Wieg van
onder
het Philips-concern stond
torenspits van Bommel
zo klein en eenvoudig lijkt
Waar alles
Amerikaan van Hollandse afkomst
opperbevelhebber in Korea
NIEUWE LEID9CHE COURANT
WOENSDAG 16 MEI 1951
Van 1891 tot 1951
Nederlands grootste industrie viert
jubileum met 80.000 werknemers
(Van een onzer verslaggevers)
EEN DEFTIG PATRICIËRSHUIS op de markt te Zaltbommel in den
jare 1891. Twee mannen zitten aan tafel, een oude en een jonge,
gebogen over papieren, die met cijferreeksen zijn bedekt. Aan het eind
staat een rond bedrag, een dikke streep er onder: f 75.000. „We zullen
het wagen", zegt de vader, Frederik Philips en de zoon bergt verheugd
zijn papieren op. De beslissing is gevallen, een beslissing die van veel
en veel wijdere betekenis is, dan beide mannen zelfs in hun stoutste
fantasieën kunnen vermoeden. De grondslag is gelegd voor het Philips-
concern, dat thans, nu Eindhoven waarlijk Lichtstad genoemd mag
worden, de wereld omspant. Terecht merkte minister Van den Brink
gisteren in zijn rede, tijdens de jubileum-plechtigheden op, dat de ge
schiedenis van Philips in vele opzichten kan dienen als prototype voor
de verdere industriële ontwikkeling van ons land.
de Eindhovense fabrieken, maar de
lis brengt een geduch'e slag toe aan
de vraag naar radio-toestellen. Tussen
- Philips' antwoord op tariefmuren en
ivoerbeperkingen is hersteld en ook
Nederland maakt de groei van het
moederbedrijf het nodig, talrijke sprei-
dingsbedrijven te stichten in andere de-
n van het land.
Nieuwe producten worden aan de
markt gebracht: droogscheerapparaten.
hoorapparaten, flitscamera's en etectro-
nenmicroscopen verlaten de fabriek. En
dan niet te vergeten, de jongste en veel
belovende spruit: het televisietoestel.
wordt dan het zestig-jarig jubileum
gevierd in een groeiend en bloeiend be
drijf, dat aan 80.000 hoofd- en hand
arbeiders over de gehele wereld werk
:chaft en dat een bedrijfskapitaal
heeft van f 145 000.000. Natuurlijk zijr
■ok moeilijkheden, grote moeilijk
heden zelfs. Daar is de economische po
litiek, die een zware strijd noodzakelijk
aakt, om het bedrijf vrij te houden
vreemd kapitaal; daar is het gebrek
iruimte en daar zijn de afzetni
Frederik Philips, groothandelaar in
koffie en tabak, kassier en eigenaar van
de ..gasfabriek", was een geziene figuur
in Zaltbommel en een ondernemend man.
Van deze laatste eigenschap profiteerde
zijn zoon Gerard, die in Delft was afge
studeerd als werktuigkundig ingenieur,
in Vlissingen, Glasgow en Duitsland de
electrotechniek in de practijk had be-
vaai studeerd e
hooj begin
i graag
r zichzelf wilde
Want voor die f 75.000 zou in Eind
hoven een leegstaand fabriekje worden
gekocht en ingericht voor de fabricage
van gloeilampen. Met die fabricage ging
het goed, In 1892 maakten de dertig ar
beiders van de „stoomgloeifabriek" er al
11.000 en in ihet jaar daarop zelfs 45.000.
Maar toch hing het leven van de fabriek
aan een zijden draad.
Immers, in 1892 was ook de gaskous uit
gevonden en het zag er naar uit. dat het
gaslicht het winnen zou van het elec-
trische. dat nog vele gebreken vertoonde.
Bovendien was Gerard Philips wel een
uitstekend techn.cus, maar geen koop
man en in 1894 werd weer een conferen
tie belegd in Zaltbommel, maar nu ging
het over de verkoop van het jonge be
drijf.
