PAPOEA'S
mi tROU im
lenöuizenö
I sa *B8-8rsS&s p-gas* SBi?7SSSggggi?^5»g?X3&ögg§3}e.s-
ZONDAGSBLAD 20 JANUARI 1951
NEDERLANDS NIEUW-GUINEA is op
het ogenblik een omstreden gebied. Den
Haag en Djakarta maken beide aanspraak
op de souvereine rechten daar. Naast het
Nederlandse gebied liggen de landen Pa
pua en het voormalige Duits-Nieuw-Gui-
nea, die onder Australisch bestuur staan.
Weinig verneemt men omtrent deze
Australische gebieden, die toch voorbe
stemd zijn om een functie van betekenis
te gaan vervullen in komende jaren....
en die bovendien, met het oog op de con
troverse Den Haag-Djakarta, de belang
stelling van de Nederlanders verdienen.
als de zwarte strijders voldoende eten, drinken en
wapenen kregen. Dat was onze taakwegen zijn
er op Nieuw-Guinea nauwelijksalles moet door
de lucht worden aangevoerd en dan gedropt worden,
geen kleinigheid, dat verzeker ik U!" En toen ver
volgde hij:
„Trouwens, er is geen land ter wereld, waar het
woordje „luchtmacht" zo letterlijk waar is als
hierzonder vliegmachines zou Nieuw-Guinea
nog in een praehistorisch stadium verkerenDe
eerste grote luchttransporten, die op aarde plaats
vonden, gebeurden hier, een jaar of vijfentwintig
geleden, toen vlogen wy voornamelijk Junkers, nu
niet meerdat waren primitieve kisten, maar
ze deden het!"
„Wat is dat?", vroegen wij, terwijl wij naar een
lachende Papoea wezen die uit het vliegtuig een
doos met gaatjes in ontvangst nam.
„Dat?" de piloot trok aan zijn sigaret „O,
dat is een kist met kuikensde mensen hier willen
ook wel eens huisdieren houden en eten!"
„Ja, zo is het", vervolgde de piloot, „maar wij
vliegen ook wel andere dingen dan kuikensLae
hierU weet, vroeger waren de Duitsers de baas
in dit deel van het landis een basis van bete
kenis in het intercontinentale luchtverkeer tussen
Oost-Azië, Amerika en Australië, en we vervoeren
van alleszoals ik U al zei, wegen zijn hier niet
en dus moeten we ook in vredestijd door de lucht
voor de ravitaillering en de materieelvoorziening
der nederzettingen in de binnenlanden zorgen
Zal Soekarno zijn zin krijgen
„Nu", begon de piloot opnieuw, „Hollandse
vriend, ik ben benieuwd, of Soekarno zijn zin
zal krijgen en onze buurman hier wordt. Ik denk
wel, dat die pogingen van hem nog heel wat voeten
in de aarde zullen hebbener zijn veel Austra
liërs, die er weinig* voor gevoelen, de Javanen als
buren te krijgen, al doen wij dan graag zaken met
henMaar Nieuw-Guinea is zo belangrijk als
strategisch gebied dat leerde de oorlog ons wel
Ek hou van 'n man wat sy man kan staan;
ek hou van 'n man wat 'n slag kan slaan;
'n oog wat nle wyk,
wat 'n bars kon kyk;
en 'n wil wat so vas soos 'n klipsteen staan!
Vas soos 'n berg van grou graniet
op yaderlands-grond, sy hartsgebied,
aan haar getrou,
soos aan kind en vrou,
en wat in haar ere ook syne siet.
Ek hou van 'n man wat sy moeder eer
in die taal uit haar vrome mond geleer,
en die bastergeslag
in sy siel verag
wat, haar verstotend, hulself kleineer.
