4 ZONDAGSBLAD 18 MAART 1950 Bij de 50ste verjaring van zijn sterfdag Inplaats van een baan bij Sint Bureaucratius, eerst geweer maker, dan motorfabrikant en olie-prospector, vervolgens grondlegger van een van 's werelds grootste industrieën. Hoe de Mercedes-wagens aan hun naam kwamen Wie zich in de volle kracht van zijn leven afzondert, daarbij niettegen staande hij een te midden van een park gelegen villa bewoont geen tijd voor gezelschappelijke omgang met zijn lieve medemensen heeft en daarbij dan nog met geen woord verraadt wat eigenlijk zijn bezigheden zijn, maakt zich in de ogen van ieder rechtschapen burger ver dacht. Bedenkelijk wordt het geval wanneer uitlekt, dat de persoon in kwestie die tegenover de autoriteiten niet in staat blijkt een „vaste" werkkring aan te geven met nog een ander persoon nachten aan één stuk in een niet ver van zijn villa gelegen tuinhuis doorbrengt, waarvan de vensters zorgvuldig door gor dijnen zijn bedekt. Uiterst bedenkelijk, wanneer tegen de algemeen heersende regel in want wie had er nou in vredesnaam gasaansluiting in een tuinhuis in dit gebouwtje gas- Daimlers vierwielige brik uit 1886, die 18 leidingen zijn gelegd en rumoer, vreemd gehamer en geklop door het donker van de nacht naar buiten dringt. Dan bestaat er maar één mogelijkheid: dan houdt men zich daarbinnen met ver boden dingen bezig. Dan, dat is klaar als iets, heult men met de duivel en is men op z'n minst valse munter. Hier moest, land der Zwabcn speelt dit bedrijf met gezag en kracht ingrijpen. En zo slopen dan ook in zekere nacht van 1882 een commissaris van politie met een troep bewapende dienaren van de heilige Hermandad van uit het Kur- park van de aan Stuttgart grenzende badplaats Cannstatt naar het verdachte tuinhuis. Plotseling dondert het tegen de zwaar gegrendelde deur: In naam van de wet, openen! Het was de eerste keer dat de twee daarbinnen vreemde bezoekers ontvingen. Gelukkig was de commissaris een ver standig man die er zich spoedig van kon overtuigen, dat van het maken van valse munt geen sprake was en er in het tuin huis ook verder geen verboden dingen gebeurden. Beleefd verontschuldigde hij zich dan ook voor de nachtelijke storing cn verliet met zijn mannen het tuin- Wat er dan wel in net tuinhuis ge schiedde? Gottlieb Daimler aanschouwde 17 Maart 1834 uitgerekend in de Hellesteeg te Schorndorf, een plaatsje op vier uur gaans ten Oosten van Stuttgart, het le venslicht. Zijn vader was meesterbakker en dreef daarnaast een gasthuis. Als alie zonen van handwerkers bezocht hij ae destijds vermaarde Latijnschool van zijn geboorteplaats Vader Daimler wilde zijn zoon klerk ter gemeentesecretarie laten worden, maar dat stond de jonge Gott lieb niet aan. Reeds vroeg toonde hij grote belangstelling voor al wat mecha niek was en met machines samenhing. Zo kwam hij bij een geweermaker in ae leer. Als proefstuk voor zijn gezel-exu- men maakte hij geheel zelfstandig een stel dubbelloops pistolen met stalen mon turen en met fraai geciseleerde grepen uit notenhout, die door zijn baas nog jaren later aan aanstaande gezellen ais voorbeeldige werkstukken van grootste nauwkeurigheid werden getoond. Ais gezel trad hij nu bij de geweermaker Wilke in dienst en ging, toen deze tot hof-buksenmaker werd benoemd, met hem naar de Zwaabse hoofdstad. Zijn verblijf aldaar zou voor zijn verdere le vensloop van de grootste invloed zijn. Wilke had naast zijn buksenmakerij nog «en aantal andere moeilijke technisch- rdeerde helper. Door dit werk kwam onze jonge buksenmaker met vele voor aanstaande en invloedrijke persoonlijk