Doorvechten
Als er toen een goed bedrag voor de
fabriek geboden was. zou de naam Phi
lips nu in Nederland en daarbuiten on
bekend zijn. Maar er kwam geen koper
opdagen en vader Philips besloot, dat er
doorgevochten zou worden. De 21-jarige
Anton moest zijn volontairsbaantje aan
de 'Londense bank er maar aan geven
en voor f 60 in de maand als verkoper
in dienst treden van de lampenfabriek
van zijn broer.
Dan begint de opgang van het bedrijf,
want „mijnheer Ton" is een verkoper,
die zijn weerga niet heeft. In 1895 wordt
voor het eerst winst gemaakt, maar in
1897 zit Nederland zo" vol met Philips-
lampen, dat het haast onmogelijk is er
nog meer te verkopen. De electrische
eentrales zijn dan nog dun gezaaid en de
lindhovense fabriek is boven de binnen
landse markt uitgegroeid.
Dus trekt Anton Philips de grenzen
over. naar Duitsland, naar Rusland en
hfj stort zich overal midden in de con
currentiestrijd. Maar als de anderen nog
•an het vechten zijn, levert hij in Eind
hoven al weer zijn orders in.
de jaren '30 en '40 herstelt deze vraag
zich echter. De primitieve toestellen met
ele hulp-apparaten veranderen
langzamerhand in het moderne apparaat,
at voor zijn bezitter de wereld opent.
Ook op talloze andere terreinen richt
dr. Anton zijn activiteit. Geluidsverster
kers, electronenbuizen, projectoren
geluidsfilm en fluorescentielampen gaan
de fabriek verlaten. En als in 1940, oor
bezetting het bedrijf volkomen
ontwrichten, is de naam Philips al lang
bekend in Timboektoe en Tokio, in
Francisco en Kaapstad.
Opbouw
Het oorlogsgeweld verandert een
de der fabrieken in een puinhoop, i
als de bevrijding daar is. wordt met
tomeloze energie de wederopbouw
het bedrijf aangepakt. In December 1946
is het productiepeil van 1939 al
bereikt. Het contact fnet de talloze doch
terondernemingen over de gehele wereld
lijkheden, die soms aan de producten in
de weg worden gelegd. Maar deze zestig
jarige heeft nog vitaliteit genoeg en
Hlijkheden zijn er om overwonnen te
den. Onder leiding van dr. Anton
Philips, nog steeds voorzitter en gedele
geerd commissaris van de N.V., viert het
oude bedrijf met jeugdige energie zijn
eeuwfeest.
Op de plek schuin tegenover het station
an Eindhoven is gisteren het door prof.
A. F. Wenckebach ontworpen standbeeld
dr A. F. Philips onthuld. Het stelt dr j
A. F. Philips staande voor, de hoed in dc
hand en kijkende in de verte, over de
groeiende nieuwe stad.
De ministers Van den Brink. Joekes en
Wemmers waren, zoals reeds in een deel
edities werd gemeld, getuige van de
openstelling van het nieuwe demonstratie
laboratorium. Minister Van den Brink
deelde mede. dat de Koningin o.a. de vol
gende onderscheidingen heeft toegekend:
tot ridder in de ord? van de Ned. Leeuw,
.mevr. Philips-de Jongh; tot commandeur
in de orde van Oranje-Nassau is benoemd
ir P. F. S. Otten, voorzitter van het pre
sidium van de raad van bestuur der N.V.
Philips' gloeilampenfabrieken; tot officier
in de orde van Oranje-Nassau: A. J.
Deenen, technisch directeur van de hoofd-
industriegroep licht en A. Noordzü, direc
teur van de concern-inkoop; tot ridder
in de orde van Oranje-Nassau: A. J.
