c r EERSTE KLAS DRUKKER JONGENS GEVRAAGD AMBACHTSSCHOOL c~ÏTlag ik ditik dat Vrouwen van vroeger op de schaats 8 ZONDACSBLAD 28 JANUARI "1950 Op winterse dagen, bij felle kou. Geen heerlijker drank, dan UNION cacao. Union cacao in Rondo kwaliteit is anders, béter.... dat ziet U, dat ruikt U, dat proeft U! Senorita Rondo komt uit het stamland .van de fijnste cacao. Rondo dot's t[ TE LEIDEN Inschrijving van nieuwe leerlingen De inschrijving van nieuwe leerlingen voor de vakken timmeren, meubelmaken, schilderen, machinebankwer ker fijnbankwerken, electrotechniek en auto- en motor- herstellen, is geopend. Als leerling worden toegelaten, zij, die de zes klassen cfer lagere school hebben doorlopen en ten minste 12 jaar en 8 maanden oud zjjn. Indien zij 12 Jaar, doch nog geen 12 Jaar en 8 maanden oud zijn moeten zij een bewijs overleggen, dat zjj het 7e leerjaar aan de lagere school met vrucht hebben door- De lessen vangen aan op Maandag 3 April 1950. Voor onvermogenden geschiedt de plaatsing kosteloos en kan zo nodig een toelage als loonderving worden ver strekt. De Directeur der school zal op WOENSDAG 8 FEBRUARI 1950, des namiddags om 3 uur in één der lokalen van de school een causerie houden over de oplei ding aan de Ambachtsschool. Ouders en belangstellenden worden met de a.s. leer lingen uitgenodigd aanwezig te zijn. Nadere inlichtingen verstrekt de Directeur, Haagweg 4, Leiden. HET BESTUUR. ONS INSTITUUT LEIDT OP VOOR: I MIDDENSTANDSDIPLOMA PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN DIPLOMA MOD. BEDRLIFSADM. (M.B.A.) STAATSPRAKTIJKDIPLOMA AKTE BOEKHOUDEN M O. A en B. Leslokalen fn het centrum der stad. Vraagt prospectus. Inschrijving heden opengesteld. Lessen op elk gewenst uur van de dag. Examenopleiding Ph. C. L. v. d. Reyden RIJN- EN SCHIEKADE 91 - TEL. 21379 - LEIDEN Ce v ra a gd gewend prima werk geheel zelfstandig te ver vaardigen, op bedrjjf van middelmatige om vang, gevestigd in de omgeving van Lelden. Voor flinke kracht levenspositie. In dit bedrijf ontvangt het personeel goed loon, benevens een aandeel in de door hen behaalde resultaten. te Noordwij kerhout door BAARTMAN Cr KON INC N.V. Aanmelden bij: W. PASSCHIER, Herenweg 90. Noordwij kerhout. ADVERTEER IN DIT BLAD Opleiding Dokters- en Tandartsassistente elljke Cu I practisch gedeelte. "gt graiU protpcctui I. Me. Vo. i. de Ruyterweg 215 Amsterdam-W AUTO'S EN MOTORRIJWIELEN J. C. d. VELDEN. Fiinjr kade 13, Den Haag. Telefoon 11.29.22. hinderd I Waarom zou U blij ven dooriukkelen nu Brooks- breukapparaal U Uw breuk doel vergelen? •<- 10 DAGEN GRATIS PROEF ■■■■GRATIS COUrONnai SINGEL 2S( 55G)A'DAM-C. Zend mH tonder verplichting Uw brochure met Inlichtingen omtrent Uw breukappariaL EEN P B N A-les bestaat uit zes gedeelten: 1) het bestuderen van het ont vangen dictaat, 2) de uitwerking ervan, 3) de correctie, 4) het bestuderen van die correctie, 5) het verbeteren van de fouten, 6) het zo nodig opnieuw corri geren van het verbeterde werk. Dat doet PBNA indi vidueel schriftelijk onderwijs sedert 19121) geval voor geval, voor alle cursisten I Ruim 350 leraren werken daaraan mee. Alleen zó komt men tot wéórlijke individualiteit bij schriftelijk onderwijs. Alleen zó komt men tot examens en diploma's, die algemene erkenning genieten overal. Wie het érnstig meent met zijn toekomst (of met die van zijn zoon I) schrijve om inlichtingen aan PBNA - ARNHEM Velperbuitenslngel 77 of BOUWKUNDE WATERBOUWKUNDE WERKTUIGBOUWKUNDE ELECTROTECHNl! CHEMIE ZUIVEL BOEKHOUDEN NEI HANDELSCORRESPONDENTIE - MODI BEDRIJFS ADM. MIDDENSTANDSDIPLOMA iUNDE INIEK^a ERNE^l iirtua OPLEIDING PERQUIN—ROTTEVEEL LEIDEN BEGIN FEBRUARI vangen i cursussen Practijkexamen