DERTIG JAAR HARINGVISSERIJ
De Hollandse Nieuwe
bovenaan 1
eket
Zaterdagcompetitie nam
een grote vlucht
Kostelijke herinneringen
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
JUBILEUM-UITGAVE 1958
De visserij, een perpetuum mobile,
een altijd durende beweging. Zeer veel
is in de laatste 30 jaar veranderd. Ook
hier waren niet alle veranderingen ver
beteringen. Maar het is ontegenzeglijk,
'dat veel oude gewoonten verdwenen en
dat de bakens tijdig verzet werden, als
het getij daartoe dwong.
Alvorens een overzicht der visserij ge
durende de periode 19201950 te geven,
gaan we in gedachten nog enkele jaren
terug. Tijdens de eerste wereldoorlog
bestond de vissersvloot uit kotters, hou-
1 ijzeren zeilloggers en enkele motor-
loggers van de rederij N. Parlevliet, als
mede enkele bomschuiten. In 1916 waren
de bomschuiten geheel verdrongen. In
deze wereldoorlog was een aantal log
gers door mijnexplosies verongelukt en
met man en muis vergaan. Niettegen
staande het mijnengevaar
•erd met korte onderbre-
cingen de haring- en
lawlvisserij met suoces
ïitgeoefend, hoewel de
visserij door Engelse maat
regelen, zoals het opforen-
>en der schepen, veel moei
lijkheden ondervond. Zelfs de aangewe
zen vaargeul was onveilig. Voor het
eerst sinds 1916 ging men in October
1918 onder de Engelse kust ter haring
visserij.
Eerst in 1919 kon de haring- en trawl-
vlsserij weer normaal worden uitge-
jefend. De door de oorlog ontstane ont
wrichting was weer enigermate opgehe-
Het Jaar 1920 was een buitengewoon
irangstjaar en de teelt verliep zonder
verliezen aan mensenlevens en schepen.
)e vloot bestond toen bijna int 100 zeil-
oggers en enkele motorloggers. Hoewel
le vangsten zeer goed waren, toch werd
le toekomst der visserij met zorg tege-
noet gezien, omdat de uitvoer grote be-
emmeringen ondervond. Het betrof in
loofdzaak de handel, doordat een gTOol
>ercentage van de haring wegens te
ivervloedige aanvoer onverkocht bleef
tn de prijzen abnormaal laag kwamen te
iggen. Hiertegen werden in September
maatregelen getroffen in de vorm
een combinatie met het doel de
larlng tegen een bepaalde prijs op te
eggen. Dit had tot gevolg, dat in de vol-
ende teelt (1921) veel schepen uitslui-
»nd ter trawlvisserij gingen.
De jaren 1921 en 1922 waren in tegen-
Helling tot 1920 zeer schrale vangstjaren
Jn het bedrijf was dan ook voor -reders
>n vissers onbevredigend.
In 1923 waren de vangsten royaler,
och nu waren de lage prijzen oorzaak,
at de visserij niet lonend was. Bij de
jering van het 25-jarig regeringsjubi-
»um van H.M. Koningin Wilhelmina was
iatwijk in feesttooi, toen zich de droeve
jare verspreidde, dat twee trawlloggers
let de gehele bemanning
elukt.
In 1924 herstelde zich het vissersbedrljf
oor grote vangsten en lonende prijzen.
Zoals het met de visserij altijd gegaan
"as en nog gaat: na de vette komen weer
jagere tijden zo waren 1925 en 1926
jhrale jaren. De lichtzijde hiervan was,
It door de geringe aanvoer de prijzen
oog lagen. Al met al waren de resultaten
toh onbevredigend. Droevig is, dat de
[ctoberstorm van 1926 niet minder dan
I mensenlevens eiste.
Tevens bleek nu, dat de enkele motor-
ggers van de vloot veel grotere vang
en dan de zeilloggers hadden. Juist toen
erden steeds meer zeilloggers van mo-
__j:en voorzien. Deze mptoriserii>g_nam
<1927 en '28 sterk toe, zodat weldra alle
hepen over motorkracht beschikten en
I verbeterde uitkomsten aan de ver
achting voldeden. De haringvloot
leidde zich sterk uit. De techniek ver-
terde zich met grote schreden en de
se ïlpianningen raakten met de moderne
Stallaties der schepen meer en meer
jrtrouwd.
Het topjaar voor de haringvisserij was
£61129: goede vangsten en hoge prijzen.
>t en met 1930 waren de vangsten ren-
ibel, omdat de haring tegen lonende
ijzen van de hand ging.