Luysterburg, oud-directeur, thans advi-
der N.V.
verstomde toren van
Bezoek aan de
het stadhuis
De Leidenaars hebben gelegenheid genoeg om het in figuurlijke 'zin „ho
gerop" te zoeken. Zij zitten zo dicht als maar mogelijk is bij de oudste
academie van ons land. Willen zij het echter in letterlijke zin hogerop
zoeken, dan zijn de hun geboden kansen beperkt. Met zijn prachtige ka
thedralen, zoals de Hooglandse kerk en de Pieterskerk heeft Leiden nog
geen imposante toren, die de stad kenmerkt, zoals bijv. de 98-meter hoge
Jacobstoren, die het visitekaartje van 's-Gravenhage vormt. Leiden moet
het met een 53 meter hoge toren van het stadhuis doen. Deze ranke spits
is toch wel een van de mooiste bouwwerken van onze stad, al is haar voor
een deel het zwijgen opgelegd.
„Eigenaardig", denkt men daar
.alles ziet er zo aardig uit onder
jna in het mathematische midden
de stad staat het stadhuis met zijn
toren als een symbool. En wat is het
goed, om eens van dit 'hoge punt af de
huizenzee te bezien. We hebben de moei
te genomen en een half uurtje vertoefd
in en op de toren. Het lijkt wel een
tempeltje daar bovenop, door de zuilen
die de spits dragen. Alleen de felle wind
veegt de gedachte aan een Griekse tem
pel snel weg. Neem die echter voor lief
en geniet, van wat men ziet.
Daar ligt dan Leiden: op het eerste
gezicht een verzameling rode daken. De
donkerrode, wat uit het lood geslagen
daken van oude huizen, die Leidens be
leg en ontzet hebben meegemaakt; de
misschien wel practisohe maar voor een
torenbeklimmer koud-aandoende platte
daken, met grint en waterplassen; de
keurig-rechte van de nieuwere huizen.
En dan diér, aan de rand der stad, de
belofte voor jong-gehuwden: fel ge
kleurde, gloed-nieuwe pannendaken, die
uit de toon vallen in het schilderij van.
de warme, oude en eerbiedwaardige
kleuren van de binnenstad. Aan de Mors
blinkt een enorm geel vlak: nieuwbouw,
nog zonder dakbedekking. Met een ge
heel schone lei kunnen deze huizen be
ginnen met hun taakhet herbergen van
Telegraaf in ongelijk
gesteld
Op aanklacht van Commissaris
der Koningin
De uitgeefster van het dagblad De Te
legraaf, de hoofdredacteuren J. M. Goe-
demans en J. J. F. Stokvis, alsmede Joh.
Luger (verantwoordelijk voor de rubriek
van Pasquino), zijn gisteren door de pre
sident van de Amsterdamse rechtbank in
het ongelijk gesteld, in het kort geding,
dat de Commissaris der Koningin in
Noord-Holland, dr J. E. Baron de Vos
van Steenwljk, tegen hen had aanhangig
gemaakt.
De uitgeefster en elk der drie andere
gedaagden werd bevolen zich te onthou
den „van enige publicatie in het blad,
waarin i.v.m. de zaak-Menten eer en
goede naam van Baron de Vos van Steen-
wijk werden aangetast of in gevaar ge
bracht, door betichting of suggestie, dat
hij de goederen (bedoeld worden de ta
pijten Red.) op onoirbare wijze zou
hebben verkregen". Als zij dit verbod
overtreden, moeten zij ieder f 25.000 aan
Baron De Vos van Steenwijk betalen (die
dit bedrag beloofd heeft te zullen over
dragen aan de Stichting 19401945).
De president acht afdoende aangetoond,
dat er van diefstal van de tapijten geen
sprake is en dat ieder kon begrijpen op
wie de critiek van Pasquino van toepas-
Dr Anton F. Philips, de koopman
van het wereldconcern, thans voor
zitter en gedelegeerd commissaris
van de N.V.
Dan wordt in 1907 de lamp met de
gespoten kooldraad verdrongen door de
nieuwe vinding van de wolframdraad en
met één slag is de kostbare apparatuur
waardeloos. Een zenuwslopende
volgt, zowel voor de fabrikant Gerc.rd
als voor de verkoper Anton. Ook Philips
.maakt de nieuwe lamp, maar aanvanke
lijk regent het klachten. Maar dank
de taaie doorzettingskracht en het tech
nisch inzicht van Gerard komt ook het
nieuwe product de kinderziekten geluk
kig te boven.
