel. Op die ring staan de letters van het trekstation en het registratienummer. Wordt een vogjel in een of ander land gevangen of gedood, dan geeft men de gegevens door aan het land van her komst. Zo kan men dus aan de hand van gegevens, die van een bepaalde soort binnenkomen, met grote nauwkeurig heid vaststellen, hoe de weg is, die zij nemen naar het Zuiden. Ook in ons land is zo'n vogeltreksta tion het ..Vogeltrekstation Texel", waar de gegevens uit de meeste Europese landen verzameld worden; want de samenwerking op dit wetenschappelijk gebied is internationaal. Alleen Rusland gaf tot voor kort geen gegevens door. Misschien heeft men het „IJzeren Gor dijn" de laatste tijd een beetje opge- ringproeven was begonnen. Door deze internationale samenwer- werking is men te weten gekomen, dat een vogel op de „trek" nooit hoger dan 3000 meter vliegt en dat zij naar gelang de grootte der soort van 100 tot 500 Jein afleggen tijdens de 6, hoogstens 8 uur vliegen per etmaal. Er zijn echter uit zonderingen; want bij de Amerikanen, waar alles „bigger" is dan in andere landen, vliegt de Goudplevier van Alas ka in een ..rush" naar Hawaii. Wat zal zo'n plevier vermoeid zuch ten op het strand van Waikiki. 4000 km in één ruk is ook geen peuleschilletje voor een paar vleugeltjes van ongeveer 50 cm. Al deze gegevens over het zo wonder lijke leven van onze gevleugelde vrien den maken het voor een liefhebber ieder jaar weer tot een feest het won der der „trek" te beleven. In de eerste weken van October ge nieten we weer van de duizenden spreeuwen, vinken, kepen, leeuwerik ken enz, die ons, als wij op een duin top zijn gezeten, passeren op weg naar het zonnige Zuiden. KOOS VAN DER GRAAF. Nu de vacanties weer voorbij zijn V de gezellige winteravonden in aantocht, is de tijd gekomen, die bij uitstek geschikt is voor het oplossen van puzzles in de iamiliekring. Daarom hebben wij besloten, behalve de puzzle van de week. nog e*n rubriekje in ons Zondagsblad op te nemen. Het ligt in mijn voornemen, wekelijks een puzzle te geven, waar jong en oud zijn krachten op kan beproeven. Voor goede oplossing van een puzzle wordt een variërend aantal punten toegekend, afhankelijk van de moeilijkheid van de opgave. Wie na het bestijgen van de ladder minstens 50 punten het hoogste aantal punten heeft, krijgt een prijs en begint met nieuwe moed onder aan. Bij gelijk aantal punten wordt geloot Daar behaalde punten niet vervallen, tenzij men gedurende een maand geen oplossing inzendt, kan ieder die meedoet op den duur de top van de ladder be- Heeft men voorkeur voor bepaalde puzzles, dan kan men mij die kenbaar maken en hoop ik zo mogelijk daarmee te rekenen. Originele puzzles (uitgezonderd kruiswoordpuzzles van het gewone soort) zijn altijd welkom en worden bij plaatsing met een of meer extra punten beloond. En nu de eerste puzzle. Gevraagd wor den zelfstandige naamwoorden, die uit twee zelfstandige naamwoorden samen gesteld zijn en bij omkering weer een zelfstandig naamwoord geven. Boomstam bijv. is samengesteld uit boom en stam en geeft bij omkering stamboom. Uitge sloten zijn woorden, die uit twee gelijke delen bestaan als bonbon en vaktermen als polsdruk en drukpols. De gevraagde woorden moeten voorkomen in een woor denboek van de Nederlandse taal. Door deze bepaling zijn uitgesloten woorden als steravond en avondster. Combinaties als boerenkool en kolenboer, pannekoek en koekepan voldoen, zoals men onmid dellijk ziet. niet aan de gestelde eisen. Het gegeven woord stamboom telt natuur lijk niet mee. Voor 5—9 woorden wordt 1 punt toe gekend. voor 1014 2 punten enz. Maxi maal worden toegekend 5 punten, doch degene, die het hoogste aantal boven 25 bereikt, krijgt 1 punt extra. Oplossingen worden uiterlijk Z-terdag 6 October 9 uur voormiddag ingewacht bij het bureau van dit blad onder het motto ..Hersenkrakertjes". ANTON VAN MEEDEN. ONTMOETING DER UITERSTEN vrolijkheid kopen en ver teren, zijnde die beide twee uiterst belangrijke le vensfuncties. En in de da gen tussen Sjaaks bezoek op het spreekuur en het bijbehorende wederbezoek van Marietje aan Merietje is er blijkbaar een toppunt van hoop, koopvaardigheid en verteerlust losgebroken. Mogelijk zegt iemand dat men geen berenhuiden verkopen moet, aleer het beest zelf geschoten is. Die iemand heeft natuurlijk volmaakt gelijk, maar hij kan zich niettemin onmo gelijk indenken wat het is om een huishouden met weinig of niets te zjjn be gonnen en om dat jaar na jaar te hebben gerekt zon der dat er veel of weinig bij kwam, terwijl je