w
S E
m w
W§
O
m.
2EP:€H-
De strijd op de achtergrond
uaoi J.UIBW t aviasavaNOZ
ZONDAGSBLAD
4 MAART 1950
BEROEMDE PENNEN
De pen. waarmede Koningin Victoria
indertijd haar handtekening zette onder
het koninklijk besluit, waarbij de wet op
het zelfbestuur der Australische koloniën
werd goedgekeurd, werd haar aangebo
den door de heer E. Barton, een der af
gevaardigden. tegelijk met de inktkoker
en het tafeltje, waarop de ondertekening
plaats vond. De pen was een ouderwetse
ganzeveder en zal als een kostbaar aan
denken van geslacht tot geslacht bewaard
worden.
De voormalige Keizerin Eugénie had
in haar bezit de beroemde pen. waar
mede het gewichtige Verdrag van Parijs
door al de deelnemers ondertekend werd.
Eigenaardig genoeg wilde ieder van de
veertien gevolmachtigde ministers de
pen. waarmede hij tekende, behouden;
maar op aandringen van de Keizerin
tekenden zij allen met dezelfde pen en
keurden het goed, dat zij de pen zou
behouden als een aandenken aan de
historische plechtigheid. Dit was ook
weder een vogelveder, maar een van een
goud-adelaar en rijk versierd met goud
en edelgesteenten. De ex-Keizerin ge
bruikte haar telkens, wanneer zij over
haar overleden echtgenoot schreef.
Lord Bangor was de bezitter van de
pen. waarmede de vrede van Wenen ge
tekend werd. De pen kwam in het bezit
van Lord Bangor door middel van zijn
grootvader, die secretaris van Lord
Castlereagh was.
Toen Koningin Elisabeth het dood
vonnis van Maria Stuart ondertekende,
werd de pen. die zij daarvoor gebruikt
had. door een der hooggeplaatste hof
beambten in bezit genomen. Zijn nakome
lingen behielden die pen lange tijd. maar
eindelijk werd zij voor een aanzienlijke
som verkocht.
De vorige Koning van Engeland.
Eduard VIII. bezat reeds als Prins van
Wales een verzameling pennen van be
roemde schrijvers, zoals van Pennyson,
Browning. Swinburne. Hardy en anderen.
Naar de pennen van Charles Dickens
is altijd veel vraag geweest. Een gouden
pen. die hij jarenlang gebruikt had.
bracht 480 gulden op.
In de gevangenis van St. Paul te Lyon
is een enigszins griezelige verzameling
van pennen. Wanneer een ter dood ver
oordeelde aan de beul werd afgeleverd
om geguillotineerd te worden, moest de
beul daarvoor een in alle vorm opge
maakt ontvangstbewijs tekenen. Bij
iedere terechtstelling werd voor dat doel
een nieuwe pen gebruikt en men droeg
zorg, dat de inkt niet van de pen werd
afgewist.
Het Zweedse bruidje
Het Zweedse bruidje draagt ten platte-
lande 'n zilveren kroon in het haar en
'n snoer parels om haar hals.
Omringd door bereden muzikanten en
jongelui, begeeft ze zich te paard naar
de kerk.
Zeer veel mensen worden op de brui
loft genodigd, maar de genodigden dra
gen een deel in de onkosten bij.
Herhaaldelijk worden er geweren af
geschoten als herinnering aan de tijden,
toen de bruid nog moest worden be
schermd tegen vijandelijke stammen.
Vóór de kerk staat een erepoort. De fees
ten duren soms wel vijf of zes dagen.
Correspondentie en oplossingen aan
de heer H. J. J. Slavekoorde. Goud-
reinelstra&t 125, 's-Gravenhage.
HET BESTUDEREN VAN DE THEORIE
DER OPENINGEN.
