Leidse station wordt
T.L. buislampen en
verlicht met 420
125 gloeipunten
SS1 NIEUWE LEIDSCHE COURANT 5 ZATERDAG 30 IUNI 133!
SERVUS..
En ditLeijenaars, is dan de hon
derdste Blauwe steendie U onder
ogen krijgt. En tevens de laatste. Er
is een tijd van komen, en er
tijd van gaan. En de wijze ként zijn
tijd. Lacht U hier niet om. Wellicht is
dit de enige vorm van wijsheid, die
de Baljuw bezit.
Honderd Blauwe stenen, Leijenaars.
Honderd maal heeft de Baljuw af
keurend zijn vinger opgestoken of
goedkeurend op de schouder geklopt.
En dut alleen maar, omdat hij een
beetje veel houdt van alle poorters
in de stad, die hij zo zeer bemint.
En nu, bij het afscheid, wil hij het U
wel eerlijk bekennen: menigmaal
heeft hij zichzelf geschaard onder de
genen, die hij ter vermaan op die
blauwe steen van ons tussen de rails
in de Breestraat heeft gezet. Een en
kele briefschrijver heeft wel eens ge
dacht, dat de Baljuw zichzelf on be
kwaam tot enig kwaad en geneigd
tot alle goed achtte. Maar de meesten
hebben wel begrepen, dat hij de
kunst van hand-in-eigen-boezem
stéken verstond.
Ik dank U allen zeer voor de be
langstelling. Menige brief mocht ik
ontvangen. Een enkele zuur.
meeste zoet. Ze hebben m'n hart
deugd gedaan. De zure ook.
„Partir c'est mourir un peu", zegt
een Frans spreekwoord. Dat wil
veel zeggen als: afscheid nemen is
een beetje sterven.
Laat ik het eerlijk bekennen:
beetje naar vind ik het wel. Of iedere
lezer het prettig vond, mag ik betwij
felen, maar ikzelf heb met genoegen
deze honderd babbels gebabbeld. Al
zat ik laat ik ook dit eerlijk beken
nen wel eens met m'n handen
haar, aangaande het onderwerp,
waarover ik het moest hebben. De
aandachtige lezer zal dit wel eens
gemerkt hebben, om met Gerdes te
spreken.
En nu moet ik afscheid nemen.
Afscheid nemen, zegt een oud Chi
nees spreekwoord, is moeilijker dan
kennis maken. Want na de kennisma
king komen nog vele mogelijkheden
om een goede indruk te vestigen.
Maar het afscheid is de laatste in
druk. Daarna is er niets meer. Alleen
maar stilte.
Hoe zal ik afscheid
Als een Van der Hoogen uit de Ca
mera Obscura, die luchtig dansend
en buiginkjes makend kirt: „Au re-
voirï Derangeer U niet!", zodat het
gezelschap ietwat geïrriteerd achter
blijft?
Nee, natuurlijk niet.
Als Voltaire, de beroemde Franse
schrijver, die bij het vertrek uit ons
land uitriep: „Adieu,
.&a
nards, canaille!" (Vaarwel, kanalen,
eenden en plebs!)? Nee, ook dat be
slist niet. Dat behoef ik wel niet te
zeggen. Bovendien ben ik geen Vol
taire.
Als de grote Engelse caricaturist
Brimsley, die, toen hij als zodanig af
scheid nam, sneerde: „Vaart allen
wel! Nog nooit heb ik dommer leer
lingen gezien dan het publiek!"? Nee,
nogmaals nee. Ik zou U, lieve lezer,
lezeres, niet aldus durven en willen
kwalificeren. Daarbij ben ik ook al
weer geen Brimsley.
Laat mij afscheid mogen nemen
zoals in dat liedje. Ik-meen, dat het
een Hongaars liedje is. Maar het kan
ook wel een Oostenrijks zijn:
„Sag' beim Abschied leise:
Servus
Servus.
Ik was Uw dienaar.
Meer niet.
Ik dans niet luchtig aan U voorbij.
