2
ZONDAGSBLAD 21 OCTOBER 1950
VOOR öe VROUW
Ouders, die niet kunnen loslaten
IN theorie weten wij het allemaal i zo
goed. dat wij ome kinderen niet voor
ontzeil opvoeden, maar voor het volle
mensenleven, waarin zij naar ieder
Christen-onder hoopt eens als trouwe
getuigen van jexus Christus zullen staan,
ja. we kunnen het ze mooi zeggen en
heamen. maar aan de practijk ontbreekt
nog wel eens het één en ander. Wij had
den het de vorige week over de onge
trouwde vrouw. In verband daarmee wil
len wij het nu eens met elkaar hebben
over de jongste dochter in vele gezinnen.
Somt een. nakomertje en het zonnetje
van vader en moeder's oude dag. Zij heeft
haar zusters als knappe bruiden het ouder
lijk huis zien verlaten, haar broers als
fiere bruidcgommen. zij is enkele malen
bruidsmeisje geweest en van haar wordt
min of meer als vanzelfsprekend ver
wacht dat rij bij de .Ouwetjes" thuis zal
blijven. Wat zouden vader w moeder
zónder haar moeten beginnen? En ten
slotte: er bestaat toch óók nog zoiets als
kinderliefde I
Voor de getrouwden met hun snel
groeiende gezinnen is het maar wót ge
makkelijk. to'n ongetrouwde zus thuis, die
eens wat voor se breien kan en die eens
in geval van nood bij kan springen, als
Moeder, de vrouw ziek isl En zij kunnen
*s zomers nog eens heerlijk bij vader en
moeder komen logeren. „Tante" zorgt wel
voor de boel
Maar hebben vader en moeder, hebben
die getrouwden in hun egoïsme zich wel
eens verdiept in de vraag of Jus" geen
óndere aspiraties heeft? Is zij óók geen
mens. die zich graag een eigen weg wil
banen door het leven? Nu zij ouder wordt
en de kans op een huwelijk afneemt snakt
zij er nu niet naar. een taak in het leven
te hebben, die haar ten volle bevredigt?
Zéker, zij kan het bij haar ouders thuis
heel' gezellig hebben en haar is cd zó
dikwijls gezegd, dat vader en moeder
haar niet zouden kunnen missen, maar
als nu eens trouwde?
Dón zouden vader en moeder het óók
zonder haar moeten en ook kónnen stel
len I Er kunnen omstandigheden zijn. waar
in boven beschreven situatie de enige en
beste oplossing is. Waar de dochter b.v.
enigszins hulpbehoevend is, of in een ge
val. waar de dochter coupeuse is en op
deze wijze door thuis voor anderen te
naaien, haar levenstaak mooi kan com
bineren met de zorg voor vader en moe
der. Zo zullen er nog wel méér uitzon
deringsgevallen bestaan. Laten zólke
meisjes, toot wie werkelijk geen andere
weg geopend wordt in 't leven en die
zelf niet anders zouden willen, zich dan
ook niet bezorgd maken over de vraag:
wat moet ik beginnen, als vader en moe
der er eens niet meer zijn?, maar de toe
komst gelovig in *s Vaders handen leg
gen. Die haar ook dós niet zal begeven,
noch verlaten.
Maardie óndere gevallenl Daar
waar de dochter opgeofferd wordt aan
de zelfzucht der ouders en die van broers
en zussenl Ouders, vraagt u toch ernstig
ai of u aan zo'n kind ja. want zo'n
meisje wordt, ook al is se veertig jaar
altijd nog als kind behandeld! geen
misdaad begaat! Weet n wel zéker, dat
zij niet bunkert naar een vrij en onafhan
kelijk bestaan? U kunt het haar zo goed
bedoeld verzekeren: ..Kind. je hebt hel
nergens beter als thuis", maar daar
góót het toch niet om? Om het goed en
knus en gezellig te hebben? En straks, als
u er niet meer bent, haar hand te moeten
ophouden voor broers en zusters? Geeft
haar toch de kans zich te bekwamen voor
één of ander nuttig beroep, vaar haar
aspiraties naar uitgaan, zodat se straks
als een vrij en onafhankelijk mens haar
plaats in de maatschappij inneemt.
