m
e
5
EEN TWINSET
den-
s
ZONDAGSBLAD 28 JDLI 1951
Correspondentie betreffende deze ru
briek aan de heer W. Jurg. Jan Luyken-
laan 12, Oen Haag.
Problematiek uit de
lezerskring
Het is geen wonder, dat lezers, die
regelmatig de problemen uit deze ru
briek oplossen, zelf ook eens proberen
een vraagstuk samen te stellen. Natuur
lijk is het niet te verwachten, dat de
eerste proeven reeds direct aan de
hoogste eisen voldoen. Toch willen we
dergelijke pogingen graag aanmoedigen
en daarom stellen we de eisen voor
eerstelingen niet al te hoog. Als aan de
De zomer van 1911
Tot de meest alledaagse onderwerpen
behoort ongetwijfeld wet het weer. Het
is een onderwerp, waarover ieder kan
meepraten en zijn wijsheid kan
luchten.
Maar hebt u weieens opgemerkt, dat
het bij vele Nederlanders een tweede
natuur is geworden, om over het weer
te klagen? En niet altijd met reden!
Het is nu eenmaal zo, dat ons landje
veel wrakke zomers kent. Maar dat
geeft niet altijd reden tot geweeklaag.
We kunnen echter begrijpen, dat de
zomer van 1911 veel zorgen baarde,
vooral voor hen, die zo sterk van h®t
weer afhankelijk zijn.
In dit jaar toch was er een haast tro
pische zomer gecreëerd, een zomer met
strak-blauwe. wolkenloze hemel en wei
nig dauwvorming.
Een zomer, die een hete periode om
vatte van medio Juni tot medio Sep
tember. waarin geen „milde regen" ooit
neerdaalde op het verschroeide aard-
Alom verschroeide, gele velden, ver
welkte aardappelakkers, waar de plan
ten knolletjes droegen iets groter dan
knikkers. Uitgedroogde sloten met
magere „moerasvegetatie" en tot smalle
linten verschrompelde vlieten.
Volgens de berichten was de Lim
burgse Maas een armetierig stroompje
geworden, waarop geen schip kon va
ren, hoogstens een roeibootje. Een
eldorado voor zelfmoordenaars, want
het water was zo ondiep, dat het schier
onmogelijk was er in te verdrinken.
De boeren waren genoopt het van
honger en dorst bulkende vee bij te
voeren, wat enorme kosten met zich
bracht, omdat de aardappeloogst totaal
was mislukt.
Trouwens de gehele oogst in ons land
was totaal mislukt en dus moest invoer
van granen en veevoeder plaats hebben
uit Amerika.
Wel was de arbeid te velde zeer be
perkt: onkruid wieden was niet nodig,
de laaiende zon had ook het groei
proces van het onkruid radicaal ver-
Het wegverkeer joeg enorme stofwol
ken op, dib lang bleven hangen boven
het spoor, dat het tekende, omdat de
wind zich meestal „behoedzaam" stil
hield. Al met al een zomer, die niet licht
vergeten zal worden!
constructies geen ernstige technische
fouten kleven en de afwikkeling niet al
te simpel is, willen we ze graag een
plaatsje in deze rubriek geven. Deze
keer kunnen we zelfs een hele rubriek
vullen met het werk van debuterende
problemisten. Onder de door deze le
zers samengestelde problemen bevinden
er zich zelfs enkele (waarbij we in de
eerste plaats denken aan de nrs. 1 en 2),
die van zeer behoorlijke kwaliteit zijn
en die men niet direct aan een begin
nende problemist zou toeschrijven. De
heer in 't Veld, die wij het eerst in
troduceren heeft enige tijd geleden een
korte rustperiode benut met het be
werken van het Alixmotief. We kunnen
zeker zeggen, dat hij daarin goed ge
slaagd is. Een drietal aardige vraag
stukken. opgenomen onder de nrs. 13,
was nJ. het resultaat van zijn vrije
tijdsbesteding.
No. 1. A. In 't Veld. Dubbeldam
No. 4. S. Korpershoek, Vlaardingen.
Zwart: 1, 6—8, 10, 25, 26. 32, 45
Wit: 17, 19, 23. 24. 30. 31, 34. 40.
