VOOR VROUW
VOLOP KIND
Gastvrouw en helpster in de lucht
DE TOMATEN
onze jeuqó-p&qin&^=
DE BENGELS
2
ZONDAGSBLAD 17 JUNI 1950
Ze zijn nog
hebben het de vorige week met
elkaar gehad over de overschatting
van ome kinderen in verband met school
prestaties. Maareen ander terrein.
waarop deze overschatting eveneens
veelvuldig voorkomt is het gTote gezin.
Dikwijls vergeten wij. dat onze oudste
kinderen, die in vergelijk met onze kleu
ters en baby's al zo gróót zijn. toch zèli
ook nog kind zijn.
Zeg zèli Moeders, hóé dikwijls komt het
niet voor. dat wij als de gewoonste zaak
van de wereld van hen verwachten, dat
ze in hun spel met de kleineren, conflicten
zullen trachten te voorkomen, dat ze niet
liet laatste woord willen hebben en dat
ze in kleinigheden moeten toegeven, al
staat het recht duizendmaal aan hun
kan» I Mientje van zes maakt een fout in
het spel. waarop Piet van tien haar be
trapt. Mientje houdt bij hoog en laag voL
dat zij het wèl goed deed.
Piet briest: „Och, je jókt I Je deed het
hélemaal fout Je kan er niets van I" De
ruzie loopt hoog. Over de onnozelste futi
liteiten gaat dat nu eenmaal altijd zo bij
de kinderen (niét in de grote-mensen-
wereld?!)
Als de ruzie haar hoogtepunt heeft be
reikt laat Moeder haar werk in de keuken
(zuchtend) in de steek, stuift de kamer
binnen, vangt enkele verklarende woorden
van Piet en van Mientje op en richt
zich dadelijk boos tot Piet:
..Dat jij nu ook niet wijzer bent I Zo'n
grote lummel van tien I Stil maar Mientje.
ze kan het spelletje bést hè? Ja hoor. ze
dfcet het wèl goed! Knappe meidl Maar
je moet niet dadelijk zo kattig doen tegen
Piet Toe, spelen jullie nu maar weer lief
JaweL spelen jullie maar lief verder.
Alsof voor Piet de aardigheid er niet glad
af is! Moeder heeft ónrecht gesproken.
Dat wissen haar knip-oogjes tegen hem
en haar tegen Mientje gerichte waar
schuwing niét uit Mientje hód fout ge
speeld en Mientje was dus géén knappe
meid. Mientje is nog te klein voor dat
spelletje.
ONBEWUST voelt Piet dat óndere on
recht. dat Moeder hem nu en zo
dikwijls doet. Moeder stelt haar eisen ten
opzichte van de oudere kinderen te hoog,
om de eenvoudige reden, (dat een kind
van tien, elf jaar. nog niet in staat is. om
de juiste afstand te nemen tot kleinere
kinderen, zoals wij volwassenen dat
kunnen. Daarvoor is de rijpheid van hun
geestelijke ontwikkeling te gering.
Nog een voorbeeld. Moeder heeft onder
haar drukke bezigheden door. haar twee
oudsten. Koos en Ria, samen zien smoezen.
Met een begrijpend knip-oogje voegen
zij zich weer bij de anderen. „Die twee
hebben samen een plannetje". Die ge
dachte flitst even door Moeders hoofd,
maar verder schenkt zij er geen aandacht
aan. Zodra de twee oudsten met tafel*
afruimen hebben meegeholpen, verdwijnen
zij naar buiten. Het ontgaat Moeder, dat
Zij een koektrommeltje bij zich hebben.
Even later komt vijfjarige Anneke
Herlstmode 1950. Een mantel van
Konersmann in zachte wollen stol met
grote zakken: de lijn van manchetten
en z akklep harmonieert bijzonder.
t/ein shawlkraagje, waardoor de
mantel hoog en Jaag gosloten kan
worden.
erbarmelijk gillend de keuken in-rennen:
„MoederKoos en Ria gaan uit en ik
mag niet mee! En ik wil meel" Ze stamp
voet van boosheid. Moeder haast zich
naar de voordeur en klapt kordaat in
haar handen. Nu móét het tweetal wel
terugkomen. „Wat gaan juUie doen?"
