HET KOREAANSE VOLK:
HOE HET LEEFT EN WERKT
Zuid-West Ontario: „Een uitgestrekt land
met grote stenen'
ZATERDAG 29 1U1.I 1950
Interview met Leids docent
Een zeer bewogen
historie
In het midden van de 7e eeuw was er
reeds een sterrenwacht
Wanneer wij bedenken dat er in geheel West-Europa slechts een docent
is in de Koreaanse taal, n.l. de heer F. Vos van de Rijksuniversiteit te
Leiden, dan moet het ons wel duidelijk zijn dat dit land, aan weerszijden
van de 38ste breedtegraad, voorheen niet direct de algemene belangstel
ling genoot. In tegenstelling met thans, nu er geen dag voorbij gaat of
de kranten vermelden het Koreaanse nieuws met grote koppen op de
frontpagina's. Onze huidige belangstelling voor Korea is geen weten
schappelijke; ze is slechts egoïstisch.
de Philipptfnen, het grootst aantal
Christenen heeft.
De Koreaan heeft een vredelievende
aard. Dat nochtans het volk in tweeën is
gesplitst en men elkaar bloedig te lijf
gaat, vindt zijn oorzaak in vele omstan
digheden, waarover we het straks nog
zullen hebben.
De Koreaan ls voorts zeer kunstzinnig.
Zyn kunst beleeft hij in nauwe verbon
denheid met de natuur. Wanneer bij
voorbeeld een architect een plan ont-
erpt voor een of ander gebouw, houdt
hjj terdege rekening met de omgeving,
waarin dat gebouw zal komen te staan,
zodat het met de natuur, die groots en
oest of ook wel simpel en liefelijk is,
i volkomen harmonie zal zijn.
De Koreaanse muziek staat bij de vol-
?n van Oöst-Azië. ook bij de Chinezen
Japanners, in hoog aanzien. En de
oreaanse ceramiek wordt door deskun
digen hoger geschat dan zelfs de over de
gehele wereld beroemde Chinese.
Zeker, de woelige eeuwen, die over dit
iooie land zijn heengegaan, hebben aan
het culturele leven geen goed gedaan.
Want wanneer wij op de atlas het op
rukken der Noordelijken volgen en het
retireren der Zuidelijken gadeslaan, doen
wij dit slechts, omdat in ons hart steeds
weer de vraag opkomt: „Wat zal er ge
beuren, indien de Noordelijken overwin
nen? Wat zal er dan met de rest van de
wereld, met óns gebeuren?"
Nochtans verdient Korea een andere
belangstelling dan een egoïstische. Wie
«en uur met de heer Vos praat, komt tot
de ontdekking dat dit land, met zijn wel
«eer bewogen historie van overheersin
gen, invasies, bezettingen en zeerove
rijen, maar ook met zijn tijden van cul
turele bloei, alleszins een belangstelling
waard is, die niet gebaseerd is op eigen
belang.
Geschiedenis
Korea, dat eeuwenlang een zelfstandig
Koninkrijk geweest is, heeft zijn groot
ste bloeiperiode gekend onder de Wang
dynastie (9341392) en kwam tijdens de
I-dynastie, die tot 1910 duurde, onder de
«ouvereiniteit van China. Door de Chi
neesJapanse Oorlog (1894'95) werd
China's invloed op Korea uitgeschakeld
en ditzelfde gebeurde met de Russische
invloed na de RussischJapanse Oorlog
(1904'05). Na tot 1910 een Japans pro
tectoraat te zijn geweest, werd Korea
«onder meer bij Japan ingelijfd. Bij de
onvoorwaardelijke capitulatie van Japan,
in 1945, werd Korea „bevrijd" en kwam
onder Russische (het Noorden) en Ame
rikaanse bezetting (het Zuiden). Als
scheidingslijn nam men de 38ste breedte
graad, een zuiver willekeurige lijn, die
toevallig over 't midden van het land
Ziehier, zeer ln 't kort, de geschiedenis
van Korea. Belangrijker evenwel is
te bepalen bij het land en het volk,
als het thans gedompeld is in een tragi
sche, bloedige broederkrijg.
