Waarvoor geen kruid gewassen is
COST OF DUBBELCOST
^Z^unAtlicht}otogra}ie en
ZONDAGSBLAD 9 DECEMBER 1950
/v
(Van onze medische medewerker
IK hield avondspreekuur. Het was in
de tijdy toen de landarbeiders des
Zaterdags een deel van hun loon moes
ten derven, omdat ze naar de dokter
geweest waren of hun moeder hadden
begraven en dus verlet hadden. Voor
die mensen was het avondspreekuur
een uitkomst, omdat het buiten de nor
male werktijden viel, maar het was een
verschrikking voor de dokter, die
menigmaal tot tien uur in zijn apo
theek zat, terwijl de vrouw des huizes
de avond in eenzaamheid doorbracht,
want de kinderen waren klein en gin
gen vroeg naar bed.
Het was op zo'n avondspreekuur, om
streeks kwart over zeven, dat een moe
der met haar dochtertje binnen kwam.
Ik kende de ouders, eenvoudige men
sen, hij een landarbeider, zij de dochter
van een landarbeider, maar keurige
mensen, die prima voor hun kind zorg
den. Het was thuis netjes en schoon.
Als je thuis een visite moest maken,
stond het helder witte waskommetje
met een schone, witte handddoek, zo
uit de kast gehaald, en een lekker rui
kend stukje toiletzeep zelf hadden
ze voor dagelijks gebruik een stukje
sunlightzeep al klaar. Ze hadden
één meisje van een jaar of drie, lief en
zacht van karakter, wat verlegen, het
haar van terzijde opgenomen met een
grote strik. Ik kende haar vanaf de ge
boorte. De moeder was regelmatig met
haar dochter op het babyspreekuur ge
komen voor controle en regeling van
de voeding. Het was een wolk van
ik zie die moeder nog op mijn avond
spreekuur de apotheek binnen komen,
hoar dochtertje aan de hand. Ik zie
weer dat bleke gezichtje, die was
achtige, haast doorzichtige oortjes, die
tere, witte handjes .Ik schrok. Het
flitste door mijn hoofd: bloedkanker
en een stem in mijn binnenste zei: „Ach
moeder Ik herstelde me. Je kunt
toch zo op het gezicht niet een diag
nose stellen! Ik informeerde naar ver
schillende oorzaken. Aan de voeding
mankeerde niets, op geen wijze had ze
bloed verloren, een ernstige infectie
ziekte had ze niet doorgemaakt, nu
ja, een lichte bronchitis voor veertien
dagen, niet erg genoeg om de dokter
voor te laten komen. Maar daarna was
ze toch hangerig gebleven. Ze at niet
zo goed als voorheen, ze speelde min
der en kwam telkens even bij haar
moeder op schoot uitrusten. Nee, dat
was toch geen gewone verkoudheid
geweest.
Ik onderzocht het kind en vond aan
de hals en in de oksels wat gezwollen
klieren. Ook de milt was iets te groot.
In het mondje een klein, geel zweertje,
het tongetje beslagen, de lichaams
temperatuur verhoogd, hier en daar
een klein, puntvormig bloedinkjé
onder de huid. De moeder had uit wat
oma gezegd had, uit mijn vragen, het
zorgvuldige onderzoek en de blijkbaar
bezorgde blik al geconcludeerd, dat er
iets ernstigs aan de hand was. „Dok
ter, zeg u nu eens eerlijk wat u er van
U weet niet hoe moeilijk het is om
een moeder eerlijk in te lichten, te
troosten en te bemoedigen als ze met
haar driejarig kind aan de hand de
spreekkkamer komt binnen lopen en
de arts naar eer en geweten moet zeg
gen: „Moeder, u moet uw kind af
staan!" In het korte ogenblik tussen
de patiëntenwisseling overmant ons de
smart en wij wenen voordat de moe
der weentEr zijn gelukkig altijd
twee dingen, die naar voren gebracht
mogen worden: in de eerste plaats
kunnen wij ons vergissen en die moge-
lijkheid stel ik altijd zeer beslist; in
de tweede plaats wijs ik altijd op de
mogelijkheid van het wonder, want
God heeft wegen waar de mens vast
gelopen is.
