1 f;:4 BONT allerlei VEST VAN ONZE TWIN-SET 6 ZONDAGSBLAD 25 NOVEMBER 1950 ■ondentie en oplossingen *.wi de heer II. J. J. Slave koorde, Goudreinetatraat 125, Den Haaf. Zo schaakt Botwinnilc Nauwelijks is da kreet „Zo schaakt Reshevsky" verstomd (we kunnen tegenwoordig in Amsterdam bijna dage lijks constateren, dat deee Amerikaan werkelijk uitzonderlijk goed schaakt) ot een nieuwe slagzin treft ons oor. ..Zo schaakt Botwinnik" wordt ons thans voorgehouden. Het Is de titel van een bij O. B. van Goor Zonen's Urtg. Mij. te 's-Gravenh-ge verschenen boek <376 bladz.; f 7.90 geb.), waarvan de be kende Oostenrijkse theoreticus Hans Mül- ler de auteur a. De titel ia niet bijster origineel. Het in 1938 verschenen boek ..Zo schaken zij", waarin de deelnemers aan het AVRO- tournooi onder de loune werden genomen, heeft, voorzover wij kunnen nagaan, de première van dit soort titels gehad, Sindsdien zijn er nog verscheidene ge volgd. De oorspronkelijke titel van net onderhavige boek, „Botwinnik lehrt Schach", had In de Nederlandse vertaling o.i. een beter lot verdiend. Doch genoeg hiervan. Het ia, voorzover wij Weten, nog niet eerder gebeurd, dat van een schaakspeler, die nog niet 40 jaar oud is, reeds ten minste 4 belangrijke boeken verschenen zijn, welke uitsluitend diens beste partijen bevatten, al dan niet voorzien van biogra fische bijzonderheden. Toch heeft Bot winnik dit klaar gespeeld. Wij bezitten thans naast het genoemde boek Botwinnik DE PAUW Dit huisdier ia waarschijnlijk afkom stig uit Voor- en Achter-Indië of Ceylon, dus uit een gebied, waar heel wat prach- tig-gevederde vogels leven. Uiterlijke veren pracht gaat even wei niet steeds gepaard met schoon „stem geluid". Het geluid, dat de pauw voort brengt, kan men niet bepaald welluidend noemen: het Is een afschuwelijk gekras! Hindoepriesters hadden tot taak wilde pauwen, die dicht bij de tempels kwa men. te voederen. Reeds vroeg werden pauwen geëxporteerd. Salomo b.v. voer de verschillende van deze prachtige vogels in zijn land in. In Europa was waarschijnlijk het eiland Samos de eerste verblijfplaats der pauw. Later kwam hij ook te Athene. De Grieken wijdde deze vogel aan Juno, do beschermgodin der vrouwen. Via Italië werd de pauw verspreid over het overige Europa. Verschillende Romeinen droegen de bijnaam van Pavus of Pavo (pauw). Het is echter niet zo maar te zeggen of hier mede een scheld- of erenaam werd be doeld. De pauw toch is een ijdele. pron kerige vogel. De pauw gold bij de Romeinen als een lekkernij en ais zodanig verscheen hij dan ook op de tafel der aanzienlijken. Nog in de 16e eeuw werd pauwenvlees gegeten. De eieren at men echter niet op. De veren van het dier dienden als orna ment op de hoed en vormden ln China een belangrijk handelsartikel. the invincible (van Reinfeld), Keur van mijn beste partijen (van Botwinnik self), en. Keur van zjjn beste partijen (van Oskam) Wy zullen ons niet begeven in een critiache vergelijking der 4 boeken. Elk heeft zijn eigen speciale verdiensten. Mutler's boek heeft, mede door de voor treffelijke uitvoering, welke de uitgever er aan gaf. het karakter van een standaard werk gekregen. Niet alleen 100 partijen, degelijk en begrijpelijk geanalyseerd, doch ook de nodige biografische bijzon derheden. Bovendien wijdt de auteur ongeveer 20 bladzijden aan een soort in leiding. welke de minder ervaren lezer een beter begrip van Botwinnik's partijen kan bijbrengen. In dit deel vinden we o.a. een hoofdstuk „Hoe moet ik een partij openen?" Onderstaande partij ontlenen wij aan dit boek. Wit: Botwinnik. Zwart: Koblenz. Damegambiet. 