No. 2. A. In 't Veld
m
P Si
'W P
m
m
m
-
1
a
m m
m
M
a
L
m a
O
B
R m
I I
Zwart: 1, 6, 8, 9. 10, 16, 19,
No. 3. A. In 't Veld
Zwart: 1, 6. 8, 9, 10, 11, 20, 25. 31, 36.
Wit: 17, 19, 30, 33—35, 41, 42. 47, 49
De heer Korpershoek debuteert met
een probleem, waarin enkele fraaie
meersiagen verwerkt zijn Eveneens een
zeer verdienstelijk debuut.
m
m
m
m
m
P
1
S
m
m a
S?
ui
0
m
m
0
mt" 'tm
m
m
fP
m
3
t!
BI
m
"m
i
m
üi
m
M
Mm
ipp
RR
m
c
m
m
fS'J
a
Q
m
m
m
9;
SS
Oplossingen in de volgende rubriek.
Oplossingen
D 9 (J. Viergever) Zwart: 1. 8—10, 13,
19. 20. 23. 24. 28, 29. 33, 35. 45.
Wit: 11, 17. 21, 22, 27, 30, 34. 37—40, 42.
D 10 (W. Jurg) Zwart: 2. 7—13, 18. 22.
23. 28, 36. 38. dam op 19.
Wit: 21, 25—27, 29—31, 33. 34. 37, 39,
42. 44-48
Opl.: 29-24. 37-32. 46-41, 21-17, 47-41.
39-33, 25x1. 45-40, 48-43, 31-27, 26x8. 1x5.
Enkele oplossers gaven de zetten In
andere volgorde door eerst 47-41 en
daarna 12-17 te spelen. Dit is echter
niet goed.
Magische vierkanten
Zwart: 3. 6, 8, 12—14, 16. 19. 20. 24.
25, 35.
Wit: 15. 17. 21, 22, 27, 28, 33, 36—40.
Tenslotte het resultaat van de proble
matieke activiteit van de heer v. d. Kleü:
een niet te moeilijk vraagstuk, dat de
moeite van het oplossen ook zeker
No. 5. W. D. v. d. Kleij, Ermelo.
2
y\
A
V
Invullen.
1. Kleur, toegankelijk.
2. Beknopt. voorzeUel. riv
kneedbak. 3. Onder
1 dezelfde woorder
iniek.
rt. kledingstuk. 6. Deel
2. Beknopt, voorzetsel, rivier ln Ital
Ibak. 3.
ln Duitsland, uitdrukking. 4 Drank.
bloem, aarden vuurpoti»
seld. minder plastische 1
ik.
teling, Rom. I
Inzendingen per briefkaart ulterltjk Don
derdagmogen li. aan het bureau van dil
blad. In de linkerbovenhoek aan de adres-
zijde te vermelden: „Puzzle-oplossing. Er
zijn drie prijzen: 1. f5.—; 2. f2 50 3. f2.50
Oplossing vorige puzzle
Horizontaal; 1 doedelzak. 7. ergo, 9. Naar-
den. 11 A. M13. fa. 14. aas. 16 leren. 18.
rats. 30. et. 21 netelig. 23. re. 24. teer. 26.
bries. 28. nee. 29 O.T.. 31. pi. 32 kalebas. 35.
deel. 36. Nederland.
Verticaal: 2. een. 3 draf. 4. egaal. 5. lor.
0. kanon, 8. raar. 10. dertien. 12. maan. 15.
steriel. 17. eelt. 19. stee. 22. geep, 35 rein,
36. baken. 27. sober. 30. taël, 33 Ede. 34. sla.
Een schoenlepel met een steel van
zeventig centimeter. Een prachtig in
strument voor mensen, die moeilyk
bukken. Ze kunnen nu hun schoenen
gemakkelijk aantrekken.
Rubber vormpjes om borstplaat te
maken. De rubber is buigzaam en kan
dus rond de gestolde zoetigheid wegge
trokken worden. Dit voorkomt het bre
ken van de borstplaat.
klapper
IfamieJ* e*M
l/v"0P£^D£efè£Wlft,£l/L-
4aa/ (yoJy&tlïfi
weT
otoat
KAMPnuKj e»0 ^Ai^jLLLini^
6omc/i- kwestie, in Bjao.
omgewaaide öootm heeft dajr
2qm\ dak, vermeld verleden jaar
vw. boorvide'over schuld en scha
prtéCMb 4oo dèo^V' na
VAe-rdaagse
De voet.rGib tuSSCvi MaasanWgj
per scltcieri.tw klomy of per sandaal
was voor muw meni zozum /ar sicaf,
ai« 2ij nvswr o/ui*i bbar-rvidqes qaf
- 2 CerwcWe*. ova,' heevitjaai
van Lieffr'nck.
