ZONDAGSBLAD 14 JULI 1951
Wij volgen de Nijl-route
DE hemel was rood als koper en geen wolkje
sierde de lucht. De zon moest dadelijk opko
men. Ik keek op mijn horloge. Nog voor zessen.
Sinds Colombo waren we over de Arabische en
Perzische Golf gevlogen en hadden Bagdad met
het vliegveld „Habbaniyah" reeds een goed uur
achter ons liggen.
Habbaniyah ligt ongeveer 81 km ten Westen van
Bagdad aan de Euphraat, een groene vlek in de
eindeloze woestijn. Deze oase vormt een scherp
contrast met de dorheid van het omliggende land
schap. Habbaniyah is een vliegbasis van de R.A.F.
en doet met zijn avenues van bomen, zijn parken
en grasvelden paradijsachtig aan. Ons verblijf op
het vliegveld was lang genoeg geweest, om ons
in de gelegenheid te stellen extra brandstof in te
nemen, omdat we niet wisten of we door zouden
vliegen naar El Adem, of dat we een tussenlan
ding zouden maken in Cairo. In het laatste geval
zou een andere route gevolgd moeten worden.
Het Cairo-plan hield nm. in, dat we met onze
kist, een Hastings van de F.E.A.F. (Far East Air
Force), de Nijl zouden volgen vanaf haar oorsprong
waarbij op een hoogte van 2000 m. zou worden ge
vlogen.
Het was schitterend weer en er werd niet lang
over gedebatteerd wat het zou worden, El Aden
of Cairo..
De Nijlroute zou worden gevolgd. De mannen
van de F.E.A.F. hadden foto-opdrachten en ik
mocht me verheugen in een gratis meevliegen,
We vlogen dwars over de Arabische woestijn in
Zuid-Oostelijke richting. In de verte doemde een
grijze streep op. Weinige ogenblikken later vlogen
we dwars over de Rode Zee. Ver beneden ons
kon men drie zeilschepen van Egyptische makelij
waarnemen, welke op het water schenen te zijn
vastgeprikt.
Egypte, het land dat nooit schijnt te ver
anderen
Men zegt ook wel, dat de geschiedenis van de
Nijl, de geschiedenis van Egypte is. Dit is eeu
wen geleden zo geweest en dat is nu nóg zo.
De bovenloop van de Nijl, gevoed door de „At-
bara", de „Blauwe en de Witte Nijl", vormt uit
eindelijk de levensader van het land der Pharao's.
Aan iedere zijde van de granieten barrière werden
eeuwen geleden twee grote forten gebouwd, die
niet alleen het land in het Zuiden moesten be
schermen tegen invallen van roofzuchtige stam
men, maar tevens dienden om de waterstanden
en het irrigatiesysteem te controleren.
De Pharao's hadden 2000 jaar vóór Christus hier
reeds grote reservoirs laten aanleggen, die in de
droge moesons het omliggende land van water
moesten voorzien. Hierdoor hadden ze de welvaart
van hun land min of meer verzekerd en dit bracht
met zich mede, dat de rijksschatkist in die tijden
behoorlijk gespekt was. Bovendien ontstond een
levendige rivierhandel, daar de zeilschepen zeer
ver de Nijl konden opvaren, waardoor ook schepen
van het Middellandse zeegebied en de Levant in
staat werden gesteld hun waar naar de Egyptische
markt te brengen.
Het is daarom niet te verwonderen, dat zich
aan de Nijl het culturele leven ontwikkelde, dat
onuitwisbaar' zijn stempel heeft gedrukt op de be
tekenis van Egypte.
Abu Simbel en Thebe
HET was knapjes warm geworden in de cabine.
Ik voelde me als in watten gepakt. De hitte
werd onaangenaam en ik kreeg een ontzettende
dorst. De zoveelste sinaasappel werd prompt ver
orberd.
De fotografen waren een en al actie en schenen
het de gewoonste zaak van de wereld te vinden
om onder de moordende zonnestralen zich van
hun taak te kwijten. Te oordelen naar de geest
driftige wijze waarop een van hen me toeriep dat
er iets te zien was
„Look there chum, that's the unfinished Obe
lisk(„Kijk 'ns even, vriend: dat is de on
voltooide Obelisk".)