Als tenslotte de gasgevulde lamp zijn
intrede heeft gedaan, is de tijd
experiment definitief voorbij. Nu kan
Gerard zich rustig wijlden aan de per-
fectionnering van zijn product. Als de
firma in 1916 het zilveren jubileum v
werken 3700 arbeiders in de Eindhov-
fabrieken en worden al weer nieuwe
reinen ontgonnen: ook radiolampen
röntgenbuizen zullen na de oorlog de
Oaam Philips gaan dragen.
Radio
Na de oorlogsjaren groeit de radio-
omroep op ongekende wijze en Philips
voorziet de liefhebbers van luidsprekers,
plaatspanningsapparatcn,
lijkrichters. En als voor de radio het
experimentele stadium voorbij is, als de
knutselaars de vele technische verbete
ringen niet meer bij kunnen houden,
worden ook complete toestellen gemaakt
Het eerste wordt in 1927 afgeleverd. Ir
Gerard Philips maakte dit niet meer
mee. Hij verliet de actieve dienst in 1922,
maar tot zijn' overlijden in 1942 heef! hij
toch met grote interesse de gang van
zaken in het bedrijf, onder energieki
leiding van zijn broer Anton
Anton, na de ere-promotie a
nomische Hogeschool te Rotterdam j sproken rede het voorzitterschap. Vice-1
van nabij gevolgd. voorzitter is de Spaanse gezant in Den
Omstreeks 1930 werken al 20.000 maul Haag. markies de Santa Cruz.
Prins Bernhard geïnstalleerd
als voorz. Spaans Instituut
Gistermiddag is te Utrecht het bestuur
geïnstalleerd van het S paans Instituut,
dat zich zal bezig houden met de weten
schappelijke beoefening van de Spaanse
later dr. taal en litteratuur. Prins Bernhard aan-
de Eco-1 vaardde met een in het Spaans uitge-
de stralende zon. Net stukken
grote bouwdoos, die met speelse hand
geformeerd zijn tot een woonplaats voor
dwergjes.
Maar och! Wat men daar beneden zich
ziet, is geen spel. Wel klinkt een vrolijk
getingel van de tram, een tevreden ge-
tuf van een bromfiets, gelach van
meisjes, die in een Jan Plezier rond
rijdenDe zuchten, die onder al die
rode dakjes geslaakt worden, komen
niet tot die aardse hoogte, waarop wij
ons bevinden.
In de zacht-golvende dakenzee vallen
als golfbrekers twee gebouwen op: de
stoere Hooglandse kerk. grijs en massief,
en de zware Pieterskerk. De molen De
Valk, die zo fier troont op zijn 'heuveltje,
is niet méér opvallend dan een peperbus
tussen ander tafelgerei. Van uit de
hoogte smelten de Hartebrugkerk en de
Marekerk samen tot een moeilijk te
ontrafelen geheel, zoals het polderland
de duinenrij in de verre verte, waar
toren van Rijnsburg en de watertoren
Katwijk hun koppen boven rood-
aohtige vlekjes uitsteken. De vroeger zo
machtige Burcht vormt thans slechts
een schilderachtige afwisseling tussen de
huizengroepen en als men even de his
torie uit het oog verliest, moet men
sohalks aan een knikkerpotje denken.
De meelfabriek uit industrie-oog-
punt eo belangrijk is uit de hoogte in
het gelaat van Lelden als een opvallend
puistje op een vrouwengezicht. De 21
fabrieksschoorstenen, die we zo in de
gauwte tellen, weerspiegelen de arbeid,
waarmee het onzichtbare volk daar be
neden zijn dagelijks brood verdient, dat
daar in de Breestraat juist bezorgd
wordt door een mannetje met een keurig
wit jasje aan.
Door die Breestraat gaan mensen als
bedrijvige mieren huns weegs. Een man
duwt met een stok een mestschuit onder
de Korenbeursbrug door. En op een
platje zont een oude meneer...
