„DE ROTTERDAMMER"-MARS Voor de maal roen van rinóterer 1 -V I- "J l'(f nu in Rotterdam De voorgeschiedenis Nu de 9e ,,Rotterdammer"-mars in Rotterdam komt en niet meer van Delft uit zal worden gehouden, is er alle aanleiding om eens even een blik achterom te slaan. De veteranen onder de deelnemers herinneren zich misschien nog de eerste mars, die in 1936 werd gelopen. De start vond plaats in de tuin van de Stads Doelen te Delft en de organisatie was in handen van „Excelsior". Van het begin af was „De Rotter dammer-mars wat men noemt „een daverend succes". Voortaan, zo was het plan, zou ieder jaar op de laatste Zaterdag in Juni de mars gehouden worden. En met onderbreking van de oorlogsjaren, toen „De Rotterdammer" niet verscheen, trokken de honderdtallen deelnemers(sters) elk jaar naar Delft, om onder de beproefde lei ding van „Excelsior" een uitnemend georganiseerde wandelmars met een aantrekke lijk en ieder jaar wisselend parcours mee te lopen. Neen, wij zeggen Delft niet vaar wel, omdat er geen aantrekkelijke routes meer uit te stippelen waren; ook niet om dat „Excelsior" de organisatie niet meer op zich wil nemen. Waarom dan wel? Het beste lijkt ons, in deze de Voorzitter van „Excelsior", de heer P. de Man, aan het woord te laten, die o.a. schrijft: „Met elkander hebben wij bekeken, of het mogelijk zou zijn, dat de volgende marsen toch door „Excelsior" georganiseerd zouden worden als de start In Rotterdam plaats vond, doch dat bleek op te veel bezwaren te stuiten, zodat wy besloten ons terug te trekken en de Directie van De Rotterdam mer mededeelden, dat wy ermede accoord gingen dat de mars naar Rotterdam wordt overgebracht en aan een zustervereniging van ons aldaar wordt gevraagd de orga nisatie op zich te nemen. Vele waarderende woorden werden van weerszijden ge sproken en tot slot hebben wij toegezegd, onze administratie van de voorgaande marsen in haar geheel aan onze opvolgster ter hand te stellen en ons bereid ver klaard, in ver5=r.d met de door ons opgedane ervaring, alle gewenste inlichtingen te verstrekken en waar mogelijk medewerking te verlenen. In het programma boekje van de negende mars zal door de Directie van De Rotterdammer uiteengezet worden waarom de mars niet meer door ons wordt georganiseerd en krijgen wij ge legenheid ook zelf een stukje daarin te schrijven, zodat het dan ieder volkomen dui delijk zaï zijn, dat er geen sprake ls van enige strubbeling, doch dat alles op de meest vriendschappelijke wijze ls besproken en de verandering met beider goedvinden heeft plaats gehad." Deze woorden laten aan duidelijkheid, menen wij, niets te wensen over en wjj behoeven er dan ook niets aan toe te voegen. Alleen stellen wij er zeer veel prijs op, om ook op deze plaats geheel „Excelsior" hartelijk dank te zeggen voor al het werk, dat zij in de afgelopen jaren voor „De Rotterdammer"- mars heeft verricht. In één woord: de organisatie was ieder jaar weer Af! Wat nu? MARSDATUM Traditiegetrouw wordt ook de 9e mars op de laatste Zaterdag In Juni en wel ZATERDAG, 30 JUNI A.S., GEHOUDEN. START VREE- WIJKSCHOOL, GROENE ZOOM HOOFD MARS 14.30 UUR, JEUGDMARS 15.30 UUR. Twee pijpercorpsen Wie zal, nu de mars naar Rotterdam komt, de opvolgster van „Excelsior" zijn? Laat ons het maar direct zeggen: de Christelijke Vereniging voor Lichamelijke Oefening „ROTTERDAM-ZUID", een naam, die talloos velen bekend in de oren zal klinken. Een organisatie met een zeer actief bestuur, waarvan de heer C. de Greef, die ook telleen jare deel uitmaakte van het Ere-Comlté van onze mars, voorzitter ls. Een vereniging met ver boven de 1000 leden, die allerlei takken van sport, ook de wandelsport, beoefenen. Met een wandelafdeling van boven de 70 leden, en een tamboers- en pijperscorps, dat er zijn mag. Wjj zijn dankbaar, dat deze, in