w S E m w W§ O m. 2EP:€H- De strijd op de achtergrond uaoi J.UIBW t aviasavaNOZ ZONDAGSBLAD 4 MAART 1950 BEROEMDE PENNEN De pen. waarmede Koningin Victoria indertijd haar handtekening zette onder het koninklijk besluit, waarbij de wet op het zelfbestuur der Australische koloniën werd goedgekeurd, werd haar aangebo den door de heer E. Barton, een der af gevaardigden. tegelijk met de inktkoker en het tafeltje, waarop de ondertekening plaats vond. De pen was een ouderwetse ganzeveder en zal als een kostbaar aan denken van geslacht tot geslacht bewaard worden. De voormalige Keizerin Eugénie had in haar bezit de beroemde pen. waar mede het gewichtige Verdrag van Parijs door al de deelnemers ondertekend werd. Eigenaardig genoeg wilde ieder van de veertien gevolmachtigde ministers de pen. waarmede hij tekende, behouden; maar op aandringen van de Keizerin tekenden zij allen met dezelfde pen en keurden het goed, dat zij de pen zou behouden als een aandenken aan de historische plechtigheid. Dit was ook weder een vogelveder, maar een van een goud-adelaar en rijk versierd met goud en edelgesteenten. De ex-Keizerin ge bruikte haar telkens, wanneer zij over haar overleden echtgenoot schreef. Lord Bangor was de bezitter van de pen. waarmede de vrede van Wenen ge tekend werd. De pen kwam in het bezit van Lord Bangor door middel van zijn grootvader, die secretaris van Lord Castlereagh was. Toen Koningin Elisabeth het dood vonnis van Maria Stuart ondertekende, werd de pen. die zij daarvoor gebruikt had. door een der hooggeplaatste hof beambten in bezit genomen. Zijn nakome lingen behielden die pen lange tijd. maar eindelijk werd zij voor een aanzienlijke som verkocht. De vorige Koning van Engeland. Eduard VIII. bezat reeds als Prins van Wales een verzameling pennen van be roemde schrijvers, zoals van Pennyson, Browning. Swinburne. Hardy en anderen. Naar de pennen van Charles Dickens is altijd veel vraag geweest. Een gouden pen. die hij jarenlang gebruikt had. bracht 480 gulden op. In de gevangenis van St. Paul te Lyon is een enigszins griezelige verzameling van pennen. Wanneer een ter dood ver oordeelde aan de beul werd afgeleverd om geguillotineerd te worden, moest de beul daarvoor een in alle vorm opge maakt ontvangstbewijs tekenen. Bij iedere terechtstelling werd voor dat doel een nieuwe pen gebruikt en men droeg zorg, dat de inkt niet van de pen werd afgewist. Het Zweedse bruidje Het Zweedse bruidje draagt ten platte- lande 'n zilveren kroon in het haar en 'n snoer parels om haar hals. Omringd door bereden muzikanten en jongelui, begeeft ze zich te paard naar de kerk. Zeer veel mensen worden op de brui loft genodigd, maar de genodigden dra gen een deel in de onkosten bij. Herhaaldelijk worden er geweren af geschoten als herinnering aan de tijden, toen de bruid nog moest worden be schermd tegen vijandelijke stammen. Vóór de kerk staat een erepoort. De fees ten duren soms wel vijf of zes dagen. Correspondentie en oplossingen aan de heer H. J. J. Slavekoorde. Goud- reinelstra&t 125, 's-Gravenhage. HET BESTUDEREN VAN DE THEORIE DER OPENINGEN. Vele schakers houden zich min of meer intensief bezig met het bestuderen van de theorie der openingen. Is dit zinvol of nutteloos? Om op deze vraag antwoord te kunnen geven moeten wij eerst nader onderscheiden tussen a) het bestuderen van bepaalde openingen met de bedoe ling een redelijk inzicht te verkrijgen in de verschillende openingssystemen en de bedoelingen hiervan; b) het op de voet volgen van de voortschrijdende ontwik keling deze openingen, dus het kennis nemen en