Mdn fl uittart iets tmer mompett wat,
m/n leest iets in avondblad
LieftiVick, zelf? Hij zeyt t niet,
hij is nog SUfUdS een houfo Piet
fdeigisch - Nederlandse
markt, voor vitterij, pro
ÓvCUW 7
Ook. dit ter glorie van de Vi's,
die ons wel geblexen
noq met door ieder *ordt (jerowd
maar nota BemtLw 'gevioenvd
öoo A'ajn
versciK2n<zn niet op krab
beviviswedstrgd
uediq hing zen boos it
daarginder in Je 2azutv.be 'ucut
Wcivit mi/n zei ttat 'S toch blIX),
zu .krabben* vóór de strijd terug!
gestolen zeewuaij <vc>z$
Naagsedict aa»«
De lap bmg zwierig uit zijn zak.
zodat -daar wei wat jenter staic
zei toen hg io werd gesnapt
Jo nent jezelf v bg tjeiaor-
draaien
jeOvcn Jdt w jo jit 'i/.r"/A*<
voorlopig newr N^r. KLrCH/j
(V. ■iC*700,n+«3brieke.v< Jraji<z*' -wzer
Zfe*tfl2kk<Avi «wiarovn .Mvm/Mf
ZONDAGSBLAD 28 JULI 1951
3
VOOR Öe VROUW
.Waarvoor zouden we sparen!?
yELE ouderen onder ons zullen zich
ongetwijfeld nog herinneren, hoe
zij vroeger voor een goed rapport, van
vader en moeder, van grootouders en
misschien nog wel van verdere fami
lieleden, een beloning kregen voor de
spaarpot. Als iemand ons een dienst
bewezen had en wij bang waren, haar
of hem met een fooitje te beledigen,
zeiden we er voorzichtigheidshalve
maar bij: „voor de spaarpot van uw
kinderen."
Zó brachten onze ouders ons zin
voor sparen bij. Niet om ons tot heb-
zuchtigen, tot vrekken op te voeden,
maar tot mensen met verantwoorde
lijkheidsbesef.
Niet tot óp-potters, niet tot zon
dig bezorgden voor de dag van mor
gen, maar opdat wij vroeg zouden
leren, het ons van God geschonkene
met wijsheid te beheren.
Wij wisten, dat onze ouders, al
waren zij verre van kapitaalkrachtig,
zich er voor uitsloofden, iets opzij te
leggen voor „de kwade dag", waar
mee dan ziekte of ongeval bedoeld
werd, óf voor „de oude dag".
Wat zit daar toch véél moois in!
Van d i t geslacht van „kleine spaar
ders" ts ons land groot geworden.
Tegenwoordig is dat sparen (he
laas!) niet meer nodig. „Waarom
zouden we het dóén?", zo redeneert
men, „afgezien van het feit, dat we
heden ten dage geen cent overhouden
om te sparen, is daar toch de ongeval
lenwet. als we een ongeluk krijgen,
de ziektewet en het ziekenfonds voor
tijden van ziekte, het pensioenfonds
voor onze oude dag!
Zéker, allemaal waar, de Overheid
heeft best voor ons gezorgd met al
haar sociale voorzieningen. Daar kun
nen wij in zekere zin dankbaar voor
zijn. En tóch, toch is er anderzijds
m.i. iets moois mee verloren gegaan,
een grote innerlijke waarde, n.l.:
het verantwoordelijkheidsbesef, het
plichtsgevoel om zélf met Gods hulp
en onder Zijn zegen te zorgen. Wij
kunnen nog maar nauwelijks lopen,
of we dringen er al bij vader en moe
der op aan: „ikke zélf doen". Dat
„zèlle/" doen is immers veel mooier,
dan als vader alles zo pasklaar voor
ons maakt?
Maar, nu wij volwassen geworden
zijn, vinden wij 't maar wat gemak
kelijk, als Vadertje Staat en Moeder
Regering voor ons zorgen en... wij on
derkennen niét de grote gevaren,
die hier schuilen.