heden in aanraking, die in het openbare leven van Stuttgart, dat zich in die dagen op economisch en industrieel ge bied geweldig begon te ontwikkelen, een rol speelden. Deze wisten het werk van de handige en opgewekte jeugdige gezel wel te appreciëren. Daimler had leren inzien, dat voor hem de toekomst niet in de buksenmakerij, maar veeleer in de nieuwe machaniek lag. Na drie jaren te Grafenstaden bij Straatsburg in de werktuigmachinebouw te hebben gewerkt en zich 's avonds op de ambachtsschool aldaar ook theoretisch verder te hebben bekwaamd, keerde hij naar Stuttgart terug. In de Elzas had hij van zijn verdiensten zoveel op zij weten te leggen, dat hij thans de kosten voor zijn studie aan de polytechnische school, tegenwoordig T.H., kon bestrijden. Hier stu deerde hij van 1857 tot 1859. om spoedig daarop voor zijn ver dere praktische vor ming naar Engeland te gaan. Daar werkte hij in de wereldver maarde fabrieken van Whithworth in Coven try en van Rudge in Birmingham Na Engeland bezocht hij België en Frank rijk. zijn ogen overal flink de kost gevend. In zijn vaderland teruggekeerd. werkt hij eerst enige tijd in Geislingen, vervolgens in Reutlingen. Hier raakt hij met Wilhelm Maybach bekend, die km per uur reed. zijn vriend en arbeids- kameraad werd. Als Daimler uit Baden de betrekking van technisch leider bij de Karlsrüher Ma- schinenbaugescllschaft wordt aangebo den. grijpt hij met beide handen toe. In deze fabriek werden hoofdzakelijk lo comotieven en bruggen gebouwd. Door toedoen van Excellentie Steinbeis, die als een der eerste vakmannen op het gebied van het tentoonstellingswe zen van zijn tijd gold, werd Daimler, hoewel hij in „het buitenland". Baden!, werkte, van Karlsruhe en later van Deutz uit, in opdracht van de Koninklijke Württembergse flegering bij verschillende gelegenheden naar het werkelijke buitenland, o.a. naar de Parijse wereldtentoonstelling gestuurd Bij zijn veelzijdige werkzaamheden leerde Daimler ook dr. Otto kennen die aan de verbetering van de gasmotor werkte, een probleem, waarmede zich ook Daimler reeds lang in alle stilte bezig hield. Otto boodt Daimler de technische leiding van zijn zo juist op gerichte fabriek aan. Daimler accep teerde het aanbod en verhuisde na een vijfjarig verblijf te Karlsruhe in 1872 naar het tegenover Keulen gelegen Deutz. Hier begon de grote, vruchtbare technische cn organisatorische opbouw- arbeid van Daimier. Hij werkte, samen met Otto, niet alleen met succes aan de plannen en verbetering van de gas motor, maar had ook een belangrijk aandeel aan de creatie van de viertakt- motor, die een omwenteling teweeg De gasmotorenfabriek te Deutz werd onder Daimlers leiding tot een model- bedrijf voor de gehele toenmalige dustrieële wereld. Niet enkel uit Frank rijk, België en Engeland, de bakerma van de industrie, maar zelfs uit Ame rika kwamen belangstellenden naar Deutz om de technische inrichtingen en de organisatie van deze fabriek, die door haar motoren een wereldreputatie had verworven, te bezichtigen. Daimler liet een aantal geschoolde werkkrach ten uit Württemberg komen en haalde ook Maybach, die hij als hoofdconstruc teur aanstelde, naar Deutz. Beide man nen hebben samen de idee van Otto, de viertakt-gasmotor, verwezenlijkt. Tien jaren lang bleef Daimler in Deutz. Het waren jaren van onafgebroken zware arbeid. Midden in de nacht placht hij dikwijls op te staan om zich in de werkplaatsen van de stand van de werkzaamheden aan de viertakt- motor en aan de grote 100 p.k. gas motor te overtuigen, of aan het teken bord na te rekenen en te overleggen of