Zichtbaar teleurgesteld, omdat ze nu
dótgene. wat een grote veiTassing voor
Moeder had zullen zijn. moeten opbiechten,
vertelt Koos: „Wij wilden bramen voor u
gaan plukken."
In haar gejaagdheid de verrassing
totaal negerend, zegt Moeder: „Nou.
maar dan kunnen jullie haar toch wel
Anneke moet mee.
Het mooiste van hun plannetje: het
verrassende element is weg! En dat is héél
erg voor een kind! Even later schramt
Anneke zich aan de dorens van de braam
struiken en haalt een scheur in haar
jurkje.
Wié krijgen daar straks een standje
voor? Koos en Ria, want zij dragen de
verantwoording. Stakkerdsl
Hóé dikwijls wordt de prettige jeugd
van grotere broertjes en zusjes op deze
manier vergald door een van de kleineren,
die met een zeker raffinement zijn positie
bij Moeder uitbuit.
Hoe overschatten wij hun geestelijk
draagvermogen!
't Spreekt vanzelf, dat oudere kinderen
in grote gezinnen de handen mee uit de
mouwen moeten steken en Moeder met
lichte bezigheden moeten helpen, 't Is
ook zeer heilzaam, als ze eens op de
kleintjes moeten passen. Maar laat hun
toch óók hun spel met alléén kameraadjes
van eigen leeftijd, hun vrijheid van be
wegen, zonder altijd met broertje of zusje
opgescheept te worden, op wie ze nog
moeten passen óók!
't Is maar, dat we er eens éven oog
voor krijgen, dat óók onze oudsten van
rond de tien jaar nog volkomen kind zijn
en wij van hen niet het begrip ten aanzien
van een kleinere mogen verwachten, dat
een volwassene heeft.
Ook in dit stukje van de opvoeding be
hoeven wij veel tact en wijsheid, liefde
en geduld.
MARGARITHA.
Stoofschotel
1% kg. aardappelen, 200 g. of meer ge
kookte erwten of bonen (liefst wittel,
kg. tomaten, Vz kg. uien, boter, marga
rine of vet. aardappelmeel.
De ui fijnsnipperen en in de boter, de
margarine of het vet bakken. De gewas
sen en in vieren gesneden tomaten, de
schoongemaakte en in vieren gesneden
aardappelen en de peulvruchten in wat
boter, margarine of vet gedurende plm.
25 minuten zachtjes smoren. De massa
voorzichtig omroeren, op smaak afmaken
met peper en zout. Het vocht binden met
wat aangemaakt aardappelmeel en er als
saus bij geven.
DE VROUW IN HAAR BEROEP
HEIT nog zo nieuwe,
maar populaire beroep
van de stewardess op de
luchtlijnen, behoort na
tuurlijk in deze serie thuis,
maar het is eigenlijk on
nodig, er nog iets over te
schrijven. Hoewel het
spectaculaire van 't werk
gelukkig wat begint te
slyten en men deze meis
jes niet meer als iets bij
zonders ziet, is er zoveej
over de stewardess gepu
bliceerd, dat het moeilijk
valt er nog iets nieuws
van te zeggen.
Het is een beroep, dat
niet binnen ieders bereik
ligt, want het is tot op ze
kere hoogte gevaarlijk en
dus moet men er moed,
kalmte en tegenwoordig
heid van geest voor heb
ben. Gevaarlijk is dit
werk, omdat, wanneer er
een ongeluk gebeurt, dit
meestal zo radicaal is, dat
men er zelden het leven
afbrengt. Aan de andere
kant moet men over het
aantal vliegtuigongeluk
ken niet te zwaar denken:
wie wel eens op Schiphol
is geweest en gezien heeft
hoe de nationale en inter
nationale vliegtuigen ver
trekken en arriveren met
de regelmaat van treinen,
begrijpt wel, dat het per
centage ongelukken
slechts zeer gering moet
Dagelijks zijn, over de
gehele wereld, talrijke ste
wardessen in de lucht en
zij zijn allen meisjes, die
van haar beroep houden.