Ik geef U geen trap toe.
Ik veracht U nietbij 't weggaan.
Zachtjes zeg ik alleen maar, dat ik
niets anders dan Uw dienaar was.
Dit klinkt goed. Niet zo afscheid-
achtig.
Het is ook geen „Tot ziens!"
Het kan van alles zijn.
Leijenaars, lieve lezer, lezeres:
Servus
BALJUW
Dr K. H. Boersema. de voorganger
van de vereniging van vrijzinnig-Her
vormden te Leiden-Oegstgeest, is thans
*0 ver hersteld, dat hij morgen weer
In zijn Gemeente hoopt voor te gaan. en
wel des morgens om half 11 ln de Wil
lem de Zwijgerkerk te Oegstgeest.
Millioenenplan woidt werkelijkheid
Plaatskaartenkantoor is met modernste hulp
middelen toegerust
sluiting van de grote bewaarplaats nog
toegankelijk is Eén van de perronliften
loopt tot in de rijwielkelder door, zodat
de fietsen, die niet aan de trein in ont-
.vangst worden genomen, langs deze weg
Royaal voorplein een belangrijk element in
voor de toren, een vertrekje voor de
bewaarder en twee trapjes, die de pas
sagiers direct naar de hal brengen.
In het midden van de hal bevindt zich
het plaatskaartenbureau, met aan de
linkerkant de reizigerstunnel en aan de
rechterkant de bagagetunnel. Het plaats
kaartenkantoor wordt ingericht voor zes
loketten. Aan de achterzijde heeft het
o.m. een kluis, een recreatieruimte voor
het personeel, een toegang naar de toilet
ten en een naar het archief. Tevens is
er een plaats, waarop reizigers voor het
verkrijgen van inlichtingen voor een
loket kunnen worden geholpen. Het voor
ste gedeelte van het kantoor loopt over
twee verdiepingen door en ontvangt dus
rechtstreeks daglicht en ventilatie door
imen boven de hal.
krijgt een tramlus. Hier tussen in ligt een „,f l°JliinkfizU^va".d^.rel"lers,u"-
tram-emplacement, dat tevens aansluit i .bevindt ,zlch het inlichtingenbureau,
op de Stationsweg. De tramlijnen schei-1 b°"en. ee"
den op het langwerpige plein de ver- ruienen ee:n:salon voor de kap-
ÊSTd? fe-SSaan" Z°t'Ï&'H15=£. «S-
door verkeersgeleiders
gemeentelijk verbeteringsplan
A LS ALLES VOLGENS PLAN VERLOOPT, zal het nieuwe Leidse station
(het derde) volgend jaar om deze tijd in gebruik genomen zijn. Het is
wel met zekerheid te zeggen, want zij, die leiding geven aan de uitvoering
van de spoorwegwerken, zijn tevreden over het tempo van de werkzaam
heden en de achterstand, waarvan enkele maanden geleden sprake was,
zo goed als ingelopen. Een zeer belangrijk punt in het uitgebreide pro
ject is het nieuwe station, waarvan de ontwerper is de heer ir H. G. J.
Schelling, spoorwegarchitect. Hij is er in geslaagd een ontwerp te maken,
welks uitvoering straks een ieder zal bekoren. Wij vonden de heer Schel
ling bereid ons de nieuwste gegevens over het station èn zijn omgeving te
verstrekken.
De heer Schelling gelooft bepaald niet,
at men in 1952. als het derde Leidse
station in gebruik zal worden genomen,
euren om het verlies van het oude
gebouw. Fraai is het tweede station, dat
nu 72 jaren heeft dienst gedaan, zeker
niet. Was de onhoudbare toestand van de
overweg Rijnsburgerweg niet de oorzaak
geweest van het vervangen van dit ge
bouw door een nieuw, wellicht zou ei
veel kans zijn geweest, dat het tweede
station nog veel langer dienst had moe
ten doen. Nu verdwijnt het, omdat de
hoge baan een ander gebouw vi
Eigenaardige toestand
De bouw van het nieuwe station i
24 October 1950 aanbesteed en daarna
opgedragen voor een bedrag van 707.500.