We gaan weer omlaag langs de wen
teltrap en passeren het hokje van de
beiaardier. Stof ligt op de bank, waarop,
sinds de klokken zijn weggegvoerd, nie
mand meer zat. Verwrongen staaldraden
kringelen doeiloos omlaag, want de
toren kan niet meer zingen. Alleen
kele klokken, die te groot waren
vervoerd te kunnen worden, hangen nog
aan de zware balken. Op een
.staat „Hoop en Vrede"
Bij de koning der zangers op een
mooie lente-avond
Een ommetje na het eten door de Leidse Hout
's Avonds blijft het al weer zo lang licht dat we na het eten eens een om
metje kunnen gaan maken. Omstreeks de derde week van April hoorden
r, ondanks het nog koude weer, enkele strophen van de nachtegaal in de
Leidse Hout. Hij was de eerste en spoedig zouden er meer volgen. Want
elk jaar kunnen we daar, :evenals bij Endegeest en langs de Rijnsburger-
weg, de nachtegalen beluisteren. Zij blijven hun broedgebied trouw zo lang
het biotoop waarin zij leven en hun jongen grootbrengen niet verandert.
Maar op deze rustige voorjaarsavond, hoopten we er meer te horen.
maar tot vroeg in de morgen, evengoed
de namiddag zijn de zeer lage
Langs de bloeiende Ikrentenboompjes,
die hun beste dagen er al haast op heb
ben zitten, en de weelderig in bloemen
getooide vogelkersstruiken kwamen we,
n een oase voor vogels, tussen een
groot vogelkoor. Hel. malse groen zag er
helder en fris uit. Onder: het opgaand
hout, de snel uit de grond geschoten
sehermbloemigen, die hier en daar al
bloemen vertonen, en de bloeiende paar-
tn witte dovenetel, hondsdraf, koe
koeksbloemen en het sterk riekende
daslook. En daartussen op deze wind
stille avond elke vogel zingend die maar
zingen kon. Merels en zanglijsters, die
het al druk beginnen te krijgen met de
jongen van hun eerste legsel. zingen
zelfs af en toe nog, maar de grasmus,
spotvogel, tuinfluiter. zwartkop, fitis er.
nachtegaal zingen alsof hun leven er van
afhangt. Aan de buitenkant van de Hout
horen we de gekraagde roodstaarten,
tjiftjafs en het gekras en gekek van de
roeken en blauwe reigers in 'het bos van
Oud-Poelgeest. Zelfs het drukke roepen
de weidevogels dringt in de sche
mering hier tot ons door.
Wie over een goed gehoor beschikt en
at kennis van nachtegalen heeft, zal
i enkele bezoeken aan hun broed-
territoria tot de conclusie komen dat
de zangprestaties vaak verschillen. Oude
vogels zingen over het algemeen
beter dan de. jonge dieren. Tenslotte
dragen de omgertng, de' gemoedstoestand
de sfeer er ook toe bij dat de zang
door de aandachtige luisteraar wordt
gewaardeerd.
Niet alleen in de avondschemering
hoge tonen van de luide, klankvolle
zang te beluisteren. In een streek met
olop nachtegalen werd ik er wel ee
i-akker van. Een andere maal kon lk
en zoele voorjaarsnacht een zingende
nachtegaal aan de duinrand bö Noord-
wijk al van de brug over het kanaal bij
Rijnsburg duidelijk horen. Vooral
annetjes pas zijn gearriveerd
ertrekkende wijfjes naar hun milieu
lokken, klinkt de jubelende voordracht
tot diep in de nacht. Het is dan altijd
de moeite waard er eens naar te luiste-
het bijzonder als des avonds de
menselijke geluiden van de alledaagse
bedrijvigheid verstomd zijn en ook de
andere zangers hun „snavel houden".
Om de voordracht in alle details
te kunnen horen, benaderen
zingende vogel zo dicht mogelijk. Dan
horen we ook, behalve de lange thril
lers en het harde voortdurende en
Ziekenwagentjes staan op 39
stations gereed
In het nieuwe spoorboekje dat
morgen verkrijgbaar zal zijn is
aangegeven, dat er op 39 stations zieken-
wagentjes van het Rode Kruis ter be
schikking zijn voor zieke of invalide
reizigers, om. op de stations Den Haag
H.S., Den Haag S S. en Leiden.