Want behalve het gevaars
element, waarvan men
zich uiteraard bij 't werk
slechts weinig rekenschap
geeft omdat men ook met
deze gedachte vertrouwd
raakt, heeft het beroep
van de stewardess zeer
veel aantrekkelijks.
Het biedt de mogelijk
heid de talenkennis goed
te gebruiken en steeds te
ontwikkelen, veel van de
wereld te zien qp veel met
mensen van allerlei slag
om te gaan. Het is, hoewel
de diensturen nauwkeurig
zijn berekend, toch een
zelfstandig beroep, waar
bij veel wordt verwacht
van het eigen initiatief en
de eigen persoonlijkheid.
Zoals de titel van haar
Amerikaanse collega „air
hostess" (lucht-gast-
vrouw) al aanduidt, moet
de stewardess alle eigen
schappen van de goede
gastvrouw hebbenbe
schaving, goede omgangs
vormen en tact om met
haar „gasten", de passa
giers, om te springen. Im
mers is deze gemakkelijk,
gene lastig; de een is bang
de tweede roekeloos, som
migen willen van alles we
ten, anderen moeten wat
geanimeerd worden op de
dikwijls zeer lange toch-
De stewardess verkeert
altijd in internationaal ge
zelschap, zij moet dus vlot
Frans, Duits en Engels
kunnen spreken en vol
doende aanleg hebben om
zich, als het nodig is, snel
te kunnen redden met on
bekende talen. Kennis
van Italiaans of Spaans is
dus een aanbeveling.
Verder moet zij antwoord
kunnen geven op alle ge
bruikelijke vragen van de
passagiers en de bijzon
derheden van de route,
welke het vliegtuig neemt,
kunnen toelichten, zij
moet het luchtnet en
zijn aansluitingen kennen
en raad kunnen geven om
trent het reizen, hotels,
bezienswaardigheden, enz.
Het werk bestaat uit 't
ontvangen en verzorgen
der passagiers; verzor
ging met lectuur, verver
singen en wat dies meer
zij bij goede comfort. Zij
moet letten op ventilatie
en verwarming en goed
begrip hebben van lichte
verpleging en eerste hulp.
De stewardess moet zowel
het dieet der suikerzieke
dame kunnen volgen als
de baby van een schone
luier voorzien; zij moet
luchtzieke patiënten kun
nen helpen en lastige kin
deren afleiden en bezig
houden.
Toewijding en geduld
zijn belangrijke factoren
in haar functie, want het
publiek is gewoonlijk van
de meest uiteenlopende
Slechts jongedames van
20 tot 28 jaar komen in
aanmerking voor stewar
dess. Zij worden dan aan
medische en psychotechni
sche tests onderworpen,
want zij moeten een uit
stekende gezondheid en 'n
goed scherp gezicht heb
ben. Als vooropleiding
wordt vereist: gymnasium
of 5-jarige H.E.S. en een
getuigschrift of diploma
van een cursus zieken
verpleging of huishoud
school.
Vanzelfsprekend krijgt
het meisje, wanneer zij
aangenomen wordt, nog
een uitgebreide speciale
cursus van de K.L.M. te
doorlopen. Zij moet ook
vertrouwd zijn met het
vliegen, eer zij officieel in
functie treedt.
En dan is zij wat er van
haar wordt verlangd:
gastvrouw en helpster in
de lucht.
PHE WIJNBEEK,
zijn er weer!
Met de warmte zijn de nieuwe haring
en de tomaten hand aan hand ons menu
ingewandeld.
Over die nieuwe haring nu zijn vele
lofliederen te schrijven, maar weinig
recepten.
Nooit smaakt dit zeebanket beter, dan
zo puur met het licht zilte zout van de
zee nog in zijn vlees. Hier geen afleiding
van sausjes of combinaties. De haring
alléén boeit ons genoeg.
De tomaat is niet zo'n alleenheerser.
Die vindt het best om een dienende taak
te verrichten en smaak en geur te ver
lenen aan allerlei gerechten.
De Voedingsraad gaf een vouwblaadje
met tomatenrecepten uit, waar we o.a. het
volgende uit ontlenen:
Tom
Lensoep «net bloei
1 liter water, kg. soeptomaten, 40 g.
(ruim 2 lepels) boter of margarine, 40 g.
