DERTIG JAAR HARINGVISSERIJ De Hollandse Nieuwe bovenaan 1 eket Zaterdagcompetitie nam een grote vlucht Kostelijke herinneringen NIEUWE LEIDSCHE COURANT JUBILEUM-UITGAVE 1958 De visserij, een perpetuum mobile, een altijd durende beweging. Zeer veel is in de laatste 30 jaar veranderd. Ook hier waren niet alle veranderingen ver beteringen. Maar het is ontegenzeglijk, 'dat veel oude gewoonten verdwenen en dat de bakens tijdig verzet werden, als het getij daartoe dwong. Alvorens een overzicht der visserij ge durende de periode 19201950 te geven, gaan we in gedachten nog enkele jaren terug. Tijdens de eerste wereldoorlog bestond de vissersvloot uit kotters, hou- 1 ijzeren zeilloggers en enkele motor- loggers van de rederij N. Parlevliet, als mede enkele bomschuiten. In 1916 waren de bomschuiten geheel verdrongen. In deze wereldoorlog was een aantal log gers door mijnexplosies verongelukt en met man en muis vergaan. Niettegen staande het mijnengevaar •erd met korte onderbre- cingen de haring- en lawlvisserij met suoces ïitgeoefend, hoewel de visserij door Engelse maat regelen, zoals het opforen- >en der schepen, veel moei lijkheden ondervond. Zelfs de aangewe zen vaargeul was onveilig. Voor het eerst sinds 1916 ging men in October 1918 onder de Engelse kust ter haring visserij. Eerst in 1919 kon de haring- en trawl- vlsserij weer normaal worden uitge- jefend. De door de oorlog ontstane ont wrichting was weer enigermate opgehe- Het Jaar 1920 was een buitengewoon irangstjaar en de teelt verliep zonder verliezen aan mensenlevens en schepen. )e vloot bestond toen bijna int 100 zeil- oggers en enkele motorloggers. Hoewel le vangsten zeer goed waren, toch werd le toekomst der visserij met zorg tege- noet gezien, omdat de uitvoer grote be- emmeringen ondervond. Het betrof in loofdzaak de handel, doordat een gTOol >ercentage van de haring wegens te ivervloedige aanvoer onverkocht bleef tn de prijzen abnormaal laag kwamen te iggen. Hiertegen werden in September maatregelen getroffen in de vorm een combinatie met het doel de larlng tegen een bepaalde prijs op te eggen. Dit had tot gevolg, dat in de vol- ende teelt (1921) veel schepen uitslui- »nd ter trawlvisserij gingen. De jaren 1921 en 1922 waren in tegen- Helling tot 1920 zeer schrale vangstjaren Jn het bedrijf was dan ook voor -reders >n vissers onbevredigend. In 1923 waren de vangsten royaler, och nu waren de lage prijzen oorzaak, at de visserij niet lonend was. Bij de jering van het 25-jarig regeringsjubi- »um van H.M. Koningin Wilhelmina was iatwijk in feesttooi, toen zich de droeve jare verspreidde, dat twee trawlloggers let de gehele bemanning elukt. In 1924 herstelde zich het vissersbedrljf oor grote vangsten en lonende prijzen. Zoals het met de visserij altijd gegaan "as en nog gaat: na de vette komen weer jagere tijden zo waren 1925 en 1926 jhrale jaren. De lichtzijde hiervan was, It door de geringe aanvoer de prijzen oog lagen. Al met al waren de resultaten toh onbevredigend. Droevig is, dat de [ctoberstorm van 1926 niet minder dan I mensenlevens eiste. Tevens bleek nu, dat de enkele motor- ggers van de vloot veel grotere vang en dan de zeilloggers hadden. Juist toen erden steeds meer zeilloggers van mo- __j:en voorzien. Deze mptoriserii>g_nam <1927 en '28 sterk toe, zodat weldra alle hepen over motorkracht beschikten en I verbeterde uitkomsten aan de ver achting voldeden. De haringvloot leidde zich sterk uit. De techniek ver- terde zich met grote schreden en de se ïlpianningen raakten met de moderne Stallaties der schepen meer en meer jrtrouwd. Het topjaar voor de haringvisserij was £61129: goede vangsten en hoge prijzen. >t en met 1930 waren de vangsten ren- ibel, omdat de haring tegen lonende ijzen van de