en waar in de constructie nog ver beteringen konden worden aangebracht. Meningsverschillen met dr. Otto leid den ten slotte tot zijn uittreden uit de firma. Het ging daarbij voornamelijk om de erkenning van het geestelijk aan deel, dat hij in de ontwikkeling van de viertaktmotor had gehad. Daimler stond er op, dat deze motor onder de bena ming „Deutzer gasmotor" op de markt zou komen, terwijl de firma hem als „Otto-Langen-Motor" lanceerde. In 1881 bereisde Daimler Rusland Zijn weg leidde naar Odessa, waar hij zich ter plaatse aangaande de aardolie informeerde, daar hem reeds destijds petroleum als drijfstof ren voor de geest stond In zijn dagboeken uit die tijd Vinden wil telkens weer aanteke ningen, die op de nood zakelijkheid van het oprichten van tank- plaatsen, onze heden daagse benzine-pom- pen. wijzen. Het jaar 1882 bracht het grote keerpunt in Daimlers loopbaan. Na zijn uittreden uit de Deutzer-onderneming wijdt hij zich geheel aan het scheppen van de automobielmotor. Uit het Rijnland ko mend. vestigt hij zich te Cannstatt, destijds nog een zelfstandige nabuurstad van de residentie Stuttgart Daimler wil zich van de medewerking van zijn oude arbeidsmakker en ^na genoot Maybach verzekeren en tracht hem over te halen naar Cannstatt te komen. Ongaarne neemt Maybach ont slag uit zijn invloedrijke werkkring te Deutz. maar hij komt. In het tuinhuis In de Taubenheimstrasse heeft Daim ler zich inmiddels een villa gekocht waarvan dc grote tuin zich tot op de Seelberg uitstrekt en direct aan het Kurpark van de stad grenst. Boven op de berg staat een tuinhuis. Het is in dit tuinhuis, ingericht als werkplaats en laboratorium voor onderzoek, waar de politie op zekere nacht haar inval doet. Plaatsgebrek staat niet toe de ver schillende phasen in de ontwikkeling van de motor te beschrijven. Een ont wikkeling die met legio schetsen, teke ningen en berekeningen op papier be gon, totdat op zekere dag, niet lang na het bezoek van de heilige Hermandad, de motor grijpbaar op de werkbank staat cn loopt! Loopt en blijft draaien! Als een arts, die vol zorg de polsslag van een patiënt nagaat, zit Gottlieb Daimler een hele nacht bij zijn motor en luistert naar de regelmaat van zijn gang. Dat was het geboorte-uur van de Daimler-motor, die later zijn zege tocht in het automobilisme en motor wegtransport zou beginnen. Achttien k.m. per uuz Daimlers eerste wagen, een vierwielige brik, bezat een door lucht gekoelde één- cylinder-motor van zegge en schrijve anderhalve paardekracht. Met deze wagen werden, teneinde geen publieke aanstoot te geven en ergenis te wekken, bij voorkeur in de nacht, op de weg van Cannstatt naar Esslingen ritten on dernomen, waarbij men, omvang en ge wicht van het vehikel in aanmerking nemende, de verbluffende snelheid van 18 kilometer in het uur bereikte. Nadat de eerste „kinderziekten" overwonnen waren, waagde Daimler zich met zijn wagen ook bij daglicht op straat. Dit trok natuurlijk in hoge mate de pu blieke aandacht. De pers stond welwil lend tegenover dit jongste kind van de techniek en wees op de mogelijkheden die daarin voor de toekomst schuilden. Niettemin verging het Daimler aan vankelijk als het de meeste profeten in eigen land pleegt te gaan. Zijn streven vond in Duitsland niet de noodzakelijke aanmoediging en steun. Niemand dacht er althans aan een dergelijke wagen te kopen, laat staan er mee rond te tuffen. Anders bij de Fransen. Deze hadden met hun fantasiebegaafde beweeglijke geest terstond ingezien welke mogelijk heden deze wagens voor de sport boden. Inmiddels werd in Cannstatt met ener