Frankrijk, België, Polen en Rusland, eenl Scheveningen een tij-haven is. bracht
grote afnemer was, ondervond grote ook dit zeer veel moeilijkheden met
stagnatie door allerlei hoge rechten en zich
heffingen, omdat de Duitse visserij moest
worden beschermd.
Het pond sterling devalueerde tot
sohrik van de gehele wereld. De crisis in
de haringsector duurde bijna onvermin
derd tot de tweede wereldoorlog. In
1938'39 had een merkbare opleving
plaats, dank zij de medewerking van dc
regering en de algehele samenwerking
van het bedrijfsleven. Niettemin daalden
de prijzen van f20 tot f7 per kantje
In die tijd ging men op initiatief van
de rederijen en met medewerking van de
redersvereniging de vangsten op zee aan
elkaar overgeven, met het doel de ha-
ringprijzen te verbeteren. De haring
werd m betere conditie aangevoerd.
worden gedacht.
Bij het uitbreken van de tweede wereld-
>rlog moest de vloot weldra worden op
gelegd slechts een klein aantal sche
pen kon na enige tijd met zeer veel zorg
moeite zee kiezen. De uitkomst hier-
was in alle opzichten bevredigend
de overval in Mei 1940 echter moes-
alle schepen op bevel der regering
spoedig mogelijk de Nederlandse ha-
is binnenstomen, zulks voor eigen vei
ligheid. Slechts een aantal kleinere vaar
tuigen toog tijdens het begin van de be
zetting ter kustvisserij van uit Rijnlands
.teringskanaal en bracht dagelijks
de vangsten op het strand aan de afslag.
Ook hieraan kwam spoedig een eind,
j Moeilijke jaren.
In 1931 kwam echter de kentering:
Ultóland ging autarkische maatregelen
epassen en breidde zijn haringvloot uit
i in eigen behoefte te
breiding der vloot dofer nieuwbouw kon stoere
Aanvankelijk waren de besommingen
aan de lage kant, doch in Januari 1941
trad hierin verbetering, omdat de nacht
visserij werd toegestaan
af weer in IJmulden mocht binnenkomen
en daar afslaan. Op iedere logge:
vond zich een gewapende Duitser
controle, Met de algemene prijs
stijging der levensmiddelen hielden de
visprijzen gelijke tred. Deze toestand
handhaafde zich tot 1944, waarna de be
zetter weer strengere maatregelen gil
toepassen: de haven ,n IJmuiden we
voor loggers verboden.
De schepen werden gedwongen op ve
der afgelegen gronden te gaan vissen m
als aanvoerhaven Delfzijl. Doch omdat die
visaanvoer gedeeltelijk
Duitsland bestemd was
ven slechts weinig schepen
aan dit bevel gehoor er
kwamen hierna niet meer ir
de gelegenheid om geduren
de de oorlog te gaan vissen
De bemanningen waren ge-
de dwongen hun emplooi aan de wal te
zoeken. Zo kwam het
s hun tijd gingen doden met
bramen zoeken of aardappelen hakken.
Ofvoedsel halen!
Toen ons land eenmaal bevrijd was
werd alles weer in het werk gesteld oir
de visserij, die door de oorlog geheel ont
wricht was, in normale banen te bren
gen. De niet gevorderde schepen gingen
ter trawlvisserij en in Juni 1945 ging de
KW 37 als eerste schip ter haringvangst,
weldra gevolgd door vele andere. De ha
ring, door deze schepen aangebracht,
vond gretige aftrek, want de levensmid
delen waren nog zeer schaars, vooral vet
Dit belangrijke voedingsmiddel werd tot
grote voldoening vervangen door Hol
lands zeebanket.
Tijdens de pauze van de turnmars. die Leiden in 1920 door zijn
straten zag trekken, werd deze toto van .Jahn" gemaakt. De kledij
van toen verschilt nogal wat met die van nu. maar vindt U het geen
leuke prent?
het drie jaar
oudere zusje
„JAHNTJE", zoals ze door haar secretaris in die dagen nogal eens werd
genoemd, heeft bij de wieg van de Nieuwe Leidsche gestaan. Ze
toen ongeveer drie jaar oud en tot heel wat in staat. De vereniging
„Christelijke bond van gymnastiekverenigingen in Nederland" later
het N.C.G.V. telde haar reeds een jaar onder haar leden. D.O.S. had
daar ook toe behoord, maar zij bedankte in 1919 als lid.