Rotterdam zo bekende, vereniging de organi satie van de 9e mars op zich heeft willen nemen en wy hebben het vaste vertrouwen, dat een en ander in goede handen ls en alles zal worden gedaan, om alle deelnemers een prettige wandeltocht te bereiden. Het con tact tussen het organisatie-comité, waarvan de heer W. W Holleman, Dordtselaan 183 c, Rotterdam-Z., de ziel is. en ons ls uitstekend en de voorbereidingen zijn in volle gang. Het parcours De start zowel als de finish zyn ge vestigd in de Vreewykschool, Groene Zoom. Gemakkelijk te bereiken met lijn 3 en diverse autobusiynen. Door het prachtige Tuindorp-Vreewijk loopt de route via Smitshoek, Barendrecht, Heerjansdam, langs het riviertje De Waal naar Rijsoord. Voor de hootd- mars ls hier de grote rust in „Het Wapen van RUsoord", waar een koele dronk kan worden genuttigd en de In wendige mens versterkt, tcrwyi men geniet van een rustig zitje langs het koele water. De terugweg gaat vla Wevershoek en IJsselmonde. De Jeugd- mars Is uiteraard korter maar loopt toch voor een belangrijk deel parallel met het bovenomschreven parcours. Een bijzonderheid by onze 9e mars is, dat deze door twee tamboers- en pypercorpsen zal worden opgeluisterd, nl. dat van „Excel sior", Delft en van „Rotterdam-Zuid". Dat belooft dus iets en onze wandelaars zullen dit zeer zeker weten te waarderen. Deelneming: Deze staat open voor: a. Burgers (dames en heren), die de leeftyd van 16 jaar hebben bereikt: 35 kilometer Kosten f 0.90; b. Militairen van elke rang (semi-militairen, politie, brandweer etc.) 35 km. Kosten f 0.90: c. Jongens en meisjes van 1216 Jaar: 20 km. Kosten f 0.50. Door alle categorieën kan ^owel individueel, als in groepsverband worden ingeschreven. Onder groep wordt verstaan een vereniging, corps of club, bestaande uit minstens 12 per sonen, Inclusief leider. Onder militaire groe pen worden medegerekend: semi-militairen in UNIFORM. In burgerkleding worden deze geteld by de burgergroepen. Belangrijk voor militairen: Het Ministerie van Oorlog heeft toestem ming verleend, dat aan onze mars door mili tairen wordt deelgenomen. Aanmelding en inschrijving UITERLIJK TOT 15 JUNI as. kan men inschryven aan de loketten van „Het Rotter dammer-kwartet": a. DE ROTTERDAMMER, Witte de With at raat 30 of Bykantoor ZUID, Bree 59b; b. NIEUWE HAAGSCHE COURANT, Grote Marktstraat 7, Den Haag; c. NIEUWE LEID SC HE COURANT, Steen straat 37, Leiden; d. DORDTS DAGBLAD, Schefferspleln, Dordrecht. Aan deze adressen zyn ook inschryfformulle- ren verkrijgbaar, waarop moet worden Inge vuld: volledige naam en voornaam, adres, woonplaats, dame of heer en hoeveel malen men „De Rotterdammer"-mars reeds met goed gevolg heeft volbracht. Voorts geboorte datum en -jaar. Inschrüven per Giro Is ook mogeiyic, echter uitsluitend door storting op postreke ning No. 39639 van dagblad „DE ROT TERDAMMER", Witte de Withstraat 30, Rotterdam. Behalve de boven gevraagde ge gevens vermelde men op het girobiljet in blokletters: MARS. Ere-Comité en jury: Leden van het Ere-Comité zyn: Mr. P. J. Oud, Burgemeester van Rotterdam; Jhr. V. P. A. Beelaerts van Blokland, Burgemeester van Barendrecht; A. M. Nieuwenhuisen, Burgemeester v. Ridderkerk; J. J. Adriaanse, Voorz. v. h. Ned. Chr. Gymnastiek Verbond, Amsterdam; C. de Greef, Ere-Voorzitter Ned. Chr. Korfbalbond; P. J. van Gyn, Kolonel der Mariniers, Rotterdam; L. Langeveld, Kolonel der Mariniers, Chef Korpsstaf Korps Mariniers, Rotterdam; Ds. M. L. W. Schoch, Ned. Herv. Jeugd-predikant v. Groot-Rotten- dam; Ds. E. Masselink, Geref. predikant te Rotterdam-Z.; Kol. ds. A. T. W. de Kluis, Hoofdlegerpredikant; Kol. ds. J. H. Sillevis Smitt, Hoofdvlootpredikant; M. Verbruggen, Voorz. Ned. Chr. Wandelbond; A. J. van der Vlerk, Wethouder van Onderwys en Volks ontwikkeling te Rotterdam; J. G. Bosnia, Arts