Voor deze som wordt niet alleen het
hoofdgebouw, maar worden ook del<
de personen- en de bagagetunnel ge
reed gemaakt, voorzover zij gebouwd
kunnen worden met het oog op het langs
lopend hulpspoor. Volgens een ander be
stek worden de tunneldelen gereed ge
maakt, die voorbij de hulpsporen ondei
de op te hogen baan komen, het gedeelte
dus, dat aansluit aan het Terweepark. Er
op gerekend, dat hier een contröle-in-
uitgang kunnen worden gemaakt, eer
halletje met hulploketten en een rijwiel
bewaarplaats voor ongeveer vijfhonderd
rijwielen. Wanneer de werken volgens
deze beide bestekken voltooid zullen zijn
de baan tussen de hulpsporen en
ziekenhuisterrein zal zijn opgehoogd,
de tijd aangebroken, dat de beide hulp
sporen kunnen worden verlaten en twee
hoge sporen in gebruik kunnen komen,
één langs de buitenzijde van het tweede
peri'on en één langs het tijdelijke derde
perron.
Er ontstaat dan de eigenaardige toe
stand, dat men het stationsgebouw
binnengaat, een kaartje koopt, ge
controleerd wordt, de tunnel door
gaat en weer in de buitenlucht komt
te staan. Men betreedt daarna het
volgende stuk tunnel, waarin zich de
trappen naar het tweede en derde
perron bevinden. De twee „passtuk
ken" tussen de beide werken moeten
(omdat de hulpsporen daar liggen)
dus gemaakt worden, als het stations
gebouw reeds in dienst is. Het
nieuwe station zal er dus een zijn
met twee aangezichten, een flink
hoofdgebouw aan de stadszijde^ en
een in- en uitgang van bescheiden
omvang aan de kant van Oegstgeest.
Beide tunnels lopen dus onder de
gehele baan door. De personentunnel
eindigt in het halletje aan het Ter
weepark, de bagagetunnel geeft aan
de parkzijde de mogelijkheid om
snclgoedercn van grotere omvang
aan te nemen. De tunnel wordt aan
dat einde door een rolluik afgesloten.
Fr komt een klein bordes om het
lossen en laden te vergemakkelijken.
Royale opzet
De vorm, die het voorplein ten slotte
heeft gekregen, is het resultaat van lang
durige onderhandelingen met verschil
lende instanties. Het plan maakt deel uit
een breed opgezet verbeteringsplan
de omgeving van het station, waar
door niet alleen een goede verbinding
de stad met Oegstgeest wordt ver
kregen. maar ook een verbinding met de
het Zuidwesten te stichten wijk, die
de onderdoorgang Gevangenlaan zal
worden bereikt.
Het rechthoekige stationsplein eindigt
„jn beide kanten in een verkeerscirkel.
die vóór de onderdoorgang ligt. Het
.rond-point" tegenover de Rijnsburger-
weg-onderdoorgang wordt min of meer
geraakt door de tramlijnen van en naar
Oegstgeest. Het andere rond-point, tegen
over de onderdoorgang Gevangenlaan,j
het station
twee delen gesplitst, zodat het
station en voor het intercommunaal auto
busstation bestemde verkeer van hel
doorgaande verkeer kan worden ge
scheiden.
De ingang van het stationsgebouw
ligt nauwkeurig tegenover de halte
van de stadstram. Het gebouw heeft
aan de rechterzijde een parkeerplaats
voor 27 particuliere automobielen,
met een toegang voor snelgocderen
en voor de posterijen. Aan de linker
zijde van het station ligt dicht bü de
uitgang een taxi-standplaats (twaalf),
terwijl zich daarnaast een royaal
ontworpen intercommunaal autobus
station bevindt met twintig stand
plaatsen. Het ligt in de bedoeling,
hier een dienstgebouwtje te zetten
met kantoren en een wachtruimte
voor de passagiers. Dit gebouw zal
wat stijl betreft by het station passen.