gie aan de verbetering van de automo biel gewerkt In 1889 ontwierp Daimlers medewerker Maybach de eerste wagen met een chassis uit stalen buizen en met wielen, dde niet meer van ratelende ijze ren maar van massieve gummibanden waren voorzien. De wagen had een twee- cylinder motor met een vermogen van 34 pk. Het water voor de koeling van de motor circuleerde door de buizen van het chassis. ,._j ook de belangstelling verkeersmiddel in Duits land toegenomen en kwamen van ver schillende zijden bestellingen binnen. Maar iedere besteller had zijn eigen wen sen. Dat kon een klein bedrijf niet meer aan en zo kwam het in November 1890 tot de oprichting van de Daimler-Moto- ren-Gesellschaft. De vreugde duurde ech ter niet lang. Daimler, de man van de fpchniek wilde steeds oerfectionneren en Middelerwijl v Mercedes-wagen uit 1901 schaal over te gaan. De koop lieden wilden echter van stond aan de verkoop pousseren. Dit voerde tot wrij vingen, met het gevolg, dat Daimler met Maybach reeds in de zomer van het volgende jaar uit de firma traden. de Daimler-fabriek zou blijken te zijn. Jellinek was directeur van het Crédit Lyonnais en een schatrijk i ^Nice MêtKedes-Beni-Recordwaget) 1939 dert 1880 zijn vaste woonplaats had en zich iedere liefhebberij kon veroorloven. Op 23 Juli 1894 vond de eerste, door het Parijse dagblad „Petit Journal" uit geschreven, wegwedstrijd ter wereld voor automobielen plaats. Deze ging over de weg van Parijs naar Rouen, een af stand van 126 km. 112 Deelnemers waren aan de start verschenen. Men telde 39 stoomwagens, 38 benzine-rijtuigen, 5 elec- trische wagens. 5 wagens die door saam- geperste lucht werden gedreven en 25 van het een of andere buitennis6ig sy steem. Tot deze laatste behoorden wagens die „half" door animale kracht werden voortbewogen, ja er waren er zelfs die door veerwerken werden gedreven. Vijftien mededingers bereikten het doel. Van de eerste drie die te Rouen aankwamen, bereden twee een Peugeot, nummer 3 een Panhard-Levassor De eerste winnaar legde de afstand in 5 uur 50 min. met een gemiddelde van 20,742 km per uur af, voor die tijd een gewel dige prestatie! Alle drie wagens werden door Daimler-motoren gedreven Zo bracht deze eerste autorace een over weldigend succes .voor de Zwaabse uit vinder en constructeur, die in Parijs door zijn gemoedelijk buikje en ronde stijve bolhoed in de automobiel were ld algemeen als „papa Daimlèr" bekend stond. De zestigjarige was dan ook het middelpunt van geestdriftige ovaties van de kant var de enthousiaste Franse sportlieden. Natuurlijk behoorde ook de bankdirecteur Jellinek tot hen die Daim- (Vervolg op pag. 9) ZONDAGSBLAD 18 MAART 1950 5 gemaakt worden? U behoeft zich niet te verontschuldigen, lezer, wanneer we u al aanstonds verwijten moeten maken dat u tot dus verre te achteloos en onnadenkend een spijker in uw tuinhek sloeg of met be hulp van enkele krammen een drooglijn spande voor uw vrouw. Wij allën gaan te achteloos aan dingen voorbij, die zo simpel lijken en an sich kleine techni sche wonderen zyn. Een spijker, ach, wat is nu eigenlijk een spijker? Wij geloven niet dat wij er in ons le ven honderd onder de hamer hebben ge had, maar wij weten zeker dat de helft dier gevallen ons prachtige blauwe na gels bezorgde om ons nog eens voor te houden dat een schoenmaker maar bij zijn leest moet blijven. Beslist dachten wij dan meer aan onze nagels dan aan de spijker, die wij in een onschuldige planik dreven. Wie denkt er nu aan een spijker? Wij moeten eerlijk bekennen, dat wij de pretentie hadden aan belangrijker za ken te moeten denken en