Ik knikte en keek vermoeid naar de gevelde gra
nieten reus van tweeënveertig meter lengte.
Even later vlogen we over Abu Simbel, waar
het beroemde relief van Ramses II duidelijk te zien
Duizenden jaren terug moesten hier Egyptische
beeldhouwers de droge hitte trotseren om in de
zandsteenrotsen, waardoor de Nijl hier geflankeerd
is, het 23 m. hoge standbeeld uit te hakken.
„We are passing the „Tropic of Cancer" and right
in front is Aswan and the ruines of Karnak further
down the riverV („Wij passeren nu de Kreefts
keerkring. Tegenover ons ligt Aswan en de ruïnes
van Karnak zijn wat verder op".)
Ik schrikte op uit mijn gemijmer en zag een
machtig schouwspel. Nagenoeg vlak onder ons lag
de enorme waterdam, een staaltje van de kunde
van bouwmeesters uit de 20e eeuw. Enige mijlen
verder op lag Thebe met de beroemde ruïnes van
Karnak.
Weinigen weten dat de geschiedenis van het ont
staan van deze tempel door de eeuwen heen van
grote betekenis is geweest voor de latere bescha
ving, die met de Griekse historie als doorgever
het fundament werd van onze latere Europese
beschaving. In de muziek en de literatuur wor
den echter de Nijl en haar legendarische tempel
nog tot op heden gememoreerd.
De grote tempel van Karnak met de vele zuilen
werd gebouwd tijdens de regering van Koningin
Hatsheput, de eerste vorstin, onder wier bewind
landbouw, handel en nijverheid van Egypte tot
grote bloei kwamen.
In de muren van Karnak staat de geschiedenis
uitgebeiteld van Thutmose III, de „Generaal" van
Koningin Hatsheput, die door de vele veldslagen,
die hij met een geregeld Egyptisch leger leverde,
zich een heldennaam had verworven. Het was dan
ook aan hem te danken dat de Egyptische heer
schappij in het Midden-Oosten werd gevestigd en
de na hem komende Pharao's een uitgestrekt ge-
sied kregen te regeren. Een gebied, dat strategisch
en economisch ook in die dagen van groot belang
was.
De zuilen van Karnak zijn geheel bedekt met
reliefs en als men dan bedenkt, dat deze versierd
waren met gekleurde steensoorten, dan kan men
zich voorstellen dat het geheel een creatie van
kunst, mystiek en architectuur moet zijn geweest,
die haars gelijke in onze eeuw niet vindt. Ruim
3500 jaren zijn sindsdien voorbijgegaan en als
men nu een blik op het geheel werpt, dan heeft
men maar weinig fantasie nodig om uit de tegen
woordige ruïne het oude Karnak te laten herrijzen.
Intussen zoemden de vier Hercules-motoren
van onze Hastings rustig voort. De hitte was
drukkend geworden en langzaam sukkelde ik in
Landing in Cairo
Karnak, genomen vanuit de Hasting
IK moet een flink tukje hebben gedaan, want
ik word wakker door het geschreeuw van mijn
vriend de fotograaf.
Waky waky you missed a lot chum,
there were some interesting spots to be seen. But
you are just in time to get a good look at the
famous Pyramide of Gizeh". („Opstaan, opstaan...
je mist een boel, ouwe jongen, er was veel inte
ressants te zien. Maar je komt nog mooi op tijd
om de beroemde pyramide van Gizeh goed te be
kijken".)
Ik kijk op mijn polshorloge, het is tegen zessen
in de middag. Ik moet inderdaad een behoorlijk
uiltje hebben geknapt. Als ik dan door het ronde
cabine-raampje kijk, zie ik een schitterend pano-
De zon zakt nu snel weg aan de horizon en werpt
een vuurrood licht op het altaar der wereld. Dui
delijk is ook het silhouet van de sphinx waar te
nemen in de schaduw van de pyramide. Veel tyd
heb ik overigens niet om het beeld van de Nijl-
delta in me op te nemen. We cirkelden reeds boven
het vliegveld van Cairo. Als we eindelijk op de
begane grond staan is het bijna geheel donker
geworden. Ik heb een afschuwelijke hoofdpijn en
ben blij als een taxi me naar het hotel rijdt. Nog
even de plaag van een drukke stad, veel lichten,
veel getoeter en massa's stof.