Ras en taal
Het Koreaanse volk is opgebouwd uit
twee hoofdrascomponenten: het
Mantsjoe-Koreaanse en het Maleis-Mon
goolse type. Het eerste type heeft e
vrij grote lichaamsbouw, rechte neus
soms zelfs adelaarsneus en practisch
geen vooruitstekende jukbeenderen; af
komstig uit het Noorden van Korea. Het
Maleis-Mongoolse type is korter en ge-
(jrongener en heeft een rond, plat ge
licht, met uitstekende jukbeenderen er
Het eerste typè wordt nog steeds be
schouwd als het schoonheidsideaal. D(
z.g. Kiseng, die we de Koreaanse geisha'i
zouden kunnen noemen, behoren dan ook
doorgaans tot dit type: Zij vervullen
dit land vrijwel dezelfde rol als hun Ja
panse collega's: zij zijn er om het de
man, die hen bezoekt, aangenaam en
gemakkelijk te maken. Zij dansen vooi
hem, maken muziek en steken zijn siga
ret aan. Hieruit valt dus onmiddellijk op
te maken, dat de vrouw in dit land
Veel lager aanzien staat dan de man
Men veronderstelt dat in de oude tijden
twee immigratiegolven, namelijk uit Si
berië en Zuidoost-Azië, de „bouwstenen"
geworden zijn voor het huidige Koreaan
se volk.
De taal der Koreanen lijkt, wat de
structuur betreft, op het Japans. Door de
nauwe betrekkingen, die het land gedu
rende vele eeuwen met China onder
hield, zijn er vele Chinese woorden in
opgenomen. Vooral moderne begrippen.
Een auto noemt men bijvoorbeeld:
tej'a-dong-tjs'a (zelf-bewegen-wagen).
Godsdienst en aard
De voornaamste godsdiensten, die door
de Koreanen beleden worden, zijn het in
heemse Shamanisme, het Boeddhisme,
het Confucianisme en het Christendom.
Vermeldenswaard is het feit, dat Korea,
kaste bepaalde voorrechten, zoals grote
re huizen en meer grondbezit.
Tengevolge van het koloniale bewind
van Japan zijn de sociale toestanden, ook
nu. zeer slecht. Een Koreaan verdiende
altijd minder dan welke Japanner in Ko
rea ook. Toen dan ook de Russen Noord-
Korea gingen bezetten, na de Tw
Wereldoorlog, en van de rijken het groot
grondbezit afnamen, maakten zij zich bij
de grote massa van het volk door deze
daad zeer populair. Hierdoor, en mede
door de politieke scholing die de in Wla-
diwostok verblijfhoudende Koreanen ont
vingen, werd de communistische invloed
van de bezetter in dat deel van Korea
zeer bevorderd. En hierin ligt dan ook
een antwoord op de vraag, hoe het moge
lijk is dat het ene deel van het volk (de
Noordelijken) zich zo gemakkelijk heeft
laten inpalmen door de Russen om tegen
het andere deel ten strijde te trekken,
met als motief „de bevrijding van het
volk".
Onderwijs
De Japanners hebben vooral het lager
onderwijs in Korea sterk ontwikkeld
doch hoofdzakelijk in de Japanse taal.
De geschiedenis van Korea mocht niet
onderwezen worden. Slechts één-derde
van de leerplichtige jeugd bezocht de
school, terwijl alle in Korea verblijf
houdende Japanse kinderen het onder
wijs volgden. Toch moet men niet den
ken dat het analphabetisme in Korea
zeei^root is.
Het Koreaanse alphabet is zeer een
voudig; het beslaat uit slechts 25 letter
tekens, zodat men b(j wijze van spreken
het in één dag kan leren lezen
schrijven.
De moeilijkheden, waarmee men n;
Japanse overheersing en na de Tweede
Wereldoorlog te kampen had, waren
vooral gelegen in het gebrek aan leer
boeken en onderwijskrachten. De leer
boeken waren uitsluitend in de Japanse
taal geschreven, terwijl de onderwijzers
eveneens zonen waren van het Land
van de Rijzende Zon. Mede door middel
van de radio, heeft men alle krachten
ingespannen om over deze hinderpalen
heen te komen.
In de hoofdstad Sëoel is een universi
teit, die door de Japanners werd opge
richt, doch thans een uitsluitend Ko
reaanse wetenschappelijke staf heeft.
Middelen van bestaan
Korea is in twee delen te splitsen: het
Noorden en het Zuiden. De scheiding is
ongeveer de 38ste breedtegraad.
Noord-Korea is hoofdzakelijk indus
triegebied, terwijl het overige deel voor
namelijk van de landbouw bestaat.
Het door de Russen bezette gebied,
met de hoofdstad P'yung, bestaat hoofd
zakelijk van chemische en textiel
industrie en mijnbouw. De bodem bevat
goud, zilver, koper, steenkool, mangaan
en graphiet. Ook is er de bosbouw niet
gering, doch deze wordt zeer onoordeel
kundig bedreven: roofbouw.