hand ging. Frankrijk, België, Polen en Rusland, eenl Scheveningen een tij-haven is. bracht grote afnemer was, ondervond grote ook dit zeer veel moeilijkheden met stagnatie door allerlei hoge rechten en zich heffingen, omdat de Duitse visserij moest worden beschermd. Het pond sterling devalueerde tot sohrik van de gehele wereld. De crisis in de haringsector duurde bijna onvermin derd tot de tweede wereldoorlog. In 1938'39 had een merkbare opleving plaats, dank zij de medewerking van dc regering en de algehele samenwerking van het bedrijfsleven. Niettemin daalden de prijzen van f20 tot f7 per kantje In die tijd ging men op initiatief van de rederijen en met medewerking van de redersvereniging de vangsten op zee aan elkaar overgeven, met het doel de ha- ringprijzen te verbeteren. De haring werd m betere conditie aangevoerd. worden gedacht. Bij het uitbreken van de tweede wereld- >rlog moest de vloot weldra worden op gelegd slechts een klein aantal sche pen kon na enige tijd met zeer veel zorg moeite zee kiezen. De uitkomst hier- was in alle opzichten bevredigend de overval in Mei 1940 echter moes- alle schepen op bevel der regering spoedig mogelijk de Nederlandse ha- is binnenstomen, zulks voor eigen vei ligheid. Slechts een aantal kleinere vaar tuigen toog tijdens het begin van de be zetting ter kustvisserij van uit Rijnlands .teringskanaal en bracht dagelijks de vangsten op het strand aan de afslag. Ook hieraan kwam spoedig een eind, j Moeilijke jaren. In 1931 kwam echter de kentering: Ultóland ging autarkische maatregelen epassen en breidde zijn haringvloot uit i in eigen behoefte te breiding der vloot dofer nieuwbouw kon stoere Aanvankelijk waren de besommingen aan de lage kant, doch in Januari 1941 trad hierin verbetering, omdat de nacht visserij werd toegestaan af weer in IJmulden mocht binnenkomen en daar afslaan. Op iedere logge: vond zich een gewapende Duitser controle, Met de algemene prijs stijging der levensmiddelen hielden de visprijzen gelijke tred. Deze toestand handhaafde zich tot 1944, waarna de be zetter weer strengere maatregelen gil toepassen: de haven ,n IJmuiden we voor loggers verboden. De schepen werden gedwongen op ve der afgelegen gronden te gaan vissen m als aanvoerhaven Delfzijl. Doch omdat die visaanvoer gedeeltelijk Duitsland bestemd was ven slechts weinig schepen aan dit bevel gehoor er kwamen hierna niet meer ir de gelegenheid om geduren de de oorlog te gaan vissen De bemanningen waren ge- de dwongen hun emplooi aan de wal te zoeken. Zo kwam het s hun tijd gingen doden met bramen zoeken of aardappelen hakken. Ofvoedsel halen! Toen ons land eenmaal bevrijd was werd alles weer in het werk gesteld oir de visserij, die door de oorlog geheel ont wricht was, in normale banen te bren gen. De niet gevorderde schepen gingen ter trawlvisserij en in Juni 1945 ging de KW 37 als eerste schip ter haringvangst, weldra gevolgd door vele andere. De ha ring, door deze schepen aangebracht, vond gretige aftrek, want de levensmid delen waren nog zeer schaars, vooral vet Dit belangrijke voedingsmiddel werd tot grote voldoening vervangen door Hol lands zeebanket. Tijdens de pauze van de turnmars. die Leiden in 1920 door zijn straten zag trekken, werd deze toto van .Jahn" gemaakt. De kledij van toen verschilt nogal wat met die van nu. maar vindt U het geen leuke prent? het drie jaar oudere zusje „JAHNTJE", zoals ze door haar secretaris in die dagen nogal eens werd genoemd, heeft bij de wieg van de Nieuwe Leidsche gestaan. Ze toen ongeveer drie jaar oud en tot heel wat in staat. De vereniging „Christelijke bond van gymnastiekverenigingen in Nederland" later het N.C.G.V. telde haar reeds een jaar onder haar leden. D.O.S. had daar ook toe behoord, maar zij