COMMANDOWISSELING
OP TERSCHELLING
van "DOUWE TOT
tot KLAAS TOT
/Tm"
ook in
*10
"T *C
ZONDAGSBLAD 30 SEPTEMBER 1950
Dit is het verhaal van Douwe Tot. schipper van de Schellin-
ger reddingboot „Brandaris"die op 1 October a.s. zijn
plaats zal alstaan aan zijn zoon Klaas Tot.
„Brandaris uitgevaren voor redding,
Dinsdag 1 Maart 1949. Wind Noord
West. Stormweer. Kregen opdrachtom
naar de Westmeep ie gaan, om te kij
ken hoe het met schelpenzuiger „Trio"
is en met een tjalkschip. En vertrok
ken 9.30 uur uit haven langs Schuiten
gat en vervolgens de Slenk in tot de
Westmeep, waar schepen geen last
hadden.
Per radio bericht ontvangen naar
Engelse hoek te gaan, waar schip ge
strand was.
Langs Boomkensdiep en verder de
Engelse kólk in, waar een allemagtige
hoge branding sting, naar het schip
toe.
En aangezien het schip langszee zat,
viel het niet mee, de mensen er vlug
af te krijgen.
De Brandaris werd verscheiden ma
len tegen het schip geramd, waarbij
bakboordanker verspeeld.
Na een oed half uur bij den boot
geworsteld te hebben gelukte het ons
de bemanning bestaande uü 26 kop
pen eraf te krijgen.
En voeren dus weer voor de zee
door de branding van den Engelschen
hoek langs het Boomkensdiep het
Schuitegat binnen tot in de haven van
Terschelling, waar wij te namiddag
één uur vastmeerden."
Vraag me niets 1
Op diezelfde eerste Maart 1949 waar.
op stuurman Eelke Rein de Beer dit
Journaal overeenkomstig zyn opdracht
schreef, belde de Commissaris van de
Noord- en Zuid-Hollandse Redding
Maatschappij, oud gezagvoerder L.
Bakker uit zyn woning in de Comman-
deuratraat te West-Terschelling, de
kustwacht op de Vuurtoren Bran
daris op.
„Is er geen nieuws van de boot?"
vroeg hij opzichter Stobbe.
En Stobbe zei: „Wacht nu even, vraag
nu even niets
Zó gespannen was hij, om het dra
ma, dat hij daar voor vijn ogen in die
wilde zee gebeuren zag: de „Branda
ris", bij toerbeurt staande op staart en
kop, terugworstelend van de, in zee
wegzinkende Poolse stomer Kattowice.
Twintig maal had de reddingboot
tevergeefs getracht langszij het onge
lukkige schip te komen. Éénmaal was,
by de zoveelste botsing tussen „Bran
daris" en „Kattowice" het bakboord
anker van de Schellingerboot blijven
haken achter het hekwerk van de
Pool. Een ramp dreigde, want als zo'n
reddingboot op een wrak belandt is
zij verloren.
Toen het mis zou gaan, brak het an
kertouw en zo kan schipper Tot van
daag van die redding vertellen. Hij zit
tegenover het schilderij, dat een voor-
atelling van die gebeurtenis geeft. De
„Kattowice" overspoeld van water. En,
in vliegende storm, de „Brandaris" er
heen worstelend.
„Zo was het precies" zegt Douwe Tot.
Overigens vertelt hij het verhaal met
dezelfde sobere bewoordingen van het
journaal hierboven.
Smokkelwaar vóór
„Bij de eerste nadering sprong er al
direct een Pool in het net", aldus de
schipper. „Hij had een plunjezak bij
zich. Wij dachten, dat het zijn kleren
waren. Fout. Het waren nylon-kousen!
Bestemd voor smokkel.
Of je, als reddingbootschipper op zo'n
ogenblik merkt, dat er gevaar is?
„Daar heb je geen tijd voor man". Je
hebt wel wat anders om aan te den
ken. Je staat op de boot, je ging er mee
uit, je moet zorgen, dat de zaak weer
binnenkomt"
„En of het niet gevaarlijk is, tegen
zo'n wrak te beuken?"