Vroeger pijl en boog
nu de brengun
willen graag Hollandse buren
PRACHTIGE OERWOUD-SOLDATEN, DIE ZICH SNEL WETEN AAN TE PASSEN
dat wij het een prettig gevoel vinden, naast ons op
dit reusachtige eiland Hollandse buren te hebben,
op wie wij aan kunnen als het eens gevaarlijk wordt
in deze buurten wij voeren wat betreft de ex
ploitatie van Nieuw-Guinea een voorzichtige poli
tiek, al te veel Aziatische werkkrachten wensen
wij niet en de mogelijkheden op het terrein van
landbouw en mijnbouw zijn tamelijk grootRub
ber, cacao, kapok en koffie, dan nog wat koper,
goud, zilver en platina en bovendien vermoedelijk in
grote hoeveelheden petroleumU ziet het,
Nieuw-Guinea is niet alleen het land van de Pa
poea's, ook al zijn wij met de ontwikkeling van
het land nog niet veel verder dan de kinderschoenen
gekomen
„Ja", vielen wij hem in de rede, „wat die mijn
heer Soekarno betreftoch, dat is moeilijk te
zeggenmaar onlangs lazen wij in zo'n boekje,
dat er toch maar heel weinig mensen wonen op
Nieuw-Guineaja, heel weinig
„Ja, naar schatting zowat een en een kwart mil-
lioen Papoea'sik zeg, naar schatting, want niet
alleen, dat er grote stukken van dit eiland zijn,
waar het houden van een volkstelling practisch
gesproken onmogelijk is, maar bovendien zijn in de
laatste oorlog alle archieven verloren
gegaan, zodat wij een geheel nieuwe admini
stratieve opzet moesten makengemakshalve
hebben wij dus het vroegere Duits gebied, dat door
Australië als mandaatsgebied werd bestuurd, maar
met Papua samengevoegdPort Moresby en
Kokopo herbergen de belangrijkste regeringsbu-
reauxja, zelfs in dit verre, nog betrekkelijk
wilde land moeten ambtelijke molens draaien om
het geheel op gang te houden
WOEST en onmetelijk ligt beneden ons het eiland
Nieuw-Guinea. Bergen, wouden, vlakten ontwa
ren wij. Straks zullen wij landen op het vliegveld van
Lae, het Schiphol van dat reusachtige eiland, een
der pijlers van de luchtbrug, die het mogelijk ma
ken om de verbinding met Nieuw-Guinea in stand
te houden.
Geen passagiersvliegtuig, een „vrachter" is het,
die ons naar Lae brengt. Wij zullen daar slechts
weinige uren vertoeven en dan verder gaan, opnieuw
het luchtruim in ter voltooiing van onze „flying
visit" aan enige verloren landen nee, niet verlo
ren, maar vergeten landen in die weinig gekende
delen der aarde. Wij vragen iets aan de piloot, een
rustige, glimlachende oud-oorlogsvlieger, die in veel
meer bewogen tijden in die delen van het luchtruim
zijn sporen verdiend heeft. Hij knikt, tuurt dan naar
benedenja, ver weg zien wij de luchthaven
en een kwartiertje later raken wij de grond. Een
stap, een sprongetje en wij betreden de grond van
Nieuw-Guinea.
Als vrolijke kinderen
Enige blanken komen naderbij; Papoea-arbeiders
staan op enige afstand, gereed om op het eerste
sein met het ontladen der machine te beginnen.
Een handdruk, een welkom hier, dan krijgen de
pikzwarte, kroesharige kerels hun kans. Als vro
lijke kinderen komen zij naderbij, luidruchtig,
goedsmoeds zoals zij altijd zyn. Zij hebben nooit
iets ervaren van de moeizame ontwikkeling der be
schaving in de Westerse landennooit gehoord
van uitvinden en wetenschappelijke onderzoekingen.
Pasklaar kregen zij de resultaten als het ware op
gediend. Zij leefden in de binnenlanden, maakten
jacht op dieren en mensen een stukje mensenvlees
versmaadde menige Papoea tot voor kort in het
geheel niet! met hun blaaspijpen en giftige pijlen,
en toen keken zy eensklaps angstig-verbaasd naar
boven, waar een grote, zwaar-brommende monster
vogel boven hun domein zweefdeHet was voor
hen een goede of een kwade dag, al naar men het
noemen wil, en de weg naar de beschaving begon.