bestuderen van openings nieuwtjes. De onder a) genoemde studie is vooral geschikt voor beginnende en minder ge vorderde schakers. De onder b) bedoel de studif is typisch het domein van de gevorderde en sterke schakers. Met deze onderscheiding is het ant woord op de gestelde vraag min of meer gegeven. Van een sterk speler wordt verondersteld, dat hij de elementaire openingstheorie beheerst; hij zal zich dus vanzelf wel tot variantenstudie en dus meestal tot de nieuwtjes hierin beperken. De zwakkere speler daaren tegen heeft genoeg te doen met het be studeren van de elementaire openings theorie; zolang hij in dit opzicht geen vaste grond onder de voeten heeft kan hij de finesses van niéuwere t.o.v. oude varianten toch niet doorgronden. Hiermede zijn de grenzen van beide soorten bestudering der openingstheorie ruwweg getekend, alsmede het nut. welke zij voor de schaakspelers hebben. Het staat als een paal boven water, dat vele jonge, sterke schakers in ons land de ontwikkeling van de openingstheorie ijverig bestuderen. Men mag rustig en met voldoening vaststellen, dat het verschijnen van „Losbladige schaakbe- richten" hierop in niet geringe mate stimulerend heeft gewerkt. Een aardig voorbeeld hiervan vonden wij in de hier onder afgedrukte partij uit de wedstrijd om het persoonlijk kampioenschap van de Haagse Schaakbond. De witspeler de huidige kampioen van de H.S.B. pro beerde een in „Losbladige schaakberich- ten" gepubliceerde variant van het Nimzo-Indisch, welke als gunstig voor zwart te boek stond wegens de beheer sing van het veld e4. Daarom week hij op zijn 7e en 8e zet van de theorie af en beproefde een eigen vinding, er op ge richt zwart het bezit van e4 te betwisten. Wit: Zwart: H. W. Muzerle. H. J. van Donk. NIMZO-INDISCH. 1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pc3 Lb4 4. Dc2 c5 5. dxc5 00 6. Lg5 Pa6 (zwart's 5e en 6e zet zijn karakteristiek voor de nieuwe variant) 7. f3 Pxc5 8. e4 Da5! (veel ster ker dan d5, waarop wit gerekend had) 9 Ld2 (deze terugtocht is nagenoeg ge dwongen) dS! 10. cxd5 exd5 11. exd5 Te8t 12 Kdl Te5! 13. f4 Lf5 14. Del Txd5! (hierdoor wordt de hele konings stelling opengereten) 15. Pxd5 Pxd5 16. Lxb4 Pxb4 17. Dc3 Td8t 18. Ke2 Db5t 19. Kf2 Pe4t 20. Kf3 Db6 21. Del Pc2 22. De2 Td3t! 23. Dxd3 Df2 mat. TER OPLOSSING. Nadat wij in de vorige rubriek een probleem ter oplossing gaven, waarvan het thema werd gevormd door het zgn. Excelsiormotief, brengen wij ditmaal een eindspelstudie gebaseerd op hetzelfde thema. Hoewel men eigenlijk na deze aanwijzing de oplossing zó moest kunnen aangeven, hebben wij er een redelijk vertrouwen in, dat vele oplossers met sommige kneepjes toch wel enige moeite zullen hebben. Eindspelstudie van S. Clausen A §2 if'ü tl H f '"W H MHg HÉM I SS '8 m OPLOSSING VAN DE VORIGE WEEK Horizontaal: 1. verslagen, 8. etude. 9- 28 Ur. 30 ros. 31 Po, 32 le. 33 re. 34 been, 36 moor, 39 druif. 42 dweepster. Verticaal: 1 verdrag, 2 rede, 3 St., 4 lus. 5 A.D., 6 gene. 7 Nanking, 10 oer, 11 lichtbron. 12 zuurdesem, 13 ren, 18 RO„ 20 ana. 21 nul. 24 tulband. 26 e.o., 27 koerier, 29 ree. 31 pro, 35 ende, 37 ooft. 38 hup. 40 re. 41 is. Nieuwe opgave CIRKELRAADSEL In de buitenste cirkel worden van 1 naar 4. 5 naar 8. 9 naar 12 en 16 naar 13. vier vogelnamen ingevuld. Van buiten naar binnen de volgende woorden, die alle eindigen op de letter R 1 telwoord. 2 putemmer. 3 draaiorgel, 4 smalle opening. 5 vrucht. 6 bloedvat, 7 deel van het lichaam bij sommige dieren. 8 nogmaals. 9 strak, stijf, 10 be roerd, 11 rivier in Oostenrijk, 12 stel, 13 opschik, 14 wild zwijn, 15 rivier in Duits land en Hongarije. 