(4% lepel) bloem, ui, wortel, peterselie,
tijm, laurierblad, peperkorrels, zout De
tomaten wassen en snijden en met de
kruiden en het water gaar koken in plm.
15 minuten. De massa zeven: de boter of
de margarine en de bloem samen ver
warmen tot een samenhangende massa Is
verkregen; al roerende de tomaten-bouil
lon geleidelijk toevoegen. De soep enige
minuten laten doorkoken en op smaak af
maken met zout en peper.
Tom
bü vlees, vis, peulvruchten
4 dl. water, Vt kg. soeptomaten, 35 g.
(4 lepels) bloem, 1 kleine ui, laurierblad,
wortel, peterselie, zout, (citroensap,
De tomaten wassen, in stukken snijden
en met het kokende water, het zout en
de kruiden in plm. 15 minuten gaar koken.
De massa zeven en het vocht binden met
de aangemengde bloem. De saus zo nodig
afmaken met peper en citroensap en er
naar verkiezing een klontje boter of mar
garine aan toevoegen.
Stamppot met rai
2 kg. aardappelen, 1 kg. tomaten, 1 ui,
boter, margarine of vet, gekookte melk.
De aardappelen dun schillen, wassen en
gaar koken. De aardappelen fijn stampen,
met de melk vermengen en met de boter,
de margarine of het vet tot een smeuïge
purée roeren. De tomaten in plakken snij
den en met de gesnipperde ui door de
purée roeren. De stamppot door en door
verwarmen, echter niet lang, daar de to
maten niet gaar mogen worden.
4 tomaten van gelijke grootte, 50 g of
meer vlees- of visresten of garnalen, 4
gekookte aardappelen, flink wat peterselie
of prei, wat slabladeren, mayonnaise of
slasaus of azijn, olie, peper, zout en
aroma.
De tomaten wassen, door midden snij
den, uithollen, en van binnen bestrooien
met peper en zout. De aardappelen in
blokjes snijden en de tomatenresten fijn
maken. De garnalen wassen en goed laten
uitlekken, of de vlees- en visresten fijn-
snijden- De aardappelen snijden. De aard
appelen, de tomatenresten en de garna
len, de vis of het vlees vermengen met
mayonnaise. Inplaats van mayonnaise kan
slasaus of een mengsel van azijn, olie,
peper, zout en aroma gebruikt worden.
De tomaten met dit mengsel vullen, met
fijngehakte peterselie bestrooien en op
doen op een met wat slabladeren bedekte
schotel.
Koude gevulde tomaten (met groenten)
4 tomaten van gelijke grootte, komkom
mer, worteltjes, stukjes bloemkool, sla-
of snijbonen of andere groenten, peper,
zout, olie, azijn of een slasausje, wat sla
bladeren.
De groenten schoonmaken. De wortel
tjes en de bonen in stukjes snijden. De
groenten, behalve de komkommer, in wei
nig water met zout niet helemaal gaar
koken. Ze laten uitlekken, koud laten
worden en met azijn.^folie), peper en
zout een poosje laten staan of ze ver
mengen met een slasausje. De doormidden
gesneden, uitgeholde en met peper en
zout bestrooide tomaten met dc groenten
vullen en opdoen op een met wat slabla
deren bedekte schaal. Het vruchtvlees
van de tomaten tot soep verwerken.
naaldhoge hak. Het
lijkt erger dan het is. want ook het
voorstuk is verhoogd. De hak is 9 cm.
de zool 3 cm. zodat het verschil
.slechts" 6 cm is. Een pracht middel
tje om toch „groot" te lijken I
Ontwerp Hessels.
ZONDAGSBLAD 17 JUNI 1950
7
3C
I Ze bonden de tas weer styf op de
eeAfe en de taó v«t.
Het was stil in de tuin, heel stil. De
bloemen bloeiden. De vogels zongen.
De bijen zoemden. Maar mensen zag
Nee, want vader was bezig een brief
te schrijven. Moeder maakte de vaat
schoon en JCeesje speelde in de zand
bak achter het huis. Keesje groef een
heel diep fat, een waterput.