„Ja, die beschavi. g, die weet wat!", merkte de
piloot op, aan wie wij iets van onze overpeinzingen
mededeelden, „wij hebben die zwarte kerels zeker
een aantal goede dingen gebracht, maar ze hebben
ons ook braaf geholpen, vooral in de Wereldoorlog
nummer tweeze hebben als echte oerwoud-
tijgers aan onze zijde gevochten. Die Jappen heb
ben geweten, dat er Papoea's op Nieuw-Guinea zijn.
Stellig waren de Jappen goede oerwoudsoldaten,
maar met de Papoea's konden zij zich niet meten.
Die ruiken het gevaar en de vijand op tien kilometer
afstand en met brengun en mitrailleur kunnen ze
even goed omgaan als met hun vroegere knodsen
en speren.Drommels, dat waren gehaaide bond-
Ïenoten en menig Amerikaans gezin dankt de terug
eer van Daddy aan die zwarte soldatenper
fecte schutters en bang voor duvel noch dood
Alles door de lucht
„Het moeilijkste van alles was natuurlijk", ver
volgde de piloot, „om te zorgen, dat zowel de blanke
Eerst een hapje eten
„Met succes?", vroegen wij.
„Zeer zeker", luidde het antwoord, „ondanks alle
moeilijkheden hebben de Australiërs succes geboekt
in dit landde bevolking is heel wat rustiger
geworden en werkt ook als arbeider braaf mee
Ieder jaar exporteren we voor een kleine tien mil-
lioen gulden aan goud en dan nog voor een slordige
acht millioen aan klapperproducten. Rechtspraak en
bestuur, onderwijs en matige belastingheffingen
lopen tamelijk gesmeerden de toekomstvoor
uitzichten zijn goedmaar nu wil ik een hapje
etenover twee uur vertrekken we weer
Ruim twee uur later startten we opnieuwzon
der kuikens, maar rijk voorzien van vracht en wel
dra zagen wij, beneden ons, woest en onmetelyk, het
geheimzinnige Eiland der Papoea's.
Die oog wil ek sien wat 'n traan nog ween
vir 'n heldegeslag, in hul rus daarheen,
maar 'n blits van troo
in die traan van rou,
wat aan liefde weer gee, wat hoor bron is ontleen.
Vir my d"Afrikaner van durf en daad,
wat Mammons eer en loon versmaad,
sy hoof en sy hond
vir sy volk en sy land
en 'n trap van sy voet vir een laag verraad!
O, ek hou van 'n man wot sy man kan staan
ek hou van 'n daad wat soos donder slaan,
'n oog wat nie wyk
wat 'n bars kon kyk,
en 'n wil wat so vas soos 'n klipsteen stoan.
J. FE. CELUERS.
5*
rVIjft
Criekóe communióten^
QRensBewoneRS
Leven noq steeös in anqst
w&chten op hun k&ns
ReqeLmdXiq steken &qenten
BulqèARse qRens oveR
(Van onze speciale verslaggever)
KAVALLA (Noord-Griekenland), December 1950 In het schamele café
op een paar kilometer afstand van de Bulgaarse grens heerst een hele conster
natie. Boeren in bijna haveloze kleren dringen om de kastelein. Allen spreken
opgewonden door elkaar. Tevergeefs tracht de kastelein zich boven al dat lawaai
verstaanbaar te maken.
„Stiltebuldert tenslotte een oude man.
Een stuk papier met gebrekkig potloodschrift is de oorzaak van alle tumult.
Het is een brief van enkele Griekse communisten, die in het geheim van Bul
garije uit de grens overgekomen zijn. Ze hebben een herder met een brief naar
het dorp gestuurd.
„Voorlezenstelt iemand voor. Anderen vallen hem by. Iedereen wil
tenslotte weten wat er ini de brief staat. De kastelein zet er zijn bril voor op.
En terwijl het doodstil is in de gelagkamer ontcijfert hij woord voor woord de
boodschap.