De chauffeur is een weg-acrobaat, zoals ik die
alleen nog maar in Londen heb meegemaakt. Hoe
hij het doet weet ik niet, maar we zijn binnen
een half uur op de plaats van bestemming. Na
afgerekend te hebben en de lange trap van het
hotel te hebben beklommen, sta ik in de lobby.
De portier is weinig toeschietelijk, hij heeft
blijkbaar nog nooit een westerling in zulk een
verfomfaaide toestand gezien. Geld doet echter
hier wonderen. Bij het zien van enige bankbiljet
ten is hij als bij toverslag veranderd in de meest
bereidwillige man die ik me kan wensen. Ik leg
hem uit, dat ik een kamer met balcon hebben wil
en vooral voorzien van alle aparte gemakken. Hij
knikt, begrijpt me volkomen.
Als ik even later op mijn kamer ben gearri
veerd, wil ik alleen nog maar een heerlijk koel
bad, veel drinken en dan slapen. Heel lang en on
gestoord slapen!
J. P. A. BRYL,
Medewerker van de Luchtmacht
voorlichtingsdienst.
Het grootse beeld van Ramses II, genomen bij
Abu Simbel.
(Vervolg van pag. 3)
weRkenöe VROuwen
in vele L&nöen
Echter ook behoren tot de Bopd vele werkende vrou
wen met eenvoudiger posities. Het doel immers is: zo
veel mogelijk vrouwen uit zoveel mogelijk beroepen
tezamen te brdhgen. Men telt onder de leden: doktoren,
advocaten, schoonheidsspecialisten, kantoorpersoneel, le
raren en onderwijzeressen, artisten, verpleegsters en
apothekersassistenten. Lid van de Haagste afdeling van
de Nederlandse bond is de bekende ballonvaarster Nini
Boesman, bijv.
Het is opmerkelijk hoeveel gehuwde werkende vrou
wen er uit het buitenland waren en eigenlijk maar
weinig uit Nederland.
Wij spraken met een Zweedse, die ons vertelde een
zoontje van drie jaar te hebben. Zij is op kantoor en
brengt het kind des morgens naar een kinderbewaar
plaats. waar ze het om vijf uur weer afhaalt. „Ik geloof,
dat het heel goed voor hem is de dag met andere kin
deren door te brengen. In elk geval beter, dan wanneer
hij alleen thuis op mij aangewezen is," verklaarde ze
ons. Dit motief wordt veel gebruikt door de moeders
van jonge, enige kinderen en misschien is er iets waars
in. Het zal ook veel van de werkkring, de energie en
de huiselijke omstandigheden afhangen in welke mate
buitenshuis werken en huishouden te combineren zijn.
In Zweden neemt de vader bijv. een veel grotere plaats
in als medebestierder van het gezin dan in Nederland.
Hij neemt de huisvrouw graag wat uit handen en trekt
veel met de kinderen op.
Het Amerikaanse huishouden maakt het de vrouw
ook gemakkelijker om naast haar huishoudelijke taak
nog een betrekking te aanvaarden. Wasmachines, koel
kasten, diepvriesgroenten, electrische apparaten en „help
u zelf" winkels besparen haar veel tijd. Een zwaar we
gend argument in een pleidooi voor de gehuwde wer
kende vrouw is steeds, dat zij frisser van geest en meer
open voor het maatschappelijke leven blijft, dan de
huisvrouw, die alleen met zich zelf en haar zorgen de
dag doorbrengt.
Wanneer wij in Nederland het voor en tegen van de
werkende vrouw moesten afwegen, zonder de financiële
zijde van dit probleem aan te snijden, dan zouden we
willen vragen om vrijheid voor de vrouw om zelf haar
taak en verantwoordelijkheid te bepalen.
Deze vrijheid in gebondenheid is een maatstaf, die
aan ieder persoonlijke hoge eisen stelt, maar de zaak
waar het om gaat, de volle ontplooiing van de gaven
der vrouw, is dat waard.
ZONDAGSBLAD 14 JULI 13t>l
&fRik&&nse
qeen zenöinq;
toch een
monotheïstische qoösöienst
ZOWEL op Nieuw Guinea als in de
binnenlanden van de Philippijnen
en Malakka wonen dwergvolkeren,
doch over de pygmeeën, die in de
donkere oerwouden van Cetntraal
Afrika leven, zijn de meeste bijzon
derheden bekend, mede dank zij de
uitgebreide onderzoekingen van dr.