alles klaar te maken
Wat zal de heer N. van Beelen, de schrijver van dit visserij-overzicht,
opkijken als hij deze foto ziet. Hij had ons namelijk diverse foto's van
vissersvaartuigen, oude en nieuwe gegeven om die te plaatsen. De foto
toont ons de heer Van Beelen, zoals hij een lid der jonge garde zit te
bevaderen.op de mijnenveger die voor ons blad in Mei van dit jaar
uitvoer om de „jagers op de eerste Hollandse Nieuwe" een laatste
vaarwel toe te
„Jahntje" liet zich al gauw „Jahn'
aemen en de Nieuwe Leidsche moest
in haar geboortejaar aan te pas ko
en, om een uitvoering van de ..grote
meid" te verslaani Toen deed „Jahn"
met haar energieke leider, de heer C. A.
de Bruyn Jr, iets waar heel de bond
versteld van stond. Het tienjarig bestaan
van de bond zou gevierd worden met
bondsdag. Maar de ene na de andere
vereniging bedankte voor de
dag te organiseren. Ze zagen er geen
kans toe. „Jahn" durfde het echter wel
'aan en dat ze de zaken goed aanpakte.
I blijkt wel uit het volgende stukje uit
het maandblad van de bond, d.d Mei
1920 van de hand van haar secretaris,
de heer K. Cebol:
I „Het 3-jarig Leidsche „Jahntje" ls
bezig zijn 10-jarigen vader in zijn veste
- te ontvangen. Arm als ze zelf is. zal ze
toch trachten „vader" met al zijn kin
deren een goede ontvangst te bereiden.
Een tiende jaardag mag toch niet onop
gemerkt voorbij gaan? Hoe zullen we
i onze huisgenooten ontvangen? 21 Mei
rukken de „Jahn"-leden uit (enkel oud-
militairen) om stroozakken te vullen,
kribben op te zetten, ze te richten, enz.
Ze zullen voorzeker pen gezellig slaap
vertrek" in orde brengen. Verder moet ge
weten, dat we Dames en Heeren hebben
aangesteld, die op moeten schrijven, wie
als ,,'t pitten" is geblazen, nog een woord
zegt. De straf da'arvoor is. geschorst
tFoto-€>. 1
doordat de bezetter aan Rijnlands uit
watering versperringen aanbracht.
Ongeveer 80% van de beste schepen
werd weldra door de Kriegsmarine
gevorderd en voor oorlogsdoeleinden
ingericht. In de herfst van 1940 ging
men met de niet gevorderde loggers
een poging wagen om op de Neder
landse kust te trawlen. Al spoedig
liep een der schepen op een mijn en
verging met man en muis. Hoewel
deze ramp er de schrik in bracht,
ging men na enige tijd toch weer ter
visserij, die door de bezettende
macht aan strenge maatregelen was
gebonden. Men moest o.a. iedere
avond de Scheveningse haven bin
nenlopen en mocht slechts 15 mijl uit
de kust vissen. Omdat de haven van
Katwijkers speelden giaag en goed
TAN GEORGANISEERD ZATERDAGVOETBAL was in 1920 nog geen
sprake. Voor zover we hebben kunnen nagaan, bestond er in dat jaar
ichts de voetbalvereniging „Katwijk", het latere Quick Boys. De Kat-
jjkse knapen hadden al lang in de duinen achter een bal aangerend en
[kregen er tabak van om zo maar zonder enig clubverband verder te
tien. Er volgde een „vergadering" en zowaar, er werd een club opge-
rnt. Tot de oprichters behoorden o.a. de heren J. Pluimgraaff, "Van der
lel, Bloot en Kleen, mannen die nu gewichtige posities bekleden. Maar
K deze heren hebben niet kunnen weten, dat hun destijds genomen be
lt voor het Zaterdagvoetbal zo'n grote betekenis zou krijgen. Want de
Wijkers speelden niet alleen graag, maar ook goed en het duurde niet
ig, of Quick Boys werd een club, waarvoor de tegenstanders danig res-
jit hadden.
niet zo zuinig. Met de orkaan
a een vervelende periode van spelen
I Zondag en van politiemannen, die
i B. en W. van Katwijk opdracht kre-
om het veld te ontruimen, daaV voet-
op Zondag niet toegestaan was, zat
jek Boys in 1929 bijna aan de grond,
laar toen nam het bestuur een maat-
el, waarvan het veel plezier heeft be
id. Besloten werd in dat jaar deel te
n nemen aan de uiterst kleine Zater-
piddagcompetitie van de LVB, waar-
'ook de inmiddels in het leven ge-
fen verenigingen SCO (Oegstgeest),
(Leiden), ARC (Alphen aan den
a) en RCL (Leiderdorp) speelden,
lindsdien is Quick Boys groter en
Ier geworden. De belangstelling voor
Zaterdagvoetbal nam meer en meer
I Vooral voor de wedstrijden tussen
lek Boys en ARC en Quick Boys
ftburgse Boys, die door duizenden
ichouwers werden bijgewoond.