16 grote plas. Wit begint en wint. OPLOSSING PROBLEEM DR. KRAEMER De oplossing van het vijfzettig pro bleem van dr. Kraemer uit de vorige rubriek luidt: 1 e4 (dreigt Pe2) exd4 2. exd5 «dreigt Pe4) dxc5 3 dxc6 (dreigt Ld5 mat) axb3 <bxc6? La4!) 4. cxb7 en 5. axbSL mat! BIBLIOGRAFIE. De achtergrond van' de schaak openingen, door Reuben Fine. N.V Int. Uitg.- en Handelmij Systemen Keesing. Amsterdam. Vertaling S. H. v. Groningen, 202 bladz. Geb 6,75. Opnieuw is een boek van de bekende Amerikaanse schaker in de Nederlandse vertaling verschenen en ook ditmaal is het boek de moeite ruimschoots waard. Zijn verschijning vult m zekere zin een leemte in de Nederlandse schaak literatuur op. De titel van het boek is duidelijk, zo duidelijk, dat een toelichting hierop achterwege mag blijven.' Dus: geen lawine van varianten, maar een heldere uiteenzetting van de voornaam ste speelwijze binnen elke opening. Geen boek. dat men ter hand neemt om „even" een variantje na- te kijken, maar een werk, dat gedegen bestudering vraagt. Desondanks vaardig, en. waar de stof dit maar even toelaat, zelfs vlot geschre ven. Talrijke diagrammen. Niet alleen uitermate geschikt voor minder ervaren schakers, doch ook voor de onderlaag der zgn. sterke spelers. Men vergelijke ons hoofdartikel in deze rubriek! Harte lijk aanbevolen. SL. Oplossingen uiterlijk Donderdagmor gen a s. per briefkaart in te zenden aan het bureau van dit blad In de linkerbovenhoek van de adres- zijde te vermelden: Puzzleoplossing. Onder de inzenders van goede oplos singen worden de volgende prijzen ver loot: 1. f 5.-; 2. f 2.50 en 3. f 2,50. Niet bij ons hotel in Arnhem. De „Waar woon je?" „In Den Haag". „Daar woonde de Koningin vroeger „Ja", zegt de ander, „maar niet bij ons in de straat.' Ontsnapte q sel op stelten, Bij 2enem<3rkeM liep een Russisch schip aan de grond. tenen wilden helpen,maar.... Hagenaar stapte, uit ei-vol le tfamaan 7tjn jas hing een andermans horloge. KlAPPtR ft- KRONIEK VAN E EN WEEK n IN VEKWAALTJES MET MORAALTJES cloefi 4 KMfEL LINKS u* GOOS KAMPHUIS De kapitein (yolk^democraai) vond. dat dit 2Ótoch maar niet gaat. •Hy was uitstekend opgevoed en vroeg aan MoskouIs dat goed Men rende, gilde in paniek en stond in drommen In 't portiek'. De mensen werden rood en bleek en 2eidenWat een apenstreek. ■Het klokje had dit zélf bedisseld en was gewoon van vest verwisseld. Pit uurwerk gaf dus vrij sponUan de drukte von het spitsuur aan! Veertig huiden - smekkebars werden veroordce/d in Shz4a Voorjaarsschoomnaak i*5 hier en daar al begonnen. ■Het Carnaval in Brabant en timburg Is afgelopen. Inwoner van Halsteren dreig de politie met een handgra naatf toer» men zijn woning wilde ontruimen. •Het he/e huiden - smok kastel zit nu ta kniezen in de cel Da smokkel waar kwamzogcze<gdj ctón't slot op ejgen huid terecht Pe praatkJr van het Carnaval Staat nu aan jaarlang weer op staf. Geen mens meer vreemd uitgedost mw fs Hm beu en moegehosfc 0<e Halsterensc Hermandad w'st niet hoa-ie 't nu toch haot. Men staat In Wild-West Nederland al met granaten In de Ivand 0S6I 1HYYW aYiaSOYOMOZ ZONDAGSBLAD 4 MAART 1950 i prachtig televisie-apparaat van Emir Abdullah PRGENS in Arabië woont de zeer machtige vorst Abdullah ben Akbar, directe afstammeling van de Profeet, verdediger van de Islam, beschermer der armen en verdrukten en heerser over twee woestijnen werd vergezeld door de secretaris-gene raal van de buitenlandse handel, Abou ben Ibrahim, een broodmagere Arabier in vol ornaat. De voor de ontvangst ge reedgemaakte tent was behangen met de PPm mSamuel Leverson de leider was. 