De volgende dag is het kind in een
ziekenhuis opgenomen. Het bloed
onderzoek gaf aanvankelijk geen vol
doende steun aan de diagnose. Het
kind kreeg bloedtransfusies en knapte
zienderogen op. De hoofdzuster gaf
alle moed en de vader, die steeds mee
gegaan was om de moeder niet alleen
de harde boodschap te laten horen voor
het geval de doktoren een ongunstig
bericht zouden afgeven, bleef op de
middag van het bezoekuur aan het
werk, omdat hij de laatste tijd toch al
zoveel verlet gehad had. Juist die mid
dag, toen ze dachten dat het zo goed
ging, werd aan de moeder de juiste
diagnose doorgegeven en haar aange
zegd, dat herstel niet mogelijk was.
Het kind kwam thuis. Door het bloed,
dat haar toegediend was, zag ze er vrij
goed uit, maar de bloedingen werden
allengs groter en de bloedarmoede nam
met de dag toe. Ze bleef tot het laat
ste ogenblik volkomen helder. Op een
nacht zei ze tegen de ouders, die bij
haar bedje zaten: „Nog een keer diep
zuchten, dan ga ik slapen" Ze
haalde diep adem en ze was niet meer.
Dit is het beeld van de leucaemie,
de bloedkanker, een ziekte waarvoor
nog geen kruid gewassen is.
(Vervolg van pag. 2).
HET GOUDEN
KERSTGESCHENK
Lucas maakt een buiging, steekt het
papier in zijn borstzak en verdwijnt.
Dan springt Cromwell op van zyn stoel
en loopt naar het venster.
„Ik ga verdwijnen Mattheüs", zegt hij,
„ik heb hier al een lange tijd gezeten,
te lang misschien;"
„Uwe Excellentie had haar lijfwacht
moeten meebrengen naar hier", meent
Howard.
„Dat was misschien beter geweest,
maar mijn goed vertrouwen heeft mij
vrees ik, parten gespeeld en mij een fout
doen maken. Kijk niet zo angstig,
Mattheüs, Uw neef L,ucas brengt snel de
order over en dan heb ik binnen korte
tijd een aantal onverschrokken mannen
om mij heen. Ik hoop, dat ze de rad
draaiers, waaronder ook Guy Lacy en
Sexijy, gevangen zullen nemen. Nu ik
vertrek, vaarwel juffrouw Dorothy, ik
Maar verder komt de grote Protector
niet. Op dat ogenblik wofdt de deur met
een slag opengegooid en neef Lucas tui
melt doodsbleek en buiten adem naar
binnen.
„Het huis is omringd door gewapende
mannen!" schreeuwt hjj, „het zijn oproer
lingen en Anabaptisten. Sexby voert de
troep aan! O, nu zullen ze ons zeker
vermoorden. Nu zijn we allen verloren.
God moge zich over ons ontfermen!"
Op dezë manier gaat Lucas te keer en
ofschoon Cromwell heel goed beseft, dat
allen die in dit huis zijn in levensgevaar
verkeren, vindt hij het gedrag van Lucas
toch zó onmanlijk, dat hij zich vol ver
achting van hem afwendt.
„Mattheüs, je moet je bedienden bij
elkaar roepen en de deuren en vensters
sluiten en versperren. Ik ga de voordeur
sluiten en versperren. We zullen dit huis
verdedigen zolang we kunnen, misschien
komt er hulp opdagen!"
Zo spreekt Cromwell, terwijl hij zijn
pistool uit de gordel trekt en zijm zwaard
uit de schede. Het kalme, vastberaden
optreden van de Protector brengt ook
Howard weer tot bezinning.
„Vooruit Lucas", zegt hij tot de jam
merende neef, „help mij de deur van
deze kamer versperren! Kom. sjouw de
stoelen eens hierheen, vooruit dan toch
kerel; elke minuut is kostibaar!"
De mannen gaan aan 't werk en nu
opeens vliegt Dorothy een gedachte door
het hoofd.
„Vader, U hebt de kamer vergeten!"
„De kamer? Welke kamer bedoel je?"
„De geheime kamer, natuurlijk!"
„Dat is waar ook, kind, je hebt gelijk,
die was ik totaal vergeten."