Deze wagentjes kunnen gebruikt wor
den bij het overstappen en voor het
vervoer van de trein naar een buiten
het station wachtend voertuig. Ze kun
nen bediend worden door een helper
van de invalide passagier of desnoods
door een kruier.
Een klein deel van de moderne I
gebouwencomplexen van het grote
Philipsbedrijf in onze Lichtstad, f
doordringende „tuu-tuu-tuu-tuu" de
zachte bijgeluiden, die op enige af
stand niet meer zijn op te vangen en
waardoor het schijnt dat de vogel
met grotere onderbreking zingt dan
werkelijk het geval is.
Begrijpt U hoe er nog mensen zijn die
deze koning der zangers heimelijk met
lijmstokken of klapkooitjes van het
twijgje waar hü gewoonlijk z'n lied
pleegt te laten horen, proberen te van
gen en in een klein kooitje zetten? Hoort
U hem niet duizendmaal liever buiten
tussen het jonge groen?
Spoedig komt e-r nu ergens tussen
het dichte struweel en de ondergroei
van kruiden een nest met 4 tot 5
groenachtig, glanzende eieren van
deze slanke roestbruine vogel met
lichte borst ter grootte van een
huismus. Horen we de zang, dan
zouden we niet zeggen met zo'n kleine
zanger te doen te hebben. Velen
stellen zich de nachtegaal dan ook
groter voor dan hij is.
Langs de vijver, waar een meerkoet
van z'n korfje met eieren afglipt en een
waterhoentje staartwippend wegzwemt
zodat de witte onderstaartdekveren dui
delijk zichtbaar zijn, verlaten we het
domein van deze nachtelijke zanger.
En terwijl ik mijn metgezel nog eens het
verschil tussen meerkoet en waterhoen
uitleg, gaan we weer naar de bebouwde
kom van Leiden. Als we even stilstaan,
horen we de nachtegalen in de Leidse
Hout nog duidelijk hun iied zingen.
Jaap Taapken
Wie is generaal James Alward Van Fleet
Een vechtersbaas die aan de Grieken hun
vrijheid terug gaf
De Buicht. groene oase in iode-pannenzee
Foto N. van der Horst.
Met generaal James Alward Van Fleet
hebben de verbonden strijdkrachten te
velde een opperbevelhebber gekregen,
die niet hoeft onder te doen voor zijn
•oorgangers. Van Fleet, van Hollandse
afkomst, is de man. die het heeft moge
lijk gemaakt dat een eind kwam aan de
guerillastrijd in Griekenland, welke ten
slotte de vorm van een complete oorlog
had aangenomen. Toen Van Fleet in
Griekenland arriveerde, als leider van
Amerikaanse militaire missie, leek
een schier onbegonnen taak om de
strijd tegen de rebellen, die zich reeds
in grote delen van het land hadden ge
nesteld, te verslaan. Het ls echter
mede dank zij de politieke ommezwaai
Joegoslavië gelukt, al moesten
veel moeilijkheden worden overwonnen-
In Griekenland commandeerde Van
Fleet geen troepen; hij gaf „slechts" ad
viezen en hield een wakend oogje over
de stroom van Amerikaanse wapens en
uitrustingen, die voor het Griekse leger
waren bestemd. Hij gaf de Grieken ech
ter meer aan adviezen en wapens: hij
schonk hun hoop. De strijd in Grieken
land beschouwde hij als een formele oor
log tegen het int. communisme.
Reeds spoedig ontdek'.e Van Fleet, dat
het Griekse leger gebrek had aan ge
trainde jonge officieren. Hij stichtte
oefenscholen, maar vond weinig begrip
bij de Griekse militairen. Een Griekse
generaal kwam hem uitleggen, w,"
er zo weinig belangstelling was vo
oefeningen. Hij had geen kans gezien,
zijn divisie-commandanten er var
overtuigen, dat hun manschappen
dere training behoefden.
