- mm
VOGELTREK
Een verdeelde Wereld
en een verdeelde Kerk
de vrees....
4
P PARTIJ
J
een kwaal, waarvoor moeilijk een therapie is aan te wijzen
JA, ditmaal ga ik feitelijk mijn
boekje te buiten, want het woord
„Partij" zal men in onze Statenverta
ling niet vinden. Niettemin geloof ik
dat ik erover spreken moet omdat het
begrip, dat door deze uitdrukking wordt
gedekt, voortdurend een rol speelt, zij
het dan ook een heel negatieve en tries
te rol. „Partij" is verwant aan net La
tijnse „pars". We kennen net ook op
een andere wijze als de hier-bedoeldc
jrklare
ander
sinaasappel mag opeten,
zeggen: een deeltje van het geheel.
Maar wanneer in de Bijbel van zulke
partijen binnen het geheel van Israel of
van de Kerk sprake is, betekent dit
meteen dat de aanhangers van dat deel
tje het geheel kwijt geraakt zijn en nog
alleen aan zichzelf kunnen denken. Ze
vereenzelvigen eigen opvattingen en be
schouwingen met de zienswijze welke
het geheel dient te bezitten, en ze zijn
voortdurend druk in de weer om elke
andere gedachtenreeks te bestrijden.
Kortom: hun eigen deel bant de andere
delen uit.
Om maar met een voorbeeld te begin
nen: het Jodendom in de dagen van
Jezus' omwandeling kent allerlei van zulke
absolutistische partijen. Ze zijn dan
zelfs volstrekt geen nieuwigheden, maar
al eeuwenoude groeperingen, die uit on-
(Vervolg van pag. 1)
NEDERLANDERS OP DESJIMA
krijgen en de Japanse handel der Ne
derlanders over te nemen. Doeff slaag
de er in, deze Britse aggressie-pogingen
teniet te doen, zodat Sir Thomas Stam
ford Raffles zijn plannen niet tot uit
voering kon brengen. Ook de Japanse
autoriteiten hielden zich ernstig met die
Britse pogingen bezig en wonnen her
haaldelijk bij Doeff advies in omtrent
de wijze, waarop Japan moest reage
ren. Dit deden zij ook, toen in de Ja
panse wateren een Russisch oorlogs
schip verscheen, welks commandant,
opdracht had, te eisen, dat voortaan ook
de Russen handel op Japan zouden mo
gen drijven. Ook de Russische poging
faalde. Japan achtte het tijdstip om te
breken met zijn afsluitingspolitiek nog
niet gekomen. Hieraan is het toe te
schrijven, dat Cock Blomhoff, toen hij
in 1817 de leiding der Hollandse facto
rij overnam uit handen van Doeff, nog
niet te maken had met buitenlandse
concurrenten.
OHicïéle peiiode
Van 1817 tot 1858 lag de Japanse han
del van Nederland in handen der Neder
landse regering. Reeds in de jaren twin
tig der vorige eeuw rekende men in of
ficiële en handelskringen in ons vader
land met de mogelijkheid van ingrij-
Ïende wijzigingen op het stuk der serd zijn
apanse buitenlandse en binnenlandse
folitiek. Het factorij-„opperhoofd", C.
Meylan, zond hierover uitvoerige rap
porten naar Nederland. Ondanks die
mogelijkheid en ondanks de pogingen
der Nederlandse Handel-Maatschapoij
de Japanse handel in handen te
krijgen, bleef hij regeringszaak. De Han-
dej-Maatschappij werd de commission-
nair en vrachtvaarder der Nederlandse
regering. Pas na 1858 kon de N.H.M.
met een eigen handel op Japan begin-
Toen Japan eindelijk de beslissing
nam, zijn politiek van isolement niet
verder te voeren en het land geleide
lijk aan vrijgegeven werd voor de on
derdanen van andere staten, genoten de
Nederlanders in Japan veel vertrouwen.