„Geeft niets. Die boot is er op ge
maakt. Die „Brandaris" tóch. Dat is een
best, breed schip".
Zo zit je tegenover schipper Douwe
Tot en je hebt het gevoel, dat hij die
domme landrotten, die van toeten noch
blazen weten, hun ontwetendheid zéér
kwalijk neemt. Want wie vraagt er nu,
of het ooit in je opkomt niet uit te
gaan, als er een schip in nood is?
Waarvoor ga je anders op de red
dingboot? Die is er juist voor, uit te
varen, als er narigheid voor de kust is.
Zin voor avontuur komt er rjiet bij.
Schipper van de reddingboot zijn hoort
er bij, zoals de vissery erbij hoort. En
de vrachtvaart. En de gevaarsfactor is
bij het ene werk even groot, als bij het
andere.
Albert is gebleven
Douwe Tot's broer, Albert is geble
ven in de Vliestroom, toen de eerste
„Brandaris" onder schipper Steven
Wieman er kantelde in de woedende
zee.
En ofschoon alle familieleden van
Douwe Tot: zijn vader, zijn grootvader
en zijn overgrootvader zeelieden wa
ren, bleef alleen die broer Albert in
de zee.
Geloof niet, dat Douwe Tot's kleine
gryze vrouw, met ogen, waarin geen
slaap wil komen, naar het geweld van
wind en water ligt te luisteren, als de
man buiten is. Zij is dit zó gewend, dat
zij alleen naar de haven gaat. als de
„Brandaris"' met geredden terugkeert
uit de zee. „Want dan is *»r aardigheid
Schipper van de reddingboot zijn is
een gewone functie. Schipper Tot ont
vangt er een jaarsalaris voor van
2580 per jaar of van 645 per kwar
taal.
Dat is knap betaald vindt vader Tot
van beide salarissen. Per redding krij
gen ze dan 50 de man en, zoals in het
geval van de Kattowice, soms een
decoratie.
Leren doe je het vak niet. Douwe
Tot was 14 jaar, toen hij op een Vlaar-
dinger hannglogger uitvoer. En later
maakte hij, als bootsman, met zijn
tegenwoordige Reddingmaatschappij
Commissaris kapitein Bakker, reizen
de hele wereld over. Zo leerden die
twee elkaar kennen. En zo kwam Tot
op de „Brandaris".
En wat die jongen Klaas van hem
aangaat, die des avonds met zijn ka
meraden bij ,,'t wakend oog" aan de
haven staat, die Klaas ging met zijn
twaalfde jaar al in een eigen sloep zei
len op de zee. Hij voer als kapitein
bij Doeksen. „Een flinke vent" zegt ka
pitein Bakker. Daarom wordt hij op
volger van zijn vader.
En Klaas' zoon Jan, die vandaag 12
jaar is en bij meester Roos op de open
bare school zit, maakt geen som goed,
als hy vader en grootvader buiten
gaats weet. Die wordt vast en zeker
óók weer zeeman.
Maar daar zitten de Schellinger vrou
wen niet sentimenteel romantisch over
te piekeren, zoals de romanschrijvers u
willen doen geloven.
Alsof de zee de grote bedreigster van
het Schellinger huwelijksgeluk zou
zijn. Alsof de man steeds zou moeten
kiezen tussen zee en vrouw.
Het behoort tot het wezen van de
man, dat hy werkt en van zijn werk
houdt.
De tuinder verzorgt daarom zyn
tuin. De mijnwerker kruipt om dezelf
de reden rond in gruis en donkerte. En
Douwe Tot ging daarom de „Branda
ris" besturen als het nodig was. Daar
over praat men niet. Dat doet een man
en zijn vrouw wacht met de koffie als
hij thuis komt.