bedankte in 1919 als lid. alles klaar te maken Wat zal de heer N. van Beelen, de schrijver van dit visserij-overzicht, opkijken als hij deze foto ziet. Hij had ons namelijk diverse foto's van vissersvaartuigen, oude en nieuwe gegeven om die te plaatsen. De foto toont ons de heer Van Beelen, zoals hij een lid der jonge garde zit te bevaderen.op de mijnenveger die voor ons blad in Mei van dit jaar uitvoer om de „jagers op de eerste Hollandse Nieuwe" een laatste vaarwel toe te „Jahntje" liet zich al gauw „Jahn' aemen en de Nieuwe Leidsche moest in haar geboortejaar aan te pas ko en, om een uitvoering van de ..grote meid" te verslaani Toen deed „Jahn" met haar energieke leider, de heer C. A. de Bruyn Jr, iets waar heel de bond versteld van stond. Het tienjarig bestaan van de bond zou gevierd worden met bondsdag. Maar de ene na de andere vereniging bedankte voor de dag te organiseren. Ze zagen er geen kans toe. „Jahn" durfde het echter wel 'aan en dat ze de zaken goed aanpakte. I blijkt wel uit het volgende stukje uit het maandblad van de bond, d.d Mei 1920 van de hand van haar secretaris, de heer K. Cebol: I „Het 3-jarig Leidsche „Jahntje" ls bezig zijn 10-jarigen vader in zijn veste - te ontvangen. Arm als ze zelf is. zal ze toch trachten „vader" met al zijn kin deren een goede ontvangst te bereiden. Een tiende jaardag mag toch niet onop gemerkt voorbij gaan? Hoe zullen we i onze huisgenooten ontvangen? 21 Mei rukken de „Jahn"-leden uit (enkel oud- militairen) om stroozakken te vullen, kribben op te zetten, ze te richten, enz. Ze zullen voorzeker pen gezellig slaap vertrek" in orde brengen. Verder moet ge weten, dat we Dames en Heeren hebben aangesteld, die op moeten schrijven, wie als ,,'t pitten" is geblazen, nog een woord zegt. De straf da'arvoor is. geschorst tFoto-€>. 1 doordat de bezetter aan Rijnlands uit watering versperringen aanbracht. Ongeveer 80% van de beste schepen werd weldra door de Kriegsmarine gevorderd en voor oorlogsdoeleinden ingericht. In de herfst van 1940 ging men met de niet gevorderde loggers een poging wagen om op de Neder landse kust te trawlen. Al spoedig liep een der schepen op een mijn en verging met man en muis. Hoewel deze ramp er de schrik in bracht, ging men na enige tijd toch weer ter visserij, die door de bezettende macht aan strenge maatregelen was gebonden. Men moest o.a. iedere avond de Scheveningse haven bin nenlopen en mocht slechts 15 mijl uit de kust vissen. Omdat de haven van Katwijkers speelden giaag en goed TAN GEORGANISEERD ZATERDAGVOETBAL was in 1920 nog geen sprake. Voor zover we hebben kunnen nagaan, bestond er in dat jaar ichts de voetbalvereniging „Katwijk", het latere Quick Boys. De Kat- jjkse knapen hadden al lang in de duinen achter een bal aangerend en [kregen er tabak van om zo maar zonder enig clubverband verder te tien. Er volgde een „vergadering" en zowaar, er werd een club opge- rnt. Tot de oprichters behoorden o.a. de heren J. Pluimgraaff, "Van der lel, Bloot en Kleen, mannen die nu gewichtige posities bekleden. Maar K deze heren hebben niet kunnen weten, dat hun destijds genomen be lt voor het Zaterdagvoetbal zo'n grote betekenis zou krijgen. Want de Wijkers speelden niet alleen graag, maar ook goed en het duurde niet ig, of Quick Boys werd een club, waarvoor de tegenstanders danig res- jit hadden. niet zo zuinig. Met de orkaan a een vervelende periode van spelen I Zondag en van politiemannen, die i B. en W. van Katwijk opdracht kre- om het veld te ontruimen, daaV voet- op Zondag niet toegestaan was, zat jek Boys in 1929 bijna aan de grond, laar toen nam het bestuur een maat- el, waarvan het veel plezier heeft be id. Besloten werd in dat jaar deel te n nemen aan de uiterst kleine Zater- piddagcompetitie