Toen kwam er een juffrouw aan op
de fiets. Ze had een lichtbruine jas
aan en een donkerbruine baret op. Ze
deed het hekje open, ze reed de fiets
over het grintpaadje en zette hem
tegen de muur. En achter op die fiets
zat een bruine, leren tas, net zo'n tas
éls die van vader.
Die juffrouw was tante Lize. Maar
vader jag haar niet, en moeder zag
haar ook niet, en Keesje zag haar
helemaal niet.
Tante Lize ging de stoep op. Ze bel
de. Ze lachte heel blij en heel ge
heimzinnig. Ja, want wat zouden ze
daar wel zeggen in dat huis, als ze
haar zagen?
Moeder deed de deur open. Ze sloeg
de handen ineen van verrassing. Ze
riep: „Vader, kom eens gauw kyken,
wie er is!" Ze trok tante Lize de gang
in bij haar schouders. Ze duwde naar
de kamer binnen en zette haar in de
mooiste stoel. Ze zei: „Ik zal gauw
een kopje koffie zetten".
Vader kwam de trap af. Hij was ook
blij.
Het werd een beetje feest in de
kamer.
Maar Keesje wist het niet. En Kees
je merkte het niet. Keesje schepte
maar zand. Het gat werd steeds die
per.
Kijk, tegen de muur stond een fiets,
een vreemde fiets. Van wie zou die
fiets zijn? Keesje wist het niet. Er zat
een bel aan, een mooie, hij schitterde
in de zon.
Keesje ging eens kijken. Maar op
eens werden zijn ogen groot van ver
bazing. O, o! Waarom?
Kijk maar eens achter op die fiets,
een tas, een bruine tas. Maar dat was
vaders tas. Zo maar op die vreemde
fiets Hoe kwam die daar? Wie had
die tas daar op gebonden. Die tas
hoorde in vaders kamer onder de tafel.
Keesje zou wel helpen, hoor. Keesje
zou de tas vlug terug brengen onder
de tafel. Hij trok aan het riempje,
waarmee de tas vast zat. Het was heel
strak gespannen. Hij peuterde er aan
met zijn vingertjes. Toen kwam er een
klein lusje in. Hij stak er zijn duimpje
door en maakte het lusje heel groot
Plof! de tas viel op de grond.
Hij pakte hem op, en droeg hem
door de achterdeur naar binnen. Hij
kwam in de lange gang. Hij liep langs
de kamerdeur.
Toen hoorde hjj stemmen. Vaders
stem, moeders stem en nog een stem.
Keesje gooide de tas neer in het
hoekje onder de kapstok. Hij duwde
de deur open. Hij rende naar binnen.
„Tante Lize! Tante Lize!"
Tante Lize deed haar armen wijd
open.
Keesje vloog er pardoes in.
Toen was het helemaal feest in de
kamer.
Na het eten ging Keesje een poosje
slapen. Tante Lize bracht hem naar
boven. Ze vertelde een heel mooi ver
haaltje. Daarna zei ze: „Dag Keesje,
als je weer wakker wordt, is tante
Lize er niet meer".
Maar Keesje hoorde het niet. Hij
sliep al.
Tante Lize ging* naar beneden. Ze
groette vader en moeder. Ze moest
weer weg.
Vader bracht haar naar de deur. Hij
stond nog even met haar te praten od
de stoep.
Opeens keek tante Lize naar haar
fiets. Ze schrok. Ze liep er vlug heen.
Ze zei: „Hoe kan dat nu?"
Op de grond lag het riempje en de
tas was weg.
Vader kwam ook kijken. Hij zag het
ook. Hij begreep er ook niets van. Hij
riep moeder.
Maar moeder wist ook niet waar de
tas was.
Tante Lize keek erg verdrietig. Ze
zei: „De tas is zeker gestolen. Ik zal
het tegen de politie zeggen".
Vader zei: „Wacht even, dan ga ik
mee". Hij ging de gang in. Hij wilde
zijn hoed van de kapstok halen. De
hoed hing er niet Hij was op de grond
gevallen.
Vader bukte zich om hem op te
rapen.
En toentoen schreeuwde hij
opeens van verrassing. „Hier ligt hij!
Ik hem hem al!"
Moeder kwam vlug aanlopen: Tante
Lize ook.