Lang was de Nederlandse taal de „di
plomatieke" taal bij onderhandelingen
tussen de Japanse regering en andere
6taten. Het eerste Japanse oorlogsschip
werd op een Nederlandse werf gebouwd
en naar aanleiding hiervan kwamen Ja
panse marine-officieren naar Holland
om hun studiën te voltooien. Twee voor
name Japanners kwamen tegelijkertijd
naar Leiden om daar staatswetenschap
pen en economie te studeren. Zij wa
ren de eerste Japanners, die naar Euro
pa gingen ter voltooiing hunner uni
taire studie!
De geschiedenis der Nederlanders in
Japan komt een eervolle plaats toe in
het „Boek der Betrekkingen tussen
Oost en West". De Nederlands-Japanse
relaties waren in voorbije eeuwen van
grote betekenis en boeien nog heden de
weetgierige mens. De bloeiperiode valt
handels- en zeemogendheid
vat een periode van ruim 250 jaren, waar.
in een levendige uitwisseling van koop
waren en beschavingsgoederen plaats
vond. Een juist begrip der Japanse
geschiedenis vooronderstelt kennis der
functies, die de Nederlanders in en
t?" aanzien van Japan in de pe
riode 1600 1850 vervulden. Nu Japan
bezig is. zich snel te herstellen van
zijn nederlaag in 1945, en naar alle
waarschijnlijkheid binnen afzienbare
tijd weer als grote mogendheid zal op
treden, was er alle aanleiding, de Ja
pans-Nederlandse betrekkingen in de
loop der tijden door het venster der
eeuwen te bezien.
bereikbare hoogte neerkijken op de an
deren. Daar zijn de Farizeën, de men
sen, die zich hebben afgesplitst van de
grote, onnadenkende massa. Ze zijn
ontstaan toen nauwgezette wettische
vromen uit de ballingschap terugkeer
den en in Palestina een "heffe des volks"
aantroffen, die het zo nauw niet nam
met Gods geboden. In Jezus' dagen jS uit
een goed-bedoeld en volkomen begrijpe
lijk isolement een partij gegroeid, die
weigert om zelfs maar met gewone
mensen te spreken of met hen op te
lopen Ze kunnen elkaar wel met een
eerbiedig "Broeder" aanspreken, zoals
ze zo graag doen, maar de grens van
hun partij vormt ook de grens van elke
broederschap. Daarbuiten liggen de men
sen, die de wet niet kennen als vreem
delingen en buitenstaanders, waar je
zelfs geen gedachte aan ijdt. En er is
feitelijk niets ergers denkbaar dan om
zoals Jezus deed het gezelschap
van zondaren, hoeren en tollenaren te
zoeken en met hen gezamenlijk te eten.
De partij is alles.
We moeten niet denken, dat deze Fa
rizeën overigens zo bijster slecht waren.
Integendeel, als het spraakgebruik van
onze dagen hen afschildert als een groep
gluiperds en verraders, dan mistekent
het hun innige liefde tot wezenlijke
vroomheid. Zij hadden alles ervoor over
om de wet des Heren na te komen.
Daarvoor hebben ze zelfs in menig ge
val hun leven geofferd. Het past ons dus
allerminst om hen onoprecht te noemen,
en wanneer Jezus hen "huichelaars"
eigenlijk staat er „comedianteu, to
neelspelers" heet, dan tast Hij daar
mee heel iets anders aan dan de toeval-
vallige omstandigheid dat één hunner
bewust door eigen wangedrag zijn leer
omverwierp. Jezus' toorn gaat veel die
per; zij richt zich tegen het wanhopige
misverstand dat een partijschap de
waarheid in pacht meent te hebben, ter
wijl ze altijd weer een partijschap van
zondaren is. Jezus veroordeelt hen om
dat hun schone schijn hen de ogen heeft
doen sluiten voor eigen innerlijke ver
lorenheid. En juist deze verblinding
leidt tot partijvorming. Alleen mensen,
die onbekend zijn met hun eigen hart
en schuld kunnen partijen vormen
echte, overtuigde zondaren zullen daar
nimmer toe overgaan.