Vele schakers houden zich min of meer
intensief bezig met het bestuderen van
de theorie der openingen. Is dit zinvol
of nutteloos? Om op deze vraag antwoord
te kunnen geven moeten wij eerst nader
onderscheiden tussen a) het bestuderen
van bepaalde openingen met de bedoe
ling een redelijk inzicht te verkrijgen
in de verschillende openingssystemen en
de bedoelingen hiervan; b) het op de voet
volgen van de voortschrijdende ontwik
keling deze openingen, dus het kennis
nemen en bestuderen van openings
nieuwtjes.
De onder a) genoemde studie is vooral
geschikt voor beginnende en minder ge
vorderde schakers. De onder b) bedoel
de studif is typisch het domein van de
gevorderde en sterke schakers.
Met deze onderscheiding is het ant
woord op de gestelde vraag min of meer
gegeven. Van een sterk speler wordt
verondersteld, dat hij de elementaire
openingstheorie beheerst; hij zal zich
dus vanzelf wel tot variantenstudie
en dus meestal tot de nieuwtjes hierin
beperken. De zwakkere speler daaren
tegen heeft genoeg te doen met het be
studeren van de elementaire openings
theorie; zolang hij in dit opzicht geen
vaste grond onder de voeten heeft kan
hij de finesses van niéuwere t.o.v. oude
varianten toch niet doorgronden.
Hiermede zijn de grenzen van beide
soorten bestudering der openingstheorie
ruwweg getekend, alsmede het nut.
welke zij voor de schaakspelers hebben.
Het staat als een paal boven water, dat
vele jonge, sterke schakers in ons land
de ontwikkeling van de openingstheorie
ijverig bestuderen. Men mag rustig
en met voldoening vaststellen, dat het
verschijnen van „Losbladige schaakbe-
richten" hierop in niet geringe mate
stimulerend heeft gewerkt. Een aardig
voorbeeld hiervan vonden wij in de hier
onder afgedrukte partij uit de wedstrijd
om het persoonlijk kampioenschap van de
Haagse Schaakbond. De witspeler de
huidige kampioen van de H.S.B. pro
beerde een in „Losbladige schaakberich-
ten" gepubliceerde variant van het
Nimzo-Indisch, welke als gunstig voor
zwart te boek stond wegens de beheer
sing van het veld e4. Daarom week hij
op zijn 7e en 8e zet van de theorie af en
beproefde een eigen vinding, er op ge
richt zwart het bezit van e4 te betwisten.
Wit: Zwart:
H. W. Muzerle. H. J. van Donk.
NIMZO-INDISCH.
1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pc3 Lb4 4. Dc2 c5
5. dxc5 00 6. Lg5 Pa6 (zwart's 5e en 6e
zet zijn karakteristiek voor de nieuwe
variant) 7. f3 Pxc5 8. e4 Da5! (veel ster
ker dan d5, waarop wit gerekend had)
9 Ld2 (deze terugtocht is nagenoeg ge
dwongen) dS! 10. cxd5 exd5 11. exd5
Te8t 12 Kdl Te5! 13. f4 Lf5 14. Del
Txd5! (hierdoor wordt de hele konings
stelling opengereten) 15. Pxd5 Pxd5
16. Lxb4 Pxb4 17. Dc3 Td8t 18. Ke2 Db5t
19. Kf2 Pe4t 20. Kf3 Db6 21. Del Pc2
22. De2 Td3t! 23. Dxd3 Df2 mat.
TER OPLOSSING.
Nadat wij in de vorige rubriek een
probleem ter oplossing gaven, waarvan
het thema werd gevormd door het zgn.
Excelsiormotief, brengen wij ditmaal een
eindspelstudie gebaseerd op hetzelfde
thema. Hoewel men eigenlijk na deze
aanwijzing de oplossing zó moest kunnen
aangeven, hebben wij er een redelijk
vertrouwen in, dat vele oplossers met
sommige kneepjes toch wel enige moeite
zullen hebben.