Twee honderd negen
en veertig
Twee honderd en negen en veertig
mensen hebben schipper Tot eh zijn
mannen: Klaas Tot, Eelke Rein de
Beer, Eelke Jet de Beer en andere „op
stappers" in deze jaren uit de zee ge
haald. Mannen en vrouwen van elke
nationaliteit. Daar kijken ze in Ter
schelling niet naar. Of ze Canadese
vliegers of Duitse in de oorlog -
binnen brachten, Russische of Ameri
kaanse zeelieden nü aan de zee ont
rukken, zij gaan uit: trouw aan hun
opdracht en hun roeping. „Laat er
maar wat gebeuren" zegt Douwe Tot.
„Ik wil d'r best op uit. Als 't moet
direct".
Minder rampen
„O'f er tegenwoordig minder rampen
gebeuren dan vroeger?"
Ja, allicht. De schepen worden ster
ker en er zyn veel meer hulpmiddelen
„Zeg niet, dat ze tegenwoordig méér
bij zijn dan vroeger. Die zeilkapiteins
hadden héél wat in hun mars. Maar ze
hadden minder mogelijkheden!"
Wat Douwe Tot nu gaat doen? Zijn
oude liefhebberij volgen: aan het hoek
want, bot vangen.
Lezen doet hij niet. Naar de kerk,
gaan, soms. Als hij er tijd voor heeft.
En overigens: proberen of hij nog tien
jaar ouder kan worden! In de 64 jaren
van zijn leven had hij nooit een dokter
nodig.
De zee hield hem gezond.
CT,
H
-rrX. I ty* rfÜSilil
iSfi. 'W A.ul -.Sa j» JE
.7 tr-'j;.
jf-Vy V
li: I vM
Een zeeman-boer
De combinatie boer-zeeman is op
Terschelling normaal.
Ook Midsland's Strandreddingboot
,4Nicolaas Marius" krijgt n.l. een
schipper.
Albert Kooiman
Johannes Huizinga, de man die in de
oorlogsdagen vele in zee gevallen vlie
gers binnenbracht, gaat met pensioen.
Hij wordt opgevolgd door een man, die
zo uit Cor Bruyn's boek „Sil de Strand
jutter", gestapt zou kunnen zijn. Het
is Albert Kooiman, een boer met een
zeemanshart.
Hij woont in Oosterend en dat feit
geeft Albert Kooiman harde zorgen.
Want Oosterend en Midsland. liggen
vér van elkaar. Te ver eigenlijk om de
volle verantwoorddelijkheid te kunnen
dragen voor de reddingboot, die daar
in Midsland in de loods ligt.
Albert Kooiman melkt vier koeien;
hij drijft de ploeg door zijn land; hij
zet, bij stormweer de rode en witte
stormballen in de mast op het duin en
hij was van 1918 af, schipper van de
roeireddingboot van Oosterend. Dat
was zijn vader ook. Die is eens, hoog
op de kop van een golf rr.et boot en al
over een wrak heen geslagen. Dat wa
ren gevaarlijke dingen, die roeiredding-
boten. Maar die in Oosterend belaadde
zich in 1925 met roem toen ze de be
manning van een gestrandde Duitse
boot haalde. En de zwaarste redding
was die van de Elsil-bemanning in 1940.
Overigens was Albert Kooiman zélf
schipbreukeling op de „Ceres", die op
het Bornrif verging. Hij werd toen
door de „Brandaris" met Jan Cupido
aan het roer. met 46 anderen gered.
En al is hij nu boer, als je eenmaal
zeeman bent, blijf je het, zegt Albert
Kooiman. En zo zal het wel voor el
kaar komen met dat commando over de
„Nicolaas Marius".
Een nationale zaak
Deze dingen vertelde men deze week
op Terschelling.
De vuurtoren „Brandaris" zwiepte
met zyn stralen-zwaarden door regen
en storm. De zee donderde; op de to
ren keek opzichter Stobbe uit over de
heksenketel; de telefoon by kapitein
Bakker in de slaapkamer en bij Douwe
Tot in de voorkamer hingen voor het
grijpen. Eén vuurpijl van de banken
en binnen vijf minuten zou de redding
boot „Brandaris" het nauwe haventje
uitschieten de nacht in. Bakker zou
Douwe gebeld hebben. Douwe Klaas
geroepen en Klaas per fietstocht de op
stappers hebben gewaarschuwd en weg
waren ze geweest. Als het nodig was.