p R zijn nog heel wat meer partijen
J-* in Jezus' dagen. Ik noem de Sad-
dueeën. Terwijl de eerste groep alleen
maar van de Wetsrollen wil weten en de
cultus bijkomstig acht, zweert de tweede
juist bij de Tempel. Geen wonder, ze
bestaat uit de mannen van de hoogste
priesteradel. die opgaan In hun diensten
en die tegelijk natuurlijk al het mogelij
ke doen om die Tempel tegen elk ge
vaar van buitenaf te beschermen. Dat
betekent meteen dat de Sadduceën
enerzijds een soort tempelpolitie met
tempelbelastingsambtenarij vormen en
dat ze anderzijds graag te vinden zijn
voor een gematigd vriendelijke omgang
met eventuele overheersers. En deze
',Wj
finantiële bemoeiingen brengen dan
mede dat ze vrij ongeïnteres-
,de leer", speciaal ten
verde wijze van boekhouding, zo hechten
ze ook aan de „oude leer", zonder die
overigens te beleven. Ook voor hen geldt
daarbij dat ieder, die buiten hun krin
gen staat, er weinig of niets toe doet.
Ze kunnen daarom wel tijdelijk met an
deren samengaan, doch dan betekent
dit enkel een belangengemeenschap te
genover aggressieve buitenstaanders.
Gelijk Farizeën en Sadduceën het een
maal eens geworden zijn tegen Jezus.
Aan dit tweetal zouden nog verschil
lende anderen zijn toe te voegen. De
Essene'n, een weinig talrijke secte met
een strenge ascese. De Zeloten, die
maar één ding begeren: de verdrijving
der overheersers. De Schriftgeleerden
met hun eindeloze, splinterige tekst-uit-
eenrafeling. Maar we streven hier niet
naar een volledigheid, welke belangstel
lenden uitvoerig kunnen vinden in dat
meesterlijke werk van Derk Johan Baar
slag, De Bijbelse Geschiedenis in de om-
lijsting van de Historie van het Oosten.
Ons korte overzicht volstaat om iets van
het wezen der Joodse partijen te onder
kennen.
HET benauwende is nu evenwel, dat
met de geboorte van de Kerk dit
verschijnsel niet wegzinkt, maar na kor
te onderbreking opnieuw te voorschijn
komt. Het Nieuwe Testament is daar
vol van. Paulus verhaalt hoe in de ge
meente van Corinthe allerlei groeperin
gen worden gevormd, die zich noemen
naar hen. die hun het Evangelie verkon
digden of zelfs zich als „Jezus-partij"
aandienen. Er zijn splitsingen, scheidin
gen, schismata en telkens is het gevolg
een nieuwe „weg" met eigen inzichten
en klemtonen. Dit alles verdriet Paulus
uitermate. Hij begrijpt het enerzijds
volledig: de Geest stort zo'n rijkdom
uit over de gemeente en werkt met zo
verschillende gaven dat de ene gelovige
wel in een Andere richting getrokken
moet worden dan zijn medebroeders en
zusters. Maar anderzijds toornt hij tegen
dit alles: „want gelijk het lichaam één
is en veel leden heeft, en alle leden van
het lichaam hoe vele ook één li
chaam vormen, zo ook Christus.." En
deze toorn wordt nog veel sterker wan
neer de partijschappen er hun eigen pri-
vé-leer op na houden, en bepaalde stok
paardjes berijden. Want dat verraadt
dat het accent verlegd is; dat men niet
meer verwonderd staat over Gods ge
nade en barmhartigheid, maar dat men
Gij, die de jaren kent, de dagen aller jaren,
de eeuwen eender weet en kent het kleinst verdriet,
de stormen le\dt en brengt ze tot bedaren,
de pyramiden en de kleine rietvink ziet;
Gij, die de vogels voedt en grazen doet de schapen,
de wolken varen laat en in hun vlucht ontmoet,
de kind'ren ziet, die beukennootjes rapen,
de blauwe bergen verft uit al Uw overvloed;
Gij, die de tuinen tooit en beken laat ontspringen,
de nachten nader brengt en wenkt de dageraad,
de bloemen doet uit kleine knoppen dringen,
de vossen holen geejt, de spin haar spinnedraad;
Gij, die de weiden breed en wijd maakt al de stromen,
het water overvloeit met zingend zonnelicht,
de meeuwen maant om aan ons raam te komen,
de leeuwerikken roept en de gewassen richt;
Gij, die de rotsen schiept en daarin alle spleten,
de golven stuwen wilt en drijft ze verder voort,
en weet, hoe, dieper, alle vissen heten,
ze hebben immers zelf hun naam van U gehoord;
Gij, die de hanen hoort en al de nachtegalen,
de harpen geeft en 't orgel Uw geluid,
de tijden tilt en weegt in Uwe schalen 5
o, drijf de vrees van alle harten uit!