Moderne Bedrijfsadministratie en het Staatspractijkexamen voor Bedrijfsadministratie en B. 0 m*l Zoëven verschenen Dr. j. a. h. j. s. bruins slot BEZINNING en UITZICHT De motieven der huidige wereld ontwikkeling en onze roeping daarin PRIJS GEB f 5.90 „EEN STERK BOEK" oordeelt „de Rotterdammer". Dit blad wjjdt zeer waarderend hoofdartikel aan „Bezinning en Uitzicht" waaruit wjj het volgende overnemen: A Dit boek van Dr Bruitis Slot willen wij nu eens uit drukkelijk aanbevelen, omdat er werkelijk behoefte aan i». Eigenlijk ie een bock als dit veel te lang achterwege gebleven. Op zulk een boek was het wachtenWat die duidelijkheid betreft, dat vinden wij wel een der meest opvallende dingen van dit boekdaarom ia dit boek een vertroostend boek, een boek dat de verant woordelijkheid prikkeltLaat men tiu eens niet bij de pakken blijven neerzitten, doch zich al lezende gaan aangorden. BEZINNING EN UITZICHT Is in elke boekhandel verkrijgbaar en bij de N.V. GEBR. ZOMER Sc KEUNING'S UITG.MIJ TE WAGENINGEN m ER bestaan van die vragen, waarvan ik vaak niet weet of ik er kwaad of bedfoefd over worden moet. Kwaad omdat de stellers ervan wel erg ge wichtig en kwasi-ernstig doen, maar ondertussen allerverschrikkelijkst op pervlakkig zijn. Of wat triest omdat ze met al hun gepieker blijk geven dat ze niet het minste begrip*hebben van de werkelijke betekenis van geloof en omgang met God. Ik bedoel die vragen, die in den regel beginnen met de aan hef: „Mag ik7" of wat neutraler: „Mag men De hele vorm van deze soort vragen heeft iets dreinerigs, iets verwends; ze doet denken aan die kinderen, die 's - zomers aan moeders hand lopen te van „Moe-hoe, mag ik een die ^^^^^Hkren kun- ^^HKudcn. Wel- ^^^pffouwd bedoelen ^ocze kinderen feite lijk dit: het kan nu wél aardig zijn om met moeder op stap te zijn, maar ik ben daar helemaal niet mee tevreden; die hele moeder is feitelijk vrij onbelang rijk voor me; ik zou haar hoogstens kunnen waarderen als ze me de poop- ten opende naar een soort ijspaleis; maar als ze dat niet doet, is ze een akelig naar mens. „Moedèèèèèr, mag ik een jjssie?" Zeg nu vooral niet, dat kinderen zó r.iet redeneren, maar probeer je liever nog eens voor de geest te halen die vrij-melige stemming, die zich van «meester maakte toen je als peuter mét moeder op stap was. Juist nu we oucrer geworden zijn en mogelijk geen moeder mee hebben, die ons bij de hand neemt en zo oneindig goed voor ons zorgt juist nu kunnen we de ondankbaarheid van die lang ver vlogen dagen beter onderkennen. Wat zijn we destijds een vervelende mor mels geweest, blind voor wat God ons gaf en alleen maar hakend naar dat wat we niet kregen. Ondertussen zijn we nu heel wat ouder, maar in zekere zin lopen we nog altijd aan een moederlijke hand aan de hand van Hem, die méér dan een moeder troost. Maar opnieuw schij nen we tot geen dankbaarheid in staat; opnieuw zijn we diep-ontevre- den met het gegevene dat we mis kennen; opnieuw hunkeren we naar het Andere. En uit die stemming komen dan talloze vragen los: „Mag men als christen dansen?"; „Mag een christen naar de bioscoop gaan?"; „Mag die christen in kwestie 's Zon dags gaan schaatsenrijden?" Enzovoort, we dreinen vrolijk verder. BEN ik soms wat onrechtvaardig vandaag? ZJjn er bij de gestelde vragen niet soms diep-ernstig be doelde? Kan er geen oprechte ziele- nood zitten achter zo'n informatie? Men kan zich toch zulk een geval in denken, niet waar? Ik wil één moge lijkheid noemen. Ik ken een jonge man, die voor zijn ouders een bepaald be drijf waarneemt, dat hem dwingt zijn Zondagsrust op te geven. Die ouders zelf hebben hun leven lanv *°- O Heerdie alle noden ziet O Heer, Die