m e 5 EEN TWINSET den- s ZONDAGSBLAD 28 JDLI 1951 Correspondentie betreffende deze ru briek aan de heer W. Jurg. Jan Luyken- laan 12, Oen Haag. Problematiek uit de lezerskring Het is geen wonder, dat lezers, die regelmatig de problemen uit deze ru briek oplossen, zelf ook eens proberen een vraagstuk samen te stellen. Natuur lijk is het niet te verwachten, dat de eerste proeven reeds direct aan de hoogste eisen voldoen. Toch willen we dergelijke pogingen graag aanmoedigen en daarom stellen we de eisen voor eerstelingen niet al te hoog. Als aan de De zomer van 1911 Tot de meest alledaagse onderwerpen behoort ongetwijfeld wet het weer. Het is een onderwerp, waarover ieder kan meepraten en zijn wijsheid kan luchten. Maar hebt u weieens opgemerkt, dat het bij vele Nederlanders een tweede natuur is geworden, om over het weer te klagen? En niet altijd met reden! Het is nu eenmaal zo, dat ons landje veel wrakke zomers kent. Maar dat geeft niet altijd reden tot geweeklaag. We kunnen echter begrijpen, dat de zomer van 1911 veel zorgen baarde, vooral voor hen, die zo sterk van h®t weer afhankelijk zijn. In dit jaar toch was er een haast tro pische zomer gecreëerd, een zomer met strak-blauwe. wolkenloze hemel en wei nig dauwvorming. Een zomer, die een hete periode om vatte van medio Juni tot medio Sep tember. waarin geen „milde regen" ooit neerdaalde op het verschroeide aard- Alom verschroeide, gele velden, ver welkte aardappelakkers, waar de plan ten knolletjes droegen iets groter dan knikkers. Uitgedroogde sloten met magere „moerasvegetatie" en tot smalle linten verschrompelde vlieten. Volgens de berichten was de Lim burgse Maas een armetierig stroompje geworden, waarop geen schip kon va ren, hoogstens een roeibootje. Een eldorado voor zelfmoordenaars, want het water was zo ondiep, dat het schier onmogelijk was er in te verdrinken. De boeren waren genoopt het van honger en dorst bulkende vee bij te voeren, wat enorme kosten met zich bracht, omdat de aardappeloogst totaal was mislukt. Trouwens de gehele oogst in ons land was totaal mislukt en dus moest invoer van granen en veevoeder plaats hebben uit Amerika. Wel was de arbeid te velde zeer be perkt: onkruid wieden was niet nodig, de laaiende zon had ook het groei proces van het onkruid radicaal ver- Het wegverkeer joeg enorme stofwol ken op, dib lang bleven hangen boven het spoor, dat het tekende, omdat de wind zich meestal „behoedzaam" stil hield. Al met al een zomer, die niet licht vergeten zal worden! constructies geen ernstige technische fouten kleven en de afwikkeling niet al te simpel is, willen we ze graag een plaatsje in deze rubriek geven. Deze keer kunnen we zelfs een hele rubriek vullen met het werk van debuterende problemisten. Onder de door deze le zers samengestelde problemen bevinden er zich zelfs enkele (waarbij we in de eerste plaats denken aan de nrs. 1 en 2), die van zeer behoorlijke kwaliteit zijn en die men niet direct aan een begin nende problemist zou toeschrijven. De heer in 't Veld, die wij het eerst in troduceren heeft enige tijd geleden een korte rustperiode benut met het be werken van het Alixmotief. We kunnen zeker zeggen, dat hij daarin goed ge slaagd is. Een drietal aardige vraag stukken. opgenomen onder de nrs. 13, was nJ. het resultaat van zijn vrije tijdsbesteding. No. 1. A. In 't Veld. Dubbeldam No. 4. S. Korpershoek, Vlaardingen. Zwart: 1, 6—8, 10, 25, 26. 