GOOS KAMPHUIS.
als vanouds overtuigd gaat raken van
de waarde van eigen opvattingen en in
zichten, blind en doof voor de werke
lijkheid van het eigen zondige hart.
Hoezeer Paulus zich ook te weer ge
steld heeft tegen die partijvormingen,
de Kerkgeschiedenis tot op onze dag is
er om te bewijzen dat hij deze strijd
verloren heeft. Daarmee is een ramp
gebeurd waarvan niemand de schade
begroten kan. Millioenen wijzen de Kerk
af omdat er kerken zijn. Ze komen
met het pp zichzelf te goedkope gezegde
aan dat die kerken eerst zelf het eens
behoren te worden, eer zij er zich mee
in laten. In het allerbeste geval vormen
ze er nog ten nieuwe partij bij waar
aan ze dan een of andere naam schen
ken, die wil doen uitkomen dat men
hier nu met een betere, naar Jezus' of
Paulus' model gevormde, herleving van
de oer-gemeente heeft te maken. Maar
het middel is erger dan de kwaal: er is
enkel een zoveelste partij aan de onaf
zienbare reeks toegevoegd. En inzonder
heid de jeugd laat juist om dit alles ver
stek gaan bij menig kerkelijk appèl. Zij
kan geen onderscheid vinden tussen een
verdeelde wereld en een verdeelde Kerk.
Men kan het haar niet eens bestrijden:
verdeeldheid en partijschap is werelds.
Het is een zweren bij het eigene en een
miskennen van het feit dat wij elk
stoffelijk of geestelijk bezit slechts
van God ontvangen hebben om daar me
de de naaste te dienen. Het is een vol
harden bij de oude dwaling, dat God
ons niet uit genade aanneemt maar op
grond van onze eigen verdiensten. Ver
diensten, die dan desnoods hierin kun
nen bestaan dat we zo fel en absoluut op
HET is gemakkelijker om een kwaal
te constateren dan een therapie aan
te wijzen. De Kerk doet denken aan een
gezin, dat ontspoort. Ook in een gezin
kunnen namelijk partijschappen ont
staan: de jongeren sluiten zich aaneen
tegenover de ouderen; de jongens kie
zen voor Vader partij en de meisjes
voor Moeder of omgekeerd. Op de
duur treedt een dergelijke tegenstelling
naar buiten, en het gezin krijgt een
slechte naam omdat het 't van God ge
schonken wezen van een gezin de
eenheid heeft doorbroken. Wie daar
in raakte, zal goed doen ijlings naar
verbetering te streven, al was het enkel
al hierom: leden van een verdeeld ge
zin zijn niet in staat zich een weg door
het leven te banen; ze staan bloot aan
totale mislukkingen op elk gebied, om
dat ze in hun gezin niet de sterkende
en troostende krachten vinden welke een
mens behoeft. Zo'n verbetering kan ech
ter alleen tot stand komen, wanneer de
gezinsleden bereid zijn naar elkander te
luisteren en met elkaar te spreken op
geen andere grond dan dat ze kinderen
van dezelfde ouders zijn. In dat gesprek
zullen ze moeten zoeken naar positieve
waarden. Ze zullen zich moeten afvra
gen wat ze voor de anderen kunnen be
tekenen; niet wat ze van de anderen
eisen of zelfs maar verwachten. Ze zul
len moeten vechten om aan de ouders
die blijdschap weer te geven, welke hen
voor de Kerken genezing.
