GOOTSTEEN
f onze jeuqó-p&qin&
LANGVINGER
APEKOOL
I
ZONDAGSBLAD IS SEPTEMBER 1951
d, verstopte
„HISTORISCH" KORT VERHAAL VAN TO MUSCH
{T'EEN aangenaam bericht, als je
vrouw na de afwas je achter het
avondblad weg haalt met de vraag of
je even in de keuken komt
Uit ervaring weet je tot welke onaan
gename consequenties zo'n quasi-vrien-
delijke uitnodiging kan leiden.
Ook ben je er bij voorbaat van over
tuigd. dat de tijdslimiet, die het toch al
overladen avondprogramma je toestaat
voor „onvoorzien oponthoud", oeslist
overschreden wordt, als je even naar
de keuken wordt ontboden.
Mijn vrouw treft in deze geen blaam.
Zij is handig en flink en de nood moet
al werkelijk aan de man komen, als ik
ter assistentie wordt opgeroepen.
Maar als ik er dan ook bij moet ko-
Dacht ik het niet: De gootsteen lijdt
weer eens aan een hardneKkige consti
patie. die langzamerhand chronisch
dreigt te worden!
Gezien de minder prettige ervaringen
in het verleden met de patiënt opge
daan heb ik onlangs zo'n zuigsnuit-aan-
een-stok laten aanrukken, zo'n apparaat,
waarmee de gelukkige bezitter van een
vaste wastafel de afvoer tot doorlopen
sommeert. Ik heb een vaag vermoeden,
dat die gummislurf, juist nu zij nuttige
diensten aan den huize zal moeten be
wijzen, nauwelijks of niet te vinden zal
JIk behoef niet eens te piekeren, waar
ik dat ding de laatste maal heb gesig
naleerd, want de woorden: „Dat gum-
miding. je weet wel" zijn me ternau
wernood over de lippen of de bl.kken
van mijn vrouw spreken boekde.cn
Ik lees er slechts één woord in, een
woord, dat in mijn vocabulaire niet
voorkomt, maar bij haar daarentegen
twintigmaal op iedere bladzijde: uitge-
Het uitlenen is haar tot een tweede
natuur geworden. Zo zal het me niets
verbazen als ik zelf op een goeie dag
aan de beurt ben. daar vrijwel alles in
ons huis de revue reeds is gepasseerd..
Ja hoor! Uitgeleend! Uitgeleend aan
tante Jo uit de Nachtegaalstraat. Och
ja, waarom ook niet!
Nu moet U weten, dat tante Josefine,
een schat van een mens. maar met een
aangeboren gave om practische dingen
te lenen van een ieder, die maar uitle
nen wil. meer dan een half uur fietsen
uit de buurt woont.
En buiten klettert een regenbui, die
DEZE week willen wij een
begin maken met het
onderwerp kleurfotografie.
Natuurlijk heeft iedere
amateur daar al vaak over
gehoord, maar deze fotogra
fie werd, zoals wij haar tot
nu toe kenden, maar door
enkele amateurs gebruikt.
Dit waren nl. de zg. dia
positief kleurenfilms, welke
in doorzicht bekeken of ge
projecteerd moesten wor
den. hetgeen werkelijk fan
tastisch mooi was, maar voor
velen bezwaren opleverde.
De hiermee verkregen beel
den zijn prachtig brillant en
fris van kleur, mits men bij
de opname geen fouten in de
belichtingstijd, enz. maakte,
want een eigenschap van
deze films is, dat men zeer
precies moet werken. Zo
krijgt men bij de geringste
onderbelichting direct on
juiste kleuren, terwijl ook
de kleurtemperatuur van
het opvallende licht een
grote rol speelt; maar daar
over later. Hoewel deze
films door veel amateurs
met succes werden en nog
worden gebruikt, acht men
hiervan het grootste nadeel,
dat er geen afdrukken van
gemaakt kunnen worden,
terwijl ook met camera's,
waarin een minder licht
sterke lens zit, moeilijk be
hoorlijke resultaten bereikt
kunnen worden.