Er is nog een categorie ouders, die niet
loslaten kunnen. Dikwijls zijn het wedu
wen of vrouwen, die in haar huwelijk
teleurgesleld werden, die zich zó over
dreven hechten aan haar volwassen zoon.
dat zij hem niet kunnen afstaan aan de
vrouw, die hij liefheeft. Ook in dit geval
wordt hel levensgeluk der kinderen opge
offerd aan puur egoïsme der moeders. Mij
is een geval bekend van een moeder, die
prompt een hart-aanval kreeg, als haar
zoon nog maar een tikkeltje verliefd was.
Die zoon is dan ook nooit getrouwd. Naar
mijn bescheiden mening zou een emmer
water wellicht bétere uitwerking gehad
hebben, dan de tabletjes, die de destijds
al oude dokter aan die moeder gafl Om
haar hart Ie genezen. jawèll Maar het
hart van die jongeman mocht vermoord
O. domme, dómme moeders, die zó een
bron van ellende worden voor haar zoons,
die se ménen lief te hebben (I) en voor
haar schoondochters, die geen góéd kun
nen doen en aan wie ólles mankeert in
schoonmama's ogen!
Wij moeten ons als ouders goed reali
seren. dat wij achteruit moeten treden, als
onze kinderen volwassen worden. Telkens
een stapje verder achteruit. Dit kan voor
velen moeilijk zijn. Het kost ook zelfver
loochening. Maar tóch zullen we zó alleen
de liefde van onze kinderen behouden en
zal Oma een altijd welkome gast in de
huizen van haar getrouwde kinderen zijn.
Het gaat heus precies andersom dan de
egoïstische ouders menen.
Het leven van hen. die krampachtig
hun kinderen vast willen houden, zal
steeds armer aan lielde en innerlijk ge
luk worden, maar dat van hen. die los
laten kunnen en willen en die alleen nog
maar met hun gebeden bun kinderen da
gelijks omringen, zal tot in hoge ouderdom
nog ..fris en groen" zijn.
MABGABITHA.
Jacques Griffe loonde in zijn nieuwe
wintercollectie dit heerlijke warme
pak. De driekwart mantel heeft een
enorme kraag van zwart seal, die op
verschillende manieten gedragen kan
worden.
Meubels en mensen
Paul Bromberg heeft bij Querido te
Amsterdam een boekje uitgegeven
„Meubels en Mensen". Het zou on
vriendelijk klinken, wanneer we
vroegen of Bromberg opzettelijk die
meubels voorop heeft gezet. Hij ge
tuigt er immers in zjjn boekje van,
dat de meubels er wel degelijk voor
de mensen zijn. Alleen zijn er dan
nog twee categorieën: mensen, die hun
meqbels hebben om er naar te kyken
en mensen die meubels hebben om
in te leven. Bromberg wil begrip
voor beide tonen. Hij heeft ook be
grip voor de kleinbehuisden en zeker
voor de huisvrouw, want een hoofd
stuk wijdt hij aan de practische in
richting van de keuken.
Hij vertelt fantastische dingen over
een zolderkamer, die tot een paleis
ruimte werd en een oude boerderij,
die romantiek, geluk en liefde ver
borgen hield.
Maar dan komen er heel nuchtere
plattegronden en tekeningen en be
grijpt men, dat dit genoeglijke boekje
is geschreven door een vakman, een
kenner van meubels en mensen.
Ba de pemuem tikken
Vestje voor een meisje van 7 jaar
borduurd. We hebben 300 gram rode
wol nodig en een restje wit en blauw.
De boord wordt gebreid op pennen 3%,
bet patroon op pennen 3.
Het patroon is:
le Naald: r.; 2e n. 2 st. r., 2 st. aver.;
3e n.: r. op r. en aver, op aver.; 4e n.:
als 2de naald; 5e n.: r.; 6e n. 2 st. aver.,
2 st. r.; 7e naald: r. op r. en aver, op
aver.; 8e naald: als 6e n.