De rijwielbewaarplaats onder het sta
tionsgebouw heeft een afzonderlijke in-
uitgang, resp. rechts en links. De
fietsrijders hinderen daardoor het pu
bliek niet op het trottoir vóór het ge
bouw.
Drie scheerstoelen
Zoals bekend, zijn voor het station en
de aansluitende gedeelten van de beide
tunnels 430 palen geheid. De verschillen
in diepteligging van de vaste zandlagen
maakten verschillende paallengteri nodig.
Onder het station bevindt zich een rij
wielkelder, waarin 1900 rijwielen kunnen
worden gestald. Onder de trap van het
bordes is bovendien een bewaarplaats
fietsen van personeel, met aparte
uitgang, aanwezig, die ook na de
staan. De rechtervleugel is ingericht
expres- en snelgoed. De P.T.T. krijgt er
een eigen kantoor. Voor de postauto's is
de mogelijkheid geschapen om onder de
beschutting van een luifel droog geladen
en gelost te worden. Aan de reizigers-
tunnel grenst rechts nog een boeken-
kiosk, alsmede een ruimte voor de con
troleurs. De controle telt zes doorgangen.
De verdieping bevat de kantoren voor
de stationschef en de onderchefs en ver
der de ruimten voor verschillende tech
nische installaties. Het moderne seinhuis
heeft geen uitzicht op de baan meer, om
dat alle bewegingen van treindelen op
een tableau electrisch worden weerge-
Acht principes
B(j het ontwerpen hebben, aldus de
heer Schelling, de volgende uitgangs
punten gegolden:
1. Dat vertrekkende en aankomende
reizigers in een en dezelfde hal wor
den ontvangen. Hierdoor wordt de
controle van de plaatsbewijzen ge-
2. De perrons moeten worden be
reikt zonder verloren stijgingen of
dalingen. Het Is wenselijk de trap
tussen tunnel en perron niet te hoog
te maken en deze hoogte door een
ruim bordes te onderbreken.
3. De hal moet ruim, maar niet
overdadig hoog zijn; van een vroeger
gewenste representatieve allure moet
worden afgezien.
4. Er moeten zo min mogelijk deuren
zijn. Van portalen met twee stel
deuren wordt daarom overgegaan
naar portieken met één stel achter
in de portiek.
Korte, rechte wegen moete
voeren. Zij mogen de weg, die de
bagage naar het perron gaat, niet
kruisen.
6. In het gebouw komen geen res
tauraties; alleen op de perrons wor
den kleine wachtruimten met buffet
gevestigd.
7. Er komen geen woningen ln het
stationsgebouw.
8. Er moet gestreefd worden naar
soliditeit en naar zo gering mogelijke
onderhoudskosten.
Het gehele station, met kelder en tun
nels, is van gewapend beton. Boven de
ingangstrap toont de hal aan drie zijden
glasramen, die tot op de vloer va
hal doorlopen. Aan deze drie kanten
wordt de hal door een colonnade
geven, die aan de voorzijde een dubbele
zuilenrij vertoont en aan de korte zijde
enkele rij. De zuilen zijn „geslinger
de" betonpalen, die van cannelures (goot-
vormige groeven) zijn voorzien. Deze zijn
gezandstraald, terwijl de stegen daartus-
glad zijn gebleven. De ramen er
deuren in de gevels zijn van staal. Bin-
is een bekleding van grijze gevel
strippen gekozeri. De vloer wordt met
grote grijze tegels van Noorse kwartsiet
bedekt.