Heel anders is het met de
nieuwe kleurenfilms, welke
pas sedert kort op de markt
kwamen, nl. de zg. negatief-
positief kleurenfilms. Deze
films kunnen in de eerste
plaats afgedrukt worden;
men kan hiervan een onbe
perkt aantal afdrukken en/of
vergrotingen laten maken,
terwijl met een camera met
minder lichtsterk objectief
vrij behoorlijke resultaten
verkregen kunnen worden,
mits men zich precies houdt
aan de instructies welke
door de fabrikant verstrekt
worden. Weliswaar levert
het werken met deze film
de Bilt onder lichte neerslag pleegt te
Ergo: de handen moeten uit de mou
wen oftewel de blubber uit de pijp. De
bijna overstromende gootsteen kan zo
niet blijven wachten. Gebruikte je zo'n
ding nu eens in de drie weken..
En voor mijn vrouw tracht ik de zaak
als volgt te bagatelliseren. „Logisch, de
put is natuurlijk overvol door het re
genwater van de laatste dagen. Die zal
ik dus eerst maar even leegscheppen."
Dit laatste „even" is volkomen con
gruent met de tijdsmaat, die mijn vrouw
mij voor de keukeninspectie heeft toe
gemeten.
Na enige rukken komt het houten dek
sel gelukkig los. Kromgewrikte spaden
kunnen au fond weer worden rechtge-
bogen en er is nog Hansaplast genoeg
in huis voor die drie ontvelde vingers..
Gasmaskers zijn echter niet ruim voor
handen in deze na-oorlogse periode.
Daarom probeer ik de meer dan vunze
lucht, die uit de put opstijgt te neutra
liseren met een Golden Dream, over
gebleven van het afgelopen weekeinde.
Jammer, ik had hem zo graag voor
vanavond gereserveerd, als laatste brug
genhoofd naar het wekelijkse shagfront.
Sissend dooft die goeie pineut uit in
de langsgierende regen. Per slot van
rekening ben ik een MAN, de vrouw ten
hulpe gegeven en dus vat ik al mijn
moed in beide handen.
Na een „stief ketierke" heb ik de
meeste blubber dan wel via een lege
jambus en een oude emmer achter in
de tuin gedeponeerd. Mijn vrouw heeft
deze operaties in hef voorterrein dap
per gedekt met een pieterig zaklan
taarnlichtje.
Het bekende ijzerdraad, dat ons voor
dien zulke voortreffelijke diensten be
wees. is zelfs niet uitgeleend en na enig
zoeken nog te vinden ook in het kolen
hok.
Het gepreukel in de geheimzinnige in
gewanden (en zwanenhalzen, zoals mijn
vrouw deskundig beweert) zal een half
uurtje geauurd hebben, als ik ten ein
de raad besluit op een ander formaat
over te stappen.
Om technische redenen pik ik zonder
voorkennis van mijn wettige echtgeno
te de drooglijn van de palen.
Door het keukenraam vang ik een
glimp op van mijn stille medestrijdster.
Zij leidt nu de operaties in de keuken
met de aardleiding van de radio, ik
zit in de plensbui met een slingerende
drooglijnslang te worstelen en zo wer
ken we aardig op elkaar toe.
Voor ons gevoel althans. De verstop
ping blijkt echter ditmaal van een bij-
zonder hardnekkige aard, want uit de
buis boven het putje neuzelt slechts een
miezerig straaltje als een slordige snot
neus van een straatboefje.
Ik geef het op. Ik zoek mijn heil in
een snelle vlucht. In de keuken staat
mijn dappere vrouwtje nog steeds ver
woed te priegelen.
Vreemd maar een sigaret geeft me
altijd inspiratie en diepe ideeën.
Als we dan ook in de heerlijk war
me huiskamer een sterke kop koffie
en een sigaret hebben gesavoureerd
(goede huisvrouwen hebben altijd een
rokertje achter de hand voor bijzondere
acties') gaat me eensklaps een licht op.