Ja, daar lag de tas onder de kap
stok. Hoe kon dat nu?
Ze begrepen er niets van.
Maar tante Lize was erg blij. En
vader en moeder ook.
Toen reed tante Lize weg.
Keesje werd wakker. Hij wreef zijn
ogen uit. Hij riep: „Moeder, Keesje is
wakker". Moeder kwam hem halen.
Ze droeg hem op haar arm naar be
neden.
Ze kwamen ook langs vaders ka
mer. De deur stond open. Keesje kon
er zo maar in kijken.
Onder de tafel lag vaders tas. Kees
je stak zijn vingertje uit. Hij zei: „Isse
vaders tas. Heeft Keesje van de fiets
gehaald";
„Wat zeg je daar?" riep moeder.
„Isse vaders tas. Zat op fiets. Mag
niet op fiets. Keesje heeft tas er af ge-
„En waar heb je hem toen neerge
legd?"
„Daar", zei Keesje en hij wees on
der de kapstok.
„O", zei moeder, „nu begrijp ik al
les". Ze begon hard te lachen. Ze
vertelde alles aan vader.
Vader lachte ook.
Tante Lize was al weer bij opa en
oma.
Maar een paar dagen later kreeg ze
een brief. Die kwam van vader en
moeder. In die brief stond alles van
Keesje.
Toen lachte tante Lize ook.
En weet je wat ze deed?
Ze kocht ^en tas, een bruine tas van
chocolade. Ze maakte er een pakje
van en bracht het op de post. En op
dat pakje stond:
Voor Keesje
WAT SCHAFT DE POT VANDAAG?
Zo, daar ben ik weer. Tante Lies heeft
het jullie al verteld: ik ben met vacantie
geweest. Ik heb natuurlijk erg veel aan
i'ullie gedacht, toen ik hoog door de
tergen fietste in Luxemburg. Ik kon één
week niet zelf jullie briefjes doorlezen
en ik moet zeggen, dat ik jullie heus wel
gemist heb. Het scheelt dunkt me, of je
altijd met duizenden kinderen om je
heen zit en of je dan ineens een week
alleen maar bergen, dalen, beekjes en
hoogvlakten ziet. Maar ik zit nu weer,
gezond en wel klaar, om met jullie een
gezellig praatje te maken. Nou, dan be
ginnen we maar met de puzzle, die Tan
te Lies voor jullie heeft gemaakt de
vorige week 't Viel zeker niet mee,
wel? Want ik heb niet zo bar veel inzen
dingen gekregen. Er waren ongeveer 20
plaatsnamen verborgen in het gedichtje.
Dit zijn ze: Ane. Een, Venlo, Os, Leur,
Aken, Breda, Leiden, Echt, Gouda, pi-
is, om naar het buitenland te gaan. Het
is in ons eigen landje o, zo mooi. Anje.
Hartelijk dank!
Jan Klimstra, Ik wist niet, dat er zulke
kleine kunstenaars onder mijn neefjes
waren, Jan! Ik bewaar de tekening na
tuurlijk goed, als een herinnering.
Willy Lips heeft alweer een lange brief
geschreven. Die kan het, hoor! Ze heeft
vorige keer een prijsje gekregen en dat
kwam precies op haar verjaardag! Hoe
zoekt die Oom Karei het toch zo uit,
hè? Je zou bijna gaan denken, dat ik
het wist!
Leny Langelaar. Nee, Leny, Tante Lies
is niet dezelfde tante van „Bloesem". Er
zün méér hondjes, die Fikkie heten
(Oef, als Tante Lies dit maar niet leest,
want anders denkt ze. dat ik haar met
een hondje vergelijkWas het
examen moeilijk. Leny? Schrijf dat nog
Nclly Teuling. Leuk dat jullie laat-
bloeiende bloemen hebben, Nelly. Je
moet me toch nog eens vertellen, wat
voor bloemen er in jullie tuin staan!