Het gevaar van zorgeloosheid, van
onverantwoordelijk geld uitgeven,
van de groeiende neiging onze lasten
op anderen af te schuiven.
Wij leven in financieel zeer zorge
lijke tijden en volgens menigeen kan
er geen cent gespaard worden. En tóch
worden er duizenden uitgegeven aan
dingen, waarover ons voorgeslacht
niat geprakkizeerd zou hebben. Oók
de beter gesitueerden niet!
Die mentaliteit van geld verdienen,
om het uit te geven, be'invloed óók en
in niet geringe male onze kinderen.
Als ik zo eens hoor en zie, hóéveel
zakgeld vele kinderen tussen 10 en
15 jaar krijgen en waaraan dit alle
maal verpatst wordtnee, dan zal ik
niet verbaasd zijn, als ik over tien,
twintig jaar een leger van ontevre
denen de wereld zie overstromen.
De kinderen eten maar ijsjes, berliner
bollen en drop zo vaak ze daar zin in
hebben, rollen de éne sigaret na de
andere en dampen er lustig op los,
zodat je als Moeder door wier handen
heel wat luiers gegaan zijn, al eens
bezorgd naar die korte broekjes kijkt!
Ze willen liefst iedere dag zwemmen
en kijken je stomverbaasd aan, dat dit
eenvoudig niet gaat, iedere dag een
kwartje!
Je belandt bij je eigen kinderen,
geeft ze iets voor hun mooie rapport
en dan is het:
„O, nu heb ik zóveel, nu kan ik wel
een horloge kopen", nummer 2 praat
over een foto-toestel enz. enz. Zég je
dan, dat daar niets van inkomt, dan
vragen ze hoogst verwonderd en ge
pikeerd: „Maar, waarvoor heb ik dan
gespaard? Wat heb ik nou aan twin
tig gulden op mijn spaarbankboekje?
En steek dan maar van wal met
een speech van minstens een half uur,
om hen er tan te overtuigen, dat ze
over enkele jaren honderden guldens
zullen nodig hebben, waar vader en
moeder niet voor kunnen opdraaien!
Laten wij als ouders toch de wacht
houden bij de Eenvoud in de op
voeding.' VVij werden in kleine dingen
veel eenvoudiger opgevoed dan onze
kinderen en ik geloof dat we daar
dankbaar voor moeten zijn. Nu is het
waar, dat onze tijd véél meer moge
lijkheden biedt aan genotmiddelen,
sport en ontspanning. Ook daar kun
nen wij in zeker opzicht dankbaar
voor zijn en we moeten met het getij
de bakens verzetten.
We zullen dit echter alléén naar
Gods wil kunnen doen, als wij
onze ogen goed openhouden voor de
kleine vossen, die hier de wijngaard
dreigen te verderven! De b e g ér te
is zo sterk in een mens. Het altijd
méér en mooier willen is in de g r o n d
nog steeds het: als God willen zijn.
Spaarzaamheid en soberheid mógen
niet verloren gaan. Daar moeten wij
voor op de bres staan. En laten we
onze kinderen naast het sparen voor
nuttige dingen dan óók vroeg het
offer leren. Het offer voor Gods
koninkrijk, voor zending en evange
lisatie, voor armen en misdeelden en
hen zó leren over weinig getrouw
te zijn.
MARGARITHA.
Cüacantie-menu'ó
De rijst 's ochtends even voorko
ken en in de hooikist zetten (of de
pan in een flinke laag kranten pak
ken). De uien de avond tevoren snip
peren en fruiten en afgedekt op een
koel plekje wegzetten. De rijst ver
mengen met de ui en desgewenst
nog iets vet of margarine en het ge
recht nog even door en door warm
maken. Een sla maken van in plak
jes gesneden tomaat en slasaus of
olie en azijn. De pap kan kant en
klaar gekocht worden of de avond te
voren gekookt.
De aardappelen van te voren schil
len, na thuiskomst koken en er purée
van maken. De bloemkool koken en
overgieten met gebruinde boter of
margarine. De eieren koken. De
rabarber kan de dag tevoren gekookt
worden en gebonden met wat haver
mout. Dit gerecht koud opdienen.
De macaroni 's ochtends even voor
koken en in de hooikist zetten. Na
thuiskomst de tomaten in plakken
snijden en in een koekenpan in boter
of margarine even bakken. De toma
ten door de macaroni mengen, de
massa goed verwarmen en de blok
jes kaas erdoor scheppen. Yoghurt
met stroop of suiker kan als toespijs
worden gegeven.