toen een ken nis ons geestdriftig voorstelde een repor tage te schrijven over het groeiproces van de spijker, namen wij knikkend zijn hobby ernstig, maar eerlijk gezegd za gen wij er niet zo veel in. Wij gingen er eindelijk wat in zien toen ook anderen zich zo geestdriftig toonden als onze vriend en omdat wij toch in Maastricht waren zouden wij de „N V. Maastrichtse spijker- en draadnagelfabriek" dan maar even „aandoen". Men zegt. dat modgrne mensen tot hun scha en schande niet meer blozen kunnen. Wij moeten dan wel heel conservatief zijn, want wij bloosden. Om onze verwatenheid. Het begon al toen wü ontvangen wer den door de directeur drs. L. A. H. van Eyseren. Charmant causeur als hij is, voelden wij ons al aanstonds geen katten in een vreemd pakhuis meer, maar wij kwamen onder de indruk van de gigan tische afmetingen die de productie van spijkers heeft aangenomen. Die spijker, lezer, is niet uit de lucht komen vallen, zo min als de veiligheidsspeld waarmee uw vrouw de luier van uw baby speldt Ook vroeger reeds had men behoefte aan épijkers en natuurlijk waren er schran dere geesten, die rusteloos zochten naar ^iat zo langzamerhand tot een spijker is geworden. Gebruikte men een slordige paar eeuwen her nog houten pennen, aan het einde van de 18de en aan het begin van de 19de eeuw waren er in Maastricht reeds 33 spijker-smederijen, waar met de hand het product kant en klaar werd afgeleverd. De vlucht, die de techniek nam reikte ook over de spijker- smederijen en een vooruitziend man als Thomas Regout bundelde hen in 1835 samen en werd zodoende oprichter van de fabriek, waaraan wij nu onze repor tage wijden. Wij hadden tot dusverre de spijker in onze gedachten niet op de juiste waarde geschatwas het daarom zo verwon derlijk dat wij de directeur verbluft aan keken toen hy ons, zo langs zijn- neus weg alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. vertelde dat hij zijn „Anchor Brand" (het merk van zijn product) naar 36 landen exporteerde? Wij stellen ons voor dat minister Llef- tinck met een 8-duimse staalnagel onder GOTTLIEB DAIMLER Iers overwinning in vurige redevoerin gen vierde. Jellinek had naast heel veel geld ook een dochter, genaamd Mercedes en zo werden de Daimler-wagens door papa in Frankrijk en elders als „voitures Merce des", als Mercedes-wagens aan de man gebracht Maar Jellinek deed nog meer. Hij besefte van hoe grote betekenis een man als Daimler voor de verdere ont wikkeling en bloei van de fabriek te Stuttgart was en het is dan ook aao zijn invloed te danken, dot Gottlieb Daimler weer in de schoot van de onderneming die zijn naam droeg terugkeerde. Aan leiding daartoe boodt het feest, dat door de directie ter gelegenheid vam de ver vaardiging van de duizendste motor op 21 December 1895 in het Kurhaus van Cannstatt werd gegeven. Daimler waakte er zorgvuldig voor dat slechts de allerbeste grondstoffer, werden verwerkt en alleen bestgeschool- de werklieden in zijn fabriek werden aangesteld. Op 6 Maart 1900 maakte een zwaar hartlijden, als gevolg van overwerking, een einde aan Daimlers leven. Op 8 Maart te vier uur in de namiddag droe gen de meesterknechts van de Daimler- Motoren-Gesellschaft, die de meeste ja ren onder Daimlers leiding hadden ge werkt, het stoffelijk overschot van hun meester en pionier, als bewijs van dank bare verering, van het sterfhuis tot aan Met Daimler was niet alleen een groot uitvinder en onvermoeid werker maar ook een goed mens heengegaan. Een halve eeuw rust nu Gottlieb, de zoon van een eenvoudige bakker en waard in het kleine stadje Schorndorf op de