Zo, dan kom ik nu eindelijk toe aan
wat er boven dit stukje staat: „Wat schaft
de pot vandaag". Dat is eens iets heel
anders dan anders. We gaan samen heer
lijk zitten smullen, maar wat er precie»
opgediend zal worden, weet alleen de
kok, die je hierbij afgebeeld ziet. Hij
kan lachen, want hij weet het. Maar
zulten we eens proberen, uit hem te
krijgen, wat ons voorgezet zal worden7
Het is heel eenvoudig. Gewoon een kruis-
woordpuzzle. En als je die klaar hebt,
letters rangschikken. Dan krijg je zó het
menu voor je Maar ik heb natuurlijk
die letters lekker door elkaar gehutst,
Voor jullie de opdracht om er een fat
soenlijke maaltijd van te maken. Ik heb
prachtige geschenken voor vier goede
inzendingen. Eerst dus de puzzle. Reuze
gemakkelijk, hoor't
Speelgoed-
ge, Rome, Ede, Edam, Laren, Grave.
Verschillende plaatsen stonden er dub
bel in, zodat we dan wel ongeveer aan
20 toe komen. Hot was onmogelijk, die
allemaal te vinden, want ze stonden zó
weggedoken. Daarom hebben we maar
vier prijsjes gegeven aan de kinderen,
die er het meest gevonden hadden. Dat
zijn: Kees Leenheer, 14 jaar; Mijna
Grootenboer, 12 jaar; Wouda Nelly van
Aalst, 12 jaar en Krina de Jong, 12 jaar.
Verschillende kinderen hebben goed ge-
luisterd naar wat Tante Lies vroeg over
gedroogde bloemen. Ik kreeg een paar
•enveloppen met bladeren en plantjes,
stengeltjes en bloempjes, die gedroogd
Anjc Vry bijvoorbeeld stuurde Tante
Lies en mij o.m. een prachtige gedroogde
anjer een een kastanjeblad. Nee, Anje,
ik ben op mijn vacantie niet in Rome
geweest, hoor. En je hebt gelijk, als je
zegt, dat het voor jou nog niet nodig
Van links naar rechts: 1.
stuk; 2 Engels woordje u
3 Kledingstuk: 4 Harde kreet; 5
Landbouwwerktuig; 6 Zie één van
links naar rechts: 7 Deel van een
huis; 8 De een of de 9 Rotter
dam heeft een grote 10 Stronkje;
11 Honderd gram; 12 Uitgedroogd;
13 Afscheiding; 14 Door middel
van; 15 Hij woont een drukke
straat; 16 Riviertje; 17 Inwoner
van een groot land in Europa; 18 On
bepaald telwoord: 19 Meisjesnaam.
Van boven naar beneden: 20. Bij
woord; 21 Niet leeg; 22 eerste let
tergreep van ladder; 23 Als alles goed
is, zeggen we: alles is 24 Chris
telijk feest; 12 Der; 13 kip; 14
huishoudelijk voorwerp; 16 Deel van
een school of begraafplaats: 17 afkor
ting Rijks Luchtvaart School: 18 Uit
roep van pijn; 25 werkwoord; 26 =s
een beetje koud; 27 ding van geen
waarde; 31 dier.
Zo. jullie zult wel gemerkt hebben,
dat er hier en daar een heel klein voet-
angeltjc in zit. Maar nu laten we de
kok daar niet langer staan en gaan we
eens gauw kijken, wat hij op gaat die
nen, Eerst het voorgerecht natuurlijk.
Jullie kunt dat vinden, door de letters
28, 14 (3 X!), 5 (2 X 29. 20, 19 en 23
even in een goede volgorde te zetten.
Als we dat met zijn allen smakelijk
hebben genuttigd, komt de groente op
tafel.
Wat? Dat is gauw genoeg gevonden.
Zet de letters 2, 15 en 22 maar eens
goed. Heerlijk vinden jullie niet? De
kok heeft natuurlijk niet vergeten,
aardappelen en 21, 5 (2 X), 27, 19 op ta
fel te zetten. Wij krijgen ook nog een
heerlijk nagerecht. Goochel maar eens
wat met de letters 21 (2 x), 15 <2x) 20,
27 (3 X), 5 en 29. Jullie doen het ver
standigst, door eerst de letters uit te
zoeken en ze voor je op een papiertje
te schrijven. Dan verwissel je ze maar
net zo lang, tot je het goede woord
krijgt. Als er bijvoorbeeld (2 X) achter
een cijfer staat, betekent dat natuurlijk,
dat de letter van dat cijfer twee keer
gebrnikt wordt.