ZONDAGSBLAD 29 SEPTEMBER 1951
5
Straks begint de grote
bekend i
lijke na;
binnenkort aan de wereld
maken, dat een Russisch ge
it een voor ons onuitspreke-
n, reeds vóór Audubon met
Boerenzwaluw legt een afstand af van 9000 km.
tFOOR ons mensen is 9000 km inder-
daad een grote afstand, temeer daar
wij ons graag vastklampen aan getal
len, die bepaalde prestaties in ons dage
lijks leven bepalen.
Zo vinden wij het fantastisch datb.v.
een straaljager meer dan 1000 km per
uur vliegt, dat Fanny BlankersKoen
de 100 meter in even 11 sec. loopt en
dat de momenteel zo belangrijke olie
leidingen in het Midden-Oosten duizen
den kilometers lang zijn.
Cijfers, getallen en maten, dat zijn de
dingen, die wij belangrijk vinden.
Maar het meest belangrijk vinden wij
toch wel onze eigen verrichtingen, zo
als een 40 km wandelen per dag en na
het uitlopen van de „vierdaagse" voe
len wij ons een „hele Piet" om maar
niet te spreken van de trots, die in ons
opwelt, als we buiten adem vertellen
dat wij juist 200 km per fiets hebben
afgelegd om ergens de zo lang begeer
de vacantie te gaan genieten. Afstanden
vinden we o zo belangrijk!
En zo komen we aan het punt, waar
het in dit artikeltje om gaat, n.l. de
vliegprestaties van onze trekvogels.
Weet U dat de gewone boerenzwaluw
in de herfst maar liefst 9000 km af
legt van zijn geboorteland Nederland
naar het winterverblijf de Kaapkolonie
9000 km Zuidelijker.
Tracht U eens te realiseren, dat een
vogeltje van amper 15 cm groot een
dergelijke afstand aflegt om in de win
ter vliegen en muggen te gaan vangen
boven de hoofden der nazaten van Jan
van Riebeeck.
Waarom vliegt die boerenzwaluw nu
juist helemaal naar Zuid-Afrika? Ja, dat
is nu het instinct dat ene woordje,
dat wij gebruiken voor de handelingen,
die het leven van het dier bepalen,
voortkomend uit driften, die wij niet
volgens logisch menselijke begrippen
kunnen verklaren, omdat niemand in
staat is de gevoelens van een dier te
doorgronden.
Dit wegtrekken van vogels naar ande
re en warmere streken, dat wij straks
weer kunnen aanschouwen, geschiedt
dus instinctmatig om de koude en voed-
selarmë winterperiode te ontvluchten.
Nu zullen velen wellicht opmerken,
dat, nu bekend is waarom die vogels
wegvluchten, wij ook de gevoelens van
het dier. kunnen peilen.
Zo'n opmerking is volkomen juist,
maar het gaat er om: hoe weet het
dier, dat de zomer voorbij is, dat er
een koude, voedselarme periode op
komst is, en wat belangrijker is: hoe
weten zij de weg naar het verre Afri
ka te vinden?
..Door gewoon met de oude vogels
mee te vriegen!" Stop! volkomen mis.
In de meeste gevallen trekken de jon
ge vogels, die de lange gevaarvolle weg
nog nooit gevlogen hebben, het eerst
weg. Ons logisch menselijk denken loopt
dus nu wel erg pijnlijk vast. Vele ge
leerden zijn er geweest, die theorieën
opgebouwd hebben, zoals „kompaszin"
of „zij volgen de kustlijn", maar dui
zenden en nog eens duizenden vogels
steken het vasteland van Afrika dwars
over, zodat zij geen kustlijn kunnen
volgen.