32, 45 Wit: 17, 19, 23. 24. 30. 31, 34. 40. No. 2. A. In 't Veld m P Si 'W P m m m - 1 a m m m M a L m a O B R m I I Zwart: 1, 6, 8, 9. 10, 16, 19, No. 3. A. In 't Veld Zwart: 1, 6. 8, 9, 10, 11, 20, 25. 31, 36. Wit: 17, 19, 30, 33—35, 41, 42. 47, 49 De heer Korpershoek debuteert met een probleem, waarin enkele fraaie meersiagen verwerkt zijn Eveneens een zeer verdienstelijk debuut. m m m m m P 1 S m m a S? ui 0 m m 0 mt" 'tm m m fP m 3 t! BI m "m i m üi m M Mm ipp RR m c m m fS'J a Q m m m 9; SS Oplossingen in de volgende rubriek. Oplossingen D 9 (J. Viergever) Zwart: 1. 8—10, 13, 19. 20. 23. 24. 28, 29. 33, 35. 45. Wit: 11, 17. 21, 22, 27, 30, 34. 37—40, 42. D 10 (W. Jurg) Zwart: 2. 7—13, 18. 22. 23. 28, 36. 38. dam op 19. Wit: 21, 25—27, 29—31, 33. 34. 37, 39, 42. 44-48 Opl.: 29-24. 37-32. 46-41, 21-17, 47-41. 39-33, 25x1. 45-40, 48-43, 31-27, 26x8. 1x5. Enkele oplossers gaven de zetten In andere volgorde door eerst 47-41 en daarna 12-17 te spelen. Dit is echter niet goed. Magische vierkanten Zwart: 3. 6, 8, 12—14, 16. 19. 20. 24. 25, 35. Wit: 15. 17. 21, 22, 27, 28, 33, 36—40. Tenslotte het resultaat van de proble matieke activiteit van de heer v. d. Kleü: een niet te moeilijk vraagstuk, dat de moeite van het oplossen ook zeker No. 5. W. D. v. d. Kleij, Ermelo. 2 y\ A V Invullen. 1. Kleur, toegankelijk. 2. Beknopt. voorzeUel. riv kneedbak. 3. Onder 1 dezelfde woorder iniek. rt. kledingstuk. 6. Deel 2. Beknopt, voorzetsel, rivier ln Ital Ibak. 3. ln Duitsland, uitdrukking. 4 Drank. bloem, aarden vuurpoti» seld. minder plastische 1 ik. teling, Rom. I Inzendingen per briefkaart ulterltjk Don derdagmogen li. aan het bureau van dil blad. In de linkerbovenhoek aan de adres- zijde te vermelden: „Puzzle-oplossing. Er zijn drie prijzen: 1. f5.—; 2. f2 50 3. f2.50 Oplossing vorige puzzle Horizontaal; 1 doedelzak. 7. ergo, 9. Naar- den. 11 A. M13. fa. 14. aas. 16 leren. 18. rats. 30. et. 21 netelig. 23. re. 24. teer. 26. bries. 28. nee. 29 O.T.. 31. pi. 32 kalebas. 35. deel. 36. Nederland. Verticaal: 2. een. 3 draf. 4. egaal. 5. lor. 0. kanon, 8. raar. 10. dertien. 12. maan. 15. steriel. 17. eelt. 19. stee. 22. geep, 35 rein, 36. baken. 27. sober. 30. taël, 33 Ede. 34. sla. Een schoenlepel met een steel van zeventig centimeter. Een prachtig in strument voor mensen, die moeilyk bukken. Ze kunnen nu hun schoenen gemakkelijk aantrekken. Rubber vormpjes om borstplaat te maken. De rubber is buigzaam en kan dus rond de gestolde zoetigheid wegge trokken worden. Dit voorkomt het bre ken van de borstplaat. klapper IfamieJ* e*M l/v"0P£^D£efè£Wlft,£l/L- 4aa/ (yoJy&tlïfi weT otoat KAMPnuKj e»0 ^Ai^jLLLini^ 6omc/i- kwestie, in Bjao. omgewaaide öootm heeft dajr 2qm\ dak, vermeld verleden jaar vw. boorvide'over schuld en scha prtéCMb 4oo dèo^V' na VAe-rdaagse De voet.rGib tuSSCvi MaasanWgj per scltcieri.tw klomy of per sandaal was voor muw meni zozum /ar sicaf, ai« 2ij nvswr o/ui*i bbar-rvidqes qaf - 2 CerwcWe*. ova,' heevitjaai van Lieffr'nck. Mdn fl uittart iets tmer mompett wat, m/n leest iets in avondblad LieftiVick, zelf? Hij zeyt t niet, hij is nog SUfUdS een houfo Piet fdeigisch - Nederlandse markt, voor vitterij, pro ÓvCUW 7 Ook. dit ter glorie van de Vi's, die