't hoofdkwartier van de Emir rondgeleid. „Zoals de heren wel zien", merkte Abou ben Ibrahim achteloos op, „zijn KORT VERHAAL .AS van CLEMENT H. DE HAAS we hier van alle moderne comfort voor zien: telefoon, radio, bioscoop, televisie en automobielen, alleen geen stenen huizen". „Ik zie", merkte Samuel Leverson op, nadat het gezelschap zich had neergezet om een kopje pikzwarte, sterke koffie te gebruiken, „dat alle technische produc- verwijtend op. „Wij vinden het aange naam om het prettige met het zakelijke te verenigen. Hebt U het hier niet naar Uw zin?" „Uitstekend! Ik herinner mij echter dat de Emir verleden jaar onze uitnodiging om naar Londen te komen afsloeg en ik dacht dat Abou ben Ibrahim viel hem met een vriendelijk handgebaar in de rede. „Hebt U er wel eens over nagedacht, Leverson Effendi. wat het betekent altijd in een tent gewoond te hebben? Hier bij ons hebben wij geen trappen. Weet U dat, toen ik in Londen was. het mij volko men onmogelijk was de trappen van het hotel te bestijgen of af te dalen zoals de andere bezoekers? Ik moest op nanden en voeten naar boven klauteren en werd, in stilte, door de andere bezoekers be spot en uitgelachen. Het was allerminst Sre-ttig voor mij maar voor Emir Abdul- ah zou het een eeuwigdurende schande geweest zijn „Daaraan heb ik, inderdaad, nooit ge dacht." antwoordde Leverson enigszins verward. Nooit had hij het verschil tussen oost en west zo grotesk gevoeld als op dit ogenblik. De avond tevoren had de Emir hem nog getoond. „Er is toch geen enkele televisiezender in de omtrek o machtig vorst" had Lever son opgemerkt. „Nee. er is inderdaad geen enkele tele visiezender in de omtrek", had de Emir geantwoord, „maar is het niet heerlijk om, ondanks dat toch een kostbaar tele visie-apparaat te bezitten?" De stofzuigers van de Emir, zijn bor denwasmachines. zijn koelkasten, de gou den cigarettenkokers en aanstekers hij rookte als Moslem niet zijn sport- costuums, de fototoestellen en filmpro jectors, het waren allemaal dingen waar op hij bijzonder trots was, een trots die niets uitstaande had met de bruikbaar heid van de artikelen. Op de dag van de ondertekening van het contract was de Emir in een uitste kend humeur. Zijn privé-secretaris, een jonge Arabier, die in Cairo had gestu deerd. las het document voor. Angst overviel Leverson betekende dit dat de Emir niet lezen kon? Hij had meer malen verachtelijk gesproken over lezen. Want als de Emir niet lezen kon. dan kon hij natuurlijk ook niet schrijven. En als hij niet schrijven kon. hoe zou hij dan de zo begeerde concessie onderte- De secretaris had de voorlezing beëin digd- Uit één van de vele plooien van zijn gewaad haalde de Emir een prachtige vulpen tevoorschijn. Leverson zuchtte van opluchting. „Zie, Leverson Effendi. dit is mijn nieuwste speelgoed uit Amerika, speciaal op mijn aanwijzingen vervaardigd." De houder was geheel van platina, de gouden pen was gezet in een krans van saffieren. De cylinder was gegraveerd met de vol ledige stam- en familienaam van de Emir in Arabische lettertekens „Hij hoeft slechts ééns per jaar gevuld te worden en men kan er ook onder water mee schrijven; als men aan dit knopje draait kan men. naar verkiezing, met zwarte, rode of groene inkt schrijven. Er is ook een inrichting, die het moge lijk maakt om in het donker te schrij- De ogen van de Emir liefkoosden de pen nog enkele seconden, dan boog hij zich over het document. De spanning van de Britse delegatie was voelbaar. Met dc tong uit zijn mond drukte de