En dat alles, dank zij het particulier
initiatief van de Noord, en Zuid-Hol
landse Redding Mij, die werkt alléén
met steun van u en mij als wij onze
plicht verstaan.
In Noorwegen is ledereen lid van de
Reddingmaatschappij.
En in Nederland?!
Bijlage van de. „Nieuwe Leidsche Courant" van Zaterdag 30 September 1950
n|et
qeen spR&ke v&n opRechte s&menweRkinq met öe Russen
(Van c
speciale verslaggever)
WENEN. September 1950. Het is Vrijdagmorgen tien uur. In het s
de besettingsmachten aan de Stalin Platz schuiven vier generaals met hun staven om
de vergadertafel. Adviseurs, stenografen en tolken lopen heen en weer. Een hamerslag
doet het stemmengeroezemoes verstommen. De voorzitter opent met een enkel woord
de vergadering.
„Het eerste punt op de agenda is
En daarmee beginnen de plaatsvervangers van de vier Hoge Commissarissen hun
wekelijkse bijeenkomst. Er wordt gesproken over binnengekomen voorstellen van de
Oostenrijkse regering. De Russische generaal maakt een opmerking. Zijn Franse collega
geeft er een korte toelichting op. Er ontwikkelt zich een discussie. Maar aan het eind
wordt het voorstel aangenomen. Het gebeurt allemaal in een sfeer van voorkomend
heid en begrip. En als de generaals na enkele uren vergaderen elkaar hartelijk de hand
schudden heeft men weer heel wat kunnen afwerken.
da-oorlog, welke in Wenen woedt. Daarin
bestrijden communisme en democratie el
kaar als waarschijnlijk nergens anders
mogelijk is. In de drukke Kartnerstrasse
(Wenen's Kalverstraat) beschikken de
Amerikanen over een groot hoekpand. Met
boeken, tijdschriftci
de Oos
Ruslands grote man in Oostenrijk: luitenant-generaal V. P. Sviridor n
een vergadering van de geallieerde raad in Wenen. Hel is een vat
plaatsen waar een Russisch veto geen kracht heelt.
N terwijl bin
nog duijelijker
samenwerking. Een militairi
iet als
eenheid vier miniatuur-vlag-
nczottingsmachten op de mo
torkap. patrouilleert door de stad. De In
ternationale Militaire Polit
stuur een gemoedelijke An
poraal met veel kleurige emblemen op
zijn mouw en een on-militaire shawl van
rode zijde om de hals. Naast hem stijf en
plichtmatig een Brit in een hooggesloten
battledress en oen pet met rood overtrek.
Achterin een luchthartige Fransman mot
de helm oen tikje scheef en een bevroron
Rus. die strak en onbewogen voor zich
uit staart. Kris en kras bestrijken ze Wenen.
Het gedrag van de geallieerde militairen
houden ze in de gaten en waar nodig
treden ze op. Een mobiole reclame voor de
UNO is het. Met de plaats waar Harry
Lime de dood govondon heeft en het wan
staltige Russische oorlogsmonument (dat
na de grootscheepse plunderingen van hot
Russische leger in 1945 in de volksmond
Hel Monument van do Onbekende Plunde
raar genoemd wordt) is het een van de
moderne bezienswaardigheden van het
oude Wenen. En voor de Weners ia het
•en goede politieke barometer.