Ik vlieg naar boven en daal triom
fantelijk zwaaiend met een binnenband
de trap weer af. Met een gevoel of ik
een ton weggeef voor een super-liefda
dig doel, proclameer ik:
„We zullen er maar een band aan
Het gezicht van mijn a-technische
wederhelft ziet er uitgesproken on-intel-
ligent uit op dit ogenblik.
Zij schatert echter van het lachen als
ik de band voor het front breng. Het
gummi-ding is niet bepaald luchtdicht
meer, zoals de pompproef ten overvloe
de bewijst.
„Zeker nog een uit de voor-vorige
oorlog," oppert ze op licht-insinuerende
toon cn nan: We zullen er maai een
band aan wagen!" waarop we beiden
in de lach schieten. Gelijk heeft ze, aan
deze band is niet veel verspeeld.
Nu acht ik het tijdstip aangebroken
om mijn ingenieuze inval uit de doeken
te doen.
„Kijk eens vrouwtje, wij zullen die
blubber door druk verwijderen. Die druk
verkrijg ik door lucht in de afvoerpijp
U kent die vraag toch, die boven dit
artikeltje staat? Weet u, dat ze
meer dan 19 eeuwen geleden eens ge
steld werd op een zeer critiek moment,
toen er nogal wat op 't spel stond? In
een klein Joods kerkje. Door niemand
minder dan door Jezus en gericht tot
hele beste mensen, z'n twaalf discipe
len. Maar als ge u de situatie even wilt
indenken, waarin die vraag toen werd
opgeworpen en de nist en de zekerheid
aanvoelt, waarmee ze tot Zijn intiem
ste volgelingen door Jezus werd ge-
voor groen licht en vervol
gens nog een emulsielaag
die uitsluitend gevoelig is
voor blauw licht. Tussen
deze bovenliggende laag erf
de daaronder liggende
groengevoelige laag bevindt
zich nog een; dit is geen
emulsielaag maar een geel-
filterlaag, welke dient om
het blauwe en ultraviolette'
licht te absorberen, daar een
fotografische emulsie altijd
gevoelig is voor deze kleu
ren en de twee onderlagen
niet door dit licht belicht
mogen worden. Om misver
stand te voorkomen moeten
wij er nog wel even op wy- -
zen dat deze emulsielagen
niet gekleurd zijn, doch al
leen maar gevoelig zijn voor
de genoemde kleuren; de
filmemulsie heeft dezelfde
vaal grijsgroene tint als bij
de zwart-wit film. De kleu
renfilm heeft dus drie emul
sielagen, die elk gevoelig
zijn voor een van de drie
primaire kleuren (hoofd
kleuren), waardoor dus het
gereflecteerde licht van alle
gekleurde voorwerpen af
zonderlijk in zijn verhoudin
gen kan worden „vastge
houden", daar elke kleur uit
een of meer van deze pri
maire kleuren bestaat, zoals
wij in het volgende artikel
zullen zien.
De bijstaande foto wordt
de volgende keer in het
kader van deze kleuren-uit-
eenzetting nader besproken
en het verdient daarom aan
beveling deze foto hiervoor
te bewaren.
Voor deze rubriek kan
ieder foto's ter beoordeling
inzenden. Ook kan men de
heer Jacobi vragen stellen
en inlichtingen vragen. Voor
vergoeding van porto- en
administratiekosten sluite
men 50 cent aan postzegels
in. Men adressere aan de
redactie met aanduiding
„Fotorubriek".
te persen. Ik stop dit nog goede stuk
van de band er in en als jij dan pompt,
dan moet die lucht
Ik praat als een aankomend leraar
physica tijdens een eerste proefles.
De goede moot uit de band snijden
is het werk van een ogenblik. Gelukkig
zit hierin juist het ventiel. Nu de band
aan een eind stevig afbinden, het open
einde onder water in de afvoerbuis ge
wurmd en klaar is Kees. Mijn vrouw
heeft de nippel op het ventiel gedrukt
en ze pompt of haar leven er van af
hangt.