te Rotterdam, Voorz. v. d. Raad van Lichamelyke Opvoeding; P. de Man, Voorz. „Excelsior", Delft. Jury-leden zijn: H. A. C. van Lent, Scheve- ningen; R. van der Meulen, Leraar M.O. Licham. Oefening te Rotterdam; J. C. van As, Rotterdam; H. W. Lammers, Inspecteur van Politie te Rotterdam-Z.; Mej. J. v. Gel der en G. van Til te Rotterdam-Z.; Hoofd leider: M. H. L. Weststrate, Vlaardingen. Beloningen: Voor een ieder, die de mars met goed ge volg volbrengt een fraaie, speciaal ontwor pen medaille aan groen-wit-groen lint. Heeft men reeds meer meegedaan dan ontvangt men een verzilverd cyfer, aangevend hoeveel tochten zyn volbracht. Voor groepen zijn er tal van prachtige wisselbekers. En nu als U mee wilt wandelen, eerst handelen. Niet wachten met inschryven tot het laatste moment. Wy verwachten vele oude getrou wen. Oók degenen, die nog nooit aan een wandelmars hebben deelgenomen, zyn harte- ïyk welkom. IEDEREEN KAN AAN „DE ROTTERDAMMER"-MARS MEEDOEN. Wjj zyn gereed om U te ontvangen. De formu lieren liggen klaar. Wacht niet tot nA 15 Juni, want dan worden de Inschryfkosten verhoogd. Tot spoedig ziens dus. Wij verwachten U I VANDAAG 75 JAAR GELEDEN OVERLEED J WEL .VELDHEER ZONDER LEGER". V S MAAR TOCH MAN VAN GEWELDIGE INVLOED f DIT jaar herinnert ons op bijzonde re wijze aan Mr. Guillaume Groen van Prinsterer. Op 21 Augus tus a.s. is het 150 jaar geleden, dat hij op de buitenplaats „Vreugd en Rust", onder Voorburg, werd gebo ren. En vandaag herdenken we, dat Groen 75 jaar geleden in zijn woning aan de Korte Vijverberg te 's-Graven- hage de laatste adem uitblies. Geheel onverwacht kwam dit ster ven niet. Eind April was hij ziek ge worden; zijn grote vriendenkring wist wel, dat de lichaamskracht bij na was opgebruikt, 't Is eigenlijk een wonder, dat Groen nog zo'n hoge leeftijd bereikt heeft. Uit zijn brieven blijkt, dat hij vaak met ziekte en lichaamszwakte te kampen had. Al tijd was hij met arbeid overladen en in zijn laatste levensjaren werkte hij bovendien aan het in orde maken van zijn archief. Zijn laatste dagen Groen hing aan het leven en tot in zijn sterfmaand gaf hij de hoop op herstel niet op. Ook deze kampioen voor het geloof heeft tot zijn laatste levensdagen zijn aanvechtingen ge kend. Maar ook de vertroostingen des Heeren. In het begin van de Mei maand vertelde hij zijn vrouw, dat hij uitgeput en afgemat in een diepe slaap geraakte. Toen „is er een ogen blik geweest, waarin ik, als in angst der helle, zonder enige bijzondere aanleiding, in die duisternis een licht heb zien blinken, dat ik niet anders beschouwen kan dan als een buiten gewone tehulpkoming van mijne, in Moviouw Groen. eigen oog, onvergefelijke kleingclovig- heid. Van dat ogenblik af heb ik een onuitsprekelijke rust." Aan dit „ge zicht" kende Groen zoveel waarde toe, dat hij het door zijn vrouw liet optekenen en het zelf ondertekende. In die dagen zeide hij als een arm zondaar, als een boeteling te willen sterven. Zijn laatste woorden sprak hij op 15 Mei: „NU kan ik rustig heengaan, Heere! Waar dan heen? Tot U alleen." Toen had de stem hem begeven. Maar zijn geest bleef helder en voortdurend bezig met de eeuwige dingen. Kort vóór zijn heengaan had hij een opengeslagen bijbel voor zich; met zijn potlood wees hij op de laat ste verzen van Openbaringen 7 en met stervende vingers schreef hij daarbij: „Amen, Jezus Christus, Amen." Op 19 Mei 1876 ging Mr. Groen van Prinsterer de eeuwige rust in. Veelbelovende jeugdjaren In kort bestek een enigszins volle dige schets te geven van Groens le ven en werken is niet mogelijk Slechts kunnen wij hier een en ander aanstippen. Groens vader was dokter te Voor burg en in de residentie een zeer ge ziene persoonlijkheid. Meer dan een kwarteeuw nam hij deel in het be stuur van de Hofstad; ook was.hij jaren lang