Eindspelstudie van S. Clausen
A
§2
if'ü
tl
H
f '"W
H
MHg HÉM
I
SS
'8 m
OPLOSSING VAN DE VORIGE WEEK
Horizontaal: 1. verslagen, 8. etude. 9-
28 Ur. 30 ros. 31 Po, 32 le. 33 re. 34 been,
36 moor, 39 druif. 42 dweepster.
Verticaal: 1 verdrag, 2 rede, 3 St., 4
lus. 5 A.D., 6 gene. 7 Nanking, 10 oer,
11 lichtbron. 12 zuurdesem, 13 ren, 18
RO„ 20 ana. 21 nul. 24 tulband. 26 e.o.,
27 koerier, 29 ree. 31 pro, 35 ende, 37
ooft. 38 hup. 40 re. 41 is.
Nieuwe opgave
CIRKELRAADSEL
In de buitenste cirkel worden van 1
naar 4. 5 naar 8. 9 naar 12 en 16 naar 13.
vier vogelnamen ingevuld.
Van buiten naar binnen de volgende
woorden, die alle eindigen op de letter
R
1 telwoord. 2 putemmer. 3 draaiorgel,
4 smalle opening. 5 vrucht. 6 bloedvat,
7 deel van het lichaam bij sommige
dieren. 8 nogmaals. 9 strak, stijf, 10 be
roerd, 11 rivier in Oostenrijk, 12 stel, 13
opschik, 14 wild zwijn, 15 rivier in Duits
land en Hongarije. 16 grote plas.
Wit begint en wint.
OPLOSSING PROBLEEM
DR. KRAEMER
De oplossing van het vijfzettig pro
bleem van dr. Kraemer uit de vorige
rubriek luidt: 1 e4 (dreigt Pe2) exd4
2. exd5 «dreigt Pe4) dxc5 3 dxc6 (dreigt
Ld5 mat) axb3 <bxc6? La4!) 4. cxb7 en
5. axbSL mat!
BIBLIOGRAFIE.
De achtergrond van' de schaak
openingen, door Reuben Fine. N.V
Int. Uitg.- en Handelmij Systemen
Keesing. Amsterdam. Vertaling S.
H. v. Groningen, 202 bladz. Geb
6,75.
Opnieuw is een boek van de bekende
Amerikaanse schaker in de Nederlandse
vertaling verschenen en ook ditmaal is
het boek de moeite ruimschoots waard.
Zijn verschijning vult m zekere zin
een leemte in de Nederlandse schaak
literatuur op. De titel van het boek is
duidelijk, zo duidelijk, dat een toelichting
hierop achterwege mag blijven.' Dus:
geen lawine van varianten, maar een
heldere uiteenzetting van de voornaam
ste speelwijze binnen elke opening.
Geen boek. dat men ter hand neemt om
„even" een variantje na- te kijken, maar
een werk, dat gedegen bestudering vraagt.
Desondanks vaardig, en. waar de stof
dit maar even toelaat, zelfs vlot geschre
ven. Talrijke diagrammen. Niet alleen
uitermate geschikt voor minder ervaren
schakers, doch ook voor de onderlaag
der zgn. sterke spelers. Men vergelijke
ons hoofdartikel in deze rubriek! Harte
lijk aanbevolen.
SL.
Oplossingen uiterlijk Donderdagmor
gen a s. per briefkaart in te zenden aan
het bureau van dit blad
In de linkerbovenhoek van de adres-
zijde te vermelden: Puzzleoplossing.
Onder de inzenders van goede oplos
singen worden de volgende prijzen ver
loot: 1. f 5.-; 2. f 2.50 en 3. f 2,50.
Niet bij ons
hotel in Arnhem. De
„Waar woon je?"
„In Den Haag".
„Daar woonde de Koningin vroeger
„Ja", zegt de ander, „maar niet bij ons
in de straat.'