4. Gebakken aardappelen, sla, rest
vlees (Rijst met boter of marga
rine en suiker).
De aardappelen de dag tevoren
koken en in plakken snijden. Deze na
thuiskomst bakken. De sla aanmaken,
het vlees, dat de dag tevoren gebra
den is, er koud of warm bijgeven.
De rijst 's ochtends voorkoken en in
de hooikist zetten en geven met bo
ter of margarine en suiker.
5. Sla van aardappelen, komkom
mer, koud gehakt (Custardvla).
De aardappelen die de vorige dag
gekookt zijn en het koude gebraden
gehakt in blokjes verdelen. De kom
kommer schillen, in de lengte in vie
ren snijden, van het zaad ontdoen en
in blokjes snijden. Alle ingrediënten
vermengen en op smaak afmaken
met slasaus of olie en azijn (peper)
zout en gesnipperde ui. De custard
vla kan de avond tevoren gekookt of
klaar gekocht worden.
6. Bruine bonen met sla, uitjes,
augurkjes en gebakken spek (kar-
nemelksepap).
De bruine bonen 's morgens voor
koken en in de hooikist gaar laten
worden. Na thuiskomst de sla uiteen
plukken, wassen en aanmaken. Het
dun gesneden spek uithakken. Er
uitjes en augurkjes uit het zuur bij
geven. De pap kan de avond te voren
van karnemelk met bloem gekookt ot
kant en klaar gekocht worden.
^Waarvan we deze week de jumper geven J
Het motief is eenvoudig, doch kleedt
zeer goed af. Ons model werd gebreid op
pennen no. 2 en 2)4. Op 10 cm breedte
komen 34 steken en 18 naalden is 4 cm
hoog.
In het schoudergedeelte zijn vierkante
motieven gebreid. We laten eerst het pa
troon van dit werkgedeelte volgen.
Het motief begint op de verkeerde
kant van het werk en wordt in de rechte
strepen gebreid.
Ie naald: 4 st. recht van de volgende
st. 3 st. maken (1 recht, 1 aver. 1 recht)
4 st. recht.
2e naald: 4 st. aver., de volgende 3 st.
verdr. r. samenbr.. 4 st aver.
3c naald: 3 st. r-, van de volgende st. 3
st. maken, 1 st. r., van de volgende st. 3
st. maken, 3 st. r.
4c naald: 3 st. aver., de volgende 3 st.
verdr. recht samenbr., 1 st. aver., 3 st.
verdr. recht samenbr., 3 st. aver.
5e naald. 2 st r., uit de volgende st. 3
st. maken, 1 st. r., uit de volgende st. 3
st. maken, 1 st. r., uit de volgende st. 3
st. maken, 2 st. r.
6e naald: 2 st. aver., de volgende 3 st.
verdr. recht samenbr. 1 st. aver., 3 st.
verdr. recht samenbr., 1 st. aver., 3 st.
verdr. r. samenbr., 2 st. aver.
Op deze wijze hot motief steeds 1 st.
opschuiven tot alle 9 st. zo gebreid zijn
en dan verder het motief terugwerken
tot 1 steek.
Voorpand: Opzetten 148 st. op nld. 2 en
hierop breit men een boord van 11 cm.
1 st. verdr. recht, 1 st. aver. Na het boord
gaat men over op nld 214 in streepniotief
als volgt, doch men maakt in het midden
1 st. bij (149 st.).
Ie naald: 2 st. aver., 1 st. verdr. recht,
2 st. aver., 1 st verdr. recht. 9 st. aver..
1 st. verdr. recht, 2 st. aver., 1 st. verdr.
recht, 2 st. aver. 1 st. verdr. recht, van
af herhalen.
2e naald: breit men recht op recht en
aver, op averecht.
De le naald is de goede kant van het
i dit patroon gebreid
;rk.
Als men 2 cm
heeft, meerdert n
der naald 1 sL. deze meerdering elk 2 c
herhalen nog 8x (167 st
Als 't werk een gehele lengte heeft
31
(dus 20
gen de armgaten.
Aan het begin der eerstvolgende 2 nld.