Grote zorg zal worden besteed aan het
betonwerk. Alle in het gezicht blijvende
delen worden gezandstraald, waarbij
de randen een scherp kantje van 17 r
onbewerkt blijft. Deze ribbe geeft s
het betonwerk de zozeer gewenste ki
tigheid. Ook bij de geprefabriceerde
derdelen is deze methode toegepast. Al
leen de toren, die een dergelijke bewer
king niet nodig heeft, is gelaten zoals hij
uit de bekisting kwam.
de trclnei
Verlichting
In het nieuwe gebouw zal op grote
schaal gebruik gemaakt worden van
fluorescerende buislampen, voornamelijk
op die plaatsen, waar een lange brand
duur per dag kan worden verwacht. In
de plaatskaartenhal zijn vier ornamenten
geprojecteerd, elk bestaande uit twaalf
stuks T.L. 40 buislampen. Deze ornamen
ten hebben een decoratieve vorm, die ge
heel bij de ruimte past. En zij zijn zo
danig geconstrueerd, dat de buislampen
vrijwel geheel aan het oog zijn onttrok
ken. De verlichtingssterkte is hier op 60
lux berekend. De vitrines (voor reclame),
telefooncellen en de tijdtafels zijn ook
met T.L.-buislampen verlicht. In het hoge
gedeelte van het plaatskaartenbureau zijn
de lampen in troggen aangebracht, waar
door hun licht rechtstreeks naar beneden
valt. In dit deel zijn 32 buislampen ge
construeerd; aan de loketkant worden
deze nog ondersteund door één rij van
8 T.L.-buislampen.
In het lage gedeelte van het kantoor
zijn in totaal zes vierkanten van T.L.-
buislampen aangebracht. De verlichtings
sterkte is aan de loketten berekend op
250 lux, in het resterende gedeelte op
150—200 lux. De zijvleugels, die enerzijds
naar de personentunnel voeren en ander
zijds naar de bagagetunnel, tellen in to
taal vier ornamenten, die in principe ge
lijk zijn aan die van de hal, maar ze
zijn eenvoudiger. In de personentunnel ook zeer vlug worden bediend.
Schelling wil weer stations zien,
die een eigen taal spreken
Het eerste Leidse station ging 38 jaar
mee, het tweede 72 jaar
In Augustus van het jaar 1842 keurde de raad van administratie van de
Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij het bestek goed, dat door de
ingenieur-directeur F. W. Conrad was vervaardigd „tot het maken van een
stationsgebouw in de nabijheid der stad Leyden, ten dienste van den IJzeren
Spoorweg van Amsterdam naar Rotterdam". Dit was het eerste Leidse
station. Het werd gebouwd „buiten de Rijnsburgerpoort te Leyden, in eene
evenwijdige rigting van den as des Spoorwegs".
de derde klasse (zeven bij tien m)
en goederenkantoor en links een wo
ning voor de chef en een wachtkamer
oor de eerste en tweede klasse (7 by
de verlichting gecombineerd met de
vitrines, die in de wanden zijn inge
bouwd. Omdat deze tunnel 8,5 m breed
ter verhoging van de ver
lichtingssterkte in het midden, tussen de
kolommen, maar om de andere kolom,
een buislamp aanbrengen. Ook de rijwiel-
kelder heeft buislampen.
In totaal worden 4700 vierkante meter
vloer verlicht door 420 T.L.-buislampen
en 125 gloeilampen, die gezamenlijk on
geveer een millioen lumen opbrengen. De
totale aansluitwaarde bedraagt ongeveer
32 kW.
Het uurwerk van de toren zal van drie
wijzerplaten van 2.30 m diameter worden
voorzien. Ieder stel wijzers wordt door
een electromotor aangedreven. Deze
electromotoren worden electrisch be
diend door het moederuurwerk. De loop
tijd van iedere motor is tien seconden,
terwijl de motoren zodanig mechanisch
vergrendeld zijn, dat zij de minutenwij-
zer niet meer dan één minuut vooruit
kunnen bewegen. Iedere minuut geeft
het moederuurwerk een impuls, waar
door de wijzers telkens een minuut ver
der bewegen.