Ontsnapte q
sel op stelten,
Bij 2enem<3rkeM liep een
Russisch schip aan de grond.
tenen wilden helpen,maar....
Hagenaar stapte, uit ei-vol
le tfamaan 7tjn jas hing
een andermans horloge.
KlAPPtR
ft- KRONIEK VAN E EN WEEK n
IN VEKWAALTJES MET
MORAALTJES
cloefi 4
KMfEL LINKS u* GOOS KAMPHUIS
De kapitein (yolk^democraai)
vond. dat dit 2Ótoch maar niet gaat.
•Hy was uitstekend opgevoed
en vroeg aan MoskouIs dat goed
Men rende, gilde in paniek
en stond in drommen In 't portiek'.
De mensen werden rood en bleek
en 2eidenWat een apenstreek.
■Het klokje had dit zélf bedisseld
en was gewoon van vest verwisseld.
Pit uurwerk gaf dus vrij sponUan
de drukte von het spitsuur aan!
Veertig huiden - smekkebars
werden veroordce/d in Shz4a
Voorjaarsschoomnaak i*5
hier en daar al begonnen.
■Het Carnaval in Brabant
en timburg Is afgelopen.
Inwoner van Halsteren dreig
de politie met een handgra
naatf toer» men zijn woning
wilde ontruimen.
•Het he/e huiden - smok kastel
zit nu ta kniezen in de cel
Da smokkel waar kwamzogcze<gdj
ctón't slot op ejgen huid terecht
Pe praatkJr van het Carnaval
Staat nu aan jaarlang weer op staf.
Geen mens meer vreemd uitgedost
mw fs Hm beu en moegehosfc
0<e Halsterensc Hermandad
w'st niet hoa-ie 't nu toch haot.
Men staat In Wild-West Nederland
al met granaten In de Ivand
0S6I 1HYYW aYiaSOYOMOZ
ZONDAGSBLAD 4 MAART 1950
i prachtig televisie-apparaat
van Emir Abdullah
PRGENS in Arabië woont de zeer
machtige vorst Abdullah ben Akbar,
directe afstammeling van de Profeet,
verdediger van de Islam, beschermer der
armen en verdrukten en heerser over
twee woestijnen
werd vergezeld door de secretaris-gene
raal van de buitenlandse handel, Abou
ben Ibrahim, een broodmagere Arabier
in vol ornaat. De voor de ontvangst ge
reedgemaakte tent was behangen met de
PPm mSamuel
Leverson de leider was. 't hoofdkwartier
van de Emir rondgeleid.
„Zoals de heren wel zien", merkte
Abou ben Ibrahim achteloos op, „zijn
KORT VERHAAL
.AS
van CLEMENT H. DE HAAS
we hier van alle moderne comfort voor
zien: telefoon, radio, bioscoop, televisie
en automobielen, alleen geen stenen
huizen".
„Ik zie", merkte Samuel Leverson op,
nadat het gezelschap zich had neergezet
om een kopje pikzwarte, sterke koffie te
gebruiken, „dat alle technische produc-
verwijtend op. „Wij vinden het aange
naam om het prettige met het zakelijke
te verenigen. Hebt U het hier niet naar
Uw zin?"
„Uitstekend! Ik herinner mij echter dat
de Emir verleden jaar onze uitnodiging
om naar Londen te komen afsloeg en ik
dacht dat
Abou ben Ibrahim viel hem met een
vriendelijk handgebaar in de rede. „Hebt
U er wel eens over nagedacht, Leverson
Effendi. wat het betekent altijd in een
tent gewoond te hebben? Hier bij ons
hebben wij geen trappen. Weet U dat,
toen ik in Londen was. het mij volko
men onmogelijk was de trappen van het
hotel te bestijgen of af te dalen zoals de
andere bezoekers? Ik moest op nanden
en voeten naar boven klauteren en werd,
in stilte, door de andere bezoekers be
spot en uitgelachen. Het was allerminst
Sre-ttig voor mij maar voor Emir Abdul-
ah zou het een eeuwigdurende schande
geweest zijn
„Daaraan heb ik, inderdaad, nooit ge
dacht." antwoordde Leverson enigszins
verward.