Nou. jullie hebben weer wat te doen,
jongens en meisjes.
Weet je nog, dat de molen van Wlm
Meeder vorige week in het Zondagsblad
stond, met Tante Lies? Deze week heb
ben Wim en zijn zusje Riekje weer bij
zonder hun best gedaan. Wim stuurde
zijn oplossing in op een plankjé als
„Spijkerschrift" en Riekje maakte er
een schilderijtje van. Tot volgende
week!
OOM KAREL.
Eerst Turn, met een vaasje
rode anjers Dan Does met
een kopje thee en een be
schuit met suiker (dat hebben
ze zelf bedacht voor Vader)
op een blaadje, dan Annema-
rietje met het kado cn tot
besluit Mammie, ook met
bloemen en haar eigen kado.
Alle vier hebben ze een
bloem in het haar gestoken.
Turn zet even haar vaas neer
en klopt hard op de deur.
Ja-a-ahoor je een sla
perige stem.
„Is meneer Schepel wak
ker?" doet Turn met een ba«-
Ja-a-a...."
„En is hij ook jarig?"
Ja-a-a...."
Nu vliegt de deur open, en
de hele optocht marcheert
naar binnen.
Frcekje sluipt ook nog mee.
„Wel, wat is dót?" Vader is
helemaal wakker. Hij gaat
rechtop zitten en wriift zijn
ogen uit.
„Zie ik het góéd?"
Deftig marcheert de optocht
door de kamer heen en weer.
Maar opeens zet Tum de vaas
nv-t anjelieren op het tafeltje
en ploft pardoes in Vaders
Nu wordt het feliciteren en
kussen. Wat die Vader blij is'
Het prachtige kado van de
bengels draait*hii om en om.
„Hebben jullie dat zélf ge
kocht?"
„Echt heus uit onze spaar
potten, hè Mammie?" betuigt
Turn.
Vader is er verbouwereerd
Hij zit maar van dc een naar
de ander te kijken, het hor
loge om zijn pols, een vuur
rode bloem op z£n pyama ge
speld, de portemönnaie in zijn
„Reusachtig, reusachtig."
zegt hij maar. De thee wordt
door Phé Wijnbeek
koud. Freekje snuffelt om
hoog naar de beschuit.
Maar opeens roept Mammi
,,'t Is kwart over acht!
Gauw, Vader moet naar
school!"
Ze drijft het opgewonden
stelletje de kamer uit.
Het is moeilijk om de hele
dag goed op te letten in de
klas, als er thuis zo'n feest is.
Maar zo mogen vrij van huis
werk vragen. Dat is echt, nu
hoeven ze om vier uur aan
leren niet meer te denken!
Als ze thuis komen, zijn def
tige Qpa en Oma er. en al
heel gauw komen andere le
raars en leraressen om te fe
liciteren. De kamers zijn vol
mensen. Het is prettig druk,
en de bengels mogen helpen
presenteren.
Natuurlijk is het 's avonds
ook nog feest. De bengels mo
gen lang opblijven en het
lijkt wel, of er geen slaap
meer bestaat.
Toch komt er een eind aar
de pret, want morgen is het
weer een schooldag. Met e
grapje stuurt Mammie hen
alle drie naar boven. Dan
komt ze zelf nog even kijken,
zoals iedere avond.
Drie bedden gaat ze langs,
en drie kleine meiskes slaan
hun armen om haar hals voor
een dikke nachtzoen.
„\Was 't een heerlijk feest,
kindertjes?"
„Héérlijkj Mamie!"
Als ze weer naar beneden
gaat, luisteren de bengelsnaar
het geluid. Nu worden ze toch
wel slaperig.
„Wat vond jij 't fijnste,
Tum?" vraagt Annemarietje
„Ikke? 't Kado natuurlijk.."
„En jij. Does?"
Does is even stil. Dan zegt
ze zachtjes:
„Dat Mammie er is...."
In het donker knikken twee
hoofdjes.
„Ja," zeggen de bengels alle
drie, ,.het komt allemaal, door
dat Mammie er is...."
EINDE.