1. d2—d4 d7d5, 2. c2—c4 e7—e6, 3 Pgl—f3 Pg8—f6. 4. Pblc3 cl—c6. 5. e2—e3 Pb8—d7. 6. Lfl—03 Lf8—e7. Een andere methode om de Meraner- variant te vermijden zou zijn: 6 dxc4. 7. Lxc4 c5. doch na de voortzet ting e4 cxd4, 9. Pxd4 Lc5 <Pe5 10. Le2 Ld7. 11. Db3!> 10. Le3 Pe5. 11. Le2 Pg6, 12. Db3! zou wit duidelijk in de meerderheid komen. Na de partijzet komt zwart in een onbehaaglijke positie. Kans rijker was dan ook 6dxc4, 7. Lxc4 b5. 7. 0—0 0—0, 8. b2b3! Van duurzamer werking dan 8. e4, waardoor na Sdxe4. 9. Pxe4 c5, 10. Pxc5 Pxe5, 11. dxc5 Lxc5, 12. De2 Dc7! (GuimardNajdorf, Mar del Plata 1944), de verdediger begunstigd zou wor den in zijn streven naar evenwicht. 8b7b6; 9. Lel—b2 Lc8—b7; 10. Ddle2 Zeer opmerkelijk verliep de 7e match partij StahlbergSpielmann 1930: 10. c5; 11. Pe5 cxd4; 12. exd4 dxc4; 13. bxc4 Pxe5; 14. dxe5 Pd7; 15. Tadl Dc7! 16. Lx h7f Kxh7; 17. Dd3f Kg8; 18. D x d7 Dc6! en nu is een stelling be reikt. welke voor wit nauwelijks te winnen is. daar zwart voor zijn pionnen- verlies voldoende compensatie vindt in de lopers en in de zwakke plekken ln de witte damevleugel. Als een voorbeeld hoe de verdediging niet gevoerd moet worden moge de 10e matchpartij Bogoljoebow-Spielmann (Semmering 1932) dienen: 10. De2 c5: 11 Tadl Dc7; 12 Pe5 cxd4: 13. eXd4 Tad8?14 f4 g6; 15. Lbl Tfe8; 16. Td3! Pf8; 17. Tg3 a6; 18. h4! Pd7; 19. h5 en er volgt een beslissende aanval. 10Ta8cB; 11. Tal—cl Le7— d6? Wanneer zwart wil overgaan tot de naar zijn ontdekker Tschtgorin genoemde verdediging dan had deze zet reeds moe ten geschieden als antwoord op 6. Ld3. Het aan de tekstzet verbonden tijds- verlies wordt door wit onmiddellijk be nut Juist was: 11c5. 12. e3e4 d5xc4; 13. b3xc4 e6e5; 14 d4xe5 LdfixeS; 15. Tel—dl Dd8—c7; 16. Pf3—h4 Deze zet. welke stellig niet voor de hand ligt. is kenmerkend voor het fijne - pos it ie ge voel van Botwinnik. 16. De7—h4: 17. De2—c2 Pd7—c5; 18. a2a3! Db4—a5; 19. Ph4—f5 Tc8—d8; 20 f2—f4 Wanneer de aangevallen loper zich bijv. naar c7 terugtrekt beslist 21. e5 bon evens Pe7f en Lyh7. Het volgende antwoord is gedwongen. 20 Pc5vd3; 21. Tdlxd3 Da5—c5t; 22 Kgl—hl AA i It mmt n Ai1 r D m 8 W' na m wm ym 0 w\ mm mm MUZZLE van da waak Zwart staat nu voor een moeilijk® keuze! Op 22Lc7 zou kunnen vol gen: 22. Tg3 Ph5; 24. Tg5 g6; 25. Pa4 Da5; 26. Pe7 mat. Geschiedt echter 22. Txd3 23. Dxd3 Lxc3; 24 Lxc3 D x a3 dan gaat na 25. Dg3 Ph5; 26. Ph6f JKh8; 27. Lxg7t Pxg7; 28. Dxa3 de dame verloren. Deze fraaie variant toont duidelijk het zwakke punt in de zwarte stelling: g7! Daar de strijd in strategisch opzicht feitelijk reeds als verloren te beschou wen is. probeert zwart zich door tacti sche kunstgrepen nog te redden. 22Dc5xc4; 23. f4xe5 Td8xd3; 24. e5xf6! Dus tóch! Probeert zwart nu zijn plan te volbrengen dan gaat de dame door aftrekschaak verloren: 24Txc3; 23. Pe7f Kh8; 26. fxg7f KXs7; 27. LXc3t f6; 28. Lxf6t benevens 29. DXc4. 