ons wel geblexen noq met door ieder *ordt (jerowd maar nota BemtLw 'gevioenvd öoo A'ajn versciK2n<zn niet op krab beviviswedstrgd uediq hing zen boos it daarginder in Je 2azutv.be 'ucut Wcivit mi/n zei ttat 'S toch blIX), zu .krabben* vóór de strijd terug! gestolen zeewuaij <vc>z$ Naagsedict aa»« De lap bmg zwierig uit zijn zak. zodat -daar wei wat jenter staic zei toen hg io werd gesnapt Jo nent jezelf v bg tjeiaor- draaien jeOvcn Jdt w jo jit 'i/.r"/A*< voorlopig newr N^r. KLrCH/j (V. ■iC*700,n+«3brieke.v< Jraji<z*' -wzer Zfe*tfl2kk<Avi «wiarovn .Mvm/Mf ZONDAGSBLAD 28 JULI 1951 3 VOOR Öe VROUW .Waarvoor zouden we sparen!? yELE ouderen onder ons zullen zich ongetwijfeld nog herinneren, hoe zij vroeger voor een goed rapport, van vader en moeder, van grootouders en misschien nog wel van verdere fami lieleden, een beloning kregen voor de spaarpot. Als iemand ons een dienst bewezen had en wij bang waren, haar of hem met een fooitje te beledigen, zeiden we er voorzichtigheidshalve maar bij: „voor de spaarpot van uw kinderen." Zó brachten onze ouders ons zin voor sparen bij. Niet om ons tot heb- zuchtigen, tot vrekken op te voeden, maar tot mensen met verantwoorde lijkheidsbesef. Niet tot óp-potters, niet tot zon dig bezorgden voor de dag van mor gen, maar opdat wij vroeg zouden leren, het ons van God geschonkene met wijsheid te beheren. Wij wisten, dat onze ouders, al waren zij verre van kapitaalkrachtig, zich er voor uitsloofden, iets opzij te leggen voor „de kwade dag", waar mee dan ziekte of ongeval bedoeld werd, óf voor „de oude dag". Wat zit daar toch véél moois in! Van d i t geslacht van „kleine spaar ders" ts ons land groot geworden. Tegenwoordig is dat sparen (he laas!) niet meer nodig. „Waarom zouden we het dóén?", zo redeneert men, „afgezien van het feit, dat we heden ten dage geen cent overhouden om te sparen, is daar toch de ongeval lenwet. als we een ongeluk krijgen, de ziektewet en het ziekenfonds voor tijden van ziekte, het pensioenfonds voor onze oude dag! Zéker, allemaal waar, de Overheid heeft best voor ons gezorgd met al haar sociale voorzieningen. Daar kun nen wij in zekere zin dankbaar voor zijn. En tóch, toch is er anderzijds m.i. iets moois mee verloren gegaan, een grote innerlijke waarde, n.l.: het verantwoordelijkheidsbesef, het plichtsgevoel om zélf met Gods hulp en onder Zijn zegen te zorgen. Wij kunnen nog maar nauwelijks lopen, of we dringen er al bij vader en moe der op aan: „ikke zélf doen". Dat „zèlle/" doen is immers veel mooier, dan als vader alles zo pasklaar voor ons maakt? Maar, nu wij volwassen geworden zijn, vinden wij 't maar wat gemak kelijk, als Vadertje Staat en Moeder Regering voor ons zorgen en... wij on derkennen niét de grote gevaren, die hier schuilen. Het gevaar van zorgeloosheid, van onverantwoordelijk geld uitgeven, van de groeiende neiging onze lasten op anderen af te schuiven. Wij leven in financieel zeer zorge lijke tijden en volgens menigeen kan er geen cent gespaard worden. En tóch worden er duizenden uitgegeven aan dingen, waarover ons voorgeslacht niat geprakkizeerd zou hebben. Oók de beter gesitueerden niet! Die mentaliteit van geld verdienen, om het uit te geven, be'invloed óók en in niet geringe male onze kinderen. Als ik zo eens hoor en zie, hóéveel zakgeld vele kinderen tussen 10 en 