lid van de Provinciale Staten. Groen's moeder was een vrouw van fijne beschaving en grote intelligentie. Van haar erfde hij ver schillende karaktertrekken en haar dood in 1832 was voor hem „een hartverscheurend verlies", waardoor zijn gezondheid ernstig werd geschokt Te Leiden studeerde Groen in let teren en rechten en in beide facul teiten promoveerde hij in 1823 met de hoogste lof. In zijn studentenjaren woonde hij ook nog privaat-colleges van Bilderdijk over geschiedenis bij; voor zijn visie op de historie zijn deze colleges van grote betekenis ge weest. De jonge Groen werd in 1827 door koning Willem I benoemd tot referen daris aan zijn kabinet en twee jaar later bevorderd tot secretaris. Op 23 Mei 1828 had de huwelijks voltrekking plaats tussen Groen van Prinsterer en Elisabeth Maria Mag- dalena van der Hoop, dochter van de burgemeester van Groningen. Het was een zeer gelukkig huwelijk, dat echter niet met kinderen werd geze gend. Het jonge paar heeft van 18281834 te Brussel gewoond en maakte daar kennis met de hofprediker Merle d'Aubigné. Dit is voor beiden tot bij zondere zegen geweest. Groen, opge voed in godsdienstig-liberale geest, kwam door hetgeen hij in Brussel van zeer nabij meemaakte tot het in- (Van onze medische medewerker) LIIJ had er altijd goed uitgezien: een jors man in goede voedingstoestand, blozend gelaat, 34 jaar, Hollands wel varen. Het gewas op zijn schedel was de laatste jaren aanzienlijk gedund. De restanten, die zich in hoofdzaak achter en boven zijn oren bevonden, werden nog steeds naar achteren en naar boven gekamd waardoor zijn aanzien iets had van de kunstenaar alhoewel hij handwerksman was. Hij zag er daardoor iets ouder uit dan hij was, maar maakte toch de indruk van een man in de fleur van zijn leven. Niemand zou hem aanzien, dat hij al jaren klachten had. Ze waren kort na zijn twintigste jaar begonnen: wat last van het zuur, brandend gevoel achter het borstbeen, soms hinderlijk ophoeren, eigenaardig vieze smaak in de mond, hartwater en in het alge meen wat lusteloos en moe. Nu en dan had hij pijn in de maagstreek, niet direct na het eten, maar zo'n twee uur er na. Als hij dan iets at, of al dronk hij alleen maar wat melk, dan ging de pijn weer weg om tegen de tijd waar op de maag leeg was, weer terug te keren. Hij werd er 's nachts nog al eens wakker van. Meestal stapte hij dan uit bed om in de keuken wat te gaan eten. Daarna sliep hij weer in totdat de wekker hem wakker maak te. Ook ivas het hem opgevallen, dat hij verschillende spijzen slechter ver zicht, dat de revolutie en haar ongeloofstheo- rieën een verderfelijke inivloed in Europa gehad hadden en dat alleen heil te wachten was van een staatkunde, die te genover de revolutie en het ongeloof de anti-re volutie en het Evan gelie stelde. „Mijn vriend en vijand tevens" Teruggekeerd in het vaderland ging hij deze overtuiging steeds meer als een belijdenis uit dragen. Zijn grote te genstander werd steeds meer zijn vroegere stu diemakker Johan Ru dolph Thorbecke, de man die zonder enige overdrijving zeggen kon: het liberalisme, dat ben ik. In woord en geschrift hebben deze twee reuzen elkander onophoudelijk en fel bestookt, maar dit vermocht toch niet de oude vriendschapsband te ver breken. Op 7 Sept. 1841 schreef Thor becke aan Groen: „Ik ben niet van uw geloof, doch ik wenste, dat allen voor het hunne zóveel deden als gij voor het uwe. Wij hadden dan wat meer groeikracht in de Nederlandse natuur." Op politiek terrein heeft Groen van Prinsterer een grote rol gespeeld; hij was stichter en leider der anti revolutionaire of christelijk-histori- sche partij. Tot drie maal toe is hij lid der Tweede Kamer geweest, waar hij vooral de pleitbezorger was van de christelijke school. Die strijd bracht hem grote teleurstelling en vergui zing. Hij