24Td3—d7; 25. Dc2—cl! Tf8—d8; 26. Tflgl en zwart gaf het op, daar de op g7 dreigende Ineenstorting niet meer afgewend kan worden. Bovenstaande analyse geeft een goed beeld van de wijze waarop Müller 100 partijen van Botwinnik behandelt. Wij konden zijn aantekeningen met het oog op de beschikbare ruimte niet volledig overnemen. Wie aanschaffing van een goed schaak boek overweegt neme Muller's boek. Hij zal er geen spijt van hebben Prima voor St. Nicolaas-geschenk. Ter oplossing Na de wel zeer gemakkelijke eind spelstudies, welke we in de vorige ru briek plaatsten, ditmaal een iets moei lijkere opgave. Toch blijft zij zeker binnen het bereik van velen onzer lezers. De oplossingen uit de vorige rubriek stellen we nog even uit. Van: G. GROESSER. zm go gg|j P*vM BIlm'... I £g m ti i A -Hi I gg| Jg| W gg Wk Bi:M"M ""Hf Horizontaall speelgoed, 4 vertrokken, 7 afk. Rijksmunt, 8 verlaagde toon, 10 lidwoord, 11 gekroesd weefsel, 13 met spoed, gezwind, 15 plaats ln Duitsland, 17 verlaagde toon, 18 dichtbij. 19 ruw weer, 21 kledingstuk, 22 waterbewoner, 24 stukje hout, 26 afk. per post, 28 die renroep, 29 gehoorzaal, 31 pit, 33 vlinder, 35 getijde. 37 inhoudsmaat, 38 Fr. lick- woord, 39 streep, 40 meer dan genoeg. Verticaal: 1 rechtsgeding. 2 voorzetsel, 3 scheiding der continenten, 6 afk. en dergelijke. 6 gebabbel. 8 bluf. 9 spaarpot, 11 mun taf korting, 12 afk. eerstkomende. 14 bestaat. 16 voegwoord. 19 sluis, 20 tekort, 23 strijkmes voor zalf. 25 fijn gebak, 27 Chinese lengtemaat, 28 afk. ingenieur, 30 afk. maanstand, 32 stofmaat, 34 schrede, 36 insect, 38 bergplaats. Oplossing vorige puzzle Wit begint en wint. 17 stoffer, 22 demi, 23 baai 25 pompoen, 29 11 30 uit, 31 e.v., 33 op, 34 let, 35 va, 36 geld, 38 edel, 40 toe, 41 roL tempo 19 etage, 20 ode, 21 sik, 24 9pie, 25 pipet, 26 muide, 27 otter, 28 nevel, 29 log. 32 val. 37 L.O, 39 do. Laat uw BRIEFKAART met uw oploo- sing uiterlijk Donderdagmorgen a.s. op ons bureau zijn en schrijf ln de linker bovenhoek van de adreszijde: Puzzle- oplossing. De drie beschikbare prijzen zijo: 1. f 5.—; 8. f 2.50 en 3 f 2.50. ZW»' KOowex VAV eeNHCz*- >N 94Me<5 «er Joor GOO^AMPMUI^ 6*1 *<AR£4. IowkS Cfet wedstrgd puiten is r/iA&nt roor 'rnnxjnd zonder t&ste hand htont hforurt hk/kt toch wzJ wzergoad. hoevooJ zon rmm x*ns s/tkkqn moet: Onderwijzers nog steeds ntef tevreden over hun so tori's Hoe OOOrn? zouden deze heren minister \utten3 negen keren en hem voorzien teer in hun leven op dit punteert lesje geven' bopper v&n Een kryqt een proces (onrechtmatig uit oefening geneeskunde) De mpn, d>e h&. xr uiüWhoedt en 't near op schedels groeiendoat, heeft nJst (wgt bder&zn geboft) nu SfyCZf/i horen op 2jn hoofd.' Er zijn meer, grote ösnk bed renden, d/'e meer ontvingen obn verdienden 2n nda/dt 'a/it wis uitgepluisd n£Qr. kh/her bpnkjes 2i/n verhu'td h/j'mjken nu over Rtrus I ons zaif <9/ vmemde on gen wüs Ozn klomp een muts een borttlfxhort >vIe weet of dit abpr mode wordt Saksischporcelain moet eenvoudiger worden voor Oost Duits/and. Geen wor,der, dot men onverwijld Ch mdnn&jr we (har no ft en Zejiï en tvierts VOOTJichtig had men memC c/evader van deporceJainkost nazmt. Er worden veaJ vdksw agens noor fJea/erfend gesmokkeld ><Oti nkzmend cfan axj juto.i bzrrw. die. wreileg&rde grvnspzsnemn ZONDAGSBLAD 25 NOVEMBER 1950 9 VOOR VROUW f 't Blad met het handje LEEST u wel eens? Uw dag- oi weekblad bijvoorbeeld? „Allicht!" zult o antwoorden, „anders las ik uw stukje nu niet...." Ik mag dankbaar zijn. als u ook deze rubriek trouw oi nu en dan volgt. Maar