*e herinneren ons nog levendig, dat
[strijd om het kampioenschap bijna
d ging tussen Quick Boys en ARC.
hoe de competitieleider het voor el-
f kreeg, weten we niet, maar steeds
i het de laatste wedstrijd van beide
ilen, die de beslissing moest brengen,
i ging het er dan heet aan toe! En
argride dag van gisteren herinneren we
ook de wedstrijd tussen Quick Boys
Rijnsburgse Boys op die Zaterdag-
flPn ^ag- toen er b'Jkans een orkaan over
L/C1& Veifj gierde. Deze wédstrijd winnen
zeiden de Rijnsburgers. De Katwij-
grinnikten maar eens om deze op
pepper ij. En tóen girg het er op los
everfa
In 1946 gingen de schepen op de ge
wone tijd in Mei en Juni ter haringvis
serij. De eerste aanvoeren brachten ab
normaal hoge prijzen van f 600700 per
kantje op. Voor de consument was dt
prijs van f 1 per haring geen zeldzaam-
Het is niet overdreven, met
stille eerbied onze gedachten
even te bepalen bij hen. die
in hun beroep als slachtoiiers
der zee zijn gevallen. Met des
te meer waardering mag dan
tevens worden gewaagd van
de ware zeemansaard, die zich
nimmer verloochent. Is het niet
typerend, dat Katwijk zijn ka
rakter steeds behouden heelt?
De Katwijkse vissersvloot is
bemand met ruim 1500 koppen.
De gevallenen kunnen we
niet beter herdenken, de pres
taties der vissers van thans op
geen betere wijze onze hoog
achting brengen, dan steeds
weer te vragen om een haven.
de geel-zwarten de leiding
en stonden die niet meer af. de kanon-
nades die Quick Boys in de tweede
helft afvuurde ten spijt!
De Zaterdagmiddagcompetitie van de
LVB werd groter en groter. De KNVB
besloot om een Zaterdagmiddagafdeling
in het leven te roepen. Eerst alleen een
vierde klasse en enige jaren geleden
zelfs een derde klasse, waarin zich
Quick Boys en Rijnsb. Boys wisten te
plaatsen. ARC en Noórdwijk volgden
later. Deze vier clubs hebben zich ook
weten te handhaven. Quick Boys zelfs
uitstekend, want ze legde onafgebroken
beslag op de titel. Ook vorig jaar, maa'
toen moest ze het in de wedstrijden om
de landscompetitie afleggen tegen
„Huizen".
Er zit in de laatste jaren ongetwijfeld
enige daling in het spelpeil van de clubs
uit Leiden en omgeving. Dat kwam wel
zeer sterk tot uiting in de selectiewed
strijden, die er voor de ontmoeting tus
sen Nederland en België werden ge
speeld. Slechts Van der Wiel van „Noord
wijk" wist zich te onderscheiden en
zich in het Zaterdagelftal te spelen. Drie
Quick Boys-spelers werden echter uit
de ploeg gelaten, waarin ie tweemaal
hadden gespeeld.
Zullen de clubs uit district I de clubs
uit ons district de baas worden? We
menen te weten, dat Quick Boys er an
ders over denkt en wellicht ook nog an
dere verenigingen. Afwachten dus maar.
heid, doch deze prijzen werden op de
duur onbetaalbaar In verband hiermee
werden van regeringswege maximumprij
zen vastgesteld van ongeveer f 40 per
kantje Zoals altijd was de haring
Sept.December .van een schraler soort
en meer voor de export bestemd. Een
klein deel van deze haring werd gerookt
(bokking) of gemarineerd. In September
brachten de loggers buitengewoon grote
vangsten van deze soort haring aan
zó groot zelfs, dat de afzet moeilijkheden
ondervond.
Toen de haring van de Doggersbank
werd aangevoerd, moesten weer maat
regelen worden getroffen om de vang
sten die een bepaalde prijs niet haalden,
op te leggen. Wegens distributie was de
uitvoer verboden.
Ondanks veel welvaart is de vissers
vloot heden ten dage nog niet naar wens
naast U slaapt-Is misschien jurylid,
de zaal sluipen ze. wie weet
meer zitten. Dus zoodra de schemerlamp
zyn licht laat schijnen, slapen!"