Het patroontje is dus versprongen.
Deze 8 nld. worden voor het patroon
steeds herhaald. De rechte naald is de
goede kant van het werk.
Rugpand: opzetten 106 st. op nld. 3.
In patroon breien, doch iedere 3 cm.
aan t begin en einde der nld. 1 st.
minderen 4 X in t geheel <98 st.),
zorgen dat het patroon na 't minderen
goed doorloopt.
VOO O. MOuWtS
VOOI\ BOOR.D)t EN 2HM.1
Rozenbottels
De roos is werkelijk wel een der
royaalste planten. We hebben er de
prachtige bloemen, de heerlijke geur
ende vruchten van. Die vruchten
zijn niet alleen fraai, ze zijn ook smake
lijk en gezond. De rauwe bottels hebben
een hoog vitamine C gehalte. Zes gram
rozebottels bevatten evenveel vitaminen
C als 100 gram citrusvruchten.
De rozenbottels zijn desondanks geen
algemeen gebruikt voedingsmiddel. In
dc banketbakkerij worden de geconfgte
vruchtjes gebruikt voor garnering- van
gebak en in overgrootmoeders provisie
kast stonden dikwijls potjes rozenbottel-
|am. Hoewel onze overgrootmoeders heus
nog niets van vitamines wisten. Dus
moet het wel geweest zijn om de smaak.
Voor wie het eens proberen wil geven
we een recept van rozenbotteljam. De
gewassen rozenbottels moeten met een
bodempje water tot moes gekookt wor
den. Het moes daarna door een zeef ge
wreven en gewogen. Op 1 kg vruchten
moes wordt 1 dl. bessensap en 1 kg sui
ker toegevoegd. Dit mengsel inkoken tot
het de gewenste dikte heeft, dan in de
goed schoongemaakte potjes doen en af
sluiten met natgemaakt perkament of
cellephaan.
De jam bewaren op een koele, droge
plaats.
Als men in 't geheel 13 cm. gebreid
heeft, breit men gedurende 3 cm. op
nld. 2*4 1 sL verdr. r„ 1 st aver., daar
na weer op nld. 3 verder breien in
patroon, doch iedere 2 cm. aan 't begin
en einde der naald 1 st. meerderen 5 X
in 't geheel (108 st). Zorgen, dat bet
patroon na 1 meerderen goed doorloopt
Breien tot t werk een lengte heeft
Aan 't begin der eerstvolgende 2 nld.
5 st afkanten. daarna aan beide kanten
nog 1 X 3 en 2 X 2 st. afkanten (84 st).
Breien tot 't armgat in rechte lijn ge
meten 14 cm. is, dan kant men voor
de schouders aan 't begin der eerst
volgende 2 nld. 10 st. af, daarna aan
't begin der volgende 4 nld. 9 st. af-
L. Voorpand: Opzetten 60 st. op nld. 3.
In patroon breien, doch aan voorkant
breit men 8 st. steeds recht. Dit zijn
de 8 laatste steken op rechte kant en
de 8 eerste steken op averechte kant.
Aan zijkant wordt geminderd als bij dc
rug en ook na 13 cm. gedurende 3 cm.
1 st. verdr. recht 1 st. aver., op nld.
2*4 met aan voorkant de 8 st. ribbels
als omschreven, daarna weer op nld. 3
en aan zijkant elke 2*4 cm. 1 st. meer
deren 4 X <60 st.). Na 30 cm. 5 st.
afkanten, nld. uitbreien. naald tefc-ug-
breien. Daarna voor armgat om de
nld. nog 1 x 3. 2x 2 en 2 x 1 st.
af kan ten.
Na deze afkanlingen breien tot 't
werk een gehele lengte heeft van 40%
cm. «b*j ons model 95 ribbels aan voor
kant). Dan kant men voor hals bij de
voorkant 8 st. af. naald uitbreien. naald
terugbreien.