Paul Julien. De pygmeeën zijn de
menselijke belangstelling zeker waard
niet alleen omdat het een interessant
volk is, maar ook, omdat ze een on
uitputtelijk aantal problemen verte-
genwoordigen.Ver van de beschaaf
de wereld leven ze een zwerversbe
staan, gaan op jacht en drijven ruil
handel met de negers. Plichtsge
trouw onderhouden ze hun godsdien
stige plichten en ofschoon zending
noch missie onder de pygmeeën mo
gelijk is in verband met het voort
durend zwerven van de groepen,
loopt hun godsdienst in vele opzich
ten parallel met de christelijke reli-
meeej^
In 1864 ontdekt.
Een Franse expeditie, die in de ja
ren 1864 en 1865 door Frans Equato
riaal Afrika trok, ontdekte de pyg
meeën niet ver van het gebied, dat
later het arbeidsveld van de bekende
medische zendeling dr. Albert
Schweitzer zou worden. Nadere on
derzoekingen hebben echter uitgewe-
Sinds wanneer begint het
jaar op 1 Januari?
In vroeger tijden begon het jaar
met Kerstfeest. Deze gewoonte, die
door Karei de Grote in zwang was
gebracht, hield stand tot in de tiende
eeuw.
Van die tijd af echter was het be
gin vaD het jaar verschillend in on
derscheiden landstreken. De een be
gon op 25 Maart, de ander op 25
December. In Frankrijk volgden de
meesten echter het voorbeeld na van
Parijs, waar men het nieuwe jaar op
de Zaterdag vóór Pasen liet aanvan
gen.
In 1560 pas bepaalde een edict van
Karei IX het begin van het jaar op
1 Januari.
met onöeRqa.nq BeöReiqö
zen,dat het bestaan van de Afrikaan
se pygmeeën ruim 43 eeuwen geleden
reeds bekend was. Omstreeks het
jaar 2300 vóór Christus wist een
Egyptische handelsexpeditie het Afri
kaanse oerwoud te bereiken, hetgeen
een grote prestatie betekende, aan
gezien de Nijl nog niet bevaarbaar
was. De leider dezer expeditie had
een schriftelijke opdracht van Farao
Fepi II in zijn zak om een dwerg
uit „Het land der geesten" mee te
brengen. Waarschijnlijk was het be
staan der dwergen ongeveer een
eeuw daarvoor in Egypte bekend ge
worden door een slaventransport; de
Egyptische Farao wist althans dat in
Centraal Afrika dwergen leefden, die
de danskunst uitstekend meester wa
ren. Na 2300 vóór Christus heeft de
wereld voor zover bekend geen con
tact meer met het dwergen volk ge
had. De Franse expeditie komt dan
ook de eer toe in 1864/65 dit interes
sante volkje opnieuw te hebben ge
vonden. Toen ook zijn de eerste bij
zonderheden omtrent de leefwijze van
de pygmeeën bekend geworden.
Oorsprong onbekend
De verschillende pygmeeënstam-
men, zoals de Bambuti, de Bagcola,
de Bakah en de Efé-stam worden be
schouwd als splintergroepjes van
twee of drie oorspronkelijk grote
groepen. Men is er nog niet in ge
slaagd bijzonderheden te verzamelen
over de oorsprong van de Afrikaanse
pygmeeën, wier totaal aantal op
55000 wordt geraamd, terwijl er naar
schatting 25000 halfpygmeeën zijn.
Zij wonen in dorpen van 4050 zielen
en leven van de jacht en van plant
aardig voedsel. Landbouw en vee
teelt kennen zij niet, hoewel de pyg
meeën zich de laatste tijd wel toe
leggen op de verbouw van hun hoofd-
voedsel: bananen. De gemiddelde
lengte van de kleinste pygmeeën
de Efé-stam is bij de mannen 144
cm. en bij de vrouwen 137 cm. Bij
de andere groepen hebben de man
nen een gemiddelde lengte van 151
cm en de vrouwen van 143 cm. De
huidskleur is geelachtig-bruin, terwijl
hun geestelijk vermogen zeker niet
laag, maar daarentegen minstens
De deelnemers aan de Paulusherdenking in Griekenland woonden op de
Areopagus een vesper bij, dat gehouden werd op dezelfde plaats waar
Paulus voor het eerst het volk van Athene toesprak.