En dan vólgden er nog tal vaj
wijzingen en raadgevingen. Ook
moedigen, zoals deze: ,,'s Morgens zal I
alles aanwezig zijn voor het ontbijt.
Ieder, die meent op te kunnen treden alsl
..fourier" noodigen we uit, t mes ter
hand. te nemen
voor het eten".
Dat „Jahn" het met het woord Chris
telijk voor haar naam nauw nam,
blijkt uit de Volgende regels: „Ten
slotte dit, vergeet niet, -de Leidsche
afdeeling staat religieus hoog aan
geschreven in onze stad. Dit opge
merkt als u soms per tram lste Pink
sterdag de nabij gelegen zeeplaat
sen wilt bezoeken".
Wapenschouwing
Ja, „Jahn" wist wel wat ze deed En
de bondsdag op het Schuttersveld is ge
slaagd. Natuurlijk, er waren foutjes in
de organisatie. Zo tippelden Leidenaars
tijdens de oefeningen op het Schutters
veld rond, alsof het gehele terrein die,
dag voor hen bestemd was. Maar in hei
maandblad van Juni 1920 schreef K.: De
wapenschouwing te Leiden gehouden,
geeft alle reden tot tevredenheid en
goede hope voor een goede toekomst
De verschillende indrukken zijn zoo
groot, dat het ons moeilijk valt een re
gelmatig overzicht te schrijven. We ge
ven daarom liever het woord aan de
Nieuwe Leidsche Courant, het Chr. dag
blad voor Leiden en omstreken, die een
vrij nauwkeurig en uitvoerig verslag
van de wedstrijden geeft".
Onze verslaggever uit die dagen noe
de de wedstrijden goed geslaagd,
wees er op, dat de heer De Bruyn in
eerste plaats met voldoening mocht
terugzien op dit mooie turnfeest. Me
tot weerziens aan alle 400 deel
nemers en de uitslagen van de wedstrij
den besloot hij zijn reportage.
Nadien zijn „Jahn" en de Nieuwe
Leidsche elkaar trouw gebleven- „Jahn'
bouwde voort aan haar doel: lichame
lijke ontspanning in Christelijke
de heer De Bruyn trok later het land
door om verenigingen als „Jahn" ln het
leven te roepen en ze te bewegen tot de
bond toe te treden. Nog steeds
bondspropagandist. Door zijn toedoen
groeide de bond tot de meer dan "40 000
leden, die hij nu heeft.
„Jahn" neemt nog altijd een bijzonder
plekje in zijn hart in. Op al haar uit
ingen en onderlinge wedstrijden
was hij present.
D.O.S." sloot zich na de bevrijding
er bij de bond aa'n. Maar niet lang ge
leden trok ze zich weer terug. Jammer!
Van de nog betrekkelijk jo:
enigingen te Leiderdorp en Rijnsburg is
bekend, dat ze het zeer goed maken
gemoderniseerd en uitgebreid. De hoge
bouwprijzen en het steeds nog niet be
kend zijnde financieringsplan (zulks ir.
tegenstelling tot d.e koopvaardijvloot)
zijn oorzaak, dat nog niet veel nieuw
bouw heeft plaatsgehad. De enkele
nieuwe schepen getuigen evenwel van
de grote ondernemingsgeest der rede
rijen. gezien de hypermoderne bouw en
accomcdatie.
We kunnen er trots op zijn. dat de
Hollandse haring bovenaan staat. Reden
hiervan is, dat de haring, zodra zij bin
nen boord is, wordt gekaakt, gezouten
en in vaten verpakt. Door het ka
ken verliest de haring het bloed en wordt
blanker en malser van vlees. De Engel
sen daarentegen brengen de haring ver:
aan de wal en eerst daar wordt ze ge
kaakt en gezouten. De vis is daardoor
minder van kwaliteit en het vlees
rood van kleur. Vandaar: de Hollandse
Nieuwe bovenaan!
Zo zijn we tot 1950 gekomen. Uit bo
venstaand ietwat eentonig relaas
blijkt, dat de visserij zich zowel gedu
rende voorspoedige als minder gelukkige
jaren heeft kunnen handhaven. Het heeft
de rederijen niet aan moed en durf ont
broken om de visserij niet alleen in
stand te houden, maar ook uit te breiden.
Hoeveel gunstiger zou dit alles zich
ontwikkeld hebben, wanneer de rederijen
en vissers uit hun isolement waren ver
lost door een eigen zeehaven. De rede
rijen zouden dan veel economischer
kunnen exploiteren, daar het vervoer van
de vangsten van IJmuiden naar Katwijk,
alsmede de retourvrachten naar IJmui
den voor inscheping, vervoer der beman
ningen, verlies van tijd en zeer hoge
kosten met zich meebrengen. Bovendien
zouden de nevenbedrijven, zoals scheeps-
:rven en smederijen, daarvan profiteren
de gemeente Katwijk j
welvaart toenemen.