Borrelend ontwijkt de lucht door het
water en we schieten op als het tradi
tionele insect op de bekende teerton.
Eerst als we al het water uit de goot
steen hebben geschept komt er schot in
de zaak. De lucht komt nu niet meer
terug en in angstige spanning kijken we
elkaar aan. Mijn vrouw maar pompen
en ik de gummibuis tot aan het ven
tiel in de gootsteenbuis persen. Nog een
paar ferme slagen.. En dan gaat het
pompen eensklaps veel vlotter!
Hora est! Triomfantelijk draai ik
proef: de kraan open en het water
vloeit weer vlot weg!
Een idee voor de Vrouwenpagina, meent
mijn dankbare gade, als ik de laatste
Golden Dream, beschikbaar voor bijzon
dere doeleinden, uit haar handen mag
ontvangen.
Ik inhaleer met gulzige teugen. On
danks nattigheid en kou parelen er klei
ne druppeltjes op mijn voorhoofd. Van
inspanning en trots. Ik voel mij als een
eerstaanwezend ingenieur bij een mach
tig waterwerk, een hydrograaf van
Als ik weer met belde benen op de
aarde staande mijn horloge raadpleeg,
kom ik tot de ontdekking, dat het
„c v e n" in de keuken kijken" ditmaal
maar even twee-en-een-half uur heeft
geduurd.
daan, dan ontdekt ge er heel wat in,
dat ook voor deze tijd van betekenis is.
Die vraag getuigt namelijk van een
wonderlijke zekerheid omtrent Gods
werk er. is gespeend van alle zieltjes-
winnerij". Toen Jezus in dat kerkje te
Kapernaiim alle dwaze hulde van een
groep enthousiaste broodvolgelingen
pertinent had afgewezen, sprak hij
vervolgens over Zichzelf heel absoluut
als „het brood des levens", dat uit de
hemel, van God, gekomen was. En over
de noodzakelijkheid om door 't geloof
in „Hem alleen" het eeuwige leven te
kunnen ontvangen. Maar Hij verzweeg
daarbij geen ogenblik de aardse onder
gang van Zijn werk, waarop God even-
wel een overwinning zou schenken, die
niemand ooit te niet zou kunnen doen.
Hij sprak over Zijn lijden en kruis, ook
over Zijn opstanding en komende heer
lijkheid. Zouden degenen, dié Hem na
liepen, nu op die weg van verachting,
lijden, dood en heerlijkheid Hem dur
ven volgen? Alles durven schade te
achten om de uitnemendheid der gave,
die Hij alleen kan schenken?
Er staat in Joh. 6, dat velen deze
geloofsbinding aan zo'n Heer, deze vol
komen overgave aan zo'n Meester veel
en veel te kras vonden cn Hem daarom
verlieten. „Ze wandelden niet meer
met hem". Heel begrijpelijk; de meeste
„Christenen" durven dat nu evenmin.
De leider evenwel verloor z'n aanhang!
Gelukkig maar voor Jezus waren er
behalve de „weglopers" ook nog „blij
vers". De trouwe twaalf discipelen
stonden, misschien wel wat beteuterd
kijkende, ten minste nog rondom Hem.
De leider mocht hen warempel nu toch
wel in ere houden. Als zij ook nog aan
de haal zouden gaan, dan kon Jezus
immers Zijn zaak wel ten dode op
schrijven. Dan weer iefs opmerke
lijks: Jezus doet geen enkele opzette
lijke poging om z'n kleine groepje
volgelingen te behouden. Als het er
op aan komt. heeft hij geen mens nodig.
De mensen hebben Hem nodig. Rustig
vraagt Hij daaromWilt gijlieden ook
niet heengaan? Jezus weet zeker: Zijn
werk gaat niet te gronde, ook al zou
den allen en dat deden ze immers
later Hem verlaten. Jezus bedelt
niet om enige menselijke hulp. Hij is
de Christus, de van God Gekomene
voor ons. het levende brood uit da
hemel. Hij kent één groot verlangen:
gehoorzaam te blijven aan Zijn hemel
se Vader, ook al gaat de weg ten dode.