Nooit had hij het verschil tussen oost
en west zo grotesk gevoeld als op dit
ogenblik. De avond tevoren had de Emir
hem nog
getoond.
„Er is toch geen enkele televisiezender
in de omtrek o machtig vorst" had Lever
son opgemerkt.
„Nee. er is inderdaad geen enkele tele
visiezender in de omtrek", had de Emir
geantwoord, „maar is het niet heerlijk
om, ondanks dat toch een kostbaar tele
visie-apparaat te bezitten?"
De stofzuigers van de Emir, zijn bor
denwasmachines. zijn koelkasten, de gou
den cigarettenkokers en aanstekers
hij rookte als Moslem niet zijn sport-
costuums, de fototoestellen en filmpro
jectors, het waren allemaal dingen waar
op hij bijzonder trots was, een trots die
niets uitstaande had met de bruikbaar
heid van de artikelen.
Op de dag van de ondertekening van
het contract was de Emir in een uitste
kend humeur. Zijn privé-secretaris, een
jonge Arabier, die in Cairo had gestu
deerd. las het document voor. Angst
overviel Leverson betekende dit dat
de Emir niet lezen kon? Hij had meer
malen verachtelijk gesproken over lezen.
Want als de Emir niet lezen kon. dan
kon hij natuurlijk ook niet schrijven. En
als hij niet schrijven kon. hoe zou hij
dan de zo begeerde concessie onderte-
De secretaris had de voorlezing beëin
digd-
Uit één van de vele plooien van zijn
gewaad haalde de Emir een prachtige
vulpen tevoorschijn. Leverson zuchtte
van opluchting.
„Zie, Leverson Effendi. dit is mijn
nieuwste speelgoed uit Amerika, speciaal
op mijn aanwijzingen vervaardigd." De
houder was geheel van platina, de gouden
pen was gezet in een krans van saffieren.
De cylinder was gegraveerd met de vol
ledige stam- en familienaam van de Emir
in Arabische lettertekens
„Hij hoeft slechts ééns per jaar gevuld
te worden en men kan er ook onder
water mee schrijven; als men aan dit
knopje draait kan men. naar verkiezing,
met zwarte, rode of groene inkt schrijven.
Er is ook een inrichting, die het moge
lijk maakt om in het donker te schrij-
De ogen van de Emir liefkoosden de
pen nog enkele seconden, dan boog hij
zich over het document. De spanning van
de Britse delegatie was voelbaar.
Met dc tong uit zijn mond drukte de
Emir met zijn linker wijsvinger op het
bovenste gedeelte van de pen
•Een heel klein druppeltje inkt viel
onder het machineschrift van het docu-
Met een waarlijk koninklijk gebaar
drukte de_ Emir zijn duim op de inkt-
De secretaris strooide uit
gouden doosje fijn zand over de duim
afdruk om hem te drogen.
De Emir leunde achterover en bekeek
zijn werk met duidelijk zichtbare vol
doening.
Daarna overhandigde hij het document
aan Leverson, ter ondertekening. En
Leverson. zijn eigen fijne, precieze schrift
beschouwend, voelde dat zijn handteke
ning onder dc grote duimafdruk er erg
onbeduidend uitzag.
MARS' OPMARS OVER DE VELUWE
i Amerikaans fabrikaat zijn. Daar
u zó veel en zó grote zaken doet met
Engeland, zou u toch eigenlijk beter
Britse goederen kunnen importeren".
De secretaris-generaal haalde, met een
verachtelijk gezicht, zijn schouders op.
strenge levenswijze opleggen.
de andere kant, houden zij van luxe.
Voor uiterlijk vertoon en oraal zijn wij,
Arabieren, bijzonder gevoelig".