„Zolang ze met z'n vieren nog in één
auto rondrijden is er niets ernstigs aan de
handzegt men. En er schuilt veel
waarheid
Schijn
Maar al die internationale samenwerking
lijkt veel mooier dan zij in werkelijkheid
is. Er is bitter weinig oprechtheid bij. Het
is veelal camouflage om de ware bedoe-
lingon te verbergen. En zuiver eigenbe
lang. De Russen blijven de vergaderingen
bezooken, omdat se ervan overtuigd zijn,
dat het hun voordeel kan brengen. En dat
men er werkelijk ook tot resultaten komt
is niet meer dan een wonderlijke samen
loop van omstandigheden. In een onbe
waakt ogenblik hebben de Russen toege
stemd in een regeling, die hen alle macht
uit handen genomen heeft. Voorstellen van
de Oostenrijkse regering hebben namelijk
binnen een-en-dertig dagen een unanieme
afwijzing nodig om verworpen te worden.
En een negatieve eenstemmigheid is even
zeldzaam als een positieve. Slechts voor
veranderingen in do grondwet moet men
een eenstemmig ja hebben. Bij die gele
genheden blijkt dan hoe weinig werkelijke
overeenstemming er bestaat. Er zijn wets
wijzigingen al vijftig maal voortgebracht en
vijftig maal afgewezen met een Russisch
veto. Ook binnenskamers verschilt men
vaak van mening. De Russische inzichten
lopen meestal hemelsbreed uiteen met die
van de drie andere mogendheden. En dat
mon het eons is over een punt als het we
derzijds uitwisselen van deserteurs is een
afspraak, welke practisch geheel in het
belang van de Russen is. Er zijn tenslotte
veel meer Russische soldaten, die naar
le Amerikaanse z6ne van Oostenrijk vluch
ten. dan Amerikanen, die hun heil in de
Russische z&ne zoeken.
„De hele internationale samenwerking
in Wonen is niets anders dan een grof
kaartspelzei een westers diplomaat
me, „iedereen speelt mee, omdat hij denkt
te kunnen winnenen om te verhinde
ren, dat de anderen winst behalen. Meer
En dat geldt zeer zeker voor de Russen.
Wenen is een uiterst belangrijke plaats
voor hen. Behalve dat ze proboron van hier
uit hun invloed over geheel Oostenrijk te
verspreiden en ernaar streven het eens
helemaal onder hun macht te brengen, is
Wenen voor hen ook do politieke uitlaat
en de toegangspoort tot het Westen. Via
Wenen verzamelen ze hun inlichtingen en
trachten ze vitale materialen achter het
Ijzeren Gordijn te brengen. Dat laatste is
sinds kort aanmerkelijk moeilijker gewor
den door het westerse embargo, maar de
super-smokkelaars staan voor niets on to-
genwoordig gaan strategische materialen
zelfs eerst naar Rotterdam om er ver
scheept te worden naar Zuid-Amerika en
dan in volle zee een geheel andere be
stemming te krijgen.
Amerika leeft. Honderd meter
een andere hoek doen de Britten hetzelfde.
In de Maxim Gorki-leeszaal trachten de
Russen echter het publiek voor hun le
vensopvattingen te winnen. Daarbij heb
ben ze steun van voorlichtingsdiensten van
Hongarije. Polen en Tsjecho-Slovakije.
Maar daar blijft hot niet bij. Op schuttin-
gon en aanplakzuilen gaat do strijd ver-
dor. MARSHALL-HULP STEUNT OOSTEN
RIJK BIJ DE WEDEROPBOUW staat er op
do ene poster. En op een andere REDT
DE VREDE DOOR VRIENDSCHAP MET DE
SOVJET-UNIE. Met grote plakkaten roepen
s de Russen de mensen op het Manifest van
Stockholm tegen de atoombom te tekenen.
En de Amerikanon kondigen een nieuwe
cursus in het Engels aan. Er prijken spot
prenten met vredesduiven, die vol tanks
en vliegtuigen hoten te zitten on Amerika's
optreden in Korea moeten symboliseren.