En daarnaast leeft dat andere in Hem:
de mensen liefhebben, ten behoeve van
hen neerdalen in hun donkerste zon
den, in hun diepste leed, in hun de
monische slavernij, om hen vrij te ma
ken. Christus zoekt Zichzelf niet, maar
ons. En omdat Hij dit tweevoudige in
Zijn leven volbracht heeft, werd Hij in
geen enkel opzicht slaaf van mensen
en maakte Hij «ooit van enig mens
een slaaf in de slechte zin van het
woord.
Zou het reeds niet een grote zegen
zijn, als alle leiders zich samen voor
die ene Leider bogen? Dan werden ze
zelf vrij en maakten zij anderen vrij.
Is zo iets ondenkbaar? Is zo iets te
mooi? Heb ge 't zelf nog nooit als ker
kelijk of onkerkelijk mens geprobeerd?
Of weet ge van dit wonderlijke toch
ook iets af? Getuigt er dan van.
Leiden. D. KUILMAN
lang niet zoveel moeilijk
heden op als met de diaposi
tief-film, daar de belichtings
speelruimte veel groter is,
maar toch is het fotograferen
hiermee nog wel moeilijker
dan met de gewone zwart
wit fotografie. Om een juist
begrip te verkrijgen van de
moeilijkheden die hierbij
voorkomen, volgt hier een
kleine beschouwing van de
filmopbouw en haar reacties
op het licht.
Hoe ziet een kleurenfilm
er uit?
Zoals u weet bestaat de
gewone zwart-wit film uit
een celluloidband, waarop
een lichtgevoelige emulsie
laag is aangebracht. Ook de
kleurenfilm bestaat uit een
celluloidband met daarop
een emulsielaag; 'het ver
schil is hier echter dat de
emulsie van de zwart-wit
film in zijn geheel gevoelig
is voor alle kleuren licht,
terwijl de emulsielaag van
de kleurenfilm uit enige
verschillend-gevoelige lagen
bestaat. De eerste laag is
uitsluitend gevoelig voor
rood licht; hierop is een
tweede laag aangebracht,
die uitsluitend gevoelig is
Wilt ge ook niet weggaan?
ZONDAGSBLAD 15 SEPTEMBER 1951
7
Wat moet ik hier nu mee beginnen,
zullen jullie je misschien afvragen.
Meisjes en jongens, dit is een teken
wedstrijd. Op deze plaat zie je een
lijst van een schilderij en nu moeten
jullie hier zelf eens wat aardigs in
tekenen. Je mag dus zelf een schilderij
maken, het geeft niet wat je tekent,
als het maar geen knoeiwerk is. Knip
het plaatje dan uit en stuur het maar
naar me toe. Succes hoor en doe
ja best!
Hoe kabouter
aan zo'n lelijke
naam kwam
(Slot).
Toen de zon al weer begon op te
komen, hadden juist meester Uil en
de Wijze Fee de grote boom, waar
in Meester Uil z'n huisje had, bereikt.
Ze waren allebei erg moe, 't was ook
zó'n eind dat ze gevlogen hadden!
Daarom gingen ze ook maar gauw
slapen en als ze dan weer wakker
werden, dan zou de Uil alle kabou
tertjes bij de eik verzamelen en
kon de Wijze Fee met haar werk
beginnen.
Dat werk, dat de Wijze Fee
die nacht ging doen, was heel wat.
Alle huisjes van de kaboutertjes
moest ze binnengaan en daar ging
ze alle zilveren en gouden gespen
betoveren. Die gespen bleven beto
verd tot de volgende morgen, dus de
hele nacht mocht er niemand aanko
men. Niemand zou dat ook doen,
want alle kaboutertjes waren immers
naar de eik om te dansen en zouden
pas 's morgens terugkomen. Maar
als de dief zou komen vannacht en
die zou de gespen vasthouden, nou,
dan zou die raar staan te kijken!