Hoe men het eerder vertrekken der
jonge vogels en het oversteken van
Afrika weet? Aan de hand van ring-
proeven.
Reeds in 1803 begon de beroemde
Amerikaanse ornitholoog Audubon met
het systematisch ringen van vogels en
constateerde dat b.v. een Amerikaanse
plevierensoort op de heen- en terugreis
van het Zuiden naar het Noorden in
totaal *25.000 km aflegde.
Ook weet men nu, dat deze vogelsoort
op de terugreis nooit dezelfde weg
neemt, die op de heenreis gemaakt
werd, zodat ook de veronderstelling,
dat zij op bepaalde punten het land
schap invliegen, onjuist is.
De zo simpele ringmethode heeft in
de loop der jaren een schat van gege
vens bijeen gebracht, waardoor men
o.a. de trekweg, die de vogels nemen,
vrij nauwkeurig weet.
Het ringen van vogels geschiedt door
het aanbrengen van een lichte metalen
ring, aan de poot van de nog niet vlieg-
vlugge jonge vogel. Op die ring staan
de letters van het trekstation en het
registratienummer.
Wordt een vogjel in een of ander land
gevangen of gedood, dan geeft men de
gegevens door aan het land van her
komst.
Zo kan men dus aan de hand van
gegevens, die van een bepaalde soort
binnenkomen, met grote nauwkeurig
heid vaststellen, hoe de weg is, die zij
nemen naar het Zuiden.
Ook in ons land is zo'n vogeltreksta
tion het ..Vogeltrekstation Texel", waar
de gegevens uit de meeste Europese
landen verzameld worden; want de
samenwerking op dit wetenschappelijk
gebied is internationaal. Alleen Rusland
gaf tot voor kort geen gegevens door.
Misschien heeft men het „IJzeren Gor
dijn" de laatste tijd een beetje opge-
ringproeven was begonnen.
Door deze internationale samenwer-
werking is men te weten gekomen, dat
een vogel op de „trek" nooit hoger dan
3000 meter vliegt en dat zij naar gelang
de grootte der soort van 100 tot 500 Jein
afleggen tijdens de 6, hoogstens 8 uur
vliegen per etmaal. Er zijn echter uit
zonderingen; want bij de Amerikanen,
waar alles „bigger" is dan in andere
landen, vliegt de Goudplevier van Alas
ka in een ..rush" naar Hawaii.
Wat zal zo'n plevier vermoeid zuch
ten op het strand van Waikiki. 4000 km
in één ruk is ook geen peuleschilletje
voor een paar vleugeltjes van ongeveer
50 cm.
Al deze gegevens over het zo wonder
lijke leven van onze gevleugelde vrien
den maken het voor een liefhebber
ieder jaar weer tot een feest het won
der der „trek" te beleven.
In de eerste weken van October ge
nieten we weer van de duizenden
spreeuwen, vinken, kepen, leeuwerik
ken enz, die ons, als wij op een duin
top zijn gezeten, passeren op weg naar
het zonnige Zuiden.
KOOS VAN DER GRAAF.
Nu de vacanties weer voorbij zijn V
de gezellige winteravonden in aantocht,
is de tijd gekomen, die bij uitstek geschikt
is voor het oplossen van puzzles in de
iamiliekring. Daarom hebben wij besloten,
behalve de puzzle van de week. nog e*n
rubriekje in ons Zondagsblad op te nemen.
Het ligt in mijn voornemen, wekelijks
een puzzle te geven, waar jong en oud
zijn krachten op kan beproeven. Voor
goede oplossing van een puzzle wordt
een variërend aantal punten toegekend,
afhankelijk van de moeilijkheid van de
opgave. Wie na het bestijgen van de
ladder minstens 50 punten het
hoogste aantal punten heeft, krijgt een
prijs en begint met nieuwe moed onder
aan. Bij gelijk aantal punten wordt geloot
Daar behaalde punten niet vervallen,
tenzij men gedurende een maand geen
oplossing inzendt, kan ieder die meedoet
op den duur de top van de ladder be-
Heeft men voorkeur voor bepaalde
puzzles, dan kan men mij die kenbaar
maken en hoop ik zo mogelijk
daarmee te rekenen. Originele puzzles
(uitgezonderd kruiswoordpuzzles van het
gewone soort) zijn altijd welkom en
worden bij plaatsing met een of meer
extra punten beloond.