Emir met zijn linker wijsvinger op het bovenste gedeelte van de pen •Een heel klein druppeltje inkt viel onder het machineschrift van het docu- Met een waarlijk koninklijk gebaar drukte de_ Emir zijn duim op de inkt- De secretaris strooide uit gouden doosje fijn zand over de duim afdruk om hem te drogen. De Emir leunde achterover en bekeek zijn werk met duidelijk zichtbare vol doening. Daarna overhandigde hij het document aan Leverson, ter ondertekening. En Leverson. zijn eigen fijne, precieze schrift beschouwend, voelde dat zijn handteke ning onder dc grote duimafdruk er erg onbeduidend uitzag. MARS' OPMARS OVER DE VELUWE i Amerikaans fabrikaat zijn. Daar u zó veel en zó grote zaken doet met Engeland, zou u toch eigenlijk beter Britse goederen kunnen importeren". De secretaris-generaal haalde, met een verachtelijk gezicht, zijn schouders op. strenge levenswijze opleggen. de andere kant, houden zij van luxe. Voor uiterlijk vertoon en oraal zijn wij, Arabieren, bijzonder gevoelig". „Dus indien bijvoorbeeld", merkte Leyerson op, „de Rolls Royce fabrieken een automobiel zouden vervaardigen met een televisie-apparaat in het dashboard, een kortegolfzender in het stuurwiel en een radarapparaat in het dak zou... „U zoudt er ons onmiddellijk twintig kunnen leveren, Leverson Effendi. Maar ze zouden meer luxueus uitgerust moe ten zijn, uw ideeën zijn wat te bekrom pen, wielen, koplampen en deurknoppen van platina met diamanten ingelegd, de spatborden en motorkap van geslagen goud. Dat zou zonder de minste twijfel ons volk er van overtuigen, dat uw En gelse automobiel superieur was aan de Amerikaanse. Wat wij Arabieren bezit ten moet het mooiste, het kostbaarste ter wereld zijn". Men stond op en ging, op uitnodiging van Abou ben Ibrahim, naar de confe rentietent. „Vergeet toch niet. o Lever son Effendi, dat onze machtige vorst rijker is dan enig Amerikaans million- nair; niet alleen heerst hij over een on metelijk rijk, zijn inkomsten uit ver leende olieconcessics bedragen millioencn dollars per jaar". Leverson was sprakeloos van verba zing. Eerbiedig stond de Britse delegatie op toen Emir Abdullah met zijn gevolg binnenschreed. Er volgden hoffelijke en langdurige begroetingen. Na dc uitwis seling van geschenken werden geweldige schotels met dampend voedsel binnen gebracht. voor de gasten was er ook Franse wijn. doch de hoffelijkheid ver bood daarvan te drinken daar de gast heer, als Moslem, geen alcohol gebruik te. Het was bijna niet mogelijk een ge sprek'te onderhouden, het eentonige ge zang der danseressen cn het gerinkel der tamboerijnen overstemde bijna ieder ander geluid. De volgende morgen begon de Britse delegatie de onderhandelingen met dc „U zult reeds vernomen hebben, o machtig heerser", begon Leverson, „dat de mensen spreken van nieuwe rivieren die in dit deel der aarde zullen stromen en uw landerijen vruchtbaar zullen maken". „Ik begrijp het. Leverson Effendi" „Men heeft gedacht, o machtige vorst, om deze, door mensenhanden gemaakte rivieren, door uw onbegrensd konink rijk te laten vloeien, daar dit de meest eenvoudige en minst kostbare wijze van uitvoering zou zijn". „Volkomen juist. Leverson Effendi" De onderhandelingen duurden dagen lang zonder dat Rashbrocke en de zijnen ook maar het gevoel hadden iets nader tot hun doel gekomen te ziin. Iedere avond waren er feesten ter ere van de voorname Britse gasten, handtekeningen werden voortdurend uitgewisseld De Britse onderhandelaars waren niet wei nig verbaasd, toen zij merkten dat hun gewone handtekenineen geen waarde hadden als zodanig. Het was