Vlug deed de Wijze Fee 's nachts
haar werk. Ze was nog niet het laat-
clOeet je wat
je eene moet lezen 7
Kleine Sjang, een boek geschre
ven door een dame, die toen zij zelf
jong was, lange tijd in China heeft
gewoond. Het is E. F. Lattimore,
die in „Kleine Sjang" vertelt over
een jongetje, met een grappig vlecht-
je boven op zijn hoofd. Dat jochie
woonde met zijn vader en moeder
en beide zusjes in een huisje aan de
rand van een Chinees dorp. Kleine
Sjang was vijf jaar. Hij had een
rond gezichtje en ogen als zwarte
appelpitjes. Hij zag er eigenlijk he
lemaal niet ondeugend uit, maar hij
was een nogal stout jongetje. Zo
liep hij op een keer weg naar de
grote stad, stak hij zonder dat va
der en moeder het wisten stiekum
een voetzoeker aan, heeft hij eens
onrijpe perziken gegeten en op een
keer viel hij in de rivier. Wat er
toen gebeurde... dat kan je lezen in
dit aardige boek, dat is uitgegeven
bij H. P. Leopolds Uitgeversmij N.V.
te Den Haag. De schrijfster maakte
er wel honderd leuke tekeningen bij.
Clara Asscher Pinkhof heeft „Klei
ne Sjang" in het Nederlands ver
taald.
Sprookjes, een mooi boek, dat is
geschreven door Elsa Beskow. Zoals
jullie misschien al hebben begrepen,
worden hier een aantal sprookjes ver
teld. Zo was er eens een kabouter,
die bij twee oude dames in huis
woonde. Deze dames maakten pop
pen, die zij aan een speelgoedwinkel
in de stad verkochten. Vaak zaten
zij tot laat in de nacht te werken
en waren dan de volgende dag zo
moe, zo vreselijk moe. Dat kon de
kabouter niet langer aanzien en daar
om draaide hij voorzichtig de lamp
naar beneden, ja in die tijd was er
nog geen electrisch licht en dan
dachten de dames, dat het al heel
laat was. Op die manier kreeg de
kabouter ze in bed. Toen op een
nacht, het was erg donker, slopen
twee andere kabouters de kamer bin
nen om met de poppen te spelen. En
in die nacht is er iets vreselijks ge
beurd. Wat...? Lees dan dit boek
maar eens. Het is een uitgave van
Uitgeverij Ploegsma te Amsterdam.
Mevrouw P. C. Zwanenburg-van Spall
vertaalde het.
De oude sprookjes, een ander boek
met oude verhalen geschreven door
J. Riemens-Rcurslag. Het is een
poosje geleden uitgekomen bij Uit
geverij Drukkerij Hollandia te
Baarn. Natuurlijk hebben jullie wel
eens van Roodkapje, Klein Duimp
je, de Gelaarsde Kat, Assepoester,
Hans en Grietje, Sneeuwwitje en an
dere sprookjes gehoord of ze zelf ge
lezen. Nu in dit dikke boek, waarom
een heel fraaie omslag zit, staan de
ze sprookjes allemaal en... nog wel
dertig andere. Ook staan er vele
mooie tekeningen en gekleurde pla
ten in. TANTE JOS.
ik krijg ook vaak zoveel brieven Trude.
Heb jij je rapport al gehad Gert van
Elderen? Ik ben benieuwd naar je cij
fers. Ria Melsen heeft een prijs gewon
nen met de stoelendans. Leuk spelletje
is dat, vind je niet? Nog wel gefelici
teerd met je verjaardag Truus Kooy.