(Wordt vervolgd)
JA>
Ik kan
vragen maar.
ie best voor
stellen dat deze of gene
by zichzelven zegt: „Is dat
2 «u wel nodig; en zo ja, is
ft het dan toch niet een on-
2 dempbare put, daar in die
volkswijk?" Men voegt er
3{r mogelijk aan toe: „We be-
3Jr talen immers al millioenen
jjt in cmze belastingen voor
3*i de zorg aan dergelijke
s*i asociale gezinnen; waar-
3*1 om zouden we dan nog
vrijwillig er 'n duit aan
3jt toevoegen?" Het is niet
3fc meer dan redelijk dat we
dezë overwegingen eens
3*r onder ogen zien.
3£ Om maar met die belas-
3*t tingen te beginnen: inder
if daad kost de Volkswijk
onze gemeenschap millioe-
iien. Alleen Sociale Zaken
Kf steekt momenteel aan on-
dersteuningsgelden in een
anderhalf dozijn straten
2 vijf ton per jaar. In ver-
2 schillende dag- en week-
2 bladen is onlangs bere-
2 kend wat één enkel asoci-
2 aal gezin aan ons volk ge-
2 durende de laatste vijftien
3*j jaar gekost heeft, en dat
2 bedroeg precies evenveel
als onze eigen jaarbegro-
j*j ting voor de arbeid onder
vele honderden gezinnen
vraagt: dertigduizend gul
ste den. Het krantenrelaas is
xt in korte regels over te ver-
tellen en is even ontstel
de lend als benauwend. Laten
3£ we het gezinshoofd Jan
3*t Rap noemen en zien wat
sjr hij presteerde of liever,
se anderen liet presteren,
se In 1935 dan treedt Jan
Kt Rap in het huwelijk, zijn
Kt jeugdige leeftijd van acht-
Kc tien lentes en zijn totale
ongeschooldheid op de ar-
Kt beidsmarkt ten spijt. Hij
Kf moet wel trouwen; hij kan
Kt met anders, want zijn nog
2 iets prillere bruid heeft
V behalve twee linkerhan-
v den en erg weinig hersen-
v materiaal onder haar krul-
y lebol ook nog een baby in
K het zeer nabye zicht. En
2 aangezien Jan Rap reeds
X steuntrekker is, temidden
ft van een louter en alsmaar
X mede-trekkend milieu,
vraagt hij verhoging van
het hem toegedachte be
drag, alsmede een onmis
bare luiermandvoorziening.
Hetgeen hem volgens de
daarvoor geldende normen
ijlings en royaal wordt
verleend.
In 1936 groeit het zo ge
vormde gezin uit de enge
muren van de eerste wo
ning; er dient verhuisd te
worden en er dient daar
toe méér steun verleend.
Natuurlijk wordt getracht
om Jan Rap aan een baan
te helpen, maar dit boekt
geen succes: het ene werk
is te zwaar, het tweede te
te vies, het derde te ge
vaarlijk. Dat wil niet zeg
gen dat Jan helemaal niet
werkt, want naast de steun
verricht hij clandestiene
karweitjes zonder tal.
Karweitjes, die mede oor
zaak zijn dat
Jan althans
enkele weken
1lilt straf niet
gesteund
wordt, maar
dat komt gauw genoeg
weer goed.
In 1937 en volgende ja
ren breidt het gezin zich
verder uit; de eerste na
komelingen bezoeken gra
tis kleuterscholen en ver
nielen daar, alsmede op
straat, staatseigendommen,
wier waarde bij het geheel
overigens in het niet zinkt.
Vermeldenswaard is slechts
dat Jan Rap in 1939 zes
maanden lang geen steun
trok, aangezien een ge
heimzinnig arbeidsongeval
hem in de ziektewet slin
gerde. Hij was daarmee
ik bedoel met dat ongeval
beslist bon af, want be
halve het feit dat men
hem nu niet aan één stuk
door aan het hoofd zeurde
om te gaan werken, werd
zijn steunnorm verhoogd
in verband met het in de
beide weken voor zijn on
geluk ontvangen loon.