Daarna voor de hals om de naald
nog 1 X 3. 2 X 2 en 3 X 1 st. afkanten.
Breien tot 't armgat in rechte lyn
gemeten 14% cm. is. dan kant men de
schouder af in 1 X 10 en 2 x 9 st. aan
armgatkant te beginnen.
Rechter voorpand: Breit men het
spiegelbeeld, doch hierin komen aan
voorkant in de bies van 8 st. 7 knoop-
gaten; het le als men nü de opzet 6
naalden gebreid heeft, de volgende op
een afstand van 6% cm. <bij ons model
28 nld.), dus altijd na t opzetten der
steken van 't knoopgat weer 28 nld.
breien. Deze breit men in als volgt:
Vanaf voorkant 3 st. breien, 3 st.
afkanten. nld uitbreien Deze 3 st. zet
in de volgende nld. weer opnieuw
Mouw: Opzetten 51 st. Eerst breit men
10 nld. tricot voor zoompje, dan 20 st.
patx. 11 st. tricot, 20 st. patr. (tricot
is op de goede kant recht, verkeerde
kant averecht).
Als men echter in 't geheel 9 cm.
gebreid heeft, meerdert men aan 't begin
en einde der nld. 1 st., deze meerdering
elke 2 6m. herhalen, 14 X in t geheel
(79 st.).
Breien tot tie mouw 40 cm. (met de
naalden van het zoompje meegerekend)
lang is, dan volgt de kop: Aan 't begin
der eerstvolgende 2 nld. 3 st. afkanten.
Volgende naald aan t begin en einde
der nld. 2 st. samenbreien.
2 Naalden overbreien.
Deze laatste 3 naalden herhalen tot
er nog 65 st. over zijn.
Dan aan 't begin van iedere naald 2
st. samenbreien tot er nog 47 st. over
zijn. Verder aan 't begin en einde van
iedere naald 2 st. samenbreien tot er
nog 13 st. over zijn. Op deze 13 st. breit
men nog 9 cm. verder in tricot. Dan
afkanten.
Dit vormt het schouderstukje.
Zak: Opzetten 34 steken. In patroon
breien 8 cm. hoog, dan 13 naalden tricot,
eindigen met de rechte naald, dan op
aver, kant een naald recht, zodat dit
op goede kant een ribbel vormt. Nog
13 naalden tricot beginnen met een
rechte naald, dan afkanten.
nemen te beginnen
8 st. der ribbclbies en eindigen in de
helft der 8 st. ribbelbies aan voorkant.
Hierop breit men 12 naalden tricot,
te beginnen op aver, kant, met de
averechte naald; dan na deze 12 naalden
op verkeerde kant één naald recht, zodat
een ribbel ontstaat, dan nog 12 naalden
tricot, afkantcn.
Als alle delen gebreid zijn, gaat men
het le tricot-gedeelte boven patroon
van zakken met maassteken bewerken
volgera tekening.
Dit ook op de tricot-strepen van mou
wen en het halsboordje, ook weer het
le tricot gedeelte.
De stukjes tricot na de ribbel op
zakken en halsboordje terugslaan en
vastnaaien. Ook de onderkant mouwen.
Daarna de delen zeer voorzichtig onder
een vochtige doek oonersen en verder
in elkaar zetten.
ZONDAGSBLAD 21 OCTOBER 1950
7
onze jeuqó-p&qin& f
Met Hans op n sprookjestocht naar 't kasteel
DIE VRIEND VAN MIJ WERD DANIG
O IN HET ZONNETJE GEZET! O
Een kettingkast aan de verkeerde
kant,
een lantaarnpaal, die by daglicht
brandt,
Een tekenaar, die zoiets kan verzinnen
mag wel gauw opnieuw beginnen
ZO eindigt een van mijn nichten,
Trudi Baak, het gedichtje, waarin
zij vertelt, hoe zij nu eigenlijk over
die rare tekening van de vorige keer
denkt. Al ben ik het dan niet hele
maal eens met Trudi (waar haalt zy
vandaan, dat die straatlamp brandt?)