Hoe oud ben je geworden? Janncke Li-
bochant is nog maar vijf jaar en toch
heeft zij al zwemmen geleerd. Dat vind
ik een hele prestatie hoor. Dat is me
even een verre reis Ineke Schorman,
die jouw oom heeft gemaakt. He, ik zou
ook wel eerfs zo'n heel eind willen vlie
gen. Hoe is het me jou, Ike Bakker, al
wat opgeknapt? Nee hoor, Nelly Broek-
je behoeft geen slagzin of
de keer, Nelly. Aric Hoorweg heeft wel
vijf maal een rondje met de zweefmo
len gemaakt. Nou, ik zou er een beetje
duizelig van worden, geloof ik. Mia
Goedvolk va® harte het beste kind en
houd je maar rustig, dan ben je des
te eerder beter. Dat is me even wat
Joke Dubbeldam, zoveel jonge poesjes
te hebben. Lief he, die kleine diertjes.
Natuurlijk Jaap Bloem mag jouw zus
je meedoen. Ze schrijft maar hoor. Wat
een gezellige brief kreeg ik van jou,
Kees Stehouwer. Jij hebt een leuke va-
cantie gehad en Kees, nog bedankt voor
je kaart joh, Marrie de Kievit wil jij
je zusje nog geluk wensen met haar
verjaardag? Niet vergeten hoor. Over
verjaardagen gesproken, Willie Blok en
Elsje de Bruyn zouden heel graag wil
len weten wanneer ik jarig ben. Tja,
dat moest je nu eens weten. Ik zal het
je verklappen. In de lente.. Ik denk
wel, dat jouw onderwijzer heel erg
blij zal zijn met zijn cadeau, Gerda da-
zing. Adriaan van Dam heeft zelf
een vlieger gemaakt. Is het je gelukt
hem in de lucht te krijgen? Kees Hon-
gertlijk, zeg maar tegen je broertje,
dat ik uitzie naar een briefje van hem.
Afgesproken? Ik wil wel aan je verzoek
voldoen. Rini Nobel, maar dan moe
ten eigenlijk eerst de zaken wat ver
der zijn. Als je een tent hebt en een
je
Deze week kreeg ik ook weer heel
wat brieven van nieuwelingen. Het zijn
Carla de Maar, Beppie de Paauw,
Truus Roozenbeek, Dieny de Jong, Lies-
je Roos, Jopie Heemskerk. Jannie van
't Zelfde. Maggie Visscher, Lenie de
Lange. Mieke Roodnat. Andrc Karbaat,
Sary Slootweg. Anneliesje Boerstoel, en
Katrientje Kuyt. Kinders, van harte wel
kom in onze kring.
Dat was het dan weer voor deze
week. Meisjes en jongens een goede
Zondag allemaal en., tot de volgende
keer, jullie
ste huisje uit of daar kwam héél
zachtjes Zilverschoon aansluipen.
Hij keek eerst eens links, toen eens
rechts, en ging toen heel vlug een
huisje binnen. Vlug pakte hij een
mooie gesp weg en toen naar bui
ten, zo vlug hij maar kon. Z'n hand
stijf op z'n broekzak, want daarin
had hij de gesp gestopt. Ginds, bij
de grote bomen zou hij hem eens
goed gaan bekijken. Voorzichtig wil
de hij hem weer uit z'n zak halen,
maar wat was dat nu? Hij kon z'n
vijf vingers niet in z'n broekzak krij
gen. Wat gek was dat nu! Hij keek
eens naar z'n hand, keek nog eens,
hij schrok er van. Want wat was dat?
Z'n wijsvinger werd hoe langer hoe
groter. O, kijk toch eens, hij was nu
wel twee maal zolang als z'n andere
vingers. Wat moest hij daar nu toch
aan doen? Hij droomde toch niet?
Nee, hij was klaar wakker, hij stond
bij de grote bomen en in de verte
hoorde hij de andere kaboutertjes
zingen en dansen. O, hij kon wel
huiïen. Ja, hoor, daar kwam al een
traan en nog één en nog één. Even
later snikte hij het uit, want o, z'n
vinger was nu al wel drie maal zo
lang. Maar wat was dat? Wie praat
daar tegen hem? Verschrikt kijkt
hij om. „Waarom huil jij?" Ooo, 't
is de Wijze Fee! „Och toe, lieve
Wijze Fee, zegt U me eens wat ik
moet doen, kijk m'n vinger toch
eens lang worden!"