De verlichting van het uurwerk wordt
als volgt ingericht, aldus de heer Schel
ling: De minutenwijzer is voorzien van
dertien staafvormige lampjes, die ieder
voor 12 Volt geschikt zyn. De uurwijzer
heeft zes van deze lampjes. De stroom
toevoer naar de wijzers geschiedt door
middel van twee sleepringen per wijzer
plaat. De uurcijfers worden aangeduid
door kogelvormige gloeilampjes, even-
geschikt voor 12 Volt. Het geheel
een transformator, die 6 Volt span
ning geeft, aangesloten. Om het verwis
selen van de wijzerlampjes te vergemak
kelijken en deze ook tegen weersinvloe
den te beschermen, zijn ze in een glazen
koker aangebracht, die als een geheel
an de wijzer kan worden genomen.
Overzichtelijk
Het plaatskaartenkantoor zal worder
toegerust met de modernste hulpmidde
len. Deze werden door de Ned. Spoor
wegen voor het eerst bij de verbouwing
•an het Hollandse Spoor te Den Haag
gebruikt. Het belangrijkste onderdeel
'an wordt gevormd door een systeem
verwisselbare, horizontale loketkas-
in tegenstelling met de oude zoge
naamde Muller-kasten, waarin de kaar
tjes in rijen verticaal worden opgebor-
iet bijdroeg tot overzichtelijk
heid van het plaatskaartenbureau. De
Bollmann-kasten worden aan de
grote loketten zo gebruikt, dat de loket-
tist 288 kaartjes in twee groepen links
rechts van zijn draaibare stoel vindt,
ondergebracht ln zes kastjes van 48 een-
De Bollmann-kastjes worden afgeslo
ten met een rolluikje, dat op slot kan.
Zij bevatten elk 48 losse plastic kaart
houders, zes rijen diep en acht rijen
breed. Elke houder kan honderd kaartjes
herbergen. De kastjes zijn uitneembaar.
Daardoor kan aan elke lokettist een eigen
stel kastjes worden toegewezen, die hij
by de aanvang van de dienst meeneemt
r zyn loket, in het frame plaatst en
gebruik kan opbergen. Overgave van
de voorraad met alle daaraan verbonden
tijdrovende administratieve werkzaam
heden is door deze methode overbodig
geworden. Het benodigde aantal loketten
wordt bij toepassing van het Bollrnann-
systeem uitsluitend bepaald door de
maximale gelijktijdige behoefte aan af-
giftepunten, omdat de lokettist in elk
beschikbaar loket dienst kan doen. Bij
de onverplaatsbare Mullerkasten was het
il loketten afhankelijk van het aan
tal loketambtenaren, die hun eigen kast
hadden. Als zij geen dienst hadden, bleef
het loket gesloten. De reizigers kunnen
Diploma-uitreiking
E.H.B.O. Leiden
De afdeling Leiden van de EH.BO-
heeft haar seizoen afgesloten met een
diploma-uitreiking in de Kleine Burcht-
De heer H- van Roon, voorzitter van de
diploma-commissie, opende. Dank werd
gebracht aan de docent, dokter P- Ney-
hoff- De heer J. D- Slegtenhorst wees
nog als voorzitter van de afdeling op
het belang van een goed corps EHBO-
ers. Hij dankte dokter H. G. Nolting en
dokter C- C- Peters voor de lessen aan
de oud-cursisten.
De geslaagden zijn: de dames E. Flen-
trop, V. G. Vinke, R. van 't Noordende,
M. Knotter-Smit. A. A- Ooyendijk Slootes
R. v. Haak, J. Velstra-V. d. Akker, J.
v. Rijn, W. Donker. M- A Vicary, J Zan-
tinge, W. E. Oudshoorn, J. Huisman, W-
v. Heusden. C. Sudmann-Den Rooyen, J-
Willems, M. Petiet, C. v. Egmond, J. C-
de Munnik. W. v. d. Bos en T. Faber
en de heren A. Korsman, C- Guldemond,
W. Oranje, RL Steenbergen, H- Arnol-
dus. J. Pijl, J. v. Dy'k, H. J. van Vecgel,
P Bekooy. M Sep. S. v. d Berg, B. v.