normaal is. Het gezin is veelal poly-
gamisch opgebouwd, doch de eerste
vrouw heeft de grootste rechten, het
geen vooral tot uiting komt, wanneer
de man na de jacht met buit thuis
komt. De kindersterfte onder de pyg
meeën is helaas zeer groot en be
draagt ongeveer 75 pet., hetgeen voor-
MERIETJES WERELD STORT INEEN
ER
kan veel met een kind bankpapier
gebeuren zonder dat het aan iets gebrek meer.
het veel doet. Wonderlijk Vergeten zijn de tijden van tigste misdaad die je kunt
verschijnsel: een stad wordt werkeloosheid van voor- begaan aan je kind,
platgebrand, en het laat heen. Er wordt niet meer
u:: ...4/ on on een dubheltie. aekeken:
b\j vijf-, zes-jarigen
nog ouderen nauwelijks
een herinnering achter.
Maar dan opeens is er iets,
dubbeltje gekeken;
al gauw zelfs niet meer
op tientjes en honderdjes.
Het kan niet op. Er zijn
kamer was alleen Moe
der, die huilogen had en
die enkel maar zweeg.
Nou ja, en de broertjes en
ïfs als ze al wat ouder de zusjes waren er, en het
eigenlijk alles net als
altijd. Maar de klok tikte
staafd en ziedaar, het kind personen. Vreemde, opge-
wordt er volledig door dirkte vrouwspersonen,
ontredderd; het krijgt een waartegen Moeder erg veel Nooit zal het
schok die het nimmermeer bezwaren schijnt te heb- gelukkig zijn, als je dit darten bij stil; je denkt
i_t_ -J- plan volvoert. Doe het - -•
ben, want als ze
daarom
de boot aan. Moeder raast nooit!!!!
en tiert, en Vader vloekt
er bars
te boven komt.
straat zijn gesignaleerd
Voor Merietje gebeurde hnnt M»edeT rw
dat toen ze goed twaalf
jaar was en Vader plotse-
lino verdween Ze had toen ^^adeTaaY
werkelijk al heel wat in
grijpende dingen meege
maakt we vertelden
daarvan. Ze wist wat schrik
en angst waren; ze wist
dat je thuis kon komen en
de boel stond daar meer of
minder op stelten; ze wist
van werkeloosheid en cri-
i oorlog. Het
vergist in de vrouw die
je eenmaal gekozen hebt.
Want je ondergraaft elk
fundament voor je kind.
Merietjes Vader deed
niet, want
hij is er ten
slotte. Je
went aan
vloeken en
je went aan
gelal, zoals
je went aan het tikken
klok; op den
Uit de
VOLKSWIJK
alsof dat allemaal haar duur hoor je het zelfs niet
koude kleren niet raakte, meer; het is een achter-
Zelfs het feit dat Vader en grond ixm je bestaan waar had geen postuur?
Moeder de laatste jaren je je teel bij poelt. Maar waardeerde het met ,M...
anders tegenover elkaar wee, als de klok stil blijft ze een kerel had, di? met ge heeft het nauwelijks
Misschien drong het
niet eens direct tot Me-
rietje door. Je verwacht
zoiets niet: je staat er
nauwelijks met
hoogstens: Straks komt
Gods Naam hi- binnen...." en je vraagt
je mogelijk wat benauwd
af: Zouden die vrouwen
er weer bij zijn?" Moeder
er alle rech- geejt geen tekst en uitleg
ten toe te van wat er gebeurd is; ze
hebben. Zijn zucht alleen en ze heeft
vrouw was huilogen en zwijgt.
En dan is ér op de over
loop een buurmeisje; het
kind van de bovenburen,
dat nog maar tien jaar is
en een kreng waarmee je
altijd overhoop ligt. ,.Lek-
e« fccr„ zegt die> Jou Vadcr
is 'm lekker ook ge
smeerd.... Hij is met blon
de Mien mee.... lekker..."
waren, dan vroeger
geval was, scheen
niet te deren. Na de wilde
vaart langs straten en
stegen, mocht de thuisha-
i dan soms wat
U vader „te, duteend^^hon Rochelen
haar een lel, dat ze tegen
de muur slaat. Merietje
zeer bewogen zijn, het deren heeft èn t
staan. Wee,
haar meer thuis
Ik ujitde dat iedereen
dit eindelijk eens snapte.