ik vond het tóch een grappig ge
dichtje. Ik begin met jullie allemaal
eerst een compliment te geven, want
wat hebben jullie goed gesnuffeld,
om de foutjes op de sporen. Jullie
hebben er soms wel fouten in gezien,
die er toch écht niet in zaten. Een
van de nichten bracht het maar even
tot 36 fouten. Ja, ik ben het wel met
jullie eens, dat we die vriend van my
een goed lesje moeten geven, maar
om hem nu boos aan te kijken om
fouten, die hij niet gemaakt heeft,
nee, dat kan ik niet over mijn hart
krijgen, neven en nichten! Volgens
mij waren de volgende fouten écht.
1. De vlag waait naar rechts en de
rook naar links. Dat kan natuurlijk
niet, want de wind blaast maar
naar één kant.
2. De klok van de toren heeft geen
wijzers.
3. Er groeit een boom op het dak.
4. Er zwemt een vis in een vogel
kooitje.
5. Een glas-in-lood raampje staat op
zijn kop.
6. Een hondje heeft zijn baas aan
de lyn.
7. De dame heeft maar één been.
8. Het mannetje, dat midden op
straat loopt, is veel te klein.
9. Tulpenstraad moet zijn Tulpen
straat.
10. Er zit geen chauffeur in de taxi.
JI. De fiets heefveel te dikke banden.
12. De lantaarnpaal is te klein.
13. Het huis heeft twee brievenbussen.
Na lang wikken en wegen kwa
men de volgende neven en nichten
uit de bus. Peter Ier Voorde, Kees v. d.
Berg, Ali Ramp, Nettie Bijl, Wim van
de Waal. De troostprijsjes zijn verwor
ven door: Nelly van Tol, Theo Brienen,
Magda. Straiing, Hary Jansze en Dikkie
Havenaar.
Ik heb deze week een geweldige
stapel post te behandelen, dus mijn
antwoorden moeten nóg korter zijn
dan anders. Lenie Langelaar: oef,
meid! Wat ben jij knap, dat je zo
maar een briefje in het Frans kan
schrijven! Marijke van Meeuwen is
een van Oom Kareis jongste nichtjes:
4 jaar! Ze stuurde me een leuke teke
ning. We zullen die maar niet in het
Zondagsblad zetten, om er door jullie
de foutjes uit te laten halen, want
Marijke is noc zo iomr' En daarom ben
ik juist zo blij met die tekening! Jo
hannes de Gunst heeft een haantje
gekregen. Wees maar goed voor dat
beestje, Johannes! Antoinette Geels
is verhuisd van Voorburg naar Rot
terdam. maar ze blijft trouw aan het
kringetje van Oom Karei. Zul je me
eens schrijven, hoe je het in Rotter
dam vindt, Antoinette? Lena de Vrij
heeft een broertje van 20 maanden,
dat 's avonds nét zo lang wakker ligt,
tot de groten naar bed gaan. Maar
dan slaapt hij ook zó als een roos. Doe
je Brammie de groeten van Oom
Karei, Lena? Freddy de Vries vertelt,
dat zijn moeder vroeger ook al mee
deed met de jeugdrubriek in het Zon
dagsblad. Toen was het Oom Daan,
die elke week met zoveel neven en
nichten zat te babbelen. Zo zie je
maar, Freddy: zo de ouden zongen,
piepen de jongen. Annie van Driel,
en, hoe bevallen de eerste weken ©p
de M.U.L.O.-school? Dat moet je me
toch maar eens gauw vertellen. Ger-
r're Kraal maakt me er even op at
tent. dat hij een jongen is en geen
meisje, zoals ik een poosje geleden
veronderstelde. Nou. dan moet ik hem
wel geloven. Je hebt ook een naam,
die een mens gauw in de war brengt,
Gerrie! Ik ken veel meisjes, die Ger-
rie heten en als er dan nog „kraal"
achteraan komt.... Weet je, ik zou
je Gerrit noemenMaar ik heb
tenslotte niets over je naam te ver
tellen. Hartelijke groeten aan je
zusje, hoor!