Duyl, N. C. Vreenegoor, C. Heil. A v.
Vliet, B. v. Nierop. A- Majolé. H W. v.
Zijp, J. J. Kemp, F- Smits. A v. Ocken-
burg, J. v. Baaren en J J. v. Huizen-
De medewerkers van deze avond, een
•gevarieerd gezelschap vormden zij. heb
ben er voor gezorgd dat de bijeenkomst
in alle opzichten slaagde. Het dankwoord
aan hun adres was ten volle verdiend.
Collecte voor moeder
en kind
In de eerste week van Juli zal aan de
inwoners van Leiden een bijdrage worden
gevraagd voor het werk van de vereni
ging Chr. Jeugdhulp. Het tehuis aan de
Zoeterwoudsesingel 98-99 wil een toe
vlucht zijn voor ongehuwde moeders, die
om welke reden dan ook nergens anders
gedurende de eerste drie maanden haar
kind kunnen verzorgen. Meer dan 30
baby's en kleuters worden er bovendien
geregeld verzorgd. Zonder een financiële
bijdrage, waar de collectanten om zullen
vragen, kan Jeugdhulp moeder en kind
niet de hulp blijven geven, die zij nodig
hebben.
Het gebouw bestond uit een hoofdge
bouw met vooruitspringende gedeelten en
een overdekte galerij, waarbij aan de
einden twee gebouwtjes waren geplaatst.
De galerij was zonder de gebouwtjes
81.30 ellen lang en 3.75 pllen breed. Dit
was het enige perron.
Het hoofdgebouw bevatte een midden
deel van tien bij tien meter, waarin zich
een cirkelvormig kantoor voor ontvangst
bevond met een straal van 2.50 meter,
waaromheen een vestibule lag, die men
via drie deuren kon betreden, terwijl één
dgur toegang verschafte tot de galerij. De
vleugels, die ongeveer 7.50 m diep waren,
bevatten rechts een flinke wachtkamer
Op deze foto van de werkzaam
heden voor het heden voor het
nieuwe station is duidelijk te zien,
dat de louw van de naar de per
rons voerende tunnels al ver ge
vorderd is. In de tunnel rechts zijn
ook de pilaren te onderscheiden.
Foto N. van der Horst.
Het bestek vermeldt verder, dat
de verloren hoeken van de vestibule
twee secreten" moesten worden gecon
strueerd. Deze kwamen in de wachtka
mers uit.
De fundering van h'et bakstenen ge
bouw bestond uit houten palen met kes
pen, strekhouten en vloerplaten, waarop
het metselwerk werd opgetrokken. In to
taal werden 314 palen geheid.
Een aardig gegeven is zeker, dat de be
groting sloot niet een bedrag van
42.663,21. De aanbesteding vond plaats
op 2 September 1842. Het werk werd
aangenomen door H. J. Sebil te Haarlem
•or de som van 36.800. Op 1 Juni 1843
oest het gebouw klaar zijn.
De heer Schelling heeft respect voor
man, die, toen de eerste stappen op dit
nieuwe terrein werden gezet, een ont
werp wist te maken, dat getuigde van
zekerheid en smaak.
Het tweede
Het eerste station van de Sleutelstad
heeft maar een kleine veertig jaar dienst
gedaan. Op 16 Juli van het jaar 1879
werd in Amsterdam de bouw van een
station te Leiden aanbesteed, waarvan de
raming 130.000 bedroeg. Dit gebouw
werd op 1 Juni 1880 opgeleverd. Het was
een gemeenschappelijk station Leiden
Hollandsche Spoor en LeidenWoerden.
Er waren afzonderlijke loketten voor
deze lijnen, terwijl de telegraafbureaux,
de goederenlokalen en de kantoren voor
de chefs eveneens dubbel voorkwamen.
Later vond er een samenvoeging plaats.