alle noden ziet en in mijn hartwond hebt geschreven de woorden van het aards verdriet en dat ik stil in U moet leven; nu, dat mijn woorden tot U gaan, Gij weet, Heer, hoe ze zijn geschreven, ik kan niet zonder U meer gaan, Ik kan niet zonder V meer leven, ay my, nu breekt het duister stuk de ziel aanschouwt Uw glanzend licht: Gij hield, o groot en stil geluk Uw hemelen niet dicht IN DE GROTE VRAAG vraagd of de Zondag ook soms een andere betekenis kon hebben dan een mogelijkheid om te verdienen; naar de kerk zijn ze nimmer gegaan en ze ver langen het ook thans nog niet. Maar de zoon heeft Christus ontmoet en hoe meer hij Hem leerde kennen, hoe scherper hij zich ging afvragen of hij in deze handel kon blijven. Het is niet gemakkelijk voor hem om tot een beslissing te komen. In de eerste plaats is hij zelf geheel tot dit werk opge leid en het ligt hem volledig. Maar bovendien zou het opgeven van deze taak zijn ouders die thans door hem onderhouden worden brodeloos maken en hen uitleveren aan de lief dadigheid der gemeenschap, die meest al een harde liefdadigheid is. Wanneer hij nu vraagt „Mag ik met dit werk doorgaan?" is er ze ker geen sprake van het drenzen van een ontevreden kind: hij staat in heit conflict der plichten. En zo kan ons leven aller lei verwikkelingen meebrengen. Maar tegelijk hebben we toch ook bemerkt dat dit „Mag ik?" totaal verschillend is van de eerste groep die ik noemde. Hier gaat het om een verantwoorde lijkheid tegenover derden en niet om een bepaalde begeerte van eigen hart En juist over dat laatste soort vragen heb ik het thans: vragen, waarbij enkel ons eigen verlangen in het ge ding is een verlangen dat beknot schijnt te worden door de wil Gods. Waarbij ik ronduit verklaar dat al dit gesoebat ongeestelijk is. ONGEESTELIJK, maar tegelijk zo oud als de wereld. In Paulus' brieven bijvoorbeeld Wordt het vraag stuk ook telkens aan de orde gesteld. Daar worstelen gelovigen met de vraag of ze bepaalde spijzen en dran ken wel „mogen" gebruiken. Soms gaat het dan over heidens offervlees, dat men zo goed en goedkoop bij de tempelmarkthallen op de kop kan tikken; soms ook over vlees en wijn in het algemeen. Maar telkens zegt Paulus ook weer zeer nadrukkelijk dat het Koninkrijk Gods geen kwes tie van „mogen" is, maar van een blijde gaan aan Gods hand: „het Ko ninkrijk Gods is niet spijs en drank, maar rechtvaardigheid en vrede en blijdschap door den Heiligen Geest" (Romeinen 14 vers 17). En tegelijk doet Paulus iets anders: hij spreekt over al deze vragen niet in het alge meen, maar koppelt ze altijd vast aan onze liefde tot de naaste. Voor hem staat voorop, dat een gelovige feite lijk „alles mag", maar dat hij zich daarbij heeft af te vragen of deze wonderlijke vrijheid anderen soms niet ten val zou kunnen brengen. Doch zo kar alleen iemand spreken, die de omgang niet God ervaart als een zo blijde zaak dat hij daarnevens niets behoeft en tegelijk als een zo ernstige zaak, dat hij er voortdurend op uit is om anderen erin te doen delen. Een christendom, dat al maar dwingt om allerlei bijkomstigheden is daaraan volstrekt vreemd: het is niet blij en het mist ook elke wervende kracht. Wie er mee in aanraking maken voor alles wat mooi en lelijk is bij voorkeur het laat&te. Een serie mensen met verdrongen begeer ten welke zich op de meest onver wachte momenten baan breken en hun eigenaars als complete huiche laars den volke vertonen. Want wat zijn dat voor rare stiekemerds die altijd zeggen dat bepaalde dingen niet mogen en die ze dan toch op een ge geven ogenblik hartstochtelijk doen* Ik ben ditmaal zeer algemeen ge- komt, krijgt de indruk dat geloven .bleven. Dat betekent overigens