Uff-dodenakker van Cannstatt. Daar rust de man, die boven in het tuin huis op de Seelberg het bescheiden mo tortje schiep, dat in zijn latere ontwik keling het verkeer alom ter wereld zou levolutionneren. Ing. JOHN ROZENDAAL. Luchtfoto van de Maastrichtse spijker- en draadnagelfabriek. zijn kussen dc slaap der gerusten geniet. Wij, Nederlanders, zijn toch zonderlin ge mensen. Voor een chauvinist halen wij de schouders op, maar al hadden wij dan geen kaas van spijkers gegeten, wij waren naar waarheid trots toen wij bovendien te horen kregen dat deze tak van industrie minstens gelijkwaardig was aan die in Amerika. Ja, dat Nederland van ons Onze groeiende bewondering werd verwondering, toen de alg. bedrijfsleider, de heer Fransen, en de heren Offern^ans en ir. Erens ons door het bedrijf leid den. De machines gonsden van leven en maakten het ons moeilijk duidelijk te verstaan wat de heren deskundigen ons vertelden. Graag zouden wij nu nog onze excuses aanbieden voor 't feit, dat wij, heel béte. voor de derde maal vroegen, wat reeds tweemaal zeer duidelijk was uitgelegd. ^U ge toch aan het lezen bent, vraagt ge u misschien ongeduldig af hoe zo'n nagel nu eigenlijk gemaakt wordt. Wij haasten ons u te zeggen dat wij daar ook niet veel van weten, omdat heel het proces ontzaggelijk gecompli ceerd van eenvoud is. Dit is, lezer, geen spitsvondige con tradictio in terminis. Om het proces heel simpel en vluchtig met u na te gaan: de hoogovens zorgen voor de toezending van platen staal. Na tuurlijk zijn die van verschillende dik ten, zij variëren van 0,8 tot 10 mm. Die platen nu worden machinaal aan repen gesneden. Dat ziet men, evenals het insteken van zo'n reep door de tan genjongens, maar wat daarna gebeurt, lijkt op toverij. Ocus pocus Binnen de machine bevindt zich een pers, een soort van klem, die met geweld de reep staal omvormt tot een spijker terwijl een onzichtbare hamer er de kop aan slaat. Als ge mocht twijfelen aan de kracht en het geweld van deze bewer kingdan raden wij u aan eens wat nagels in uw hand te nemen zodra zij met een snelheid van 350 per minuut uit de- machine komen rollen. Zo maar om te proberenwij garanderen u heel vriendelijk een verschroeide huid. Wenst u maten! U kunt ze krijgen van af 3 mm tot 250 mm. U moet echter niet denken, dat de machine ze rechtstreeks geschikt voor de handel aflevert. Ze worden eerst nog in een schoon kleed gestoken. Er zijn nagels, die na bovengenoemde bewer king worden „taai" gemaakt. Dat ge beurt in een oven, die op gloeihitte wordt gebracht en waarin gedurende een dag de gloeipotten met nagels staan. Na het afkoelen ligt dan de nagel, zwart en sterk, klaar om in Buenos Aires, Edam of Singapore gebruikt te worden. Bij het „blauwen" der nagels ondergaan ze een dergelijke behandeling, met dit verschil dat dit in een electrische oven gebeurt. „Taaimaken" en „blauwen" vereisen hun eigen temperatuur; u begrijpt dus, dat kleine vergissingen grote gevolgen kun nen hebben en dat de nagels, door een niet nauwkeurig geregelde hitte, kun nen worden verknoeid. Daar zijn vaklui voor nodig. En niet zo maar de eersten de besten. Denkt u vooral b.v. niet te gering van de man, aic de spijkermachine bedient, de spij kermaker. Die heeft een vaste hand no dig, een scherp oog en technische capa citeiten die niet voor de poes zijn. Maar bovenal heeft hij dit nodig: liefde tot zijn arbeid. Hij moet vergroeien met zijn machine, hij moet er de ziel van proe ven en aan de kleinste trilling en aan een afwijkend geluid kunnen horen wat er „fout" is. De directie bespaart zich dan ook geen kosten