4 st. afkanten, daarna aan beide kanten
nog 1x3. 6x2 en 5x1 st. afkanten (119 st.).
doch als men de eerste maal 2 st. voor
het armgat afkant. dan aan de verkeerde
kant van het werk in de rechte banen
van 9 st. de motieven in gaan breien als
boven omschreven. Men doet dit in de 2e,
4e, 6e en 8e baan, dus 4 motieven.
Als men in deze banen de motieven
gebreid heeft, dan breit men de volgende
in de 3e 5e, 7e recht baan, dus 3 motic-
Ze verspringen dus één streep.
De daaropvolgende komen dan weer
in de 2e, 4e, 6e en 8e streep, dus recht
boven de eerste 4, enz., de strepen ge
teld naar de totale breedte dus niet
tussen armgaten; wanneer het werk een
gehele lengte heeft van 44 cm (dus 33
cm boven boord) volgt de halsronding.
Op goede kant worden voor hals de
middelste 9 st. afgekant, naald uit-
breien.
Het werk is door deze afkanting ge
splitst Men breit eerst dit gedeelte af.
voor de hals om de naald nog 5x3. 3x2
en 1 x 1 st. afkanten, dus over 18 naal-
Als het armgat 18 cm is. dan de schou
der afkanten in 3x11 steken, aan srm-
gatkant te beginnen.
Andere kant der hals op de zelfde
wijze afbreien.
Rug: Opzetten 142 steken op naalden
No 2. Dit breit mer geheel als voorpand,
ook na 't boord in 't midden 1 st bij
maken en de le patroonnaald begint dan
met: 2 aver.. 1 verdr. recht. 9 averenz.,
dit omdat wij 6 st. minder opgezet heb
ben; de meerderingen ook als bij 't voor
pand (161 st).
De afkantingen aan armgat zijn aan
beide kanten 1x6, 1x3, 4x2 cn 3x1 st.
(121 St.).
Ook het inbreien der motieven begint
op dezelfde hoogte als bij 't voorpand.
Als men hiermede begint, gaat men te
vens het werk op goede kant in de helft
splitsen. Een kant krijgt 1 st. méér van
wege het oneven aantal steken. Op deze
61 st. verder breien; aan de kant der
splitsing telkens 2 st. recht breien, dus
ribbels.
Als het split 15 cm is. dan kant men
voor hals van de kant der splitsing, 20
st. af. Naald uitbrcien, naald terug-
breien. daarna voor hals om de naald
nog 1x3, 2x2 en 1 x 1 st. afkanten.
Na deze afkantingen de schouder af-
kantcn in 3x11 st., aan het armgatkant
te beginnen.
Aan de andere kant breit men het
spiegelbeeld, doch men zet aan de kant
der splitsing 4 st.. bij voor het splitje en
breit aan die kant 5 st. steeds recht; dus
ribbels. De eerste lwi|fafkanting is dan
24 st. inplaats van 20 steken.
Mouw: Opzetten 90 steken op nld. 2
en hierop 2 cm. 1 st. verdr. recht. 1
steek aver, breien. Overgaan op naalden
2)4.
Daarna in één naald, welke recht ge
breid wordt, meerderen tot 137 st. als
volgt: 22 st. breien, dan van elke vol
gende st. 2 st. maken tot men nog 2t st.
over heeft, deze 21 st. breien. Nu in
streeppatroon.
le naald 9 st. aver., 1 verdr. recht,
2 st. aver 1 st verdr recht. 2 st aver,
1 st. verdr. recht, van af herhalen.
2e naald: recht op recht, averecht op
averecht.
Als men ruim 10 cm. in dit patroon
gebreid heeft, volgt de kop: Aan 't begin
der eerstvolgende 2 nld. 4 st. afkanten.
Dan aan het begin der volgende 2 nld.
3 st. afkanten Nu aan het begin der
volgende 4 nld 2 st. afk Verder aan 't
begin van iedere nld. 2 st. samenbr. tot
er 85 steken over z(jn.
Dan aan 't begin en einde van elke
naald 2 st samenbreien. tot er nog 25
steken over zijn. Deze ineens afkanten.
Schouders dichtnaaien en uit de gcliclo
balswijdte de steken opnemen, d. i. 126
steken in 't geheel Hierop 14 nld. I
verdr recht. 1 aver, breien; 8 nld. op
nld 2'4 cn 6 nld. op nld. 2. dan nfkimtea»
ook in 1 verdraaid recht, 1 averecht