„Dorpelingen.we waren op weg
om jullie te bezoeken, maar we zagen,
dat jullie feest hadden en dat wilden
we niet in de war sturen. Daarom zen
den we deze brief met twee schaap
herders. We zijn geen vijanden, maar
ware vrienden. We willen definitief
weten of jullie ook onze vrienden wilt
zijn. We geven ons twoordl, dut we
jullie geen kwaad zullen doen, maar
als jullie op ons schieten zullen we
jullie allemaal doden. We zullen geen
mens en geen dier levend uit het dorp
laten. En we zullen mijnen leggen op
de wegen. Staar als jullie van gedach
ten veranderen zal niemand jullie las
tig vallen en jullie zullen in vrede
kunnen leven. Stuur twee mannen met
witte doeken om met ons te praten. Ze
moeten brood, olijfolie, sardines en
boter meebrengen. Tot ziens.... de
andartes."
Uitgemoord
Men kijkt elkaar i
Het is niet de eerste keer, dat men
een levensteken van de communisten
krijgt. Het komt herhaaldelijk voor,
dat uitgeweken Griekse andartes de
Bulgaarse grens oversluipen om pro
paganda te maken in het grensgebied
en inlichtingen in te winnen over de
sterkte en de posities van het Griekse
leger. Het kost hen niet veel moeite
dergelijke opdrachten uit te voeren. Het
is nu eenmaal onmogelijk de lange
grens hermetisch af te sluiten. En even
min voelt de bevolking er veel voor
om de autoriteiten te waarschuwen als
er communistische agenten in een
grensdorp zyn.
Bittere armoede
Ik wandel het dorp eens in.
Veel meer dan een handvol primi
tieve huisjes staat er niet. In de bur
geroorlog zijn de meeste verwoest.
Men heeft de hele stenen schoongebikt
en er weer een woning van opgetrok
ken. Vier brokkelige mimen met een
lekkend dak erop. De venstergaten
heeft men met planken en stukken
plaatijzer dichtgetimmerd.
„Komt u maar binnen...." nodigen
de boeren me overal uit.
Binnen is het al even schamel. De
zelfde brokkelige muren als aan de
buitenkant. Een lemen vloer. Meubi
lair staat er practisch niet. Maar wel
prykt er in bijna elke woning een por
tret van het Griekse koningspaar: in de
meeste gevallen een wazige kranten
foto.
..Frederika en Paul.verduide
lijkt men ten overvloede als myn blik
ken er even op blijven rusten. Het is
treffend hoe groot de liefde ook onder
deze mensen voor de koning en de ko
ningin is. Maar het sluit niet in, dat
men ook zo tevreden is met de regering
in Athene. Integendeel zelfs. Hun hele
droevige bestaan is een
aanklacht tegen deze
regering, die nog maar
erg weinig gedaan heeft
om hun lot te verbete
ren. In de burgeroorlog
heeft de plattelandsbe
volking in de grens
streken het zwaarst ge
leden. Ze hebben hun
akkers niet kunnen be
bouwen. Ze hebben hun
bezittingen verloren. En
tenslotte hebben ze zelfs
hun dorpen moeten ver
laten. Jarenlang hebben
ze als vluchtelingen van
de liefdadigheid moeten
leven. Maar ze hebben
die offers gebracht in
het vertrouwen, dat la
ter alles terecht zou
komen. Dat is echter
niet gebeurd. (d® «eder/an
dorpeling. 1
„Dat is alles wat we
hebbenwijzen ze
op hun wrakke huisjes.
En er klinkt een verwijt in hun stem.
Men is nu bezig om deze mensen te
helpen. Het is echter niet de overheid
in Athene. Het gebeurt op de langza
merhand beproefde Griekse manier:
door een beroep te doen op het bui
tenland. Eigenlijk zou het buitenland
Athene moeten laten weten, dat het
nu eindelijk eens zelf iets moet doen.
Maar.dat zou gaan ten koste van
al deze doodarme, Griekse boeren, die
werkelijk waard zijn om geholpen te
worden.