En nu de eerste puzzle. Gevraagd wor
den zelfstandige naamwoorden, die uit
twee zelfstandige naamwoorden samen
gesteld zijn en bij omkering weer een
zelfstandig naamwoord geven. Boomstam
bijv. is samengesteld uit boom en stam
en geeft bij omkering stamboom. Uitge
sloten zijn woorden, die uit twee gelijke
delen bestaan als bonbon en vaktermen
als polsdruk en drukpols. De gevraagde
woorden moeten voorkomen in een woor
denboek van de Nederlandse taal. Door
deze bepaling zijn uitgesloten woorden
als steravond en avondster. Combinaties
als boerenkool en kolenboer, pannekoek
en koekepan voldoen, zoals men onmid
dellijk ziet. niet aan de gestelde eisen.
Het gegeven woord stamboom telt natuur
lijk niet mee.
Voor 5—9 woorden wordt 1 punt toe
gekend. voor 1014 2 punten enz. Maxi
maal worden toegekend 5 punten, doch
degene, die het hoogste aantal boven 25
bereikt, krijgt 1 punt extra.
Oplossingen worden uiterlijk Z-terdag
6 October 9 uur voormiddag ingewacht
bij het bureau van dit blad onder het
motto ..Hersenkrakertjes".
ANTON VAN MEEDEN.
ONTMOETING DER UITERSTEN
vrolijkheid kopen en ver
teren, zijnde die beide
twee uiterst belangrijke le
vensfuncties. En in de da
gen tussen Sjaaks bezoek
op het spreekuur en het
bijbehorende wederbezoek
van Marietje aan Merietje
is er blijkbaar een toppunt
van hoop, koopvaardigheid
en verteerlust losgebroken.
Mogelijk zegt iemand dat
men geen berenhuiden
verkopen moet, aleer het
beest zelf geschoten is. Die
iemand heeft natuurlijk
volmaakt gelijk, maar hij
kan zich niettemin onmo
gelijk indenken wat het is
om een huishouden met
weinig of niets te zjjn be
gonnen en om dat jaar na
jaar te hebben gerekt zon
der dat er veel of weinig
bij kwam, terwijl je toch
maar een bloedjong gezin-
netje bent en ook wel eens
graag mooie spulletjes
zoudt wensen. Wanneer je
onder die omstandigheden
maar ergens een gaatje
ziet, wel, dan aarzel je niet
en slaat toe. Hetgeen in dit
geval betekent dat Merie
tje een zeer opzichtige,
alarmerende jurk heeft
cangeschaft alsmede een
kanten onderjurk, of hoe
dat heten mag, terwijl
Sjaak een daverende re
genjas rijker geworden is
met en passant zo'n exoti
sche Amerikaanse das,
waarop dames zonder jur
ken of onderjurken onder
een oranje-zon of
maan? ik weet het niet
tegen een purperen ach
tergrond naar even onge
klede manspersonen op
blikken. En met deze goe
deren omhangen, hebben
ze het er Zondag van ge
nomen, om Maandagmor
gen te ontdekken dat er
geen cent meer in huis is,
terwijl de diverse buttrt-
firma's, als daar zijn
water-en-vuur-stokerij,
groentenboer, melkboer,
bakker en schenker, geen
lust gevoelen om dit Me
rietje op de pof te voor
zien van de levensnood
zakelijkheden. Waaruit dan
dit te voorschijn komt, dat
Marietje plotseling een
berichtje krijgt van een
buurmeisje of ze d'rekt
bij Merietje kan komen,
ivant die is er zo naar aan
toe....