„Dus indien bijvoorbeeld", merkte
Leyerson op, „de Rolls Royce fabrieken
een automobiel zouden vervaardigen met
een televisie-apparaat in het dashboard,
een kortegolfzender in het stuurwiel en
een radarapparaat in het dak zou...
„U zoudt er ons onmiddellijk twintig
kunnen leveren, Leverson Effendi. Maar
ze zouden meer luxueus uitgerust moe
ten zijn, uw ideeën zijn wat te bekrom
pen, wielen, koplampen en deurknoppen
van platina met diamanten ingelegd, de
spatborden en motorkap van geslagen
goud. Dat zou zonder de minste twijfel
ons volk er van overtuigen, dat uw En
gelse automobiel superieur was aan de
Amerikaanse. Wat wij Arabieren bezit
ten moet het mooiste, het kostbaarste ter
wereld zijn".
Men stond op en ging, op uitnodiging
van Abou ben Ibrahim, naar de confe
rentietent. „Vergeet toch niet. o Lever
son Effendi, dat onze machtige vorst
rijker is dan enig Amerikaans million-
nair; niet alleen heerst hij over een on
metelijk rijk, zijn inkomsten uit ver
leende olieconcessics bedragen millioencn
dollars per jaar".
Leverson was sprakeloos van verba
zing.
Eerbiedig stond de Britse delegatie op
toen Emir Abdullah met zijn gevolg
binnenschreed. Er volgden hoffelijke en
langdurige begroetingen. Na dc uitwis
seling van geschenken werden geweldige
schotels met dampend voedsel binnen
gebracht. voor de gasten was er ook
Franse wijn. doch de hoffelijkheid ver
bood daarvan te drinken daar de gast
heer, als Moslem, geen alcohol gebruik
te. Het was bijna niet mogelijk een ge
sprek'te onderhouden, het eentonige ge
zang der danseressen cn het gerinkel der
tamboerijnen overstemde bijna ieder
ander geluid.
De volgende morgen begon de Britse
delegatie de onderhandelingen met dc
„U zult reeds vernomen hebben, o
machtig heerser", begon Leverson, „dat
de mensen spreken van nieuwe rivieren
die in dit deel der aarde zullen stromen
en uw landerijen vruchtbaar zullen
maken".
„Ik begrijp het. Leverson Effendi"
„Men heeft gedacht, o machtige vorst,
om deze, door mensenhanden gemaakte
rivieren, door uw onbegrensd konink
rijk te laten vloeien, daar dit de meest
eenvoudige en minst kostbare wijze van
uitvoering zou zijn".
„Volkomen juist. Leverson Effendi"
De onderhandelingen duurden dagen
lang zonder dat Rashbrocke en de zijnen
ook maar het gevoel hadden iets nader
tot hun doel gekomen te ziin. Iedere
avond waren er feesten ter ere van de
voorname Britse gasten, handtekeningen
werden voortdurend uitgewisseld De
Britse onderhandelaars waren niet wei
nig verbaasd, toen zij merkten dat hun
gewone handtekenineen geen waarde
hadden als zodanig. Het was de duim
afdruk. die de Arabische gastheren als
souvenir op prijs stelden.
Het leven als gast van de Emir was
aangenaam, doch na enkele weken begon
Leverson toch aan te dringen op een be-
Hij had een contract ter ondertekening
medegebracht en voordat hl| de hand
tekening van de Emir er onder zag zou
hij zich niet op zijn gemak voelen HIJ
was daarom ook erg blij toen Abou hen
Ibrahim hem op een avond ter zijde
nam en hem toefluisterde: .Morgenoch
tend Leverson Effendi. zal de Emir het
contract tekenen."