Van Fleet is niet de geschikte man
voor de combinatie soldaat-staatsman,
zoals b.v. MacArthur en Eisenhower. Hij
is in de eerste plaats een vechtgeneraal,
die goed geleerd heeft, hoe hij moet op
treden. In de tweede wereldoorlog leer
de hij de waarde kennen van snelheid,
verrassing en vermetelheid.
James Alward Van Fleet werd ii
geboren in Coxtesville (New Jersey); hij
is van Hollandse afkomst. Toen hij nog
een baby was, verhuisde z'n familie
Florida, waar zijn vader actief was op
het gebied van de spoorwegen. Hij had
een gezonde en onbezorgde jeugd
speelde in West Point voetbal als half
back.
In de eerste wereldoorlog ging Van
Fleet als majoor der infanterie
Frankrijk en tussen de beide oorlogen
onderwees hij op Fort Benning in de,
infanterie-tactiek. Hij had toen in
tegenstelling tot verschillende van zijn
klasgenoten nog geen sterren. De
tweede wereldoorlog was al voor twee
derden achter de rug, voordat v. Fleet
er aan deelnam. Zijn regiment was het
eerste van de 4e Inf. divisie, dat de aan
val opende aan de „Utah Beach" op
„D"-day; het moest de gehele weg naar
Cherbourg harde gevechten- leveren. Van
Fleet werd gewond, verliet het zieken
huis om naar zijn mannen terug te keren,
terwijl generaal Bradley, thans chef van
de verenigde Amerikaanse staven, op
weg was om hem te onderscheiden. Brad
ley ving hem op, overhandigde hem de
medaille en de goede raad: „Blijf voort
aan bij gevechten op de commandopost
en begeef je niet meer in de voorste
linies".
Daarna ging het snel met d« carrière,
Van Fleet In enkele maanden tijd
had hij twee sterren. Hij nam de 9«
divisie over en maakte er een van de
beste strijdmachten aan het Westerse
front van. Zijn troepen vormden de
speerpunt van het Amerikaanse offensief
bij Remagen, waar de Rijn voor het
eerst werd „genomen". Toen Duitsland
capituleerde, bevond Van Fleet zich met
zijn troepen reeds btf de Oostenrijkse
grens.
In Griekenland bracht hij ongeveer
de helft van zijn tijd aan het front door.
De Grieken zijn hem erg dankbaar en
op ,3arba" (oom) Harry Truman na,
die hun, 't eerst vertelde dat zij hun
eigen zaken moesten opknappen, is Van
Fleet de meest populaire Amerikaan bij
de Grieken, die zijn naam als Van Flit
uitspreken.
Van Fleet kreeg zijn deel van de
critiek, waaraan mensen als generaals nu
eenmaal niet ontkomen. Zelfs werd hij
er van beschuldigd, naïef, bazig en op
publiciteit gesteld te zijn. Zijn relaties
met de Amerikaanse ambassadeur te
Athene. Grady, waren koel, maar met
generalissimus Papagos, de opperbevel
hebber van het Griekse leger, kon hij
goed opschieten. En koning Paul nam
hem meestal mee op inspectiereizen
naar het front De Grieken noemden hem
wel eens ernstig „als een kind" (san
Voor het Griekse volk verpersoon
lijkte Van Fleet de grote en ietwat on
begrijpelijke kracht van Amerika. Op
zekere dag stond bij Van Fleet's hoofd
kwartier een oud vrouwtje, dat aan een
der wachten vroeg, of hot generaal Van
Fleet was, die daar de trap van het
hoofdkwartier afkwam. Toen de ver
baasde officier knikte, maakte de vrouw
een kruis en mompelde: „God zegene
U". Daarop haastte zij zich weg....
Weer honderden Ambonnezen
aangekomen
Gisteren is te Amsterdam het troe
pentransportschip Somersetshire aange
komen met 550 Ambonese militairen en
hun gezinnen (270 kinderen). Tijdens d«
reis werden aan boord i baby's g