De oorlogsjaren brach
ten in feite weinig veran
dering. Natuurlijk verloor
hij goed en have toen zijn
wijk een bombardement
Uit de
VOLKSWIJK
te verduren kreeg, maar
hij werd daar werkelijk
niet slechter van. Schade-
enquête en particuliere
liefdadigheid brachten
hem meer terug dan hij
ooit bezeten had. Boven
dien vond Jan Rap in ijl
tempo zijn weg naar de
zwarte markt en het is
niet te begroten hoeveel
gelden hij daaruit heeft
binnengesleept. We weten
slechts dat zijn oudste
spruit tegen het einde van
de blijde oorlogstijd met
briefjes van honderd op
zak liep, hetgeen iets te
veel is voor een dreumes
van nog geen tien jaar.
Overigens was Vader Jan
toen niet meer thuis, want
sinds 1942 had hij geheim
zinnige pro-Duitse sym
pathieën uitgebuit, die
hem tegen de naderende
bevrijding
Oostwaarts
deden trek
ken.
Hij heeft
derhalve in
1946 in een kamp gezeten,
maar is spoedig weer vrij
gelaten om zijn talenten op
de nog altijd florerende
zwarte markt te ont
plooien. En toen hier geen
brood meer te verdienen
viel, is hij opnieuw geheel
en al ten laste van de ge
meenschap gekomen. Het
in Duitsland ondervonden
leed, het gebrek daar en
de miskenning in Neder
land daarna, hebben hem
aan een maaqkwaal gehol
pen. Men kan trouwens
begrijpen dat hij langza
merhand met veel dingen
in zijn maag zit. En zo sud
dert zijn leven voort. Zo
blijven ondersteuningsgel
den toevloeien naar deze
put zonder bodem; zo blij
ven tientallen ambtenaren
voor hem alleen in touw;
zo snellen sociale werkers
en werksters, artsen en
controlerende artsen, dien
sten en controlerende
diensten af en aan. En
steeds groeit zijn vermo
gen. Dertigduizend gulden
zeiden we en we dachten jj*
nog maar alleen aan vijf- 2
tienmaal tweeduizend gul- jr
den steun. We berekenden 2
al die extra-posten nog 2
niet; we verdisconteerden 2
niet hoeveel man door Jan 2
Rap en zijn gezin werk 2
aan de winkel houden. Ach 2
neen, we komen nooit te 2
weten wat alleen dit ene
Maar zie nu even ook de
andere kant. Want Jan 3^
Rap is niet alleen maar
een ellendeling, al is hij 2
dat zeker ook. Jan Rap is j*t
tegelijk slachtoffer; Jan 3*t
Rap is zelfs vreemd aan de 3*t
beloften en geboden Gods. 3*r
Hij is het toonbeeld van sjr
een verloren wereld zon- 3*r
der Evangelie. En nu vra- 3*r
gen wij Uw hulp om aan 2
de zonen en dochteren van
deze Jan Rap en van zijn 2
ontelbare lotgenoten in de
Volkswijk ditzelfde Evan- 2
gelie wel te verkondigen.
Wy ontdekken 1
Evangelie verlost 1
totale machteloosheid tot
arbeiden. Wij ontdekken
dat het in staat stelt om
over te schakelen van de
opperste zelfzucht en niets- T
nutterij tot een bewuste T
en dankbaarheid dienst 2
aan de naaste. Wij ontdek- 2
ken dat daardoor een ma- 2
teloze last van vermoei- ft
den-door-niets-doen wordt q
afgenomen en dat het le-
ven opeens zin voor hen
krijgt. En wij vragen heel j*r
bescheiden niet om dertig- 3*t
duizend gulden, maar al-
leen hierom dat ieder lezer 2
ons in deze weken een 2
kleine bijdrage zendt op- ft
dat we door kunnen wer-
ken om mee daardoor K<
nog ongeacht de geestelij- 2
ke winst onze toekom- 2
stige samenleving het tien- 2
en honderdvoudige van 2
het bedrag in kwestie te 3*t
besparen. De giro van ons 2
blad wacht, samen met 2
Uw
dit 2
W1JKPREDIKANT.