om goede spijkermakers te kweken. Zoals overal selecteert de mens ook hier zichzelf en beschikt een jonge man over intelligentie en werk tuiglijke begaafdheid, dan komt hij op de bedrijfsschool. Dat is niet zo maar een „schooltje". Hier krijgt de leerling zijn machine, waarop hij zich traint en zich, al expe rimenterende, bekwaamt. Dat duurt 3 k Prettig voor de directie, zult u zeggen, dat zij op een dergelijke goedkope wijze haar eigen krachten kan opleiden. Ja, inderdaad, maar u vergist u in dat goed kope. De leerling krijgt namelijk al die tijd toch het volle pond in zijn vingers. HOE er de sociale verhoudingen zijn? Het antwoord kunnen we veelzeg gend en raak samenvatten: er komen zelden mutaties voor in het bedrijf. Als we met deze maatstaf andere fa brieken zouden intrekken geloven we dat het anders zou zijn en daarom is het een heuglijk verschijnsel temeer dat in een uniek bedrijf als deze 9pijkerfabriek de verhouding zo is. Men voelt er trou wens de sfeer wanneer men langs de machines loopt en het lijkt wel of lei dend personeel en arbeiders niet alleen op hun intelligentie, maar ook op hun „gemoedelijkheid" worden getest. Er heerst sfeer en die daar ongevoelig voor is, wandele eens door het ontspan ningslokaal, waar kosten noch moeiten gespaard zijn om het aesthetisch ver antwoord en gezellig te maken Wij gefloven dat in een dergelijk be drijf dc „geest" der werkers niet ver morzeld wordt door sleur en machine, maar integendeel zich ontplooien kan doordat de arbeider weet en voelt dat de Anchor Brand niet belangrijker wordt geacht dan hy zelf. In tegenstelling met ons sociaal-economisch verleden groeien wij reeds vandaag naar andere verhou dingen, waarin de mens primair zal zijn. Het is een verdienste van de directie, dat zij een uitnemend voorbeeld geeft aan vele Nederlandse bedrijven. Telefonische therapie 0E juffrouw is ziek en ze doet daarvan om standig mededeling. Niet dat de kwaal me daar door duidelijk wordt, want in de eerste plaats spreekt ze mét een poliep en zon der tanden en dat pleegt een mens niet verstaan baarder te maken. Boven dien echter schijnt ze zich bijzonder in haar lichame lijke tóestand verdiept te hebben en daaromtrent zó vaak verslag te hebben uitgebracht, dat ze met een even onnavolgbare als onvolgbare radheid haar ganse status quo van hoofd haar tot voetzool kan op sommen. Eén ding is me na vijf minuten medische voorlichting wel duidelijk: er zit nu letterlijk niets meer op de juiste plaats in haar inwendige binnen ste. Haar hoofdpijn is in haar buik geschoten en haar bloeiende maagzweer brandt haar in de keel. Verder moet er nog iets wezen, met eksterogen, zenuwzinkings en duizelig heid in haar linkerzij. Maar ja, als je wat voelt, moet je het ook goed voe len en ze heeft vier en twintig uur per etmaal de tijd om pijnkurven en ril- statistieken by te houden. Ondertussen komt ook aan deze encyclopedische kennisstroom een einde, juist tegen het fatale ogenblik dat ik me zelf ook draaierig en wee ga voelen. Zoals ze eerst de kraan der welsprekend- heidsfontyn heeft open gedraaid plotseling en breed zo slaat ze 'm nu weer met één slap dicht en zwijgt. Zwijgt met die jfwachtende blik van naar- eigen-inzicht-héél-belang- rijke-en-héél-ernstige pa tiënten, die nu wel eens een woord van beklag wensen aan te horen. Zo bij wijze van contrapresta tie, als de cent voor de orgeldraaier. Maar het gekke is dat ik geen woord voor elkaar kan krijgen. Misschien is dat een wis selwerking met haar he vige en spraakmakende kwalen. Misschien is het ook alleen maar een kwes tie van ongeloof