van de LVB, waar- 'ook de inmiddels in het leven ge- fen verenigingen SCO (Oegstgeest), (Leiden), ARC (Alphen aan den a) en RCL (Leiderdorp) speelden, lindsdien is Quick Boys groter en Ier geworden. De belangstelling voor Zaterdagvoetbal nam meer en meer I Vooral voor de wedstrijden tussen lek Boys en ARC en Quick Boys ftburgse Boys, die door duizenden ichouwers werden bijgewoond. *e herinneren ons nog levendig, dat [strijd om het kampioenschap bijna d ging tussen Quick Boys en ARC. hoe de competitieleider het voor el- f kreeg, weten we niet, maar steeds i het de laatste wedstrijd van beide ilen, die de beslissing moest brengen, i ging het er dan heet aan toe! En argride dag van gisteren herinneren we ook de wedstrijd tussen Quick Boys Rijnsburgse Boys op die Zaterdag- flPn ^ag- toen er b'Jkans een orkaan over L/C1& Veifj gierde. Deze wédstrijd winnen zeiden de Rijnsburgers. De Katwij- grinnikten maar eens om deze op pepper ij. En tóen girg het er op los everfa In 1946 gingen de schepen op de ge wone tijd in Mei en Juni ter haringvis serij. De eerste aanvoeren brachten ab normaal hoge prijzen van f 600700 per kantje op. Voor de consument was dt prijs van f 1 per haring geen zeldzaam- Het is niet overdreven, met stille eerbied onze gedachten even te bepalen bij hen. die in hun beroep als slachtoiiers der zee zijn gevallen. Met des te meer waardering mag dan tevens worden gewaagd van de ware zeemansaard, die zich nimmer verloochent. Is het niet typerend, dat Katwijk zijn ka rakter steeds behouden heelt? De Katwijkse vissersvloot is bemand met ruim 1500 koppen. De gevallenen kunnen we niet beter herdenken, de pres taties der vissers van thans op geen betere wijze onze hoog achting brengen, dan steeds weer te vragen om een haven. de geel-zwarten de leiding en stonden die niet meer af. de kanon- nades die Quick Boys in de tweede helft afvuurde ten spijt! De Zaterdagmiddagcompetitie van de LVB werd groter en groter. De KNVB besloot om een Zaterdagmiddagafdeling in het leven te roepen. Eerst alleen een vierde klasse en enige jaren geleden zelfs een derde klasse, waarin zich Quick Boys en Rijnsb. Boys wisten te plaatsen. ARC en Noórdwijk volgden later. Deze vier clubs hebben zich ook weten te handhaven. Quick Boys zelfs uitstekend, want ze legde onafgebroken beslag op de titel. Ook vorig jaar, maa' toen moest ze het in de wedstrijden om de landscompetitie afleggen tegen „Huizen". Er zit in de laatste jaren ongetwijfeld enige daling in het spelpeil van de clubs uit Leiden en omgeving. Dat kwam wel zeer sterk tot uiting in de selectiewed strijden, die er voor de ontmoeting tus sen Nederland en België werden ge speeld. Slechts Van der Wiel van „Noord wijk" wist zich te onderscheiden en zich in het Zaterdagelftal te spelen. Drie Quick Boys-spelers werden echter uit de ploeg gelaten, waarin ie tweemaal hadden gespeeld. Zullen de clubs uit district I de clubs uit ons district de baas worden? We menen te weten, dat Quick Boys er an ders over denkt en wellicht ook nog an dere verenigingen. Afwachten dus maar. heid, doch deze prijzen werden op de duur onbetaalbaar In verband hiermee werden van regeringswege maximumprij zen vastgesteld van ongeveer f 40 per kantje Zoals altijd was de haring Sept.December .van een schraler soort en meer voor de export bestemd. Een klein deel van deze haring werd gerookt (bokking) of gemarineerd. In September brachten de loggers buitengewoon grote vangsten van deze soort haring aan zó groot zelfs, dat de afzet moeilijkheden ondervond. Toen de haring van de Doggersbank werd aangevoerd, moesten weer maat regelen worden getroffen om de vang sten die een bepaalde prijs niet haalden, op te leggen. Wegens distributie was de uitvoer verboden. Ondanks