„Kumpioensploeg Rotterdam 1926". Dit bijschrift stond naast deze foto
in de Pernix-omroep van Mei 1931 vermeld. Staande (v.l.n.r.): Kees
Visser (j), Jan Teeuwen, Dick Marck, Henk de Vries, Koos Karstens
en Jan van der Horst; zittend (v.l.n.r.): Co van Weeren, Cor Karstens,
Tine Bink, Jo van Hooidonk, Ali van Weeren en Bertha van Hooidonk.
Quick Boys 1. zoals het er op 1 Juni 1921 uitzag: staande (v.l.n.r.)
D. Stavleu. D. Kleen. van Duijvenbode. P. M. v. d. Berg en H. de
Vries; geknield: Kr. van Duijvenbode Pzn. C. Meyer en J. C. v. d.
Berg; zittend: P. Reuvenkamp. W. Haasnoot en Bloot.
Het jaar van de oprichting der „Nieu
we Leidsche" zette in met twee niet-
onbelangrijke gebeurtenissen: de firma
J. C Zaalberg en Zoon, een van de voor
aanstaande Leidse industrieën, herdacht
haar 150-jarig bestaan en de stad Leiden
werd door annexatie van gedeelten van de
gemeenten Leiderdorp, Oegstgeest en
Zoeterwoude vijfduizend ingezetenen rij-
Het Leids Studentencorps schafte op
7 Februari de verplichte groentijd af en
stelde daarvoor het ..patronaat" in de
De Rijksuniversiteitsmanège aan de
Kaiserstraat werd op 9 Maart, nadat zij
een grondige restauratié had ondergaan,
plechtig heropend
Prof. dr H. Kamerlingh Onnes aan
vaardde op 25 Maart het erelidmaatschap
van de Chemical Society te Londen.
Op de eerste April verloor Alva zijn
bril en dit zal ook in het Leiden van
1920 zeker wel zijn herdacht met een aan
tal snode fopperijen, maar van meer ge
wicht dan deze spectaculaire „herden-
kinkjes" was toch de oprichting van de
Nieuwe Leidsche Courant als Christelijk
Dagblad voor Leiden en Omstreken.
Op de middag van Vrijdag 23 April
had in de receptiekamer van de Stads
gehoorzaal de plechtige aanbieding plaats
van de De Gijselaarbank aan burgemees
ter jhr dr N. C. de Gyselaar, die Leiden
ook in de emotievolle jaren van 1914
1918 vastberaden had bestuurd.
Een tweede onderscheiding viel prof.
dr Kamerlingh Onnes in dit jaar ten deel,
toen hij op 26 April tot lid van de Kon
Deense Academie van Wetenschappen te
Kopenhagen werd benoemd. 28 Mei
bracht hem de benoeming tot lid van
Het culturele leven beleefde op 1 Juni
een hoogtijdag: 150 kinderen uit Berlijn
gaven een concert in de Stadsgehoorzaal.
De bladen stonden er vol van.
De uitslag van de op 30 Juni gehou
den gemeenteraadsverkiezing overtrof
de verwachtingen van de rechtse par
tijen. De verkiezingsstrijd was fel ge
weest. De verhouding werd: 19 rechts
tegen 12 links. Aan de rechterzijde na
men zitting: 7 A R., 7 R.K 5 C.H.; aan
de linkerzijde: 7 Soc. Dem.. 2 Vrijz. Dem
1 Unie-Liberaal, 1 Vrij-Liberaal. 1 Com
munist.
Zondag 4 Juli was voor de Hervormde
Gemeente een gewichtige dag: ds G.
H Beekenkamp. gekomen van Oldebroek,
deed er zijn intrede.
De academische gemeenschap opende
op 12 Juli de nieuwe Universiteitsbiblio
theek aan het Rapenburg. De bouw duur
de omstreeks vijf jaar.
Van 29 Augustus tot 2 September vond
een grootse herdenking plaats van het
vertrék der Pilgrim-Fathers uit Leiden
naar Noord-Amerika in 1620.
De grote dahlia-tentoonstelling, die op
24 September haar poorten in de Stads
gehoorzaal ontsloot, trok duizenden men
sen naar de Sleutelstad
volkeren der aarde.