wdt leest u verder van al hetgeen de re dacteuren (en redactrices) van deze krant l voorzetten? Het zou wel eens aardig zijn. dóór een onderzoek naar in te stellen. Vooral naar wat ons, vrouwen, interesseert „Interesseert?" hoor ik verschillende moeders van drukke gezinnen uitroepen. „Mij interesseert wel een heleboel, maar ik heb geen tijd. om de krant te lezen. Laat staan een weekblad. Ik ben al blij, als ik het kerknieuws, de plaatselijke be richtjes en de advertenties kan inkijken. En aan de tijdschriften oi weekbladen, waar mijn man op geabonneerd is. kom ik helemaal niet toel Eerlijk gezegd, bij ook niet. Die verdwijnen tenslotte meestal met het bandje er nog om. in de prulle- Van nabij weet ik, dat dit laatste*maar al te vaak voorkomt. Er verschijnen zo veel bladen en men kan dit alles niet Weer anderen sullen zeggen: „Wij heb ben geen geld voor week- oi maandbla den. Ik ben al blij. als ik in mijn drukke gezin een ogenblikje tijd vind. om de Maar, sou ik dan willen vragen, leest u, die zo spreekt, dan alleen de „sensatie- rubrieken". Oi slechts de advertenties? Pro beert u nimmer, ook het hooidartikel te lezen? En denkt u niet te gauw, dat die buitenlandse oi binnenlandse politiek voor de mannen is. en ons. eenvoudige vrouwen, boven onze hoed gaat? Willen we maar niet al te vaak met bovenge noemde argumenten (van: geen tijd) een soort geestelijke luiheid en een gebrek aan interesse camoufleren en goed-praten? Werkelijk, hoe geregelder wij ook dózo rubrieken in ons blad volgen, des te meer Zullen zij ons gaan aanspreken en be ginnen we ze te begrijpen en er zeil ple zier in te krijgen, hoe ze ons ontwikkelen en stimuleren. Ik zou u alleen willen toe roepen: „Probeert toch uw werkzaamheden zó te regelen, dat er tijd overschiet, al is het *s avonds even in bed. om te Jezen". In deze chaotische wereld, die naar haar Cinde. raast, hebben juist wij, vrouwen, do roeping actief deel te nemen aan do strijd der geesten. Willen wij de stromingen van nü goed leren verstaan, dan moeten wij Red mij van mijzelven De grote Goethe schreef eens, toen hij voor zijn eigen omstandigheden sidderde, aan een goede vriendin, die zijn volle vertrouwen bezat: „red mij van mgzelven!" Laat allen die, zij het ook met klei ner talenten en geringer betekenis op een keerpunt huns levens zijn aange land, waar zij hun holheid en zwak heid gevoelen, die angstkreet her halen: „red mij van mijzelven!" Maar gaan wij met die bede tot geen mensenkind, hoè bereidwillig en hoè verlangend ook in onze smarten te delen daar is er slechts Eén die ons waarlijk van onszelven kan red- den, dat is Jezus Christus de Imma- nuël. Dr. J. H. GUNNING J.Hzn. daarvan kennis nomen, olko dag weer. Wij mógen ons-seli niet inspinnen in het krin getje van eigen gezin hoewel dóór on ze voornaamste taak ligt maar wij hebben allen, jong en oud. getrouwd en ongetrouwd, werkend of nog studerend, in de stad of op het platteland, een roe ping. ook naar buiten. Waar in een gezin de man en grote kinderen hun vrouw en moeder alléén maar kunnen zien. als de gene die voor het eten en de huishouding zorgt omdat zij met hóór eigenlijk ner gens anders over kunnen praten, omdat ■ij niet op de hoogte is van wat er in de wereld, in de Kerk. in de jeugdorganisa ties enz. bezig is. zich te ontwikkelen, dóór heeft de vrouw zichzelf tot sloof ge