de duim afdruk. die de Arabische gastheren als souvenir op prijs stelden. Het leven als gast van de Emir was aangenaam, doch na enkele weken begon Leverson toch aan te dringen op een be- Hij had een contract ter ondertekening medegebracht en voordat hl| de hand tekening van de Emir er onder zag zou hij zich niet op zijn gemak voelen HIJ was daarom ook erg blij toen Abou hen Ibrahim hem op een avond ter zijde nam en hem toefluisterde: .Morgenoch tend Leverson Effendi. zal de Emir het contract tekenen." „Prachtig." prees Leverson. „ik was al bang dat de Emir ons de concessie Het vorderen van De Dellen voor militair schletterrcin heeft nog een an der aspect. Destjjds, toen de eerste sol daten naar Indonesië moesten vertrek ken, heeft geen landgoedeigenaar ge aarzeld, zijn terreinen beschikbaar te stellen, om de toekomstige soldaat al thans enige oefeningsmogeljjkheid te Maar met die oefeningen heeft de vordering van De Dellen niets meer uit te staan. Het gaat hier om vergroting van schietterrein en wat dat betreft zou men kunnen zeggen: waar is dan het eind. De kanonnen worden steeds groter. De scherfwerking steeds om vangrijker. Er komt dus een moment, dat niet alleen de Vel uwe, inclusief het Kroondomein, schietterrein moet wor den, maar dat hele delen van Neder land ontruimd zullen moeten worden om de militairen gelegenheid te geven schietoefeningen te houden. Daarom bewijst deze vordering over duidelijk, dat wij er zo niet komen. Nederland met zijn overbevolking is te klein geworden voor de oefeningen met moderne kanonnen. Hier bedreigt Mars niet i wilde En de Heere zeide: „Simon, Simon, zie, de satan heeft ulieden zeer begeerd te ziften als de tarwe; maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude." Luk. 22 31 en 32a. flIT woord van Jezus geeft ons een kijk op de strijd, die om ons ge voerd wordt. De strijd tussen Christus en satan met als inzet onze zaligheid. Wij rekenen doorgaans veel te weinig met de ..geestelijke boosheden in de lucht". We overschatten onze krach ten. omdat we geen oog hebben voor hem, die zich op de achtergrond houdt, maar die toch geen poging onbenut laat om ons in het verderf te storten, de satan. Daarom gevoelde ook Petrus zich zo sterk, getuigen zyn woorden: Al werden zij ook allen aan U ge- ergerd, ik zal nimmermeer geërgerd worden. Dan schuift Christus hier in de Paas- zaal het gordijn weg en geeft Zijn discipelen even een kijk op de achter grond van ons leven. Simon, Simon, zie, de satan! De duivel is er ook nog. Wat wil deze vijandHij heeft zeer begeerd ulieden (dus niet alleen Petrus, maar ook de andere discipelen) te zif ten als de tarwe, 't Staat er eigenlijk nog heel wat krasser: Hij heeft niet slechts gevraagd of verlangd, maar aeëisf, gevorderd ulieden te ziften. Zie, dat wijst op een zeker „recht", dat hy toil laten gelden by God. En he. laas. dat kan hij doen. Door de zonde behoren we hem. de vorst der duister nis toe. We hebben ons aan hem over geleverd. En nu ontbreekt ons alle macht tot verweer. We wanen ons sterk, maar we zijn zwak We denken te overwinnen, maar hebben het al lang verloren. Daarom is de dreiging van de zifting zo erg. Satan heeft, in zekere zin, vrij spel. Straks brengt hij de discipelen, Petrus voorop, in de zeef. En dan is het zijn duivelse bedoe ling om hen zo te ziften, dat zij als kaf zullen worden weggeblazen. Dan is hij zeker van zijn buit En o, wat komt Petrus straks huive ringwekkend dicht bij de rand van de zeef. Tot driemaal toe zweert hij: Ik ken Hem niet! Zal hij Judas nagaan? „Maar Ik heb voor u gebeden". Tegenover