En wie zal weten, dat de vernieuwing
van het onderwijs in 1920 al zo ver was
gevorderd, dat op 9 November een
schoolbioscoop in het Luxortheater in
werking trad?
schiet, die schiet wel nooit mis.
Waarom niet? Omdat hij een nul is
en zijn roeping verzaakt. Hij zal
niets neerleggen ln de levensstrijd,
AFDRUKKEN van INDRUKKEN
van oud-leden van Ternix
Er zit maar een goed jaar verschil in de leeftijden van Pernlx en de Nieuwe Leid
sche. Het was namelijk ln Mei 1921, toen er op de advertentie-pagina van onze
jonge courant een oproep tot het bijwonen van de oprichtingsvergadering van
Pernix voorkwam. Een jeugdige Drent, Henk de Vries, nog maar een goede week in
Leiden, en de heer C. A. de Bruyn Jr, warm voorstander van de lichamelijke ont
spanning in Christelijke zin, hadden dit idee uitgekookt. En na veel gegiechel om
Henks sappige Drents werden op 11 Mei ln „Prediker" spijkers met koppen gesla
gen: er werd een Leidse Christelijke korfbalclub opgericht, bestaande uit zestien
leden en één donateur.
Dat was nu allemaal wel aardig,
het ging in 't begin allesbehalve v?
leien dakje. Behalve de narigheid met
het zoeken naar een geschikt terrein
op „wijlen Posthof" aan de Rijnsburger-
weg viel de eerste keus was i
veel tegenwerking van de ouders
kerkeraad. Werd Henk de Vries niet
door enige ouderlingen op het matje ge
roepen en moesten Jan Teeuwen
Gerard Hoek niet schielijk achter
schuttinkje wegduiken als hun ouden
voogden langs „Posthof" kwamen?
Maar ziedaar, wijlen ds H. Thoi
riep in die dagen uit: „Leve Pernix".
trok ten strijde tegen de Christenen, die
lichamelijke oefening zagen als wereldse
dingen, die thuis horen in trotse stadions,
waar men de wierook doet opwalmen
voor het schepsel. Ds Thomas zag ln
lichamelijke oefening niets minder dan
Christelijke roeping.
„God wil, dat we, ook ten aanzien
van de vlammende strijd tegen de
revolutie, ons in de jeugd psychisch
en physiek zo weerbaar mogelijk zul
len maken: Vaardig en sterk tot
Gods eer". En ds Thomas vervolgde:
„Daarom roep ik onvervaard: Leve
Pernix! Al bereiken we het ideaal
niet. Natuurlijk: wie uit besef van
roeping schiet, loopt gevaar mis te
schieten. Maar wie in 't geheel niet
Dan volgt er voor de Pernix-n
„Daarom moge Pernix ondergaan en
verdwijnen, indien ze ooit haar banier
trouwloos strijkt. Maar ook, zolang uw
rappe hand dat heilige dundoek trouw
verheft: groei dan en bloei dan! en word
op zijn minst zo oud als uw vriend en
toeziende voogd ds H. Thomas". Ook
dokter Dekker was „Pernix" zeer ter
wille.
Ondanks alle tegenwerking beoefen
den de Pernix-ers uit die dagen hun sport
met vreugde en plezier. Er waren in die
eerste tijd nog geen palen met manden.
Wat deed het er toe! Henk de Vries leer
de zijn makkers ballen vangen en het
viel warempel niet mee om zo'n grote
bal te hanteren. Dan was er nog die
vreemde aantrekkingskracht van de
brede sloot rond het terrein op de bal.
Maar wat nood? Evert de Jong dook
het bruine monster na met een bewonde
renswaardige graagte.
Na de eerste nuttige oefeningen kwam
het grote moment: het spelen van de
eerste officiële wedstrijd tegen D.E.S. uit
Delft. Dat was me wat! Vooraf las Henk
de Vries, de aanvoerder, met een gewich
tig gezicht de tien korfbal-geboden voor.
Toen per fiets naar Delft, waar eervol
met 6—0 werd verloren.
Al spoedig kwamen er successen.
In Delft werd een eerste prijs be
vochten, op de eerste bondsdag van
de C.K.B. ln 1923 de schoonheids
prijs voor het fraaiste spel en ln dat
zelfde Jaar was zowel het eerste als
het tweede twaalftal kampioen der
Noordelijke afdelingen van de C.K.B.
In een korte spanne tljds werd vele
malen van terrein verwisseld. De
successen hielden aan en ds Thomas
volgde ze, al was het nog zo slecht
weer, vanaf de lijn.