veel welvaart is de vissers vloot heden ten dage nog niet naar wens naast U slaapt-Is misschien jurylid, de zaal sluipen ze. wie weet meer zitten. Dus zoodra de schemerlamp zyn licht laat schijnen, slapen!" En dan vólgden er nog tal vaj wijzingen en raadgevingen. Ook moedigen, zoals deze: ,,'s Morgens zal I alles aanwezig zijn voor het ontbijt. Ieder, die meent op te kunnen treden alsl ..fourier" noodigen we uit, t mes ter hand. te nemen voor het eten". Dat „Jahn" het met het woord Chris telijk voor haar naam nauw nam, blijkt uit de Volgende regels: „Ten slotte dit, vergeet niet, -de Leidsche afdeeling staat religieus hoog aan geschreven in onze stad. Dit opge merkt als u soms per tram lste Pink sterdag de nabij gelegen zeeplaat sen wilt bezoeken". Wapenschouwing Ja, „Jahn" wist wel wat ze deed En de bondsdag op het Schuttersveld is ge slaagd. Natuurlijk, er waren foutjes in de organisatie. Zo tippelden Leidenaars tijdens de oefeningen op het Schutters veld rond, alsof het gehele terrein die, dag voor hen bestemd was. Maar in hei maandblad van Juni 1920 schreef K.: De wapenschouwing te Leiden gehouden, geeft alle reden tot tevredenheid en goede hope voor een goede toekomst De verschillende indrukken zijn zoo groot, dat het ons moeilijk valt een re gelmatig overzicht te schrijven. We ge ven daarom liever het woord aan de Nieuwe Leidsche Courant, het Chr. dag blad voor Leiden en omstreken, die een vrij nauwkeurig en uitvoerig verslag van de wedstrijden geeft". Onze verslaggever uit die dagen noe de de wedstrijden goed geslaagd, wees er op, dat de heer De Bruyn in eerste plaats met voldoening mocht terugzien op dit mooie turnfeest. Me tot weerziens aan alle 400 deel nemers en de uitslagen van de wedstrij den besloot hij zijn reportage. Nadien zijn „Jahn" en de Nieuwe Leidsche elkaar trouw gebleven- „Jahn' bouwde voort aan haar doel: lichame lijke ontspanning in Christelijke de heer De Bruyn trok later het land door om verenigingen als „Jahn" ln het leven te roepen en ze te bewegen tot de bond toe te treden. Nog steeds bondspropagandist. Door zijn toedoen groeide de bond tot de meer dan "40 000 leden, die hij nu heeft. „Jahn" neemt nog altijd een bijzonder plekje in zijn hart in. Op al haar uit ingen en onderlinge wedstrijden was hij present. D.O.S." sloot zich na de bevrijding er bij de bond aa'n. Maar niet lang ge leden trok ze zich weer terug. Jammer! Van de nog betrekkelijk jo: enigingen te Leiderdorp en Rijnsburg is bekend, dat ze het zeer goed maken gemoderniseerd en uitgebreid. De hoge bouwprijzen en het steeds nog niet be kend zijnde financieringsplan (zulks ir. tegenstelling tot d.e koopvaardijvloot) zijn oorzaak, dat nog niet veel nieuw bouw heeft plaatsgehad. De enkele nieuwe schepen getuigen evenwel van de grote ondernemingsgeest der rede rijen. gezien de hypermoderne bouw en accomcdatie. We kunnen er trots op zijn. dat de Hollandse haring bovenaan staat. Reden hiervan is, dat de haring, zodra zij bin nen boord is, wordt gekaakt, gezouten en in vaten verpakt. Door het ka ken verliest de haring het bloed en wordt blanker en malser van vlees. De Engel sen daarentegen brengen de haring ver: aan de wal en eerst daar wordt ze ge kaakt en gezouten. De vis is daardoor minder van kwaliteit en het vlees rood van kleur. Vandaar: de Hollandse Nieuwe bovenaan! Zo zijn we tot 1950 gekomen. Uit bo venstaand ietwat eentonig relaas blijkt, dat de visserij zich zowel gedu rende voorspoedige als minder gelukkige jaren heeft kunnen handhaven. Het heeft de rederijen niet aan moed en durf ont broken om de visserij niet alleen in stand te houden, maar ook uit te breiden. Hoeveel gunstiger zou dit alles zich ontwikkeld hebben, wanneer de rederijen en vissers uit hun