De ontwerper van het tweede station
ls de heer Schelling niet bekend. De
chitect vernam onlangs, dat dit gebouw
een van de eerste werken is geweest van
D. A. N. Margadant, die o.a. de stations
Den Haag H.S.M. en Amersfoort heeft
gebouwd. Het gebouw werd op een hou
ten paalfundering met kespen en schuif-
houten opgetrokken; er werden 544 palen
van tien m lengte voor gebruikt. Men
volgde zoveel mogelijk de samenstelling
van het oude gebouw wat de materialen
betrof: baksteen, hardsteen en Benthei-
mer zandsteen. Er kwam geen beton of
gewapend beton in het bestek voor. De
totale kosten hebben het geraamde be
drag belangrijk overtroffen. Volgens het
financiële verslag H.S.M. van 1880 heb
ben de werken de som van ƒ267.818,32
gevorderd, meer dan het dubbele va
raming. Het tweede station heeft 72
jaren dienst gedaan.
Station III
De heer Schelling U een man, die het
•u<le niet maar zo over boord wil gooien.
HU heeft zich wel eens afgevraagd, of
niet te veel van de eigen waardigheid
Lamarotte-spook
met vacantie!
Verf Van Vettewinkel
Voorkomt Verder Verval
Wie schetst onze verrassing toen
wij vannacht het Lamarotte-spook
tegenkwamen op een bromfiets,
zwelgend in de schoonheid van
eigen land.
„Gedenk te zwerven!" riep het ons
vrolijk toe. En wit bleek? Baron
De Lamarotte had in een helder
ogenblik het langvergeten nummer
van de huisschilder gedraaid en
(als kroon op deze telefonische
arbeid) het ganse huis met bordjes
„Nat" versierd. Eigenhandig!
Morgen trekken de schilders er in.
Wat zal het Chateau Lamarotte
opknappen van een kwastje! En
bóven de slotpoort komt, in verf
van Vettewinkel, het gloednieuwe
rwTTTTj-rv familie-devies:
„Gedenk te verven
Verf met
MIDZA in het koper
De Midza bestaat 12^4 jaar. Oprich-
rs waren de heren B de Koning, B-
Bouchier en J. Pieck. Tydens de eerste
vergadering in 1938 besloten 45 winke
liers om mee te doen. Binnen enkele
weken waren er niet minder dan hon
derd. Nu zijn het er tachtig. Verschillende
branches mogen namelijk niet deelne-
Het bestuur van de Midza is zeker
et ontevreden over het verleden.
Daarom wil men de maand Juli. de
jubileummaand, luister bijzetten- Zo
als bekend, zijn er per veertien dagen
vijfhonderd premiewinnaars. De pre
mies variëren van f 2.50 tot f 35. Daar
naast heeft men de grote attracties, zo
met Pasen, St Nicolaas en Kerstmis-
Nu zullen ook jubileumbonnen worden
uitgereikt. De prijzen zijn werkelijk fan
tastisch. want elke avond in Juli reikt
men uit: een bromfiets of drie autopeds-
Het spreekt vanzelf: hoe meer jubileum-
bonnen men nu maar heeft, hoe groter
de kansen. De bonnen kunnen elke
avond bij de winkelier in de bus wor
den gedaan. Vanavond om half 7 vindt
reeds de eerste trekking plaats- In de
advertentiekolommen zal het Midza-
bestuur het publiek op de hoogte houden
van de uitslagen.
van de spoorwegarchitectuur verloren is
gegaan. In elk geval kon nien aan de
stations van vroeger (de oude Engelse
ontwerpen byv.) zien. dat het stations
waren. Zy drukten hun eigen karakter cn
bestemming ondubbelzinnig uit.
De ontwerper van het derde Leidse
station hoopt dan ook, dat onze tjjd er
in zal slagen, het stationsgebouw weer
een eigen taal te laten spreken B(j het
vervaardigen van het ontwerp voor sta
tion III heeft ir Schelling zich zo veel
mogelijk door dit principe laten leiden.
Wij geloven, dat hU er in geslaafd is.
Leiden een station aan te bieden, dat tot
in zijn onderdelen werkelijk station la.