degradeerd. Wat kan het fijn zijn. om soms op on gedachte ogenblikken even rustig met elkaar te praten over urgento vraagstuk ken. die de gedachtenwereld van ons al len beroeren. Heus. uw omgeving zal u te sterker liefhebben en te meer waarde ren. als u niet steeds voortholt, maar nu en dan even gaat zitten, om een jeugd blad of vaders week-blad door te nemen. U zult er vast wel iets van uw gading in vinden I „Móór. m'n boeken dan? Daar houd ik heus geen tijd meer voor over!" zult u nu wellicht uitroepen. 'n Volgend maal spreken we samen over dat soort lectuur. Nü pleitte ik even voor „*t blad met het bandje er nog omheen" én voor vele. dikwijls „uit gewoonte" over geslagen artikelen in onze krant, waar wo toch heel wat van souden kunnen opste ken. als we maar wilden. We hebben soms 'n zetje nodig, om ergens overheen te kunnen komen, nietwaar? MARGARITHA. tn da cK knipt We maken een matrozenjurk, waar onze meisjes trots op zulLen zijn. Hier mede wordt voldaan aan een verzoek van verschillende zijden. De rok heeft een brede platte plooi aan de voorzijde en is verder rondom geplooid. Het jurkje wordt met tres gegarneerd. De gangbare kleur is donkerblauw, maar zachtgrijs of een zachte tint rood kan ook heel mooi zijn. Willen we het patroon voor de zomer bewaren, dan kunnen we aan wit denken. Patroon no. 77 is tot 2 Dec. verkrijg baar aan onze bureaux tegen betaling van f 0.35; na ontvangst van 0.50 wordt het toegezonden. Benodigde atof: 1 m 25 van 130 cm breed voor 5 jaar. Het patroon is voorradig voor 3. 5 en 7 jaar; voor 9 jaar kan het besteld worden. Vóór 2 December bestellen, s.v.p. En de pennen tikkenhet vest van onze twin-set. We hebben 200 gram dunne lcantwol nodig en een stel naalden no. 2. Er komen ln tricot 35 steken op 10 om in de breedte en 10 naalden op 2 cm hoogte. Het vost ls in tricot gebreid met Het dragen van bont wordt steeds meer populair. Ook de goedkopere bontsoorten worden met zorg verwerkt en een bont mantel behoort werkelijk niet meer tot de absoluut onbereikbare zaken voor vejen. Het is alleen maar de kunst om voor ztjn goede geld. dat te kopen, waar men inderdaad het meeste aan heeft. Dan kan men kijken naar warmte en naar do levensduur. Eigenlijk is alle bont warm. Tenslotte wordt warmte niet alleen be paald door de dikte, maar vooral door de winddichtheid. Zo'n dierenvelletje ls. al dan niet dik behaard, een prima beschut ting. Met de levensduur is het eehter.an- ders. Daar bestaat een enorm verschil ln. Een van de mooiste bontsoorten, het petit- gris. afkomstig van een zachtgrijze eek hoorn uit Siberië, is helaas ook het teerste. De kleine velletjes zijn vrij duur en worden hoofdzakelijk voor garnering gebruikt. Een zwart fluwelen mantel pakje met een smal petit-kraagje is uiterst chic. Misschien mag tot het sterkste bont gerekend worden het bever- vel. Het is een kortharig bont. zeer kost baar, maar prachtig te verwerken, zowel voor gehele mantels als voor kragen, manchetten en zakken. Zelfs een smal randje beverbont als Japongarnering geeft onmiddellijk een gedistingeerd effect. Even tfterk, even dankbaar te verwerken is het astrakan en het persianer. Men moet echter weten wat men koopt, want menigeen is diep teleurgesteld geweest bij de ontdekking geen pcrsianervel ge kocht te hebben, doch do kunstig aan Het konijn levert massa's bontmantels