toch maar een bloedjong gezin- netje bent en ook wel eens graag mooie spulletjes zoudt wensen. Wanneer je onder die omstandigheden maar ergens een gaatje ziet, wel, dan aarzel je niet en slaat toe. Hetgeen in dit geval betekent dat Merie tje een zeer opzichtige, alarmerende jurk heeft cangeschaft alsmede een kanten onderjurk, of hoe dat heten mag, terwijl Sjaak een daverende re genjas rijker geworden is met en passant zo'n exoti sche Amerikaanse das, waarop dames zonder jur ken of onderjurken onder een oranje-zon of maan? ik weet het niet tegen een purperen ach tergrond naar even onge klede manspersonen op blikken. En met deze goe deren omhangen, hebben ze het er Zondag van ge nomen, om Maandagmor gen te ontdekken dat er geen cent meer in huis is, terwijl de diverse buttrt- firma's, als daar zijn water-en-vuur-stokerij, groentenboer, melkboer, bakker en schenker, geen lust gevoelen om dit Me rietje op de pof te voor zien van de levensnood zakelijkheden. Waaruit dan dit te voorschijn komt, dat Marietje plotseling een berichtje krijgt van een buurmeisje of ze d'rekt bij Merietje kan komen, ivant die is er zo naar aan toe.... Marietje gaat. Ze zou dat op elk r el ke wijkuit- hoek met evenveel blijdschap en enthousias me doen. Ze gaat evenwel niet ongewaarschuwd of zonder enige informatie. Het is immers al een paar dagen geleden dat Sjaak op het spreekuur was en Marietje is al op de hoogte gebracht. Ze weet wie ze ontmoeten zal; ze weet de gezinsgegevens en ze weet allerlei bijkomstige details. Dat is de voorwaarde van elk kerkewerk: dat ieder arbeidt in een nauw team verband, waarin allen van elkaar op de hoogte zijn. Dan alleen bestaat de mo gelijkheid dat sociaal werkster, jeugdleider en predikant elkaar niet in de wielen rijden, maar con sciëntieus naar elkaar toe werken. A en B en C tot en met Z als ik zo eens alle fulltime werkers en vrijwilligers mag aandui- Uit de VOLKSWIJK den moeten noodzake lijkerwijze een vast-aan- cen-geslolen muur vor men; een golfbreker tegen alle verwildering en chaos. In een in atomen uiteen geslagen samenleving, waarin niemand meer met iemand anders rekent, is deze eenheid der arbeiders Gods al een teken en een zegen. Het mag dan zijn dat al dit onderling be spreken tijd en krachten vergt, het zekere voordeel is dat niemand van het kastje naar de muur ge stuurd wordt en dat nie mand door tegenstrijdige adviezen verder van de wijs gehol pen kan worden. Ma rietje gaat. Ze heeft al met 'n beetje verbijste ring kennis genomen van het feit dat ze een naam genootje zal ontdekkeit, dat in dezelfde stad op de zelfde datum geboren werd. Zoiets lokt en trekt. Er zit iets vaag mysterieus rond heen; er bloeit een wat romantische verwach ting door op. Het moge wezen dat romantiek in dit werk een groot gevaar vormt, .maar je kunt het niet onderdrukken. Maar er is ook iets anders. Als Marietje even later voor het nietige huisje staat, voelt ze ergens een onrust, diep in haar hart. Ze kan het niet onder woorden brengen, het is iets van verbazing, van verwonde ring en van ontsteltenis. Ze denkt aan haar eigen huis, dat niet in zo'n nau we straat staat, maar er gens waar licht en lucht vrij toegang hebben. Ze denkt aan een onbegrijpe lijk Beleid, dat de een zo veel weldaden toever trouwt en de anderja, wat moet je zeggen: ont houdt? Dat kun je niet zeggen en toch, toch kun je ook maar niet direct een ander woord en een betere verklaring vinden. Mil lioenen mensen leven in opperste armoe millioe nen anderen hebben het beter, véél beter, opper best; kom daar maar eens uit. Maar als Marietje bin nen is g gaan en tegenover Merietje staat, blondje te genover blondje, blauwe ogen, die onderzoekend in andere blauwe ogen blik ken dan u;eet ze het helemaal niet meer. Want dit is Merietjes domein: een zolderkamer, een bed, een tafel, een paar slechte rieten stoelen en een kin- derledikantje met twee hummels er in. Een ver vallen kastje en een hoe dendoos en een ivastobbe op de vloer. Met ir die tobbe het allegaartje van luiers èn ondergoed èn een shirt van Sjaak èn een flodderig kanten onder- jurkje En Marietje zou Marietje niet zijn 'als ze nu niet, 'n tikkeltje eigengereid en deskundig zou beginnen met al zoveel verwarringen en vragen te uiten in een zéér techni sche vraag ouev wasbe- handeling in het bijzonder. „Zeg. dat doe je toch niet allemaal met één en het zelfde sopje? En ze vist het kanten geval van tussen twee luiers en drie sokken vandaan WIJKPREDIKANT.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1951 | | pagina 14