niet maar bar vervelend is: dit mag niet dat ik niet bereid ben om op concrete dat mag niet en misschien mag er gevallen nader in te gaan. Wie stelt wel helemaal niets. En in ruil daar voor krijg je ja wat? Een serie preken, die je weinig of niets zeggen. Een serie kerken, waar ze elkaar uit- de orde? Mits we daarbij eerst hebben uitgevochten, of soma onze eigen vraag niet tot het jengel achtige soort behoorde. onöAnks scheRpe PROtesten hieLöen be „LAnbsöochteRS" vol historisch betrouwbare gegevens bekend 't oude rijmpje: als de dagen lengen, gaan de nachten strengen? Er is in elk geval kans op. Want ook vandaag luidt het weerbericht: tot morgen Vrijdag>- avond aanhoudende vorst. Van de schaatssport wordt vooral in Nederland genoten. Zowel door volwas senen als door de jeugd, zowel door als dooi De vrouw heeft zich eigen plaats deze sport niemand haar betwist. Maar bijna anderhalve eeuw geleden, toen de eerste hardrijderij voor dames werd gehouden, werd veel protest gehoord. Het feit dat vrouwen aan de start verschenen wekte wellicht dezelfde beroering, die we nu zouden be speuren wanneer het zwakke geslacht met bokshandschoenen aan de krachtens- mat ln de ring Toch is het merkwaardig dat de eerste schaatswedstrijd in ons land waarover Naar men aanneemt werd .ln Friesland het hardrijden op de korte baan reeds in de lUe eeuw beoefend. Er bestaan fabel achtige verhalen over hardrijders, die stoute stukjes uithaalden, doch het me rendeel van die verhalen berust op fan tasie. De geschiedenis van deze tak van schaatssport begint officieel met de „Luisterrijke Vrouwen Schaatsen Rijd- partij". die op 1 en 2 Februari 1805 op de „Stadsgragt" te Leeuwarden werd ge houden. De dames-initiatiefnemers za gen haar moeite beloond met een enor me belangstelling. Bijna 12000 toeschou wers woonden de wedstrijd bij en toen er hondeid en dertig inschrijvingen bin- non waren, moest men de toeloop rem- verschenen denis vrouwen aan dc start. Mi galant alle 130 mededingsters een rüiki bloemen aan te bieden cn daarna begon de wedstrijd. Er werd gereden tot da duisternis inviel en omdat toen de strij<ï nog niet beslist was zette men de vol gende dag de wedstrijd voort. Eon groot aantal deelneemsters was per sehaata van heinde en ver naar Leeuwarden ge komen. Hear sportiviteit was bcwonde- ringswaardig, want velen keerden pee schaats naar huis terug en waren da volgende morgen weer op tijd present. zekere Trijntje, van schuiteboi itgcling te voeden die op zeven uren gaana Leeuwarden woonde! Een kwam tot haar Op de de le Februari 1805 JAAi lïlèW iïiïtii'. spijt de volgende dag te laat i Op Zaterdag 2 Februari om 1 uur, was de wedstrijd beslist. Een duizendkoppige menigte volgde gespannen de eindstrijd tussen de twintig-jarige Trijntje Pietera en de vier jaar jongere Janke Wijbes. Trijntje won de eerste cre-prijs, een Souden oorijzer ter waarde van 105 gul- en, en Janke veroverde een streng git ten koralen van 31 gulden. Honderd- achtentwintig vrouwen gingen zonder Erijs, doch met voldaan gevoel, naar uis. Zij hadden meegeholpen ecu tradi tie in het leven te roepen, zoalWator zou blijken. Spoedig werden overar wedstrij den voor dames gehouden. Met het enthousiasme der dames groei de echter de ontevredenheid van vela achtbare burgers, die deze evolutie in da Ijssport scherp afkeurden. Het was vooral de kleding der rijd sters die hen vertoornde. De Friese man nen en jongens hadden de gewoonte, in schenen de vrouwen in wollen onderjurk op de baan. Een vertoornde inzender schrijft onder het pseudoniem „Mensen vriend" in een blad van 1809: (Voor vervolg pag. 3),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1950 | | pagina 7