in alle tinten en haarlengten. Op het ogen blik ziet men veel mantels van donker bruin geverfd konijn, voor een redelijke prijs. Het ls wel niet bar sterk, maar een Jaar of drie, vier. is men «r netjes mee en dan heeft men nog een aardige lap om er een kort jasje of een garnering van te maken. handige vrouw toch ook wel maken. Een goed patroon ls nodig. Het wordt op de achterkant van het vel afgetekend en dan komt het mej erbij te pas. Bont mag den (let wel: de achterkant). Het naaien van bont geschiedt eenvoudig door de vellen (Weer: op de achterkant) over hands aan elkaar tc zetten. Dat hierbij op de vleug van het haar en bij gevlekt of gestreept bont op de tekening gelet moet worden, begrijpt Iedere naaister. Wan neer wo bontrandjes opzetten, behoeft er geen zoompje gemaakt te worden. Mouwen en onderkant werken we af door het bont ongeveer twee centimeter om te sl«an. Doch nogmaals: bontwerken ls een vak met vele kneepjes, en al tc veel experi menteren zouden wc toch niemand wil len aanraden. Daar ls het materiaal te kostbaar voor! Aan hai werk voor Sl. Nicolaas ek. Speculaas en speculaas poppen 200 g (ruim 2 kopjes) zelfrijzend bak meel of bloem met 5 g (3V4 theelepel) bakpoeder, 75 g (bijna 1/3 pakje) boter of margarine, 100 g (bijna 1 kopje) bruine basterdsuiker, 15 g (2 eetlepels) speculaaskruiden of kaneel, 1 eetlepel melk, plm. 100 g amandelen of pinda's. De bloem, de basterdsuiker, het zout en de kruiden door een zeef schudden en door elkaar roeren. De boter of de margarine er met 2 messen doorheen snijden. De lepel melk toevoegen. De be standdelen met de hand dooreenknedeo totdat een gelijkmatig deeg ontstaan ls. Het deeg even laten rusten en daarna uitrollen op een met bloem bestoven aanrecht of tafel. De amandelen even broeien in heet water, van de velletjes ontdoen en ze snipperen. Deze snippers of pindasnippers over het deeg strooien en er met de deegrol luchtig ln drukken. Uit het deeg met de hand een speculaaspop vormen of er koekjes uit steken of snijden. Indien men een spe culaasplank bezit, deze dun met aard appelmeel bestrooien en het deeg in de vorm drukken. Wat overblijft, afsnijden; vervolgens de koekjes uit dc plank kloppen en op een vetgemaakt bakblik leggen.^De speculaasjes of speculaaspop- Heeft men geen amandelen of pinda's, dan kunnen deze vervangen worden door 2 eetlepels grove havermout, welk® men besprenkelt met wat amandeles sence en over het deeg strooit vóór het le naald: overhaling (dit Is 1 st afli„ 1 st. br. de afigeh. over de gobr. heetv halen), oimsl., 2 samenbr., 5 r., omsL 1 r, omsl.. 5 r., overhaling, omsl. 2 samenbr, 2e naald, en verder alle even naalden 3e naald: overh.. omsl., 2 samenbr.. 4 r, omslag, 3 r., omsl., 4 r., overh., omsl. 2 saxnenbreien. 5e naald: overh., omsl.. 2 sairteribr., 3 r., omsl., 1 r., 2 samenbr., omsl., 2 r., omsl, 3 r., overh., omsl., 2 samenbreien. 7e naald: overh., omsl., 2 samenbr., 2 r., omsl., 1 r„ omsl., 2 samenbr., 1 r, overh., omsl., 1 r., omsl., 2 r„ ovethaling, omslag, 2 samenbreien. 9e naald: overh., omsl., 2 samenbr., 1 r, omslag. 3 r„ omsl., dubbele mindering (dit is 1 st afh., 2 st. samenbr., de afge haalde over de saamgebreide heenhalen.), omsl., 3 r„ omsl., 1 r., overbading, omsl, 2 samenbreien. 