ZONDAGSBLAD 9 DECEMBER 1950
5
BEZOEK AAN HET
Utrechtse duiven-hospitaal
WE bevinden ons in de wachtkamer
van het kleinste ziekenhuis in Ne
derland: een onaanzienlijk houten ge
bouwtje, dat zich achter een hoge muur
nabij de complexen der veterinaire kli
nieken der Utrechtse Universiteit ver
stapt heeft. Vier duivenmelkers, die hun
zieke 'gevederde vrienden in mandjes en
kistjes hebben meegebracht, kijken af en
toe naar de nog gesloten deur van het
miniatuur-laboratorium, waarachter de
heer W. J. H. van Lindert, van beroep
bioloog, de scepter zwaait. Hij is de man
van de diagnose en heeft reeds menige
therapie uitgestippeld. Geloof niet. dat
het gemakkelijk is om „duivendokter"
te zijn, want dit eist een aparte „feeling"
en een nauwkeurige kennis van de
reacties en gedragingen der zieke vogels.
Wanneer men het oor in de wachtka
mer te luisteren legt weet men al spoe
dig, dat ook een duif door tal van kwa
len geplaagd kan worden. De vier ver
tegenwoordigers van het leger van 60.000
perspnén, die jn Nederland hun hart aan
veel beoefende sport. In eerste
is hier een algemeen-weten
schappelijk belang in het spel, daar de
duif als. een zeer belangrijk proefdier
geboekt staat, welks ziekten serieus be
studeerd dienen te worden. Nemen we
eens een voorbeeld: in de veehouderij
speelt de vlekziekte der varkens een
grote rol. De duif is hiervoor het proef
dier bij uitstek en bewijst goede dien
sten bij het testen van de kwaliteit van
het vlekziekte-serum. Voorts bestaan er
duiven-kwalen, die ook voor de men
sen gevaarlijk zijn. zoals para-typhus en
papegaaienznekte. Un verhand hiermede
zij opgemerkt, dat de arts F. Dekking
onlangs aan de Amsterdamse Universi
teit promoveerde op een belangrijk
proefschrift: „Psittacosis en Ornithosis",
d.wz. papegaaienziekte bij mensen en
vogels. Voor deze dissertatie verschafte
het Utrechtse duivenziekenhuis veel
materiaal).
Inmiddels wordt de toeloop der dui
ven-vrienden naar het „ziekenhuis"
steeds groter. De zelfstandige stichting,
ciie gastvrijheid geniet van het Instituut
voor Parasitaire en Infectieziekten der
Rijksuniversiteit te Utrecht, bevindt
zich wat de ruimte aangaat in ieder
opzicht in een „benauwde positie". Ter
wijl men vol hoop het oog gevestigd
houdt op de toekomst, waarin het moge
lijk zal worden, de kliniek te laten uit
breiden, vindt het werk steeds voort
gang. De zieke duiven arriveren zelfs
met de bode, verpakt in dozen met lucht
gaten of in kisten, waarvan de boven
kant uit gaas bestaat.
Tijdens het „spreekuur" wordt dik
wijls onder hoogspanning gewerkt Zo
zagen wij de heer Van Lindert bezig met
zijn proeven met een nieuwe genees
wijze van trichomonsiasis. het z.g.n.
.geel". De duif werd door de bediende
vastgehouden en volgens alle regels der
kunst werd de nieuwe medicijn met een
pipet in de opengedrukte snavel ge
druppeld. Een andere vogel met para-
typhus kreeg de punt van een injectie
spuit in een ontstoken vleugelgewricht:
op deze wijze kon het vocht opgezogen
worden. Voorts zagen we, hoe met be
hulp van een pincet een uitstrijkseltje
gemaakt werd van de keel van een zieke
duif; m.a.w. het keelslijm werd verza
meld om'nader onderzocht te worden.
Zo werkt de vaste staf in het kleine
houten gebouwtje met enthousiasme
voort om een terrein te ontginnen, dat
tot 1949 door de officiële wetenschap
nagenoeg geheel was vergeten. Iedere
Meubels van Paul Kruger
Naar aanleiding van ons artikeltje
„Oom Paul in ballingschap" in het Zon
dagsblad van 2 December, ontvingen wy
een brief van de heer F. Goudriaan,
B 202, Ouderkerk a. d. IJssel. Deze brief
schrijver deelt mede, dat bij hem thuis
vier stoelen, twee armstoeltjes en een
canapé in gebruik zijn, die eens behoor
den tot het meubiliair van Paul Kru
ger, toen deze in ons land verblijf hield.