Het Zuiden, met de hoofdstad Sëoel,
is een agrarisch gebied. Ook wordt
aan veeteelt gedaan: het rund, dat n
nodig heeft als trekdier. Verder wordt
er ook in het Noorden zee
riviervisserij uitgeoefend.
Het valt te begrijpen, dat de verdeling
van het land in Noord en Zuid
allerongelukkigste politiek is geweest.
Noord-Korea heeft de landbouwpro<
ten van het Zuiden nodig, terwijl het
Zuiden de industrieproducten van
Noorden niet missen kan. En war
men weet dat de ene bezetter Rusland
is, zodat er over en weer geen verkeer
is, kan men wel op z'n vingers uitreke
nen, dat neide gebieden te kort komen.
Het troebele water, waarin het voor
Rusland goed vissen is.
Een theepartijtje In Seoul, de door
de communisten bezette hoofdstad
van Zuid-Korea, Zelfs de upper-
ten kent nog niet het gebruik van
doet in deze lommerrijke omgeving s
n van de vriendelijkste gebieden, die
ik hier zag, ligt rondom London, London
in Zuidwest Ontario dan, waar ook een
Shakespeare ligt, een Chatham, een
Windsor en een Sheffield, en waar de
Thames stroomt Men zou er zich ln
doch eens stond er de beschaving op zeer
hoge trap.
Geheel onbekend mag bijvoorbeeld ge
noemd worden het feit, dat de oudste
sterrenwacht ter wereld die van Kyung-
djoe is, waarvan reeds in het m\dden
der 7de eeuw sprake is.
Het waren eveneens de Koreanen. die,
omstreeks het begin van de 15de eeuw
„beweeglijke" metalen lettertypen ge
bruikten voor hun boekdrukkunst. De
Chinezen bezigden toen nog slechts uit
sluitend houten of aardewerken typen.
De Koreaanse cultuur is van veel in
vloed geweest op Japan. Men zou Korea
eigenlijk kunnen beschouwen als de cul
turele brug tussen China en Japan.
Sociale toestanden
Vóór de annexatie van Korea door Ja
pan (1910) was er een sterk verschil tus
sen de stand der geleerden en ambtena
ren en die van het gewone volk. De kaste
der „verworpenen" is meer en meer aan
't verdwijnen. Tot deze laatste groep'be-
hoorden vooral de slagers, die hun brood
verdienden met het doden. Omdat zij nu
toch eenmaal verworpen waren, oefenden
zij bovendien andere beroepen uit, die
eveneens in laag aanzien stonden, omdat
deze evenzeer met de dood in nauwe
relatie stonden, zoals begrafenis-onder
nemer, laarzenmaker (van de huid der
gedode dieren) enzovoort. Tot aan het
begin van deze eeuw had de hoogste
pr I II 1IM IH
ttET was de veelheid der bewijzen, die
de majoor overtuigde. Bij de eerste
brief aarzelde hij nog, maar toen de an
der brief na brief openvouwde, gaf hij
zich gewonnen. Hij nam de brieven aan
en stapte het kantoortje binnen.
„Stuur de Professor hier!" hoorde San-
dor hem schreeuwen. En toen, enkele
ogenblikken later„Hé Professor, ju
kent immers buitenlandse talen? Kan je
't ook lezen, als in zo'n vreemde taal iets
gedrukt is? Ja? Wat staat hier dan?
Amerikaans Staats Departement, dienst
an hetJa, 't is al goed. Ruk maar
D<_arop kwam de majoor weer naar
six*-. „Ik heb de brieven even door-
gez.en', verklaarde hij onbewogen. „Het
orde. Brengt u deze man maar terug
Boedapest. De Barowska laat zich
bedriegen".
een wenk van Mokorsky stapte
Sandor na de chauffeur in de vracht
auto. Ze reden de poort weer uit en pas
seerden hetzelfde dorpje, waar de markt
nog in volle gang was. Alleen de harmo
nicaspeler was verdwenen, waarschijnlijk
van de lokkende herbergen, waar
kleurige papieren slingers voor de ramen
hingen. Nu kwamen ze langs de kale.
pasgemaaide velden en het was Sandor,
alsof hij nooit een zonniger, stralender
landschap had gezien.
de ogen keek hij Matias
Mokorsky aan, maar die leunde achter
en scheen te slapen. Zodra ze Boe
dapest bereikten, opende hij de ogen.