isolement waren ver lost door een eigen zeehaven. De rede rijen zouden dan veel economischer kunnen exploiteren, daar het vervoer van de vangsten van IJmuiden naar Katwijk, alsmede de retourvrachten naar IJmui den voor inscheping, vervoer der beman ningen, verlies van tijd en zeer hoge kosten met zich meebrengen. Bovendien zouden de nevenbedrijven, zoals scheeps- :rven en smederijen, daarvan profiteren de gemeente Katwijk j welvaart toenemen. „Kumpioensploeg Rotterdam 1926". Dit bijschrift stond naast deze foto in de Pernix-omroep van Mei 1931 vermeld. Staande (v.l.n.r.): Kees Visser (j), Jan Teeuwen, Dick Marck, Henk de Vries, Koos Karstens en Jan van der Horst; zittend (v.l.n.r.): Co van Weeren, Cor Karstens, Tine Bink, Jo van Hooidonk, Ali van Weeren en Bertha van Hooidonk. Quick Boys 1. zoals het er op 1 Juni 1921 uitzag: staande (v.l.n.r.) D. Stavleu. D. Kleen. van Duijvenbode. P. M. v. d. Berg en H. de Vries; geknield: Kr. van Duijvenbode Pzn. C. Meyer en J. C. v. d. Berg; zittend: P. Reuvenkamp. W. Haasnoot en Bloot. Het jaar van de oprichting der „Nieu we Leidsche" zette in met twee niet- onbelangrijke gebeurtenissen: de firma J. C Zaalberg en Zoon, een van de voor aanstaande Leidse industrieën, herdacht haar 150-jarig bestaan en de stad Leiden werd door annexatie van gedeelten van de gemeenten Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude vijfduizend ingezetenen rij- Het Leids Studentencorps schafte op 7 Februari de verplichte groentijd af en stelde daarvoor het ..patronaat" in de De Rijksuniversiteitsmanège aan de Kaiserstraat werd op 9 Maart, nadat zij een grondige restauratié had ondergaan, plechtig heropend Prof. dr H. Kamerlingh Onnes aan vaardde op 25 Maart het erelidmaatschap van de Chemical Society te Londen. Op de eerste April verloor Alva zijn bril en dit zal ook in het Leiden van 1920 zeker wel zijn herdacht met een aan tal snode fopperijen, maar van meer ge wicht dan deze spectaculaire „herden- kinkjes" was toch de oprichting van de Nieuwe Leidsche Courant als Christelijk Dagblad voor Leiden en Omstreken. Op de middag van Vrijdag 23 April had in de receptiekamer van de Stads gehoorzaal de plechtige aanbieding plaats van de De Gijselaarbank aan burgemees ter jhr dr N. C. de Gyselaar, die Leiden ook in de emotievolle jaren van 1914 1918 vastberaden had bestuurd. Een tweede onderscheiding viel prof. dr Kamerlingh Onnes in dit jaar ten deel, toen hij op 26 April tot lid van de Kon Deense Academie van Wetenschappen te Kopenhagen werd benoemd. 28 Mei bracht hem de benoeming tot lid van Het culturele leven beleefde op 1 Juni een hoogtijdag: 150 kinderen uit Berlijn gaven een concert in de Stadsgehoorzaal. De bladen stonden er vol van. De uitslag van de op 30 Juni gehou den gemeenteraadsverkiezing overtrof de verwachtingen van de rechtse par tijen. De verkiezingsstrijd was fel ge weest. De verhouding werd: 19 rechts tegen 12 links. Aan de rechterzijde na men zitting: 7 A R., 7 R.K 5 C.H.; aan de linkerzijde: 7 Soc. Dem.. 2 Vrijz. Dem 1 Unie-Liberaal, 1 Vrij-Liberaal. 1 Com munist. Zondag 4 Juli was voor de Hervormde Gemeente een gewichtige dag: ds G. H Beekenkamp. gekomen van Oldebroek, deed er zijn intrede. De academische gemeenschap opende op 12 Juli de nieuwe Universiteitsbiblio theek aan het Rapenburg. De bouw duur de omstreeks vijf jaar. Van 29 Augustus tot 2 September vond een grootse herdenking plaats van het vertrék der Pilgrim-Fathers uit Leiden naar Noord-Amerika in 1620. De grote dahlia-tentoonstelling, die op 24 September haar poorten in de Stads gehoorzaal ontsloot, trok duizenden men sen naar de Sleutelstad volkeren der aarde. En wie zal weten, dat de vernieuwing van het onderwijs in 1920 al zo ver was gevorderd, dat op 