Genoemde meubels zijn van zeer hard
hout; de stoelen zijn mooi uitgesneden.
Op een publieke veiling werden deze
meubels eens gekocht door de heer Van
Apeldoorn uit Heerde. Bij diens over
lijden werden ze bezit van *yn schoon
dochter en die vermaakte ze weer aan
de moeder van onze briefschrijver. Er
blijken dus nog tastbare herinneringen
te zijn aan het kortstondig verblyf van
President Kruger in Nederland.
de duivensport verpand hebben spreken
over hun „patiënten": de ene duif eet
niet meer, terwijl de andere geheel ver
suft schijnt
Het gehele duivenziekenhuis bestaat
slechts uit drie vertrekken, waarvan we
er twee inmiddels reeds aangeduid heb
ben. Ernaast vindt men de ziekenzaal,
waar tal van patiënten, die op de wacht
lijst staan oef in observatie gehouden
worden, hun beurt afwachten. Hier zijn
nu met recht vogels van diverse plui
mage aanwezig en in de genummerde
beschrijving van het „geval", ziet men
duiven in velerlei variaties. Dit slaat
niet slechts op kleur en vorm, doch ook
op de conditie: sommige dieren schijnen
strijdlustig en kerngezond, terwijl an
deren apathisch voor zich uitstaren of
half slapen. Maar alle kunnen reeds
bij voorbaat rekenen op een uitstekende
medische behandeling, want daar staat
de persoon van de heer Van Lindert
borg Voor. Jarenlang was hij immers
ten verwóèd duivenmelker in Indië en
begon toen reeds op het terrein der
ziektebestrijding met velerlei experi
menten. Hoe heeft hij zich niet steeds
geërgerd aan het euvel der kwakzalverij,
waardoor tal van duiven weg-gecureerd
werden! Jaarlijks gingen duizenden gul
dens haar allerléi onbekwame duiven-
dokters in België', die steeds nieuwe „op
zienbarende vindingen" deden, doch wier
medicamenten in de practijk steeds verre
beneden (Je verwachtingen bleven. Deze
wantoestand was de directe aanleiding,
dat de Nederlandse Postduivenorganisa-
tie op 1 Jan. '49 de Gezondheidsdienst
voor Postduiven in het leven riep, waar
uit blijkt, dat het „ziekenhuis" nog zeer
jong is. Hoewel men er nog niet in ge
slaagd is, de kwakzalverij in haar ge
heel uit te roeien, heeft men toch reeds
bevredigende resultaten kunnen boeken.
Dr. v. d. Akker, veearts te Zeist, die
ook als deskundige aan deze dienst ver
bonden is. treedt op als „duiven-chirurg"
en verricht o.a. secties. Laten we eens
een voorbeeld geven van de hoeveelheid
werk, die hier verzet wordt: in een half
jaar tijds werd de doodsoorzaak van 390
duiven onderzocht, terwijl 74 dieren
„onder het mes" gingen. Het belang
rijkste werd door de dagelijkse dienst
verricht; zo werden b.v in genoemde
tijd in totaal ongeveer 5000 levende dui
ven met allerlei ziekteverschijnselen en
kwalen behandeld. De injectienaald en
ae glazen pipet, waarmede door de sna
vel medicijn ingedruppeld wordt (dit
eist een aparte techniek, waarbij de sna
vel tussen duim en wijsvinger openge
spalkt moet worden) behoren dus tot de
regelmatig gebruikte instrumenten. Ook
de analyste werkt hier dikwijls onder
hoogspanning, want er zijn reeds vele
monsters bloed, faeces enz. bestudeerd.
Prof. dT. J. Jansen, supervisor van de
dienst, vertelde ons, dat deze duivenge-
zondheidsdienst een verstrekkender be
tekenis heeft, dan alleen het beschermen
ZOALS wij reeds eerder be
spraken opent de flitsfoto-
grafie enorm grote mogelijk
heden. vooral voor het onge
merkt vastleggen van waarde
volle momenten bij elke wille
keurige gelegenheid, zowel op
familiefeestjes, verjaardagen.
Kerst, enz. als ook op de
meer officiële gebeurteniseen,
waaraan wij vaak graag een
herinnering willen bewaren.