Marietje
gaat. Ze zou
dat op elk
r el
ke wijkuit-
hoek met
evenveel
blijdschap en enthousias
me doen. Ze gaat evenwel
niet ongewaarschuwd of
zonder enige informatie.
Het is immers al een paar
dagen geleden dat Sjaak
op het spreekuur was en
Marietje is al op de hoogte
gebracht. Ze weet wie ze
ontmoeten zal; ze weet de
gezinsgegevens en ze weet
allerlei bijkomstige details.
Dat is de voorwaarde van
elk kerkewerk: dat ieder
arbeidt in een nauw team
verband, waarin allen van
elkaar op de hoogte zijn.
Dan alleen bestaat de mo
gelijkheid dat sociaal
werkster, jeugdleider en
predikant elkaar niet in de
wielen rijden, maar con
sciëntieus naar elkaar toe
werken. A en B en C tot
en met Z als ik zo eens
alle fulltime werkers en
vrijwilligers mag aandui-
Uit de
VOLKSWIJK
den moeten noodzake
lijkerwijze een vast-aan-
cen-geslolen muur vor
men; een golfbreker tegen
alle verwildering en chaos.
In een in atomen uiteen
geslagen samenleving,
waarin niemand meer met
iemand anders rekent, is
deze eenheid der arbeiders
Gods al een teken en een
zegen. Het mag dan zijn
dat al dit onderling be
spreken tijd en krachten
vergt, het zekere voordeel
is dat niemand van het
kastje naar de muur ge
stuurd wordt en dat nie
mand door tegenstrijdige
adviezen verder van de
wijs gehol
pen kan
worden. Ma
rietje gaat.
Ze heeft al
met 'n beetje
verbijste
ring kennis genomen van
het feit dat ze een naam
genootje zal ontdekkeit,
dat in dezelfde stad op de
zelfde datum geboren
werd. Zoiets lokt en trekt.
Er zit iets vaag mysterieus
rond heen; er bloeit een
wat romantische verwach
ting door op. Het moge
wezen dat romantiek in dit
werk een groot gevaar
vormt, .maar je kunt het
niet onderdrukken. Maar
er is ook iets anders. Als
Marietje even later voor
het nietige huisje staat,
voelt ze ergens een onrust,
diep in haar hart. Ze kan
het niet onder woorden
brengen, het is iets van
verbazing, van verwonde
ring en van ontsteltenis.
Ze denkt aan haar eigen
huis, dat niet in zo'n nau
we straat staat, maar er
gens waar licht en lucht
vrij toegang hebben. Ze
denkt aan een onbegrijpe
lijk Beleid, dat de een zo
veel weldaden toever
trouwt en de anderja,
wat moet je zeggen: ont
houdt? Dat kun je niet
zeggen en toch, toch kun
je ook maar niet direct een
ander woord en een betere
verklaring vinden. Mil
lioenen mensen leven in
opperste armoe millioe
nen anderen hebben het
beter, véél beter, opper
best; kom daar maar eens
uit.
Maar als Marietje bin
nen is g gaan en tegenover
Merietje staat, blondje te
genover blondje, blauwe
ogen, die onderzoekend in
andere blauwe ogen blik
ken dan u;eet ze het
helemaal niet meer. Want
dit is Merietjes domein:
een zolderkamer, een bed,
een tafel, een paar slechte
rieten stoelen en een kin-
derledikantje met twee
hummels er in. Een ver
vallen kastje en een hoe
dendoos en een ivastobbe
op de vloer. Met ir die
tobbe het allegaartje van
luiers èn ondergoed èn een
shirt van Sjaak èn een
flodderig kanten onder-
jurkje En Marietje
zou Marietje niet zijn 'als
ze nu niet, 'n tikkeltje
eigengereid en deskundig
zou beginnen met al zoveel
verwarringen en vragen te
uiten in een zéér techni
sche vraag ouev wasbe-
handeling in het bijzonder.
„Zeg. dat doe je toch niet
allemaal met één en het
zelfde sopje? En ze
vist het kanten geval van
tussen twee luiers en drie
sokken vandaan
WIJKPREDIKANT.