9 November een schoolbioscoop in het Luxortheater in werking trad? schiet, die schiet wel nooit mis. Waarom niet? Omdat hij een nul is en zijn roeping verzaakt. Hij zal niets neerleggen ln de levensstrijd, AFDRUKKEN van INDRUKKEN van oud-leden van Ternix Er zit maar een goed jaar verschil in de leeftijden van Pernlx en de Nieuwe Leid sche. Het was namelijk ln Mei 1921, toen er op de advertentie-pagina van onze jonge courant een oproep tot het bijwonen van de oprichtingsvergadering van Pernix voorkwam. Een jeugdige Drent, Henk de Vries, nog maar een goede week in Leiden, en de heer C. A. de Bruyn Jr, warm voorstander van de lichamelijke ont spanning in Christelijke zin, hadden dit idee uitgekookt. En na veel gegiechel om Henks sappige Drents werden op 11 Mei ln „Prediker" spijkers met koppen gesla gen: er werd een Leidse Christelijke korfbalclub opgericht, bestaande uit zestien leden en één donateur. Dat was nu allemaal wel aardig, het ging in 't begin allesbehalve v? leien dakje. Behalve de narigheid met het zoeken naar een geschikt terrein op „wijlen Posthof" aan de Rijnsburger- weg viel de eerste keus was i veel tegenwerking van de ouders kerkeraad. Werd Henk de Vries niet door enige ouderlingen op het matje ge roepen en moesten Jan Teeuwen Gerard Hoek niet schielijk achter schuttinkje wegduiken als hun ouden voogden langs „Posthof" kwamen? Maar ziedaar, wijlen ds H. Thoi riep in die dagen uit: „Leve Pernix". trok ten strijde tegen de Christenen, die lichamelijke oefening zagen als wereldse dingen, die thuis horen in trotse stadions, waar men de wierook doet opwalmen voor het schepsel. Ds Thomas zag ln lichamelijke oefening niets minder dan Christelijke roeping. „God wil, dat we, ook ten aanzien van de vlammende strijd tegen de revolutie, ons in de jeugd psychisch en physiek zo weerbaar mogelijk zul len maken: Vaardig en sterk tot Gods eer". En ds Thomas vervolgde: „Daarom roep ik onvervaard: Leve Pernix! Al bereiken we het ideaal niet. Natuurlijk: wie uit besef van roeping schiet, loopt gevaar mis te schieten. Maar wie in 't geheel niet Dan volgt er voor de Pernix-n „Daarom moge Pernix ondergaan en verdwijnen, indien ze ooit haar banier trouwloos strijkt. Maar ook, zolang uw rappe hand dat heilige dundoek trouw verheft: groei dan en bloei dan! en word op zijn minst zo oud als uw vriend en toeziende voogd ds H. Thomas". Ook dokter Dekker was „Pernix" zeer ter wille. Ondanks alle tegenwerking beoefen den de Pernix-ers uit die dagen hun sport met vreugde en plezier. Er waren in die eerste tijd nog geen palen met manden. Wat deed het er toe! Henk de Vries leer de zijn makkers ballen vangen en het viel warempel niet mee om zo'n grote bal te hanteren. Dan was er nog die vreemde aantrekkingskracht van de brede sloot rond het terrein op de bal. Maar wat nood? Evert de Jong dook het bruine monster na met een bewonde renswaardige graagte. Na de eerste nuttige oefeningen kwam het grote moment: het spelen van de eerste officiële wedstrijd tegen D.E.S. uit Delft. Dat was me wat! Vooraf las Henk de Vries, de aanvoerder, met een gewich tig gezicht de tien korfbal-geboden voor. Toen per fiets naar Delft, waar eervol met 6—0 werd verloren. Al spoedig kwamen er successen. In Delft werd een eerste prijs be vochten, op de eerste bondsdag van de C.K.B. ln 1923 de schoonheids prijs voor het fraaiste spel en ln dat zelfde Jaar was zowel het eerste als het tweede twaalftal kampioen der Noordelijke afdelingen van de C.K.B. In een korte spanne tljds werd vele malen van terrein verwisseld. De successen hielden aan en ds Thomas volgde ze, al was het nog zo slecht weer, vanaf de lijn. Wij worden oud wij blijven jong I De oudjes gingen én de jongen kwa men. „Wij worden oud", verzuchtte