Wij worden oud
wij blijven jong I
De oudjes gingen én de jongen kwa
men. „Wij worden oud", verzuchtte Ge
rard Hoek. eenmaal redacteur van ons
blad, in het jubileumnummer van Per-
x van 28 November 1946. „Dat hebben
tot elkaar gezegd op die Zaterdag-
ddag, toen we Pernix I voor de zo-
elste (de 10e?) maal het kampioen
schap van Nederland zagen veroveren,
ditmaal met niet minder dan 70. Daar
liepen rondom de lijnen allerlei min of
bezadigde lieden, die ééns ook met
injekraag op het witte shirt binnen
nen hadden gedraafdeen dok-
en candidaat-not&ris, een wethou
der. een kapit*tr», een ^onrnaMsf. een
huismoeder, enfin: heel het bonte leven
r vertegenwoordigd. En toen de
kwam, konden ze zich even niet
bedwingen: To en Wim en Jah en Cor
Dirk en Jo en Gé en Samjongens
meisjes onder elkaar. In het „partijtje
onder de paal", dat veel te kort duurde,
heeft To me een bloedneus bezorgd met
geefbal, waar ik niet meer op
had gerekend, maar het mocht 'm niet
i, omdat zelfs de daardoor opge
wekte smaak achter in m'n keel me nog
herinnerde aan het oude Pernix van de
vintiger Jaren.
Wij worden oudTo, die lk eens als
jongeling voor het eerst zag meespelen
in Pernix I, zat nu aan de lijn en had
n haar vier kinderen buiten het
strijdperk te houden; de oude heer Van
ten, die in mijn jongelingsjaren al
imposante figuur was ln de Hooi-
grachtkerk, vertelde mij na afloop, dat
et zijn 86 jaren toch wel de oudste
supporter van Pernix zou zijn en toen ik
hem zag, dacht lk natuurlijk onwillekeu-
eer terug aan die andere figuur,
weggedoken In de kraag van z'n jas, die
(weer of geen weer) naar zijn Pernix
"cwam kijken, dominee Thomas. Wanneer
k aan hem denk, dan laat ik op het „Wij
vorden oud", onmiddellijk volgen
,Wij blijven jong!"zoals hij jong
bleef. Pernix is nu in het zilver en de
zilveren draden beginnen bij menigeen al
door het haar te lopen, maar ik kan
geen oud-Pernixlid ontmoeten, of hij is
jong gebleven".
En Gerard Hoek besluit zyn arti
kel met de volgende woorden tot de
jongeren: „Ik hoor, dat Pernix nu al
meer dan 100 leden heeft, tot de
grootste clubs van de C.K.B. mag
worden gerekend en dit jaar weer bij
de sterkste behoorde. Dat is natuur
lijk prachtig. Onder één beding: dat
de oude Pernix-sfeer ongerept blijft.
Kampioenschappenbest ('k hoop
alleen, dat ze in de toekomst met wat
meer moeite veroverd moeten wor
den!) maar belangrijker ls, dat er
vrienden worden gemaakt. Dan
zal het oude Pernix jong blijven,
zoals de oud-Pernix-ers zich voorne
men jong te blijven".
Daar had je...
i elotte nog enige afdrukken van
indrukken, die W.F.K. in het jubileum-
mmer van Mei 1946 „plantte".
.Nog zie ik als adsplrant-lld die oudo
gezichten voor me:
Daar had je Den Duik, die. altijd met
n pet achter op z'n hoofd „geplakt",
s een dolle achter de bal kon rennen;
daar had je Hoek, die, wanneer hij
:n schot loste, z'n ^lichaam zijwaarts
bóog en de bal als 't* ware de mand in
keek en waartegen lk als kleine jongen
erg opzag;
daar had je Piet Boekkooi, de stuw-
racht van het twaalftal, die in een
pannende wedstrijd wel honderd maal
'n broekje tot onder z'n oksels optrok;
daar had je Ali van Weeren. die altijd
op 't crltieke moment op do grond rol
de;
daar had je Kwaak (thans wethouder)
die Jan en alleman ln 't ootje nam en
ch verkneukelde als je „hapte";
daar had je Herman Buurman, die als
?t hem niet naar de zin ging. kalmpjes
het veld uitliep en die, als je hem daar-
flink uitschold, met een doodleuk
gezicht verzekerde, dat hij er heus niets
»n kon doen, zodat Je toch weer in 'e
daar heb Je Jan Teeuwen (nu dokter),
ie met een touwtje de V.E.O.-korven
ging nameten en het grote genoegen
naakte, dat deze werden afgekeurd;
daar zijnnog zoveel andere jongens
i meisjes, die zorgden, dat Pernix eea
club werd, zoals die NU is.