mijner zijds, want ik ben van tevoren gewaarschuwd dat deze juffrouw altijd sinds mensenheugenis met zoveel afwijkingen behept is geweest en dat ze in feite niets mankeert. Enkel maar wat lui uit gevallen is en heel erg ge steld op im mer-nieuwe instanties, die haar des wege (natuurlijk om haar ziekte en vast niet om haar luiheid) zullen ver wennen en vertroetelen. Men is bereid daarover schrikbarende onthullin gen te doen: de pastoor is er al eens aan te pas ge komen, en daarna een lief- dadigheidsbedrijf en voorts het Heilsleger en nog een of andere burgerlijke in stantie, men verliest hierbij de tel, als bij haar kwalen. Maar in elk geval ben ik nu niet in staat om meteen mee te gaan krij ten over zoveel ongemak. Maar daarom behoef ik nu ook weer niet 't allerdom ste te doen wat men in zo'n gegeven omstandigheid kan doenofschoon U reeds begrepen heb dat ik dat juist weer piel heb ge daan. Want ik vraaa haar: „En wat 2eet do tr'-r Uit de VOLKSWIJK Rrrrang, daar gaat een tweede kraan open daar stroomt een nieuwe Vader Rijn langs blijde boorden. „De dokters? De dokters, zeg u? Die dok tersKortom, want alleen met deze detail studie zou ik dit Zondags blad kunnen vullen, die dokters deugen niet. Daar heb je nou dokter A. Of ik wel weet dat die nooit geen mens nergens on derzoekt omdat hij daar geen tijd voor heeft. En dokter B is al net zo, die kijkt je alleen maar in je ogen en dan beweert hij dat ie de rest al wel weet. Terwijl dokter C hier daalt haar stem tot zinnig gemur mel en ik be grijp dat dit niet erg is omdat ik het toch niet zou durven over vertellen. Verder nog dokter D.; nou die is zelf ziekelijk en als je niet voor je zelf kunt zorgen, hoe zal je dan een bloeien de maagzweer kunnen ge nezen, zeg nu zelf. Zo gaan alle dokters in óp- nieuw vijf minuten met heel hun reputatie en practijk naar de maan. De een heeft pas een nieuwe auto en reken maar dat de patiënten die betalen moe ten, en de ander gaat per fiets en dat is dus arre- moei troef, en de derde komt niet aan huis en op 't spreekuur van de vierde moet je winter en zomer in de kou staan te toarh- „Dus," zeg ik conclude rend, omdat er anders alle artsen te dezer stede aan te pas zullen komen, „Dus, der behandeling?" En weer ben ik er vlak naast, want daar begint me dat vrouwtje te praten, te pra ten! Of ze onder behan deling is!! Daar wou ze me nu net eens over spre ken. Niet bij zo'n gewone dokter, want dat zijn alle maal maar kwakzalvers om zo te zeggen. Maar bij een veel betere, bij een man, die best professor zou kunnen wezen als hy niet liever de lijende mensheid zou helpen. En niets van spreekuren, of aan huis komen, of zo iets niks daarvan. Helemaal geen capsones. Je hoeft maar één keer bij hem te komen en je portret mee te brengen en dan krijg je van hem zijn eigen portret weerom. En als je dan weer pijn hebt hoef je 'm alleen maar óp te bellen. Dan ga je naar de telefoon en je neemt zijn portret mee en dan zeg je wie je bent en hij neemt jou portret en daar gaat hij dan op staan strijken en onderwijl kijk je zelf al maar strak naar zijn portret. Nou, en dan gaal de aanval meteen over. En het kost maar een daal der per drie minuten strij ken. Kunt u me die daal ders nu niet eens betalen?" Ik schud mijn hoofd: „Ik kan dat niet en ik wil het ook niet." „Ik geloof niet aan al dat Jan Klaas- sen, maar ik heb wel 'n goeie raad: U legt zelf een daalder naast u en dan belt u die wondermeneer weer op. En dan strijkt t» over die daalder dan bent u kiet Wijkpredikant.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1950 | | pagina 12