„Prachtig." prees Leverson. „ik was
al bang dat de Emir ons de concessie
Het vorderen van De Dellen voor
militair schletterrcin heeft nog een an
der aspect. Destjjds, toen de eerste sol
daten naar Indonesië moesten vertrek
ken, heeft geen landgoedeigenaar ge
aarzeld, zijn terreinen beschikbaar te
stellen, om de toekomstige soldaat al
thans enige oefeningsmogeljjkheid te
Maar met die oefeningen heeft de
vordering van De Dellen niets meer uit
te staan. Het gaat hier om vergroting
van schietterrein en wat dat betreft
zou men kunnen zeggen: waar is dan
het eind. De kanonnen worden steeds
groter. De scherfwerking steeds om
vangrijker. Er komt dus een moment,
dat niet alleen de Vel uwe, inclusief het
Kroondomein, schietterrein moet wor
den, maar dat hele delen van Neder
land ontruimd zullen moeten worden
om de militairen gelegenheid te geven
schietoefeningen te houden.
Daarom bewijst deze vordering over
duidelijk, dat wij er zo niet komen.
Nederland met zijn overbevolking is te
klein geworden voor de oefeningen met
moderne kanonnen. Hier bedreigt Mars
niet i
wilde
En de Heere zeide: „Simon, Simon,
zie, de satan heeft ulieden zeer
begeerd te ziften als de tarwe;
maar Ik heb voor u gebeden, dat
uw geloof niet ophoude."
Luk. 22 31 en 32a.
flIT woord van Jezus geeft ons een
kijk op de strijd, die om ons ge
voerd wordt. De strijd tussen Christus
en satan met als inzet onze zaligheid.
Wij rekenen doorgaans veel te weinig
met de ..geestelijke boosheden in de
lucht". We overschatten onze krach
ten. omdat we geen oog hebben voor
hem, die zich op de achtergrond houdt,
maar die toch geen poging onbenut
laat om ons in het verderf te storten,
de satan. Daarom gevoelde ook Petrus
zich zo sterk, getuigen zyn woorden:
Al werden zij ook allen aan U ge-
ergerd, ik zal nimmermeer geërgerd
worden.
Dan schuift Christus hier in de Paas-
zaal het gordijn weg en geeft Zijn
discipelen even een kijk op de achter
grond van ons leven. Simon, Simon,
zie, de satan! De duivel is er ook nog.
Wat wil deze vijandHij heeft zeer
begeerd ulieden (dus niet alleen Petrus,
maar ook de andere discipelen) te zif
ten als de tarwe, 't Staat er eigenlijk
nog heel wat krasser: Hij heeft niet
slechts gevraagd of verlangd, maar
aeëisf, gevorderd ulieden te ziften.
Zie, dat wijst op een zeker „recht", dat
hy toil laten gelden by God. En he.
laas. dat kan hij doen. Door de zonde
behoren we hem. de vorst der duister
nis toe. We hebben ons aan hem over
geleverd. En nu ontbreekt ons alle
macht tot verweer. We wanen ons
sterk, maar we zijn zwak We denken
te overwinnen, maar hebben het al
lang verloren. Daarom is de dreiging
van de zifting zo erg. Satan heeft, in
zekere zin, vrij spel. Straks brengt hij
de discipelen, Petrus voorop, in de
zeef. En dan is het zijn duivelse bedoe
ling om hen zo te ziften, dat zij als
kaf zullen worden weggeblazen. Dan
is hij zeker van zijn buit
En o, wat komt Petrus straks huive
ringwekkend dicht bij de rand van de
zeef. Tot driemaal toe zweert hij: Ik
ken Hem niet!
Zal hij Judas nagaan?
„Maar Ik heb voor u gebeden".
Tegenover Satans eis heeft de enige
Hogepriester Zijn gebed gesteld. Satan
vordert de uitlevering van de discipe
len, opdat hij vrij spel met hen zou
hebben, maar Christus is als Voor
bidder tussengetreden bij de Vader en
wijzend op het bloed der verzoening,
dat Hij weldra gaat plengen, vraagt
Hij om het behoud van de Zijnen.