.Stop hier maar, chauffeur", zei hij geeu
wend. „Ik ga eerst even bij de volks-
op straat stonden en de auto
wegreed, drukten de twee mannen elkaar
krachtig de hand. Matias Mokorsky
lachte trots. „Dat was op het nippertje,
Sandor Ta-rasow. God zij geloofd, dat die
kerel niet lezen kon, want anders waren
we nog .niet ver gekomen met bescher-
mingsbrieven van de Amerikaanse rege
ring, die beginnen met: „Beste vader en
Olgina!" Maar nu hebben de brieven uit
Amerika het kwaad, dat zij aanrichtten,
weer goedgemaakt. Laten we nu Olgina
gaan opzoeken, want die zal dodelijk on
gerust zijn".
„Olginais ze hierin Boeda
pest?" Sandors stem klonk gesmoord.
„Natuurlijk We zijn je gisteren dade
lijk nagereisd Ze wacht hier in een wijn
huis".
Hij leidde Sandor een kwartier lang
door een warnet van stgaten en steegjes,
tot de oude man niet meer wist, of hy
noord of zuidwaarts ging
„Hoe weet jij hier zo goed de weg.
Matias Mokorsky?" vroeg hij verbaasd.
„Jij bent hier even goed bekend als in de
omstreken van Merka-Petrina".
„Dat - nog maar sedert kort. Maar als
jij hier elke week drie dagen zou rond
lopen, dan zou je ook de weg wel leren".
Sandor keek hem verwonderd aan. „Je
was dus elke Maandag. Woensdag en
Vrijdag hier. terwijl wij dachten, dat je
naar Moln ging Maar wat moest je dan
steeds hier doen. Matias Mokorsky?"
vroeg hij nieuwsgierig.
„Ik moest zorgen dat ik de weg kende,
jor het geval jij door de Barowska zou
worden opgepakt, buurman. Ik kon het
et zeggen, want jij, die nooit aan po
litiek hebt gedaan, zou het toch niet be
grijpen".
Een ogenblik liepen beide mannen zwij_
gend naast elkaar voort. Toen greep San
dor nogmaals de hand van zijn buur-
en drukte die stevig. „Als jouw da-
„Ik heb de brieven weer doorgezien..."
den met politiek te maken hebben, Ma
tias Mokorsky, dan ben ik er van over
tuigd, dat er ook een politiek moet zijn,
die dapper is en goed!"
korsky zich wat achteraf, om vader en
dochter gelegenheid te geven elkaar te
omhelzen. Maar bij beiden lagen de
uren van angst en spanning nog te vers
in de herinnering, dan dat een uitbun
dige vreugde mogelijk was.
Olgina brak in tranen uit en ook de
oude man kon zijn ontroering niet be
dwingen. Zijn magere, gegroefde hand
streek haar zacht door de haren en hij
kon niet anders uitbrengen dan: „Niet
hulen. Olgina; ik ben toch teruggekomen.
Niet huilen, mijn kind, alles is nu toch
weer goed". Maar zijn eigen tranen wa
ren even overvloedig als de hare.
Intussen had Matias Mokorsky enkele
woorden gewisseld met de kastelein, die
hij goed scheen te kennen. Daarna kwam
hij naast de oude man zitten en legde
zijn hand op diens schouder. „Sandor
Tarassow", drong hij zacht aan, „wij
moeten voor korte tijd afscheid
Je dochter en jij zullen een paar dagen
hier blijven, maar ik moet terug
Merka-Petrina. Vóór jouw verdwijning
bekend is. moet ik onze bezittingen daar
geregeld hebben. Jij moet naar Duitsland
zien te komen, vanwaar de Amerikanen
je wel verder zullen helpen om naar je
zoon te gaan. Ik moet mijn gezin naar
Boedapest brengen en zoveel mogelijk
huisraad
weggaan, Matias Mokorsky? Is dat omdat
je mij hebt gered?" Hij keek de ander
verschrikt aan. „Maar als die officier
jouw naam niet kent, zal men jou toch
niets in de weg leggen?"