15 jaar krijgen en waaraan dit alle maal verpatst wordtnee, dan zal ik niet verbaasd zijn, als ik over tien, twintig jaar een leger van ontevre denen de wereld zie overstromen. De kinderen eten maar ijsjes, berliner bollen en drop zo vaak ze daar zin in hebben, rollen de éne sigaret na de andere en dampen er lustig op los, zodat je als Moeder door wier handen heel wat luiers gegaan zijn, al eens bezorgd naar die korte broekjes kijkt! Ze willen liefst iedere dag zwemmen en kijken je stomverbaasd aan, dat dit eenvoudig niet gaat, iedere dag een kwartje! Je belandt bij je eigen kinderen, geeft ze iets voor hun mooie rapport en dan is het: „O, nu heb ik zóveel, nu kan ik wel een horloge kopen", nummer 2 praat over een foto-toestel enz. enz. Zég je dan, dat daar niets van inkomt, dan vragen ze hoogst verwonderd en ge pikeerd: „Maar, waarvoor heb ik dan gespaard? Wat heb ik nou aan twin tig gulden op mijn spaarbankboekje? En steek dan maar van wal met een speech van minstens een half uur, om hen er tan te overtuigen, dat ze over enkele jaren honderden guldens zullen nodig hebben, waar vader en moeder niet voor kunnen opdraaien! Laten wij als ouders toch de wacht houden bij de Eenvoud in de op voeding.' VVij werden in kleine dingen veel eenvoudiger opgevoed dan onze kinderen en ik geloof dat we daar dankbaar voor moeten zijn. Nu is het waar, dat onze tijd véél meer moge lijkheden biedt aan genotmiddelen, sport en ontspanning. Ook daar kun nen wij in zeker opzicht dankbaar voor zijn en we moeten met het getij de bakens verzetten. We zullen dit echter alléén naar Gods wil kunnen doen, als wij onze ogen goed openhouden voor de kleine vossen, die hier de wijngaard dreigen te verderven! De b e g ér te is zo sterk in een mens. Het altijd méér en mooier willen is in de g r o n d nog steeds het: als God willen zijn. Spaarzaamheid en soberheid mógen niet verloren gaan. Daar moeten wij voor op de bres staan. En laten we onze kinderen naast het sparen voor nuttige dingen dan óók vroeg het offer leren. Het offer voor Gods koninkrijk, voor zending en evange lisatie, voor armen en misdeelden en hen zó leren over weinig getrouw te zijn. MARGARITHA. Cüacantie-menu'ó De rijst 's ochtends even voorko ken en in de hooikist zetten (of de pan in een flinke laag kranten pak ken). De uien de avond tevoren snip peren en fruiten en afgedekt op een koel plekje wegzetten. De rijst ver mengen met de ui en desgewenst nog iets vet of margarine en het ge recht nog even door en door warm maken. Een sla maken van in plak jes gesneden tomaat en slasaus of olie en azijn. De pap kan kant en klaar gekocht worden of de avond te voren gekookt. De aardappelen van te voren schil len, na thuiskomst koken en er purée van maken. De bloemkool koken en overgieten met gebruinde boter of margarine. De eieren koken. De rabarber kan de dag tevoren gekookt worden en gebonden met wat haver mout. Dit gerecht koud opdienen. De macaroni 's ochtends even voor koken en in de hooikist zetten. Na thuiskomst de tomaten in plakken snijden en in een koekenpan in boter of margarine even bakken. De toma ten door de macaroni mengen, de massa goed verwarmen en de blok jes kaas erdoor scheppen. Yoghurt met stroop of suiker kan als toespijs worden gegeven. 