„Dit is toch makkelijk, want met een
lange vinger kun je immers veel beter
iets wegnemen!"
Ineens begreep Zilverschoon wat
er aan de hand was. Zijn vinger was
betoverd als straf voor z'n stelen.
O, wat erg, wat zouden de andere
kabouters wel zeggen. „Nu zou je
zeker wel willen, dat je nooit gesto
len had", zei de Wijze Fee. „O,
Wijze Fee, ik zal nooit, nooit meer
stelen maar help me toch van die
nare vinger af". „Nee, ik help je er
niet van af, dat moet je zelf doen.
Jij moet nu naar de eik gaan, naar
de andere kaboutertjes en vertellen
wat er gebeurd is. Dan moet je naar
de stad gaan en alle dingen die jij
van de kabouters daar verkocht hebt,
terug gaan kopen en aan de kabou
ters teruggeven. Als je dan een
maand lang niet meer steelt, dan
wordt je vinger vanzelf weer korter!"
Om naar de oude eik te gaan, daar
zag Zilverschoon wel heel erg tegen
op, maar ja, hij moest wel en toen
hij de kabouters alles verteld had,
waren ze eerst wel heel erg boos,
maar ze kregen toch ook wel een
beetje medelijden met hem en als
hij beloofde nooit meer kwaad te
onze BRievenBus
Aan al m'n nichten en neven.
En hoe vinden jullie de nieuwe puzzle7
Ik wil jullie wel verklappen, dat ik heel
erg nieuwsgierig ben naar wat m'n
nichten en neven alzo in de lijst zul
len tekenen. Je mag maken wat je wilt,
dus dat is nogal gemakkelijk.
Voor ik aan de brievenbus begin wil
ik eerst vertellen, wie deze week de
prijzen hebben gewonnen. De hoofdprijs
is voor Adrie Scheele, terwijl Evert
Jansen, Corrie Bos en Antoinette Geels
ieder een troostprijs krijgen. De oplos
sing van het raadsel luidt: Zwitserland,
Ee, rede, Griekenland, sul, bie um,
hiel, rad. gerij, zeg. werk, tres. sêkuur
edelman, ren, Arabier, dadelijk, nier,
hg.
En nu: de brievenbus. Marrie Hoo-
gerdijk is een klein beetje boos op me,
omdat ik haar naam niet helemaal goed
had geschreven. Ach Marrie. de beste
breister laat wel eens een steek vallen
en doe de groeten aan Jannie.. Bijzon
der mooie cijfers had jij op je rapport.
Jannie Bek. Vier negens, knap hoor. Is
je onderwijzer al weer wat beter, Aletta
de Rover? Ik hoop het van harte,
want het valt niet mee om ziek te zijn.
Chiel van der Keemcl wil ik bedanken
voor zijn leuke tekening. Ik houd er
wel van met zulke dingen verwend te
worden hoor Chiel. Trude Vrolijk heeft
al heel wat keertjes geschreven, maar
nog nooit wat gehoord. Arme jij, maar
Eventjes lachen
Ik kan als aap in goeden doen
toch zeker niet voor mijn fatsoen
een pen gebruiken om te schrijven?
Ik tik nu daag'lijks vellen vol
al wordt mijn wijfje bijna dol
(maar die kan overdrijven.
Je vraagt natuurlijk en terecht
wat f.k als aap nu zogezegd
te tikken heb op die papieren.
Nou, neven, nichten, dat zit zó:
ik zit al jaren op 't bxtreau
van de bond van apendieren.
Ik heb op dit bureau mijn werk.
Maaralle mensen, dat is sterk,
ik zit mijn tijd maar te verpraten.
Ik tik nu gauw dit liedje af.
anders geeft de chef mij straf
hij HEEFT me in de gaten....