Misschien, héél misschien
leest dit een man die kin-
beukt er op los; het buur
kind schreeuwt moord en
Maar Merietje kwam brand, zodat haar Moeder
thuis op een avond, uit met een vaartje 1
school, de meester had net neden komt
gaat
steeds meer mogelijkheden daarbij de kinderen niet der 1
gingen bestaan, naarmate telt. Misschien speelt htj niet als anders in de
die mogelijkheden voor vooralsnog slechts met die
burgers en middenstanders gedachte. Misschien koes-
inkrompen. Want Vader tert hij die plannen enkel
deed in het zwart, en dat heel diep in het geheim,
is altijd voordelig. Het be
tekent dat hij thuis komt
met een portefeuille vol
ene fauteuil b\j het
hy zat niet mee aan tafel;
hij stond zich niet brom
mend te wassen in het
zal. Ik schrijf hier voor bed. Hij
schreeuwen van „Ach, me
lieve schapie" en .Jij ge
meen rotkind, je lijkent je
Vader wel...."
Ja, zo wordt het dui
delijk, wat er gebeurd is.
Zo stort Merietjes wereld
WIJKPREDIKANT.
al moet worden toegeschreven aam
het feit, dat er gebrek is aan goed
voedsel voor zuigelingen.
Pymee en ne?er.
Het leven van de pygmee staat in
nauw contact met dat van de negers.
Voor de jacht gebruiken de centraal-
pygmeeën pijl en boog en de west
pygmeeën een lans. Deze wapemen
zijn voorzien van ijzeren punten, wel
ke door ruilhandel met de negers
zijn verkregen. De ruilhandel heeft
ook ten aanzien van andere artike
len plaats en is tamelijk intensief,
doch valt altijd ten nadele van de
pygmeeën uit. Daaruit is waarschijn
lijk te verklaren, dat de pygmeeën
zich langzamerhand op de bananen-
bouw gaan toeleggen, maar hierin
schuilt juist het gevaar voor het volk.
Landbouw vereist n.l. het opgeven
van het zwerversbestaan en het is
zeker niet denkbeeldig, dat wanneer
de pygmeeën zich ergens blijvend
vestigen, zy in de negerstammen
worden opgelost. Daardoor zijn de
negers een voortdurende bedreiging
voor de pygmeeën, wier aantal lang
zaam afneemt. Ofschoon zending of
missie nimmer hun invloed hebben
doen gelden, zijn de pygmeeën mono-
theisten. Hun godsdienst vertoont
treffende overeenkomsten met het
Christendom. Ze geloven dat Comba
(god) alles geschapen heeft en dat hij
de mens straft en beloont. Na de
dood stijgt de „meh" (ziel) or naar
Comba, die boven woont. Er zijn dan
twee mogelijkheden: óf „meh" blijft
boven en het leven gaat daar dan zon
der ziekte of pijn enz. verder, óf
„meh" wordt naar beneden gewor
pen en in vuur verbrand.
Helaas wordt het voortbestaan van
het sympathieke pygmeeënvolk be
dreigd, eendeels door het hoge sterf
tecijfer, anderszins door vermenging.
Napoleon op St. Helena
Toen Napoleon I naar St. Helena
verbannen was, ging hij met enkele
families, die op het eiland woonden,
als huisvriend om.
Tot hen, die de ex-keizer in hun
woning mochten ontvangen, behoorde
o.a. de familie Balcombe. De dochter
des huizes, een héél jong meisje, nog
bijna een kind, behoorde tot de bij
zondere gunstelingen des keizers. Hij
hield ervan, om met haar gekheid te
maken, en aldus voor enkele ogen
blikken zijn leed te vergeten.
Op zekere dag nam zij hem zijn
degen af, ging vóór hem staan en zei
toen lachend: „Nu heb ik de grootste
man ter wereld in mijn macht!"
De keizer echter voelde het zó diep,
dat iemand hem in zijn macht zou
hebben, dat hy nooit meer een woord
tot het meisje gesproken heeft.