„Er zijn verschillende redenen, waar
n ik naar de stad moet verhuizen", ant
woordde de ander ernstig. „Jouw ont
snapping is er slechts één van. Een an
dere is, dat de nieuwe burgemeester mij
al enkele weken wantrouwt en dat ik
afdelings-secretaris ben geweest vai
politieke beweging, die de Bolsjeviki
steeds de voet dwars heeft gezet. En
bovendien heb ik hier een taak te ver
vullen, Sandor Tarassow. Jij bent nie'
de enige, die uit de handen der Ba
rowska gered moet worden. Er zyn ei
reeds duizenden en er zullen nog tien
duizenden volgen, vóór Hongarije zijn
plaats onder de vrije volkeren weer zal
hebben ingenomen. Tot dat ogenblik heb
n taak te vervullen en dat kan al
leen hier in Boedapest, waar alle draden
en tegen de Barowska samen-
Hij reikte Sandor en Olgina de hand
n afscheid. „Blijven jullie rustig hier
l wacht op mij. De kastelein en
•ouw zijn gastvrije mensen. Ze behoren
tot de onzen. Ik zal je huisje en je ak-
ian de rentmeester van het landgoed
verkopen. Hij is ook een der onzen, i
hij blijft in de streek van Merka-Petrina.
Mocht je later ooit terugkomen, dan zal
bij je alles teruggeven. Dat is al ge
regeld. Jullie behoeven alleen krachten
te verzamelen voor de reis. Vertrouw
de rest op mij. Over drie dagen ben
ik terug".
Nadat hij was vertrokken, bleven va-
?r en dochter nog lang naast elka<
zitten, alsof ze de lange uren van ang
verdriet zo konden inhalen.
En 's avonds in een vreemde kamer, v<
in hun eigen vertrouwde huisje, baden
twee mensen voor de vrijheid van hun
land en voor de mannen, die bereid wa-
hun leven daarvoor te geven.
(Wordt vervolgd).
De veldwachter bleef
in Halsteren
(Van een bijzondere medewerker)
DAAR is HET VERHAAL van die Brabander, die de eerste Zondag de beste met
zjjn vrouw een Zondagmiddagwandeling ging maken: véél aanspraak hadden
ze niet ln de buurt en zonder car was de dichtstbijzijnde stad veel te ver. Ze kuier
den een paar uur en ze zeiden allebei dat 't prachtig was; het was in één woord:
„Af!" Alleen „uit buurten gaan", zou wel wat moeilijk zijn. Toen ontdekte de boer
ergens aan de horizon een huls. „Dè buurman!" en in de hoop dat de koffie daar
al bruin zou zijn, sloegen ze de eerste de beste zijweg ln. Na een kwartier te hebben
gelopen, hield de boer zijn vrouw plotseling tegen: „Wacht es even", en keek op
nieuw naar het huis van de buurman, de hand bo\<m de ogen. Ook de vrouw keek
opnieuw.
„ACH SO..." I Europa kunnen wanen met plaatsen als
Waterloo en New Hamburg, Breslau
Nee, de koffie zou er wel niet bruin Kitchener, dat vroeger Berlin heette.
JnEr woonde geen buurman, er Iemand, die ik daar iets aan de bus-
stond ook geen huis. chauffeur hoorde vragen, vereiste zich
Midden in het land lag eenvoudig een
Sténen?!! Daar zijn onze hunnebedden
maar kiezelq bij! Overigens, er liggen
zelfs tussen die stenen nog aardige
farms, maar je moet er even aan wen-
om daar met de ploeg omheen te
zei: „Ach somaar wit Ik aan
farms zag, wettigt maar één conclusie:
de Schmidts en Heinrichs hebben er goed
geboerd.
Uitgestrekte gebieden riepen onmiddel
lijk associaties op aan Zuid-Limburg: de
welvarende boerderijen en de rijke don-
kerkruivende boomgroepen, uitgestrooid
over vruchtbare lichtgolvende grond; het
landschap was zelfs mooier. Alleen waren
de schuren niet witgekalkt, maar zoals
vele Canadese boerderijen van een
nd, bruinig donkerrood met hoog in
de gevel in witte letters de naam van de
boer. Naast al die weinig romantische,
n scherp gesneden zon- en schaduw-
helft verdeelde schuren, stond op hoge
metalen poten een windmolentje om wa
ter uit de well te pompen. Vele schuren
werden verder geflankeerd door hoge be
tonnen veevoersilo's.
De bordjes met 't verhaal
In het Londonse immigratiedistrict
zaten tussen de 9 en 11.000 Nederlanders
waarvan niet minder dan 2/3 na
oorlog waren gearriveerd. De meeste
startten er in de „cashcrops" (suiker
bieten of tabak), schoven dan na een
paar jaar met een dikke portefeuille vol
dollars weg van de dure grond naar
rustiger streken. De boerderijen, die er
leeg kwamen, behoorden voor een groot
de nekharen in de troubles uiterst
verwonderd: „Maar góéd natuurlijk!"