Ge rard Hoek. eenmaal redacteur van ons blad, in het jubileumnummer van Per- x van 28 November 1946. „Dat hebben tot elkaar gezegd op die Zaterdag- ddag, toen we Pernix I voor de zo- elste (de 10e?) maal het kampioen schap van Nederland zagen veroveren, ditmaal met niet minder dan 70. Daar liepen rondom de lijnen allerlei min of bezadigde lieden, die ééns ook met injekraag op het witte shirt binnen nen hadden gedraafdeen dok- en candidaat-not&ris, een wethou der. een kapit*tr», een ^onrnaMsf. een huismoeder, enfin: heel het bonte leven r vertegenwoordigd. En toen de kwam, konden ze zich even niet bedwingen: To en Wim en Jah en Cor Dirk en Jo en Gé en Samjongens meisjes onder elkaar. In het „partijtje onder de paal", dat veel te kort duurde, heeft To me een bloedneus bezorgd met geefbal, waar ik niet meer op had gerekend, maar het mocht 'm niet i, omdat zelfs de daardoor opge wekte smaak achter in m'n keel me nog herinnerde aan het oude Pernix van de vintiger Jaren. Wij worden oudTo, die lk eens als jongeling voor het eerst zag meespelen in Pernix I, zat nu aan de lijn en had n haar vier kinderen buiten het strijdperk te houden; de oude heer Van ten, die in mijn jongelingsjaren al imposante figuur was ln de Hooi- grachtkerk, vertelde mij na afloop, dat et zijn 86 jaren toch wel de oudste supporter van Pernix zou zijn en toen ik hem zag, dacht lk natuurlijk onwillekeu- eer terug aan die andere figuur, weggedoken In de kraag van z'n jas, die (weer of geen weer) naar zijn Pernix "cwam kijken, dominee Thomas. Wanneer k aan hem denk, dan laat ik op het „Wij vorden oud", onmiddellijk volgen ,Wij blijven jong!"zoals hij jong bleef. Pernix is nu in het zilver en de zilveren draden beginnen bij menigeen al door het haar te lopen, maar ik kan geen oud-Pernixlid ontmoeten, of hij is jong gebleven". En Gerard Hoek besluit zyn arti kel met de volgende woorden tot de jongeren: „Ik hoor, dat Pernix nu al meer dan 100 leden heeft, tot de grootste clubs van de C.K.B. mag worden gerekend en dit jaar weer bij de sterkste behoorde. Dat is natuur lijk prachtig. Onder één beding: dat de oude Pernix-sfeer ongerept blijft. Kampioenschappenbest ('k hoop alleen, dat ze in de toekomst met wat meer moeite veroverd moeten wor den!) maar belangrijker ls, dat er vrienden worden gemaakt. Dan zal het oude Pernix jong blijven, zoals de oud-Pernix-ers zich voorne men jong te blijven". Daar had je... i elotte nog enige afdrukken van indrukken, die W.F.K. in het jubileum- mmer van Mei 1946 „plantte". .Nog zie ik als adsplrant-lld die oudo gezichten voor me: Daar had je Den Duik, die. altijd met n pet achter op z'n hoofd „geplakt", s een dolle achter de bal kon rennen; daar had je Hoek, die, wanneer hij :n schot loste, z'n ^lichaam zijwaarts bóog en de bal als 't* ware de mand in keek en waartegen lk als kleine jongen erg opzag; daar had je Piet Boekkooi, de stuw- racht van het twaalftal, die in een pannende wedstrijd wel honderd maal 'n broekje tot onder z'n oksels optrok; daar had je Ali van Weeren. die altijd op 't crltieke moment op do grond rol de; daar had je Kwaak (thans wethouder) die Jan en alleman ln 't ootje nam en ch verkneukelde als je „hapte"; daar had je Herman Buurman, die als ?t hem niet naar de zin ging. kalmpjes het veld uitliep en die, als je hem daar- flink uitschold, met een doodleuk gezicht verzekerde, dat hij er heus niets »n kon doen, zodat Je toch weer in 'e daar heb Je Jan Teeuwen (nu dokter), ie met een touwtje de V.E.O.-korven ging nameten en het grote genoegen naakte, dat deze werden afgekeurd; daar zijnnog zoveel andere jongens i meisjes, die zorgden, dat Pernix eea club werd, zoals die NU is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1950 | | pagina 27