Satans eis heeft de enige Hogepriester Zijn gebed gesteld. Satan vordert de uitlevering van de discipe len, opdat hij vrij spel met hen zou hebben, maar Christus is als Voor bidder tussengetreden bij de Vader en wijzend op het bloed der verzoening, dat Hij weldra gaat plengen, vraagt Hij om het behoud van de Zijnen. Deze voorbede is persoonlijk: voor u. Eén voor één draagt Hij ze de Vader op. Let wel. Christus vraagt niet, dat de zeef hun gespaard blijve. Zij heb ben het nodig geschud te worden, op dat het vele kaf, dat er in hun leven is, verdwijne cn zij straks gezuiverd en gereinigd uit de zeef tevoorschijn komen. Véél blijft er dan meestal niet over. Bij Petrus alleen dit: „Heere, Gij weet alle dingen, Gij weet dat ik U liefheb." Maar dat is genoeg. Laat ons rekenen met deze strijd op de achtergrond. Onderschatten we de dreiging van de kant van satan niet. Maar als we geschud worden in de zeef, als de dagen van twijfel en ver zoeking aanbreken, waarop we vrezen als kaf te worden weggeblazen, vluch. ten we dan tot Hem, die in de stryd op de achtergrond Overwinnaar bleef altijd leeft om voor Zijn volk bidden. Ds. H. W. EERLAND. LinksHollands luin: oude pul aan liet eind van een beukenlaan op De Dellen. Een van de fraaiste plekjes in een bedreigd gebied. Rcchis: Op de wegkruising xegt hel bordje vandaag: „veilig". Maar morgen klapt een soldaat hel bordje „veilig" neer en er komt ..gevaarlijk" voor in de plaats. Dat inderdaad niet slechts het vreemdelin genverkeer, maar heel het Nederlandse Men kan wel zeggen: als er niet ge schoten wordt is de wandeling op De Dellen vrij, maar het publiek voelt zich niet happy bjj afsluitbomen en masten, waaraan ieder ogenblik een rode bal kan worden gehangen. Ook een, door de militairen voorgesteld opschrift: ,.U bent welkom, behalve als de rode bal uithangt" is geen oplossing. Ons land gaat te gronde, als dc militaire oefen terreinen nog meer worden uitgebreid. Het standpunt moet zyn: bossen en woeste gronden zijn gemeenschapsbezit. Die heeft het Nederlandse volk nodig voor zijn recreatie. Het ls ontoelaatbaar, dat die gronden nog meer gedecimeerd worden door legers, die er met zware wagens doortrekken en dc hossen scha de toebrengen. Nederland kan dit niet opbrengen. Waar dun wel geachuteu kan wor den? Op de Waddeneilanden b v, waar men de kanonnen kan opstellen onf zeedoelen onder vuur te nemen. Daar heeft men de ruimte en wordt tiet toe risten- en landschapsbelang het minst geschaad. Dit alles heeft niets te ma ken met de bescherming van „gras sprietjes", waarover generaal Kruis onlangs sprak, maar alles met die van cultuur. Daarom komt het ons voor, dat de Contact-commissie voor Natuur- en Landschapsbcscherming, waarin des kundigen zitting hebben, gekend wordt in de vorderingsplannen der militaire overheid. Zy is een neutrale commissie, die het vraagstuk van alle kanten be zien kan. Dan komt er tevens een einde aan de misstand, dat terreinen als De Dellen maar worden gevorderd alsof we nog ln volle oorlogstijd leven. Tegelijkertijd moet de vraag uan de orde komen, of een dergelijk vraagstuk niet, als dat der bewapening, op West- Europees plan behandeld moet worden. Tenslotte schieten de kanonnen ln Olde- broek niet voor de vrijheid van Neder land alléén, maar ook voor die van België, Frankrijk en Engeland. De bijenkorf, dio Nederland Is, leent zich niet meer voor schietoefeningen met ver dragend geschut. Van die oefe ningen komt niets terecht en van Ne derland blijft niets over!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1950 | | pagina 9