Prachtige, harde gezonde mensen. Zo n
familie waren de De Jongs, die uit de
buurt van Sneek kwamen: van de acht
kinderen (nog geen enkele verdienend)
hadden de vier oudsten de bof; de meu
bels waren nog niet gearriveerd, zodat
men met z'n allen op stro-gevulde oude
meelzakken sliep; we kregen een stuk
cake op „bordjes" uit een of andere oude
illustratie en ik las een heel verhaal van
Sjors van de rebellenclub tussen de krui
mels. De enige wandversiering aan da
kale muur was de foto van een „stelphui-
zinge", een Friese boerderij, waar deze
De Jongs vroeger geboerd hadden.
Uitsloeberen
Ik was zo wat vergeten hoe mooi boer
derijen in Nederland kunnen zijn. Wan
neer men de Nederlandse methode van
boeren met de Canadese zou moeten ver
gelijken. dan bleef zelfs de grootste
Nederlandse boer een soort „tuinder", een
man van fijne details, vergeleken bij zijn
Canadese collega. Wij verliezen teveel
tijd, letten teveel op kleinigheden; hier
gaat alles groot, haastig, machinaal en
per se nodig zijn en dan nog
dikwijls uiterst provisorisch: om het uiter
lijk effect geeft de Canadees weinig: een
stuk blik over een lek in het dak, een
stut tegen een half omgewaaide schuur.
„Ze laten het zo uitsloeberen hier," zei
de vrouw van Jan de Jong, en toen ik nog
eens naar die foto aan de muur keek,
wist ik meteen wat men daar. „in het
ouwe land", ontegenzeglijk méér heeft:
méér sfeer, méér onverwoestbare dege
lijkheid en stoerheid, méér schoonheid
ook. En met al deze dingen, zeggen de
meesten, die dit ook missen, kun je nog
geen halve boterham smeren. Sommigen
Nou is er hier één probleem niet: de
buren. De buren interesseren zich maar
heel matig wat je draagt, zijn niet zo be
nepen als vele Nederlandse buren. Er
was voor Merten, een jonge boer uit Hal
steren, wiens achternaam ik helaas ver
geten ben, een speciale reden om
Zuid Ontario te prijzen. In Halsteren
liep-ie soms nog wel graag een eindje op.
Ik heb er niet helemaal achter kunnen
komen, maar het moet wel eens voorge
komen zijn, dat-ie dan ineens een konijn
of een haas onder zijn hiel had zitten.
,D'n eersten vrijen dag 'ier," vertelde-ia
me, „ging ik ook zo eens 't land op en
Zo ziet het er in Canada uit. wanneer de eerste sneeuw gevallen is en de
koude Noordemvinden van de Poolstreken komen waaien; het vee zoekt
beschutting rond een windmolen en opslagplaatsen op het terrein van een
boerder< -'<»'• Chatham
Ieren. De trouble met de nou kunde *t geloven of nie.... ik keek
-e óf heel laat. óf helemaal l wel drie keer om of Mannien nie achter
t|mijn aon kwam.da bende nog zo ge-
n". (M. was de veld-
gedeelte
niet trouwden en bovendien vaak
afkerig waren van een borrel. De apodic- woon van Halstere
tische constatering (in Ottawa), dat Zuid- wachter, meen ik.)
Ontario practisch „vol" zat. kreeg in In elk verhaal compareert hier de
London een iets mildere nuance; er lagen skunk. Een bunzing, die alleen maar
nog wel kansen voor Nederlanders, maar, uiterst geconcentreerde parfum verstuift
inderdaad was de grond ontzaglijk duur Wie zo'n „puff" over z'n pak krijgt kan
en werd het later altijd verhuizen over het wel weggooien, moet het in ieder ge-
een grotere afstand. val minstens een maand buiten hangen
In de buurt van St. Mary ontmoette ik!De stank moet werkelijk verschrikkelnk
een familie, die met my op de boot ge-1 zyn. Ik sprak een familie, die 's nachts
weest was Je hebt vreemde mensen: van onder haar huis een skunk-oorlog had
die ogenschynlyk keiharde Friezen, die meegemaakt: drie skunks beslechtten een
verwonderd zyn over elk soort belang- oude vete met odeur: de mensen zijn een
stelling, wanneer men hun vraagt, hoe dag of wat geëvacueerd en dat is met
ze 't maken, zeggen ze al zitten ze tot overdreven.