4. Gebakken aardappelen, sla, rest vlees (Rijst met boter of marga rine en suiker). De aardappelen de dag tevoren koken en in plakken snijden. Deze na thuiskomst bakken. De sla aanmaken, het vlees, dat de dag tevoren gebra den is, er koud of warm bijgeven. De rijst 's ochtends voorkoken en in de hooikist zetten en geven met bo ter of margarine en suiker. 5. Sla van aardappelen, komkom mer, koud gehakt (Custardvla). De aardappelen die de vorige dag gekookt zijn en het koude gebraden gehakt in blokjes verdelen. De kom kommer schillen, in de lengte in vie ren snijden, van het zaad ontdoen en in blokjes snijden. Alle ingrediënten vermengen en op smaak afmaken met slasaus of olie en azijn (peper) zout en gesnipperde ui. De custard vla kan de avond tevoren gekookt of klaar gekocht worden. 6. Bruine bonen met sla, uitjes, augurkjes en gebakken spek (kar- nemelksepap). De bruine bonen 's morgens voor koken en in de hooikist gaar laten worden. Na thuiskomst de sla uiteen plukken, wassen en aanmaken. Het dun gesneden spek uithakken. Er uitjes en augurkjes uit het zuur bij geven. De pap kan de avond te voren van karnemelk met bloem gekookt ot kant en klaar gekocht worden. ^Waarvan we deze week de jumper geven J Het motief is eenvoudig, doch kleedt zeer goed af. Ons model werd gebreid op pennen no. 2 en 2)4. Op 10 cm breedte komen 34 steken en 18 naalden is 4 cm hoog. In het schoudergedeelte zijn vierkante motieven gebreid. We laten eerst het pa troon van dit werkgedeelte volgen. Het motief begint op de verkeerde kant van het werk en wordt in de rechte strepen gebreid. Ie naald: 4 st. recht van de volgende st. 3 st. maken (1 recht, 1 aver. 1 recht) 4 st. recht. 2e naald: 4 st. aver., de volgende 3 st. verdr. r. samenbr.. 4 st aver. 3c naald: 3 st. r-, van de volgende st. 3 st. maken, 1 st. r., van de volgende st. 3 st. maken, 3 st. r. 4c naald: 3 st. aver., de volgende 3 st. verdr. recht samenbr., 1 st. aver., 3 st. verdr. recht samenbr., 3 st. aver. 5e naald. 2 st r., uit de volgende st. 3 st. maken, 1 st. r., uit de volgende st. 3 st. maken, 1 st. r., uit de volgende st. 3 st. maken, 2 st. r. 6e naald: 2 st. aver., de volgende 3 st. verdr. recht samenbr. 1 st. aver., 3 st. verdr. recht samenbr., 1 st. aver., 3 st. verdr. r. samenbr., 2 st. aver. Op deze wijze hot motief steeds 1 st. opschuiven tot alle 9 st. zo gebreid zijn en dan verder het motief terugwerken tot 1 steek. Voorpand: Opzetten 148 st. op nld. 2 en hierop breit men een boord van 11 cm. 1 st. verdr. recht, 1 st. aver. Na het boord gaat men over op nld 214 in streepniotief als volgt, doch men maakt in het midden 1 st. bij (149 st.). Ie naald: 2 st. aver., 1 st. verdr. recht, 2 st. aver., 1 st verdr. recht. 9 st. aver.. 1 st. verdr. recht, 2 st. aver., 1 st. verdr. recht, 2 st. aver. 1 st. verdr. recht, van af herhalen. 2e naald: breit men recht op recht en aver, op averecht. De le naald is de goede kant van het i dit patroon gebreid ;rk. Als men 2 cm heeft, meerdert n der naald 1 sL. deze meerdering elk 2 c herhalen nog 8x (167 st Als 't werk een gehele lengte heeft 31 (dus 20 gen de armgaten. Aan het begin der eerstvolgende 2 nld. 4 st. afkanten, daarna aan beide kanten nog 1x3. 