En zij aan zij wekken de anti-westerse
film DE VAL VAN BERLIJN en de anti-
Russische NINOTSCHKA de bioscoopbe
zoekers op. Het is een compleet gokken-
huis. In de Amerikaanse zöne schilderen
communisten hun uitverkoren slogan AMI
GO HOME en op een brug in de Russische
zöne staat te lozen DEZE BRUG IS GE
BOUWD MET MARSHALL-GELDEN. In het
onder Amerikaanse contrftle staande dag
blad WIENER KURIER zien de Weners de
wereld door een westers-democratische
bril en in de Russisch-geïnspireerde DER
ABEND staat diezelfde wereld in eon oos-
ters-communistisch daglicht De WIENER
KURIER beschuldigt de Russen van men
senroof en intimidatie en DER ABEND ver
oordeelt in schreeuwende koppen do Ame
rikaanse oologsvoorbereidingen in West-
Duitsland. In de radio is het precies zo.
Station ROT-WEISS-ROT staat onder Ame
rikaans toezicht en brengt uitzendingen als
DE STEM VAN AMERIKA en het steeds
meer onder invloed van de Russen ko
mende station RAVAG vergast de luiste
raars op programma's als HET RUSSISCHE
UUR. En in een permanente fotouitstalling
voor het gebouw van de Russische stads-
commandant laten de Russen naast series
als ZO LEEFT MEN IN HET VRIJE ROE
MENIE en VACANTIE IN DE SOVJET-
UNIE een aantal duidelijk geretoucheer
de beelden zien van zogenaamde Ameri
kaanse wreedheden jogens machteloze ge
vangenen en hulpeloze burgers in Korea,
een en ander versierd met een helm van
eon Amerikaans soldaat en koppen uit
de WIENER KURIER. En in diezelfde stad
vergaderen Russen en Amerikanen samen
en rijden militairen van beide naties zij
aan zij in een auto rond.
Hopeloos
Maar het zijn uiteindelijk de Oostenrij
kers. die de dupe van alles zijn. De strijd
speelt zich op hun gebied aL En ze heb
ben niet de macht om er een eind aan te
maken. Ze mogen zelfs niet afkeurend hun
voorhoofd fronsen. Stil moeten ze al die
propaganda slikken. In de kranten, over
de radio en in de bioscoop. Ze moeten
een Roosevelt Platz en een Stalin Plats
hebben. En straks moeten ze een monu
ment oprichten om de Sovjet-soldaten te
eren. die de gTote brug over de Donau
voor verwoesting bespaard hebben. Ze
moeten toelaten, dat do hele stad ontsierd
wordt inet propaganda materiaal en het
nog voor een deel zelf betalen ook. En al
voelen ze niet het minst voor het commu
nisme dan moeten ze toch communistische
bladen op de leestafel van hun stamcafé
tolereren, omdat niemand ze durft te ver
wijderen. Maar de wereld gelooft niette
min, dat het voortreffelijk botert in Wenen.
,,'t Zit ons tot zover klagen de We
ners. En als men over samenwerking be
gint lachen ze schamper. Ze weten wel
beter. En het beste bewijs, dat men ver
der dan ooit van werkelijke overeenstem
ming al is blijkt wel uit het feit. dat mon
het na een paar honderd vergaderingen
nog steeds niet eens is over een staats
verdrag met Oostenrijk. „Na de volgende
oorlogzucht men nu maar gelaten.
In politieke kringen gelooft men. dat er
inderdaad niet eerder kans is op een ein
de van de bezetting. Oostenrijk is een te
strategisch punt voor Oost en West om
het te laten schieten. Maar afgezien daar
van hebben de Russen verscheidene an
dere redenen om te blijven. Dat sluit van
zelf in. dat de drie andore naties evenmin
vertrekken. Men kan Rusland nu eenmaal
niet de gelegenheid bieden zijn gebied
nog verder uit te breiden. En met de
nieuwe ontwikkelingen in Joegoslavië zijn
Engeland en Amerika or waarschijnlijk
niet erg rouwig om hun legers wat langer
in Oostenrijk te houden.
ALFRED VAN SPRANG.
(Nadruk verboden)
Beschuldigingen
Als een symbool van samenwerking rijdt de geallieerde militaire politie door Wenen.
Van links naar rechts: Brit. Fransman. Amerikaan en Ras. Als de verstandhouding
Ie goed wordt, wordt de Rum vervangen door een nieuweling.