Communistische invloed
Het spreekt vanzelf, dat de bodem
in het grensgebied rijp is voor het
communisme. En ze wordt nog steeds
rijper. In hun hart zijn deze mensen
„Waarom.
i in
Uitvoerig vertelt hij i
een naburig dorp de politie gewaar
schuwd had, dat er regelmatig bezoek
van communisten uit Bulgarije plaats
had. De mannen hadden beloofd over
een paar dagen terug te zullen komen.
In die nacht werden uitgebreide maat
regelen genomen om de agitators in
handen te krijgen. Toen ze in de buurt
van het dorp verschenen liepen ze dan
ook in een hinderlaag. Een van de
mannen werd gedood. Een ander ge
vangen genomen. En nummer drie wist
te ontkomen. Men was zeer tevreden
met het resultaat. Maar een dag of tien
later is hetzelfde dorp door een grote
groep communisten overvallen. Dege
ne, die hen verraden had, heeft men
op een verschrikkelijke manier dood
gemarteld. Daarna heeft men de hele
bevolking inclusief de kinderen afge
slacht. En tenslotte is het dorp zelf met
de grond gelijk gemaakt. De commu
nisten waren al weer veilig over de
Bulgaarse grens verdwenen voor het
leger en de gendarmerie ter plaatse
verschenen.
k k
Kavalla is «en Uink» havenstad legei
waarnemer van de Verenigde Naties
dse majoor /an Nix) in gesprek met een
inks een verbindingsofficier van bet
Griekse teger.
anti-communisten. Dat heeft de bur
geroorlog duidelijk bewezen. Maar ook
aan vaderlandsliefde komt eens een
einde. Men is zo langzamerhand in
dat stadium gekomen. De burgeroor
log is nu alweer geruime tijd voorbij.
Maar de levensomstandigheden zijn
nog niet veel verbeterd. En.... het
wezenlijke gevaar bestaat nog steeds.
Men heeft tenslotte het communisme
niet kunnen vernietigen. Men heeft
slechts de communisten weten te ver-
dryven. Met duizenden zijn zij de
grenzen van de communistische lan
den overgetrokken. Men schat het
aantal Griekse communisten daar op
zeker vijftienduizend. Ze houden zich
op het ogenblik rustig. De meesten
van hen leven als boer in het grens
gebied. Sommigen bekleden invloed
rijke posities in de party leiding. Maar
tegelijkertijd gaat hun militaire trai
ning door. Er worden specialisten op
geleid. Nieuwe voorraden wapens en
ammunitie worden aangelegd. Men
selecteert betere officieren. En tevens
voert men propaganda. Herhaaldelijk
komen communisten de Bulgaarse en
Albanese grens over en praten er met
de bevolking. Hun argumenten zyn
veelal steekhoudend. En ze laten (in
Bulgarije gedrukt) propagandamate
riaal achter. Daar praat men over met
elkaar en men begint te weifelen. En
daarmee is het proces der ondermij
ning ingezet. Men kan het deze sim
pele plattelanders moeilijk kwalijk
nemen. Maar wel de Griekse regering.
Het communisme dreigt nog steeds.
Achter de Albanese en Bulgaarse
grens wachten de communisten op hun
kans. Die zal niet vandaag of morgen
komen. Maar communisten hebben ge
duld. Ze wachten desnoods twee jaar.
Dan verleent het Marshall-plan Grie
kenland geen steun meer. De levens
standaard zal daardoor nog lager wor
den en de ontevredenheid groeien.
Griekenland zal dan ook niet meer in
staat zijn een zo groot en overdreven
gemechaniseerd leger op de been te
houden als het nu heeft. Bovendien
zal tegen die tijd de Speciale Commis
sie van de Verenigde Naties op de
Balkan opgeheven zijn. Als gevolg uan
al deze omstandigheden zullen de com
munisten een betere kans dan ooit
hebben om opnieuw hun slag te slaan.
Ze zullen het dan ook waarschijnlijk
beter doen. En het valt ernstig te be
twijfelen of Griekenland er dan weer
stand aan zal kunnen bieden.
ALFRED VAN SPRANG.
(Nadruk verboden)