6x2 en 5x1 st. afkanten (119 st.). doch als men de eerste maal 2 st. voor het armgat afkant. dan aan de verkeerde kant van het werk in de rechte banen van 9 st. de motieven in gaan breien als boven omschreven. Men doet dit in de 2e, 4e, 6e en 8e baan, dus 4 motieven. Als men in deze banen de motieven gebreid heeft, dan breit men de volgende in de 3e 5e, 7e recht baan, dus 3 motic- Ze verspringen dus één streep. De daaropvolgende komen dan weer in de 2e, 4e, 6e en 8e streep, dus recht boven de eerste 4, enz., de strepen ge teld naar de totale breedte dus niet tussen armgaten; wanneer het werk een gehele lengte heeft van 44 cm (dus 33 cm boven boord) volgt de halsronding. Op goede kant worden voor hals de middelste 9 st. afgekant, naald uit- breien. Het werk is door deze afkanting ge splitst Men breit eerst dit gedeelte af. voor de hals om de naald nog 5x3. 3x2 en 1 x 1 st. afkanten, dus over 18 naal- Als het armgat 18 cm is. dan de schou der afkanten in 3x11 steken, aan srm- gatkant te beginnen. Andere kant der hals op de zelfde wijze afbreien. Rug: Opzetten 142 steken op naalden No 2. Dit breit mer geheel als voorpand, ook na 't boord in 't midden 1 st bij maken en de le patroonnaald begint dan met: 2 aver.. 1 verdr. recht. 9 averenz., dit omdat wij 6 st. minder opgezet heb ben; de meerderingen ook als bij 't voor pand (161 st). De afkantingen aan armgat zijn aan beide kanten 1x6, 1x3, 4x2 cn 3x1 st. (121 St.). Ook het inbreien der motieven begint op dezelfde hoogte als bij 't voorpand. Als men hiermede begint, gaat men te vens het werk op goede kant in de helft splitsen. Een kant krijgt 1 st. méér van wege het oneven aantal steken. Op deze 61 st. verder breien; aan de kant der splitsing telkens 2 st. recht breien, dus ribbels. Als het split 15 cm is. dan kant men voor hals van de kant der splitsing, 20 st. af. Naald uitbrcien, naald terug- breien. daarna voor hals om de naald nog 1x3, 2x2 en 1 x 1 st. afkanten. Na deze afkantingen de schouder af- kantcn in 3x11 st., aan het armgatkant te beginnen. Aan de andere kant breit men het spiegelbeeld, doch men zet aan de kant der splitsing 4 st.. bij voor het splitje en breit aan die kant 5 st. steeds recht; dus ribbels. De eerste lwi|fafkanting is dan 24 st. inplaats van 20 steken. Mouw: Opzetten 90 steken op nld. 2 en hierop 2 cm. 1 st. verdr. recht. 1 steek aver, breien. Overgaan op naalden 2)4. Daarna in één naald, welke recht ge breid wordt, meerderen tot 137 st. als volgt: 22 st. breien, dan van elke vol gende st. 2 st. maken tot men nog 2t st. over heeft, deze 21 st. breien. Nu in streeppatroon. le naald 9 st. aver., 1 verdr. recht, 2 st. aver 1 st verdr recht. 2 st aver, 1 st. verdr. recht, van af herhalen. 2e naald: recht op recht, averecht op averecht. Als men ruim 10 cm. in dit patroon gebreid heeft, volgt de kop: Aan 't begin der eerstvolgende 2 nld. 4 st. afkanten. Dan aan het begin der volgende 2 nld. 3 st. afkanten Nu aan het begin der volgende 4 nld 2 st. afk Verder aan 't begin van iedere nld. 2 st. samenbr. tot er 85 steken over z(jn. Dan aan 't begin en einde van elke naald 2 st samenbreien. tot er nog 25 steken over zijn. Deze ineens afkanten. Schouders dichtnaaien en uit de gcliclo balswijdte de steken opnemen, d. i. 126 steken in 't geheel Hierop 14 nld. I verdr recht. 1 aver, breien; 8 nld. op nld 2'4 cn 6 nld. op nld. 2. dan nfkimtea» ook in 1 verdraaid recht, 1 averecht

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1951 | | pagina 9