Janneke de Bruin, je houdt zeker
wel veel van je kleine zusje Marja?
Lenie Buys, nou, je hoeft niet op je
pen te bijten, als je me een brief
schrijft, hoor! Zó lang behoef je er
toch niet «ver na te denken? Alles,
wat je aan me schrijft is nieuw voor
me. Groetjes aan Wim, Dikkie. Toosje
en Louke. Dineke en Tonnie Bogaards
(een tweeling!) welkom in ons clubje.
Ik zou aan alle tweelingen willen
vragen, ©f ze mij een foto willen stu
ren, om die in het Zondagsblad te
zetten. Dat vinden de andere neven
en nichten vast leuk. Dus, horen jul
lie het allemaal, tweelingen? Stuur
me eens een plaatje, waar jullie alle
bei op staan? Je krijgt de foto weer
keurig terug, hoor! Henk Johan Dok
ter zit op school by meester De Kei
zer en die meester weet altijd grap
jes te verzinnen. Daarom verveelt
Henk zich nooit in de klas. Dikkie
Taal. Welja, Dikkie, als je eens een
leuke tekening hebt, stuur je die maar
gerust, hoor! Dan zullen we kijken,
of we er een plaatsje voor kunnen
vinden. Willy Looye is maar wat trots
op de mooie tortelduif, die thuis in
de keuken hangt. Als het mooi weer
is, koert hij op zijn stokje met zijn
Het raadsel van deze week is weer
een kolfje naar jullie hand. Hansje
Doolgraag, rechts onderin de hoc is
op weg naar de prinses, waarmee hij
zal gaan trouwen. Ze woont in het
grote kasteel en kijkt al verlangend
naar Hans uit. Onderweg ontmoet
Hans allerlei sprookjesfiguren en als
jullie er ook van willen genieten,
moei je maar meegaan met Hans.
Maak de lange weg. die Hans te gaan
heeft maar zwart en vertel er bij,
wélke sprookjesfiguren je tegenkomt.
En dan maar weer: tot volgende
week! OOM KAREL.
50 Maar toen ze een poosje ge
lopen hadden, vond de beer een
bessenlandje. Bn omdat beren
51 Als reuzeslangen Maken de
boomwortels overal boven de grond
het was net of de takken vingers
houd,», verklaard,
ij hier zou blijven. Hans e
over»»» Vvhi iivi uuunciuci »u uci «wiiutn, waar een
boe. gel za/t tie tjilpen.
52 „Hij ziet er vriendelijk uit",
dacht Hans, „als we hem volgen,
wijst hij ons zeker de weg". Duo
liepen de kinderen de vogel steeds
achterna. Zo gauw ze wat achter
kwamen, bleef dc vogel ergens op
een tak wachten.
53 En zo kwamen tse in een
huisje in een mooi dal. „Hier zal
toch wel iemand wonen, die ons
helpen kan. Dank je wel, witte
vogel", riepen Hans en Grietje te
gen de vogel, die nu op een tak zat.
Vol verwachting gingen ze verder.
Wat zouden zc nu weer beleven?
54 Voorzichtig liepen de kinde- 55 „Kijk eene Grietje, dc ven-
ren naar het huisje toe. Plotseling sters zijn van grote peperkoeken",
bleven ze doodstil staan. Ze wreven „Ja, maar kijk eens naar de hoek-
zich de ogen uit en dachten eerst, balken, die zijn van gekleurd peper
dat ze droomden, maar het was munt", fluisterde Grietje terug. „En
geen droom. Het huis was helemaal zie je die koekjes, die van helf dak
gemaakt van lekkers, van suiker- omlaag hangen en dc chocolade
goed en van kook. dakpannen? Oh, oh."
56 „Zullen
ven? Ik heb zo'n honger",
brak meteen een stuk dakpan af
voor Grietje en pakte cr zelf een
van gesponnen suiker. Maar zodra
hij een stukje afbrak, groeide het
direct weer aan. Het was een won
dc-rlyk huisje en Hans en Grietje
goed
i al dat 1