Bovendien heeft een flitslamp
het voordeel dat deze maar
1/60 sec; brandt, waardoor het
dus mogelijk is ook momenten
te nemen waarop de personen
langzaam in beweging ziin.
Voor ingewijden op flitsge-
bied is het zelfs mogelijk
kunstzinnige foto's te maken,
maar over het algemeen is
deze methode meer geschikt
om momenten uit het volle
leven vast te houden. Daaren
tegen is het bij de gewone
kunstlicht-fotografie mogelijk
meer doordachte opnamen te
maken; wij kunnen hierbij
.rustig experimenteren. De
lamp is n.l. een gewillig hulp
middel ter vervanging van de
zon, dat zich, in tegenstelling
met de zon, gemakkelijk laat
verplaatsen, waardoor wij di
verse verlichtingsmogelijkhe
den krijgen. Bij enige erva
ring op dit gebied, kunt U ook
buiten by volle zon betere re
sultaten boeken.
De Lampen. Bij het fotogra
feren met kunstlicht wordt ge
bruik gemaakt van speciale
fotolampen. Een gewone huis
kamerlamp is hiervoor ni.
minder geschikt, doordat deze
lampen een roodachtig-geel
licht geven, waar de film prac-
tisch niet gevoelig voor is, en
wij dus heel lang zouden moe
ten belichten. De speciale fo
tolampen geven in tegenstel
ling hiermee een meer
seconde, voojal wanneer
wij een snelle film van 33°
SCh. of 23/10 Din. gebruiken,
die speciaal gemaakt zijn voor
kunstlichtfotografie.
De meest voorkomende foto
lampen voor amateur-gebruik
zijn Photolitalampen, 250 en
500 Watt; dit zijn overspan
ningslampen met een brand-
vermogen van 2 uur. Dat lijkt
wel erg kort maar voor foto
graferen is dit ruim voldoen
de, daar men de lamp bij elke
opname maar enkele minuten
vol hoeft te laten branden; de
rest van de tijd, bij het expe
rimenteren, kan men de lam
pen op onderspanning (b.v.
parallel) laten branden, waar
door de levensduur even lang
is als bij de gewone kamer
lampen. Om een zo groot mo
gelijk rendement van deze
lampen te hebben moeten wy
ze in een reflector schroeven,
zodat lichtverlies vermeden
wordt. Nu is het natuurlijk
erg lastig om, als U een op
name wilt maken, camera,
statief, reflectoren en lampen
mee te slepen en zodoende
maakt men deze zelfde Photo-
lita-lampen met een ingebouw
de spiegel, die de reflector
vervangt. Wjj behoeverr dus
alleen maar de lamp in de zak
te steken en schroeven hem
ter plaatse in een bureaulamp
of i.d. Verder zijn er Arga-
photo-lampen 500 Watt, ook
met en zonder ingebouwde
spiegel; deze lampen hebben
100 branduren.
Wat wy fotograferen. Zijn
wij eenmaal in het bezit van.
één of twee fotolampen dan
hebben wij natuurlijk heel
wat mogelijkheden; wij kun
nen foto's in de kamer maken
van personen, interieurs, enz.
Maar het beste kunnen wij
eerst eens enkele stillevens
maken; ieder heeft om zich
heen genoeg voorwerpen die
hiervoor in aanmerking
komen, b.v. een schaal met
fruit, een beeldje, een stel
vazen, enz. Het voordeel van
deze tak van de fotografie is,
dat wij hierbij modellen heb
ben die geduldig zijn; wij
kunnen hiermee uren zoek-
brengen zonder de verzuch
tingen die wij anders vaak
krijgen, van: is het nu nog
niet klaar, e.d.
Een voorbeeld hiervan is bij
staande foto van het laatste
zakje tabak dat Uw schrijver
in de oorlog bezat; om er lan
ger van te genieten maakte
hij deze weemoedige herinne
ring. Dit eenvoudige gegeven
laat zien dat eT op die manier
aardige dingen te maken zijn.
Voor deze rubriek kan ieder
foto's ter beoordeling inzen
den. Ook kan men de heer
Jacobi vragen stellen en in
lichtingen vragen. Voor ver
goeding van porto- en admi
nistratiekosten sluite men 50
cent aan postzegels in. Men
adressere aan de redactie met
aanduiding „Fotorubriek".