10e naald: dus averecht. Deze 10 nld. voor het ajourstreepje steeds herhalen. Rugpand: Opzetten 130 st. op nld. no. 2. Eerst breit men een boord van 12 cm 1 st. verdr. r„ 1 st. aver. Dan in één naald, welke recht gebreid wordit, meerderen tot 140 st., door uit elke steek 12e st. 2 st. te breien. Teruggaande naald averecht Men breit nu verder in tricot (d.i. één n. r„ één naald aver., de rechte naald is de goede kant van het werk). Elke IV* cm. wordt aan 't begin en einde der naald 1 st. gemeerderd, 11 x in 't geheeL Men heeft nu 162 st. Breien tot het werk een 32 cm lang is. Op rechte kant 8 st. afk., nld uitbr. op aver, kant 8 st. afk., nld. uitbr. Daarna aan beide kanten nog 1 x 3. 2 x 2 en 4 x 1 st. afkanU-n (124 st.). Breien tot 't arm gat in recti be lijn gemeten 18 cm is. dan kant men voor de schouders aan 't begin der eerstvolgen de 8 naalden 10 st. af, dius voor elke sohouder 40 st. Daarna de overige 44 st. ineens afkanten voor bals. Linker voorpand: O pret ten 78 st. nld. 2. Boord breien (12 cm.) 1 st. verdr. r.. 1 st aver. Dan in de volgende naald meer deren als volgt: 8 st. r.; uit de volgende steek 2 st br., 2 st. r. van af nog 11 x herhalen, naald r. uitbr. tot op 33 stdan breit men 19 st. in ajourpatroon en 14 st voor bies aan voorkant breit men 1 st verdr. r.. 1 st. averecht. Men heeft nu 90 st. Volgende naald 14 st. 1 st. verdr. r., 1 at. aver., naald verder averecht uibbreien. Nu dus in tricot breien, behalve atrn voorkant 19 at aJour en 14 st der bies "V. 1 verdr. r„ I st. aver., dooh Iedere 2 cm meerdert men aan z ij k a n t 1 st. 8 x in 't geheel, doch tevens als het werk een gehele lengte heeft van 21 cm breit nien aan voorkant vóór de 19 st. der ajour- streep, 2 sL samen, deze mindering her haalt men nog 3 x na 2 cm en 15 x no 114 cm., als het werk 32 cm. lang is, volgt het armgat. Van de z ij ka n t af 8 st. af- kanten. naald uitbr., naald terugbreien. Daarna voor 't armgat om de naald nog 1 x 4. 2 x 3. 2 x 2 en 3 x 1 st. afkanten. Breien tot 't armgat in rechte lijn ge meten 1814 cm. is, dan kant men do schouder af in 4 x 10 st., aan de arm- gatkant te be«inen. Op de 14 st. der biet» breit men nog 6 cm. door, dan deze st op een draadje rijgen. Rechter voorpand: Men breit het spie gelbeeld, doch met 3 knoopgaatjes, het le als het werk 1 cm is, de volgende op een afstand van 5 cm. Deze breit men als volgt: Van voorkant af 4 st. br., 4 sL Mouwen: 70 st. opzebten nild. 2. 7 enk breien 1 st. verdr. r., 1 st. aver. Dan ui één n.iaild meerderen tot 82 st. door plaik uit elke 5e steek 2 st. te breien. Nu in trioot breien. Als het werk 8 cm is, meer dert men aan het begin en einde der naald 1 steek Deze meerdering herhaalt men nog 17 x na 2 cm. tl 18 sL>. Breien tot het werk 45 cm. lang ia. Aan het begin der eerstvolgende 4 n. 3 st. afk. Aan het begin en einde der nld. 2 st. samenbr., 2 nld. overbr. Deze 3 nld. herhalen tot er nog 94 st. over zijn. Dan aan het begin van iedere nld. 2 st. samen br. tot er 50 st. over zijn. -Daarna aan het bogin en einde van iedere naald 2 st. samenbr. tot er 22 at. over zijn. Deo® st. ineeiw afkanten. Afwerking: Zijnaden en schouder® dichtnaaien, mouwen dichtnaaien en d® mouw glad innetten. Daarna de stukjes van 14 at. der bie® aan eJ-kaar mazen en aan achterkant haW bevestigen. Nu het geheel aan voorkant en hat® omhaken met een loer halve vasten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1950 | | pagina 11