werd gescholden voor ge vaarlijk sujet, volksbedrieger, revolu- tionnair, bederver van de jeugd, pro testants Jezuïet, Simon de pilaar- droeg dan andere. Van koolsoorten had hij bijzonder veel hinder. Gebak ken aardappelen vielen hem zwaar. Wittebrood verdroeg hij beter dan bruin brood. De ontlasting kwam tra ger en was harder dan vroeger. Hij weet het aan de zachte kost, de pap en de melk, die hij veel gebruikte. Hij was al vaak naar de huisarts ervoor geweest. Telkens was het weer het zelfde verhaal: dit niet eten, dat niet drinken, niet roken, geen alcohol, geen kruiden, geen bruisende dranken, niets gebruiken wat erg koud, erg zuur, erg zout, erg heet, erg hard is. Gewoonlijk kreeg hij er een maagpoe der bij in hoofdzaak zuiveringszout, dat proefde hij teel soms wat groene druppeltjes. Jezelf niet opwinden, zor gen voor flinke nachtrusten, niet haas ten en jachten als je aan het werk bent. Allemaal mooi praten! Die dokter moest zelf maar eens in tariefwerk staan, dan kon hij eens zien hoe je al die voorschriften op kunt volgen. H\j moest ook eens woordvoerder van de kern zijn. Er is tegenwoordig im mers altijd wat om je boos en driftig op te maken. En ten slotte, met medi cijnen en dieet waren de klachten steeds weer afgezakt om periodiek weer terug te keren. Soms had hij een paar jaar geen last gehad. Nu, wie blijft er dan dieet houden? Wie laat dan zijn borreltje staan? Wie rookt dan zijn pakje shag niet in vier of vijf heilige en vooral ook voor veldheer zonder leger. Wel voor maar niet tot bet volk Dit laatste was maar al te waar. Wel had Groen onder het eenvoudige volk vele vrienden, maar als geleer de en aristocraat miste hij de gave om dat volk in beweging te brengen en het te organiseren. Voor het volk spreken heeft hij immer gedaan, maar om tot het volk te spreken, daarvoor was hij de man niet. Dia taak was weggelegd voor zijn opvol ger Dr A. Kuyper. In de Kamer lieten „zijn vrienden" hem vaak alleen staan en één van zijn grootste teleurstellingen werd hem» aangedaan door zijn vriend Van der Brugghen, die in zijn Schoolwet van 1857 de Bijbel van de school weerde. Groen voelde zich door deze houding zo gegriefd, dat hij onmiddel lijk ontslag als Kamerlid nam. fZIe vervolg op pag. 5) dagen op? Hij zou wel eens willen weten, of die klachten toch niet terug zouden komen, ook al hield hij zijn leven lang dieet. Nee, zoveel fiducie had hij niet in die voorschriften.' Maar wat hij nu veertien dagen geleden plo'tseling kreeg, dat had hij nog nooit gehad. Het was in de voormiddag, omstreeks een uur of elf. Hij was in eens duizelig geworden, begon t« geeuwen, zag sterretjes voor zijn ogen en daarna, ja, dat kon hij niet vertel len, want toen hij bij kwam, lag hij op een paar zakken ui de werkplaats. Hij had flink gebraakt. Er was flink wat bloed bij geweest. Later was hij heel zwarte ontlasting kwijt geraakt. De chef had de geneeskundige dienst opgebeld. De broeders hadden hem naar het ziekenhuis gebracht ter be oordeling. Het laatste hadden ze er wel af kunnen laten, u»ant ze tuisten, dat ze hem er zouden houden. Men had zijn bloedgroep bepaald om hem, indien nodig, met spoed een bloed transfusie te kunnen geven. Ze hadden hem plat neergelegd, een ijsblaas in dc maagstreek. De eerste dag had hij niets gehad, alleen nu en dan een stukje ijs. De volgende dag om het uur een beetje melk met kalkwater er door. Nu kreeg hij om het uur een glaasje melk en twee eieren per dag. Zijn frisse kleur was weg. Hij voelde zich slap maar de bloeding had zich niet herhaald. Hij zou zijn rustkuur van zes weken in het ziekenhuis goed doen en daarna toch voorzichtiger zijn dan voorheen. Dat zweertje aan d« twaalfvingerige darm was riskanief dan h\j geducht had.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1951 | | pagina 9