Deze voorbede is persoonlijk: voor u.
Eén voor één draagt Hij ze de Vader
op. Let wel. Christus vraagt niet, dat
de zeef hun gespaard blijve. Zij heb
ben het nodig geschud te worden, op
dat het vele kaf, dat er in hun leven
is, verdwijne cn zij straks gezuiverd
en gereinigd uit de zeef tevoorschijn
komen. Véél blijft er dan meestal niet
over. Bij Petrus alleen dit: „Heere, Gij
weet alle dingen, Gij weet dat ik U
liefheb." Maar dat is genoeg.
Laat ons rekenen met deze strijd op
de achtergrond. Onderschatten we de
dreiging van de kant van satan niet.
Maar als we geschud worden in de
zeef, als de dagen van twijfel en ver
zoeking aanbreken, waarop we vrezen
als kaf te worden weggeblazen, vluch.
ten we dan tot Hem, die in de stryd
op de achtergrond Overwinnaar bleef
altijd leeft om voor Zijn volk
bidden.
Ds. H. W. EERLAND.
LinksHollands luin: oude pul aan liet
eind van een beukenlaan op De Dellen.
Een van de fraaiste plekjes in een
bedreigd gebied.
Rcchis: Op de wegkruising xegt hel bordje
vandaag: „veilig". Maar morgen klapt een
soldaat hel bordje „veilig" neer en er
komt ..gevaarlijk" voor in de plaats. Dat
inderdaad niet slechts het vreemdelin
genverkeer, maar heel het Nederlandse
Men kan wel zeggen: als er niet ge
schoten wordt is de wandeling op De
Dellen vrij, maar het publiek voelt zich
niet happy bjj afsluitbomen en masten,
waaraan ieder ogenblik een rode bal
kan worden gehangen. Ook een, door
de militairen voorgesteld opschrift: ,.U
bent welkom, behalve als de rode bal
uithangt" is geen oplossing. Ons land
gaat te gronde, als dc militaire oefen
terreinen nog meer worden uitgebreid.
Het standpunt moet zyn: bossen en
woeste gronden zijn gemeenschapsbezit.
Die heeft het Nederlandse volk nodig
voor zijn recreatie. Het ls ontoelaatbaar,
dat die gronden nog meer gedecimeerd
worden door legers, die er met zware
wagens doortrekken en dc hossen scha
de toebrengen. Nederland kan dit niet
opbrengen.
Waar dun wel geachuteu kan wor
den? Op de Waddeneilanden b v, waar
men de kanonnen kan opstellen onf
zeedoelen onder vuur te nemen. Daar
heeft men de ruimte en wordt tiet toe
risten- en landschapsbelang het minst
geschaad. Dit alles heeft niets te ma
ken met de bescherming van „gras
sprietjes", waarover generaal Kruis
onlangs sprak, maar alles met die van
cultuur.
Daarom komt het ons voor, dat de
Contact-commissie voor Natuur- en
Landschapsbcscherming, waarin des
kundigen zitting hebben, gekend wordt
in de vorderingsplannen der militaire
overheid. Zy is een neutrale commissie,
die het vraagstuk van alle kanten be
zien kan. Dan komt er tevens een einde
aan de misstand, dat terreinen als De
Dellen maar worden gevorderd alsof
we nog ln volle oorlogstijd leven.
Tegelijkertijd moet de vraag uan de
orde komen, of een dergelijk vraagstuk
niet, als dat der bewapening, op West-
Europees plan behandeld moet worden.
Tenslotte schieten de kanonnen ln Olde-
broek niet voor de vrijheid van Neder
land alléén, maar ook voor die van
België, Frankrijk en Engeland.
De bijenkorf, dio Nederland Is, leent
zich niet meer voor schietoefeningen
met ver dragend geschut. Van die oefe
ningen komt niets terecht en van Ne
derland blijft niets over!